Associaties voor krijger

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor personen die zijn getraind voor of deelnemen aan fysieke oorlogvoering, vooral in gevechten van man tegen man, en die in deze functie zijn aangewezen of bekrachtigd door de gemeenschap of groep waarvoor zij strijden, ongeacht of zij deel uitmaken van een leger. Ook gebruikt voor mannen in strijdbare leeftijdsgroepen in zekere samenlevingen zonder schrift, zoals sommige Oost-Afrikaanse herdersvolken. Gebruik ‘soldaten’ voor hen die deel uitmaken van een leger, ongeacht of zij rechtstreeks bij de strijd betrokken zijn dan wel andere taken hebben.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De Bhagavad-gītā, die wordt beschouwd als de kerntekst van het hindoegeloof, werd circa 200 v. Chr. geschreven en bestaat uit 18 gedeelten en in totaal 700 verzen die deel uitmaken van het heldendicht de Mahābhārata. De verzen beschrijven een dialoog tussen de krijger Arjuna en Heer Krishna, aan de vooravond van de strijd tussen Arjuna en leden van zijn familie. De tekst zou zijn geschreven in een periode dat het brahmaanse geloof versplinterd was geraakt en het boeddhisme en jaïnisme zich hadden afgesplitst. De Bhagavad-gītā leert dat er diverse wegen zijn die naar de verlossing leiden, en het werk kan als een pleidooi voor verzoening worden beschouwd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Theriantropische beeldhouwwerken van de Afrikaanse volkeren Isoko en Uhrobo, ter herinnering aan vroegere krijgers en ambtsbekleders. Ook gebruikt om het beginsel van standvastigheid en agressie te vieren. Ze bestaan meestal uit een bek als van een nijlpaard op vier grote poten met daarbovenop verschillende uit hout gesneden figuren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zulu-halskettingen gemaakt van houten kralen, zaden, botten, horens, tanden en/of klauwen. Nadat hij zich volgens de koning heeft onderscheiden op het slagveld, mocht een krijger een halsketting maken als teken van moed. De ketting was een unieke creatie van de krijger, die haar zelf ontwierp, de kralen zelf sneed en de ketting zelf reeg.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de kunst en architectuur die is verbonden met de mammelukken, een krijgerskaste die Egypte en Syrië regeerde vanaf ongeveer 1250 tot de vroege 16de eeuw, en die in het Midden-Oosten meer dan 700 jaar invloedrijk en machtig is geweest. Mammeluk-architectuur was in wezen conservatief en niet erg vernieuwend, maar wel rijk en over het algemeen van zeer hoge kwaliteit. Mammeluk-architectuur wordt gekenmerkt door het gebruik van zeer fijn afgewerkte minaretten, enorme façades en portalen, en de tendens om structuren voor verschillende toepassingen te bouwen in een enkel complex. Begunstigers bouwden hun belangrijke monumenten gewoonlijk ook dichtbij elkaar. De mammelukken staan ook bekend om hun technische virtuositeit in stenen constructies; metselaars gebruikten verschillend gekleurde stenen op de oppervlakken van gebouwen. Er zijn bijna 3000 belangrijke mammelukmonumenten bewaard gebleven of bekend gebleven via teksten; de meeste monumenten in de oude wijken van Caïro, Damascus, Tripoli en Aleppo zijn mammeluks, evenals de meeste monumenten op de Haram ash-Sharif in Jeruzalem, buiten de Rotskoepel. Net als architectuur bereikten ook de overige kunsten van de mammelukperiode een hoog niveau van technische perfectie, maar staan ze niet bekend om hun originaliteit; er bestaan wel bezienswaardige voorbeelden van ingelegd metaalwerk, kalligrafie, moskeelampen en houten objecten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De naam ninja is een collectieve (westerse) benaming voor een groot aantal krijgers die zich specialiseerden in spionage, informatie verzamelen, en aanslagen uitvoeren. Oorspronkelijk hadden ze per regio van Japan of per taak die ze uitvoerden een andere benaming. In de meeste Japanse historische teksten worden deze krijgers 'shinobi' genoemd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Oud-Griekse, relatief kleine, doosachtige bakjes met zware deksels om cosmetica en toiletartikelen in te bewaren. Deze vaak cilindervormige bakjes werden doorgaans aangetroffen in de graven van vrouwen en krijgers.