Associaties voor moeras

Toegevoegd op: 16-8-2017

Drassige of met riet gevulde poelen, vijvers, meertjes, binnenwateren of inhammen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote piramidevormige boom die voornamelijk voorkomt in het oosten van Noord-Amerika op laaggelegen stukken land langs rivieren en vochtige hoger gelegen gebieden. In westelijke richting vindt men ze tot in de Amerikaanse staat Oklahoma en de Canadese provincie Ontario. De bomen hebben clusters van korte en puntige twijgen en bladeren met stekelige lobben.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Aanduiding voor waterrijke gebieden waar fonteinkruid, riet en bies groeien en veen aangroeit, maar het water alkalisch blijft. Te onderscheiden van 'veenmoerassen', waarin het veen een hogere zuurgraad heeft bereikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus dat één levende soort moerashert (Blastocerus dichotomus) omvat.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Algemene term die verwijst naar leden van de orde der schildpadden die in zoetwater of brak water leven en niet op land of in zee.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar met water verzadigde, sponsachtige grond met een karakteristiek plantenleven (zoals veenmossen), waarin de vegetatie verrot en waarbij uiteindelijk veen met hoge zuurgraad wordt gevormd. Verschilt van 'moerasgebieden', waarin het water alkalisch blijft.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van bloeiende planten met 14 families, 166 genera en ongeveer 4500 soorten waterplanten die geheel of gedeeltelijk onder water groeien in moerassen en andere zoet- of zoutwateromgevingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote boom die groeit op moerassige bodems in het noorden van de VS en Canada. Men kweekt de boom vaak vanwege de schaduw. De aangenaam geurende knoppen zijn bedekt met een dikke laag aromatisch hars, dat men gebruikt voor het maken van hoestsiroop.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar moerassige kreken of andere traag stromende, drassige waterlopen. Gewoonlijk te vinden langs het lagere gedeelte van de Mississippi-rivier en andere alluviale laaglanden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Sierboomsoort die groeit op rivieroevers en in moerassen in het oostelijke derde deel van de Verenigde Staten. De soort wordt 18 tot 30 meter hoog. Het onderste deel van de stam wordt na verloop van tijd steeds donkerder. De roodbruine, diep gegroefde bast op de oude stam verdeelt zich in onregelmatige, op de stam gedrukte lagen. Het bovenste deel van de stam en de takken zijn glad, met een zalmroze tot roze kaneelkleur en een metaalachtige glans.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Leden van een subfamilie waartoe 12 levende soorten solitaire moerasvogels behoren, die verwant zijn aan de reiger maar een kortere hals en een dikkere romp hebben. Roerdompen hebben gewoonlijk een camouflagepatroon van gevlekte bruine en vaalgele strepen, en wanneer ze met hun snavel omhoog staan kunnen ze onzichtbaar worden tussen de riet- en grasstengels van hun habitat.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Vooral in tropische en subtropische moerasgebieden voorkomend rund met grote, zware hoorns

Toegevoegd op: 16-8-2017

Langzaam groeiende en lang levende boom die inheems is in het gebied dat zich uitstrekt van de Canadese provincie Ontario tot de Amerikaanse staten Minnesota en Florida en tot Mexico, maar het meest voorkomt in het lage stroomgebied van de rivier de Ohio en vervolgens naar het zuiden langs de rivier de Mississippi tot in Midden-Arkansas. Men vindt de soort veel in de grote riviermoerassen in Midden-Missouri en het stroomgebied van de rivier de Wabash in Indiana en Ohio. De boom heeft een lange penwortel en is daardoor moeilijk te verplanten. Daarnaast is de soort gevoelig voor schade door insecten. De zoete, eetbare noten zijn de grootste van alle noten die door bomen uit het genus Carya worden geproduceerd. Ze zitten echter in een zeer harde schil. De noten worden geoogst door mensen, maar ook gegeten door dieren, zoals eenden, kwartels, wilde kalkoenen, eekhoorns, aardeekhoorns, herten, vossen, wasberen en witvoetmuizen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Dikhuidige, plantenetende eventenige hoefzoogdieren, aanzienlijk kleiner dan het gewone nijlpaard. Ze zijn inheems in de bossen en moerassen van westelijk Afrika. Verondersteld wordt dat ze de enige nog levende soort van hun genus zijn, aangezien van het pygmeenijlpaard van Madagaskar wordt verondersteld dat het uitgestorven is.