Associaties voor midden-

Toegevoegd op: 16-8-2017

Voorvoegsel voor de beschrijving van een kleur met een gemiddelde intensiteit en een gemiddelde waarde.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een fase van de Grieks Archaïsche periode, van circa 580 tot ongeveer 535 v. Chr. De stijl kenmerkt zich in de beeldhouwkunst en de beschildering van vazen door de afbeelding van naturalistischer figuren dan in de vroeg-Archaïsche fase.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de Assyrische periode en stijl van circa 1500 tot 1000 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van nieuwe thema’s, een hernieuwde vitaliteit en culturele invloeden van buitenaf, in het bijzonder uit Egypte en het oostelijke Middellandse-zeegebied.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl die volgde op de iconoclastische crisis, van het midden van de 9de tot het begin van de 13de eeuw. De stijl komt voornamelijk voor in het Oost-Romeinse rijk, en verspreidde zich samen met het Orthodoxe geloof naar de Balkan en Rusland na het verlies van Klein-Azië aan de Seljuk-Turken in 1071. De stijl kenmerkt zich door het voortborduren op en verder ontwikkelen van vroegere Byzantijnse kunst, bijvoorbeeld door een kleinere schaal van kerken en kloosters, het regelmatige gebruik van de Griekse kruisplattegrond, interieurs bedekt met weelderig marmer, mozaïeken, schilderingen en ivoorsnijwerk. Het betrof meestal eenvoudiger, meer lineaire en abstracte composities in een strak iconografisch systeem.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de middenfase van de chalcolithische periode en cultuur, toen er meer koper werd gebruikt dan tijdens de Vroeg-Chalcolithische periode. Algemeen wordt aangenomen dat de periode in Europa duurde van circa 3.500 tot circa 2.000 v. Chr.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een tussenfase van de Corinthische aardewerkstijl, van circa 600 tot circa 575 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door een ogenschijnlijk grootschalige productie van potten, beschilderd maar in vergelijking tot de voorgaande fase met een veel kleiner arsenaal van onhandig afgebeelde dieren. Verdere kenmerken zijn de nieuwe houdingen van de dieren, de minder drukke dessins tussen de figuren en het gebruik van stippen die de omtrek van de dieren weergeven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van de kunstvoorwerpen op de Cycladische archipel tussen grofweg 2000 en 1600 v. Chr., die voornamelijk wordt vertegenwoordigd door aardewerk in de donker gepolijste, Cycladisch witte en zwart-rode stijl.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van circa 1900 tot 1600 v. Chr. op het eiland Cyprus. De kunst uit deze periode kenmerkt zich door een voortzetting van de vroeg-Cypriotische stijlen zoals roodgepolijst aardewerk en de vervaardiging van platte geschilderde of gegraveerde terracotta figuurtjes, waarvan sommige met gemodelleerde armen en benen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van circa 1750 tot 1250 v. Chr. in het gebied van het huidige Bahrein, Failaka Island en de oostkust van Saoedi-Arabië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de fase van de Edo-periode die zich ontwikkelde van circa 1704 tot 1789.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de Elamitische periode van circa 1450 tot 1100 v. Chr., toen de staat Elam een militaire en politieke macht was in het zuidwesten van Iran, met name onder de heerschappij van Untash-Napirisha, Shutruk-Nahunte I en Shilhak-Inshushinak.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van de kunstvoorwerpen op het zuidelijke en centrale Griekse vasteland tijdens de bronstijd tussen circa 2000 en 1600 v. Chr., herkenbaar aan het Minyan en matgeschilderde aardewerk en door de ontwikkeling van de tholos-graven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de fase van de Jomon-periode van circa 3.500 tot 2.500 v. Chr. Tijdens deze periode ontstonden grote semi-permanente nederzettingen, werd aardewerk vervaardigd met verfijnde gestreepte reliëfversieringen en nam de productie van beeldjes toe.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de tussenperiode in de Minoïsche kunst en cultuur, volgens het classificatiesysteem dat is ontwikkeld door de archeoloog Arthur Evans. De stijl kenmerkt zich door gemodelleerde kleibeeldjes in de vorm van dieren en mensen die een bepaalde emotie weergeven, door polychrome versiering van het aardewerk die bestaat uit steeds complexere kromlijnige en bladachtige ontwerpen, en door de bouw van paleizen. De tijd overlapt voor een deel met de tijd van de oudste paleizen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar stijlen en culturen uit het uitgestrekte gebied dat de landen in Zuidwest-Azië en het noordoosten van Afrika omvat. Vroeger vielen ook Afghanistan, Pakistan, India en Birma onder deze term.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst in het algemeen naar een periode tussen de hoog-paleolithische en de laag-paleolithische tijd, die begint in de derde interglaciale fase en die duurt tot tijdens de eerste belangrijke schommeling van de vierde ijstijd of het Weichselien. Tijdens de periode bestonden de culturen van het Moustérien, een gedeelte van het Levalloisien en het Tayacien, die alle bekendstaan om de vervaardiging van gereedschap van steensplinters, hoewel ook de oudere handbijltraditie behouden bleef.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode in Meso-Amerika van circa 1000 tot 300 v. Chr. die wordt gekenmerkt door ontluikende politiek-religieuze structuren en nuclei die zich uitstrekten tot de Zapotec-beschaving in de Vallei van Oaxaca in de Zuidelijke Hooglanden. Beeldhouwkundige stijlen uit die periode omvatten ceremoniële en monumentale steensculpturen zoals grote stenen hoofden, altaren, stèles en andere volledig ronde vormen en bas-reliëfvormen. Het naast elkaar plaatsen van de menselijke figuur en dierlijke kenmerken zoals jaguarmonden en neusgaten komt veelvuldig voor in beeldhouwkunst en schilderkunst. De stijlen van edelsteenbewerking in deze periode omvatten gevarieerde jaden beeldjes en andere, kleine, complexe objecten. Piramide-achtige architectuur toont complexere en gevarieerdere vormen zoals de piramidevormige gecanneleerde kegelstructuur.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Plant die inheems is op de Filippijnen, maar tegenwoordig ook wordt verbouwd in Midden-Amerika. Deze soort wordt tot 5 meter hoog. De vezels van de plant gebruikt men voor het maken van touwen en voor andere doeleinden. De abaca is nauw verwant aan en lijkt op de bananenplant M. sapientum.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De vezels van deze plantensoort gebruikte men al in de precolumbiaanse tijd. De Azteken maakten er kledingstukken van. Vanaf het eind van de jaren dertig van de twintigste eeuw verbouwt men de plant commercieel in Zuid- en Midden-Amerika en tevens in Afrika. De vezels zijn sterk en stijf en licht crèmekleurig. Gewoonlijk verft men sisal met directe of zure kleurstoffen met heldere kleuren. Met de vezels maakt men touw, stoffen vulmateriaal, zakken, borstels, tapijten, matten, handtassen, hoeden en papier.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar opvallende medicijnpotten die tussen de 15de en 18de eeuw werden geproduceerd, hoofdzakelijk in het Midden-Oosten en in Spanje en Italië. Ze waren bedoeld als houder voor zalven en geneesmiddelen in droge poedervorm, of voor verfpigmenten. Ze zijn meestal 18 à 20 centimeter hoog, vaak van majolica of faience, en cilindrisch van vorm, met holle of verdiepte zijkanten om het vastpakken te vergemakkelijken; veelal zijn ze voorzien van een brede opening om de inhoud gemakkelijker bereikbaar te maken. Soms hebben ze dicht bij elkaar geplaatste handvatten. Ze zijn evenwel niet bedoeld voor het bewaren van vloeistof en zijn daarom niet voorzien van een tuit of rand en meestal niet van handvatten, en hebben evenmin een bolle vorm. Doorgaans hebben ze geen deksel, en werd een stukje papier of perkament rond de rand gebonden om de pot af te dekken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van circa twee soorten bloeiende planten die een grote eetbare vrucht dragen. De planten zijn afkomstig uit Midden-Amerika en werden van daaruit naar de Caraïbische eilanden gebracht door Caraïbische stammen. In de kunst van de Olmeken vindt men afbeeldingen van deze planten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie met één genus en negen soorten apen die in Zuid- en Midden-Amerika voorkomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de Aboriginalstam die in een gebied in Midden-Australië leefde. Arunta-schilders werkten vaak met gegraveerde stippen en punten in de achtergrond.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van vier genera en ongeveer negentien soorten die voorkomen in Zuid- en Midden-Amerika en drie fossiele soorten in twee genera die in het Vroeg-Mioceen en het Holoceen leefden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een hoog ontwikkelde midden- en laat-paleolithische gereedschap voortbrengende cultuur die wijdverbreid was in noordelijk Afrika tijdens het late Pleistoceen vanaf circa 30.000 v. Chr. Deze cultuur ontwikkelde zich klaarblijkelijk als een geavanceerde Afrikaanse vorm van de Europese Levalloisien traditie en is genoemd naar de opgravingen bij Bir al-Tir in Tunesië. Deze cultuur kenmerkt zich door het gebruik van pijl en boog, de opkomst van schachten of scherpe uitsteeksels op pijlpunten, speerpunten en schrapers om het bevestigen van handvatten mogelijk te maken, en door een zeer fijne drukbeiteltechniek. Sommige geleerden menen dat er een verband is tussen de Aterian bladvormige lemmeten en Solutréen lemmeten en dat de Aterians het Iberisch schiereiland zijn binnengedrongen tijdens de Solutréen tijd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt alleen gebruikt voor de meestal I-vormige speelvelden en aanverwante toeschouwerspodia van het oude Midden-Amerikaanse rituele balspel.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Midden-Europese neolithische cultuur en aardewerkstijl die waarschijnlijk voortkwam uit de instroom van neolithische volkeren in mesolithische culturen, en die zich snel verspreidde van de Hongaarse hoogvlakte naar Slowakije, Tsjechië, Oostenrijk, Duitsland, Polen, de Lage Landen en het oosten van Frankrijk tussen circa 5400 en 4900 v. Chr. De cultuur kenmerkt zich door de introductie van landbouw, veeteelt, grote longhouses, gebeitelde stenen gereedschappen en typisch beeldhouwwerk versierd met ingekerfde lijnen, strepen en inkepingen. In plaats van de term ‘bandkeramiek’ wordt wel de term ‘Linienbandkeramik’ gebruikt, maar volgens de traditionele classificatie is laatstgenoemde stijl een variant van de eerste. Ook de term ‘Danubian’ werd vroeger veel gebruikt om naar deze cultuur te verwijzen, maar moderne onderzoekers gebruiken vooral ‘bandkeramiek’.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor scherpgekante of puntige voorwerpen, in pre-Columbiaanse Midden-Amerikaanse culturen gebruikt om slachtoffers te doden of bloed te vergieten als offer aan de goden; zij komen voor in verschillende vormen, waaronder door de mens gemaakte objecten zoals messen en scherpe pinnen met handvatten, en natuurlijke objecten zoals doornen en stekels van de pijlstaartrog.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor scherpe puntige voorwerpen, in pre-Columbiaanse Midden-Amerikaanse culturen gebruikt om in de huid te prikken en bloed te doen vloeien als zelfopoffering aan de goden; zowel door de mens gemaakte objecten die lijken op dolken of scherpe pinnen met handvatten als natuurlijke objecten zoals doornen en de stekels van pijlstaartroggen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar het glazuur van wit porselein dat is versierd met blauw onder het glazuur. Onderglazuur blauw werd vanaf de 9e eeuw gebruikt in het Midden-Oosten; het kwam tijdens de Yuan-dynastie (1279-1368) in China terecht. Vooral opmerkelijk is het blauwwitte aardewerk dat tijdens de Ming- (1368-1644) en Qing-dynastieën (1644-1911) in China werd geproduceerd. Onderglazuur blauw kwam vanuit China in de 18e eeuw in Europa terecht.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Leden van een genus van vier soorten in bomen levende zoogdieren die bekend staan om hun trage bewegingen en die inheems zijn in de laaglanden van de tropische bossen van Zuid- en Midden-Amerika. Ze verschillen van de tweevingerige luiaards doordat ze groter zijn, zich iets sneller voortbewegen en vaak in de vork van een boom zitten in plaats van aan takken te hangen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Boomsoort die verfhout en timmerhout oplevert, afkomstig uit het Midden-Oosten. Typerende soort voor het geslacht. Indien naar 'brazielhout' wordt verwezen als houtsoort en niet als plant, kan het product van alle soorten van dit geslacht worden bedoeld.