Associaties voor kleurmenging

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een procedé voor het creëren van kleuren op basis van gekleurd licht in een bepaalde mengverhouding. Dat een dergelijke uit een lichtbron ontstane kleur door het oog wordt waargenomen, is het gevolg van emissie en niet van reflectie, de methode waarbij de waarneming van de kleuren in het pigment het resultaat is van subtractieve kleurenmenging. Een additief kleurensysteem verwijst naar licht dat door een bron wordt uitgestraald en omvat meestal de additieve primaire lichtkleuren rood, groen en blauw, waarmee de andere kleuren worden gemaakt, overeenkomstig het RGB-kleurenmodel. Het combineren van een van deze additieve primaire kleuren met gelijke hoeveelheden van een andere primaire kleur geeft de additieve secundaire kleuren cyaan, magenta en geel. Door het variëren van de luminescentie van iedere kleur kan een volledig kleurenspectrum worden opgebouwd. Het combineren van alle drie de primaire additieve kleuren met gelijke intensiteit resulteert in wit licht.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Binnen de theorie van de beeldende kunst, effecten die ontstaan door het naast elkaar plaatsen van verschillende kleuren en tinten en tonen van dezelfde kleur, in plaats van de pigmentverven voor het aanbrengen te mengen. Zo verkregen de neo-impressionistische schilders secundaire kleuren met een nog grotere helderheid door het naast elkaar plaatsen van vlekjes in primaire kleuren die samen de secundaire kleur vormen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een procedé of toestand waarbij kleuren ontstaan door vermenging van pigmenten, verven, kleurstoffen of inkten. De waarneming van deze kleuren wordt bepaald door de mate waarin ze sommige golflengten van licht absorberen en andere golflengten weerkaatsen; het verschil met een additief kleursysteem is dat het object zelf geen kleur of licht uitstraalt. De kleur die het object zelf lijkt te bezitten, wordt bepaald door het specifieke deel van het elektromagnetisch spectrum dat erdoor wordt weerkaatst, in samenhang met de geabsorbeerde delen van het spectrum. Een subtractief kleurensysteem verwijst naar het licht dat wordt geabsorbeerd of weerkaatst door de primaire pigmentkleuren, waarmee vervolgens de andere kleuren worden geproduceerd, overeenkomstig het CYMK-kleurenmodel. Door het combineren van één of twee van deze subtractieve primaire kleuren met gelijke hoeveelheden van een andere primaire kleur ontstaat een subtractieve secundaire kleur, een secundaire kleur samen met een primaire kleur geeft een tertiaire kleur, en door het combineren van twee complementaire kleuren ontstaat zwart.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De hiërarchie onder Kleur bevat descriptoren voor de namen van de kleuren, en voor kleur in de betekenis van eigenschappen die worden waargenomen door het oog, als reactie op de verschillende golflengten van het licht. Daarnaast zijn descriptoren opgenomen voor typen kleuren (bijvoorbeeld koele kleuren) en met kleur verwante verschijnselen (bijvoorbeeld kleurmenging). De descriptoren voor kleurnamen zijn afkomstig van de UCL (Universal Color Language), zoals opgenomen in Kenneth L. Kelly & Deane B. Judd, Color: Universal Language en de Dictionary of Color Names, (Washington, D.C.: U.S. Department of Commerce, National Bureau of Standards, 1976). Varianten op kleurnamen afkomstig uit andere bekende systemen voor kleurenrangschikking en methoden voor het benoemen van kleuren zijn eveneens opgenomen. Voorts zijn opgenomen de centroïde kleurengetallen, welke de gebruiker doorverwijzen naar de overeenkomstige kleurblokken op de kleurennaamkaarten in de Dictionary of Color Names van de Inter-Society Color Council (ISCC) en het National Bureau of Standards. Ook zijn Munsellnotaties opgenomen; een gebruiker die de kleur van een object uiterst nauwkeurig wil beschrijven, kan echter het beste het Munsell Book of Color raadplegen (Baltimore: Munsell Color Company, 1976) en de kleur vergelijken met de opgenomen monsters, om zo de specifieke notatie te kunnen bepalen. Kleurbenamingen die als bijna-synoniem maar niet als werkelijk synoniem worden beschouwd, zijn gekoppeld in de vorm van Associatieve relaties. Relaties met andere hiërarchieën: descriptoren voor inherente fysieke kenmerken die geen kleur zijn maar wel een relatie met kleur hebben (bijvoorbeeld onvergankelijkheid) zijn opgenomen in de hiërarchie Attributen en eigenschappen. Descriptoren voor fysieke verschijnselen die in kleur waarneembaar zijn (bijvoorbeeld abrash, kleurverloop) zijn opgenomen in de hiërarchie Omstandigheden en effecten. Descriptoren voor afzonderlijke en herhalende ontwerpelementen zoals tekens en symbolen, motieven, patronen en decoratiegebieden zijn opgenomen in de hiërarchie Ontwerpelementen (bijvoorbeeld kruisen, tudorrozen, fretten). Descriptoren voor materialen die gebruikt worden om fysieke zaken kleur te geven (bijvoorbeeld kleurstof, pigment) zijn opgenomen in de hiërarchie Materialen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Indiase schilderstijl die wordt geassocieerd met de hindoeïstische Rajputvorsten, welke na de val van het Guptarijk aan de macht kwamen. Hun hoven waren vaak hindoeïstische leercentra, en ze begunstigden dichters, geleerden en kunstenaars. De Rajputschilderkunst was een omvangrijke stroming met een sterk Indiase inslag en vormde daardoor in zekere zin een contrast met de kunst van hun tegenstanders, de islamitische Mogols. Niettemin moesten de Rajputheersers zich uiteindelijk aan de Mogolheersers onderwerpen om hun gebied te kunnen behouden; het gevolg was dat de kunstzinnige ontwikkeling van de Mogols aan het eind van de 16de eeuw en het begin van de 17de eeuw invloed ging uitoefenen op de traditionele manuscriptverluchting van de Rajputhoven. De Mogols waren met name belangrijk voor de invoering en verspreiding van het portretschilderen in de kunstcentra van de Rajput. In tegenstelling tot de realistische schilderkunst van de Mogols is de Rajputschilderkunst symbolisch van karakter en al net zo doordrenkt met poëtische metaforen als de Hindiliteratuur waarmee deze kunst sterk verwant is. Zelfs de kleuren hadden vaak een specifieke betekenis; het coloriet is meestal vlak, zonder kleurmenging, waardoor er een soort glas-in-loodeffect ontstaat. De bekende voorbeelden uit de periode eind 16de eeuw tot de 19de eeuw vallen uiteen in twee hoofdgroepen, Rajasthan en Pahari.