Associaties voor kore

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de civilisatie, periode en stijl die werd ontwikkeld vanaf circa 802 n. Chr. tot 1432 n. Chr. in de Khmer-regio die tegenwoordig bekend staat als Cambodja. Artistieke productie die is gebaseerd op Angkor-cultuur markeerde het hoogtepunt van Cambodjaanse creativiteit, met onder andere prominente architecturale structuren zoals de tempels van Angkor Vat en Angkor Thom. Tempels uit deze periode worden over het algemeen gekenmerkt door grootschalige en complexe gestileerde sculptuurrepresentaties van de gezichten en lichamen van heiligen, uitgehakt in buitenmuren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grassoort die inheems is in Noord-Afrika, maar op grote schaal wordt verbouwd vanwege zijn eetbare graan. Men kweekt Sorghum al sinds de oudheid vanwege zijn graan (couscous) en om er stroop van te maken. Men gebruikt de soort ook voor alcoholische dranken en biobrandstoffen. De lange stijve stengels vol merg gebruikt men voor bezems, manden en constructies. Uit de bladeren en stengels kan men een roodpaarse kleurstof winnen (���guineense'), die men gebruikt om geitenleer uit Niger te verven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beelden uit de Archaïsch Griekse periode van gedrapeerde staande jonge vrouwen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Vergankelijk organisch blauw kleurmiddel dat wordt verkregen uit het bloemblad van de korenbloem (Centaurea dyanus). Werd gebruikt in bepaalde 18e-eeuwse aquarellen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Geharde, kruidachtige eenjarige plant met blauwe, roze of wit gestreepte bloemen. De bloem komt oorspronkelijk voor in het Middellandse Zeegebied en wordt overal in Noord-Amerika geteeld. Het is een veelvoorkomende tuinplant die ook in het wild voorkomt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een reeks paarsachtig blauwe kleuren die lijken op de kleur van de bloesem van de korenbloem of het blauwe kleurmiddel dat wordt gewonnen uit het bloemblad van de korenbloem (Centaurea cyanus).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hulpmiddellen, vaak van metaal- of ijzerdraad, die worden gebruikt voor het drogen van korenaren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zuurrijk hout van de boomsoort Tieghemella heckelii, dat roodachtig tot paarsachtig bruin van kleur is, meestal met een rechte nerf en donkere strepen. Het wordt gebruikt voor meubilair, schrijnwerk, timmerwerk, decoratief fineer, lambriseringen, scheepsbouw, vloeren, draaiwerk, snijwerk, piano's en andere muziekinstrumenten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Snaarinstrumenten met een klankkast van lichte, houten zijbanden, sterk bollend achterblad, een plat bovenblad met 1 grote, 2 of 3 kleine klankgaten, kam op het onderste gedeelte van het bovenblad, met een stuk vissen- of ander leer, of met een schelp, erboven, om het bovenblad te beschermen tegen beschadiging door het plectrum, korte hals zonder frets, dubbele snarenkoren; bespeeld met een plectrum; Arabische wereld.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar het type aardewerk dat vanaf de vroege 17de eeuw werd geproduceerd in de buurt van Fukuchiyama in het noorden van Kyushu. Het is genoemd naar de Koreaanse pottenbakker Chon'gye, die bekend stond onder de naam Agano Kizo. Theegerei vormde het hoofdaandeel van de productie en de stijlen varieerden van dik, romig wit asglazuur en donkerbruin ijzerglazuur in de vroege 17de eeuw tot raku-aardewerk en de introductie van een blauwgroen koperglazuur in de 18de eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar het werk van een school van schilders uit de 15de eeuw, die ontstond in zenkloosters en die de traditie van het schilderen met inkt uit de Muromachi-periode (1333-1568) nieuw leven inblies. De school werd vertegenwoordigd door drie generaties Ami-schilders, die in hoofdzaak conservator waren van Chinese kunstobjecten in de collectie van het Ashikaga-shogunaat. De stijl combineert de rijke wassingen en stippen van de traditionele Chinese schilderkunst van de Zuidelijke Song-dynastie (1127-1279) met sommige elementen van Koreaanse schilderkunst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar Japanse ceremoniële dansen in combinatie met muziek bij shintoïstische, boeddhistische en keizerlijke hofrituelen en feesten. De dans en muziek werden al vroeg vanuit China, Korea, India en Zuidoost-Azië in Japan geïntroduceerd. Tijdens de 9de eeuw werden deze dans- en muziekvormen door de Japanse keizers