Associaties voor klassiek

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de middenfase van de Griekse klassieke periode en stijl, van circa 450 v. Chr. tot circa 400 v. Chr. Karakteristiek voor de beeldhouwkunst is de volledige beheersing van de ideale menselijke vorm, weergegeven in uitgebalanceerde, subtiele beweging en met draperieën op het lichaam die de vormen onder de kleding onthullen. De vaasschilderkunst wordt gekenmerkt door een toegenomen verfijning en variatie in menselijke vormen en gelaatsuitdrukkingen. De architectuur wordt gekenmerkt door lichtere proporties en verfijning van eerder gevestigde orden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de oude Griekse stijl en periode die begint circa 480 v. Chr., toen de Griekse stadstaten de Perzische indringers versloegen, en eindigt met de dood van Alexander de Grote in 323 v. Chr. De periode kenmerkt zich door de wederopbouw van de steden na de Perzische oorlogen en de bloei van filosofie, drama, architectuur, beeldhouwkunst, schilderkunst en andere kunsten. In de beeldende kunst is de stijl bekend om de beheersing van de menselijke vorm en de verfijning van bouwkundige ontwerpen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Periode in Meso-Amerika van circa 250 v. Chr. tot 900 n. Chr. die wordt gekenmerkt door het feit dat er overal steden en ceremoniële centra tot ontwikkeling kwamen, en door de opkomst van grote staten in een drietal gebieden: het Bekken van Mexico in de Centrale Hooglanden, het Oaxaca-dal in de Zuidelijke Hooglanden en het Maya-laagland. In al deze regio's hebben zich unieke patronen en stijlen ontwikkeld.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Klassiek Maori beschrijft een stijl van houtsnijden van het Maori-volk, de oorspronkelijke bewoners van Nieuw-Zeeland. De Klassieke Maori-stijl wordt gekenmerkt door een duidelijk omlijnde sculpturale vorm waarbij complexe ontwerpen in het oppervlak zijn gegraveerd; de stijl dateert van rond het begin van de 16de eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Variabele paarse of roodachtige kleuren die lijken op de kleding die is geverfd met de verfstof klassiek purper, die wordt verkregen uit zeeweekdieren van het genus Murex.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gebied binnen de archeologie waarin men zich bezighoudt met de cultuur en artefacten van de oude Griekse en Romeinse beschavingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Studiegebied dat de oude Griekse en Romeinse beschaving beslaat, met inbegrip van de geschiedenis, filosofie, taal, literatuur en tot op zekere hoogte kunst en archeologie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Over het algemeen te gebruiken voor iets dat tot de Griekse of Romeinse Oudheid behoort of daarop teruggrijpt. Met name te gebruiken voor die aspecten van klassieke kunst, vooral de uitbeelding van het menselijk lichaam in oude beeldhouwwerken en het gebruik van ornamenten in oude kunst wanneer die in andere perioden model staan voor perfectie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de laatste fase van de klassieke periode en stijl, van circa 400 tot circa 330 v. Chr. De periode begon aan het einde van de Peloponnesische oorlog en eindigde nadat de Griekse staten hun onafhankelijkheid verloren aan Philippus van Macedonië. De stijl kenmerkt zich door een verminderd streven naar de perfecte, ideale stijlnormen, en meer nadruk op het verbeelden van de werkelijke wereld en afzonderlijke individuen. Voorts is de diversiteit en de inventiviteit van verschillende kunstenaars kenmerkend. Opvallende vernieuwingen in de beeldhouwkunst zijn de afbeelding van naakte godinnen, de weergave van minder strikte, sensuelere poses en gebaren die buiten de vaste begrenzingen treden van wat gold als de ideale klassieke pose, en slankere lichaamsvormen dan in de hoogklassieke kunst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode in Meso-Amerika van circa 1200 tot 1521 die is verbonden met de opkomst van het Azteekse keizerrijk. Met betrekking tot aardewerk en keramiek wordt deze periode gekenmerkt door polychrome potten uit de regio's Cholula en Mixtec en potten met de afbeelding van dieren die zijn versierd met emblemen in plaats van narratieve voorstellingen. Beeldhouwkundige stijlen uit deze periode tonen bijna levensgrote, staande figuren met vaag gemodelleerde gelaatstrekken en gebeeldhouwde oppervlaktepatronen die kostuums, lichaamsverf of tatoeages aanduiden. Artistieke vernieuwingen in edelsteenbewerking worden in deze periode uitgebreid en hebben onder andere betrekking op jade, parels, potten van tecali, bergkristallen bekers met een voet, oorspoelen van kristal en lavaglas, en ornamenten van turquoise git, koraal en amber die worden gebruikt in rituele ceremonies. Veelvuldig gebruik van hardstenen beeldsnijwerk, onder andere voor het vervaardigen van ceremoniële potten versierd met een laag reliëf en met beeldhouwwerken van mensen, goden, dieren en plantenvormen die zijn gemaakt van jadeïet en andere groenstenen, dioriet, chalcedon en bergkristal. De Azteken verbreidden tijdens deze periode ook het gebruik van turquoise mozaïeken en veren hoofdtooien.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode in Meso-Amerika van circa 300 tot 250 v. Chr. Verenwerk in Meso-Amerika had zijn oorsprong in deze periode als symbool van macht en rang en bestond onder andere uit verfijnde ceremoniële hoofdtooien die waren gemaakt van veren van de staart van quetzals. Beeldhouwwerken uit deze periode omvatten aardewerk en grafurnen, zoömorfe en antropomorfe graffiguren, gegroefde vazen met karakteristieke parallelle lijnen die zijn getekend op oranje slip, en schalen die zijn beschilderd met kronkelige vormen op randbanden aan de buitenkant. De architectuurstijl in deze periode nam paleisachtige vormen aan, met robuuste, platte of gewelfde dakbedekkingen, fijn afgewerkte trappen met strekse hellingen aan weerszijden, lijstwerk, tablero's en maskers. Piramide-achtige structuren in deze periode tonen complexe cirkel- en kegelvormige secties en secties met terrassen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de kunstperiode in Meso-Amerika van circa 600 n. Chr. tot 900 n. Chr. Beeldhouwkundige stijlen uit die periode varieerden al naar gelang de regio. In Tierra Blanca bevatten aardewerk en schalen van keramiek rituele taferelen in hoogreliëf die met een mal waren gemaakt. Figuren uit Nopiloa zijn meestal gemaakt met behulp van een mal, maar bedekt met een crèmekleurig engobe. In de meeste regio’s worden bij aardewerk en kleibeelden staande en zittende vrouwelijke figuren afgebeeld met sierlijke hoofdtooien, kralenkettingen en geknoopte slangenriemen. Het gaat onder andere om schalen met crèmekleurig engobe die gedetailleerd zijn beschilderd met realistische en imaginaire dierenfiguren en gekostumeerde figuren die zijn gerangschikt in paren of trio's. Edelsteenbewerking uit deze periode wordt gekenmerkt door drie vormen die zijn verbonden met een heilig balspel: yuog, palma en hacha. In de architectuur wordt deze stijl gekenmerkt door stèles en altaarconstructies met grote, zoömorfe frontale figuren in hoogreliëf, versierd met compacte kostuumontwerpen. Schilderstijlen uit deze periode beelden mensen af in een stedelijke context te midden van piramides, tronen, trappen en marktplaatsen en hebben rijke, symbolische kleuren. Tempels en gewelven uit deze periode zijn versierd met muurschilderingen waarop expressieve, historische, militaire en rituele afbeeldingen zijn weergegeven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Stijl en cultuur die kenmerkend zijn voor Veracruz, daterend van circa 600 tot circa 900 n. Chr.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode in Meso-Amerika van circa 1000 tot 300 v. Chr. die wordt gekenmerkt door ontluikende politiek-religieuze structuren en nuclei die zich uitstrekten tot de Zapotec-beschaving in de Vallei van Oaxaca in de Zuidelijke Hooglanden. Beeldhouwkundige stijlen uit die periode omvatten ceremoniële en monumentale steensculpturen zoals grote stenen hoofden, altaren, stèles en andere volledig ronde vormen en bas-reliëfvormen. Het naast elkaar plaatsen van de menselijke figuur en dierlijke kenmerken zoals jaguarmonden en neusgaten komt veelvuldig voor in beeldhouwkunst en schilderkunst. De stijlen van edelsteenbewerking in deze periode omvatten gevarieerde jaden beeldjes en andere, kleine, complexe objecten. Piramide-achtige architectuur toont complexere en gevarieerdere vormen zoals de piramidevormige gecanneleerde kegelstructuur.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor architectuur en ornamenten vanaf het einde van de 18e eeuw tot het begin van de 20e eeuw die vrij sterk is gebaseerd op oude klassieke vormen. Gebruik 'neoclassicistisch' voor andere laat 18e en 19e-eeuwse architectuur en kunst die de beginselen van het classicisme volgt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Omvat de periode in Meso-Amerika van circa 900 tot 1521 n. Chr., die gekenmerkt wordt door de politieke eenwording van Meso-Amerika, dankzij de opkomst van de Toltekenstaat en het latere Aztekenrijk, en door het verval van de grote Mayastaten uit de vroege postklassieke periode. De periode wordt onderverdeeld in twee subperioden: vroeg postklassiek en laat postklassiek.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst in algemene zin naar de periode in Meso-Amerika van circa 2000 tot 250 v. Chr., die wordt gekenmerkt door belangrijke ontwikkelingen in de iconografie en architectuur door tal van gemeenschappen met een eigen karakter. Vaak verwijst de term in specifieke zin naar de vroege prehistorische Meso-Amerikaanse Olmeekse cultuur, met monumentale en verfijnde kunstwerken uitgevoerd in steen, of in de vorm van sieraden of verenkunst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar het begin van de oud-Griekse klassieke periode en stijl, van circa 480 tot circa 450 v. Chr. De beeldhouwkunst in deze tijd onderscheidt zich van de eerdere archaïsche stijl doordat de menselijke vorm wordt geportretteerd met een toenemend naturalisme, met inbegrip van meer subtiliteit in gezichtsuitdrukkingen en contrapost in staande figuren. De vaasschilderkunst vertoont regionale verschillen, maar in het algemeen is ook hier sprake van een toegenomen beheersing van de menselijke vorm en van draperie. In de architectuur wordt de esthetiek van de late 6de en de vroege 5de eeuw voortgezet en verfijnd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de Meso-Amerikaanse periode van circa 900 tot 1200 n. Chr. die vooral werd gekenmerkt door de herinvoering van de rondsculptuur (met grote afgodsbeelden en decoratieve motieven, zoals de zonneschijf met driehoekige stralen) als dominante vorm, en door de afname van het gebruik van ingesneden inscripties. Het aardewerk uit deze periode bestaat voornamelijk uit komforen, wierookvaten met lange stelen, tabakspijpen, Coyotlatelco-aardewerk met gestileerde rode dessins op een crèmekleurige achtergrond en Mazapán-aardewerk met parallelle rechte of golvende rode lijnen. Kenmerkend voor het aardewerk is ook het paarsgrijze glazuur dat bekend staat als Plumbate. De keramische beeldjes uit deze periode werden gemaakt met mallen en werden na het bakken beschilderd. Deze beeldjes stellen vrouwelijke figuren, mannelijke strijders en godheden voor.