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van 150 soorten in 2 families, waaronder zwanen, ganzen en eenden. De vogels hebben zwemvliezen en brede snavels met fijne platen of lamellen (behalve de hoenderkoeten) of zijn moerasvogels met grote poten en snavels die op die van kippen lijken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hoge, rietachtige moerasplant, behorend tot het geslacht typha, met lange, platte bladeren die in matten en zittingen worden verwerkt en lange, compacte, cilindervormige bloemen waarvan het pluis als isolatie en opvulling wordt gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van ongeveer 210 soorten in 11 families, waaronder die van de rallen, koeten en waterhoentjes. Het zijn morfologisch diverse waad- en grondvogels, van de kleine vechtkwartel tot grote, langpotige kraanvogels, rallen die in moerassen leven, zwemmende koeten en fuutkoeten, en loopvogels als de grote en kleine trap.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Laaggelegen vlak stuk grond; is meestal van toepassing op moerasland en rivierdalen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer twaalf soorten hoge rietachtige moerasplanten met harige bruine aren (���sigaren'). Ze groeien in diverse soorten watergebieden, voornamelijk op het noordelijk halfrond. De bladeren en pluizen worden op verschillende manieren gebruikt. Sommige soorten zijn eetbaar voor mensen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Algemene term voor verschillende bomen en struiken die dicht struikgewas vormen in modderige kustmoerassen en estuariën in tropische en subtropische gebieden. Mangroven kunnen goed tegen zout water en hebben opvallende luchtwortels met verschillende vormen. De term ���mangrove' gebruikt men voornamelijk voor soorten uit de genera Rhizophora en Bruguiera (familie Rhizophoraceae), Avicennia (familie Avicenniaceae), Laguncularia (familie Combretaceae) en Sonneratia (familie Lythraceae).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verschillende soorten grote lisdodden, bijvoorbeeld de Scirpus lacustris, die in de moerasgebieden van Californië en aangrenzende gebieden thuishoren. Ze werden soms door de Indianen gebruikt bij het bouwen van huizen of het maken van matten, vlotten of andere rieten voorwerpen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gebieden die een gunstige invloed hebben op de flora en fauna in een bepaalde omgeving; hierbij kan in de eerste plaats worden gedacht aan moerasland, kwelders, cruciale habitats van bedreigde soorten en de zones waar waterstromen met slechts één bron worden bijgevuld.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Boom die voorkomt in de moerassen langs de oostkust en het diepe zuiden van de VS. Van het hout maakt men kisten, meubels en andere producten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Woningen die zijn gebouwd langs de oevers van meren, vaak op houten plateau's boven moerassige grond; kenmerkend voor prehistorisch Europa, vooral Zwitserland en Noord-Italië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Dennenboom die inheems is in het zuidoosten van de VS en 30 meter hoog kan worden. De Engelse naam ���slash pine' verwijst naar het gebied waarin de boom voorkomt: begroeid moerasachtig land.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Den die inheems is in het zuiden en oosten van de Verenigde Staten, in het gebied dat zich uitstrekt van Texas tot Florida en Delaware. De boom kan 30 tot 35 meter hoog worden. Gewoonlijk vallen de naalden slechts eens in de twee jaar af, waardoor de soort een groenblijvend karakter heeft. Het woord ���loblolly' in de Engelse naam betekent ���moeras', maar de bomen groeien ook in andere habitats.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor lichte boten met weinig diepgang die rond het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw werden gebruikt om door het moeras te bomen bij het jagen op verschillende rallen. Ze hebben meestal een platte bodem, zijn zowel dwarsscheeps als langsscheeps beplankt en zijn aan voor- en achterzijde gelijk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grassoort met brede bladeren die ongeveer 1,5 tot 5 meter hoog wordt. De planten hebben veervormige bloementrosjes en gladde stijve stengels. Ze groeien langs oevers van meren en waterstromen en in watergebieden en moerassen. Riet komt voor van de tropen tot de Arctische gebieden en is een van de meest wijdverspreide planten in de wereld. De vruchten zitten in parachuteachtige houders die worden meegevoerd door de wind. Tevens is het een van de meest geschikte planten om natte gebieden in moerassen en langs meertjes en waterstromen droog te maken. In dergelijke gebieden verspreidt de plant zich snel en hebben andere planten uiteindelijk weinig kans om te groeien. De stengels worden al duizenden jaren gebruikt als bouwmateriaal, bijvoorbeeld als dakbedekking, en voor het maken van manden, pijlen, pennen en muziekinstrumenten. Men oogst riet ook vanwege de cellulose in de plant.