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Soort hardhoutboom die inheems is in Midden- en Zuid-Amerika. Bekend om zijn helderrode hout.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine Caribische boomsoort die inheems is in Midden-Amerika en de Caribische eilanden. Het is een langzaam groeiende boom met broos zwart kernhout.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Boomsoort die verfhout en timmerhout oplevert, inheems in het Midden-Oosten. Typerende soort voor het geslacht. Indien naar 'brazielhout' wordt verwezen als houtsoort en niet als plant, kan het product van alle soorten van dit geslacht worden bedoeld.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de Pinus caribaea, afkomstig uit Midden-Amerika, Cuba, de Bahama's en de Turks- en Caicoseilanden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Langzaam groeiende en lang levende boom die inheems is in het gebied dat zich uitstrekt van de Canadese provincie Ontario tot de Amerikaanse staten Minnesota en Florida en tot Mexico, maar het meest voorkomt in het lage stroomgebied van de rivier de Ohio en vervolgens naar het zuiden langs de rivier de Mississippi tot in Midden-Arkansas. Men vindt de soort veel in de grote riviermoerassen in Midden-Missouri en het stroomgebied van de rivier de Wabash in Indiana en Ohio. De boom heeft een lange penwortel en is daardoor moeilijk te verplanten. Daarnaast is de soort gevoelig voor schade door insecten. De zoete, eetbare noten zijn de grootste van alle noten die door bomen uit het genus Carya worden geproduceerd. Ze zitten echter in een zeer harde schil. De noten worden geoogst door mensen, maar ook gegeten door dieren, zoals eenden, kwartels, wilde kalkoenen, eekhoorns, aardeekhoorns, herten, vossen, wasberen en witvoetmuizen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Boom uit het genus Carya die inheems is in het midden-zuiden van Noord-Amerika.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer twintig soorten grote bomen die voorkomen in de tropische gebieden van Mexico, Midden-Amerika, Zuid-Amerika, de Bahama's, Belize, het Caraïbische gebied, West-Afrika en Zuidoost-Azië. Voorheen werd dit genus ondergebracht in de nu niet meer gebruikte familie Bombacaceae, maar tegenwoordig deelt men het in bij de familie Malvales, onderfamilie Bombacoideae.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Leden van een genus van twee soorten in bomen levende zoogdieren die bekend staan om hun trage bewegingen en die inheems zijn in de laaglanden van de tropische bossen van Zuid- en Midden-Amerika. Ze verschillen van drievingerige luiaards doordat ze kleiner zijn, zich iets trager voortbewegen en meestal ondersteboven aan een boomtak hangen in plaats van in bomen te zitten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een belangrijke school of sekte binnen het religieuze taoïsme, in 1163 gesticht door Wang Chuan-yang (1112-1170) nadat hij een kluizenaar had ontmoet die zei een incarnatie van twee van de onsterfelijken te zijn en van wie hij geheim onderricht ontving. Chuan-yang baseerde zich op klassieke taoïstische bronnen en op bronnen buiten de taoïstische traditie, in het bijzonder uit het zenboeddhisme. Elke volgeling van deze school heeft als doel het bereiken van de tao-ervaring door inzicht in zijn eigen geest en aard in relatie tot de tao. De beweging had de voorkeur van de Mongolen, en de tweede patriarch, Chiu Chang-chun, werd uitgenodigd om naar Midden-Azië te komen en te preken voor Dzjengis Khan. De school was immens populair en de gemeenschappen van celibataire monniken bleven actief tot in de 20ste eeuw met het befaamde Klooster van de Witte Wolken in Peking als hoofdkwartier. Dit klooster behoort tot de school van Lung-men (Drakenpoort), een van de belangrijkste van verscheidene bewegingen die zijn voorgekomen uit Chuan-chen tao.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van 43 soorten eenjarige en meerjarige kruiden inheems in het Midden-Oosten en Azië. De soort is vooral bekend door de op grote schaal gekweekte soort C. arietinum (kekererwt).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van 12 soorten groenblijvende sier- en productieconiferen die voorkomen in warm-gematigde regio's van het noordelijk halfrond, met inbegrip van het westen van Noord-Amerika, Midden-Amerika, het noordwesten van Afrika, het Midden-Oosten, de Himalaya, het zuiden van China en het noorden van Vietnam.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Middelgrote subtropische citrusboom, met langwerpige elliptische bladeren met een fijn getande rand en een kleine bolvormige geelgroene vrucht. De boom is afkomstig uit Zuidoost-Azië en werd geïntroduceerd in het Midden-Oosten, Noord-Afrika, Sicilië en Spanje. Limoenen werden in Europa ingevoerd rond de twaalfde, dertiende eeuw. Columbus nam de citrusvrucht mee naar West-Indië, waar ze al snel op grote schaal werden verspreid, onder meer naar de Florida Keys (in het Engels wordt de vrucht 'key lime' genoemd) en Californië. Voor de handel plukt men de vrucht gewoonlijk als die groen is. De vrucht is iets zoeter dan andere soorten limoenen. Limoenolie wint men doorgaans met behulp van stoomdestillatie. De olie gebruikt men voor parfums en als smaakstof, insecticide en antisepticum. De vrucht gebruikt men als smaakmiddel en als een bron van vitamine C.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Oude groep planten, alleen bekend in de vorm van fossielen afkomstig uit de periode van het Midden-Devoon tot het Vroeg-Carboon. Men denkt dat ze de voorouders zijn van varens en paardenstaarten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de soort Brya ebenus die inheems is in Midden-Amerika en de Caribische eilanden. Het komt van zwart of warm bruin kernhout. Het materiaal is bros, zeer zwaar, uitermate hard, heeft een fijne uniforme textuur en kan erg glanzend worden gemaakt. Het wordt gebruikt voor inlegwerk, de rug van borstels, parket en muziekinstrumenten. Het is niet echt palissanderhout.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor manuscripten uit midden-Amerika, voor de verovering en tot in de vroeg-koloniale periode, in verscheidene vormen, bijvoorbeeld opgevouwen en opgerold.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de midden-Byzantijnse stijl en periode rond de Comnenidynastie (1081-1204) in het oostelijke Romeinse Rijk. De stijl wordt gevoed door de wens de grandeur van het Rijk na de Eerste Kruistocht in ere te herstellen, en kenmerkt zich in het bijzonder door de bouw van kloosters en enorme woningen voor het geslacht Comneni.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine, brede, ronde of enigszins ronde verschillend gebouwde huidboten, die in zowel de oudheid als de huidige tijd werden en worden gebruikt voor transport over de rivieren of langs de kust van de havens van het Midden-Oosten en Groot-Brittannië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kruidachtige plantensoort die voorkomt in India, Afrika en het Midden-Oosten. Men gebruikt de plant vanwege zijn vezels. De bladeren worden gegeten en zijn een ingrediënt van molokhiya, een plakkerig kruidengerecht uit het Midden-Oosten. In het Bijbelboek Job wordt dit gerecht genoemd. In Europa eet men de bladeren van jonge loten als een groente. De vezels van C. olitorius zijn zachter, zijdeachtiger en sterker dan witte jute, C. capsularis.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een type lakwerk dat vanaf de 17de eeuw in Midden- en Noord-China werd vervaardigd en dat met name in de 18de eeuw grote populariteit genoot in de gegoede kringen. Coromandel-lakwerk kenmerkt zich door de ingesneden decoraties, opgevuld met helder gekleurde lak of olieverf. De naam is ontleend aan een regio langs de zuidoostkust van India in de buurt van Madras, die als doorvoerhaven diende voor goederen uit het Verre Oosten die door de Britse East India Company naar Europa moesten worden verscheept. De bekendste voorbeelden van Coromandel-lakwerk zijn de grote Coromandel-kamerschermen. De term verwijst soms ook naar de laktechniek zelf. Ook de Japanners waren bekend met deze techniek, maar zij gebruikten hem zelden voor hun lakwerk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine flesjes van glas, steen of een ander materiaal bedoeld om cosmetica in te bewaren. Veel gebruikt in het oude Griekenland, Rome, Egypte en Midden-Oosten. In tegenstelling tot cosmeticabuisjes zijn ze gewoonlijk bevestigd op een voet.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine paletten bedoeld om cosmetica te mengen. Gewoonlijk gemaakt van steen of aardewerk. Veel gebruikt in het oude Griekenland, Rome, Egypte, Midden-Oosten en Azië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar borduurwerk dat wordt uitgevoerd met kenmerkende tweedraads, los getwijnde wollen garens die bekendstaan als ‘borduurwol’. Crewelborduurwerk is traditioneel gebaseerd op keperweefsel, met linnen schering en katoenen inslag; er kan echter ook zuiver linnen of katoen of een andere stof worden gebruikt. Het kan bedoeld zijn om te worden ingelijst of te worden verwerkt tot kledingstukken, bedbehangsels, meubelbekleding of andere zaken. Het kenmerkt zich door een lossere stijl dan andere typen boorduurwerk. Het maken van crewelborduurwerk bloeide in het bijzonder in het 16de- tot 18de-eeuwse Europa en zijn Amerikaanse kolonies, met ontwerpen die waren geïnspireerd door textiel uit India en het Midden-Oosten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de aardewerkstijl zoals geproduceerd in de Cycladische archipel tussen 2000 en 1600 v. Chr. tijdens de Midden-Cycladische periode. De stijl wordt gekenmerkt door een crème- of zandkleur en door kromlijnig of naturalistisch decoratief schilderwerk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van twee genera schildinsecten die op cactussen voorkomen. Het achterlijf is aan de achterzijde niet versmald. Op de rug bevinden zich wasklieropeningen. Een anale ring ontbreekt. De wasklierkanaaltjes zijn zeer klein en ontspringen uit het midden van een groepje sessiele poriën. De setae zijn stevig en afgesneden aan het uiteinde. Moleculaire gegevens duiden erop dat schildluisschilden feitelijk gespecialiseerde eriococcidae zijn (Gullan & Cook 2001). Deze insecten zijn naar alle delen van de wereld getransporteerd als potentiële bron van rode kleurstoffen, maar lijken inheems te zijn in de Nieuwe Wereld. Ze komen daar overwegend voor in de woestijngebieden van het zuidwesten van de Verenigde Staten, in Mexico en in Midden- en Zuid-Amerika. De cochenilleluis D. coccus wordt al enkele eeuwen gebruikt als bron voor rode kleurstoffen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Middelgrote eik die 20 meter hoog kan worden en voornamelijk inheems is in het Midden-Westen en het zuiden van de Verenigde Staten. Gewoonlijk groeit deze boom op hoger gelegen gebieden met een goede afwatering, maar soms ook op lagere stukken land langs rivieren. De bladeren hebben dezelfde vorm als laurierbladeren. De vrucht is een eikel die een belangrijke voedselbron is voor eekhoorns en vogels. Van het hout maakt men dakspanen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van 100 tot 600 soorten middelgrote bomen, struiken en lianen. Het aantal soorten dat tot dit genus behoort, verschilt per classificatiesysteem. Het genus is inheems in tropisch Midden- en Zuid-Amerika, Afrika, Madagaskar en zuidelijk Azië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Boomsoort die inheems is in Midden-Amerika.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van het aardewerk dat werd vervaardigd in de Cycladische archipel tussen 2000 en 1600 v. Chr., tijdens de Midden-Cycladische periode. De stijl wordt gekenmerkt door een glanzende afwerking en witte, soms zwarte, geschilderde versieringen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van circa 40 soorten bomen en saprijke heesters die overwegend inheems zijn in Afrika, maar die ook in Azië en Midden-Amerika worden aangetroffen. In vroegere classificaties werd dit genus ondergebracht in de familie Agavaceae.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Evenhoevige herkauwer uit Afrika en het Midden-Oosten met een vetbult op de rug.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Luiten met een lange hals uit het Midden-Oosten en Centraal-Azië, gewoonlijk met vijftien beweegbare fretten en twee snaren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een aardewerkstijl uit de midden-Minoïsche periode die hoofdzakelijk werd vervaardigd aan de hoven van Knossos, Phaistos en Mallia. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van een nieuwe techniek, het pottenbakkerswiel, waardoor verfijnde vormen mogelijk werden met buitengewoon delicate wanden, zo dun dat deze doen denken aan een eierschaal. Deze stijl verschilt van het veel latere zogenaamde ‘eggshell porcelain’, zowel wat de samenstelling van het materiaal betreft als de dunheid van de wanden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gebieden in het islamitische Midden-Oosten onder het bestuur van een emir, of een sjeik zoals in de Verenigde Arabische Emiraten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van 5 families met 309 soorten, waaronder de havik, valk, adelaar, secretarisvogel en condor. Gewoonlijk hebben de vogels uit deze orde een zeer scherpe haaksnavel met een washuid (vlies op de snavel) waarin de neusgaten zitten, lange en tamelijk brede vleugels die geschikt zijn voor thermiekvliegen, sterke poten met grijpklauwen en een opponeerbare achterklauw. De meeste soorten zijn carnivoren. Ze jagen op zicht, overdag of in de schemering, en leven uitzonderlijk lang, maar reproduceren zich langzaam. De eerste soorten ontstonden in het Midden-Eoceen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een aparte populatie of ondersoort van Felis silvestris die in het Midden-Oosten voorkomt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar fotomechanische kleurenafdrukken die lithografisch werden geproduceerd van fotografische negatieven. De techniek werd in de jaren 90 van de 19de eeuw ontwikkeld door het Zwitserse Art Institute Orell Füssli, ook bekend als Photoglob Zürich. De techniek werd geïntroduceerd tijdens de Wereldtentoonstelling in Parijs in 1898 en werd gebruikt tot de jaren 30 van de 20ste eeuw. De techniek was een van de meer succesvolle pogingen om kleurenafbeeldingen te produceren voor de komst van de kleurenfotografie. Fotochroomafbeeldingen lijken inderdaad bedrieglijk veel op kleurenfoto's, tenzij ze worden bekeken met een vergrootglas. Een zwart-witfoto diende als basis en een vorm van fotolithografie met maximaal zestien kleuren werd gebruikt voor de uiteindelijke afbeelding. Fotochroomafdrukken onderscheiden zich van chromolithografieën door hun harde, heldere coating. Het gepatenteerde proces werd in licentie gegeven aan bedrijven in Engeland en Amerika. De meeste fotochroomafdrukken zijn vergezichten van het westen van de Verenigde Staten, Europa en het Midden-Oosten. William Henry Jackson en de Detroit Publishing Company produceerden een groot aantal fotochroomafbeeldingen. Voor de onderschriften werden vaak gouden letters gebruikt in het onderste gedeelte van de recto's, met vermelding van de locatie op de afbeelding en soms de maker. Het proces was arbeids- en tijdintensief en er kwamen snellere en eenvoudigere technieken voor in de plaats.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de aardewerkstijl die werd vervaardigd op het Griekse vasteland vanaf de midden-Helladische tijd. Deze kenmerkt zich door een licht gekleurd oppervlak, en vormen waaronder een bokaal op een lage voet.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Geperst glas gemaakt in de jaren 20 van de 20ste eeuw door automatische machines in fabrieken in het Midden-Westen van Amerika. Het wordt gezien als kenmerkend voor de soberheid van het naoorlogse leven. Sommige patronen doen denken aan 19de-eeuwse ontwerpen, terwijl in andere de scherpe hoeken en precieze lijnen van de Art Deco-stijlen zijn terug te vinden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Pottenbakkersgoed dat wordt gekenmerkt door een grijze of bruinachtig grijze kleur, met een relatief eenvoudig geschilderd of bedrukt ontwerp. Het kwam veel voor in het oude India en Korea, en in onder meer Native American, Griekse, Minoïsche, Romeinse en Midden-Oosterse culturen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van aardewerk dat werd vervaardigd op het Griekse vasteland in de midden-Helladische periode en dat wordt gekenmerkt door grijs gepolijste oppervlakken, hoekige vormen en met een pottenbakkersschijf gemaakte onderdelen zoals ringvormige stelen en geboetseerde randen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

In algemene zin, in reliëf gevormd aardewerk met lood- of tinglazuur dat vanaf 1350 hoofdzakelijk in Duitsland is geproduceerd voor isolatietegels van kachels. De term wordt eveneens gebruikt voor het beschrijven van vaatwerk met een figuratieve decoratie, meestal religieuze of mythologische voorstellingen, dat vanaf de 16de eeuw door kachelbouwers werden vervaardigd. Vanaf circa 1500 verschijnt er polychroom glazuur en vanaf het midden van de 17de eeuw wordt loodglazuur verdrongen door tinglazuur. Neurenberg wordt beschouwd als het productiecentrum van Hafnerwaar, hoewel het ook in Zwitserland en andere delen van Midden-Europa is vervaardigd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Motief dat een gestileerde boom voorstelt en dat ontstond in de ontwerpen van kelims, hoewel het ook wordt verwerkt in andere textielontwerpen, mozaïeken en andere kunstvormen, voornamelijk in Klein-Azië, Armenië en het Midden-Oosten. Het wordt gekenmerkt door een symmetrische verticale wijdvertakte stengel of een Y-vorm met een stam en twee evenwijdige verticale takken. Het is een symbool van onsterfelijkheid, omdat het doet denken aan de cipressenboom die duurzaam hout heeft en onsterfelijk zou zijn. Tapijten met dit ontwerp worden vaak ondersteboven opgehangen, zodat de wortels van de boom zich in de hemel bevinden; de beeldtaal is geïnspireerd door passages uit de Koran.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de cultuur van de moderne natie Hongarije, of verwijst in het algemeen naar de culturen die zich op het grondgebied van het moderne Hongarije in Midden-Europa hebben gevestigd. In ruimer verband kan het ook verwijzen naar de cultuur van de Magyaren (Hongaren), een Fins-Oegrisch volk dat zich aan het eind van de negende eeuw vestigde in de streek van het middelste bassin van de Donau.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van eenjarige en overblijvende grassen uit de familie Poaceae (Gramineae). Vele daarvan produceren eetbaar graan. Al sinds de prehistorie verbouwt men gerst in Ethiopië en Zuidoost-Azië. Vanaf de Bijbelse tijd tot de Middeleeuwen was het in Europa, het Midden-Oosten, Egypte en sommige delen van Azië de belangrijkste graansoort voor het maken van pap en ongedesemd brood. Het graan gebruikte men ook om moutbier te maken. Van de overblijvende stengels of strohalmen maakte men in Europa en Azië strooien hoeden. Het stro gebruikt men ook als veevoer en als verpakkingsmateriaal, met name voor het vervoeren van glas.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode en cultuur die behoren tot de derde tijd in het drieperiodensysteem dat in 1836 werd ontwikkeld door Christian Jürgensen Thomsen. De cultuur van de IJzertijd ontstond meestal wanneer in de Bronstijd het punt werd bereikt waarop de kwaliteit van het ijzer vooral door carboneren, een rol ging spelen bij de vervaardiging van gereedschappen, wapens en werktuigen. De ijzertijd kwam op verschillende tijdstippen in verschillende delen van de wereld tot ontwikkeling, eerst in het Midden-Oosten en Zuidoost-Europa rond 1200 v. Chr. en rond 600 v. Chr. in China. Op de Amerikaanse continenten ontstond de ijzertijd niet vanuit de Bronstijd maar werd door Europese ontdekkingsreizigers geïntroduceerd bij culturen die zich in het stenen tijdperk bevonden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het midden-noorden van Tanzania.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar het samenstel van religieuze overtuigingen en sociale gebruiken dat in de 7de eeuw is ontstaan op basis van de leer van de Arabische profeet Mohammed, die wordt beschouwd als de laatste in een reeks van grote profeten; volgens de islamitische leer zijn dit onder anderen Adam, Noach en Jezus. De islam heeft zich later verspreid in het Midden-Oosten, Afrika, Europa en delen van Azië. De islam wordt gekenmerkt door het geloof in het fundamentele idee dat een gelovige zich 'overgeeft' en zich onderwerpt aan Allah, de schepper van het universum en de schepping als geheel. God is uniek en heeft geen partner of tussenpersoon zoals bij de christelijke drie-eenheid. Maatschappelijke dienstbaarheid en het actief verlichten van het lijden van anderen wordt beschouwd als de enige weg naar verlossing en gebeden en heilige rituelen zijn op zichzelf onvoldoende vormen van overgave aan Allah. De Qur'an (Koran), het heilige geschrift van de religie, is een verzameling onthullingen die, zo gelooft men, door Allah aan Mohammed zijn geopenbaard.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Leden van een middelgrote katachtige soort die wordt aangetroffen in beboste streken en kreupelhout, in het bijzonder in de nabijheid van water, in Mexico en Midden- en Zuid-Amerika. Jaguarundi's hebben korte poten, korte geronde oren, een effen vacht zonder vlekken die in twee fasen voorkomt, een zwart- tot bruingrijze fase en een rood- tot kastanjebruine fase, die voorheen als afzonderlijke soorten werden beschouwd (terwijl nu wordt erkend dat beide fasen kunnen voorkomen in één worp). Deze katachtige vertoont een zekere gelijkenis met de otter. genus van één voornamelijk Zuid-Amerikaanse soort.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Religieuze complexen die doorgaans bestaan uit een structuur voor geloofsaanbidding, bijvoorbeeld een moskee of tempel, torens, en kleinere heiligdommen of tempels; typerend voor de religieuze architectuur van Zuidoost-Azië, India en het Midden-Oosten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Artefacten van uiteenlopende aard gemaakt van de gedroogde, uitgeholde bast van diverse soorten pompoenen. Het betreft bijvoorbeeld houders zoals flessen en drinkkalebassen, keukengerei zoals kommen en soeplepels, en muziekinstrumenten of componenten daarvan, zoals trommels en ratels. Kalebassen worden overal ter wereld gemaakt en gebruikt, met name in Afrika en Midden- en Zuid-Amerika.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van het midden-Minoïsche aardewerk, voornamelijk gevonden in Knossos, Phaistos en de grotheiligdommen in Kamares, waar de stijl naar genoemd is. De stijl kenmerkt zich door een donkere glanzende ondergrond waarop in rood en wit decoraties zijn aangebracht, met verfijnde ontwerpen in kromlijnige abstracte patronen, en gestileerde planten, zeegezichten en figuratieve motieven. Vaak werd het uitzonderlijke compositorische hulpmiddel van de torsie gebruikt, waarbij het evenwicht tussen tegengestelde compositorische elementen werd benadrukt, bijvoorbeeld met twee tegengestelde diagonale composities die zich om de vaas heen kronkelden. Het pottenbakkerswiel werd over het algemeen gebruikt voor de kleinere vaten en de grotere vaten werden volgens de oudere werkwijze met de hand gemaakt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar fijn, decoratief ajourwerk in textiel, gemaakt door draden van linnen, katoen, zijde, haar, metaal of een andere vezel in lussen te leggen, in te rijgen, samen te draaien of te vervlechten om ontwerpen of patronen te vormen. Bij het maken van kant wordt gewerkt met een naald of met klossen. Het toevoegen van borduursels is niet ongewoon. Modern kant kan machinaal zijn vervaardigd. Ajourstoffen die op een weefgetouw zijn gemaakt en decoratief ajourbreiwerk worden doorgaans niet als kant geclassificeerd. Kant is vaak wit of effen van kleur. Echt kant ontstond in de veertiende eeuw in Europa en het Midden-Oosten, hoewel oude culturen bekend waren met gedecoreerde ajourstoffen, waaronder de Egyptische cultuur. Kant is te gebruiken als rand, boord of inzetstuk voor linnengoed of apparels. Ook wordt het samengevoegd tot grotere stukken textiel en dan gebruikt als voorhang, draperie, apparel of iets anders.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote tropische boomsoort die inheems is in Amerika en Afrika en naar Azië is vervoerd. Tegenwoordig wordt de boom voornamelijk gekweekt in Afrika, Brazilië, India en Midden-Amerika en op Java. De zachte vezels die de zaden bedekken gebruikt men als vulmateriaal. Uit de zaden kan olie worden gewonnen waarmee men zeep maakt. Het residu gebruikt men als meststof en veevoer. In het hout blijven spijkers en schroeven niet goed vastzitten, maar men gebruikt het voor papier en andere producten. Lokale volkeren gebruiken de stam van de kapokboom al sinds lange tijd voor het uithakken van kano's.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zaden die worden geproduceerd door de soort Cicer arietinum. Deze geelbruine zaden zitten per een of twee in een peul en zijn een belangrijke voedselbron in India, Afrika en Midden- en Zuid-Amerika.