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst in algemene zin naar de periode van circa 2000 tot 1000 v. Chr. in de oude culturen van de Olmeken en Maya's in Meso-Amerika. Wat betreft aardewerk en keramiek wordt de periode gekenmerkt door vaatwerk van gemalen steen, uiteenlopend van ruw uitgevoerde mano's en metates (wrijf- en maalstenen) tot verfijnd uitgevoerde kommen met vlakke bodem, kleine spiegeltjes van pyriet en ilmeniet, en kleine ingeboorde blokken. Bewerkte edelstenen zijn aangetroffen in de vorm van kralen, hangers, oorsieraden, objecten in de vorm van een mosselschelp, petaloïde vuistbijlen en vuistbijlvormige tabletten. Voor sieraden gebruikte men voornamelijk zuiver blauwachtig of doorschijnend jadeïet, met een zweem van donker smaragdgroen. In de architectuur wordt de periode in verband gebracht met eenvoudige hutten die voor bewoning, gemeenschapsgebruik of religieuze doeleinden waren bestemd; er beginnen zich evenwel al eenvoudige piramidevormige structuren te ontwikkelen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de kunstperiode in Meso-Amerika van ongeveer 250 v. Chr. tot 600 n. Chr. die bij keramiek wordt gekenmerkt door figuren in hoogreliëf ter versiering van cilindrische potten en het gebruik van chapopote (zwart asfalt) voor het beschilderen van de gezichten en lichamen van geelbruine of bruine figuren van klei. Edelsteenbewerking uit deze periode werd gekenmerkt doordat men steeds minder vuistbijlen gebruikte en steeds meer verfijnde beeldjes maakte met ingelegde ogen en tanden. Het gebruik van hardsteen overheerst, terwijl voor grotere beeldsnijwerken vaak gebruik wordt gemaakt van tecali. Tot de decoratieve werken uit deze periode behoren grote oorsieraden en kralenkettingen. In de beeldhouwkunst wordt deze periode gekenmerkt door complexe altaarconstructies, beeldgesneden stèles die een staande heerser afbeelden en die zijn versierd met inscripties en datumaanduidingen volgens de Lange Telling, beeldgesneden dakkammen van stucwerk, beeldgesneden houten lateien en versierde schrijnen op de toppen van piramides. Schilderstijlen uit deze periode worden gekenmerkt door muurschilderingen met rode en zwarte lijnen op wit stucwerk en hiërogliefen die zijn omkaderd door figuren of symbolen van godheden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beschrijft gebouwen, in het bijzonder klassieke Griekse en Romeinse tempels en gebouwen met een gelijksoortige structuur, met een of meer rijen van acht zuilen aan een of beide zijden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl die wordt vereenzelvigd met de in Schotland geboren architect Robert Adam (1728-1792), en die gangbaar was in Groot-Brittannië van 1760 tot 1790. Deze stijl, geïnspireerd door de archeologische opgravingen in Herculaneum en Pompeii, kenmerkt zich door strenge maar verfijnde klassieke vormen, symmetrie, detaillering en geometrische precisie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor een breed scala van kapiteelsoorten uit de Mediterrane wereld van voor de klassieke periode, die over het algemeen worden gekenmerkt door paarsgewijze, verticale, stijgende voluten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

In Romeinse en latere de klassieke stijl imiterende architectuur, de delen van een pijler die steunpunten van een boog vormen, en die een centraal ingewerkte zuil of pilaster flankeren die een architraaf draagt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beschrijft gebouwen, in het bijzonder klassieke Griekse en Romeinse tempels en gebouwen met een soortgelijke structuur, met zuilen aan de voor- en achterkant, maar zonder zuilen aan de zijkanten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Klassieke Griekse en Romeinse opslagvaten in velerlei verschijningsvorm, met meestal een ovale romp met nauwe hals, en met twee of meer handvatten die vanaf de opening of de hals naar de schouders op de romp lopen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode en stijl die wordt geassocieerd met de verovering van het grootste deel van de Britse eilanden door Germaanse Saksen en Angelen uit Sleeswijk en het Oostzeegebied, vanaf de opeenvolgende invasies in de 5de en 6de eeuw n. Chr. tot na hun bekering tot het christendom. De stijl kenmerkt zich door de vermenging van de cultuur van de immigranten met de bestaande Keltische tradities en is later nog vermengd met klassieke invloeden van het Europese vasteland. De elementen die zijn afgeleid van het traditionele metaalwerk van de Angelen en de Saksen en vaak ook werden toegepast op andere middelen, zijn onder meer symmetrische, dooreengevlochten, abstracte patronen, gestileerde verstrengelde dieren, invatting van granaten, juwelen en filigraan. Deze worden gecombineerd met Keltische schaakbordpatronen van millefiore email en andere motieven zoals die zijn ontwikkeld in Keltische kloosters.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van architectuur en schilderkunst die is ontwikkeld in India tijdens de Britse koloniale overheersing. In de architectuur wordt deze stijl gekenmerkt door een mengeling van lokale elementen zoals polychrome koepeldaken, bolvormige koepels en overwelfde lanen, met klassieke en gotische stijlen. In de schilderkunst wordt deze stijl gekenmerkt door de weergave van beelden tegen een witte achtergrond en zeer veel aandacht voor details.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor ornamenten aan de rand of het boeisel van een dak, in de klassieke en daarvan afgeleide architectuur, die het open eind van een rij dektegels afsluiten of verbergen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor het onderste deel van een klassiek entablement en voor objecten met gelijksoortige kenmerken wanneer deze zich rond deuren of andere openingen bevinden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor zowel gebouwen met centrale podia, ringen of andere ruimten voor sporten en andere evenementen, als voor de centrale open ruimten in klassieke amfitheaters.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de cultuur van Armenië in een gebied dat ongeveer overeenkomt met het huidige Armenië en het midden en oosten van Turkije, in het bijzonder van de 4de tot de 7de eeuw tijdens de zogenoemde klassieke periode in de Armeense kunst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zeldzame roodfigurige vaten in de vorm van botten. De klassieke naam van het vat is onbekend. De Grieken en Romeinen gebruikten het sprongbeen van schapen, de astralagos, als speelstukken en er is geopperd dat het vat oorspronkelijk kan zijn gebruikt als houder voor die stukken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en cultuur van de regio Asturië in het noorden van Spanje (het huidige Oviedo), in het bijzonder naar de culturen van de mesolithische periode en het middeleeuwse koninkrijk. De mesolithische Asturische cultuur volgde op de Aziliencultuur en ging vooraf aan de neolithische culturen in de regio. De middeleeuwse cultuur bloeide in het 8ste- en 9de-eeuwse koninkrijk Asturië en kenmerkt zich door het behoud en de ontwikkeling van klassieke Romeinse vormen en bouwkundige technieken, daarmee twee eeuwen vooruitlopend op de romaanse stijl in Europa. Deze stijl verschilt van de gelijktijdige Karolingische stijl door zijn typische bouwkundige iconografie, vaak met muren van ‘petit appareil’, verhoogde bakstenen bogen, gehouwen hoekstenen en houten daken met kleine tongewelven over de apsissen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en cultuur van de regio Asturië in het noorden van Spanje (het huidige Oviedo), met name de culturen van het middeleeuwse koninkrijk Asturië uit de 8e en 9e eeuw. De stijl wordt gekenmerkt door het behoud en de ontwikkeling van de klassieke Romeinse vormen en architectonische technieken, vooruitlopend op de romaanse stijl in Europa die twee eeuwen later opkwam. Deze stijl verschilt van de gelijktijdige Karolingische stijl door de onderscheidende architectonische iconografie, vaak met muren van 'petit appareil', verhoogde bakstenen bogen, natuurlijke hoekstenen en houten daken met kleine tongewelven boven de apsis.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Sierlijke, multifunctionele statieven, met name de statieven in de stijl van antieke bronzen voorwerpen uit Herculaneum. Algemeen voorkomend in neoklassiek Frans meubilair.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode en kunststijl tijdens de regering van Augustus Caesar van 27 v. Chr. tot 14 n. Chr. Het doel van deze kunst is de verheerlijking van de prestaties van de keizer. De stijl kenmerkt zich door de nadruk op propaganda en grandeur, die tot uiting komt in herdenkingsmonumenten en beelden uitgevoerd op een eclectische, elegante wijze en beïnvloed door de klassieke Griekse kunst. In deze periode ontwikkelde zich ook de ‘derde stijl’ in de muurschilderkunst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en periode die samenvielen met de heerschappij van Bajezid II, 'de vrome', van 1481 tot 1512. Bajezid zag toe op de bouw van twee complexen aan de rivieroever, het Amasya-complex, dat werd voltooid in 1486, en het Edrine-complex, dat waarschijnlijk door Hayreddin werd gebouwd in 1488. Het laatstgenoemde complex, met zijn contrasterende goudkleurige en rood zandstenen ornamenten en het donkergrijze loden dak, is een van de beste voorbeelden van de Osmaanse klassieke architectuur in het begin van haar ontwikkeling. Onder Bajezid begon de Osmaanse verhalende schilderstijl ook gestalte te krijgen. Bajezid bracht Syh Hamdullah van Amasya naar Istanboel, waar de traditie van deze grote Osmaanse kalligraaf werd voortgezet tot ver in de 18de eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Specifiek te gebruiken voor vrouwen die aan klassiek ballet doen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor lijstwerk dat zich aan de boven- of onderkant van zuilschachten bevindt, vooral van klassiek ontwerp. Voor gevormde banden op schachten in de Gotische architectuur die zich niet aan de uiteinden bevinden wordt 'schachtringen' gebruikt. Voor hoekige banden rond het basement van de Dorische echinus wordt 'anuli' gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote dwarsfluiten voor het spelen van Hindoestaanse of Noord-Indiase klassieke muziek.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een donkerbeige travertijn; barco is donkerder van kleur dan klassiek Romeins travertijn.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van architectuur en stedenbouw zoals oorspronkelijk onderwezen aan de École des Beaux-Arts in Parijs en aan scholen in de Verenigde Staten in de 19de en 20ste eeuw. De stijl kenmerkt zich door nadruk op de harmonieuze compositie van elementen die een klassiek geheel vormen, een herleving van de Barok en neoklassieke stijlen, en geometrische stadsplannen met brede, voorname straten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor kleine waterslaglijsten die in de Klassieke architectuur onder de (druip)lijst en boven het fries zijn gesitueerd en voor afgeleiden hiervan, en voor lijstwerk dat onder een overhangend, horizontaal oppervlak is te vinden, zoals onder dakranden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een bepaalde combinatie van zuilenorde en hoofdgestel uit de klassieke architectuur, met bepaalde standaardonderdelen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Motieven die de kop of de schedel van een os voorstellen, vaak omkransd, gebruikelijk in friezen van klassieke stijl.