Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
'Fabricated chalk' in de vorm van harde krijtjes die zijn gemaakt van een mengsel van grafiet en klei in de kleuren wit, donkerbruin, rood en drie soorten zwart. Worden gebruikt door kunstenaars.
Puur, kunstmatig calciumcarbonaat, vaak een afvalproduct bij de vervaardiging van medicijnen en chemische producten. Het wordt in de industrie gebruikt als een inert pigment of in gesso onderlagen en pastelkrijt.
Deze kunstvorm heeft momenteel nog geen definitie beschikbaar.
Een fijnkorrelige kalksteen of zachte, aarde-achtige vorm van calciumcarbonaat die voornamelijk wordt gebruikt in stopverf, kleurkrijten, verf, rubberproducten en linoleum. Verder wordt het ook gebruikt als pigment en schuurmiddel.
Deze kunstvorm heeft momenteel nog geen definitie beschikbaar.
Lithografieën die men maakt met lithografische kalk. Vóór gebruik werd de lithografische steen opgeruwd door het oppervlak te schuren met fijn zand.
Een zeer smalle, zich herhalende streep, meestal aanwezig op geweven of bedrukte stof, maar ook gebruikt voor een dergelijke streep op schilderijen en andere werken.
In de beeldende kunst, techniek van het tekenen met krijt, een voorbereide natuursteen of aarde stof die doorgaans verkrijgbaar in zwart (gemaakt of van zachte zwarte steen of uit een samenstelling die lampzwart bevat), wit (gemaakt van verschillende soorten kalksteen), en rood, of sanguine (gemaakt van rode aarde zoals rode oker). De vroegste krijttekeningen dateren uit het Paleolithicum.
Vettige krijtjes die in de lithografie worden gebruikt om een tekening op steen, metalen plaat of afdrukpapier aan te brengen.
Olieverf in de vorm van krijtjes of staafjes.
Kleurkrijt bestaande uit pigment, gemengd met net genoeg waterachtig bindmiddel om het samen te houden. Wordt gebruikt bij tekenen.
Kalk bestaande uit roodijzererts vermengd in klei; wordt gebruikt voor het maken van tekeningen sinds de Renaissance. Oorspronkelijk werd het uit afzettingen gesneden maar later werd het van hetzelfde materiaal gemaakt.
Zwarte of gekleurde krijtjes, gewoonlijk in staafvorm, met een verwijderbaar, papieren omhulsel.
Natuurlijk krijt dat koolstof of schalie bevat en wordt gebruikt om te tekenen, vooral sinds de Renaissance.
Een tekentechniek waarbij meestal van rood krijt en zwart krijt of houtskool gebruik wordt gemaakt.
Een tekentechniek waarbij meestal een combinatie van rood, zwart en wit krijt wordt gebruikt op geelachtig of gebroken wit papier, voornamelijk in zwang in de achttiende eeuw.
Verfpigmenten die worden gemaakt door het vermalen van mineralen die ijzeroxide en andere materialen bevatten, zoals klei, krijt en silica. Elke afzetting heeft een unieke samenstelling, werking en kleur, met diverse reeksen geel, oranje, rood, bruin en zwart. Aardkleuren worden als sinds de prehistorie gebruikt en komen terug in alle technieken. Synthetische ijzeroxiden, de zogenaamde Mars-kleuren, worden sinds het einde van de 18e eeuw geproduceerd.
Familie van bomen die bestaat uit 3 genera en circa 45 soorten coniferen. Het betreft een zeer oude familie van kegeldragende bomen die tijdens de Jura en het Krijt wereldwijd verspreid voorkwamen.
Strengen of andere fysieke combinaties van specifieke objecten, zoals kolanoten, kaurischelpen, stukjes textiel, krijt of schors, die gecodeerde boodschappen met tal van verborgen verwijzingen bevatten. Ze worden gebruikt door de Yoruba in West-Afrika, als onderdeel van een communicatiesysteem op basis van symbolen.