gestandaardiseerd. De dansen bestaan uit gestileerde bewegingen op de maat van een trommel, terwijl de algehele choreografie op eenvoudige geometrische patronen is gebaseerd. De maskers die door de dansers worden gedragen, vormen een belangrijk element bij bugaku. Er zijn twee basisdansvormen met begeleiding van specifieke muziek: saho no mai ('dansen van de linkerzijde'), begeleid door togaku (hoofdzakelijk gebaseerd op Chinese muziek); en uho samai no mai ('dansen van de rechterzijde'), begeleid door komagaku (muziek die oorspronkelijk uit Korea komt). De rijk geborduurde kostuums van de saho no mai-dansers zijn meestal rood, terwijl de kostuums van uho samai no mai-dansers doorgaans groen of blauw zijn. Een bugaku-programma begint meestal met een selectie die wordt uitgevoerd door de hoofddansers van beide vormen, waarna beurtelings dansen uit beide repertoires worden uitgevoerd. Als er uitsluitend muziek wordt uitgevoerd, gebruikt men de term 'gagaku'.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine tot middelgrote kastanje die oorspronkelijk inheems was in Japan en Zuid-Korea, maar tegenwoordig op grote schaal wordt gekweekt in Taiwan en het oosten van China. In Japan is het een belangrijke boom vanwege zijn zoete, eetbare kastanjes. Er zijn verschillende cultivars die zijn geselecteerd om grote vruchten te produceren. De soort is resistent tegen kastanjekanker, de schimmel die de Amerikaanse kastanje bijna uitroeide. De Japanse kastanje heeft men gebruikt om kruisingen te kweken die resistent zijn tegen deze boomziekte.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van 350-600 soorten kruidachtige, eenjarige en overblijvende distelachtige bloeiende planten, zoals de korenbloem (C. cyanus) en de C. americana. Andere planten uit dit genus zijn onder meer knoopkruid, kalketrip, bergcentaurie en zomercentaurie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Koreaanse trommen met dubbel vel en een gelakte romp.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gitaren uit het zuiden van Italië, bekend uit 17e en 18e eeuw, met een diepe klankkast, een licht gewelfd onderblad, afgeronde zijkanten en een klankgat in het midden gevuld met een ornamentele rozet. De metalen snaren, meestal gerangschikt in vijf dubbele of driedubbele snarenkoren liepen over de kam naar pennen aan de onderkant van de klankkast en werden met een plectrum bespeeld.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote luitachtige instrumenten die van rond 1590 tot 1655 zeer geliefd waren in Europa. Ze hebben zes dubbele verkorte snarenkoren die boven de toets lopen en acht vrijzwevende bassnaren die niet worden verkort en ongeveer twee keer zo lang zijn als de gewone snaren. Hiervoor is de hals een eind verlengd voorbij de sleutelkast van de verkorte snaren. Ze worden vooral gebruikt om de solozangstem te begeleiden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een inheemse Koreaanse godsdienst, gesticht door Choe Suun (1824-1864) in een poging een direct beroep te doen op het religieuze bewustzijn van het Koreaanse volk. Chondogyo was een reactie op het christendom en de traditionele godsdiensten van Korea, maar bevat wel elementen van het confucianisme, taoïsme, boeddhisme, sjamanisme en rooms-katholicisme. Nadat Suun door de regering was terechtgesteld, ontwikkelden zijn opvolgers Choe Si-hyong en Son Piyong-hi de beweging totdat deze was uitgegroeid tot een belangrijke Koreaanse godsdienst. De geschriften van het chondogyo zijn opgesteld door de drie oprichters. In deze religie worden mensen als dragers van goddelijkheid beschouwd en daarom moeten mensen elkaar behandelen ‘als God’. Chondogyo benadrukt de universaliteit van God en pleit voor een coöperatief koninkrijk Gods op aarde dat is gebaseerd op geloof, eenvoud, standvastigheid en oprechtheid. Er bestaat geen idee van eeuwige beloning omdat de godsdienst maar één doel heeft: de wereld gerechtigheid en vrede brengen. Er zijn vijf aanbevolen oefeningen: het reciteren van een formule, elke avond om negen uur, het gebruik van water als symbool van zuiverheid, het bijwonen van een zondagse eredienst, het regelmatig geven van rijst aan de kerk en het gebed (op verschillende voorgeschreven wijzen). Chondogyo speelde een belangrijke rol in de modernisering van Korea na 1894. Het verzette zich na 1919 ook tegen het Japanse imperialisme en legde zich niet neer bij het communisme in Noord-Korea na 1945. Aan het eind van de 20ste eeuw waren er ongeveer drie miljoen leden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