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken om keramiek te beschrijven dat afkomstig is uit de gelijknamige stad die dateert uit de Middeleeuwen. Vanaf 1800 bestond het werk uit stenen kruiken en tafelgerei met een glimmende bruine sliplaag en reliëf, vaak aangebracht met witte klei. In 1829 werd een veldspaathoudende glazuurlaag geïntroduceerd die het werk het uiterlijk van porselein gaf. De stijlen liepen uiteen van klassiek tot neogotisch. Dieren-, bloemen- en heraldiekmotieven bleven voorkomen tot in de 19de eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een belangrijke school of sekte binnen het religieuze taoïsme, in 1163 gesticht door Wang Chuan-yang (1112-1170) nadat hij een kluizenaar had ontmoet die zei een incarnatie van twee van de onsterfelijken te zijn en van wie hij geheim onderricht ontving. Chuan-yang baseerde zich op klassieke taoïstische bronnen en op bronnen buiten de taoïstische traditie, in het bijzonder uit het zenboeddhisme. Elke volgeling van deze school heeft als doel het bereiken van de tao-ervaring door inzicht in zijn eigen geest en aard in relatie tot de tao. De beweging had de voorkeur van de Mongolen, en de tweede patriarch, Chiu Chang-chun, werd uitgenodigd om naar Midden-Azië te komen en te preken voor Dzjengis Khan. De school was immens populair en de gemeenschappen van celibataire monniken bleven actief tot in de 20ste eeuw met het befaamde Klooster van de Witte Wolken in Peking als hoofdkwartier. Dit klooster behoort tot de school van Lung-men (Drakenpoort), een van de belangrijkste van verscheidene bewegingen die zijn voorgekomen uit Chuan-chen tao.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Deskundigen op het gebied van de klassieke oudheid of aanhangers van het classicisme op het gebied van kunst of literatuur.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Omvat alle uitingen van kunst en architectuur uit de late 18e en de 19e eeuw waarin de klassieke principes terugkeren. Gebruik 'neoklassiek' voor architectuur en ornamenten van de late 18e tot vroege 20e eeuw die betrekkelijk nauw zijn gebaseerd op oude klassieke vormen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de bouwkundestijl die wordt geassocieerd met de vijfde van de vijf traditionele klassieke bouwordes in de architectuur waartoe ook de Dorische, Ionische, Corinthische en Toscaanse stijl behoren. Deze stijl kenmerkt zich door het samengaan van Ionische en Corinthische stijlelementen, in het bijzonder in het kapiteel waar de Ionische voluut en de Corinthische acanthusbladeren gecombineerd worden om een meer overdadig geheel te creëren. De schacht van de zuil kan gecanneleerd of vlak zijn. De stijl stamt waarschijnlijk uit de Augustijnse periode, kwam tot volle wasdom in het Romeinse Colosseum (circa 80 n. Chr.) en is toegepast tot na de Renaissance. De term is te onderscheiden van de term 'composiete orde', aangezien een bouworde slechts kan verwijzen naar het specifieke samenstel van onderdelen dat moet voldoen aan eenduidige, vastgelegde regels en verhoudingen, afhankelijk van de functie van elk onderdeel in het geheel.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode en stijl in de kunst, vooral de beeldhouwkunst en architectuur, die samenviel met de regeerperiode van Constantijn de Grote van 311 tot 337 n. Chr. In de beeldhouwkunst kenmerkt de stijl zich door het loslaten van het klassieke Griekse illusionisme en naturalisme, met een grotere nadruk op symboliek, expressionisme en heldere vertellingen om de leer van het Christendom over te brengen. In de architectuur kenmerkt de stijl zich door de toevoeging van een transept en apsis aan Romeinse basilieken, waardoor de typische kruisvorm van de vroeg-christelijke kerken ontstond.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Overhangende verticale delen van een kroonlijst in de klassieke architectuur, die worden ondersteund door steunlijsten en worden afgedekt met kymatia, meestal met een druiplijst om regenwater van het gebouw af te laten vallen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Japans woord met de betekenis 'veldvermaak', verwijzend naar de rituele dans- en muziekvormen van de agrarische volksreligie van middeleeuws Japan (ca. 11de-17de eeuw). Dengaku werd uitgevoerd in de rijstvelden, rond de jaarwisseling of tijdens het plantseizoen, in de vroege zomer. De dans en muziek dienden om kami (Shinto-goden) te vermaken en gunstig te stemmen voor een overvloedige oogst, en om de verveling van de landarbeiders te verdrijven. Gedurende de 14de eeuw werden bepaalde vormen van dengaku in de stad geïntroduceerd en aan het hof opgevoerd; door deze vorm van verbreiding liet de dengaku ook zijn invloed gelden op bepaalde klassieke uitvoerende kunsten, zoals het Nō-drama.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van circa 2650 tot 2575 v. Chr.in Egypte. Onder de kunstwerken van die tijd bevinden zich beelden, reliëfs en muurschilderingen.Een toonbeeld van de architectuur uit deze periode is de trappiramide van koning Djoser in Saqqara. De periode kan worden beschouwd als een link tussen de vormingsperiode van de eerste twee dynastieën en de klassieke periode van het Oude Koninkrijk, beginnend ten tijde van de Vierde Dynastie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Klassieke Griekse opslagvaten voor wijn, water of olie, vergelijkbaar met een amfora, maar met een puntige bodem en gekenmerkt door een handvat aan weerskanten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beschrijft gebouwen, in het bijzonder klassieke Griekse en Romeinse tempels en gebouwen met een soortgelijke structuur, met twee zuilen aan de voorkant tussen hoekpijlers, waarbij de pijlers worden gevormd door verlenging en verbreding van de zijmuren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Iraanse bekertrommen die vaak uit één blok hout zijn gesneden en zijn versierd met een ontwerp in inlegwerk, en die de voornaamste percussie-instrumenten vormen in klassieke Iraanse muziek.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Constructies met een aantal onderling verbonden gangen die een zeer complex patroon vormen, waardoor het moeilijk is om de uitgang te vinden. Ze gaan terug op de klassieke oudheid. De term is mogelijk afgeleid van ���labrys', Grieks voor ���dubbele bijl' of ���plaats van dubbele bijlen', omdat labyrinten werden aangegeven met een teken in de vorm van een dubbele bijl. Men gaat ervan uit dat de term voor het eerst werd gebruikt voor het mythische labyrint van Knossos op Kreta, waar Theseus de Minotaurus doodde.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de bouwkundestijl die wordt geassocieerd met de eerste van de drie Griekse architectuurordes en de latere vijf traditionele klassieke bouwordes in de architectuur die, met de Ionische, Corinthische, Toscaanse en composiete stijl werd toegepast door de Romeinen en tot in de Renaissance en daarna. De stijl heeft wellicht zijn oorsprong in houtconstructies uit de Bronstijd, terwijl stenen versies van de stijl zich ontwikkelden op het vasteland van Griekenland, waarschijnlijk in het Dorische Corinthe en andere steden zoals Athene, in de 8ste en 7de eeuw v. Chr. In de antieke Griekse architectuur wordt de stijl gekenmerkt door een simpele vorm en een imposante schaal, een sobere abacus en echinus, zuilen zonder basement of sokkel met schachten met twintig ondiepe cannelures, en een entablement met drie onderdelen, een onversierde architraaf, een fries van afwisselend triglieven en metopen, en een krachtig uitstekende kroonlijst. De Romeinse en latere aanpassingen vertonen vaak afwijkingen van de strenge Griekse regels en kunnen enige versiering en een basement voor de zuilen bevatten. De term is te onderscheiden van de term 'Dorische orde', aangezien een bouworde slechts kan verwijzen naar het specifieke samenstel van onderdelen dat moet voldoen aan eenduidige, vastgelegde regels en verhoudingen, afhankelijk van de functie van elk onderdeel in het geheel.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de eerste van de vier perioden waarin Paul Jacobsthal in 1944 de La Tène-stijl heeft onderverdeeld. Zij beleefde haar bloei van de 5de tot het begin van de 4de eeuw v. Chr. en wordt gekenmerkt door oriëntaalse en klassieke invloeden. De juistheid van de La Tène-indeling van Jacobsthal is door latere geleerden in twijfel getrokken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Cultuur en stijl van de Elymianen, oude bewoners van het uiterste westen van Sicilië die volgens klassieke schrijvers van Trojaanse komaf waren. Hun voornaamste centra waren bij Segesta en bij Eryx (Erice). Ze zijn in de Vroege IJzertijd (ca. 1000 tot ca. 500 v.Chr.) archeologisch gezien niet te onderscheiden van hun buren, de Sicani. Ze werden sterk beïnvloed door de stijl van Griekse kolonisten van Sicilië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een gereedschapscultuur ten zuiden van de Sahara, die dateert uit het vroege Pleistoceen, circa 100.000 tot 75.000 jaar geleden, en die is genoemd naar de archeologische vindplaats bij Fauresmith in de Zuid-Afrikaanse provincie Vrijstaat. De cultuur bestond grotendeels gelijktijdig met de Sangoaanse nijverheid die werd ontwikkeld door bosbewoners, maar wijkt ervan af doordat de Fauresmith-cultuur voorkwam in open steppegebieden. De Fauresmith-cultuur wordt gekenmerkt door talloze afgeschilferde werktuigen, zoals projectielpunten volgens de klassieke Levalloisien-techniek, kleine handbijlen en hakbijlen. De stijl wordt geassocieerd met de man van Saldanha, van wie wordt aangenomen dat hij een Homo sapiens rhodesiensis is.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl in de laat-19de-eeuwse architectuur waarin de Queen Anne-stijl en lokale stijlen vrijelijk werden vermengd met klassieke en gotische elementen, waardoor vaak minder starre maar asymmetrische en complexe bouwplannen ontstonden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De middelste, horizontale delen van een klassiek entablement, die zich boven de architraaf en onder de kroonlijst bevinden. Voor horizontale versierde banden in het algemeen, die te vinden zijn op architectuur en meubels, wordt 'friezen (ornamentele banden)' gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor uitgestrekte horizontale banden als decoratie van architectuur, meubilair of andere objecten die figuren, scenes of ornamentele motieven bevatten. Gebruik 'friezen (entablementonderdelen)' voor de specifieke gedeelten van klassieke entablementen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bekroning van een gevel, venster of ingang naar klassieke trant door een driehoekig segmentvormig lichaam. VWB. Tevens driehoekige of ruwweg driehoekige onderdelen, die soms ook gebogen of in het midden onderbroken kunnen zijn, en die portieken of openingen overdekken. Eveneens algemeen bij meubels, waaronder als bonnet tops.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl in architectuur, binnenhuisarchitectuur en kunstnijverheid in Groot-Brittannië en Ierland, en later ook in de Verenigde Staten, tijdens de regeringen van George I tot en met George IV, van 1714 tot 1830. Sommige auteurs laten de regering van George IV buiten beschouwing en verwijzen naar de periode van circa 1790 tot 1830 als de Regency-stijl. Hoewel klassieke vormen en motieven domineren, omvat de stijl ook renaissance- en rococovormen, naast uiteenlopende neoklassieke stijlen als het neopompejisme en de etruskische stijl.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van Franse wandtapijten, keramiek, pietra dura en andere kunstnijverheid welke in de kunstwerkplaatsen van de Gobelins werden vervaardigd. De stijl wordt met name geassocieerd met werken die vanaf het einde van de 17de eeuw tot het einde van de 18de eeuw zijn geproduceerd. Kenmerkend voor de wandtapijten in deze stijl zijn de klassieke, fijn gedetailleerde barok- en rococo-ontwerpen, bedoeld als imitatie van olieverfschilderijen. Op het gebied van de keramiek en andere kunstvormen wordt de Gobelins-stijl gekenmerkt door een voorkeur voor rijke materialen en een grote mate van detaillering, overeenkomstig de heersende smaak bij het Franse hof.

