Associaties voor kalender

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lijst van beschrijvingen van privé-documenten binnen een collectie of van een gespecificeerd type, meestal in chronologische volgorde gerangschikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Tabellen of apparaten die voor een periode van vele jaren aangeven welke dag van de week hoort bij een bepaalde datum.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kalender waarop de herdenkingsdagen van Christus en Maria staan aangeduid, alsook de sterfdagen van de apostelen, de evangelisten, de martelaren en de heiligen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor lijsten met een onderverdeling van het jaar in dagen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Meestal jaarlijkse publicaties die een grote verscheidenheid aan wetenswaardigheden of statistische gegevens bevatten. De oorspronkelijke versies bevatten ook voorspellingen over dagen, maanden en vakanties van het nieuwe jaar.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor horloges die naast de tijd bijvoorbeeld de dag van de maand en van de week aangeven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor klokken die naast de gewone tijd ook de dag, datum, maand en meestal ook de fasen van de maan aangeven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kast met een indeling in dagen, weken en maanden, waarin voor iedere dag van het jaar een theca (reliekoog)

Toegevoegd op: 16-8-2017

Dateringstechnieken waarbij data in kalenderjaren worden aangegeven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Boeken om afspraken in op te schrijven, meestal tevens kalenders.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de eerste dag van de vastenperiode, zes en een halve week voor Pasen. De naam komt voort uit het gebruik om de voorhoofden van kerkgangers en geestelijken te merken met as. Meestal betreft het de as van de verbrande palmtakken die zijn gebruikt op Palmzondag van het jaar ervoor. Het is behalve Goede Vrijdag de enige dag waarvoor de rooms-katholieke kerk vasten voorschrijft. Aswoensdag wordt ook gevierd door de anglicaanse, lutheraanse en protestantse kerk. Oosters-orthodoxe kerken vieren Aswoensdag niet, omdat de vastenperiode volgens hun kalender op een maandag begint.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Het hindoefeest van het licht, een belangrijk feest dat in oktober/november overal in India wordt gevierd (vanaf de 13de dag van de donkere helft van de maanmaand Asvina tot aan de tweede dag van de lichte helft van Karttika). Bij dit feest vereert men Lakshmi, godin van rijkdom en geluk; het wordt met name enthousiast gevierd door handelaren, die op dat moment een nieuw boekjaar openen. (In Bengalen wordt de godin Kali vereerd.) De gelovigen plaatsen aardewerken lampjes in lange rijen op de balustrades van tempels en huizen; ook laten ze lichtjes op rivieren en beken met de stroom meevoeren. Zo herdenkt men de terugkeer uit ballingschap en de kroning van Rama, een incarnatie van de god Visjnoe. Op de vloer van de woonhuizen wordt dicht bij de deur een sierlijk patroon met lotussen aangebracht, om zo Lakshmi binnen te noden. Tijdens het feest gaan de mensen bij elkaar op bezoek, geven ze elkaar cadeaus, vieren ze feest en dragen ze nieuwe kleren. De vierde dag van het feest is tevens het begin van het nieuwe jaar volgens de Vikrama-kalender.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een jaarlijks lentefeest dat het laatste feest op de hindoeïstische kalender vormt en wordt gevierd op de dag van de volle maan van de maand Phalguna (februari/maart). Het feest is waarschijnlijk al zeer oud en wordt gekenmerkt door speelsheid en het omkeren van normale gedragscodes. Dit is de enige dag dat de karakteristieke beperkingen van kaste, sekse, leeftijd en status terzijde worden geschoven. De feestvierders gooien gekleurd water en poeder naar elkaar en de festiviteiten staan bekend om hun ongeremdheid in taal en gedrag. Sommige deelnemers drinken 'bhang', een bedwelmende hennepdrank. Op de voorafgaande avond worden vreugdevuren ontstoken om de overwinning van het goede over het kwade en het eind van de winter te markeren; soms wordt in de vuren een stropop van de heks Holika verbrand. Het festival wordt met name geassocieerd met Krishna, de jonge god die bekendstaat om zijn frivoliteit. Het feest van Doloyatra, het 'zwaaien van de god', vindt plaats tijdens Holi. Op versierde platforms wordt met afbeeldingen van de goden gezwaaid onder begeleiding van speciale liederen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Personen die aan de hand van aanwijzingen of werktekeningen ontwerpen op (ansicht)kaarten, kalenders, kaarten en soortgelijke artikelen met de hand kleuren of spuiten; daarbij wordt gebruik gemaakt van gekleurde inkt en pennen of airbrushes.