Associaties voor karveel

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine tot middelgrote schepen met een rechte boeg en een vierkante achtersteven die oorspronkelijk in de Middeleeuwen in Portugal zijn ontstaan als latijngetuigd kustvissersschip, maar in de late 15e en vroege 16e eeuw als verkenningsschepen werden gebruikt tijdens de Iberische reizen naar de Nieuwe Wereld; verkenningsschepen hadden vaak razeilen om efficienter over de oceaan te varen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bouwwijze van een schip waarbij de huidplanken met de zijkanten door middel van bouten, spijkers of houten pennen naast elkaar tegen de spanten worden bevestigd, wat een glad uitwendig oppervlak als resultaat heeft.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Massieve metalen of houten pen, met een verdikking als handgreep. Korvijnnagels dienen om diverse lijnen op zeilschepen snel vast te zetten, maar ook snel los te halen. Ze worden door een houten balk of plank gestoken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor lichte, schuin afgekante, voor en achter gelijke 'guideboats', afkomstig uit het gebied rond de Adirondack Mountains in de Amerikaanse staat New York. Ze zijn 4 tot 5,5 m lang, uitgerust met een juk, hebben een platte bodem en worden net zoals een dory om een van nature gekromd spant beplankt; de beplanking is meestal gladboordig of karveelwerk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor de grootste scheepsboten van de 19e en 20e eeuw, kenmerkend zwaar, breed en van karveelbouw. Ze werden oorspronkelijk gebruikt om vracht en mensen te vervoeren, zijn meestal zo'n 5 tot 10 m lang, waarvan de breedte van de boot ongeveer één derde van de lengte is, en hebben een relatief recht voorsteven en vierkant achtersteven. Term wordt steeds meer gebruikt voor kleine gemotoriseerde bootjes van ongeveer dezelfde grootte en vorm. Gebruik 'barkassen' voor de grootste boten uit de 18e en daarvoor.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor kleine scheepsboten van oorlogsschepen van karveelbouw met een lengte van 5 tot 8 m en acht of minder riemen.