Toegevoegd op: 16-8-2017

In tapijtwerk uitgevoerde kleden afkomstig uit de islamitische landen van het westelijk deel van Centraal-Azië en uit het Midden-Oosten, de Balkan en Noord-Afrika.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Motief afkomstig uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika in de vorm van een gestileerde handafdruk met een oog in het midden. De khamsa wordt doorgaans in verband gebracht met goede gezondheid en het afweren van het kwaad. De 'hand' is meestal symmetrisch, met twee kleine 'duimen' aan iedere zijde, in plaats van een pink aan de ene kant. Het motief wordt tegenwoordig vooral aangetroffen in joodse en islamitische sieraden en als deurdecoratie, maar is ouder dan de islam of zelfs het jodendom. Het motief heeft zich mogelijk ontwikkeld uit het symbool voor de vagina, als verwijzing naar de Punische godin Tanit, waarna het is beïnvloed door het palmettenmotief en is gecombineerd met het Oudegyptische motief van het Oog van Horus.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van zes soorten in één familie. De enige nog levende soorten uit deze orde zijn primitieve plantenetende zoogdieren met hoeven uit de familie Procaviida. Het zijn kleine gedrongen viervoeters, ongeveer zo groot als een tam konijn, die op cavia's lijken. Ze hebben snijtanden die op slagtanden lijken en zijn inheems in Afrika en het Midden-Oosten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Geld in de vorm van klokken, soms echte klokken. Ze zijn overal ter wereld als betaalmiddel gebruikt, in allerlei culturen, zoals bij de Maya's van Midden-Amerika, in Nigeria en op vele andere plekken in Afrika.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van het aardewerk dat werd gevonden op de plaats van Troje in Anatolië en dat dateert van circa 1150 v. Chr. Het aardewerk is ruw en handgemaakt, en vertoont overeenkomsten met een stijl die werd gevonden in Hongarije en Midden-Europa.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de cultuurperiode van de Kushana-dynastie in oud-India, vanaf circa de 1ste eeuw v. Chr. tot de 3de eeuw n. Chr. De Kushana-dynastie was zeer welvarend dankzij de controle over handelsroutes naar het Romeinse Midden-Oosten en China; deze periode bereikte haar hoogtepunt onder koning Kanishka van het eind van de 1ste eeuw tot het begin van de 2de eeuw. Kanishka's muntstukken, met hun afbeeldingen van goden die afkomstig waren uit verschillende religies, weerspiegelen zijn wens om in harmonie te leven met de verschillende volken binnen zijn domein en met de volken uit gebieden waarmee hij handelsbetrekkingen onderhield. Er waren twee belangrijke artistieke centra: Gandhara en Mathura. Hoewel de twee centra met elkaar in contact stonden, ontwikkelden ze unieke stijlen. De afbeelding van Boeddha als een god duikt tijdens deze periode voor het eerst op. Men treft deze afbeelding het eerst aan op een muntstuk en spoedig daarna in de vorm van volledige stenen beelden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de laatste fase van de chalcolithische periode en cultuur, toen er nog steeds stenen gereedschappen werden gebruikt, hoewel er vaker dan in de midden-chalcolithische periode ook gebruik werd gemaakt van koper, in een aantal gevallen in gelegeerde vorm. Stenen gereedschap uit deze periode was soms zo vervaardigd dat het de koperen gereedschappen imiteerde.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de culturen in de laatste fase van de Bronstijd, die verschillen van de culturen in de Vroege en de Midden-Bronstijd door afwijkende samenstellingen van metalen voorwerpen en afwijkende begrafenisrituelen. Kenmerkend zijn de uiterst geavanceerde en verfijnde metaalbewerkingstechnieken en ontwerpen van gereedschappen en wapens. Dit geldt tevens voor de ontwikkeling van op grote schaal geproduceerde objecten, holle voorwerpen, wapenrustingen en grote voorwerpen, zoals ketels en schilden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst in de meest strikte zin naar de culturen van die landen in Zuid-, Midden- en Noord- Amerika en het Caribisch gebied die oorspronkelijk waren gekoloniseerd door Spanje. Kan echter ook in ruimere zin verwijzen naar alle culturen uit dit gebied, dus inclusief de landen die oorspronkelijk werden gekolonialiseerd door de Fransen en Portugezen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van drie soorten katachtigen die voornamelijk in Zuid- en Midden-Amerika voorkomen: de tijgerkat, de margay en de ocelot.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Oorspronkelijk een hoogwaardig marokijnleer uit het Midden-Oosten met een opvallend groot korrelpatroon. Meer recentelijk is het de benaming voor plantaardig gelooid of semichroomgelooid geitenleer uit Afrika, voornamelijk uit Zuid-Afrika.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van bloeiende planten, de meeste soorten zijn eenjarige of overblijvende kruiden. Vroeger dacht men dat ze nauw verwant waren aan Verbenaceae, maar fylogenetisch onderzoek aan het eind van de twintigste eeuw heeft uitgewezen dat sommige soorten van de houtachtige genera die voorheen in Verbenaceae werden ondergebracht, bij Lamiaceae horen. Tegenwoordig omvat Lamiaceae daardoor 236 genera en meer dan 7000 soorten. Het belangrijkste verspreidingsgebied van de lipbloemenfamilie is de Oude Wereld, van de Canarische Eilanden tot de Himalaya. Er zijn minder belangrijke verspreidingsgebieden in Ethiopië, Madagaskar, de zuidelijke gebieden van Afrika en India, Sri Lanka en de oceanische regio's meer naar het oosten. In de Nieuwe Wereld komen ze voor in het gebied dat zich uitstrekt van de bergen in Midden-Mexico tot in Argentinië en Chili, met minder belangrijke verspreidingsgebieden meer in het noorden en het oosten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar aardewerk dat werd gedecoreerd met metaalglazuur met behulp van technieken die dateren uit de 9de eeuw of eerder. Eén techniek is van Midden-Oosterse origine en het best bekend van Spaans-Moors aardewerk in Spanje en Italiaans en Spaans majolica; hierbij werd gewerkt met een proces van meerdere fasen waarbij het aardewerk werd gebrandschilderd. Een andere techniek was goedkoper en minder gecompliceerd, met pigmenten die zouten van goud en platina bevatten. Het was geïnspireerd op de Spaanse majolica-schalen uit het einde van de 18de eeuw, maar het was een Engelse vinding en werd op grote schaal gebruikt om aardewerk te maken gedurende de hele 19de eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote groenblijvende boom die meer dan 25 meter hoog kan worden en inheems is in het zuidoosten van de Verenigde Staten, in het gebied dat zich uitstrekt van de kust van Virginia tot Midden-Florida in het zuiden en het oosten van Texas en Oklahoma in het westen. Deze soort wordt op grote schaal gekweekt en er zijn wereldwijd meer dan 100 variëteiten. De boom waardeert men om zijn grote donkergroene bladeren en grote geurige witte bloemen. Het hout van de boom gebruikt men voor meubels, fineerhout en andere producten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Variabele midden- tot donkergroene kleur die lijkt op de kleur van het mineraal en ruwe edelsteen malachiet, dat bestaat uit basisch kopercarbonaat.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de kunst en architectuur die is verbonden met de mammelukken, een krijgerskaste die Egypte en Syrië regeerde vanaf ongeveer 1250 tot de vroege 16de eeuw, en die in het Midden-Oosten meer dan 700 jaar invloedrijk en machtig is geweest. Mammeluk-architectuur was in wezen conservatief en niet erg vernieuwend, maar wel rijk en over het algemeen van zeer hoge kwaliteit. Mammeluk-architectuur wordt gekenmerkt door het gebruik van zeer fijn afgewerkte minaretten, enorme façades en portalen, en de tendens om structuren voor verschillende toepassingen te bouwen in een enkel complex. Begunstigers bouwden hun belangrijke monumenten gewoonlijk ook dichtbij elkaar. De mammelukken staan ook bekend om hun technische virtuositeit in stenen constructies; metselaars gebruikten verschillend gekleurde stenen op de oppervlakken van gebouwen. Er zijn bijna 3000 belangrijke mammelukmonumenten bewaard gebleven of bekend gebleven via teksten; de meeste monumenten in de oude wijken van Caïro, Damascus, Tripoli en Aleppo zijn mammeluks, evenals de meeste monumenten op de Haram ash-Sharif in Jeruzalem, buiten de Rotskoepel. Net als architectuur bereikten ook de overige kunsten van de mammelukperiode een hoog niveau van technische perfectie, maar staan ze niet bekend om hun originaliteit; er bestaan wel bezienswaardige voorbeelden van ingelegd metaalwerk, kalligrafie, moskeelampen en houten objecten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een oude religie uit het Midden-Oosten die nog voorkomt in Irak en Khuzistan (een provincie in het zuidwesten van Iran). Zij wordt meestal beschouwd als een gnostische sekte en is als zodanig de enige overgebleven vertegenwoordiger van het gnosticisme. Er zijn ongeveer 15.000 tot 20.000 mandeeërs. Het mandeïsme benadrukt, net als andere dualistische geloofssystemen, de verlossing van de ziel door esoterische kennis (gnosis). De spirituele ziel zal worden bevrijd van de materiële wereld door hun verlosser, Manda d'Hayye, maar de slechte archonten verhinderen de opstijging van de ziel. In het mandeïsme wordt Jezus beschouwd als een valse messias maar wordt Johannes de Doper vereerd omdat hij wonderbaarlijke genezingen heeft bewerkstelligd door middel van de doop. De mandeeërs ontwikkelden een uitgebreid cultusritueel, vooral voor de doop, die voor zover bekend bij geen enkele andere gnostische sekte voorkomt. De doop zuivert een mens van de zonde en kan vaak worden herhaald. De oorsprong van de religie is duister en blijft omstreden. Op basis van Babylonische elementen in mandeïsche magische teksten, het gebruik van de Iraanse kalender en de overname van verscheidene Iraanse woorden in de mandeïsche taal, menen sommige geleerden dat het mandeïsme in de pre- of vroegchristelijke tijd is ontstaan in het zuidwesten van Mesopotamië. Anderen denken aan een Syrisch-Palestijnse oorsprong op basis van de Haran Gawaita, een quasihistorisch mandeïstisch document dat verhaalt over de exodus van de nazareeërs (de mandeïstische priesterkaste die zich onderscheidde van de mandeeërs of leken) van Palestina naar Mesopotamië in de 1ste eeuw n. Chr. Ook zekere opmerkelijke overeenkomsten met het jodendom verdienen de aandacht: bekendheid met het Oude Testament, parallellen met de joodse zedenleer, vooral de grote waarde die wordt gehecht aan het huwelijk, het gebruik van de Hebreeuwse engelenleer en het belang van een zuivere cultus. Ook zijn er overeenkomsten met het manicheïsme. De mandeeërs zijn misschien de in de Koran genoemde Sabanen. De mandeïsche literatuur, geschreven in een Aramees dialect en in een apart schrift, is tamelijk uitgebreid. Belangrijke bewaard gebleven werken zijn de Ginza (het Boek van Adam); het Boek van Johannes; het Boek van de Zodiak en de Doop van Hibil Ziwa. Mandeeërs zijn van oudsher bekwame zilversmeden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een christelijk feest dat meestal wordt gevierd op 2 februari, of 40 dagen na Kerstmis. Op deze dag wordt herdacht dat Maria de Tempel in Jeruzalem bezocht, 40 dagen na de geboorte van Jezus (Lucas 2: 22-39). Overeenkomstig de joodse wetten werd Maria gereinigd en bood ze haar zoon als eerstgeborene aan God aan. In de rooms-katholieke kerk heeft dit feest tegenwoordig 'Opdracht van de Heer in de tempel', in de anglicaanse kerk 'Opdracht van Christus in de tempel'. Hypapante, zoals dit feest in de Griekse kerk wordt genoemd, betekent 'ontmoeting' en verwijst naar de ontmoeting van Jezus met Simeon en Anna in de Tempel. De vroegste verwijzing naar het feest stamt uit het einde van de 4de eeuw, uit Jeruzalem. De viering verspreidde zich al snel naar de steden van het Midden-Oosten, maar in het westen ging het minder snel. Justinianus I verordende in 542 dat het feest op 2 februari moest worden gevierd. In Rome werd Maria-Lichtmis vermoedelijk al vóór het pontificaat van paus Sergius I (687-701) ingesteld, en de processie lijkt daar haar oorsprong te hebben, wellicht zelfs voor het feest zelf ingang had gevonden. In de westerse kerk stond de verering van Maria centraal (tot aan de kalenderhervorming van 1969), terwijl het in de oosterse kerk op die dag vooral om de Christusverering ging. De naam Maria-Lichtmis verwijst naar de traditie die in de 5de eeuw ontstond en waarbij kaarsen worden aangestoken tijdens het feest. In het westen symboliseert de processie met de kaarsen Christus als zijnde het licht van de wereld, en zijn presentatie in de Tempel.