Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Een fijnkorrelig, compact sedimentair gesteente dat bestaat uit in elkaar grijpende kwartskristallen van ongeveer 30 micrometer in diameter.
Een steenfragment, meestal rond afgesleten, dat groter is dan een korrel en kleiner dan een kei. Een kiezelsteen heeft een diameter tussen 4 en 66 mm en is dus groter dan een erwt en kleiner dan een tennisbal.
Een niet-metalen element met het symbool Si en atoomnummer 14, in amorfe en kristallijnen vorm, dat in samengestelde vorm voorkomt in mineralen en stenen. Meer dan een kwart van de aardkorst bestaat uit silicium.
Kalksteen die rijk is aan silica, in het bijzonder als vrije silica, in tegenstelling tot silicaten.
Een triclienmineraal van de veldspaatgroep die wit of kleurloos kan zijn.
Zandsteen die rijk is aan silica, in het bijzonder als vrije silica, in tegenstelling tot silicaten. De silica is kenmerkend voor het cement of de matrix waardoor de kwartsdeeltjes worden gebonden die het hoofdbestanddeel vormen van zandsteen. Zuivere kiezelzandsteen is chemisch inert, een eigenschap die de steen bestand maakt tegen een rokerige omgeving, wat deze tot een populaire bouwsteen maakt in industriële gebieden. Kiezelzandsteen is hard en duurzaam, waardoor moeilijk te bewerken is. In zuivere vorm is de steen wit of crème van kleur. Andere kleuren zijn het gevolg van onzuiverheden: de aanwezigheid van ijzeroxiden veroorzaakt gele en rode kleuren, glauconiet zorgt voor een groene kleur en zwart is het gevolg van de aanwezigheid van mangaandioxide.
Ratels, bestaande uit een kleine kalebas waarin zaden of kiezelsteentjes en een handvat met verenkraag; Hawaï.
Een brecciëmarmer dat bestaat uit grote zwarte, groene, roze, rode, grijze, paarse en bronskleurige kiezelstenen. Deze marmersoort is bekend om zijn sterk geprononceerde kleuren. Het marmer is afkomstig van het Griekse eiland Chios en heeft dus niets te maken met Afrika. De naam is gebaseerd op de donkere kleurtekening van het marmer.
Verwijst naar een gereedschapscultuur in het laat-paleolithische en vroeg-mesolithische Europa, in het bijzonder Frankrijk en Spanje. Deze cultuur volgde op de complexere Magdaléniencultuur en bestond gelijktijdig met de culturen van Tardenoisien, Maglemose, Ertebølle en Asturië. Kenmerkend zijn geometrische tekeningen op kiezelstenen, heel kleine stenen gereedschappen die in een handvat van been of geweitak passen, speerpunten met gekromde ruggen, eindschrapers, benen drevels, platte harpoenen en staven waarvan het doel onbekend is.
Verwijst naar de paleolithische periode van circa 38.000 tot 25.000 v. Chr. in het Zagrosgebergte in Iran. De periode kenmerkt zich door technologische vernieuwingen bij de vervaardiging van gereedschappen, het gebruik van kleur op stenen en menselijke beenderen en de aanwezigheid van ornamenten gemaakt van kiezelstenen.
Een brecciëmarmer bestaande uit crèmekleurige kiezelstenen op een lila ondergrond, en met een zweem geel.
Verzamelnaam voor kiezelachtige kalksteen of zandsteen met een open structuur, onder meer gebruikt voor molenstenen en bouwmateriaal.
Een ruwe, kiezelachtige of korrelige rotssoort die wordt aangetroffen in bepaalde gebieden van zuidelijk en oostelijk Engeland. Deze steensoort bevat een groot percentage ijzeroxide en is daarom altijd enigszins bruinachtig van kleur. Deze steensoort wordt hard nadat hij aan lucht wordt blootgesteld maar is niet erg duurzaam en wordt daarom niet beschouwd als een goede bouwsteen.
Gesteente dat zich kenmerkt door of bestaat uit concreties, of concreties voortbrengt. Concreties zijn harde, compacte aggregaten van minerale materie. Ze zijn subsferisch of onregelmatig van vorm en ontstaan door neerslag van in water opgeloste stoffen rond een kern, zoals een schelp of bot, in afzettingsgesteente of pyroklastisch gesteente. Concreties verschillen doorgaans van het gesteente waarin ze voorkomen. Ze vormen concentraties van een bestanddeel dat in kleine hoeveelheden voorkomt in dat gesteente. Soorten concreties zijn onder andere vuursteen, hoornkiezel en klompen onzuivere kalksteen die soms in klei voorkomen.
