Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Wordt gebruikt voor series gedrukte karakters, die alfabetten, numerieken en andere symbolen omvatten die overeenkomen in bepaalde stijl- en ontwerpkenmerken. Voor de rechthoekige, meestal metalen stukken die aan een kant een karakter hebben waarmee een tekst wordt vervaardigd en klaargemaakt om gedrukt te worden, wordt 'losse gegoten letters' gebruikt.
Lettertypen waarvan de karakters vrij smal zijn in verhouding tot hun hoogte.
Groep scriptlettertypen verwant aan Antieke handgeschreven schuine schriften.
Groep lettertypen ontstaan in Frankrijk in 1698, die onder meer gekenmerkt worden door verticaal accent, het sterke contrast tussen dikke en dunne pennestreken en losse schreven.
Wordt gebruikt voor lettertypen die eerder schuin naar rechts overhellen dan recht overeind staan, en daardoor verwantschap vertonen met cursieve humanistische schriften. Meestal komen ze voor met een Romaans lettertype, maar soms ook op zichzelf staand.
Algemene term in de drukkunst voor decoratieve patronen, die meestal geen onderdeel uitmaken van een specifiek lettertype.
Lettertypen waarvan de karakters vrij breed zijn in verhouding tot de hoogte.
De opmaak van een tekst met behulp van elektronische en fotografische methoden. Afbeeldingen van letters van een bepaald lettertype worden van een film of schijf geprojecteerd op papier; zo wordt een pagina verkregen die wordt gebruikt voor de offsetplaat
Groep lettertypen die worden gekenmerkt door zware fronten en hoekige contouren. Ze zijn verwant aan Gotische handgeschreven schriften.
Gebruik voor boeken gedrukt in groter lettertype dan normaal, in het algemeen meer dan 16-punts, meestal ten behoeve van lezers met een visuele handicap.
Groep lettertypen van de Romaanse stijl, zonder schreven. Werden voor het eerst gebruikt in het begin van de19e eeuw.
Het zetten van een lettertype waarbij de tekens met de hand, zonder hulp van apparaten, worden samengesteld en bijgewerkt. Sommige fotografisch geproduceerde lettertypen kunnen met de hand zijn gezet.
Wordt gebruikt voor lettertypen van oude stijlen die sterk gebaseerd zijn op humanistische schriften.
De hiërarchie Informatievormen bevat descriptoren voor tekstuele, grafische en fysieke objecten met als belangrijkste en oorspronkelijke doel het vastleggen of overbrengen van specifieke informatie. Buiten het bestek van de AAT vallen titels van bepaalde teksten, bijvoorbeeld de Koran, en namen van afzonderlijke lettertypen, bijvoorbeeld Bembo. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor twee- en driedimensionale werken die voornamelijk zijn bedoeld voor visuele communicatie, in het bijzonder de overdracht van een expressieve betekenis en dus niet van specifieke informatie, zijn opgenomen in de hiërarchie Beeldmateriaal (bijvoorbeeld 'stillevens'). Typen afdrukken die voornamelijk worden gebruikt voor het reproduceren van documenten en technische tekeningen (bijvoorbeeld 'blauwdrukken') worden niet beschouwd als foto's, hoewel ze met behulp van lichtgevoelige procedés tot stand zijn gekomen; om die reden zijn ze hier opgenomen, terwijl foto's en fotomechanische afdrukken zijn opgenomen onder Beeldmateriaal. Descriptoren voor allerlei soorten financiële documenten zijn hier ondergebracht, terwijl objecten die specifiek worden gebruikt bij de uitwisseling van goederen of diensten, of bij de vereffening van schulden, in de hiërarchie Ruilmiddelen te vinden zijn.
Een aantal hoofdletters, in getypte tekst, die kleiner zijn dan en verschillen van de normale hoofdletters van een lettertype.
Opschriften in kranten die het onderwerp aangeven en die in een groter lettertype dan de rest van de tekst staan weergegeven.
De maat, meestal in de puntgrootte van een lettertype, afgemeten aan het corpus van het individuele type in plaats van het werkelijke afdrukgebied.
Term die is ontstaan in het midden van de 20e eeuw, oorspronkelijk om strike-on composition van lettertype te onderscheiden van methoden met heet metaal. Later vielen hier ook fotografische methoden onder. Gebruik een andere term indien mogelijk.