Toegevoegd op: 16-8-2017

18e-eeuwse kunstnijverheidsstijl, geïnspireerd op de klassieke Griekse kunst, maar toch ver van de historische Griekse stijlen verwijderd. Gebruik 'Greek Revival' voor meer historiserende, op de Griekse kunst geïnspireerde architectuur, beeldende kunst en kunstnijverheid.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de cultuur van de Gupta-periode in Noord-Centraal-India vanaf de vroege 4de eeuw tot de late 5de eeuw, een periode die wordt beschouwd als de 'klassieke' periode van Indiase kunst. Tijdens de Gupta-periode was er sprake van een grote activiteit op het gebied van wetenschap, visuele kunsten, muziek en literatuur, en de periode had haar hoogtepunt tijdens de heerschappij van Chandra Gupta II (375-415 n. Chr.). Sommige van India's oudste bewaard gebleven schilderingen werden in deze periode gemaakt in de boeddhistische grotten van Ajanta in de Deccan; de schilderingen worden gekenmerkt door levendige kalligrafische lijnen en levensechte contemporaine details. De beroemde bouwkundige Gupta-stijl ontwikkelde zich mogelijk uit de Kushana-stijl; tegen het eind van de 4de eeuw had zich een duidelijke boeddha-icoon ontwikkeld, die werd gekenmerkt door monumentale eenvoud en een verfijnd realisme. De spanning van vroegere Mathuran-beeldhouwkunst is vervangen door een kalme en rustige atmosfeer die een spirituele andere wereldlijkheid aanduidt die een kenmerk is van de boeddhistische Gupta-stijl. Onder de vele beeldhouwkundige vondsten bij Sarnath is een groep sculpturen die bekend staat als de 'natte boeddha's' met nauwsluitende kleding en vliesachtige vingers als typische Gupta-kenmerken. Gedurende deze periode trad de hindoekunst op de voorgrond; het vroegste en opvallendste voorbeeld van Gupta-hindoekunst is de in rotssteen uitgehouwen schrijn van Udayagiri uit 401. De beeldhouwer van de reliëfs van de verwoeste Dashavatara-tempel bij Deogarh kopieerde de boeddhistische stijl van Sarnath en paste deze toe op een hindoemotief, met opmerkelijk resultaat. Er is echter heel weinig Gupta-kunst overgebleven, aangezien een groot deel van deze kunst, zowel boeddhistische als hindoeïstische kunst, werd vernietigd tijdens de invasies van de Hunnen en de komst van de islam.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode en stijl in de kunst, voornamelijk beeldhouwkunst en architectuur, tijdens de regeerperiode van Hadrianus van 117 tot 138 n.Chr. In de beeldhouwkunst wordt de stijl gekenmerkt door de invloed van de klassiek Griekse kunst, in de architectuur door een monumentaal gevoel voor massa, grote binnenruimtes en grootschalig gebruik van gestort beton.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Entablementen, breed horizontaal lijstwerk, naar klassiek voorschrift bestaande uit 'architraven', 'friezen' en 'kroonlijsten'. VWB.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar het hoogtepunt van de hellenistische periode, van circa 220 tot circa 150 v. Chr., ingeluid door de Romeinse overwinning na Macedonische en Syrische pogingen een hegemonie te vestigen, en de verschuiving van macht en rijkdom van de oostelijke koninkrijken naar Rome. De periode wordt gekenmerkt door belangrijke programma’s in beeldhouwkunst en architectuur die meestal nostalgische verwijzingen bevatten naar de glorie en rijkdom van de klassieke periode. In kunst en architectuur wordt de periode gekenmerkt door neoklassieke stijlen en compositiepatronen die zijn aangevuld met actieve houdingen en nieuwe, emotionerende retoriek, zoals weergegeven in grote en invloedrijke werken als het altaar van Zeus bij Pergamon en de kunst aan het Ptolemeïsche hof in Alexandrië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De hiërarchie Houders bevat descriptoren voor artefacten die zijn bedoeld als houder voor stoffen of objecten. Hieronder vallen descriptoren voor houders bedoeld voor gebruik in de keuken, voor de tuinbouw, voor persoonlijke verzorging, hygiëne en soortgelijke persoonlijke behoeften, evenals descriptoren voor houders die worden geassocieerd met liturgische handelingen, begrafenissen en andere ceremoniële activiteiten. Een descriptor voor een houder wordt opgenomen met betrekking tot het vroegste historische gebruik van het object, of daar waar de descriptor de breedste betekenis heeft. Oude vaasvormen zijn evenwel ondergebracht op basis van hun klassieke functie of context, hoewel de descriptor in sommige gevallen ook op pre- of postklassiek vaatwerk kan worden toegepast. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor apparaten die worden gebruikt voor metingen in descriptoren van standaardeenheden of vaste eenheden (bijvoorbeeld 'maatlepels') zijn opgenomen in de hiërarchie Meetinstrumenten. Grote en kleine keukenbenodigdheden en andere keukenapparatuur (bijvoorbeeld 'ijskasten', 'koffiezetapparaten') verschijnen in de hiërarchie Gereedschap en Uitrusting. Descriptoren voor artefacten die in sommige gevallen als houder kunnen worden beschouwd (bijvoorbeeld 'ladekasten') maar die binnen het kader van andere hiërarchieën vallen, bijvoorbeeld Interieurinrichting of Gereedschap en Uitrusting, zijn hier buiten beschouwing gelaten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een filosofie die de essentiële waardigheid en waarde van de mensheid verdedigt en het vermogen door de rede tot zelfontplooiing te komen; ook de beweging in de renaissance die door de vernieuwing in de klassieke letteren wordt gekenmerkt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar schilderingen en andere decoraties die zijn toegepast op boeken, rollen, of andere soorten documenten met als doel de tekst te illustreren of te versieren. Dit manifesteert zich in een van de volgende drie vormen: miniaturen, dit zijn kleine afbeeldingen die vaak apart staan van de tekst en omvatten een op zichzelf staand onderwerp; versierde beginletters, die zelf mogelijk een kleine scène bevatten; en in gedecoreerde randen, die ook mogelijk taferelen bevatten. Verluchtigingen zijn in het algemeen gemaakt met verf, inkt, en edele metalen op perkament, papier of zijde. Onder de oudste bewaard gebleven verluchte stukken bevinden zich de papyrus rollen van het oude Egyptische Dodenboek. Andere vroege voorbeelden zijn bewaard gebleven uit het klassieke Griekenland en Rome, alsook in de Azteekse picturale kaarten en in de handschriften van de Maya en de Chinezen. De kunstvorm kwam tot bloei in Bijbelse teksten en andere heilige boeken uit het middeleeuwse Europa, alwaar men meestal eitempera op perkament gebruikte. Ook werden verluchtingen toegepast in 19e eeuwse Indiase en islamitische miniaturen. Voor afbeeldingen die geen geschilderde miniaturen zijn,of die machinaal gedrukt zijn in boeken of reclame, gebruik dan "illustraties."

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl die wordt toegeschreven aan de tweede van de drie Griekse architectuurordes en die later samen met de Dorische, Corinthische, Toscaanse en Composite stijl de vijf traditionele klassieke architectuurordes vormde die door de Romeinen, in de Renaissance en ook daarna nog werden gebruikt. De stijl kwam tot ontwikkeling op de oostelijke Egeïsche eilanden van Griekenland en op de kust van Klein-Azië, waarschijnlijk onder invloed van de joodse en Fenicische architectuur waarin gebruik werd gemaakt van zogenaamde lily capitals. Stenen versies uit de 6de eeuw v. Chr. werden gevonden in Griekenland, maar mogelijk waren er eerder al houten voorbeelden. Het kenmerkt zich in de oude Griekse architectuur door een vorm die fijner is dan Dorisch, een kapiteel dat is opgebouwd uit twee zijkrullen, een pilaar die dikwijls een Attische voet heeft en een schacht met dikwijls 24 halfronde groeven met stroken ertussen. Het entablement is afwisselender dan bij Dorisch het geval is, zoals een architraaf met overlappende lijnen, decoratieve mallen aan de bovenzijde en een doorlopende, gebeeldhouwde fries en/of rij kalfstanden onder de deklijst. In de Romeinse en de latere architectuur werd de stijl vaak aangepast, en is voornamelijk herkenbaar aan de krullen van de kapiteel. De stijl onderscheidt zich van de Ionische orde omdat een architectonische orde strikt verwijst naar een specifieke assemblagemethode die is gebaseerd op uniforme, vastgelegde regels en verhoudingen, bepaald door de rol die elk onderdeel moet vervullen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Klassieke Griekse vaten met een wijde opening en licht uitlopende zijkanten, en met soms een tuit aan één kant in de buurt van de bodem.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Algemeen te gebruiken voor alle rietinstrumenten met een enkel riet en doorgaans een cilindrische boring. Specifiek te gebruiken voor die rietinstrumenten met een enkel riet die als solo- en orkestinstrumenten worden gebruikt in westerse klassieke, jazz-, volks- en fanfaremuziek.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Klassieke Griekse stoelen met een diepe bovenrand die vanuit de rugleuning in een gebogen lijn naar voren gaat, en sabelpoten. Ze zijn meestal onversierd en werden veel geïmiteerd tijdens diverse klassieke oplevingen, met name in de 19e eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt in de bouwkunde gebruikt om te verwijzen naar cilindrische of enigszins taps toelopende, rechtopstaande metselwerken, die meestal een dragende functie hebben of lijken te hebben. Ze bestaan uit drie onderdelen: voetstuk, kapiteel en schacht. De term kan ook verwijzen naar alle rechtopstaande delen in een stalen of betonnen raamwerk. Ook komen zuilen soms ook voor als vrijstaand monument, bijvoorbeeld de Zuil van Trajanus in Rome of de Zuil van Nelson in Londen. Zuilen kunnen voorts als decoratief element in meubilair worden toegepast. Zie 'pijlers (dragende elementen)' voor vierkante of rechthoekige delen, in metselwerk of klassiek bewerkt, en voor de massieve rechtopstaande delen uit de middeleeuwse architectuur. Zie 'palen' voor vierkante, rechtopstaande stutten van hout.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de derde van de drie Griekse bouwordes en van de latere vijf traditionele klassieke bouwstijlen die samen met de Dorische, Ionische, Toscaanse en composiete bouwstijl werd gebruikt vanaf de Romeinen tot na de Renaissance. De stijl lijkt beïnvloed door de Egyptische architectuur maar is waarschijnlijk ontstaan in Griekenland in de binnenhuisarchitectuur en vanaf de 3de eeuw v. Chr. toegepast in de buitenarchitectuur. In de Griekse architectuur kenmerkt deze bouwstijl zich door een lichtere, meer sierlijke vorm dan de Dorische of Ionische stijl, een klokvormig kapiteel met acanthusversiering ter ondersteuning van elegante voluten, en een meestal gecanneleerde zuil op een voetstuk. Deze stijl is de meest voorkomende Griekse stijl in de Romeinse bouwkunst en is daarin en in latere stijlen vaak gewijzigd. De term is te onderscheiden van de term 'Corinthische orde', aangezien een bouworde slechts kan verwijzen naar het specifieke samenstel van onderdelen dat moet voldoen aan eenduidige, vastgelegde regels en verhoudingen, afhankelijk van de functie van elk onderdeel in het geheel.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar het werk van een school van schilders die ontstond in de 9de eeuw en heeft bestaan tot in de 15de eeuw. Dit is een van de vroegste en langst bestaande scholen en deze schilders hebben dan ook een centrale rol gespeeld in het transformeren van de stijl die tijdens de 7de en 8ste eeuw uit China was geïmporteerd, in de klassieke stijl van de Hein-periode die bekend is onder de naam 'Yamato-e'. De school was opgericht door Kose No Kanaoka en de stijl ontwikkelde zich van typisch Chinese onderwerpen, zoals Confucius, naar meer wereldlijke Japanse afbeeldingen, zoals dieren en landschappen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Elk van de verschillende grote, klassieke Griekse vaten met een wijde opening en aan weerszijden een meestal horizontaal handvat, die meestal werden gebruikt voor het mengen van wijn en water.