Elastisch sedimentair gesteente samengesteld uit afgeronde fragmenten die variëren van kleine kiezelstenen tot grote keien in een bindmiddel van kalkhoudend materiaal, ijzeroxide, silica of geharde klei.
Eenvoudig te bewerken, fijnkorrelige, kiezelachtige zandsteen uit Wisconsin, die vaalgeel of crèmekleurig is. Zoals bij meer zandsteensoorten is het zacht wanneer het gedolven wordt, maar hardt het geleidelijk uit naarmate het vocht eruit verdampt.
Glycerinetrinitraat, geabsorbeerd door kiezelgoer.
Te gebruiken voor een tekening op het aardoppervlak; met name geometrische of dierlijke symbolen die zijn gemaakt door kiezelzand te herschikken. Gebruik 'Nasca-lijnen' voor geogliefen van het Nasca-volk die worden aangetroffen in de zuidelijke woestijnvlakten aan de kust van Peru.
Elke rode hoornkiezel of calcedoon.
Een steenfragment, rond of tot een andere vorm afgesleten, met een diameter van 64 tot 256 mm, dus groter dan een kiezelsteen en kleiner dan een zwerfkei. De term verwijst meer in het bijzonder ook naar een rond afgesleten steen die wordt gebruikt voor bestrating en andere bouwwerkzaamheden.
Apparaten om pigment door een bindmiddel te verspreiden, bestaande uit een ronddraaiende cilinder die het pigment, het bindmiddel en kogels of kiezelstenen bevat.
Staal dat koolstof, mangaan en kleine hoeveelheden van andere elementen bevat, en zeer sterk en corrosiebestendig is. Door contact met de lucht ontstaat een kiezelachtig, roestig uitziend oppervlak dat helpt corrosie te verminderen; deze oppervlaktelaag verkleurt na een aantal jaar naar een diep paarsbruin, waardoor deze staalsoort soms wordt gebruikt voor zichtbare structuuronderdelen van gebouwen.
Ratels van een kalebas met een natuurlijk handvat, ovaal en gevuld met gedroogde zaden, kiezelsteentjes, kralen, hagel of andere ratelende stukjes. Er komen ook imitaties van hout, klei, bakeliet of metaal voor, gebruikt in paren; Zuid- en Centraal-Amerika.
Fijn maar zeer sterk en flexibel leer, gemaakt van geitenvellen en gelooid met sumak. Het heeft een kenmerkende kiezelachtige textuur.
Tegel waarvan één kant zo is gevormd dat deze op de voorkant of het uiteinde van een baksteen lijkt. Zeer populair tussen 1784 (het jaar waarin de 'brick tax' (baksteenbelasting) in Engeland werd ingevoerd) en 1850 (toen deze belasting weer werd afgeschaft). De tegels werden aan latten bevestigd op een houten frame of ander soort muur, of soms ook gezet in een pleisterlaag over keien of kiezels heen.
Geometrische en dierlijke figuren die zijn gemaakt door kiezelzandoppervlakken te herschikken op de uitgestrekte vlakten van de woestijnen aan de kust van Peru. Gemaakt door het Nasca-volk met onbekend doel.
Een onregelmatig korrelig nerfpatroon dat lijkt op kiezelsteentjes en met name wordt gebruikt op boekbinderslinnen en leer.
Een opvallend breccië dat wordt gewonnen in de Blue Ridge Mountains in Maryland en Virginia. Het bestaat voor het grootste gedeelte uit kalksteen, kwartskiezels en meerkleurige fragmenten, van zandkorrels tot keien. Dit alles wordt samengevoegd in een kalkhoudende matrix. Het is soms erg moeilijk te bewerken, omdat de harde kiezelstenen snel losraken van de zachtere matrix.
Een kiezelachtige zandsteen uit Saint Lawrence County in New York. Het bevat een kleine hoeveelheid ijzeroxide, waardoor het een rode of roodachtig bruine kleur heeft. Hoewel het materiaal na winning zacht genoeg is om op een efficiënte manier te bewerken, wordt het na blootstelling onvoorstelbaar hard. Dit maakt het tot een zeer duurzame bouwsteen.
