Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
;
Een weinig voorkomend ijzerfosfaat dat wordt gevormd in grond die rijk is aan been. Het heeft een intens blauwe ondoorschijnende kleur die een zeer hoog pigmenterende werking heeft.
Doosjes van verschillende vorm en materiaal die voornamelijk zijn bedoeld voor het bewaren van een bril. Ze kunnen vrij decoratief zijn en hangen soms aan een ketting, zodat ze op de persoon zelf kunnen worden gedragen.
Korte, smalle halskettingen die op de keel worden gedragen. Gebruik 'halsbanden' voor sierbanden die strak om de hals worden gedragen.
Nette herendassen die aan de voorkant zijn gevouwen of geknoopt met de uiteinden in het jasje gestopt. Ook stukken kant, zijde of ander fijn materiaal die om de hals worden gedragen door mannen en vooral in de mode waren in de 17e eeuw. Gebruik `stropdassen' voor lange, smalle stroken stof die om de hals onder de boord worden gedragen en in een knoop, lus of strik worden vastgemaakt.
Apparaten waarin eieren worden gekookt.
Variabele roodachtig oranje kleuren die lijken op de kleur van het pigment gebrande oker, een ijzeroxidepigment dat wordt gemaakt door het branden van geel oker of limoniet.
Kleine, open houders in verschillende vormen voor het bewaren en uitdelen van tandenstokers.
Kleine houders voor inkt waarin een pen kan worden gedoopt. Zie 'inktflessen' voor flessen met inkt bedoeld voor de verkoop.
Beschermende houders, vaak klein en draagbaar, in het bijzonder die waarvan de vorm of binnenkant zo is gevormd dat datgene wat erin wordt opgeborgen wordt omsloten of afgeschermd. In de drukkerswereld, bakken die in kleine vakjes zijn opgedeeld waarin zetlood voor afzonderlijke letters, cijfers en spaties wordt bewaard; bedoeld voor het zetten met de hand.
Wordt gebruikt voor samengestelde holle liggers met rechthoekige doorsnede, van metaal of van hout.
Bijl uit de late bronstijd, opvolger van de vleugelbijl, met een oog aan de zijkant om het blad steviger vast te zetten en een uitsparing aan de bovenkant om de houten steel in te bevestigen.
Constructieraamwerken van gewapend beton uit één stuk, met muren en vloeren van platen waarmee een honingraatmotief wordt gevormd.
Nauwsluitende japonnen.
Natuurlijk aardepigment.
Kokers om licht door te laten voor lagere ruimten in een gebouw. Gebruik voor relatief kleine binnenplaatsen 'lichtschachten'.
Verticale schachten waardoor etensliften, liften of gelijksoortige toestellen van de ene verdieping naar de andere kunnen bewegen.
Aarde die silica en alumina en ijzeroxides bevat; bevat vaak verbindingen van barium of calcium. Komt voor in geelachtige, bruine of roodachtige kleuren. Wordt vaak gebruikt als pigment of als vulstof voor linoleum.
Een groep kleuren uiteenlopend van goudgeel tot lichtgeelbruin. Verwijst naar de kleur van geel oker.
Wordt gebruikt voor balken die ingesloten zijn in een gefreesde koker.
Een minerale was die voorkomt in de nabijheid van aardoliereservoirs. Het is een ruwe, donkere was waaruit ceresine wordt geraffineerd.
Te gebruiken voor kokervormige omhulsels die de penis in zijn geheel omvatten; soms bevestigd aan een gordel of riem. Meestal gemaakt van gevlochten plantaardig materiaal, dierlijke ingewanden, vacht of huid; vooral gedragen door Afrikaanse mannen.
Diepe houders gemaakt van metaal, hout of leer, gebruikt om pijlen in op te bergen en te dragen. Ze worden meestal over de rug gehangen.
Metalen kokertjes die op helmen en hoofdplaten van paarden werden gemonteerd, bijna altijd bedekt door een klein decoratief plaatje, schijf of schildje om een pluim in te steken.
Speelpenningen die worden gebruikt bij het pokerspel.
Ongestandaardiseerde naam voor een geel aardpigment, meestal met een warme gele kleur en doorgaans afkomstig van een materiaal dat in Italië werd geproduceerd en werd gebruikt in het oude Rome.
Platte, vaak rechthoekige omhulsels, die lijken op pakjes sigaretten maar dan groter, en die worden gebruikt om sigaren in mee te dragen. Gebruik 'sigarendozen' voor dozen met deksel die op tafel, bureau of iets dergelijks gezet worden en waar sigaren in zitten.
Platte, meestal rechthoekige omhulsels die worden gebruikt om sigaretten in mee te dragen, lijkend op sigarendoosjes maar dan kleiner. Gebruik 'sigarettendozen' voor de doosjes met sigaretten met deksel die op tafel, bureau of iets dergelijks gezet worden.
De stoker is de arbeider die is belast met het stoken van het vuur of ovens, meestal bij stoomaangedreven krachtwerktuigen en op voertuigen zoals locomotieven en stoomschepen.
Personen die smeltovens in metaalgieterijen installeren en repareren of ze bedienen.
Hellende of verticale goten of schachten om goederen of materialen naar een lager niveau te vervoeren.
20e-eeuwse keramiek vervaardigd door een individuele kunstenaar verantwoordelijk voor alle stappen in het ontwerp en de uitvoering.
Dunne, puntige voorwerpen die na het eten worden gebruikt voor het verwijderen van restjes voedsel die tussen de tanden zitten.
