Associaties voor kruik

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bol- of peervormige stenen flessen met smalle hals, versierd met masker met baard, vaak ook met een wapenschild; werd gemaakt in de 16e en 17e eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Rubberen zakken, aardewerken of metalen flessen voor heet water, om plaatselijk warmte te bieden aan het menselijk lichaam.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gestileerde vaten van steengoed die een menselijk gezicht voorstellen, met witte klei op de plaats van de ogen en de tanden. In de 19de eeuw gemaakt door Afro-Amerikanen in Zuid-Carolina, mogelijk ook in Alabama en het noorden van Florida.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Houders, meestal van aardewerk, steengoed of porselein, smalle hals, handvat gekruld of als verticale beugel, soms met schenktuit; inhoud tot 10 liter.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kannen van aardewerk, in vorm gelijkend op een theeketel maar meestal groter, met een schuine tuit en handvatten. Ze werden al in de 18de eeuw aangetroffen op Barbados, Jamaica, Nevis en Antigua en worden nog steeds gemaakt. Ook gemaakt in het zuiden van de Verenigde Staten, vooral in Noord- en Zuid-Carolina en Tennessee.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bekers of kannen in de vorm van een menselijke figuur, meestal een zittende gezette man met een mok in zijn handen en een steek op zijn hoofd, voor het eerst gemaakt in Engeland in de 18de eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een type 17de-eeuwse kruik in de vorm van twee ringen die elkaar onder rechte hoeken kruisen. Ze zijn gemaakt van Rijnlands steengoed.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een type Duitse glazen kruiken met de vorm van een ui en een hals of tuit die bestaat uit verschillende verstrengelde buisjes.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar stijlen en methoden van keramiekproductie die sinds de 1ste eeuw werden toegepast in Vietnam. De stijl weerspiegelt over het algemeen sterke Chinese invloeden; tegen de 11de eeuw ontwikkelden de technologie, vormen en ontwerpen van keramiek zich echter tot duidelijkere Vietnamese stijlen. De stijl kan worden onderverdeeld in pre-exportaardewerk (gekenmerkt door bruinwitte ingesneden urnen, bassins en hurkkruiken met bloem-, blad-, lotus- en chrysantbloesemmotieven), vroege-exportaardewerk (gekenmerkt door een identificeerbaar wit of grijsachtig lichaam, een harde en fijne textuur en een donkere chocoladekleurige of lichter bruin gekleurde basis) en blauwwit aardewerk, dat wordt gekenmerkt door een speciaal onderglazuur dat werd gebruikt in de 14de eeuw, door bloemontwerpen, lotuskrullen en zwemmende vissen, en door opgeglazuurd email in rood, groen en geel. Blauwwit aardewerk bleef zich ontwikkelen tot in de 18de en 19de eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Vroeg-Minoïsche aardewerkstijl, genoemd naar opgravingen in de buurt van Phaistos, die zich kenmerkt door het veelvuldig gebruik van geschilderde lijnen, in plaats van de vroeger gebruikte ingekerfde of gepolijste patronen. Er zijn twee verschillende fasen te herkennen. In de eerste fase bestonden de ontwerpen uit parallelle of dubbel gearceerde geschilderde rode lijnen die liepen langs de kromming van de vaalgele aardewerken vaten. In de latere fase werd de geschilderde rode versiering meer volgens een ontwerp aangebracht, werd minder de ronde vorm van het aardewerk gevolgd en bestond de decoratie vooral uit dubbel gearceerde driehoeken of andere eenvoudige geometrische ontwerpen die werden aangebracht onder de hals van kannen en kruiken en aan de binnen- en buitenzijde van kommen en koppen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van de Tagar-fase waarin het grafgedeelte van de koergan erg klein was, met muren van slechts anderhalve tot twee meter hoog, en gemaakt van platte stenen. Elk grafgedeelte bevat slechts één graftombe die op zijn beurt slechts één skelet bevat, meestal met een of twee kruiken die bij het hoofd van de overledene zijn geplaatst, samen met offerandes van vlees en eenvoudige bronzen gebruiksvoorwerpen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken om keramiek te beschrijven dat afkomstig is uit de gelijknamige stad die dateert uit de Middeleeuwen. Vanaf 1800 bestond het werk uit stenen kruiken en tafelgerei met een glimmende bruine sliplaag en reliëf, vaak aangebracht met witte klei. In 1829 werd een veldspaathoudende glazuurlaag geïntroduceerd die het werk het uiterlijk van porselein gaf. De stijlen liepen uiteen van klassiek tot neogotisch. Dieren-, bloemen- en heraldiekmotieven bleven voorkomen tot in de 19de eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine hanglampen van ijzer of aardewerk met een handvat aan één kant en een dunne tuit