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Chinese dynastie uit de periode 589 tot 618 n. Chr. Gedurende deze periode werden het noorden en zuiden van China na jaren van scheiding herenigd. De Sui-dynastie heeft betrekkelijk kort bestaan, maar deze periode werd wel gekenmerkt door belangrijke vernieuwingen in de economie, de politiek en het onderwijs. Tijdens de Sui-periode kwam er een bloeiende handel met Centraal-Azië en het westen op gang. Ook op het gebied van techniek en architectuur was het een periode van vernieuwing, zoals blijkt uit het werk van Li Chun, een ingenieur, en de architect Kai Yuwen, die beiden dienden onder keizer Wendi (heerste van 581-604). Li Chun was verantwoordelijk voor 's werelds eerste open boogbrug van steen, de Anji-brug, terwijl Kai Yuwen het ontwerp leverde voor Daxing, dat zou uitgroeien tot de grootste stad met het hoogste bevolkingsaantal van zijn tijd. De Sui waren diepgelovige boeddhisten; veel van hun stenen beeldhouwwerken zijn bewaard gebleven, in tegenstelling tot hun in brons, hout en lakwerk uitgevoerde kunstwerken; ook hebben ze tal van oudere boeddhistische afbeeldingen gerestaureerd. Het Sui-beeldhouwwerk wordt als technisch hoogstaand beschouwd, maar blijft qua sierlijkheid achter bij het fraaiste beeldhouwwerk van de Noordelijke Qi. Sui-keramiek is zorgvuldig gemodelleerd maar overigens vrij sober. In zowel het noorden als het zuiden van China zijn Sui-celadons opgegraven, waarvan sommige zijn gedecoreerd met ingestempelde patronen. In steengoed of aardewerk uitgevoerde beeldjes van krijgers, ambtenaren en beschermende wezens werden in groten getale vervaardigd, met name als grafobject. Modellen van alledaagse voorwerpen zoals kachels en schoenen werden eveneens aan de overledene meegegeven voor gebruik in het hiernamaals. Kostbare militaire missers, natuurrampen en een autocratisch en spilziek bewind leidden tot het verval van de Sui-dynastie, die werd opgevolgd door de Tang-dynastie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

In de Japanse architectuur een alkoof. Oorspronkelijk waarschijnlijk bedoeld voor de privéaltaren van zenboeddhistische monniken, een ruimte waar ze hun heilige objecten uitstalden. Later werden ze gebruikt voor de verhoogde zetels van krijgers en hoogwaardigheidsbekleders. Tegenwoordig is de ruimte in Japanse huizen bestemd voor het uitstallen van bloemstukken en versieringen die voor sfeer zorgen tijdens de theeceremonie, of van andere kunstvoorwerpen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat hoofdzakelijk in Burundi en Rwanda leeft, met inbegrip van traditionele ambachten als weven, parelkralen maken en manden weven. De Tutsi-monarchie kende een rijke traditie van dynastieke poëzie en hofmuziek. De Tutsi's, een etnische groep die vermoedelijk afkomstig is uit het Nijlgebied, vestigde zich in de 14de of 15de eeuw in dit gebied. Deze rondtrekkende herders en krijgers gingen geleidelijk de reeds aanwezige Hutu's overheersen, door middel van vreedzame infiltratie en de invoering van een feodaal stelsel onder leiding van een Tutsi-koning en Tutsi-aristocratie; wel namen ze de Bantoetalen van de Hutu's over. Gedurende de Europese koloniale periode ontstonden er spanningen tussen de twee groepen, welke nog altijd een probleem vormen.