In het algemeen te gebruiken voor dirigenten van koren bij toneelstukken in het oude Griekenland. Wordt met name gebruikt voor individuele inwoners van het oude Athene die één van de koren die op een toneelfestival optraden sponsorde, daarbij de leden selecteerde, voor de oefenruimte zorgde en alle onkosten met betrekking tot hun optreden, inclusief kostuums, opleiding en maaltijden betaalde.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode die samenviel met de heerschappij van Choson in Korea, gedurende het midden van de 4de eeuw v. Chr. Tijdens deze periode vonden er verbeteringen plaats op het gebied van de landbouw, door het gebruik van ijzeren gebruiksvoorwerpen en door betere levensomstandigheden dankzij de constructie van de eerste houten huizen. Artefacten die zijn overgebleven uit deze periode zijn ijzeren wapens, sarcofagen van hout en steen, harnassen en sieraden die getuigen van de opkomst van de heersende klasse. Het koninkrijk overleefde een eeuw lang, voordat het werd veroverd door de Chinezen tijdens de Han-dynastie (206 v. Chr. - 221 n. Chr.).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote chordofonen met een basbereik, verwant aan de viool. Ze werden gemaakt in New England in de 19e eeuw, hoofdzakelijk om kerkkoren te begeleiden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hongaarse hakkeborden die bestaan uit een ondiepe, trapeziumvormige klankkast met 20 tot 35 metalen snarenkoren die over twee kammen lopen. Ze worden hangend aan een riem om de nek van de bespeler of steunend op vier poten bespeeld en zijn zeer geliefd in zigeuner-, volksmuziek- en nachtclubensembles.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van de heerschappij van drie families in Korea, vanaf 37 v. Chr. - 668 n. Chr. De heersende families consolideerden hun autoriteit door de raad der geslachten af te schaffen en de titel van heerser eerst van broer op broer en daarna van vader op zoon te laten overgaan. Tot de opmerkelijke artefacten die uit deze periode zijn overgebleven behoren rijk versierde graftomben die Chinese invloeden laten zien.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Harpen met 14 tot 24 drie- of vierdubbele snarenkoren van metalen snaren die in een driehoekig lijstwerk zijn gespannen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de fase in de Jomon-periode van circa 1000 tot 300 v. Chr., waarin de ontwikkeling van verfijnd aardewerk plaatsvond, vooral de stijl van de archeologische vindplaats Kamegaoko, langs de kust van de Grote Oceaan, die er sterk op wijst dat er contact moet zijn geweest met het westen van Japan en het Koreaanse schiereiland.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een type traditionele Japanse muziek die hoofdzakelijk werd uitgevoerd bij ceremoniële gebeurtenissen aan het keizerlijk hof. De naam is afgeleid van de Japanse uitspraak van de Chinese tekens voor elegante muziek (ya yueh). Deze muziek werd in de 5de eeuw vanuit Korea in Japan geïntroduceerd en vormde vanaf de 8de eeuw een vast onderdeel van de hoftraditie. In de 9de eeuw werden de diverse vormen van de Noord-Aziatische, Chinese, Indiase, Zuidoost-Aziatische en inheemse Japanse muziek geherstructureerd tot twee hoofdgenres: togaku en komagaku. Togaku, de 'muziek van de rechterzijde,' is afgeleid van Chinese en Indiase vormen, terwijl komagaku, 'muziek van de rechterzijde,' Zuidoost-Aziatische en Japanse elementen bevat. Bij gagaku-uitvoeringen worden meestal combinaties van tokkelinstrumenten, blaasinstrumenten, trommels en een gong gebruikt. De hoofdtrommel en hoofdfluit van de twee typen verschillen onderling, en bij komagaku worden er geen snaarinstrumenten gebruikt. De term kangen verwijst naar zuiver instrumentale gagaku-uitvoeringen, terwijl bugaku ('dansmuziek') verwijst naar de muziek die wordt uitgevoerd in combinatie met een ceremoniële dans. Sommige elementen van het bijbehorende Shinto-rituelen en de oude stemmen zijn daarbij gehandhaafd; de solomuziek voor de gagaku-instrumenten is grotendeels verloren gegaan, maar sommige notaties zijn nog wel bewaard gebleven. De nog wel overgeleverde gagaku-muziek verschaft waardevolle informatie over de traditionele muziekvormen van Japan. Gagaku lijkt sterk op de wereldlijke muziek van China uit de Tang-dynastie, en verschaft daardoor inzicht in de muziek uit deze vroege periode.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Pottenbakkersgoed dat wordt gekenmerkt door een grijze of bruinachtig grijze kleur, met een relatief eenvoudig geschilderd of bedrukt ontwerp. Het kwam veel voor in het oude India en Korea, en in onder meer Native American, Griekse, Minoïsche, Romeinse en Midden-Oosterse culturen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar Engels en Amerikaans meubilair naar de ontwerpen van de Engelse meubelmaker en ontwerper George Hepplewhite, die postuum werden gepubliceerd in 1788. Het meubilair wordt, overeenkomstig de neoclassicistische stijl van het laatste kwart van de 18de eeuw, gekenmerkt door shield-backstoelen, ladenkasten met bowfront, Marlboroughpoten en decoratieve motieven zoals de pluimen van de Prince of Wales, oren in de vorm van korenschoven, urnen en rozetten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

