Associaties voor neoklassiek

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor architectuur en ornamenten vanaf het einde van de 18e eeuw tot het begin van de 20e eeuw die vrij sterk is gebaseerd op oude klassieke vormen. Gebruik 'neoclassicistisch' voor andere laat 18e en 19e-eeuwse architectuur en kunst die de beginselen van het classicisme volgt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Sierlijke, multifunctionele statieven, met name de statieven in de stijl van antieke bronzen voorwerpen uit Herculaneum. Algemeen voorkomend in neoklassiek Frans meubilair.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van architectuur en stedenbouw zoals oorspronkelijk onderwezen aan de École des Beaux-Arts in Parijs en aan scholen in de Verenigde Staten in de 19de en 20ste eeuw. De stijl kenmerkt zich door nadruk op de harmonieuze compositie van elementen die een klassiek geheel vormen, een herleving van de Barok en neoklassieke stijlen, en geometrische stadsplannen met brede, voorname straten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Omvat alle uitingen van kunst en architectuur uit de late 18e en de 19e eeuw waarin de klassieke principes terugkeren. Gebruik 'neoklassiek' voor architectuur en ornamenten van de late 18e tot vroege 20e eeuw die betrekkelijk nauw zijn gebaseerd op oude klassieke vormen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl in architectuur, binnenhuisarchitectuur en kunstnijverheid in Groot-Brittannië en Ierland, en later ook in de Verenigde Staten, tijdens de regeringen van George I tot en met George IV, van 1714 tot 1830. Sommige auteurs laten de regering van George IV buiten beschouwing en verwijzen naar de periode van circa 1790 tot 1830 als de Regency-stijl. Hoewel klassieke vormen en motieven domineren, omvat de stijl ook renaissance- en rococovormen, naast uiteenlopende neoklassieke stijlen als het neopompejisme en de etruskische stijl.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar het hoogtepunt van de hellenistische periode, van circa 220 tot circa 150 v. Chr., ingeluid door de Romeinse overwinning na Macedonische en Syrische pogingen een hegemonie te vestigen, en de verschuiving van macht en rijkdom van de oostelijke koninkrijken naar Rome. De periode wordt gekenmerkt door belangrijke programma’s in beeldhouwkunst en architectuur die meestal nostalgische verwijzingen bevatten naar de glorie en rijkdom van de klassieke periode. In kunst en architectuur wordt de periode gekenmerkt door neoklassieke stijlen en compositiepatronen die zijn aangevuld met actieve houdingen en nieuwe, emotionerende retoriek, zoals weergegeven in grote en invloedrijke werken als het altaar van Zeus bij Pergamon en de kunst aan het Ptolemeïsche hof in Alexandrië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor bepaalde neoklassieke, met name Franse, architectuur uit het midden van de 19e eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor laat 18e- en 19e-eeuwse kunst en architectuur die de beginselen van het classicisme volgt. Gebruik 'neoklassiek' voor architectuur en ornamentatie van het eind van de 18e tot het begin van de 20e eeuw, die vrij sterk is gebaseerd op oude klassieke vormen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode die de Nguyên-dynastie markeert (1802-1954). De stijl in het eerste gedeelte van deze periode is gebaseerd op de kunst van de Chinese Qing-dynastie (1644-1911) zoals blijkt uit de manier waarop de Nguyên-stad Hue is geconstrueerd als een duplicaat van de Verboden Stad in Peking. Tempels en schrijnen in deze periode worden gekenmerkt door houten beelden van Boeddha en van monniken in stijlen die vergelijkbaar zijn met de stijlen die in de 18de eeuw werden beoefend. In de vroege 20ste eeuw werden de Chinese en boeddhistische thema's over het algemeen verlaten om plaats te maken voor een meer Europese neoklassieke benadering, zoals blijkt uit de stichting van de Ecole des Beaux Arts de l'Indochine in Hanoi in 1925, waar westerse technieken zoals bronsgieten werden onderwezen. De periode wordt ook gekenmerkt door traditionele productiestijlen voor houtgravures, waarbij gebruik wordt gemaakt van rijstpapier dat wordt gekleurd met extracten van mineralen of planten. Afdrukontwerpen omvatten motieven die zijn gebaseerd op de maankalender, illustraties van populaire mythen, taferelen van dorpsfestivals en historische figuren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst hoofdzakelijk naar de periode van decoratieve kunst die zich rond 1700 in Frankrijk ontwikkelde aan het hof van Lodewijk XV, en die in heel Europa bepalend was totdat aan het einde van de 18de eeuw het neoklassiek opkwam. De stijl kenmerkt zich door opulentie, asymmetrie, sierlijkheid, vrolijkheid en een palet met lichte kleuren, in tegenstelling tot de zwaardere vormen en donkerder kleuren van de barok.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de Europese stroming die zich voordeed van het midden van de 18de eeuw tot aan het midden van de 19de eeuw, en die van invloed was op de beeldende kunst, literatuur, muziek en, in mindere mate, de architectuur. De stijl wordt gezien als een reactie op het formele karakter van de neoklassiek, en legde de nadruk op emotie en het recht op individuele expressie. De werken omvatten diverse stijlen, maar zijn over het algemeen schilderachtig, dynamisch en reflecteren een grotere interesse in kleur dan in lijnvoering.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beschrijft mahonie, satijnhouten en beschilderde meubels uit Engeland en de Verenigde Staten tussen 1790 en 1805, gebaseerd op de ontwerpen van de Engelse meubelmaker Thomas Sheraton (1751-1806). De drie invloedrijke boeken van Sheraton tonen een geleidelijke ontwikkeling van de neoklassieke naar de Empire-stijl. Maar tegenwoordig wordt zijn naam gebruikt om de algemene meubelsmaak aan het einde van de 18de eeuw aan te duiden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een golvend van S-achtige groeven voorzien patroon dat veel wordt gebruikt op Romeinse sarcofagen en in neoklassieke ornamenten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de architectonische stijl die wordt geassocieerd met de vierde van de traditionele vijf klassieke orden der architectuur. De andere vier zijn: Dorisch, Ionisch, Corinthisch en Composiet.Deze stijl wordt vaak omschreven als een simplificatie van de Dorische stijl, en onderscheidt zich van de andere stijlen door minder en strakker lijstwerk, het ontbreken van trigliefen of andere decoratie op de fries, geen decoratieve details op het entablement of kapiteel, en over het algemeen geen groeven op de zuil, hoewel bij neoklassieke werken de schachten kunnen zijn voorzien van rustica-banden. De stijl verschilt van de ‘Toscaanse orde‘ omdat een architectonische orde uitsluitend verwijst naar het specifieke systeem of de samenstelling van onderdelen die zijn onderworpen aan vastgestelde regels en proporties, bepaald door de functie van ieder afzonderlijk deel.