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bepaling voor de beschrijving van een kleur met een gemiddelde intensiteit en een gemiddelde waarde, waarvan de betekenis overlapt met die van de variabele 'midden-'.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van het aardewerk dat werd vervaardigd op het Griekse vasteland vanaf de midden-Helladische tijd, en dat zich kenmerkt door de eenvoudige handgemaakte vormen waaronder veel gesloten kruiken, en door de decoratieve beschilderingen met geometrische en lineaire motieven. De stijl is ook te herkennen aan het matte uiterlijk van het oppervlak. Dit in contrast met het gepolijste en dus glanzende aardewerk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Uitgestorven orde van amfibieën die werd gekenmerkt door een spoelvormige cilinder rond de rudimentaire ruggengraat. Leefde van de vroege Pennsylvania-periode tot aan het Midden-Perm.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van het aardewerk dat werd vervaardigd op het Griekse vasteland en dat dateert van de midden-Helladische tijd. Het kenmerkt zich door de vervaardiging met behulp van een pottenbakkerswiel, de hoekige vormen en het onversierde oppervlak.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een soort agaat met bruine of zwarte mos- of boomachtige tentakelvormen. Meestal heeft het agaat een grijze tot melkwitte kleur, en het betreft dan een vorm van het mineraalkwarts silica. Mosagaat bevat opake, donkere insluitsels met veerachtige, zich vertakkende vormen die doen denken aan varens, mossen of andere vormen van vegetatie. Ze zijn evenwel van anorganische oorsprong, hoofdzakelijk mangaan en ijzeroxiden. Mosagaat wordt meestal aangetroffen als verweerde fragmenten van vulkanisch gesteente, in India, Brazilië, Uruguay, Midden-Europa en het westen van de Verenigde Staten. De steen werd van oudsher gebruikt voor decoratieve doeleinden, en is dan vaak vlak of afgerond geslepen, en soms ook gekleurd om de kleur te versterken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode en cultuur waarin specifieke gereedschappen tot ontwikkeling komen in Europa, het Midden-Oosten en Afrika, vanaf 50.000 jaar geleden. De periode is genoemd naar de schuilgrotten bij Le Moustier in het zuidwesten van Frankrijk. De cultuur wordt traditioneel in verband gebracht met Neanderthalers in Europa en hun tijdgenoten in Afrika. Het kenmerkt zich door de expansie van volkeren naar nieuwe gebieden en aanpassingen aan nieuwe omgevingen, zoals diversificatie en specialisatie van stenen werktuigen, vakkundig en selectief jagen en doelbewust begraven. De cultuur heeft enige overlap met het Clactoniën.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de cultuur en stijl die in de late Bronstijd bloeide op het Griekse vasteland en op verschillende eilanden, maar niet op Kreta, van circa 1600 tot circa 1100 v. Chr. De stijl is bekend door aardewerk, beeldhouwkunst, architectuur, metaalwerken en muurschilderingen, en door de invloed op verscheidene gelijktijdige culturen. De stijl kenmerkt zich door een combinatie van vroegere Minoïsche en midden-Helladische motieven met nieuwe elementen die ofwel werden ontwikkeld ofwel van onbekende oorsprong zijn, zoals gestileerde planten en verfijnde composities met levendige, naturalistische (zee-)dieren. In beperkte zin wordt de term gebruikt om specifiek te verwijzen naar de kunst en cultuur van de antieke stad Mycene. Het wordt echter ook gebruikt om te verwijzen naar plaatsen waar de Myceense taal werd gesproken of waar het Linear B-schrift werd gevonden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst meestal naar de cultuur van de inheemse bevolking van het westelijk halfrond, en in het bijzonder naar de inheemse bevolking van Noord-Amerika, met uitzondering van de Eskimo's en Aleoeten. De term wordt ook wel in breder verband gebruikt om te verwijzen naar de cultuur van alle oorspronkelijke bewoners van Noord-, Midden- en Zuid-Amerika en West-Indië die tot het Mongoolse ras worden gerekend. In het Nederlands wordt voor dit brede begrip vaak de term 'indiaan(s)' gebruikt, terwijl 'Native American' uitsluitend verwijst naar de culturen van de inheemse inwoners van de Verenigde Staten en Canada met uitzondering van de Eskimo's en de Aleoeten. Inheemse volkeren van Canada gebruiken de term ‘First Nations’ om naar hun eigen gemeenschappen te verwijzen; vaak gebruiken ze deze term ook in bredere zin om naar alle inheemse volkeren van Noord-, Midden- en Zuid-Amerika te verwijzen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Rechte fluiten, oorspronkelijk gemaakt van rietstengels en meestal met vijf tot zeven vingergaten en één duimgat; vervaardigd en bespeeld in het Midden-Oosten, Iran en Centraal-Azië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Uitgestorven orde van amfibieën die werd gekenmerkt door wervels waaruit grote waaiervormige hemale bogen rechtstreeks vanuit het midden van ieder caudaal centrum omlaag groeiden. Leefden van de Vroege Pennsylvania-periode tot aan het Midden-Perm.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Groot en log, dikhuidig, evenhoevig zoogdier dat leeft in en nabij de rivieren van Midden- en Zuid-Afrika.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de culturen van het Noord-Amerikaanse continent, dat wordt begrensd door de Atlantische Oceaan, de Stille Oceaan, de Poolcirkel en Midden-Amerika. In classificatieschema's op basis van fysische geografie worden Noord- en Midden-Amerika beschouwd als één continent.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de op één na grootste school in het Tibetaanse boeddhisme, die soms de 'oude orde' wordt genoemd. De wortels gaan terug tot de Indiase Vajrayana-meester Padmasambhava (8ste eeuw), die werd beschouwd als 'tweede Boeddha'. De school zegt diens oorspronkelijke leer te verbreiden. De school is ontstaan tijdens de eerste verspreiding van het boeddhisme van India en Midden-Azië naar Tibet in de 8ste en 9de eeuw; Padmasambhava bezocht Tibet in de 8ste eeuw en een andere belangrijke Indiase leermeester, Santiraksita, stichtte het eerste klooster van Tibet in Samye rond 775. Nyingma werd een afzonderlijke orde in de 10de eeuw. Deze school legt meer nadruk op de religieuze praktijk en de mystieke aspecten van de Vajrayana-traditie dan op academisch werk. Het is ook de minst politiek en filosofisch gerichte van de Tibetaanse boeddhistische scholen. Sjamanistische gebruiken en lokale goden, ontleend aan de inheemse Bon-religie, vindt men ook in Nyingma. Andere overeenkomsten met Bon zijn de dzogchen-lessen, oude tantra’s die door latere tradities zijn verworpen, en priesters die mogen trouwen. De school kent een traditie van het ontdekken van teksten die door Padmasambhava verborgen zijn; deze teksten voorspellen dat boeddhisten in de toekomst vervolgd zullen worden. Sommige ideeën van de school worden in leerstellingen van het Tibetaanse boeddhisme als ketters beschouwd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Snelgroeiende tropische flesboom die voorkomt in het Caribisch gebied en Midden- en Zuid-Amerika.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 200 soorten groenblijvende bomen en struiken die voornamelijk voorkomen in tropische en subtropische gebieden in Zuid- en Midden-Amerika, de Caraïben en Afrika.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Geurige mirreachtige oliehoudende hars die wordt verkregen uit de kleine groenblijvende boom Commiphora opobalsamum, die inheems is in het Midden-Oosten. Wordt gebruikt in parfums en medicijnen. In het Bijbelboek Genesis wordt ernaar verwezen als een genezende balsem. In het oude Griekenland en het Romeinse Rijk werd het beschouwd als een waardevol medicijn en parfum. De term 'ontariopopulierenhars' wordt soms onterecht gebruikt om te verwijzen naar 'canadabalsem', die afkomstig is van een Noord-Amerikaanse boom.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 25 soorten lange rietachtige grassen die voorkomen in Zuid- en Midden-Amerika en in Nieuw-Zeeland.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lichte hoeden gemaakt van fijne, lichtgekleurde stro met een voorgevormde deuk van de voorkant naar de achterkant over de bol, met de hand gevlochten van de bladeren van de jippijappa in Midden- en Zuid-Amerika. Ook een term die gemakshalve vaak gehanteerd wordt voor soortgelijke zomerhoeden ongeacht het soort stro.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Herbergen die gasten van alle rangen en standen ontvangen, in tegenstelling tot herbergen die bedoeld zijn voor gasten uit de hogere klassen. Gewoonlijk gebruikt men deze term alleen voor oud-Griekse en oud-Romeinse gebouwen en voor gebouwen in het Midden-Oosten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van vier soorten katachtigen die in Azië, Afrika en Zuid- en Midden-Amerika voorkomen: de jaguar, leeuw, luipaard en tijger.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De discipline die zich bezighoudt met de vertaling, duiding en behoud van oude documenten op papyrus, van het grootste belang voor Egyptische, Midden-Oosterse en klassieke archeologie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een afwijkende stijl aardewerk dat werd vervaardigd in het begin van de eerste eeuw v.Chr. Hoewel de naam verwijst naar de stad Pergamon, werd het aardewerk op vele plaatsen in Griekenland, Klein-Azië en het Midden- Oosten vervaardigd. Het aardewerk kenmerkt zich door een gepolijste buitenzijde in verschillende kleuren, een donkerrode glans en dessins die meestal zijn ingesneden of ingedrukt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor kleine tot middelgrote vaartuigen die zijn gebouwd op een bodem van boomstammen, hetzij als een soort vergrote boomstamkano hetzij, alhoewel minder vaak, als vaartuig gemaakt van aan elkaar bevestigde boomstammen. Ze hebben meestal een open ruim in het midden en worden zeilend, roeiend of bomend voortbewogen; komen veel voor in het zuidwesten van de Verenigde Staten en Zuid- en Midden-Amerika.