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verschillende soorten hoge grassen die met name in moerasgebieden groeien.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grasachtige plant van het genus Juncus, met een mergachtige of holle steel, die wordt aangetroffen in vochtige of moerasachtige omgevingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wilgensoort die inheems is in het noorden en westen van Noord-Amerika en op moeraslanden voorkomt. Er zijn ten minste drie ondersoorten bekend.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ondersoort wilgen die inheems is in het noorden en westen van Noord-Amerika en op moeraslanden voorkomt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Deze boomsoort groeit op de zandgronden in het oosten van Noord-Amerika, in het gebied dat zich uitstrekt van Maine, Ontario en Iowa in het noorden tot Texas en Florida in het zuiden. Gewoonlijk zijn het kleine bomen of struiken, maar soms worden ze wel 20 meter hoog. Deze soort heeft een gerimpelde schors, heldergroene twijgen en kleine trosjes gele bloemen. De vrucht is een donkerblauwe bes. De boom gebruikt men om timmerhout te maken. Uit de schors van de wortel wint men etherische olie die men gebruikt voor parfums, limonade en thee. De bladeren en twijgen worden gegeten door witstaartherten, bosmarmotten, moeraskonijnen en Amerikaanse zwarte beren. De vruchten worden door veel vogels gegeten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van zee- of landreptielen, gewoonlijk met een schild bestaande uit een rugschild (carapax) en een buikschild (plastron) die uit de ribben ontstaan en vaak aan de zijkanten van het lichaam aan elkaar vastzitten, waardoor een stijf skeletachtig omhulsel ontstaat. De dieren hebben geen kruinoog en geen tanden in de kaken. De eerste voorbeelden zijn zeer oud, uit het Boven-Trias, 215 miljoen jaar geleden. Er zijn ongeveer 300 levende soorten waterschildpadden, moerasschildpadden en landschildpadden. Sommige soorten leven in het water of in de buurt van water, maar kunnen onder water niet ademen of eieren leggen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Cypergrassoort die voorkomt in zoetwatermoerassen in heel Noord-Amerika. De plant heeft dikke ronde groene stengels die 3 meter hoog worden, en lange grasachtige bladeren. De planten spelen een belangrijke ecologische rol in kustgebieden, waar ze bescherming bieden tegen de kracht van de wind en het water, zodat ook andere planten er kunnen groeien en erosie wordt tegengegaan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Waterplant die men vindt in moerassen in het gebied dat zich uitstrekt van het zuiden en westen van Noord-Amerika tot Zuid-Amerika en op eilanden in de Stille Oceaan. De plant heeft lange, dunne donkergroene stengels en wollige bruine bloemen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Overblijvende waterplant die voorkomt in watergebieden in Canada en de Verenigde Staten, onder meer in moerasgebieden, langs meren en in ondiep water. De cilindrische stengels worden tot 2 meter hoog. De bladeren zitten om de onderkant van de stengel gedraaid. De bloesem is een pluim van kegelvormige aartjes op dunne takken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van coniferen uit de cipresfamilie, bestaande uit één levende soort, Sequoia sempervirens. De reuzensequoia werd voorheen ook tot dit genus gerekend. De sequoia komt voor in de mistgordel van de kustgebieden in het zuiden van de provincie Monterey in Californië tot aan het zuiden van Oregon, en op de verspreid liggende boomgroepen op de westelijke hellingen van de Sierra Nevada, van de county's Placer tot Tulare in Californië. Zeer oude fossiele resten van de sequoia uit de Juraperiode (circa 200 tot 145,5 miljoen jaar geleden) komen wijd verspreid voor op het noordelijk halfrond. De moerascipres en watercipres zijn nauw verwant met de sequoia. De naam van het genus verwijst naar de beroemde Cherokee-indiaan Sequoyah (of Sequoya).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een zwakkere afzetting van half inzetgeharde overblijfselen van planten, gevormd in een omgeving die is verzadigd met water zoals een moeras.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de boom behorende tot de soort Nyssa biflora. Wordt gevonden in moerassen langs de oostkust en in het diepe zuiden van de VS; gebruikt voor kratten, meubels en andere producten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van twee families met vier levende soorten zoogdieren. Het zijn plantenetende waterdieren die leven in rivieren, estuariën, kustwateren, moerassen en mariene watergebieden. De orde is in het Eoceen ontstaan, meer dan 50 miljoen jaar geleden.