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Dierenriemsymbool van een kreeft, ruwweg gebaseerd op het sterrenbeeld met dezelfde naam. De dierenriemtekens zijn bewaard gebleven via klassieke Griekse en Romeinse decoratie, waren populair in Noord-Europese Romaanse en Gotische kerken en werden vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken. Ze symboliseren elke maand waarin de zon het betreffende sterrenbeeld binnengaat. Deze tekens zijn ook gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De uitstekende, bovenste delen van klassieke entablementen. Wordt ook gebruikt voor gelijksoortige onderdelen die een muur bekronen, ongeacht de stijl.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grassoort die inheems is in Europa, maar tegenwoordig ook daarbuiten voorkomt en vaak een invasief onkruid is geworden. De plant verspreidt zich via de lange witte wortelstokken. De bladeren worden gegeten door grazende zoogdieren en rupsen. De zaadjes worden gegeten door vinken, gorsen en andere graslandvogels. Al sinds de klassieke oudheid gebruikt men de plant in de kruidengeneeskunde. Het volksgeloof wil dat zieke honden de wortels opgraven en opeten. De plant heeft antiseptische eigenschappen. Middeleeuwse kruidendokters gebruikten de plant voor de behandeling van patiënten die vocht vasthielden of met aandoeningen van het urinekanaal. Men gebruikte de gedroogde wortelstokken van de plant soms als wierook.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Het afdekkende lijstwerk van een klassieke kroonlijst, vooral wanneer dit de vorm heeft van een cyma, hoewel het ook een beuling- of holle kwartcirkellijst kan zijn.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de latere fase van de Etruskische cultuur en stijl, vooral vanaf het moment dat de Romeinse invloeden duidelijk zichtbaar werden, te beginnen in de klassieke fase van circa 400 v. Chr. tot aan de Hellenistische fase van circa 300 tot circa 50 v. Chr.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar het einde van de Hellenistische periode en stijl, van circa 150 tot circa 31 v. Chr. Deze kenmerkt zich door een snel verval van de Hellenistische wereld en het uiteenvallen van de gevestigde artistieke scholen. De periode staat bekend om de snelle toename van verschillende stijlen, inclusief een versterkt neo-classicisme dat elementen combineert van verschillende Klassieke stijlen, een “barokke” retrostijl die wordt gekenmerkt door emotie, asymmetrie en beweging, en een stijl die een regelrechte kopie vormt van klassieke werken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de Victoriaanse stijl, voornamelijk in de architectuur en de decoratieve kunsten, die werd toegepast van circa 1870 tot circa 1901. Hoewel de gotische revival nog steeds domineerde, gaven de architectuur en de decoratieve kunsten blijk van een hernieuwde belangstelling voor klassieke, barokke en streekgebonden vormen, en van nieuwe invloeden zoals de Queen Anne-stijl en de Beaux-Arts. In de decoratieve kunst zorgden de invloed van Japanse kunstvoorwerpen, de Arts and Crafts-beweging en de aesthetische beweging voor een vereenvoudiging van de Victoriaanse hang naar overdadige versiering.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Dierenriemsymbool van een leeuw, ruwweg gebaseerd op het sterrenbeeld met dezelfde naam. De dierenriemtekens zijn bewaard gebleven via klassieke Griekse en Romeinse decoratie, waren populair in Noord-Europese Romaanse en Gotische kerken en werden vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken. Ze symboliseren elke maand waarin de zon het betreffende sterrenbeeld binnengaat. Deze tekens zijn ook gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Klassieke Griekse houders met één handvat, meestal groot en slank en met een nauwe hals, die werden gebruikt voor olie en zalf en als offerande aan de doden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Benaming die werd gebruikt voor Franse bedden uit het begin van de 19e eeuw die op klassieke modellen waren gebaseerd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van architectuur en decoratieve kunsten tijdens het bewind van Lodewijk XIV, 1643-1715. Luxueus maar formeel , het weerspiegelt klassieke en barokke vormen en motieven. De stijl is verbonden aan de patronage van de koning en met de meubels, wandtapijten, en decoratie gemaakt voor zijn paleis in Versailles. Periode 1700-1740.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode waarvan de productie analoog is aan artistieke modellen van de Khmer die werden ontwikkeld in het gebied van het huidige Cambodja. In de architectuur kan deze periode worden onderverdeeld in drie subperioden: van de 7de tot de 9de eeuw grijpt deze periode terug op pre-ankorese Khmer-stijlen en wordt er gebruikgemaakt van constructies van baksteen, vierkante torens, sanctuaria met redans en hoekpilasters, met een draagsteen ondersteunde gewelfdaksystemen en met behulp van gegoten basementen met ingangen aan de oostzijde en blinde deuren aan de overigen drie zijden. Van de 10de tot de vroege 13de eeuw laat deze periode intensievere Khmer-invloeden zien en wordt ze gekenmerkt door de Prasat Wat Prang (10de eeuw) en Prasat Ban Chang, die beide stenen torens bevatten, met zandstenen deurkozijnen op een noord-zuidas, pilasters en drielobbige lampnissen, en door de Prasat Phra en Prasat Phanom Wan, die beide worden gekenmerkt door vestibules en mondops met relikwieën of Boeddha-afbeeldingen. Vanaf de late 13de tot de 14de eeuw ontwikkelde de architectuur regionale artistieke elementen, maar met behoud van traditionele Khmer-iconografie. Tempels in deze latere stijl worden gekenmerkt door laterietconstructies, uitgebreide sanctuaria die zijn gewijd aan Boeddha en bodhisattva’s, de prang, een karakteristieke Thaise constructie die wordt gekenmerkt door de opwaartse uitrekking van de kogelvorm van het klassieke Khmer-torensanctuarium en verdere variaties op de mondop en de vierkante toren met redans. In de keramiekproductie wordt deze periode gekenmerkt door voornamelijk platte, bruin- of groengeglazuurde werken met gegraveerde geometrische ontwerpen en modellering van dierlijke vormen op kruiken en potten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor het decoratieve motief van zeer gestileerde bloemen of knoppen afgeleid van bepaalde Egyptische planten; gebruikelijk in oude Egyptische kunst en in anthemia in neo-klassieke stijlen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Rechtopstaande piano's in de vorm van een klassieke lier, met symmetrisch gewelfde zijkanten en ornamentele vergulde staven die liersnaren moeten voorstellen; vroege 19de eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Romaanse school van het illumineren van manuscripten, emailleerwerk en metaalwerk in de Maasvallei die tussen het einde van de 11de eeuw en het begin van de 13de eeuw zijn bloeitijd beleefde. Hoewel de rivier vanuit het noordwesten van Frankrijk naar de Rijndelta in Nederland stroomt, verwijst de term in kunsthistorische zin naar het gedeelte van de rivier dat door België loopt, met name het gebied rond Luik en het Benedictijner klooster van Stavelot. Binnen de Romaanse kunst onderscheidt de Maaslandse school zich door de weliswaar nog geïdealiseerde maar meer naturalistische behandeling van de menselijke figuur. De Maaslandse school onderscheidt zich tevens door zijn rijke karakter en klassieke elementen. Dit laatste hangt samen met het feit dat dit gebied tijdens de Karolingische periode het centrum van de antiquiserende stijl van de school van Reims was. Belangrijke Maaslandse kunstenaars waren Godefroid de Claire, Nicolas van Verdun en Renier van Huy. Met name het Maaslandse metaalwerk was invloedrijk en vermaard.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Klassieke diermotieven van Indiase oorsprong die algemeen ingang vonden in de Aziatische kunst, met afbeeldingen van een fabeldier samengesteld uit delen van een krokodil en een olifant, waarbij lofwerk een gekrulde staart moet voorstellen. Dit motief fungeert vaak in de architectuur, doorgaans in combinatie met lateien bij vrijstaande poorten gedragen door bewerkte zuilen op een gegoten voet.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een stijl en een periode in die ongeveer vanaf de jaren 1520 tot 1590 zich voornamelijk in Rome ontwikkelde en zich daarna verspreidde elders in Europa. De stijl wordt gekenmerkt door een distantiëring van het klassieke ideaal van de Renaissance en creërde een gevoel van fantasie, experimenten met kleuren en materialen, en een nieuwe menselijke vorm van langgerekte, bleke, overdreven elegantie. Periode 1565-1630

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een type zwart- of roodfigurige vaasbeschildering met een zeer karakteristieke tekenstijl; maniëristische vazen hadden meestal een grote omvang, zoals amfora's, colonettenkraters, pelikai en hydriae. De benaming werd ontleend aan de aanduiding van 16de-eeuwse Italiaanse schilders. Tot de zwartfigurige schilders die in deze stijl werkten, behoorden de Affecter en Elbows-Out, die beiden in het derde kwart van de 6de eeuw v. Chr. actief waren. Deze benamingen waren door Beazley bedacht om te verwijzen naar hun stijve, ‘gekunstelde’ stijlen, die werden gekenmerkt door ongewone proporties en onnatuurlijke gebaren. Roodfigurige maniëristische vazen uit de vroeg-Klassieke periode hebben minder uitgesproken kenmerken; de Pan-schilder wordt als de begaafdste van alle roodfigurige maniëristen beschouwd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Klassieke Griekse koppen lijkend op mastoi, maar met een smalle, vlakke voet, een uitstaande rand, en een, twee of geen handvatten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een type statige dans voor twee personen in een driedelige maatsoort, vaak met de algemene vorm menuet-trio-menuet. De muzikale vorm werd gebruikt in opera's, klassieke kamermuziek en symfonieën. Het menuet ontstond in Frankrijk en domineerde tussen ca. 1650 en ca. 1750 de aristocratische Europese balzalen, met name in Frankrijk en Engeland. In de loop der tijd werd het steeds complexer en gestileerder. Het zou zijn afgeleid van de Franse volksdans 'branle de Poitou'. Sommige vormen van de dans kregen meer specifieke benamingen, zoals het 'minuet de la cour'. Dit hofmenuet bestond uit kleinere stappen en werd trager, waarbij etiquette en opvallende uiterlijke vormen steeds belangrijker werden. Het was vooral populair aan het hof van Lodewijk XIV van Frankrijk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de subperiode van heersende Mi-son-kunst in de tiende eeuw. De stijl van de periode wordt beschouwd als representatief voor de meest ontwikkelde en expressieve fase in de Cham-kunst. De boeddhistische Dong-duong-stijl maakt geleidelijk aan plaats voor de shivaïstische, klassieke stijl, wat terug te vinden is in de evolutie van architecturale en beeldhouwkundige karakteristieken. Artistieke producties uit deze periode zijn onder andere het timpaan waarop de incarnatie van Visjnoe is afgebeeld, de Khuong My-groep met vrijstaande standbeelden, en een overvloed aan gebeeldhouwde dieren, zoals stieren, olifanten, leeuwen, mythische beesten (garoeda's, makara's) en andere die zijn afgeleid van Indonesische en Thaise voorbeelden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een cultuur en een stijl die een vertakking vormde van de klassieke Mogollon-cultuur en die voorkwam tussen de Mimbres River in het Gila-gebergte in wat nu het zuidwesten van New Mexico is, en op nabijgelegen plaatsen rond de Mimbres River en de Rio Grande. De cultuur bloeide van circa 1000 tot circa 1150. Er werd gejaagd, irrigatie gebruikt voor de landbouw en gewoond in compacte pueblo-achtige dorpjes met gebouwen van steenklei en metselwerk. De cultuur is uiteindelijk waarschijnlijk opgegaan in de Pueblovolkeren uit het noorden of is naar Mexico gemigreerd. De cultuur staat bekend om specifiek aardewerk, dat werd versierd met fantasievolle zwart-wit afbeeldingen van insecten, dieren, vogels en geometrische lijnen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beschrijft gebouwen, in het bijzonder klassieke Griekse en Romeinse tempels en gebouwen met een gelijksoortige structuur, met een of meer rijen van negen zuilen aan een of beide zijden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van de beeldhouwers uit de 1ste eeuw v. Chr. tot de 2de eeuw na Chr., die het woord Athenaios aan hun handtekeningen toevoegden. Volgens het classificatiesysteem van de 19de-eeuwse kunsthistoricus Heinrich Brunn. De beelden werden vervaardigd voor rijke opdrachtgevers in Griekenland, Pergamon, Alexandrië en Italië. De stijl kenmerkt zich door het kopiëren van, of aanpassen aan de beroemde vroegere Griekse beelden, en speelde een belangrijke rol bij het overbrengen van de klassieke Griekse stijl op de Romeinen en later de West-Europese cultuur. De stijl onderscheidt zich door het formalisme en de kunstmatigheid, die afwijken van het realisme dat typerend was voor de Romeinse kunst uit deze periode.