Associaties voor kamerscherm

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar schermen die bestaan uit twee of meer panelen en doorgaans versierd en vaak gelakt zijn. De vorm is uitgevonden door de Chinezen en werd in de 2de eeuw v. Chr. reeds genoemd. De oudste nog bestaande exemplaren dateren van de Ming-dynastie. Vouwschermen werden in de 8ste eeuw vanuit China in Japan geïntroduceerd; deze schermen werden vaak paarsgewijs ontworpen in Japan. Vanaf de 17de eeuw werden oosterse vouwschermen in Europa geïmporteerd en de vorm werd al snel overgenomen door Europese vaklieden. Net als de Japanse bestonden de Europese vouwschermen doorgaans uit zes panelen; ze waren echter vaak hoger en kloeker.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een type Chinese kamerschermen die doorgaans een zeer forse omvang hadden, tot wel drie meter hoog en zes meter breed, met twaalf panelen van gelakt en verguld hout. Coromandel-schermen bevatten ingesneden en gelakte decoraties en hebben vaak een brede rand om het hoofdonderwerp. De naam is afkomstig van een deel van de kust van Zuidoost-India bij Madras, waar goederen uit het Verre Oosten werden overgeslagen om verder door de Engelse East India Company naar Europa te worden vervoerd. Coromandel-schermen werden voornamelijk in de 17de en 18de eeuw in China gemaakt voor de Europese markt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een type lakwerk dat vanaf de 17de eeuw in Midden- en Noord-China werd vervaardigd en dat met name in de 18de eeuw grote populariteit genoot in de gegoede kringen. Coromandel-lakwerk kenmerkt zich door de ingesneden decoraties, opgevuld met helder gekleurde lak of olieverf. De naam is ontleend aan een regio langs de zuidoostkust van India in de buurt van Madras, die als doorvoerhaven diende voor goederen uit het Verre Oosten die door de Britse East India Company naar Europa moesten worden verscheept. De bekendste voorbeelden van Coromandel-lakwerk zijn de grote Coromandel-kamerschermen. De term verwijst soms ook naar de laktechniek zelf. Ook de Japanners waren bekend met deze techniek, maar zij gebruikten hem zelden voor hun lakwerk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de fase van de Nara-periode tussen circa 756 en 784 n. Chr. In de beeldhouwkunst wordt de stijl gekenmerkt door een zwaarder en voornamer ogend figuurtype, met een sterk versoberde uitwerking van de vormen en draperieën. Op het gebied van bronswerk vond deze periode zijn hoogtepunt in de Grote Boeddha van Tōdai-ji, welke overigens niet meer bestaat. De kleine bronzen die met Tōdai-ji worden geassocieerd, zoals de lantaarns, zijn fraaie voorbeelden van gietwerk in bas-reliëf. Kenmerkend zijn de afbeeldingen van wervelende draperieën en een fijne lijnvoering. Er resten ons nog slechts weinig schilderijen uit deze periode, maar documenten van de Shōsōin maken melding van kamerschermen waarvan de schilderingen een hoge graad van verfijning kenden. Kenmerkend voor de rolschilderingen uit deze periode is de weergave van een verhalende afbeelding pal boven een tekst, een stijl die in de 8ste eeuw reeds als verouderd werd beschouwd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van kunst die in verband wordt gebracht met Europese missionarissen en kooplui in Japan gedurende de 16de en 17de eeuw, en betrekking heeft op werk van Japanse kunstenaars in een westerse stijl, Europese geïmporteerde kunst en traditionele Japanse kunst waarin Europeanen werden afgebeeld. Na onderricht van de jezuïtische priester Giovanni Niccolo in 1583 vervaardigden kunstenaars werken in een traditionele westerse stijl, vaak met een religieus thema. Kenmerkende Namban-motieven, die te vinden waren op kamerschermen, flessen en lakwerk, zijn onder meer westerse mensen, schepen en rozenkransen en kruisen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ruimten tussen de kamerschermen (die als visuele obstakels dienen) en de deuren naar de dienstvertrekken (provisiekamer, keuken, voorraadkamer) in Middeleeuwse zalen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar het werk van een school van schilders die omstreeks 1600 werd gestart door Sōtatsu en zijn tijdgenoot Hon'Ami Koetsu. Korin reformeerde de school in de 18de eeuw en Saki Hoitsu deed dit nogmaals in de 19de eeuw. De alternatieve naam voor de school, Rimpa, is afgeleid van de laatste lettergreep van Korins naam (rin) en het woord voor school (ha). De stijl kenmerkt zich door trouw aan het klassiek Japanse gevoel van decorativiteit, delicate kleurvoering en scherpe observatie van de natuurlijke wereld. Edele metalen, zoals goud en zilver, werden samen met kleuren gebruikt op kamerschermen, waaiers en andere objecten. De onderwerpen waren afkomstig uit middeleeuwse literatuur en ook uit de natuur. Hoewel de stijl na de Edo-periode (1600-1868) niet meer voorkwam, was deze van invloed op de Japanse schilderkunst van de 20ste eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de term voor de Japanse schilderstijl die halverwege de 9de eeuw voor het eerst werd gebruikt om het werk van Japanse kunstenaars te beschrijven dat zich, eerst in onderwerp en later in stijl, onderscheidde van werk dat onder Chinese invloed werd gemaakt. Tegenwoordig is de betekenis van de term veel breder en vallen hieronder niet alleen Japanse thema's, maar ook uniek Japanse vormen en stijlen. Karakteristieke thema's van Yamato-e zijn onder andere de vier seizoenen en afbeeldingen van beroemde plaatsen. Er bestond ook een sterke binding tussen Yamato-e en de Japanse poëziestijl, waarvan de inhoud vaak werd vertaald naar beelden op kamerschermen en schuifdeuren.