voor een pit aan de andere en met een rond reservoir ��� dat men een ���cruse' (���kruik') noemde ��� van ongeveer 7,5 cm in diameter waarin brandstof zat, gewoonlijk hard vet. Deze lampen ontstonden uit de panvormige lampen met drijvende pitten die mediterrane volken in voorchristelijke tijden gebruikten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Oud-Griekse kruiken met een gedrongen buik, een lange dunne hals en een snaveltuit. De buik is soms voorzien van ribversiering. ‘Epichysis’ betekent ‘schenken’. De meeste van deze vaten werden in Zuid-Italië geproduceerd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van het aardewerk dat werd gemaakt door boeren in Hongarije en Moravië (in het huidige Tsjechië) van de late 16de tot het einde van de 17de eeuw. De stijl wordt gekenmerkt door krachtige en gestileerde bloemen, dieren en figuren, aangebracht op typische bolvormige kruiken met korte hals en borden met een brede, platte rand.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor de bekronende fioelcomponenten in de vorm van een pot, kruik of kan in de hindoetempelarchitectuur.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van het aardewerk dat wordt vervaardigd in de gelijknamige stad. Dit zijn in het algemeen theepotten, bloemenvazen en sakekruiken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode waarvan de productie analoog is aan artistieke modellen van de Khmer die werden ontwikkeld in het gebied van het huidige Cambodja. In de architectuur kan deze periode worden onderverdeeld in drie subperioden: van de 7de tot de 9de eeuw grijpt deze periode terug op pre-ankorese Khmer-stijlen en wordt er gebruikgemaakt van constructies van baksteen, vierkante torens, sanctuaria met redans en hoekpilasters, met een draagsteen ondersteunde gewelfdaksystemen en met behulp van gegoten basementen met ingangen aan de oostzijde en blinde deuren aan de overigen drie zijden. Van de 10de tot de vroege 13de eeuw laat deze periode intensievere Khmer-invloeden zien en wordt ze gekenmerkt door de Prasat Wat Prang (10de eeuw) en Prasat Ban Chang, die beide stenen torens bevatten, met zandstenen deurkozijnen op een noord-zuidas, pilasters en drielobbige lampnissen, en door de Prasat Phra en Prasat Phanom Wan, die beide worden gekenmerkt door vestibules en mondops met relikwieën of Boeddha-afbeeldingen. Vanaf de late 13de tot de 14de eeuw ontwikkelde de architectuur regionale artistieke elementen, maar met behoud van traditionele Khmer-iconografie. Tempels in deze latere stijl worden gekenmerkt door laterietconstructies, uitgebreide sanctuaria die zijn gewijd aan Boeddha en bodhisattva’s, de prang, een karakteristieke Thaise constructie die wordt gekenmerkt door de opwaartse uitrekking van de kogelvorm van het klassieke Khmer-torensanctuarium en verdere variaties op de mondop en de vierkante toren met redans. In de keramiekproductie wordt deze periode gekenmerkt door voornamelijk platte, bruin- of groengeglazuurde werken met gegraveerde geometrische ontwerpen en modellering van dierlijke vormen op kruiken en potten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een van de drie hoofdfasen van de Gansu-cultuur, die dateert uit circa 2000 tot circa 1800 v. Chr. De naam is ontleend aan een vindplaats ten oosten van Ledu, in het oosten van de provincie Qinghai, die van 1921 tot 1923 is uitgegraven door de Zweedse archeoloog Johan Gunnar Andersson. Aardewerk uit de Machang-fase werd vervaardigd uit rode klei of uit zandgetemperde rode en grijze klei; de meest voorkomende vormen zijn potten, kommen en kruikachtig vaatwerk. Typerende decoratiemotieven zijn vier grote cirkels, ringetjes, spiralen, antropomorfe patronen en weef- of blokpatronen. Machang-aardewerk is veelal voorzien van geschilderde symbolen; tot dusverre zijn er 139 verschillende symbolen geïdentificeerd. Sommige grote potten zijn voorzien van een deksel in de vorm van een menselijk hoofd, en op één opvallend vat is een menselijke figuur met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken en borsten afgebeeld. Dergelijke figuren kunnen waarschijnlijk in verband worden gebracht met sjamanistische rituelen. De best bewaarde resten van Machang-huizen zijn opgegraven in Majiawan, in Yongjing.