Conglomeraatgesteente dat talrijke afgeronde kiezelstenen bevat.
Verwijst naar een aardewerkstijl die voorkwam op Kreta in de laat-neolithische en Vroeg-Minoïsche periode. De stijl kenmerkt zich door een oppervlak dat donkerbruin tot zwart is gebakken, en is gepolijst met een zachte kiezel of een houten polijstborstel om decoratieve lijnen te verkrijgen. In de vroege fase was de decoratie eenvoudig. In de latere fasen werd de decoratie geavanceerder, met horizontaal of verticaal gepolijste lijnen, zigzag- lijnen, kruisarceringen, parallelle lijnen, of aaneengesloten gepolijste vlakken. De stijl werd in verschillende vormen uitgevoerd, maar is vooral bekend vanwege typische kelken op een kenmerkende voet.
Trommen, met kogeltjes, kiezelsteentjes of andere kleine voorwerpen er binnenin, maar ook aan de buitenkant hangend; bespeeld door het instrument te schudden of rond te draaien.
Verwijst naar de Egyptische aardewerkstijl die werd vervaardigd tijdens de Badarische en Amratische perioden van circa 6.000 tot 3.200 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door dunwandige handgemaakte kruiken met een okerrode vernislaag, die werden gepolijst met een kiezel of een ander hard voorwerp.
Verwijst naar de Egyptische aardewerkstijl die werd vervaardigd tijdens de badarische periode van circa 6.000 tot 4.000 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door een rimpelig gepolijst oppervlak, dat werd verkregen door rimpels in de natte klei te kammen of door met een kiezel over harde klei te wrijven en vervolgens te polijsten.
Een brecciëmarmer uit Lydia in het huidige Turkije. De kleur varieert van helder of bruinachtig rood tot verschillende tinten paars en deze marmersoort bevat vaak witte kiezelstenen of plekjes.
Pleister van kalk vermengd met schelpen of kiezelstenen, waarmee de buitenkant van gebouwen wordt afgewerkt, gewoonlijk door het pleister met een troffel krachtig tegen de muur te smijten.
Een mengsel van calciumoxide en water met schelpen, grind of kiezelstenen dat, wanneer het droog is, zo hard wordt als steen en gebruikt wordt als bouwmateriaal.
Sedimentair gesteente met silica als hoofdbestanddeel. Het meest voorkomend silicahoudend gesteente is hoornkiezel.
Kiezelachtig of kalkhoudend materiaal dat ontstaat bij de monding van bronnen of geisers, langs stromen of op de bodem of de oever van een meer.
Een kiezelachtige zandsteen uit het Engelse Derbyshire. Het wordt ook beschouwd als een grove zandsteen, meer bepaald als een grove Darley Dale-zandsteen. Het is gelijkmatig geaderd en buitengewoon hard, waardoor het bij uitstek geschikt is als hardsteen en voor bestrating. Door het hoge silicagehalte wordt het vaak verboden op last van vakbonden, omdat het stoflongen kan veroorzaken. Stancliffe-zandsteen wordt zo mogelijk alleen op een natte manier bewerkt.
Een fluweelzwarte variant van cryptokristallijnkwarts, kiezelschalie of een dergelijke stof die door juweliers wordt gebruikt voor het keuren van de zuiverheid van edelmetalen, voornamelijk goud.
Klei die vermengd is met stro of kiezelstenen om een pasta te vormen voor gebruik in de bouw, met name voor primitieve huizenbouw.
Een serpentijn uit de Italiaanse Rivièra, tussen La Spezia en Genua. Er zijn twee varianten: de ene is purperachtig of zwart gevlekt en donkerrood met enkele groene kiezels of aders, de andere is groen met veel witte aders. Het is moeilijk te bewerken, maar glanst wel snel. Het lijkt op sommige soorten gevlekt marmer uit de Amerikaanse staat Tennessee.
De donkergrijze of zwarte hoornkiezelvariant.
Verwijst naar de Neolithische aardewerkperiode in de Zuidelijke Levant van circa 6.000 tot 5.500 v. Chr. De periode kenmerkt zich door gedecoreerd aardewerk met ingekerfde of gekamde patronen, antropomorfische figuren van klei en steen en ingekerfde kiezelsteenfiguren.
Een mineraal dat verschillende kleuren heeft en een algemeen bijkomstig mineraal is in kiezelhoudende stollingsgesteenten, kristallijne kalksteen, schisten en gneisen.