Voorbeelden gemaakt voor of door drukkers om een indruk te geven van het geheel van het zetsel, de lettertypen, de lettergroottes, en de posities van de illustraties en onderschriften van stukken die moeten worden gedrukt.
Tekens die samengesteld zijn uit twee of meer lettertypen, die zijn verenigd in een enkele grafische vorm.
De rechthoekige stukken die meestal van metaal zijn en aan één kant een letter of ander teken hebben, waarvan een tekst wordt samengesteld en gezet om te drukken. Gebruik 'lettertypen' voor series van druktekens die overeenkomsten tonen op het gebied van stijl of ontwerp.
Wordt gebruikt voor methoden van letterzetting waarbij het lettertype wordt gezet met behulp van mechanische of elektronische middelen, in tegenstelling tot handmatige letterzetting.
Lettertypen die relatieve lichte, dunne lijnen vooral gebruikt om onderscheid te maken met vet.
In getypte tekst, letters die in een gegeven lettertype noch de hoofdletters, noch de kleine kapitalen zijn, en die meestal kleiner zijn dan de hoofdletters en stokken en staarten gebruiken. Voor handgeschreven manuscripten met stokken en staarten wordt `miniskulen' gebruikt.
Wordt gebruikt voor lettertypen afkomstig van Jenson's 15e-eeuwse Venetiaanse letters.
Groep lettertypen die zijn ontstaan halverwege de 18e eeuw en zich onder meer kenmerken door aaneengekoppelde schreven overgebleven uit een oude stijl en het sterke contrast tussen dikke en dunne pennestroken die worden geassocieerd met het moderne.
Grote groep lettertypen die over het algemeen zijn gebaseerd op 15e-eeuwse Italiaanse lettertypen, dat wil zeggen dat ze gebruik maken van het Latijnse alfabet, maar niet van gotische lettertypen noch van duidelijke schriftvormen. Een romeins lettertype kan dus een bijbehorend cursief schrift omvatten. Voor romeins als het tegenovergestelde van cursief wordt 'romein (rechtopstaande lettertypengroep)' gebruikt.
Lettertypen die behoren tot de grote groep lettertypen van romeinse stijl, met rechte, niet-cursieve tekens. Voor de grote groep lettertypen van romeinse stijl wordt 'romeins (lettertypegroep) gebruikt.
Kopiisten die rubrics aanbrengen. Rubrics zijn kopteksten, trefwoorden, rood gedrukte of geschreven indexwoorden in de marge (als de rest van de tekst in zwart is), of teksten die zich op een andere manier onderscheiden door het lettertype. Ze dienen als leidraad bij de inhoud van de pagina's.
Kopteksten, trefwoorden, rood gedrukte of geschreven (als de rest van de tekst in zwart is) indexwoorden in de marge, of teksten die zich op een andere manier onderscheiden door het lettertype, en dienen als leidraad bij de inhoud van de pagina's.
Wordt gebruikt voor lettertypen die het schuine handschrift imiteren.
Grote of dikke lettertypen die worden gebruikt voor bijvoorbeeld krantekoppen, titelpagina's of advertenties, vaak gedefinieerd als getypte tekst van 24 punten of groter.
Wordt gebruikt voor methoden voor het zetten van een lettertype, waarbij letters worden gezet door rechtstreekse indruk, bijvoorbeeld door middel van letterzetmachines
Cursief lettertype met verlengde staartjes en krullen.
Lettertypen die gebruikt worden voor het voornaamste deel van een tekst of drukwerk, vaak gekenmerkt als type van 24 punten of kleiner.
Wordt gebruikt voor verschillende procédés voor het gebruik van het werken met lettervormen en lettersoorten, waaronder het zetten van letters, het ontwerpen van lettertypen en het opmaken van gedrukte letters.
Wordt gebruikt voor lettertypen van Latijnse en niet-Latijnse karakters, die enige vorm van versiering of decoratie vertonen.
Een dikkere versie lettertypen van dezelfde stijl.
Bij het handmatig zetten, de fouten die in het gedrukte resultaat verschijnen als gevolg van het verkeerd sorteren van het zetsel in de zetkast. Typische voorbeelden van zetfouten zijn letters van een verkeerd formaat of lettertype, of spelfouten.