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een periode in de prehistorische vervaardiging van werktuigen die volgt op de Mousterién-nijverheid in het hoog-paleolithische Europa. Het is genoemd naar een gebied in het zuiden van midden-Frankrijk. De periode overlapt enigszins met de laat-paleolithische nijverheid en werd gevolgd door het Solutréen. De Périgordien-nijverheid kenmerkt zich door de fijn getande gereedschappen in Mousterién-stijl, stenen messen met een scherpe en een platte kant, en verschillende schrapers, boren, graveerstiften, kleine lemmeten en hangers.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Harde pijnboomsoort die inheems is in Midden-Amerika, Cuba, de Bahama's en de Turks & Caicos-eilanden en in tropische en subtropische naaldbossen. Er zijn drie variëteiten, die in sommige classificaties als afzonderlijke soorten worden beschouwd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van 4 genera en ten minste 29 levende soorten apen die in Zuid-Amerika voorkomen en 3 fossiele soorten in 2 genera die in het Midden-Mioceen en het Holoceen leefden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Vaas gedragen door twee, drie of vier kleine pootjes. Komt vooral voor in Midden-Amerikaanse archeologie maar ook in de Europese Klokbekercultuur uit het late Neolithicum en de Vroege Bronstijd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Engelse gouden munten ter waarde van 20 shilling of koper-nikkelen munten die na 1983 zijn uitgegeven en die een waarde van 100 pence hebben. Ook gebruikt voor gouden munten van verscheidene landen in het Midden-Oosten zoals Egypte, Syrië en Soedan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de cultuur van de moderne natie Polen, of meer algemeen naar de culturen die hetzelfde gebied in Midden-Europa ten zuiden van de Oostzee hebben bewoond.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Intelligente, zich goed aanpassende hondachtige in de Nieuwe Wereld, die twee miljoen jaar geleden in Noord-Amerika is ontstaan naast de uitgestorven reuzenwolf. De soort wordt aangetroffen in geheel Noord- en Midden-Amerika, is kleiner en lichter gebouwd dan de wolf en heeft een vachtkleur die varieert van grijsachtig bruin tot geelachtig grijs.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Stevig, lichtgewicht hout uit Mexico en Midden-Amerika, geelachtig wit tot licht geelbruin, vaak met strepen en met een tamelijk sterke glans.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van zoogdieren met drie tot zeven soorten (afhankelijk van de classificatie). De dieren komen voor in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika. Het zijn nachtdieren en omnivoren. Ze leven in bomen, zijn intelligent en hebben een dikke staart met ringen en een donker masker rond de ogen. De duimen zijn niet opponeerbaar, maar zodanig geplaatst dat de dieren kleine dingen kunnen grijpen en hanteren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Soort mesquite die voorkomt in de ecologische regio Matorral in Midden-Chili.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van architectuur die gangbaar was in Zuid-Chiapas in Mexico, Zuid-Guatemala en Honduras, en westelijk El Salvador. De stijl weerspiegelt de klassieke Midden-Amerikaanse grootsheid en de Teotichuacaanse details in keramiek en maakt gebruik van decoratief Midden-Amerikaans groen vulkanisch glas. De stijl onderscheidt zich van de meer gedetailleerde laagland-Maya-stijlen door het ontbreken van stèle-altaren en zuilenrijen, het terughoudende gebruik van bogen op kraagstenen voor ondergrondse tomben, het zeldzame voorkomen van polychroom keramiek, imposante tempelontwerpen met pseudogewelven en structuren die overeenkomen met de cycli van hemellichamen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 25 middelgrote tot grote boomsoorten die inheems zijn in de tropische gebieden van Midden- en Zuid-Amerika. De bomen zijn waardevol vanwege het harde hout dat bij blootstelling aan ultraviolet licht donker paarsachtig bruin wordt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Middelgrote eik die inheems is in het zuidoosten van de Verenigde Staten, in het gebied dat zich uitstrekt van de kust van Virginia tot Midden-Florida en Texas. De boom kan 20 tot 25 meter hoog worden en heeft een grote ronde kroon.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Eik met brede kroon die inheems is in Noord-Amerika, in het gebied dat zich uitstrekt van het Midden-Westen tot diep in het zuiden van de VS en tot de oostelijke rand van de Great Plains. In het vrije veld kan de boom 18 meter hoog worden en 24 meter breed. De boom heeft vaak lange en dikke lage takken en groeit bij voorkeur op vochtige, diepe, vruchtbare en alkalische aarde met een goede afwatering, maar ook vaak in de buurt van heuveltoppen of hoger gelegen gebieden met een droge grond die klei bevat of vruchtbaar, zanderig of rotsachtig is. De boom verdraagt ook neutrale tot zure grond en gedijt in de volle tot gedeeltelijke zon (jonge bomen kunnen ook goed tegen schaduw).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer twintig soorten palmbomen die voornamelijk inheems zijn in Afrika. Eén soort is inheems in Zuid- en Midden-Amerika. Opvallend zijn de samengestelde veervormige bladeren, de langste in het plantenrijk (sommige worden 25 meter lang).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Groep eiken die inheems zijn in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika. Ze hebben lange eikels die in achttien maanden rijp worden en erg bitter zijn. De binnenkant van de dop is wollig.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van het op Cyprus gevonden aardewerk uit de midden-Cypriotische periode van ongeveer 1900 tot 1600 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door kruiken bedekt met een gelijkvormige zwarte engobe en versierd met geschilderde rode lijnen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van het aardewerk dat voornamelijk op Cyprus voorkwam in de Philia-periode die begon rond 2500 v. Chr. tot en met de midden-Cypriotische periode die rond 1600 v. Chr. eindigde. Hoewel de stijl in de loop van de tijd vele veranderingen in kwaliteit en uiterlijk doormaakte, kenmerkt deze zich in het algemeen door een glanzende rode engobe, gebakken in de kleuren rood en zwart, en versierd met ingekerfde motieven en reliëfs.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van de religieuze revolutie die plaatsvond in de christelijke kerk van Midden- en Noordwest-Europa in de 16de eeuw, die tot doel had de doctrines en gewoonten van de Rooms-katholieke kerk te hervormen en die de grondslag vormde voor het Protestantisme. De stijl kenmerkt zich door een verandering van het begevingsrecht van de kerk aan de leken. In de onderwerpkeuze vind een verschuiving plaats van heiligenlevens en andere katholieke thema’s naar onderwerpen die meer betrekking hebben op de gewone man, vooral landschappen, stillevens, portretten, joods bijbelse en bepaalde christelijk bijbelse thema’s.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Middelgrote boomsoort (ruim tien meter hoog) met een gladde grijze schors, die te vinden is van het zuiden van Mexico en Midden-Amerika tot Peru, Bolivia en Brazilië. De soort is ook geïntroduceerd in het Caribisch gebied, de Antillen, Florida en Afrika. De boom is waardevol om zijn fraaie bontgekleurde hout en de schors, die wordt gebruikt als verdovend middel, laxeermiddel en insecticide. Vanwege de grote spreiding heeft de boom veel verschillende namen en meerdere toepassingen. Aanvankelijk werd aangenomen dat de rode kabbes een soort 'partridge pea' was. Daardoor werd 'bois perdrix', de Caribisch-Franse benaming voor 'partridge pea', verkeerd geïnterpreteerd als patrijshout.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode, beschaving en artistieke stijl die zich ontwikkelde toen het oude Rome aan macht won en de Griekse en Etruskische invloed op het Apennijnse schiereiland verdrong.De heerschappij en invloed besloegen op den duur een groot deel van Europa, Noord-Afrika, het Midden-Oosten en Klein-Azië. De Romeinse invloed liet zich op vele vlakken gelden, onder meer in de beeldhouwkunst, de schilderkunst, de architectuur, de techniek, de taal, het wegennet, de wetgeving en op vele andere culturele terreinen. De vroege Romeinse kunst en cultuur zijn afgeleid van de Griekse kunst en cultuur, maar ontwikkelden zich geleidelijk tot een eigen stijl, onder invloed van de verschillende kunststijlen uit de verre streken die onder Romeins gezag stonden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Leden van een orde van amfibieën die worden gekenmerkt door een staart, normale ledematen, tal van kraakbeenachtige skeletelementen, een geleding in vier facetten tussen de schedel en de wervelkolom, een onvolledige maxillaire boog zonder benige verbinding met het neurocranium en het palatoquadrate kraakbeen, en larven met echte tanden en uitwendige kieuwen. Kwam reeds in de Midden-Jura voor en omvat tien levende en drie uitgestorven families, met inbegrip van meer dan 550 levende soorten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de midden-Helladische periode en cultuur die wordt geassocieerd met de graven uit circa 1600 v. Chr. tot circa 1400 v. Chr. die werden gevonden in Mycene en in andere steden uit de Griekse bronstijd. De stijl kenmerkt zich door grafconstructies die zich onderscheiden van de vroegere voorbeelden en die uit andere gelijktijdige culturen doordat de graven in cirkels waren gegroepeerd en waarschijnlijk werden bedekt met tumuli. De graven bevatten meerdere, op verschillende tijdstippen begraven mensen, en als overblijfsel van een nomadische cultuur werden kleine gouden objecten en wapens bij wijze van geschenken aan de doden meegegeven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de midden-neolithische stijl en cultuur die voortkwam uit de Proto-Sesklocultuur en die werd aangetroffen van het westen van Macedonië tot aan het zuiden van Phthiotis. De stijl is genoemd naar de archeologische vindplaats in Magnesië, en verschilt van de voorgaande cultuur door een grotere uniformiteit, eenvormiger, rijkdom en complexiteit. De stijl kenmerkt zich door gedetailleerd rood op wit gedecoreerd aardewerk, vaak met zigzag- of vlammotief, monochroom rood geëngobeerd aardewerk, en opvallende architectuurkenmerken, waaronder rechthoekige ontwerpen, geteerde daken, en inpandige steunberen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Harnasstukken voor de voorkant van het hoofd van een paard of kameel, vaak met zijplaten om de wangen te beschermen en vaak versierd om het aan te passen aan de uitrusting van de berijder. Bekend in het klassieke Griekenland en vanaf de 12e eeuw ook in Europa, het Midden-Oosten, Turkije, Noord-Afrika en Japan. De harnasstukken waren gemaakt van staal of leer, hoewel de Japanners ook papier-maché en hout gebruikten en de Osmaanse Turken en de Soedanezen voornamelijk koper gebruikten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode en cultuur verbonden met de Slaven, een aparte linguïstische en etnische groep, die tijdens het derde of tweede millennium v. Chr. uit Azië kwam en zich geleidelijk over Oost-Europa verspreidde. De Slaven speelde een belangrijke rol in de Middeleeuwse wereld, vooral tijdens de Slavische migratie naar Griekenland en Midden-Europa tijdens de 6de en 7de eeuw. De Slavische stijl kenmerkt zich door heldere kleuren en patronen, en invloeden uit diverse andere culturen, waaronder de Germaanse, Romeinse en Griekse.