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Algemene aanduiding van een kunststroming die na de Tweede Wereldoorlog tot ontwikkeling kwam, ter onderscheiding van 'klassieke' avant-gardebewegingen zoals het surrealisme.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor bepaalde neoklassieke, met name Franse, architectuur uit het midden van de 19e eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst voornamelijk naar een bouwkundestijl in Europa, in het bijzonder van grote openbare gebouwen, ongeveer van het eind van de 19de eeuw tot de Eerste Wereldoorlog. De stijl kenmerkt zich door indrukwekkende klassieke gevels, overdadig decoratie- en beeldhouwwerk, en ruime interieurs.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor laat 18e- en 19e-eeuwse kunst en architectuur die de beginselen van het classicisme volgt. Gebruik 'neoklassiek' voor architectuur en ornamentatie van het eind van de 18e tot het begin van de 20e eeuw, die vrij sterk is gebaseerd op oude klassieke vormen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl in architectuur en kunstnijverheid die opgang maakte in Europa en de Verenigde Staten van de jaren 50 van de 18de eeuw tot circa 1840. De stijl wordt gekenmerkt door het gebruik van klassiek Griekse vormen en ornamenten, en trachtte, geïnspireerd door 18de-eeuwse archeologische opgravingen, zo nauw mogelijk aan te sluiten bij de oorspronkelijke voorbeelden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl in de 19de-eeuwse Europese en Amerikaanse architectuur en decoratieve kunsten die in eerste instantie geïnspireerd werd door de Italiaanse Renaissance en wordt gekenmerkt door pilasters, het landleven, en klassieke motieven. Later bevat het Renaissance stijlen gebaseerd op regionale of nationale variaties zoals de Elizabethaanse en Jacobijnse oplevingen en de Franse renaissance opleving.Periode 1875-1915

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode die de Nguyên-dynastie markeert (1802-1954). De stijl in het eerste gedeelte van deze periode is gebaseerd op de kunst van de Chinese Qing-dynastie (1644-1911) zoals blijkt uit de manier waarop de Nguyên-stad Hue is geconstrueerd als een duplicaat van de Verboden Stad in Peking. Tempels en schrijnen in deze periode worden gekenmerkt door houten beelden van Boeddha en van monniken in stijlen die vergelijkbaar zijn met de stijlen die in de 18de eeuw werden beoefend. In de vroege 20ste eeuw werden de Chinese en boeddhistische thema's over het algemeen verlaten om plaats te maken voor een meer Europese neoklassieke benadering, zoals blijkt uit de stichting van de Ecole des Beaux Arts de l'Indochine in Hanoi in 1925, waar westerse technieken zoals bronsgieten werden onderwezen. De periode wordt ook gekenmerkt door traditionele productiestijlen voor houtgravures, waarbij gebruik wordt gemaakt van rijstpapier dat wordt gekleurd met extracten van mineralen of planten. Afdrukontwerpen omvatten motieven die zijn gebaseerd op de maankalender, illustraties van populaire mythen, taferelen van dorpsfestivals en historische figuren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van de kunst en architectuur die het gevolg was van de verspreiding van de renaissance vanuit Italië naar Noord-Europa aan het eind van de 16de eeuw. Het werd vooral toegepast aan de hoven van de Franse koningen na de invasie van Italië in 1494, in de Nederlanden door Margaretha van Oostenrijk en in Duitsland door Keizer Maximiliaan. Het werd later omarmd door de Hertogen van Beieren en door het Koninklijke Hof van Engeland. De noordelijke renaissance kenmerkt zich door de invloed van klassieke prototypen en Italiaanse renaissance-idealen, door het benadrukken van details, door optische helderheid en het gebruik van olieverf en glansmiddelen om heldere kleuren te creëren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Klassieke Griekse vaten met één handvat, die werden gebruikt voor het scheppen en schenken van wijn of water. Gemaakt in een reeks van vormen met het uiterlijk van kannen en kruiken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en periode die wordt toegeschreven aan de Ostrogoten, een tak van de Germaanse Gothen die ogenschijnlijk in de 4de eeuw v. Chr. vanuit Scandinavië de Oostzee overstaken en die zich in de 1ste eeuw v. Chr. in het zuiden van Rusland vestigden. Later trokken zij onder onder leiding van Theodorik de Grote verder naar Hongarije, Oostenrijk, Joegoslavië en in de 5de eeuw naar Italië. Door de jaren heen combineerden de stijlen van de Oostgotische kunst decoratieve motieven, uitgewerkt op wapens en persoonlijke decoraties, met elementen uit de klassieke Romeinse en Byzantijnse kunst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en periode die in verband worden gebracht met de heerschappij van de islamitische dynastie die aan de macht kwam in Anatolië in 1281 tot de afkondiging van de grondwet van de republiek Turkije in 1924. Met ondersteuning van de Osmaanse sultans ontwikkelde zich een opvallende architectuurstijl waarin de islamitische tradities van Anatolië, Iran en Syrië werden gecombineerd met de tradities van de klassieke wereld en Byzantium. Het resultaat was een rationalistische benadering met een hoofdrol voor ruimtelijke eenheid en helderheid, met als belangrijkste structuur de kulliye, een complex met gebouwen voor religieuze, educatieve en charitatieve doeleinden. Het belangrijkste bouwkundige thema van dit complex was een overkoepelde vierkante ruimte en combinaties van uiteenlopende ruimtelijke en architectonische expressies. De moskee, en in sommige gevallen het moskee-klooster, vormde het hoogtepunt. Na de verovering van Constantinopel en de vestiging van nieuwe administratieve paleizen in het hele rijk, werd de relatie tussen Osmaanse beschermheren en de kunstenaar gecentraliseerd. Een staf van hofarchitecten nam architecten van verschillende rangen en standen in dienst en controleerde alle bouwactivieiten in het rijk. Een gemeenschap van kunstenaars en ambachtslieden werkte voor de centrale ontwerpstudio, waar versierde manuscripten, tegelwerk, houtsnijwerk, beeldhouwwerk, jade en metalen voorwerpen werden vervaardigd, evenals tapijten en stoffen. Met deze werken werden gewoonlijk de belangrijke momenten tijdens de heerschappij van de sultan gememoreerd. In de 18de en 19de eeuw raakte de Osmaanse kunst steeds meer verwesterd, vaak met elementen van de Europese barokstijl.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gestileerde ornamenten die een rechtopstaand blad opgedeeld in lobben vertonen, zoals een waaier of palmblad. Gebruikelijk in klassieke en neo-klassieke stijlen, individueel of samen met andere gestileerde bloem of bladvormen in een anthemion gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De discipline die zich bezighoudt met de vertaling, duiding en behoud van oude documenten op papyrus, van het grootste belang voor Egyptische, Midden-Oosterse en klassieke archeologie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar onderscheiden vertrekken in tempels of kerken. In klassieke tempels waren deze vertrekken de verblijven van de 'pastophori', leden van een priesterorde die de relikwieën van de goden meedroegen in processies. Volgens de overlevering had ook de tempel in Jeruzalem zulke vertrekken, reden waarom de term ook verwijst naar ruimten die een nabootsing van deze vertrekken zijn en zich gewoonlijk bevinden aan weerszijden van de bema in klassieke kerken of moderne Grieks-orthodoxe kerken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Inlegwerk waarbij men harde en gepolijste steentjes in marmer of een ander hard materiaal heeft gezet. Een Florentijnse specialiteit, vaak gebruikt voor decoratieve tafelbladen en kleine wandpanelen. Het enkelvoud ���pietra dura' verwijst in Italië naar inlegwerk met één enkele steensoort, maar buiten Italië gebruikt men de term ook wanneer er sprake is van meerdere steensoorten. Dit soort inlegwerk maakte men al in het klassieke Rome, en de gebruikte technieken voor het snijden van de harde steensoorten werden in de zestiende eeuw opnieuw toegepast in Florence. Daar creëerde men onder de bescherming van groothertog Cosimo I de' Medici een werkplaats waar decoratieve panelen werden gemaakt. In 1588 kreeg dit atelier de naam Opificio delle Pietre Dure. De harde stenen die men gebruikte waren halfedelstenen als agaat, chalcedon, jaspis en lazuursteen. Men gebruikte geen marmer of edelstenen. Over het algemeen hebben de stenen een hardheid tussen 6 en 10 op de hardheidsschaal van Mohs, dat wil zeggen: een hardheid tussen die van orthoklaas en diamant in (lazuursteen is een uitzondering).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Weinig uitspringende pijlers of rechthoekige zuilen die slechts gering uit een muur steken en die zich, bij klassieke architectuur, voegen naar een van de (bouw)orden. Ook algemeen bij meubels.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Waterreservoirs in Romeinse huizen, waar men ze gebruikte als zwembad of visvijver, of in openbare baden, waar ze fungeerden als koelbad. In middeleeuwse kloostergemeenschappen gebruikte men piscines als visvijvers, want vis was een belangrijk onderdeel van het dieet. Ze werden ook gebruikt in architectuurstijlen die de klassieke stijl imiteerden, met name in de achttiende eeuw. Zie ���piscines (christelijk toebehoren)' voor bassins met een afvoerkanaal die men in christelijke kerken gebruikte tijdens de liturgie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote klassieke Griekse vaten voor het in grote hoeveelheden opslaan van vloeistoffen en vaste stoffen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst in het algemeen naar de stijl in kunst en architectuur in de Portugese territoria in Zuid- en Oost-Azië en Brazilië van de 16de tot en met de 18de eeuw. De term wordt normaal gesproken niet gebruikt voor de kunst die in de latere Portugese gebieden in Afrika werd vervaardigd. De stijl combineert elementen uit Emanuelstijl, renaissance, barok, rococo en Neo-klassieke stijlen uit Europa met de oorspronkelijke motieven die in de kolonies werden ontwikkeld. Er ontstond een stijl die zich kenmerkt door lyrische elegantie. In de architectuur werd de stijl vooral gebruikt in forten en kerken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en periode van kunst en architectuur die tot ontwikkeling kwam in de jaren zestig van de 20ste eeuw en daarna, toen de overheersende rol van het modernisme werd aangevochten. In het algemeen stond deze stijl een pluralistische benadering van de kunsten voor, waarbij werd gesteld dat het modernisme had gefaald vanwege het ontbreken van een gecodeerde betekenistaal voor de kijker. De term werd voor het eerst gebruikt door de Spaanse dichter Federico de Onis in 1934 en later in 'A Study of History' van Arnold Toynbee in 1938, maar de term werd pas in de jaren zeventig vrij algemeen gebruikt in relatie tot een trend in de architectuur waarbij sprake was van selectief eclecticisme en historicisme. Dit leidde tot structuren waaruit kennis van het modernisme naar voren kwam, maar ook tot speelse, grillige toepassingen van klassieke elementen. In overige kunstvormen, zoals de schilderkunst, was sprake van een terugkeer naar een klassieke benadering van de menselijke gestalte, stijl en compositie, wat vaak resulteerde in werken in de stijl van de Oude meesters, maar