Associaties voor lapje

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor de afzonderlijke vormen, geknipt uit een stuk textiel, die onderdelen van gewatteerde lapjes zijn.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Stukken grond, meestal middelgroot, vaak met één eigenaar, vaak rechthoekig of met een andere regelmatige vorm, afgebakend door precieze grenzen. Te onderscheiden van 'percelen', die meestal kleiner zijn, bij één gebouw horen, en vaker in een stad of stedelijke omgeving voorkomen dan op het platteland.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine ronde bedekkingen voor de tepels van een vrouw; worden vooral gedragen door stripdanseressen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De basiseenheid van vele quiltbovenkanten, die aan elkaar of aan verstevigende blokken of sjerpen genaaid, het ontwerp creëren. De blokken worden gemaakt van een of meerdere lapjes, ofwel aan elkaar gezet ofwel appliqué. De blokken zijn gewoonlijk vierkant maar kunnen ook andere geometrische vormen hebben zoals achthoekig of rond.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een geborduurd ajourwerk met als belangrijkste ontwerpelement de oogjes, kleine gaatjes die zijn verbonden door satijnen lapjes. Het wordt meestal verwerkt in katoen als de randen van kleding of linnengoed. De gaatjes - of oogjes - zijn gegroepeerd in patronen die verder zijn afgebakend door eenvoudige borduursteken op het omliggende materiaal. Het werk wordt meestal uitgevoerd met witte draad op witte stof. De techniek ontstond in het 16de-eeuwse Europa en was niet beperkt tot Engeland, zoals de naam suggereert. In de 19de eeuw werd het veel gebruikt op nachtkleding en ondergoed. Moderne broderie anglaise wordt meestal machinaal vervaardigd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Schoenen die versierd zijn met rijen gaatjes, geënt op ongelooide leren schoenen uit Schotland en Ierland die oorspronkelijk met leren riempjes werden bevestigd. Kunnen ook versierd zijn met stiksels of kartels en kunnen gesloten of open flapjes hebben.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine lapjes in de kleuren van het militaire wapen, dienstvak etc., dat dient als achtergrond van de baretgesp of een ander onderscheidingsteken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Korte capes die de schouders bedekken; dienen monniken volgens de orderegel van Sint Benedictus te dragen tijdens handarbeid en zijn door bepaalde andere geestelijke orden overgenomen als onderdeel van hun gewone kleding. De term wordt ook gebruikt voor twee lapjes gewijde stof, door linten verbonden, die onder de kleren over borst en rug worden gedragen.