In sommige classificaties worden de Hydropotes beschouwd als derde onderfamilie van de familie Cervidae, samen met echte herten (subfamilie Cervinae) en schijnherten (subfamilie Capreolinae). Deze subfamilie is in het leven geroepen om de Chinese waterree (Hydropotes inermis) te kunnen onderbrengen. Het betreft hier een zeer klein Aziatisch hert uit de familie Cervidae (orde Artiodactyla) dat leeft op de vruchtbare rivierbeddingen van Korea en in het dal van de Yangtze-rivier (Chang Jiang) in China. Het is de enige hertensoort waarbij het mannetje geen gewei draagt, maar voorzien is van lange, gebogen scherpe hoektanden die uit de bek steken. Deze slagtandjes zijn soms meer dan 5 cm lang. Het waterhert is bovendien het enige hert met liesklieren. Door het ontbreken van een gewei lijkt het waterhert weliswaar op uitgestorven primitieve hertensoorten, maar het ontwikkelde zich uit voorouders die aanvankelijk een gewei droegen, dat echter later verdween. De bouw duidt erop dat het schijnherten betreft. Het mannetje heeft een schofthoogte van circa 50 cm en weegt maximaal 13 kg, terwijl het gewicht van vrouwtjes maximaal 11 kg is. De vacht is vrij uniform van kleur: geelachtig bruin boven en geelachtig wit beneden. De staart is zeer kort en de vlek op het achterdeel ontbreekt. De grove, dikke vacht en met bont bedekte oren zijn aanpassingen voor koude winters met sneeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Struik of kleine boom die zijn bladeren verliest en inheems is in Japan, Noord-Korea, Zuid-Korea, China, Mongolië en Zuidoost-Rusland. De Japanse esdoorn kan 10 meter hoog worden en behoort gewoonlijk tot de ondergroei van schaduwrijke bosgebieden. De struik of boom heeft soms meerdere stammen die dicht bij de grond aan elkaar vastzitten. Er zijn een groot aantal cultivars gekweekt, en zelfs in het wild vertonen zaailingen van dezelfde moederplant een opvallende variatie wat betreft de kleur en vorm van de bladeren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de monotheïstische religie van het joodse volk, waarbij het geloof centraal staat dat de oude Israëlieten de aanwezigheid van God ervoeren in menselijke gebeurtenissen. Joden geloven dat één God de Israëlieten uit hun gevangenschap in Egypte heeft bevrijd, de structuur van een gemeenschappelijk en individueel leven aan hen heeft onthuld en hen heeft uitverkoren als een heilig volk dat als voorbeeld moest dienen voor de gehele mensheid. De Hebreeuwse bijbel en de Talmoed zijn de belangrijkste bronnen voor de spirituele en ethische principes van het jodendom. Deze religie, waarvan de oorsprong teruggaat naar de tijd van Abraham, legt meer de nadruk op het tot uitdrukking brengen van het geloof in de vorm van rituelen dan in de vorm van abstracte doctrines. De sabbat, die begint bij zonsondergang op vrijdag en eindigt bij zonsondergang op zaterdag, is een centraal element van de religie; er is ook een jaarlijkse cyclus van religieuze feestdagen en vastendagen. Het jodendom heeft een zeer uiteenlopende ontwikkelingsgeschiedenis die bijna 4000 jaar beslaat en is uitgemond in diverse stromingen: de orthodoxe, conservatieve en reformistische stroming.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van geglazuurd keramiek die werd vervaardigd in Karatsu in de provincie Hizen in de late 16de eeuw. Vroege objecten zijn veelal voorwerpen voor alledaags gebruik, met een korrelige structuur en beschilderd met neutraal veldspaathoudend vernis. Latere objecten, nadat Koreaanse pottenbakkers naar Japan waren gebracht, waren vooral verfijnde theeserviezen met contrasterende glazuurlagen, onderglazuurlagen en inlegontwerpen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Koreaanse lange citers met twaalf snaren van getwijnde zijde, die elk door een eigen hoge, beweegbare kam worden ondersteund. Ze worden in twee standaardmaten gebouwd: de grote, voor hof- en aristocratische muziek, heeft naast de losse kammen nog twee extra vaste kammen; de kleinere, met één vaste kam, wordt gebruikt voor volks- en virtuoze muziek.