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de cultuur van het hedendaagse Slovenië, of in het algemeen naar de culturen die zich vestigden op het grondgebied in Midden-Europa overeenkomend met het huidige Slovenië. De term kan in een ruimere context verwijzen naar de cultuur van de zuidelijke Slavische volkeren, die zich vestigden in het zuiden van Oostenrijk en in Slovenië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Spiegels gemaakt van gepolijst obsidiaan, een zwart, glanzend glas dat ontstaat wanneer lava snel afkoelt. Dergelijke spiegels werden sinds het paleolithicum gebruikt. In Midden-Amerika en andere regionen gebruikte men ze soms voor tovenarij.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Toestellen om draad of garen te maken van vezels, waarin de draadvorming plaatsvindt met behulp van een wiel dat met de hand of via een voetpedaal wordt aangedreven en dat het garen om één spoel draait. Ze zouden zijn uitgevonden in India en zijn in de Middeleeuwen via het Midden-Oosten in Europa geïntroduceerd, waar ze veel gebruikt werden tot in de 18de eeuw, evenals in Noord-Amerika na de kolonisering.Gebruik ‘spinmachines’ voor de spinmachines met meer dan één spoel die in de 18de eeuw werden ontwikkeld.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Flessen waarbij in de hals een vernauwing is aangebracht die lijkt op een sluitring. Deze vernauwing beperkt de uitstroom van de inhoud tot druppels voor het schenken van producten die spaarzaam moeten worden toegediend. De zorg die aan de versiering van sprenkelflessen is besteed wekt de indruk dat de inhoud bestond uit luxeartikelen zoals dure parfums. Ze werden gemaakt en op grote schaal gebruikt in de midden- en laat-Romeinse keizertijd, vooral in Syrië, oostelijk Palestina en Mesopotamië. De vroegste bewaard gebleven sprenkelflessen zijn die uit Dura Europos in het noorden van Syrië, daterend van voor 256. De meest voorkomende decoratiepatronen zijn ribben met arcering en een honingraatpatroon. Vele zijn iriserend. Sprenkelflessen werden vrijwel zonder uitzondering geblazen in een mal, in twee delen die werden samengevoegd bij de hals.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Boomsoort die inheems is in Midden- en Noord-India.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor de onverfraaide plekken tussen het houtsnijwerk in de midden- en hoekomlijsting, die als ze verguld zijn vaak meer licht terug kaatsen dan de gewelfde delen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en periode van midden-Angkor ten tijde van de heerschappij van koning Suryavarman II (1113-1150 n. Chr.). De stijl van deze periode hangt samen met de uitbreiding van het Angkor-rijk en de oprichting van de staatstempel Angkor Wat. Kenmerkend voor de beeldhouwkunst in deze periode zijn verhalende bas-reliëfs in doorlopende verhalende scènes waarin passages worden uitgebeeld uit hindoeïstische religieuze en mythische teksten, en waarin de kleur rood overheerst als symbool van eerbied. Door het gebruik van ondiepe reliëfs contrasteren de wervelende, drukke figuren in het fries fraai met de strakke, rechte lijnen van de architectuur. Bij de kleinere reliëffiguren van godheden waarmee de muren van heiligdommen waren versierd, overheerst de sensualiteit. Kenmerkende beeldhouwthema's zijn verhalende elementen, koninklijke ambities, koninklijke heldendaden en een gedetailleerde verbeelding van goede en slechte figuren door middel van overdreven verhoudingen en gedetailleerde kledingkenmerken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar het hout van de Swietenia Mahagoni (N.O. Cedrelaceæ), een boom die groeit in tropische klimaten, voornamelijk in Mexico, Cuba, Midden-Amerika, West-Indië en Afrika. De kleur varieert van geel tot een volle roodbruine kleur en het is vooral geschikt voor het vervaardigen van meubels en beelden, omdat het hard en fijnkorrelig is en snel glanst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de boom behorende tot de soort Acer pseudoplatanus, inheems in Midden-Europa en West-Azië, In de 15de eeuw werd de boom vanaf het continent geïntroduceerd in Groot-Brittannië. Het hout is wit tot geelachtig wit van kleur en wordt gebruikt voor het maken van draaiwerk, spoelen, handvatten voor borstels en decoratief fineer.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 100 soorten neotropische bomen die inheems zijn in Zuid- en Midden-Amerika en het zuiden van Noord-Amerika.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Boom die inheems is in Mexico en Midden-Amerika, met opvallende trompetvormige gele bloemen die de hele kroon bedekken nadat de bladeren zijn gevallen. Het hout is hard en heeft een lichte kleur. Men gebruikt het voor meubels en inlegwerk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Trommen in asymmetrische paren, te weten een sopraantrom met als klankkast een taps toelopende houten cilinder en een bastrom met een ronde, komachtige klankkast van klei of verchroomd messing; bespeeld met de hand; Noord- en Midden-India, Pakistan, Bangladesh.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor horizontale, rechthoekige, omlijste panelen in de architectuur van Midden-Amerika, waarvan het inspringende oppervlak vaak is versierd met schilderingen of beeldhouwwerk, en waarbij het geheel vaak als een cantilever uitsteekt over hellende muren om talud-tableros te vormen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verscheidene grote zilveren munten uit Midden-Europa die vanaf eind 15e tot halverwege de 19e eeuw werden gebruikt voor de handel en als herdenkingspenningen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Architectonische elementen van sommige Midden-Amerikaanse gebouwen, bestaande uit een horizontaal, rechthoekig paneel (tablero) dat uitkraagt over een omhoog hellende muur (talud). Wordt vaak herhaald op trapvormige piramides die ongeveer na 300 v.C zijn gebouwd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor relatief smalle schuingezette banden metselwerk die vanaf 800 v.C. soms worden gevonden op muren van Midden-Amerikaanse bouwwerken. Na ongeveer 300 v.C. zijn ze vaak onderdeel van het architectonische element talud-tablero.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Chinese dynastie die heeft bestaan van 618 tot 907 n. Chr., een periode welke tot de hoogtijdagen van de Chinese geschiedenis wordt gerekend. China bloeide als een stabiel en tot een eenheid gesmeed rijk, en de welvaart en het actieve mecenaat welke daaruit voortvloeiden, leidden tot een Gouden Eeuw op het gebied van Chinese schilderkunst, metaalwerk, keramiek, muziek en poëzie. Chang'an, een briljant stedelijk ontwerp, bleef de hoofdstad van de Tang en was de metropool van zijn tijd. Belangrijke Tang-heersers en opdrachtgevers waren Taizong (heerste van 626-649) en Xuanzong (heerste van 712-756). Het boeddhisme bleef invloedrijk, maar de Tang-dynastie kende ook perioden van vervolging. Grotschilderingen in Dunhuang en stenen pagodes zoals de Grote Wilde Gans-pagode (circa 652) en de Kleine Wilde Gans-pagode (circa 707) in Chang'an zijn bewaard gebleven. Monumentale stenen beeldhouwwerken in de noordelijke provincies geven blijk van een nieuwe ontwikkeling in de richting van volumineuzere, sensuelere figuren. Deze ontwikkeling is eveneens te herkennen in de wereldlijke Tang-beeldhouwwerken, zowel in steen als in keramiek. Een voorbeeld van synthese tussen Indiase en Chinese beeldhouwstijlen is te vinden in de grot van de berg Tianlong, in een reeks werken die tot stand kwam onder het mecenaat van keizerin Wu Zetian (heerste van 690-705). De schilderkunst beleefde een bloeiperiode tijdens de Tang-periode en werd gedomineerd door de wereldlijke landschapstraditie. Li Sixum en Li Zhaodao, vader en zoon, en Wang Wei zijn de namen van drie schilders die ons zijn overgeleverd, en er zijn vermoedelijk ook exemplaren van hun werk bewaard gebleven. Het werk van Wang Wei, dat latere kunstenaars heeft beïnvloed, had een intieme, melancholische uitstraling, terwijl het werk van Li Sixum en Li Zhaodao wordt gekenmerkt door de heldere tinten groen en blauw die wij kennen van de talrijke Tang-landschappen. De Chinese portretschilderkunst, welke zijn oorsprong heeft in de Han-dynastie, bereikte tijdens de Tang-periode een hogere graad van verfijning dankzij kunstenaars als Wu Daozi. De Tang-keramiek omvatte beeldjes en vaten van sancai-aardewerk, meestal als grafgift bedoeld, wit porselein, zoals het bekende Xing-aardewerk uit de provincie Henan, en de jadeachtige Yue-celadons uit de provincie Zhejiang. Het gebruik van metaaloxiden voor ondergeglazuurde decoraties werd ontwikkeld in de provincie Hunan en Sechuan, terwijl het porselein - dat overigens pas later op grote schaal werd toegepast - zijn oorsprong heeft in de Tang-periode. De decoratieve kunsten tijdens de Tang-dynastie stonden onder invloed van het Midden-Oosten en andere verre streken, hetgeen leidde tot nieuwe stijlen op het gebied van keramiek en metaalwerk. Zo werden er kleurige geglazuurde objecten van aardewerk vervaardigd, bijvoorbeeld kannen en rytons, als bewuste imitaties van Perzisch zilverwerk, terwijl Perzische inslagpatronen hun intrede deden in de Chinese textielindustrie. China voerde op zijn beurt aardewerk, zijde en druk- en papiertechnieken uit. De Tang-dynastie werd opgevolgd door de Late Liang-dynastie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kaartspellen die worden gespeeld met tarotkaarten, in het bijzonder het Midden-Europese spel met 22 Grote Arcana-kaarten en maximaal 56 gewone speelkaarten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Boomsoort die inheems is in de groenblijvende regenwouden in Midden- en West-Afrika. De vruchten en zaden zijn een belangrijke voedingsbron voor olifanten en andere bosdieren. Het hout is hoogwaardig materiaal voor meubilair en muziekinstrumenten. De olie uit het zaad is te consumeren en de vrucht wordt lokaal gebruikt om zeep te maken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een fase in de Minoïsche kunst en cultuur, volgens het classificatiesysteem van de archeoloog Nikolas Platon. De periode begon rond 2.000 v. Chr. en eindigde toen het gebied rond 1700 v. Chr. door aardbevingen werd verwoest. De tijd kenmerkt zich door economische centralisatie, het ontstaan van uitgebreide buitenlandse contacten, de ontwikkeling van een verfijnder schrift, bekend als Lineair A, de bouw van opvallende, grote paleizen, het verschijnen van koninklijke steden, een opmerkelijke afwezigheid van fortificaties, en een algehele bloei van de kunst, met name in de frescoschilderkunst, de decoratie van aardewerk, gegraveerde stenen vazen en sieraden. De periode valt samen met de midden-Minoïsche periode.