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Boeken die jaarlijks worden uitgegeven als een rapport of overzicht van de statistische gegevens of feiten van een kalenderjaar, bedoeld als naslagboeken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De belangrijkste en plechtigste feestdag op de joodse liturgische kalender, die wordt gevierd op 10 tisjri (in september of oktober). Deze dag, waarmee de tien dagen van boetedoening eindigen die beginnen op het joodse Nieuwjaar, is een dag van verlossing en verzoening met God. Joden moeten zich onthouden van eten, drinken en seksuele omgang, en al het werk dient te worden gestaakt. In de Bijbel wordt Grote Verzoendag 'Sabbat Sabbaton' genoemd, dat 'sabbat van de plechtige rust' betekent. Extreem orthodoxe joden dragen soms lange witte mantels ('kippelot') en verbieden het dragen van leer en het inwrijven van olie. De vooravond en de hele dag van Grote Verzoendag wordt doorgebracht in gebed en meditatie. Vergeving van anderen vragen en ontvangen betekent vergeving door God. De ceremonies op Grote Verzoendag worden besloten met slotgebeden en het blazen op de sjofar. Vóór de verwoesting van de tempel in Jeruzalem voerde de hogepriester een ingewikkelde offerceremonie uit, aan het einde waarvan een geit (de zondebok) de wildernis in werd gedreven, symbolisch de zonden van Israël met zich meenemend.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleed dat aan de voorkant van een lessenaar hangt of waarmee men de lessenaar bedekt, vaak voorzien van borduurwerk of beschilderd, soms in de liturgische kleur die hoort bij het betreffende seizoen van de kerkelijke kalender.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een oude religie uit het Midden-Oosten die nog voorkomt in Irak en Khuzistan (een provincie in het zuidwesten van Iran). Zij wordt meestal beschouwd als een gnostische sekte en is als zodanig de enige overgebleven vertegenwoordiger van het gnosticisme. Er zijn ongeveer 15.000 tot 20.000 mandeeërs. Het mandeïsme benadrukt, net als andere dualistische geloofssystemen, de verlossing van de ziel door esoterische kennis (gnosis). De spirituele ziel zal worden bevrijd van de materiële wereld door hun verlosser, Manda d'Hayye, maar de slechte archonten verhinderen de opstijging van de ziel. In het mandeïsme wordt Jezus beschouwd als een valse messias maar wordt Johannes de Doper vereerd omdat hij wonderbaarlijke genezingen heeft bewerkstelligd door middel van de doop. De mandeeërs ontwikkelden een uitgebreid cultusritueel, vooral voor de doop, die voor zover bekend bij geen enkele andere gnostische sekte voorkomt. De doop zuivert een mens van de zonde en kan vaak worden herhaald. De oorsprong van de religie is duister en blijft omstreden. Op basis van Babylonische elementen in mandeïsche magische teksten, het gebruik van de Iraanse kalender en de overname van verscheidene Iraanse woorden in de mandeïsche taal, menen sommige geleerden dat het mandeïsme in de pre- of vroegchristelijke tijd is ontstaan in het zuidwesten van Mesopotamië. Anderen denken aan een Syrisch-Palestijnse oorsprong op basis van de Haran Gawaita, een quasihistorisch mandeïstisch document dat verhaalt over de exodus van de nazareeërs (de mandeïstische priesterkaste die zich onderscheidde van de mandeeërs of leken) van Palestina naar Mesopotamië in de 1ste eeuw n. Chr. Ook zekere opmerkelijke overeenkomsten met het jodendom verdienen de aandacht: bekendheid met het Oude Testament, parallellen met de joodse zedenleer, vooral de grote waarde die wordt gehecht aan het huwelijk, het gebruik van de Hebreeuwse engelenleer en het belang van een zuivere cultus. Ook zijn er overeenkomsten met het manicheïsme. De mandeeërs zijn misschien de in de Koran genoemde Sabanen. De mandeïsche literatuur, geschreven in een Aramees dialect en in een apart schrift, is tamelijk uitgebreid. Belangrijke bewaard gebleven werken zijn de Ginza (het Boek van Adam); het Boek van Johannes; het Boek van de Zodiak en de Doop van Hibil Ziwa. Mandeeërs zijn van oudsher bekwame zilversmeden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een christelijk feest dat meestal wordt gevierd op 2 februari, of 40 dagen