Verwijst naar de periode en de stijl rondom de cultuur van het eiland Bali. De stijl vormt een afspiegeling van de rijke religieuze en politieke geschiedenis en is beïnvloed door het hindoeïstische saivisme, het boeddhisme, de islam, voorouderverering, tantrische riten en het animisme. In de stijl staan het geloof in reïncarnatie en de thematische idee van de nietigheid van de mens ten opzichte van de natuur centraal. In de schilder- en tekenkunst manifesteerde de stijl zich in afbeeldingen op rotswanden en later, toen Europese invloeden zich deden gelden, in naturalistische en romantische schilderijen in krijt, olieverf of gouache waarop gestileerde dierlijke en menselijke figuren werden afgebeeld met twee of drie horizons op de achtergrond. Beeldhouwwerken kenmerken zich door stenen constructies die Balinese vorsten als goden voorstellen, dierlijke en demonische figuren, en hindoeïstische en boeddhistische standbeelden. Voor beeldsnijwerken werd ook gebruik gemaakt van been en schildpad. In de keramiek werd deze stijl gebruikt voor aardewerken gebruiksvoorwerpen en abstracte beeldjes van zowel menselijke als mythische figuren. Sieraden als armbanden, halskettingen, zegelringen, krissen, hoofdtooien en haarspelden werden vervaardigd met robijnen, barokparels, ivoor en bloedkoraal, waarbij technieken als drijven en repoussé werden toegepast. De hofsieraden in deze stijl zijn voorzien van complexe iconografie.
Lithografisch drukprocedé dat wordt gemaakt door met lithografische kalk, ook wel krijt genoemd, te tekenen op een korrelige steen die is opgeruwd door fijn zand. De aangebrachte inkt hecht zich aan het oppervlak met krijt en wordt vervolgens overgebracht naar papier voor de uiteindelijke afdruk.
Een klasse van zeer oude gewervelde dieren waaronder haaien, roggen, vleten en draakvissen, die zich kenmerken door een kraakbeenachtig skelet en de typische aanwezigheid van een rudimentaire ruggengraat in de jonge dieren die geleidelijk wordt vervangen door kraakbeen, een relatief groot hersengewicht ten opzichte van de lichaamsgrootte, in de milt geproduceerde rode bloedcellen en speciaal weefsel rond de geslachtsklier in plaats van beenmerg, een uniek orgaan van Leydig en een epigonaal orgaan dat onderdeel kan zijn van het immuunsysteem, een taaie huid bedekt met huidtanden, vijf tot zeven kieuwen, inwendige bevruchting, jongen die afhankelijk van de soort levend geboren worden (ovovivipare soorten) of uit een ei ter wereld komen (ovipare soorten), en door het feit dat ze voornamelijk ectotherm of koudbloedig zijn. Veel levende haaien en roggen behoren tot dezelfde genera als soorten die meer dan 100 miljoen jaar geleden in de zeeën van het Krijt zwommen.
Te gebruiken voor een vroeg Brits bouwmateriaal, dat bestaat uit harde klei of krijt, of uit zachte witte kalksteen.
Achttiende-eeuws drukprocédé waarmee de suggestie van krijtlijnen wordt gewekt; hiervoor wordt gebruik gemaakt van etsprocédés waarbij de grondlaag met een roulette is bewerkt; soms wordt ter aanvulling stippelgraveren toegepast.
Verwijst naar etsen die zijn gemaakt door de etsgrond te bewerken met roulette en mattoir, zodat het effect van krijtlijnen en -vlakken ontstaat.
Sigaarvormig gerei dat vaak aan beide kanten is gepunt en bestaat uit stevig opgerold leer, papier of vilt. Wordt met tekenen gebruikt om houtskool, zacht potlood, pastelstift, krijt of kleurkrijt te mengen of uit te wrijven.
Procedé waarbij een beeld van een reliëf of gegraveerd oppervlak wordt overgebracht op een materiaal zoals papier of stof, hetzij door het materiaal op het oppervlak te leggen en druk en wrijving toe te passen met, bijvoorbeeld, krijt of potlood, hetzij door het oppervlak te inkten, het materiaal vervolgens op dat oppervlak te plaatsen, en daarna druk en wrijving uit te oefenen.
Een tekentechniek, waarbij gebruik wordt gemaakt van een sigaarvormig hulpstuk, doezelaar genaamd, om houtskool, zacht potlood, pastel, krijt of crayon te mengen of uit te wrijven.
Middelen, zoals stukjes rubber of vilt, waarmee tekens gemaakt met pen, potlood, krijt en dergelijke kunnen worden verwijderd.