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode die samenviel met de heerschappij van de Ko-familie in Korea, van 37 v. Chr. tot 668 n. Chr. Gedurende deze periode lieten koningen en edelen duizenden graftombes bouwen, van P'yong-yang tot Mantsjoerije, met daarin talloze grafobjecten en fresco's met afbeeldingen van alledaagse taferelen. In het laatste kwart van de 4de eeuw werd het sjamanisme verdrongen door het boeddhisme, en kwamen in metaal of aardewerk uitgevoerde afbeeldingen van Boeddha algemener voor.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lange Koreaanse citers.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ruimten in christelijke kerken waarin zich het hoogaltaar bevindt en die gereserveerd zijn voor gebruik door geestelijken. Behelst ook het zangkoor wanneer dat aanwezig is. Gebruik 'zangkoren' voor de ruimten in christelijke kerken die zich doorgaans tussen de altaarruimte en het schip bevinden en die zijn gereserveerd voor koorzangers.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode die samenviel met de heerschappij van de Korje-dynastie in Korea, van 918-1391 n. Chr. De nauwe banden van de dynastie met China gedurende de Sung-periode (908-1279 n. Chr.) resulteerden in rechtstreekse invloeden van de Chinese cultuur. De meeste artefacten die zijn overgebleven uit deze periode zijn bronzen tempelbellen, door monniken gekopieerde boeddhistische soetra's in goud en zilver op paars papier, en houtsneden. Deze periode is ook bekend door de belangrijke prestaties op het gebied van porselein met celeadon-glazuur, dat samen met de doden werd begraven in graftombes.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de beeldhouwstijl die floreerde tijdens de 7de eeuw en waarvan de naam is afgeleid van het standbeeld dat de Kudara Kannon wordt genoemd. Het beeld zou afkomstig zijn uit de oude staat Paikche in Korea. De stijl kenmerkt zich door ranke vloeiende lijnen, scherp gevouwen draperieën en een nadruk op het zijaanzicht.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar kunstenaars die vanaf circa 1100 in China werkten, en later in Korea in Japan. Kenmerkend voor de literati is dat het vooral geleerden en edellieden betrof, waardoor ze zich onderscheidden van, en superieur achtten aan beroepsschilders en ambachtslieden. Zij waren van mening dat het karakter van de schilder zichtbaar is in zijn kunstwerken, en dat de kwaliteit van een kunstwerk bepaald wordt door de deugdzaamheid en het intellectuele niveau van de kunstenaar. Meestal combineerden ze gedichten, kalligrafie en eenvoudige monochromatische schilderingen binnen één werk. Hun werk bezat vaak een erudiet, literair gehalte. Ze prefereerden kalligrafisch expressionisme boven realistische, gedetailleerde afbeeldingen, en verwezen vaak subtiel naar antieke stijlen door opzettelijk primitieve of naïeve technieken te gebruiken. Ze spreidden hun virtuoze penseelvoering graag ten toon door te kiezen voor motieven als bamboe, pruimen of bloemen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode waarvan de productie analoog is aan artistieke modellen van de Khmer die werden ontwikkeld in het gebied van het huidige Cambodja. In de architectuur kan deze periode worden onderverdeeld in drie subperioden: van de 7de tot de 9de eeuw grijpt deze periode terug op pre-ankorese Khmer-stijlen en wordt er gebruikgemaakt van constructies van baksteen, vierkante torens, sanctuaria met redans en hoekpilasters, met een draagsteen ondersteunde gewelfdaksystemen en met behulp van gegoten basementen met ingangen aan de oostzijde en blinde deuren aan de overigen drie zijden. Van de 10de tot de vroege 13de eeuw laat deze periode intensievere Khmer-invloeden zien en wordt ze gekenmerkt door de Prasat Wat Prang (10de eeuw) en Prasat Ban Chang, die beide stenen torens bevatten, met zandstenen deurkozijnen op een noord-zuidas, pilasters en drielobbige lampnissen, en door de Prasat Phra en Prasat Phanom Wan, die beide worden gekenmerkt door vestibules en mondops met relikwieën of Boeddha-afbeeldingen. Vanaf de late 13de tot de 14de eeuw ontwikkelde de architectuur regionale artistieke elementen, maar met behoud van traditionele Khmer-iconografie. Tempels in deze latere stijl worden gekenmerkt door laterietconstructies, uitgebreide sanctuaria die zijn gewijd aan Boeddha en bodhisattva’s, de prang, een karakteristieke Thaise constructie die wordt gekenmerkt