na Kerstmis. Op deze dag wordt herdacht dat Maria de Tempel in Jeruzalem bezocht, 40 dagen na de geboorte van Jezus (Lucas 2: 22-39). Overeenkomstig de joodse wetten werd Maria gereinigd en bood ze haar zoon als eerstgeborene aan God aan. In de rooms-katholieke kerk heeft dit feest tegenwoordig 'Opdracht van de Heer in de tempel', in de anglicaanse kerk 'Opdracht van Christus in de tempel'. Hypapante, zoals dit feest in de Griekse kerk wordt genoemd, betekent 'ontmoeting' en verwijst naar de ontmoeting van Jezus met Simeon en Anna in de Tempel. De vroegste verwijzing naar het feest stamt uit het einde van de 4de eeuw, uit Jeruzalem. De viering verspreidde zich al snel naar de steden van het Midden-Oosten, maar in het westen ging het minder snel. Justinianus I verordende in 542 dat het feest op 2 februari moest worden gevierd. In Rome werd Maria-Lichtmis vermoedelijk al vóór het pontificaat van paus Sergius I (687-701) ingesteld, en de processie lijkt daar haar oorsprong te hebben, wellicht zelfs voor het feest zelf ingang had gevonden. In de westerse kerk stond de verering van Maria centraal (tot aan de kalenderhervorming van 1969), terwijl het in de oosterse kerk op die dag vooral om de Christusverering ging. De naam Maria-Lichtmis verwijst naar de traditie die in de 5de eeuw ontstond en waarbij kaarsen worden aangestoken tijdens het feest. In het westen symboliseert de processie met de kaarsen Christus als zijnde het licht van de wereld, en zijn presentatie in de Tempel.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kalenders van de oosters-orthodoxe kerk waarop de feestdagen vermeld staan ter ere van heiligen en martelaren, met korte levensbeschrijvingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode die de Nguyên-dynastie markeert (1802-1954). De stijl in het eerste gedeelte van deze periode is gebaseerd op de kunst van de Chinese Qing-dynastie (1644-1911) zoals blijkt uit de manier waarop de Nguyên-stad Hue is geconstrueerd als een duplicaat van de Verboden Stad in Peking. Tempels en schrijnen in deze periode worden gekenmerkt door houten beelden van Boeddha en van monniken in stijlen die vergelijkbaar zijn met de stijlen die in de 18de eeuw werden beoefend. In de vroege 20ste eeuw werden de Chinese en boeddhistische thema's over het algemeen verlaten om plaats te maken voor een meer Europese neoklassieke benadering, zoals blijkt uit de stichting van de Ecole des Beaux Arts de l'Indochine in Hanoi in 1925, waar westerse technieken zoals bronsgieten werden onderwezen. De periode wordt ook gekenmerkt door traditionele productiestijlen voor houtgravures, waarbij gebruik wordt gemaakt van rijstpapier dat wordt gekleurd met extracten van mineralen of planten. Afdrukontwerpen omvatten motieven die zijn gebaseerd op de maankalender, illustraties van populaire mythen, taferelen van dorpsfestivals en historische figuren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Feestdagen waarop het begin van het nieuwe jaar wordt gevierd; de jaarwisseling wordt in veel culturen gevierd, meestal op basis van hun eigen kalender.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Jaarlijks uitgegeven gids voor de geestelijkheid, waarin wordt aangegeven hoe in het betreffende jaar deze kalender in de heilige mis en het getijdengebed gevolgd moet worden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de voornaamste feestdag van de christelijke kerk, waarop de opstanding van Jezus Christus wordt gevierd. In westerse kerken gebeurt dat tussen 22 maart en 25 april, afhankelijk van de datum van de eerste volle maan na het begin van de lente. Orthodoxe kerken gebruiken de juliaanse datum voor het begin van de lente en vieren Pasen daarom meestal op een andere, latere datum. Sommige paastradities (zoals paaseieren en de paashaas) hebben een heidense oorsprong. Pasen is voortgekomen uit het primitieve 2de- en 3de-eeuwse christelijke feest dat de Pasch werd genoemd; het was de christelijke tegenhanger van het joodse Pascha, waarbij zowel de dood als de opstanding van Christus werd gevierd. De paaswake is in liturgische kerken de belangrijkste plechtigheid, die wordt gehouden op de avond voor Pasen; de paaskaars werd geïntroduceerd omstreeks de 4de eeuw. Hoewel Pasen op één bepaalde zondag wordt gevierd, wordt het belang van het paasfeest onderstreept door het lange voorbereidende vasten, door de plechtige diensten van de Goede Week en door de vijftig dagen van Pasen tot Pinksteren, een periode die de paastijd wordt genoemd. Het belang van Pasen blijkt uit het feit dat het hele liturgische jaar rond Pasen is ingericht, net als de kerkelijke kalender van veranderlijke feestdagen. In paasceremonies komen vaak verwijzingen naar de doop voor, die de vroegere gewoonte weerspiegelen om neofieten te dopen tijdens de wake.