Zwart krijt dat is gemaakt van verkoolde takjes, meestal van een wilg of een wijnstok, of van samengeperst houtskool.
Een wit mineraal bestaande uit calciummagnesiumcarbonaat dat voorkomt als krijtachtige massa's en wordt gebruikt als een wit pigment.
Goedkoop gekleurd papier dat geschikt is voor het maken van kleurkrijt- en inkttekeningen, aquarellen en voor het maken van papieren knipsels.
Vetkrijt dat speciaal voor lithografie is gemaakt.
Scherpe stalen punten die in houders zijn gezet en worden gebruikt om krijt- of tuschetekeningen op de lithografische steen te krassen met de bedoeling om een witgestreept effect in de afdruk te krijgen.
Graveergereedschap in de vorm van een knuppel met scherpe punten die uit de kop steken en met een lang, rond, houten handvat. Worden gebruikt om tekens te maken die op krijtstrepen lijken.
Coniferengenus met één levende representant, Metasequoia glyptostroboides, afkomstig uit centraal China. Fossiele vertegenwoordigers, bijvoorbeeld M. occidentalis, zijn circa 90 miljoen jaar oud en dateren uit de Late Krijtperiode. Ze zijn overal op de middelste en hoogste breedtegraden van het noordelijk halfrond aangetroffen. Doordat het klimaat circa 65,5 miljoen jaar geleden kouder en droger werd, tot in het Cenozoïsche Tijdperk, kromp het geografische bereik van de watercipres tot de huidige fossiele verspreiding. De bladeren zijn paarsgewijs gerangschikt op bladverliezende takjes, en dit bladverlies vormt vermoedelijk ook de verklaring voor de overvloedige fossiele vondsten van deze boom. De Metasequoia is nauw verwant met de genera Sequoia en Sequoiadendron.
Anorganisch pigment dat wordt geproduceerd door het vermalen van ertsen als oker, goethiet, krijt, groene aarde, azuriet, vermiljoen en malachiet.
Uitgestorven orde van obligate twee- of viervoetige, gebekte plantenetende dinosauriërs met een kenmerkende bekkenstructuur die lijkt op die van vogels, een bekachtige structuur in de voorzijde van de mond en maalkiezen achterin, een vierarmig bekken en tenen die vaak een hoefachtige structuur hebben. Vaak hebben ze een zwaar pantser of zijn ze gehoornd. Ze leefden in de periode van het late Trias tot het late Krijt en worden onderverdeeld in vijf hoofdgroepen: Eornithopoda, Pachycephalosauria, Stegosauria, Ankylosauria en Ceratopidae.
Papier dat is gecoat met een substantie die op een oppervlak kan worden gedrukt door middel van druk, vocht, of hitte en druk; de achterkant is vaak pergamijn. Overdrukpapier is te imiteren door met een zacht potlood of krijt over calqueerpapier of ander dun papier te wrijven, of door het met een pigment te bepoederen, afhankelijk van de aard van het te bedrukken oppervlak. De term heeft ook betrekking op speciale papiersoorten die worden gebruikt bij het maken van overdruklithografieën.
Kunstwerken meestal op een papieren of perkamenten (papier) ondergrond waarop de voorstelling is aangebracht met behulp van tekenkrijt gemaakt van gemalen pigment dat elkaar gehouden wordt met een bindmiddel, meestal olie of water en gom.
Kunstenaars die zijn gespecialiseerd in het maken van pastels: kunstwerken die worden gemaakt met kleurkrijt van droge kleurstof vermengd met een kleine hoeveelheid bindmiddel van olie of van water en gom.
Uitgestorven orde van fossiele zeereptielen met een breed, afgeplat lichaam, vaak een kleine kop op een lange, flexibele nek, een korte staart en vier grote peddelachtige ledematen. De dieren leefden in het Krijt en de Jura.
Houders waarmee krijt, kleurkrijt of houtskool kan worden vastgehouden en die bestaan uit een gespleten metalen buis, waarin meestal aan beide uiteinden tekenmateriaal door een ring, die over het gespleten uiteinde glijdt, kan worden vastgehouden.
