Associaties voor kachel

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verplaatsbare of vaste apparaten die hitte leveren voor verwarming en/of om te koken, gewoonlijk door gebruik te maken van kolen, olie, gas, hout of elektriciteit.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gietijzeren rechthoekige platen die, wanneer met bouten of op andere wijze aan elkaar gemonteerd, deel uitmaken van een vijf-plaat, zes-plaat, of tien-plaats houtkachel. Kachelplaten bestemd voor de voor-en zijkanten van de kachels werden vaak versierd in bas-reliëf, vooral met Bijbelse scènes of tekst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

In algemene zin, in reliëf gevormd aardewerk met lood- of tinglazuur dat vanaf 1350 hoofdzakelijk in Duitsland is geproduceerd voor isolatietegels van kachels. De term wordt eveneens gebruikt voor het beschrijven van vaatwerk met een figuratieve decoratie, meestal religieuze of mythologische voorstellingen, dat vanaf de 16de eeuw door kachelbouwers werden vervaardigd. Vanaf circa 1500 verschijnt er polychroom glazuur en vanaf het midden van de 17de eeuw wordt loodglazuur verdrongen door tinglazuur. Neurenberg wordt beschouwd als het productiecentrum van Hafnerwaar, hoewel het ook in Zwitserland en andere delen van Midden-Europa is vervaardigd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwarmde hokken voor het uitbroeden van de eieren van gevogelte, gewoonlijk met een houten geraamte en vloer en verplaatsbare constructies op steunbalken die men verwarmt met elektrische kachels of oliekachels. De kuikens verlaten het opfokhuis wanneer ze ongeveer zes weken oud zijn en geen verwarming meer nodig hebben. Commerciële opfokhuizen zijn vaak zeer groot en beschikken dikwijls over een groot aantal broedhokken, vloerverwarming of warmtelampen, ventilatoren, een automatische water- en voedselvoorziening en grote deuren waar tractoren en andere machines voor het verwijderen van afval doorheen kunnen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor verticale, onbrandbare constructies met schoorsteenpijpen om verbrandingsproducten naar de buitenlucht te voeren vanuit, bijvoorbeeld, kachels, open haarden en ovens.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Chinese dynastie uit de periode 589 tot 618 n. Chr. Gedurende deze periode werden het noorden en zuiden van China na jaren van scheiding herenigd. De Sui-dynastie heeft betrekkelijk kort bestaan, maar deze periode werd wel gekenmerkt door belangrijke vernieuwingen in de economie, de politiek en het onderwijs. Tijdens de Sui-periode kwam er een bloeiende handel met Centraal-Azië en het westen op gang. Ook op het gebied van techniek en architectuur was het een periode van vernieuwing, zoals blijkt uit het werk van Li Chun, een ingenieur, en de architect Kai Yuwen, die beiden dienden onder keizer Wendi (heerste van 581-604). Li Chun was verantwoordelijk voor 's werelds eerste open boogbrug van steen, de Anji-brug, terwijl Kai Yuwen het ontwerp leverde voor Daxing, dat zou uitgroeien tot de grootste stad met het hoogste bevolkingsaantal van zijn tijd. De Sui waren diepgelovige boeddhisten; veel van hun stenen beeldhouwwerken zijn bewaard gebleven, in tegenstelling tot hun in brons, hout en lakwerk uitgevoerde kunstwerken; ook hebben ze tal van oudere boeddhistische afbeeldingen gerestaureerd. Het Sui-beeldhouwwerk wordt als technisch hoogstaand beschouwd, maar blijft qua sierlijkheid achter bij het fraaiste beeldhouwwerk van de Noordelijke Qi. Sui-keramiek is zorgvuldig gemodelleerd maar overigens vrij sober. In zowel het noorden als het zuiden van China zijn Sui-celadons opgegraven, waarvan sommige zijn gedecoreerd met ingestempelde patronen. In steengoed of aardewerk uitgevoerde beeldjes van krijgers, ambtenaren en beschermende wezens werden in groten getale vervaardigd, met name als grafobject. Modellen van alledaagse voorwerpen zoals kachels en schoenen werden eveneens aan de overledene meegegeven voor gebruik in het hiernamaals. Kostbare militaire missers, natuurrampen en een autocratisch en spilziek bewind leidden tot het verval van de Sui-dynastie, die werd opgevolgd door de Tang-dynastie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Pannen, vaak met poten, die worden gebruikt om veilig hete kolen van een plek naar de andere te bewegen, of die passen onder het rooster van een kolenkachel en als asvangers fungeren. Voor kleine emmers, meestal gemaakt van metaal, voor het bergen of dragen van kolen, gebruiken 'kolenkitten'. Voor soortgelijke gerei voor bewaren van (brandende) kolen, maar ook voor de verwarming van een kamer of het bereiden van voedsel, gebruik 'komforen'.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst onder meer naar kleine beschermkappen die dienen om de rook van kachels, open haarden of laboratoriumovens af te voeren.