door de opwaartse uitrekking van de kogelvorm van het klassieke Khmer-torensanctuarium en verdere variaties op de mondop en de vierkante toren met redans. In de keramiekproductie wordt deze periode gekenmerkt door voornamelijk platte, bruin- of groengeglazuurde werken met gegraveerde geometrische ontwerpen en modellering van dierlijke vormen op kruiken en potten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Letters die afzonderlijk werden gegoten, om te worden samengesteld tot tekst, te worden afgedrukt en vervolgens opnieuw te worden gerangschikt en gebruikt. De term wordt vooral gebruikt om te verwijzen naar de uitvinding ervan, tegen het eind van de 15e eeuw in Europa, maar al eerder in China en Korea, en in contrast met het drukken van verschillende tekens en soms beelden uit één stuk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kralen met een religieuze betekenis die in Japan werden geïntroduceerd vanuit Korea. In Japan heeft men ze gevonden in prehistorische graven. Men denkt dat ze vanaf het begin van de Japanse geschiedenis tot en met de Kofun-periode (300-710) op het lichaam werden gedragen. De kralen werden gesneden uit jadeïet, agaat, mica, glas of jaspis, gewoonlijk in de vorm van een komma. De grootte varieert van een paar millimeter tot vijf centimeter.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de religieuze beweging die opkwam in Perzië in de derde eeuw en werd opgericht door Mani, de 'Apostel van het licht', als een oecumenisch en universeel geloofssysteem met daarin geïntegreerd ideeën uit het boeddhisme, het christendom, het hindoeïsme, het taoïsme, de islam en het jodendom. De religieuze beweging wordt algemeen beschouwd als een soort gnosticisme, een systeem dat is gebaseerd op het verkrijgen van verlossing door het kennen van de spirituele waarheid. Er wordt gestreefd naar zelfkennis en innerlijke verlichting als bescherming tegen een overgave aan de kwade materiële wereld en als weg naar de verlossing. Deze beweging heeft een enigszins dualistische filosofie en wordt gekenmerkt door het geloof in de tegengestelde substanties van licht en donker, het spirituele en het materiële, en het goede en het kwade. De religieuze gemeenschap is verdeeld in de uitverkorenen, die zich aan de strikte, ascetische levensstijl houden, en de toehoorders, die de uitverkorenen ondersteunen. Belangrijke elementen van deze religie zijn onder meer sacramentele riten, liefdadigheid, vasten, de biecht, het zingen van hymnen en het reciteren van heilige geschriften.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar specifiek aardewerk dat in het Italiaanse Bologna en elders werd geproduceerd, hoofdzakelijk van de 15de tot en met de 18de eeuw. De romp van aardewerk werd in klei-engobe gedompeld en vervolgens met loodglazuur bedekt. De ontwerpen werden in de engobe gesneden, waarbij soms ook groen glazuur en mangaanglazuur werden aangebracht. De techniek is gekopieerd van bepaalde Chinese en Koreaanse voorwerpen en werd reeds door Byzantijnse pottenbakkers in Konstantinopel gebruikt, en later, vanaf 1500, ook in Italië. Hoewel het aardewerk op het eerste gezicht op echte 'majolica' of op aardewerk met tinglazuur lijkt, zijn er duidelijke verschillen: er is namelijk geen tinglazuur maar loodglazuur gebruikt, en de ontwerpen zijn door de engobe heen gekerfd om de onderliggende klei met een afwijkende kleur zichtbaar te maken, en zijn er dus niet op geverfd. Verder hebben de kleuren de neiging uit te lopen tijdens het bakken in de oven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de subperiode van heersende Mi-son-kunst in de noordoostelijke sector van de Mi-son-site halverwege de zevende eeuw. De stijl van deze periode kenmerkt zich door sterke Indiase invloeden en de oudste monumenten in Champa zijn in deze stijl gebouwd. Een mooi voorbeeld uit deze periode is een sanctuarium dat dateert uit de regeerperiode van koning Prakashadharma-Vikrantavarman I (ca. 657 n. Chr.). Gebeeldhouwde postamenten, geïntegreerde uitspringende deuren die uitkomen op een terras met een omheinde veranda en een smalle trap, een verhoogde basis versierd met korte pilasters, vergelijkbaar met architecturale details van Mon Dvaravati, en brede bakstenen stijlen maken er deel van uit. In de beeldhouwkunst van deze periode zijn invloeden te vinden uit de culturen van Dong-Son, Tsjen-la en India, en wordt iconografie overgenomen van hindoeïstisch shivaïstische en boeddhistische culten. Voorbeelden van beeldhouwwerk uit deze periode zijn een fronton met een afbeelding van de geboorte van Brahma waarbij Vishnu op de mythische slang Shesha ligt, dat doet denken aan pre-Ankorese lateien; een postamentenconstructie uit de tempel met gehistorieerde oppervlakken, panelen en nissen waarop het dagelijks leven van monniken in de Himalaya is afgebeeld, en een vrijstaand standbeeld van Ganesha met draperieën van tijgervel en vier armen die symbolen omhoog houden zoals een bidsnoer, een bijl en een raap.