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van het aardewerk dat werd vervaardigd op het Griekse vasteland vanaf de midden-Helladische tijd, en dat zich kenmerkt door de eenvoudige handgemaakte vormen waaronder veel gesloten kruiken, en door de decoratieve beschilderingen met geometrische en lineaire motieven. De stijl is ook te herkennen aan het matte uiterlijk van het oppervlak. Dit in contrast met het gepolijste en dus glanzende aardewerk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de Egyptische aardewerkstijl die werd vervaardigd tijdens de Badarische, Amratische en Gerzeaanse periodes van circa 6.000 tot 2.925 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door dunwandige, gepolijste, handgemaakte kruiken, met een rode okeren vernislaag, met zwarte bovenkanten die, waarschijnlijk werden verkregen door de nog hete kruiken in verkolend organisch materiaal te leggen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar aardewerk dat wordt gekenmerkt door veren- en takkendecoraties die lijken op de afdrukken van mosagaat (in het Engels ook wel 'mocha stone' genoemd). Mocha ware is rond 1785 in Engeland ontwikkeld en bleef de gehele 19de eeuw populair. Het wordt met name aangetroffen bij mokken, kruiken en andere vormen van aardewerk die in taveernes werden gebruikt voor het meten of bewaren van droge waren, hoewel het ook bij andere voorwerpen voorkomt. Het ornament werd gemaakt door de romp, bestaande uit groen aardewerk of bedekt met engobe, te bestrijken met een vloeibaar pigment dat zich vervolgens verspreidde op capillaire wijze, of door middel van een blaaspijpje. Het pigment bevatte vaak tabakssap, urine en metaaloxide, en had meestal een groen, bruine, blauwe of roze kleur. Soms werd de romp eerst beschilderd met een horizontaal banddessin in bruine, blauwe of grijze engobe. De romp was doorgaans gemaakt van Engels aardewerk, wit of bamboekleurig aardewerk, of van pearlware.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een type oinochoai dat grote gelijkenis vertoont met de moderne kruik met één handvat, al heeft het vaak twee handvatten. Deze vorm werd gebruikt als opscheplepel om wijn te serveren en als drink- en maatbeker.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Klassieke Griekse vaten met één handvat, die werden gebruikt voor het scheppen en schenken van wijn of water. Gemaakt in een reeks van vormen met het uiterlijk van kannen en kruiken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bus, soms ook afsluitbare kruik, voor een van de heilige oliën, waaruit de bisschop, deken of aartspriester deze uitdeelt aan de vertegenwoordigers van de parochies.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de Egyptische aardewerkstijl die werd vervaardigd tijdens het Oude Koninkrijk van circa 2650 tot 2150 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door gepolijste kruiken die zijn bedekt met een oranje engobe.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van het op Cyprus gevonden aardewerk uit de chalcolithische periode van circa 3800 tot 2300 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door handgemaakte kruiken die zijn bedekt met een dikke glanzende zwarte engobe.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van het in de noordelijke Levant gevonden aardwerk uit de periode van circa 5.500 tot 5.000 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door kruiken die zijn bedekt met een rode laklaag, soms versierd met eenvoudige, ingetogen banden met ingedrukte of ingekerfde versieringen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van het op Cyprus gevonden aardewerk uit de midden-Cypriotische periode van ongeveer 1900 tot 1600 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door kruiken bedekt met een gelijkvormige zwarte engobe en versierd met geschilderde rode lijnen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van het op Cyprus gevonden aardewerk uit de late neolithische periode van circa 4500 v. Chr. tot en met de Chalcolithische periode die rond 2300 v. Chr. eindigde. De stijl, een van de eerste inheemse stijlen die op Cyprus ontstond, doorliep verschillende ontwikkelingsfasen, maar kenmerkt zich in het algemeen door handgemaakte kruiken, vooral dikwandige kommen en flessen zonder handvaten, versierd met rode verf.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de Egyptische aardewerkstijl die werd vervaardigd tijdens de Badarische en Amratische perioden van circa 6.000 tot 3.200 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door dunwandige handgemaakte kruiken met een okerrode vernislaag, die werden gepolijst met een kiezel of een ander hard voorwerp.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de aardewerkstijl uit verschillende dorpen in de Shigaraki-vallei in het zuiden van de Shiga-prefectuur. De fabricage begon in de Kamakura-periode (1185-1333) en vindt nog altijd plaats. In de begintijd bestond de productie voornamelijk uit vaatwerk voor huishoudelijk gebruik, zoals potten met een smalle mond en vijzelkommen. In 1632 werden het Shigaraki-vaatwerk het officiële vaatwerk voor de opslag van thee voor het Tokugawa-shogunaat. Vanaf de 19de eeuw verschoof het accent naar andere producten, bijvoorbeeld plantenbakken, komforen en sakekruiken. De stijl kenmerkt zich in het algemeen door roodbruin en grofkorrelig aardewerk met witte stippeltjes veldspaat of kwarts die tijdens het bakken smelten en door het oppervlak