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar boeken of andere documentvormen die het Boek der Psalmen bevatten, dat is samengesteld uit 150 psalmen uit het Oude Testament. Een psalter is meestal onderverdeeld in delen die dagelijks bij de metten en op zondag bij de vespers worden gereciteerd, en wordt gebruikt als liturgisch boek door de clerus bij de breviergebeden of getijden, of door leken voor privégebeden. Naast de psalmen bevatten psalters gewoonlijk ook een kerkelijke kalender, gezangen, geloofsbelijdenissen en de litanie van de heiligen. Koning David en zijn hofmuzikanten werden van oudsher beschouwd als auteurs van de psalmen. De onderwerpen van de psalmen zijn meestal hymnen om God te prijzen en smeekbeden om hulp en mededogen. In de christelijke traditie werden de psalmen zo geïnterpreteerd dat de Heer uit het Oude Testament werd gezien als Christus de Verlosser. Diverse passages uit afzonderlijke psalmen werden gezien als christelijke metaforen en vooraankondigingen. Hiëronymus maakte in de 4de eeuw n. Chr. de Hebreeuwse tekst van de psalmen voor westerse lezers toegankelijk door deze in het Latijn te vertalen. Twee vertalingen zijn gemaakt op basis van de Griekse versie (de Septuagint) en één vertaling rechtstreeks uit de originele taal. De drie versies zijn respectievelijk bekend als de Romeinse, gallicaanse en Hebreeuwse psalters. Het psalter was een van de meest geïllustreerde middeleeuwse teksten in het westen. Deze illustraties begonnen rond 725 n. Chr. en floreerden van de 12de tot de 14de eeuw. De tekst werd vaak verfraaid met prachtige ornamenten en afbeeldingen; psalmen leenden zich echter niet goed voor letterlijke illustratie, in tegenstelling tot de meer verhalende Bijbelgedeelten. Als gevolg hiervan waren de illustraties zeer gevarieerd, zowel in stijl als in iconografie. De meeste geïllumineerde psalters bevatten decoratieve gehistoriseerde beginletters bij de belangrijkste onderverdelingen van de tekst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Personen die officiële documenten bewaren, met name de functionarissen van educatieve instituten die de persoonlijke en academische gegevens van studenten beheren, rapporten uitgeven en kalenders en andere officiële publicaties versturen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Dateringstechnieken met behulp waarvan onderling verbonden fasen of voorwerpen op volgorde kunnen worden gezet, zonder dat ze aan een bepaald kalenderjaar kunnen worden gekoppeld.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar altaarstukken die voornamelijk werden geproduceerd in Duitsland, Oostenrijk en Tirol in de 15de en 16de eeuw. De term is Duits voor 'gebeeldhouwd altaarstuk'. Schnitzaltaren werden geplaatst op de hoogaltaren of de zijaltaren. Ze worden gekenmerkt door de overdadige kleuring en vergulding, en de vier secties: een centraal heiligdom met beeldhouwwerk, met daaronder een kleiner heiligdom dat meestal werd aangeduid met de Italiaanse term 'predella' en twee beweegbare paren luiken of vleugels met schilderingen of reliëfversieringen aan de voor- en achterkant. Het openen en sluiten van de vleugels zorgde voor afwisseling, meestal met betrekking tot de liturgische kalender. Het heiligdom ging meestal schuil onder een architecturale bovenbouw van gesneden maaswerk en nissen voor beeldhouwwerken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar geschilderde of gebeeldhouwde werken die uit meerdere panelen bestaan. Deze werken zijn vaak altaarstukken, maar kunnen ook een andere functie hebben. Een polyptiek bestaat doorgaans uit een middenpaneel met een even aantal zijpanelen, die soms voorzien zijn van scharnieren om ze dicht te kunnen klappen, en een predella. Hoewel technisch gesproken elk object met twee of meer panelen een polyptiek valt te noemen, wordt het woord meestal alleen gebruikt voor werken die groter zijn dan een triptiek. Oorspronkelijk had de Griekse term 'polyptycha' betrekking op schrijftabletten en kalendericonen die uit meerdere panelen bestonden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Jaarlijkse of om de zoveel jaar plaatsvindende vieringen of herdenkingen, vaak op de specifieke kalenderdatum van het evenement dat wordt herdacht.