dan met eigentijdse beelden, zoals beroemdheden uit die tijd of kunstenaars uit het verleden. In de fotografie en de schilderkunst werd een verhalende benadering ook populair. Aan het begin van de jaren tachtig kwamen veel postmoderne werken in handen van de commerciële kunsthandel, waarbij grote bedragen werden betaald voor het werk van relatief nieuwe kunstenaars. In de jaren negentig leek de populariteit van het postmodernisme enigszins te tanen en kwamen meer traditionele modernistische vormen weer in opkomst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en periode die over het algemeen duidelijk begint in het midden van de 12de eeuw in Italië en elders in West-Europa. De periode overlapt met de laatmiddeleeuwse periode en wordt in Italië ingeluid door het ontstaan van de stadstaten en de daaropvolgende stijging van de status en het individualisme van kunstenaars en handwerkslieden. De stijl in de beeldhouw- en schilderkunst verschilt van vroegere stijlen door de hernieuwde waardering van de kunst van het klassieke Griekenland en Rome. Deze is duidelijk zichtbaar in de meer driedimensionale, naturalistische figuren en composities die zijn beïnvloed door Romeinse sarcofagen en andere antieke kunst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van architectuur die gangbaar was in Zuid-Chiapas in Mexico, Zuid-Guatemala en Honduras, en westelijk El Salvador. De stijl weerspiegelt de klassieke Midden-Amerikaanse grootsheid en de Teotichuacaanse details in keramiek en maakt gebruik van decoratief Midden-Amerikaans groen vulkanisch glas. De stijl onderscheidt zich van de meer gedetailleerde laagland-Maya-stijlen door het ontbreken van stèle-altaren en zuilenrijen, het terughoudende gebruik van bogen op kraagstenen voor ondergrondse tomben, het zeldzame voorkomen van polychroom keramiek, imposante tempelontwerpen met pseudogewelven en structuren die overeenkomen met de cycli van hemellichamen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Dierenriemsymbool van een ram, ruwweg gebaseerd op het sterrenbeeld met dezelfde naam. De dierenriemtekens zijn bewaard gebleven via klassieke Griekse en Romeinse decoratie, waren populair in Noord-Europese Romaanse en Gotische kerken en werden vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken. Ze symboliseren elke maand waarin de zon het betreffende sterrenbeeld binnengaat. Deze tekens zijn ook gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor een patroon van krullende stengels en bladeren, vooral van de acanthus en in neo-klassieke decoratie. Gebruik 'lofwerk' voor ander bladerachtig rolwerk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl in de architectuur en decoratieve kunst die werd vervaardigd in Engeland tijdens het regentschap van George, Prins van Wales van 1811 tot 1820, en die zich voortzette tijdens de periode van zijn koningsschap als George IV van 1820 tot 1830. De meubelkunst en architectuur zijn gevarieerd in stijl en laten een combinatie zien van klassieke en Franse Empire-stijlen met Egyptische en oriëntaliserende motieven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Klassieke Veracruz-stijl en -cultuur uit de pre-Columbiaanse kunst van de centraal-zuidelijke kust van de Golf van Mexico. Vernoemd naar de kenmerkende archeologische site Las Remojadas in Veracruz, die van ongeveer 150 v.Chr. tot 650 n.Chr. een ononderbroken traditie van keramiek kende. De term wordt vaak ten onrechte gebruikt voor keramiek uit de centraal-zuidelijke kust van de Golf van Mexico in het algemeen. De Remojadas-stijl omvat kenmerkend aardewerk en holle keramische beeldjes, soms met een ongebruikelijk brede glimlach op driehoekige gezichten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de intellectuele beweging, stijl en cultuur die aan het eind van de 14de eeuw in Italië ontstond, die zich verspreidde over Europa, en die haar hoogtepunt bereikte in de 16de eeuw.De stijl kenmerkt zich door doordat deze teruggrijpt naar de kunst, architectuur, literatuur en idealen uit de Klassieke Oudheid van Rome en Griekenland.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode in de geschiedenis en stijl in de kunst die zich ontwikkelde toen Rome werd geregeerd door de Republiek, van 509 v. Chr. tot de slag om Actium in 31 v. Chr., of tot aan de officiële stichting van het rijk in 27 v. Chr. In de kunst uit deze tijd werden weergaven van de politieke macht, lofwerken en belangrijke voorouders van de heersende families weergegeven. Dit resulteerde in vele portretten en historische reliëfs. De stijl kenmerkt zich door de invloed van de Grieks Klassieke kunst en een nadruk op uitgesproken realisme.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst hoofdzakelijk naar de periode van decoratieve kunst die zich rond 1700 in Frankrijk ontwikkelde aan het hof van Lodewijk XV, en die in heel Europa bepalend was totdat aan het einde van de 18de eeuw het neoklassiek opkwam. De stijl kenmerkt zich door opulentie, asymmetrie, sierlijkheid, vrolijkheid en een palet met lichte kleuren, in tegenstelling tot de zwaardere vormen en donkerder kleuren van de barok.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de Europese stroming die zich voordeed van het midden van de 18de eeuw tot aan het midden van de 19de eeuw, en die van invloed was op de beeldende kunst, literatuur, muziek en, in mindere mate, de architectuur. De stijl wordt gezien als een reactie op het formele karakter van de neoklassiek, en legde de nadruk op emotie en het recht op individuele expressie. De werken omvatten diverse stijlen, maar zijn over het algemeen schilderachtig, dynamisch en reflecteren een grotere interesse in kleur dan in lijnvoering.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Klassiek tinwerk dat 70% tin en 30% lood bevat, met andere elementen zoals ijzer aanwezig als onzuiverheden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een type travertijn dat beige, crème, honingkleurig en/of goudkleurig is; klassiek Romeins travertijn is lichter van kleur dan barco.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Elke soort convexe lijst met een gedeeltelijk cilindrische vorm. Wordt meestal gebruikt om te verwijzen naar Gotische of Romaanse vormen in plaats van klassieke.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Traditionele bladerrijke en vegetale arabesken in de Turkse Ottomaanse decoratieve stijl uit de 15de eeuw. Het patroon vertoont lange en puntige gespleten bladeren met gebogen zijden en vertakte uiteinden, vaak strak samengebonden met klassieke wijnstokken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en cultuur van de klassieke Samnieten, die verwant waren met de Sabijnen. Zij spraken Oskisch, bewoonden het bergachtige binnenland van Zuid-Italië alsmede enkele kustgebieden, en trokken in de 3de en 4de eeuw v. Chr. in drie opeenvolgende oorlogen ten strijde tegen de Romeinen om de zeggenschap in het gebied.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Diepe, concave lijsten, vooral die op een zuilbasement in de klassieke architectuur.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de Japanse periode die begint bij de Onin oorlog (1467-1477) en eindigt met de inname van Kyoto in 1568. Sommige onderzoekers echter, laten de periode in de vroege jaren negentig van de 15de eeuw beginnen. In deze periode kwamen vestingsteden tot ontwikkeling die als commerciële en politieke centra fungeerden, en werden theeceremonies, de haiku, klassieke Chinese inkttekeningen en het pottenbakken populair.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Architectonisch motief, kenmerkend voor de Renaissance en latere stijlen die de klassieke stijl imiteerden, bestaande uit een grote centrale opening onder een halfronde boog, geflankeerd door twee kleinere, rechthoekige openingen. Weergegeven in ���Architettura' (1537) van Serlio en beschouwd als een kenmerkend element van de Palladiaanse architectuur.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Harnasstukken voor de voorkant van het hoofd van een paard of kameel, vaak met zijplaten om de wangen te beschermen en vaak versierd om het aan te passen aan de uitrusting van de berijder. Bekend in het klassieke Griekenland en vanaf de 12e eeuw ook in Europa, het Midden-Oosten, Turkije, Noord-Afrika en Japan. De harnasstukken waren gemaakt van staal of leer, hoewel de Japanners ook papier-maché en hout gebruikten en de Osmaanse Turken en de Soedanezen voornamelijk koper gebruikten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beschrijft mahonie, satijnhouten en beschilderde meubels uit Engeland en de Verenigde Staten tussen 1790 en 1805, gebaseerd op de ontwerpen van de Engelse meubelmaker Thomas Sheraton (1751-1806). De drie invloedrijke boeken van Sheraton tonen een geleidelijke ontwikkeling van de neoklassieke naar de Empire-stijl. Maar tegenwoordig wordt zijn naam gebruikt om de algemene meubelsmaak aan het einde van de 18de eeuw aan te duiden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Oude bewoners van het gebied ten westen van de rivier de Gelas op Sicilië. Volgens klassieke Griekse schrijvers waren de Sicani de oorspronkelijke bewoners van centraal-Sicilië, zoals de Sicelen oost-Sicilië bewoonden en de Elymianen west-Sicilië. Archeologisch gezien is er in historische tijden geen wezenlijk verschil tussen Sicani en Sicelen, maar de Griekse historicus Thucydides nam aan dat de Sicani Iberiërs uit Spanje waren die door de invasie van de Sicelen naar het centrale deel van het eiland waren verdreven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar het werk van een school van schilders die omstreeks 1600 werd gestart door Sōtatsu en zijn tijdgenoot Hon'Ami Koetsu. Korin reformeerde de school in de 18de eeuw en Saki Hoitsu deed dit nogmaals in de 19de eeuw. De alternatieve naam voor de school, Rimpa, is afgeleid van de laatste lettergreep van Korins naam (rin) en het woord voor school (ha). De stijl kenmerkt zich door trouw aan het klassiek Japanse gevoel van decorativiteit, delicate kleurvoering en scherpe observatie van de natuurlijke wereld. Edele metalen, zoals goud en zilver, werden samen met kleuren gebruikt op kamerschermen, waaiers en andere objecten. De onderwerpen waren afkomstig uit middeleeuwse literatuur en ook uit de natuur. Hoewel de stijl na de Edo-periode (1600-1868) niet meer voorkwam, was deze van invloed op de Japanse schilderkunst van de 20ste eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stroming in de Colonial Revival-architectuur in de jaren 20 van de 20ste eeuw die zich manifesteerde in de bouwprogramma's in het westen en zuidwesten van de Verenigde Staten. Kenmerkend voor deze stroming zijn balkons, veranda's en arcades, torens, daken met S-vormige pannen, plaza's en binnenplaatsen. De belangrijkste kenmerken van deze stijl zijn het ontbreken van architectonisch lijstwerk en het intensieve gebruik van gesneden of gegoten ornamenten, op klassieke stijlen geënte zuilen, venstertralies, smeedijzer en gedraaide spijlen die doen denken aan de Spaanse koloniale architectuur in Mexico.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De convexe opvullingen van het lagere deel van sommige cannelures van klassieke zuilen of pilasters.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Klassiek Griekse vaten voor het opslaan van vloeistoffen en met meestal een eivormige buik met hoge schouders, een korte hals, twee handvatten, en soms een deksel. Meestal kleiner dan een amfora.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst in de architectuur of de bouw in het algemeen naar stevige, verticale, relatief geïsoleerde constructiedelen van aanzienlijke lengte. Palen zijn in doorsnede gewoonlijk rond, vierkant of rechthoekig en worden gebruikt ter ondersteuning van een grotere constructie of als vast punt voor zijwaartse bevestiging. Ze zijn gewoonlijk relatief weinig versierd en gemaakt van één houtsoort, maar kunnen ook van steen, metaal of een ander materiaal zijn of van een samenstelling van materialen. De term wordt voornamelijk gebruikt voor verticale stutten in een houten balkenconstructie. Gebruik 'pijlers (dragende elementen)' voor vierkante staanders in klassieke stijl en voor vierkante en rechthoekige gemetselde staanders. Gebruik 'zuilen (architecturale elementen)' voor cilindrische staanders in staal- en betonconstructies.