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een type aardewerk waarvan de naam is ontleend aan de Japanse stad Mishima in de prefectuur Shizuoka, hoewel dit aardewerk oorspronkelijk in Korea is ontwikkeld. Bij de vervaardiging van dit aardewerk wordt gebruik gemaakt van een opvallende techniek waarbij het keramiek wordt gedecoreerd met ingelegde kleisoorten in contrasterende kleuren, waarna het grotendeels wordt bedekt met celadonglazuur. De naam 'Mishima' dateert uit de 17de eeuw, maar de stijl gaat terug tot de Koryo-periode (935-1392) en werd toen aangeduid als 'Korai' of 'Zogan'.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor Koreaanse verwarmingssystemen waarbij gebruik wordt gemaakt van warmeluchtkamers of leidingen onder de vloer; vergelijkbaar met Romeinse hypocaustumen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode die samenviel met de heerschappij van de Kim-familie die het koninkrijk van Silla in Korea stichtte, van 57 v. Chr. tot 668 n. Chr. Hoewel de politieke en artistieke ontwikkeling langzamer verliep dan die van naburige gebieden, bevatten beroemde graftombes zoals die van de Gouden Kroon en de Gouden Bel waardevolle objecten zoals gouden kronen, juwelen, metalen vazen en fijn aardewerk. De architectuur uit deze periode is bekend door bewaard gebleven pagodes, lantaarns en stèles en door het oudste bewaard gebleven astronomische observatorium in het Verre Oosten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de paulownia. Kiri is de japanse naam, meer bepaald voor de paulownia tomentosa. Wordt in China, Korea en Japan gebruikt bij het maken van decoratieve objecten en muziekinstrumenten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar smalle lusjes van gevlochten draad, groter dan een averechtse steek, die meestal in een reeks worden aangebracht om te fungeren als sierrand op kant, lint of passement. Bij het borduren kan de term ook verwijzen naar een verhoogde knoop die op dezelfde wijze wordt gemaakt om een blad, bloemblad, korenaar of een dergelijke vorm voor te stellen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een in de jaren 30 van de 20ste eeuw in Jamaica opgerichte religieuze en politieke beweging, die de voormalige Ethiopische keizer Haile Selassie beschouwt als de Messias en Afrikanen als het uitverkoren volk uit de Bijbel. Rastafari, of rasta's, zijn gebonden aan gedragscodes en kledingvoorschriften, zoals het dragen van dreadlocks, het roken van cannabis als een sacrament en een voedingspatroon zonder varkensvlees en schaaldieren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Het joodse Nieuwjaar, dat wordt gevierd op 1 tisjri (in september of oktober). Volgens de joodse traditie is dit de dag waarop over alle mensen wordt geoordeeld en begint hiermee een tiendaagse periode van zelfonderzoek en boetedoening. Gedurende deze tien dagen dienen alle joden hun relatie met God, de hoogste rechter, onder de loep te nemen. Tijdens de dienst ter ere van deze feestdag wordt op een sjofar geblazen als oproep tot spirituele vernieuwing en penitentie. Deze feestdag is ook een herinneringsdag, waarop joden de schepping van de wereld (in de maand tisjri) herdenken en zich hun verantwoordelijkheden als uitverkoren volk van God moeten realiseren. Het is gebruikelijk om zoetigheden te eten als goede voortekenen voor het zoete jaar dat wacht.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hakkeborden, in allerlei per streek verschillende uitvoeringen, trapeziumvormige hardhouten klankkast, snaren van metaal of nylon, in koren van 3, 4 of 5 over individuele kammen lopend, stemschroeven aan beide zijden van de kast; bespeeld met 2 stokjes; Turkije, Irak, Iran, Kaukasus, Zuidoost-Europa, Zuid-Azië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hedendaagse benaming voor stoelen die in het midden van de 18e eeuw werden gemaakt, met een getailleerde, opengewerkte rugleuning in de vorm van een korenschoof.