Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Steile wallen, een hoofdkenmerk van bepaalde 11e- en 12e-eeuwse kastelen.
Houten of stenen burcht bestaande uit een slottoren die op een kunstmatig aangelegde aarden heuvel werd opgetrokken en waarrond zich een binnenhof bevond dat afgesloten was met een palissade en een gracht. Dit type kasteel ontstond in Noord-Europa rond de tiende eeuw en werd gebouwd tot het einde van de dertiende eeuw.
Familie van motten waartoe de zijdevlinder behoort.
Orde van kleine motachtige insecten met twee paar vliezige en harige vleugels. De soorten uit deze orde zijn nauw verwant aan motten en vlinders.
Leden van een superfamilie bestaande uit circa 3500 soorten insecten die wereldwijd voorkomen. Dikkopjes, die tot deze familie behoren, danken hun naam aan de dikke kop en kenmerken zich door hun snelle, heen en weer gaande vlucht. Ze worden beschouwd als een tussenvorm van vlinders en motten.
Wijnglazen waarop versieringen zijn gegraveerd die steun verraden voor de aanspraak van de jacobieten op de Engelse troon. Voor het eerst geproduceerd in 1688 en in grote aantallen na 1745. Ze werden gebruikt om met heildronken loyaliteit te betuigen aan de jacobitische zaak, wat neerkwam op landverraad. Tot de gegraveerde versiering behoren jacobitische lofzangen en symbolen zoals de roos met twee knoppen (voor de oude en de jonge troonpretendent), lelietjes-van-dalen, narcissen, eikenbladeren en motten. Jacobite-glazen zijn op grote schaal vervalst of later voorzien van hun versiering.
Orde van meer dan 2050 soorten in 27 families. De dieren hebben geen hoektanden, maar wel sterke snijtanden in de boven- en onderkaak. Deze tanden blijven permanent groeien en hebben geen wortels. Tot deze orde behoren ratten, muizen, stekelvarkens, bevers, eekhoorns, marmotten, goffers en chinchilla's.
Een kristallijne geurige verbinding (C10H8) die wordt verkregen uit koolteer, met een molecuul dat bestaat uit twee geconjugeerde zesringen. Het heeft een penetrante mottenballengeur en wordt gebruikt in verfstoffen, synthetische harsen, explosieven, insecticiden, schimmeldodende middelen en mottenverdelger. Het wordt niet aanbevolen voor algemeen gebruik als insecticide, omdat rekristallisatie mogelijk is op specimens en omdat het onder vochtige omstandigheden wol kan verkleuren. Bovendien is de werking tegen insecten twijfelachtig. Het fluoresceert paars in kwiklicht.
Leden van een superfamilie bestaande uit circa 14.000 soorten insecten die behoren tot vier families. De vleugels, rompen en poten van vlinders zijn, net als die van motten, bezet met stofachtige schubben. Anders dan motten zijn vlinders overdag actief en gewoonlijk helder gekleurd of voorzien van een opvallend patroon. Misschien wel de meest onderscheidende lichamelijke kenmerken van de vlinder zijn de antennes met knotsvormig uiteinde en de gewoonte om de vleugels in rust verticaal boven de rug te houden.
Opvolger van het mottekasteel waarbij de houten palissade vervangen wordt door een stenen muur bovenaan de motte. De slottoren werd tegen deze muur aangebouwd, zodat er een ronde binnenplaats ontstond.
Geslacht van ongeveer 20 soorten bomen en struiken, die alle voorkomen in het oosten van Noord-Amerika en Mexico. Ze worden 4 tot 25 meter hoog. Sommige Robinia-soorten worden door larven van motten en vlinders gebruikt als voedsel.
Deze boomsoort groeit op de zandgronden in het oosten van Noord-Amerika, in het gebied dat zich uitstrekt van Maine, Ontario en Iowa in het noorden tot Texas en Florida in het zuiden. Gewoonlijk zijn het kleine bomen of struiken, maar soms worden ze wel 20 meter hoog. Deze soort heeft een gerimpelde schors, heldergroene twijgen en kleine trosjes gele bloemen. De vrucht is een donkerblauwe bes. De boom gebruikt men om timmerhout te maken. Uit de schors van de wortel wint men etherische olie die men gebruikt voor parfums, limonade en thee. De bladeren en twijgen worden gegeten door witstaartherten, bosmarmotten, moeraskonijnen en Amerikaanse zwarte beren. De vruchten worden door veel vogels gegeten.
Leden van een familie bestaande uit 1500 soorten motten, waarvan de rupsen van sommige soorten een dikke zijden cocon spinnen. Hiervan wordt soms gebruikgemaakt voor de vervaardiging van commerciële zijde.
Leden van een familie bestaande uit circa 3000 soorten kleine of middelgrote motten die hun vleugels in rust over het lichaam heen houden.
Leden van een bepaalde superfamilie waartoe kleermotten, zakdragers en verwanten behoren.
Soort mahonieboom die groeit in heel Zuid-Azië, in het gebied dat reikt van Afghanistan tot Papoea-Nieuw-Guinea en Australië. Hij groeit het beste in een omgeving met veel licht; in de relatieve duisternis van de ondergroei in een regenwoud is de soort kwetsbaar voor aantasting door motten. Wordt gekweekt voor timmerhout en als schaduwboom.
Orde van 155.000 soorten vlinders, motten en dikkopjes.