steken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een aantal keramiekstijlen die werden geproduceerd in de provincie Mino vanaf de 7de eeuw tot nu. Vroeg aardewerk kan worden getraceerd vanaf Sue-aardewerk, maar in de 12de eeuw omvatte de productie, als gevolg van het gebruik van Sanage-ovens, kruiken met grote monden, kruiken met kleine monden en vijzels. Vanaf de 15de tot het midden van de 16de eeuw werden asgeglazuurde en ijzergeglazuurde gebruiksvoorwerpen geproduceerd. Tegen het eind van de 16de eeuw onderging de productie een revolutionaire verandering door de introductie van ovens met meerdere kamers, resulterend in aardewerk voor theeceremonies dat groen glazuur en veldspaathoudend glazuur bevatte, met een grote verscheidenheid aan beschilderde vormen en decoraties. In het begin van de 19de eeuw werd er ondergeglazuurd blauw gedecoreerd aardewerk geproduceerd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Afbeeldingen waarin de nadruk ligt op de weergave van levenloze voorwerpen, in tegenstelling tot kunst waarin zulke voorwerpen ondergeschikte elementen in een compositie zijn. De term wordt in het algemeen gebruikt voor voorstellingen van vruchten, bloemen, vlees of dode prooidieren, kruiken, eetgerei en andere voorwerpen, waaronder ook schedels, kandelaars en zandlopers, op bepaalde wijze gerangschikt op een tafel. Zulke afbeeldingen zijn bekend sinds de tijd van de oude Grieken en Romeinen, maar het onderwerp werd pas uitgewerkt door enkele 16de-eeuwse Italiaanse schilders en in hoge mate verfijnd in de 17de-eeuwse Nederlandse schilderkunst waar de kenmerken van vorm, kleur, materiaal en compositie werden gewaardeerd en de beelden vooral werden gebruikt om een allegorische boodschap over te brengen.Stillevens worden vooral aangetroffen in olieverfschilderingen, maar ook in mozaïeken, aquarellen, prenten, collages en foto’s. De term omvatte oorspronkelijk ook schilderijen waarbij de nadruk lag op rustende levende dieren, maar zulke afbeeldingen worden nu ‘dierenschilderingen’genoemd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Steengoed uit de 16de en 17de eeuw, met name kruiken, met een opvallend vlekkerig bruin glazuur op een grijsachtige romp, dat in Engeland werd ingevoerd uit de aardewerkfabrieken langs de Rijn, met name die van Keulen. Tigerkruiken waren vaak bekleed met zilver in de vorm van een band rond de hals, en met zilver op het deksel, de voet en het handvat. De term wordt ook gebruikt voor Engelse imitaties, zoals het aardewerk dat is vervaardigd door John Dwight uit Fulham, die eind 17de eeuw een fabriek speciaal voor dit doel stichtte.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een type stilleven met rookgerei, zoals tabakspijpen, smeulende henneppitten en komforen met brandende kolen. Meestal zijn ook kruiken bier of glazen wijn afgebeeld.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode op het Omaanse schiereiland van circa 2.500 tot 2.000 v. Chr., genoemd naar het eiland Umm an-Nar. De periode is bekend om zijn collectieve, monumentale, ronde graven, die soms waren gedecoreerd met reliëfs die werden gekenmerkt door hun eenvoud. Voorts is deze periode bekend om zijn gedecoreerde kruiken van zachte steen, zoals ze ook werden gemaakt in Mesopotamië en Perzië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een vroeg-Minoïsche aardewerkstijl, genoemd naar een archeologische vindplaats in het oosten van Kreta. Het aardewerk kenmerkt zich door de ontdekking van nieuwe ongebruikelijke vormen, waaronder ‘theepotten’ met overdreven lange tuit, en kruiken met lange, spitse tuiten. De kenmerkende decoratie ontstond door de pot volledig met een sliblaag te bedekken, die tijdens het bakken werd gemarmerd, om op die manier een bont geschakeerd effect in rood en zwart te verkrijgen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de aardewerkstijl die werd gevonden in de noordelijke Levant, en die wordt gedateerd van circa 6.600 tot 6.000 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door kruiken die werden gedraaid van een samenstelling van kalk en zoute as, dat hard en wit werd als het eenmaal was gedroogd en gebakken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de Egyptische aardewerkstijl die werd vervaardigd tijdens de Amratische periode van circa 4.000 tot 3.200 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door kruiken van gepolijste Nijlklei, met een laag oker, en versierd met geometrische vormen die mandenwerk of geweven stof nabootsten, of met dierenfiguren, mensen, en planten in wit gipspigment.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de aardewerkstijl die werd gevonden op Cyprus in de Laat-Cypriotische periode van circa 1600 tot 1050 v. Chr. De stijl kenmerkt zich in het algemeen door kruiken met een dikke, romige, blanke engobe, gedecoreerd met donker gekleurde verf.