Onderklasse van primitieve zoogdieren, waaronder de vogelbekdieren en hun uitgestorven verwanten. De dieren leggen eieren, hebben haar, melkklieren zonder tepels, een schoudergordel en aparte eileiders die uitkomen in een cloaca (waarin ook de endeldarm en de urineleiders uitkomen). De meeste soorten uit deze groep zijn uitgestorven. Men heeft fossielen gevonden uit het Krijt en het Kaenozoïcum. De nog levende vertegenwoordigers zijn de vogelbekdieren en verschillende soorten mierenegels.
Een grote losse steenmassa, overgebleven na de erosie van wat eens een doorlopend bed of laag was; De Engelse benaming is ook: één van de grote blokken zandsteen verspreid over de Engelse Krijtrotsen.
Uitgestorven orde van reptielen die werd gekenmerkt door een triradiaat bekken waarbij de onderste bekkenelementen benedenwaarts zijn gericht, een foramen subnarialis, enigszins gereduceerde vingers, voorste ledematen die doorgaans duidelijk korter zijn dan de achterste ledematen, en drie tot zeven sacrale wervels. Hiertoe behoren alle theropode vleesetende dinosaurussen en een van de twee grote families van plantenetende dinosaurussen. Kwam voor in het late Trias tot het late Krijt, waarna alle niet-vliegende Saurischia uitstierven.
Tekentechniek waarbij houtskool of, minder gebruikelijk, pastelkrijt wordt gebruikt op een witgeverfd paneel dat is bedekt met marmerstof dat de tekening een schuurpapierachtige glinstering en structuur geeft en licht-en-donker-effecten die vergelijkbaar zijn met een gravure. Midden 19e eeuw populair in de Verenigde Staten.
Verwijst naar rood ijzeroxide of een soortgelijk pigment, in het bijzonder wanneer het een bestanddeel is van roodbruin krijt, of is vermengd met kalk en water en is aangebracht met een penseel om ondertekeningen te maken voor fresco's. Deze ondertekeningen worden sinopia's genoemd.
Gereedschap dat lijkt op een platte vijl met een ruwe en een gladde kant; worden gebruikt om potloden, houtskool, krijtjes en pastelstiften aan te punten.
Een zware pasta samengesteld uit pigment, zoals krijtwit gemengd met lijnolie; wordt gebruikt om gaten en spleten in hout te dichten voor het verven of om ruiten in hun kozijnen vast te zetten en af te dichten.
Visuele werken die gemaakt zijn door te tekenen, wat wil zeggen de toepassing van lijnen op een oppervlak (vaak papier) met een potlood, pen, krijt, of een ander tekeninstrument. Hierin wordt geconcentreerd op de afbakening van de vorm en minder op de kleurgeving.
Tekenmateriaal in de vorm van een staafje (potloof of krijt).
Verwijst naar de stijl die tot ontwikkeling kwam op Timor en zich later uitbreidde naar overige delen van Indonesië. De stijl hangt sterk samen met territoriale uitbreidingen, het Portugese kolonialisme en de maritieme handelscultuur. De stijl wordt gekenmerkt door traditioneel batikwerk, reliëfwerk, kistornamenten met sieraden, kuisheidsschilden (badong of cupeng), hoofdtooien met goudwerk en vergulde armbanden. Veelvoorkomende motieven in sieraden en reliëfwerk zijn het bootsymbool, de slang en de buffelhoorn, die de rang en de afstamming aanduiden. Houtsnijwerk en tekeningen in deze stijl worden gekenmerkt door krullen en kromlijnige vormen die worden benadrukt door wit krijt dat in insneden is ingebracht, en verschillende Portugese ontwerpen.
Lage, lichte, halfopen rijtuigen met vier wielen, met een open bok vooraan voor de bestuurder en met een bank voor twee passagiers die werd overdekt met een vouwdak of een half dak; ontwikkeld in de tweede helft van de 19e eeuw en vooral gebruikt als parkrijtuigen. Kan bij uitbreiding ook gebruikt worden voor halfopen toerauto's met een vouwdak dat alleen de achterbank overdekt.
Orde van bloeiende planten, waaronder bekende soorten als de gemberplant, de kardemomplant, de kurkuma, de bananenboom en de arrowroot of pijlwortel. Ze zijn 80 miljoen jaar geleden geëvolueerd, in het late Krijt.