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Dierenriemsymbool van een steenbok, ruwweg gebaseerd op het sterrenbeeld met dezelfde naam. De dierenriemtekens zijn bewaard gebleven via klassieke Griekse en Romeinse decoratie, waren populair in Noord-Europese Romaanse en Gotische kerken en werden vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken. Ze symboliseren elke maand waarin de zon het betreffende sterrenbeeld binnengaat. Deze tekens zijn ook gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Klassieke Egeïsche vaten met een valse tuit, die bovenop uitsteekt om twee handvatten in de vorm van een stijgbeugel te ondersteunen, en met een smalle, gemakkelijk af te sluiten tuit verder beneden op de schouder.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de Griekse stijl in de beeldhouwkunst die werd vervaardigd tussen circa 480 en 450 v. Chr. en die werd beschouwd als een overgangsfase tussen de archaïsche en klassieke stijl. De stijl kenmerkt zich door een groter inzicht in anatomie en beweging maar eveneens door de bronzen beeldjes uit Riace, die sober en statisch zijn, met vereenvoudigde vormen en versiering.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een golvend van S-achtige groeven voorzien patroon dat veel wordt gebruikt op Romeinse sarcofagen en in neoklassieke ornamenten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine dameswerktafels in de klassieke uitvoering, met randen rondom het tafelblad en rondom de plank die de poten verbindt, zodat hier ondiepe 'bakjes' ontstonden waar chiffons (reepjes lint en stof) en ander naaiwerk kon worden bewaard. Ze waren vierkant of rond en hadden meestal drie laden, waarvan de bovenste soms met schrijfgerei was uitgerust.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Banden die bestaan uit smalle, rechthoekige, tandachtige blokken die zich meestal langs de onderzijde van een kroonlijst bevinden. Een karakteristiek element van zowel de klassieke stijlen als van de stijlen die de klassieke stijl imiteren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Dierenriemsymbool van een stier, ruwweg gebaseerd op het sterrenbeeld met dezelfde naam. De dierenriemtekens zijn bewaard gebleven via klassieke Griekse en Romeinse decoratie. Ze waren populair in Noord-Europese Romaanse en Gotische kerken en werden vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken. Ze symboliseren elke maand waarin de zon het betreffen sterrenbeeld binnengaat. Deze tekens zijn ook gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor ronde gebouwen uit de Klassieke tijd, met of zonder zuilengalerij.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beschrijft gebouwen, in het bijzonder klassieke Griekse en Romeinse tempels en gebouwen met een soortgelijke structuur, met tien zuilen aan een of beide uiteinden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar het werk van een school van schilders die zich specialiseerden in de oorspronkelijke Yamoto-e-stijl vanaf de vroege 15de tot de latere 19de eeuw. Schilders van de Tosa-school werkten voornamelijk voor het keizerlijke hof en waren gespecialiseerd in hoofse thema's en scènes uit de klassieke literatuur. De stijl kenmerkt zich door fijne delicate lijnen, aandacht voor details, uitbundige kleuren en platte decoratieve composities. De Tosa-stijl was van grote invloed op andere scholen van schilderkunst, vooral tijdens de Edo-periode (1600-1868).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de architectonische stijl die wordt geassocieerd met de vierde van de traditionele vijf klassieke orden der architectuur. De andere vier zijn: Dorisch, Ionisch, Corinthisch en Composiet.Deze stijl wordt vaak omschreven als een simplificatie van de Dorische stijl, en onderscheidt zich van de andere stijlen door minder en strakker lijstwerk, het ontbreken van trigliefen of andere decoratie op de fries, geen decoratieve details op het entablement of kapiteel, en over het algemeen geen groeven op de zuil, hoewel bij neoklassieke werken de schachten kunnen zijn voorzien van rustica-banden. De stijl verschilt van de ‘Toscaanse orde‘ omdat een architectonische orde uitsluitend verwijst naar het specifieke systeem of de samenstelling van onderdelen die zijn onderworpen aan vastgestelde regels en proporties, bepaald door de functie van ieder afzonderlijk deel.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een drie-eenheid van de belangrijkste hindoegoden Brahma, Vishnu en Shiva. Sommige geleerden vatten de Trimurti op als een manier om verschillende monotheïstische benaderingen met elkaar en met het (brahmaanse) begrip 'ultieme realiteit' te verzoenen, omdat de Trimurti de kosmische functies van het Opperwezen manifesteert. Brahma vertegenwoordigt het evenwicht tussen de tegengestelde krachten van instandhouding en vernietiging, die respectievelijk worden vertegenwoordigd door Vishnu en Shiva. De Trimurti komt op klassieke wijze tot uitdrukking in het gedicht Kumarasambhava van Kalidasa (circa 4de-5de eeuw).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Dierenriemsymbool van een tweeling, ruwweg gebaseerd op het sterrenbeeld met dezelfde naam. De dierenriemtekens zijn bewaard gebleven via klassieke Griekse en Romeinse decoratie, waren populair in Noord-Europese Romaanse en Gotische kerken en werden vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken. Ze symboliseren elke maand waarin de zon het betreffende sterrenbeeld binnengaat. Deze tekens zijn ook gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van de artistieke productie tijdens de heerschappij van koningin Victoria in Groot-Brittannië en de koloniën van 1837 tot 1901. Typerend voor deze stijl zijn de zware vormen, krachtige patronen, overdadige versiering en heldere kleuren. De Victoriaanse periode kent gevarieerde invloeden uit zowel de Klassieke als de renaissancestijlen.Gotische vormen en motieven, die ethisch en esthetisch superieur werden geacht, overheersten echter.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van circa 2575 tot 2465 v. Chr. in Egypte, die bekend is als de klassieke tijd van het Oude Rijk, vooral vanwege de grote piramiden die bij Giza zijn gebouwd. Het beeldhouwwerk wordt gekenmerkt door strikt omschreven weergaveconventies, waaronder een canon voor proporties en in het algemeen zeer hoge technische normen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar gebouwen, in het bijzonder klassieke Griekse en Romeinse tempels en gebouwen met een soortgelijke structuur, met een of meer rijen van vier zuilen aan een of beide uiteinden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Dierenriemsymbool van een vis, ruwweg gebaseerd op het sterrenbeeld met dezelfde naam. De dierenriemtekens zijn bewaard gebleven via klassieke Griekse en Romeinse decoratie, waren populair in Noord-Europese Romaanse en Gotische kerken en werden vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken. Ze symboliseren elke maand waarin de zon het betreffende sterrenbeeld binnengaat. Deze tekens zijn ook gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor golfkrullen als ze voorkomen in de context van de neo-klassieke stijlen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode en stijl van de kunst van de Teutonische stammen, bestaande uit de Franken, Lombardijers, Vandalen, Ostrogoten en Visigoten, die het in verval geraakte Romeinse rijk tussen circa 370 tot circa 800 beheersten. De stijl beïnvloedde de architectuur, de beeldhouwkunst en de illustratie van manuscripten, maar is het duidelijkst zichtbaar in de draagbare objecten van de rondtrekkende bevolking, zoals de metalen voorwerpen en vaak gouden sieraden, soms ingelegd met email of granaat. De stijl kenmerkt zich door het verruilen van klassieke ontwerpen voor gestileerde en ornamentele ontwerpen, waarbij losstaande kleurvlakken en herhalende patronen van visgraten, kruizen, lijnen en stippels opvallen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

B Verwijst voornamelijk naar de stijl en periode van de Christelijke kunst in Italië en het westelijke Middellandse-Zeegebied, ruwweg vanaf de derde tot het midden van de negende eeuw n. Chr. Kenmerkt zich door bewerking van de artistieke taal en symbolen van de klassieke Oudheid, maar offert klassieke idealen van lichamelijke schoonheid en technische volmaaktheid veelal op om de spiritualiteit en de onstoffelijke wereld te benadrukken. Gebruik ‘Byzantijns’ voor de stijl en periode van de christelijke kunst in het oostelijk Middellandse-Zeegebied vanaf de 4de tot aan het midden van de 15de eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

B Verwijst naar de vroegste stadia van de Etruskische cultuur en stijl, voordat de Romeinse invloeden gingen overheersen. Deze periode omvat de Vroege IJzertijd van de 9de eeuw tot circa 675 v.Chr., de oriëntaliserende fase tot circa 575 v.Chr en het eerste deel van de klassieke fase tot circa 400 v.Chr. In classificatiesystemen die de Villanovacultuur van de IJzertijd niet tot de Etruskische cultuur rekenen, begint de vroeg-Etruskische cultuur rond 750 v. Chr.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de begintijd van de hellenistische periode, van circa 330 tot circa 220 v. Chr, die wordt gekenmerkt door de vestiging van Griekse werkplaatsen in verre steden waaronder Syracuse, Pergamon en Alexandrië. Er worden technisch hoogstaande kunstwerken geschapen waarin de menselijke figuren afwijken van de laat-klassieke kunst door de steeds langere vormen en waarin de subtiel geïdealiseerde portretten op echte karakterstudies beginnen te lijken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode en stijl in de kunst, die samenviel met de tijd in de Romeinse geschiedenis waarin de volksvergaderingen en de Senaat werden verdrongen door de regerende keizers, meest in het bijzonder door Caesar Augustus. De stijl wordt gekenmerkt door de invloed van klassieke Griekse kunst en de bouw van grootschalige tempels, fora, aquaducten en villa's.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de vroege periode in de Renaissance, toen de stijl zich ontwikkelde in Midden-Italië van het midden tot de late veertiende eeuw en zich verspreidde over het schiereiland en in de vroege tot midden 15e eeuw naar Noord-Europa. De stijl bewoog zich af van de fantasierijke, decoratieve stijlen van de middeleeuwse periode om nieuwe nadruk te leggen op de geïdealiseerde naturalistische wereld uitgebeeld in de kunst, architectuur en literatuur van het Klassieke Griekenland en Rome.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Dierenriemsymbool van een weegschaal, ruwweg gebaseerd op het sterrenbeeld met dezelfde naam. De dierenriemtekens zijn bewaard gebleven via klassieke Griekse en Romeinse decoratie, waren populair in Noord-Europese Romaanse en Gotische kerken en werden vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken. Ze symboliseren elke maand waarin de zon het betreffende sterrenbeeld binnengaat. Deze tekens zijn ook gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hoekige tuinstoelen die lijken op Adirondackstoelen maar van planken in plaats van latten zijn gemaakt en zwaarder en ruimer van proporties zijn. Ze werden gefabriceerd tussen 1904 en 1930 en zijn ouder dan de klassieke Adirondackstoelen. Gepatenteerd door Harry C. Brunnell.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor gelegenheden die zorg en onderdak bieden aan pelgrims en vreemdelingen, vooral in de periode van de klassieke oudheid tot de Middeleeuwen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Archaïsche houten cultusbeeld uit het Oude Griekenland. Werd door de klassieke Grieken geassocieerd met de legendarische Daedalus. Tegenwoordig overleven enkel stenen of marmeren kopieën van zulke beelden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beschrijft gebouwen, in het bijzonder klassieke Griekse en Romeinse tempels en gebouwen met een soortgelijke structuur, met een of meer rijen van zes zuilen aan een of beide uiteinden.