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een goud-koperlegering met een grote verscheidenheid in samenstelling en kleur, resulterend in een lager smeltpunt dan dat van de beide afzonderlijke metalen. Het wordt veel gebruikt in Midden- en Zuid-Amerika.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een cultuur uit de Late Bronstijd die zich voordeed in de 12de eeuw v. Chr. in het oosten van Midden-Europa en Noord-Italië, en die zich verspreidde over Oekraïne, Sicilië, Scandinavië, Frankrijk en het Iberisch schiereiland.Deze cultuur is genoemd naar de gewoonte om de verbrande resten van de overledenen te bewaren in urnen, in zowel vlakke graven als ronde grafheuvels. De cultuur kenmerkt zich door versterkte nederzettingen, opvallend aardewerk en metalen gietvormen, gesmeed bronzen wapentuig, en slagzwaarden met opstaande randen om het handvat te beschermen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode en cultuur uit de IJzertijd genoemd naar de archeologische vindplaats Villanova, in de buurt van het Italiaanse Bologna. De cultuur kwam voor in Noord- en Midden-Italië en Campanië in de 9de en 8ste eeuw v. Chr. en hield in Noord-Italië stand tot de 6de eeuw v. Chr. De cultuur varieerde in de verschillende streken tijdens de verschillende perioden, maar kenmerkend zijn de begraafplaatsen, wapenuitrusting, wapens, sieraden, grafurnen en ander aardewerk, waaronder dubbel-conische en huisvormige urnen, gedecoreerd met geometrische ontwerpen die werden ingekrast en gestempeld. Veel onderzoekers menen dat de Villanova cultuur zich ontwikkelde uit een tak van de urnenveld- culturen uit Oost-Europa die Italië binnentrokken en daar uiteindelijk werden geconfronteerd werden met de oprukkende Etrusken. Anderen classificeren deze cultuur als het begin van de Etruskische beschaving.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de vroege periode in de Renaissance, toen de stijl zich ontwikkelde in Midden-Italië van het midden tot de late veertiende eeuw en zich verspreidde over het schiereiland en in de vroege tot midden 15e eeuw naar Noord-Europa. De stijl bewoog zich af van de fantasierijke, decoratieve stijlen van de middeleeuwse periode om nieuwe nadruk te leggen op de geïdealiseerde naturalistische wereld uitgebeeld in de kunst, architectuur en literatuur van het Klassieke Griekenland en Rome.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Houwdegen met een breed lemmet en een korf-vormige handbeschermer aan het heft, bestaande uit twee ovalen ringen en twee vlakke of licht holle geperforeerde stootplaatjes. Werd gebruikt vanaf het midden van de 17de eeuw, vooral in Midden- en Noord-Europa.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beschrijft de diverse kunstobjecten die door het Aboriginal-volk de Warlpiri uit Midden-Australië worden vervaardigd. De Warlpiri staan bekend om hun zandtekeningen, bedoeld als informeel element van hun verhalen over de voorouders.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine boom of grote struik die inheems is in Midden- en Zuid-Europa, West- en Centraal-Azië en Noordwest-Afrika. De boom produceert een kleine steenvrucht die lijkt op een kers met een dunne laag vruchtvlees. De pit gebruikt men voor het maken van parfums, kleurstoffen en smaakstoffen die doen denken aan bittere amandel. Het harde hout van de boom wordt gebruikt voor het maken van kleine objecten. In Afrika en Azië maakt men kralen van de vruchten. De boom gebruikt men ook als dwergonderstam waarop men takken van gekweekte kersenbomen ent die eetbare vruchten produceren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de boom behorende tot de soort Swietenia mahagoni, inheems in Midden-Amerika en West-Indië. Dit is de soort waarvoor de term "mahonie" voor het eerst werd gebruikt, afgeleid van een Indiaanse term. Het is hoogwaardig materiaal voor kabinetten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Instrumenten voor het besprenkelen met wijwater, meestal van metaal dat is bevestigd aan een absorberend materiaal. In de westerse kerk bestaat de wijwaterkwast uit een steel met daarop een geperforeerde bol, spons of borstelachtig uiteinde dat het water bevat. Sommige wijwaterkwasten hebben sponzen of interne reservoirs die wijwater afgeven als ermee wordt geschud, terwijl andere regelmatig moeten worden ondergedompeld in 'wijwatervaten (vaten)'. Het werktuig werd oorspronkelijk gemaakt van takken van hysop-, palm- of bukshout, een bosje stro of de staart van een vos (in het oud-Frans heet een vos een 'goupil'). In de 13de eeuw nam de wijwaterkwast zijn moderne westerse vorm aan van een steel met daarop een met haren bedekte rozenvorm. De stelen van het sprenkelgedeelte werden zeer rijk versierd. In de Grieks-orthodoxe kerk is de wijwaterkwast een rechtopstaand vat met een taps deksel, waarin gaten zijn aangebracht voor de besprenkeling. In de Russisch-orthodoxe Kerk is het een kwast die is gemaakt van stof, haar of takjes basilicum. Het werktuig is gebaseerd op oude bronnen, waarbij takken werden gebruikt om tijdens rituelen water, bloed of een andere vloeistof te sprenkelen. Dergelijke werktuigen werden gebruikt in het oude Rome, in het Midden-Oosten, bij oude Noorse rituelen en elders.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Middelgrote boom met een brede, afgeronde kroon, inheems in het gebied dat zich uitstrekt van Spanje en Marokko tot Midden-Europa en Centraal-Azië. De boom is op grote schaal geplant in de Verenigde Staten en andere gebieden. Witte abelen werden in 1748 geïntroduceerd in Noord-Amerika en komen nu voor in 43 aangrenzende Amerikaanse staten. In sommige gebieden beschouwt men ze als een onkruid of een invasieve soort.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Chinese dynastieke stijl en periode tussen 1279 en 1368. De dynastie werd gesticht door de Mogol Kublai Khan (heerste van 1260-1294), die heel China verenigde tot een rijk dat zich naar het westen toe uitstrekte tot de gebieden van het huidige Polen en Hongarije. Hoewel er geen sprake was van een belangrijk kunstmecenaat, leidden de hereniging van China, de uitbreiding van de handel en het ontbreken van stilistische beperkingen tot een samengaan en vrijelijk toepassen van allerlei tradities en invloeden. Met name in de toegepaste kunst - porselein en lakwerk - deden tal van vernieuwingen hun intrede. Gedurende deze periode werd de Zijderoute weer geopend en ontkiemde de Europese belangstelling voor China. Als reactie op de buitenlandse overheersing vluchtten de geschoolde Chinezen in de oude tradities, terwijl veel geleerden weigerden in overheidsdienst te treden. De school van literati-schilderen ging een dominante rol spelen in de schilderkunst, en kunstenaars legden nu de nadruk op de individuele en kalligrafische expressie; ze zetten zich daarmee af tegen het decoratieve karakter van de officiële schilderkunst. De belangrijkste meesters van de Yuan-stijl waren Huang Gongwang, Wu Zhen, Ni Zan en Wang Meng, allen literati die zich verzetten tegen de Mongoolse overheersing. Een belangrijke uitzondering werd gevormd door de voornaamste Yuan-kalligraaf Zhao Mengu, die voor de Mongolen werkten en aan het hoofd stond van de Hanlin-academie. Op keramisch gebied leidden invloeden uit het Midden-Oosten tot overdadige, in blauw en wit uitgevoerde decoraties; kooplieden uit het Midden-Oosten gaven daarnaast opdrachten voor enorme Longquan-celadons. De Yuan-periode bracht ook tal van opdrachten voor boeddhistische beeldhouwwerken: tantrische figuren met meerdere armen en benen, een bewijs van de Mongoolse voorkeur voor de lamakunst van Nepal en Tibet. Ook de ciseleertechniek in zilverwerk, die wordt geassocieerd met de zilversmid Zhu Bishan, komt in deze periode tot ontwikkeling; ten slotte werd er beeldgesneden Yuan-lakwerk geproduceerd. Voorbeelden van Mongoolse bijdragen aan de architectuur zijn de omvangrijke gebouwen die op grote schaal verrezen in Beijing, de hoofdstad van de Mongolen; het stedelijk ontwerp werd later aangepast tijdens de Ming- en Qing-dynastie. Na de dood van Kublai Khan raakte de Yuan-dynastie in verval.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus dat 50 soorten groenblijvende coniferen uit de familie Pinaceae omvat. Ze komen voor in een groot deel van Noord- en Midden-Amerika en in Europa, Azië en Noord-Afrika, doorgaans in bergachtig gebied. Ze zijn het nauwst verwant met de ceder (Cedrus). Douglassparren zijn geen echte sparren maar maken deel uit van het genus Pseudotsuga.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Sparrensoort die ongeveer 45 m hoog kan worden. Hij komt overvloedig voor in de bergachtige streken van Midden- en Zuid-Europa.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van Abies alba, een sier- en productieboom die inheems is in de bergachtige regio's in Midden- en Zuid-Europa en Azië en die veel wordt gebruikt bij het timmeren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de culturen van het Zuid-Amerikaanse continent, dat wordt omgrensd door de Grote Oceaan, de Atlantische Oceaan, Midden-Amerika en Antarctica.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Mooie boom met een brede kruin die langzaam groeit en 25 meter hoog kan worden. De boom is inheems in het gebied dat zich uitstrekt van Oost-Mexico en Midden-Amerika tot in Colombia. De zwarte zapote produceert eetbare vruchten die op tomaten lijken. Met verschillende delen van de boom maakt men medicijnen. De schors en bladeren worden vermalen en gebruikt voor cataplasma's tegen blaren. Het afkooksel van de bladeren gebruikt men als een adstringerend middel. Men neemt het ook in als koortswerend middel. Daarnaast maakt men met delen van de boom middelen tegen lepra, ringwormen en jeukende huidaandoeningen. Onrijpe zwarte vruchten zijn in hoge mate adstringerend, prikkelend, bijtend en bitter. Soms gebruikte men ze als vissengif. De zwarte zapote is niet verwant aan andere bomen die men ook ���zapote' noemt, zoals de mamey zapote (Sapotaceae) en de witte zapote (Rutaceae).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de boomsoort Diospyros digyna, die inheems is in het oosten van Mexico, Midden-Amerika en in zuidelijke richting tot Colombia. Het hout is geelachtig tot diepgeel met zwarte tekeningen bij het hart van oude stammen; het is compact en geschikt voor schrijnwerk. Meldingen dat donker hout is gebruikt voor meubilair ontstaan waarschijnlijk doordat het wordt verward met andere soorten van het genus Diospyros.