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een stijl van grijs steengoed dat vanaf de 5de tot de 10de eeuw werd vervaardigd. Het Sue-aardewerk komt oorspronkelijk uit het zuiden van het Koreaanse schiereiland, maar werd in de 5de en 6de eeuw ook in Japan geïntroduceerd, waar het 'hiwaibe doki' (uitverkoren doki) werd genoemd. Het bleef tot in de jaren 50 van de 20ste eeuw in productie. De stijl wordt gekenmerkt door spiraalvormig opgebouwde houders die werden gebakken bij een temperatuur boven de 1000 graden Celsius, waardoor een grijze kleur resulteert. Sue-aardewerk is meestal ongeglazuurd, afgezien van het natuurlijk asglazuur dat tijdens het bakken wordt gevormd, en is gedecoreerd met eenvoudige gekamde of gestippelde ontwerpen. Tijdens de Hein-periode (794-1185) ontstonden er nieuwe producten, zoals geglazuurde versies op basis van natuurlijk gevormd asglazuur en glazuurtechnieken uitgevoerd in groen of in drie kleuren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Snaarinstrumenten met een diep gebogen, achtvormige klankkast met een bovenblad van dierenvel, lange hals, beweegbare frets, 6 snaren in 3 koren van 2; Kaukasische modellen ook met sympathische snaren; bespeeld door te tokkelen; Iran, Kaukasus.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Slaginstrumenten voor tempelrituelen, bestaande uit opengewerkte houtblokken; China, Japan, Korea.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een school van het Chinese boeddhisme, gesticht door Hui Ssu (515-577) en Chih I (538-597), die vooral belang hecht aan de 'Lotus Sutra,' een van de integrale geschriften uit de mahayana-traditie. De naam is afgeleid van de berg Tj'ien in China, waar Hui Ssu leefde en zijn leer verkondigde. Een belangrijk kenmerk van Tj'ien-T'ai is het concept van de drievoudige waarheid van het ledige, het tijdelijke en de middenweg, wat inhoudt dat alle dingen verschillend zijn maar tegelijkertijd deel uitmaken van een groter geheel. Een voortvloeisel van dit concept is de overtuiging van Tj'ien-T'ai dat alle wezens, hoewel verschillend, dezelfde boeddhanatuur delen en dus in staat zijn om uiteindelijk het boeddhaschap te bereiken. Hoewel Tj'ien-T'ai alle andere boeddhistische scholen erkent, deelt men het boeddhisme op in vijf perioden die uiteindelijk leiden tot de 'Lotus Sutra', de ideale vorm van de religie. Na de vervolgingen van 845 raakte Tj'ien-T'ai in China in verval, maar werd het in Korea en Japan populair als Tendai.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van vijf soorten bomen uit de mahoniefamilie Meliaceae, die voorkomt van Afghanistan, zuidwaarts tot in India en oostwaarts tot in Noord-Korea, Papoea-Nieuw-Guinea en het oosten van Australië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Boomsoort die voorkomt in China, Korea en Japan. De boom wordt geteeld en het giftige sap wordt afgetapt voor de vervaardiging van lak voor lakwerk. Een van de werkzame bestanddelen van het sap van de lakboom is urushiol.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gitaren met 5-7 snarenkoren, gestemd als een luit; Spanje, Renaissance.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Werktuigen bestaande uit een houten stok of steel, aan het uiteinde waarvan een dikkere en kortere stok, de zwengel, zodanig is bevestigd dat hij vrij kan draaien. Ze worden gebruikt om koren te dorsen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hakkeborden met een trapeziumvormige klankkast met 2 klankgaten en 2 kammen, 14-20 koren van 2, 3 of 4 snaren; bespeeld met 2 veerkrachtige bamboe hamertjes; China.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Koreaanse citerachtige chordofonen, soortgelijk aan een hakkebord. Ze hebben een trapezoïde vorm en meestal veertien snaren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gallerijen bedoelt voor zangkoren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ruimten in christelijke kerken, doorgaans tussen de altaarruimte of het heiligdom en het schip, gereserveerd voor koorzangers. Voor ruimten die de altaarruimte en het zangkoor, als dat aanwezig is, omvatten wordt 'koren' gebruikt. Voor verhoogde platforms van waar af een koor, vaak bestaand uit leken, zingt wordt 'koorgalerijen' gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

In het algemeen, schilderijen en kalligrafieën van zenboeddhistische priesters in China, Korea en Japan. Men gebruikt de term meer specifiek voor het werk van Japanse zenpriesters uit de Edo-periode (1600-1868). De inhoud van de schilderijen en kalligrafieën is gericht op de gedragsregels van de dharma. De stijl is krachtig, vrolijk en spontaan ��� soms zijn de werken zelfs slordig uitgevoerd. De term betekent letterlijk ���zenschilderij'. Gebruik ���gazen' voor schilderen als zenactiviteit.