Gebouwen waar olie uit walvisvet (blubber) wordt gewonnen.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bevolking van het eiland Abrim. Tot de bekendste kunstwerken van het Abrimvolk behoren de geweven peniskokers, die normaal worden gedragen.
Zacht rood oker, een natuurlijk mengsel van gehydrateerde silicaatklei die is gekleurd met rood ijzeroxide. In elk geval sinds de 17e eeuw is het gebruikt als basis voor bladgoud en als een rood aardepigment.
Lampen die worden gebruikt om ovens te controleren. Ze kunnen van tin zijn met een lange, ovale houder en een kokervormig handvat aan de ene kant en een traanoliebrander aan de andere kant, maar ze kunnen ook een kopvormige houder hebben van gietijzer met een kanaal voor de pit, een vaste, schotelvormige basis en meestal een scharnierende deksel.
Te gebruiken voor uiteenlopende toestellen waarmee bier kan worden gefilterd; in zuidelijk Afrika hebben ze de vorm van lange op manden gelijkende zeven in de vorm van een koker met een smalle voet.
Kokervormige delen van een stalen wapenuitrusting bedoeld om de bovenarmen te bedekken. Ze maken deel uit van het armharnas.
De Bradshaw-stijl wordt tot de oudste gedocumenteerde rotskunststijlen gerekend. Deze monochromatische rotskunst wordt aangetroffen op afgelegen locaties in de Australische Kimberleys. Schilderingen in de Bradshaw-stijl beelden geanimeerde menselijke figuren in zwart, wit en rood oker af; de figuren zijn getekend alsof ze midden in een beweging zijn verstijfd. Er kunnen twee fasen worden geïdentificeerd bij de Bradshaw-kunst, welke worden gekenmerkt door verschillen in haartooi, artefacten en houding. Bradshaw-kunst van recentere datum uit de Kimberleys lijkt sterk op rotskunst uit de Lewis Stick-periode in het westelijke deel van Arnhem Land. Afbraak van het pigment bemoeilijkt de datering van deze kunst, maar bij recent onderzoek is vastgesteld dat de schilderingen circa 17.000 jaar oud zijn.
Eén van de twee families van de orde Ceriantharia van anemonen die in kokers leven.
Groep ongewervelde zeedieren met de vorm van een langwerpige poliep, een holle stengelachtige structuur met een mond en tentakels aan het bovenste uiteinde. De dieren leven in een koker van slijmachtig materiaal op de zeebodem. Dit genus is wijdverspreid in tropische en subtropische wateren.
Kokeranemoon die voorkomt in ondiepe wateren van New England tot Florida. Ze worden ongeveer 60 centimeter lang.
Een ongestandaardiseerde naam die is gebruikt voor diverse pigmenten, waaronder geel oker en koningsgeel.
Houwdegens met een ingewikkeld beugelgevest van Schots ontwerp, gebruikt in het Britse leger sinds het begin van de 18e eeuw. Term oorspronkelijk gebruikt voor tweehandige slagzwaarden met een lange, zware en tweesnijdende kling, lange pareerstangen met een ruitvormige doorsnede die schuin staan ten opzichte van de kling en een kokervormig, met leer bedekt gevest met een ronde gevestknop; gebruikt door Schotse hooglanders en huurlingen van de 15e tot de 17e eeuw.
Verwijst naar een Chinese neolithische periode en cultuur die deels samenvalt met Qinglian'gang. De naam is ontleend aan een vindplaats in Taian in de provincie Shandong. Dawenkou kende een bloeitijd tussen circa 4300 en circa 2400 v. Chr. en was gesitueerd in de gehele provincie Shandong, het westen van de provincie Henan, het noorden van de provincie Anhui en de gehele provincie Jiangsu. In de centrale regio van Shandong ontwikkelde Dawenkou zich uit de Beixin-cultuur. De cultuur werd opgevolgd door de Longshan-cultuur, en sommige kenmerken van het latere Longshan-aardewerk zijn reeds te herkennen in het Dawenkou-keramiek: rijk gedetailleerde ritueel vaatwerk, gepolijst zwart- en witgoed, en toepassing van het pottenbakkerswiel. Gedurende de late Dawenkou-periode (ca. 2900-ca. 2400 v. Chr.) maakte geschilderde decoratie plaats voor oppervlaktebehandelingen in de vorm van touw- of manddecoratietechnieken. Andere kenmerkende artefacten uit die periode zijn ivoren kammen en gesneden ivoren kokers. Op Dawenkou-grafplaatsen zijn de graven van rijke personen aangetroffen; sommige graven bevatten meer dan 100 waardevolle voorwerpen zoals bijlen en kralen van jade.
Geschilderde tekens op Oudgriekse vazen, meestal op de voet van de vaas. De dipinti, die minder vaak zijn aangetroffen dan graffiti, werden meestal in rood oker op de vaas geschilderd na het bakken in de oven. De verhoudingsgewijs minder algemene dipinti in zwarte hoogglans zijn vóór het bakken aangebracht. Net als graffiti bestaan dipinti meestal uit één letter of uit lettercombinaties, numerieke notaties en, minder vaak, woorden, zinsdelen of zinnen. Meestal betreft het vermoedelijk een soort handelsmerk; ze worden vooral aangetroffen op vazen die voor de export bedoeld waren.
Wordt gebruikt voor flats die een vooruitgang bieden op de gebruikelijke lange smalle appartementen door lucht- en lichtkokers te maken tussen aangrenzende gebouwen, wat de kenmerkende handhaltervormige plattegronden geeft; veelvoorkomend in New York tussen 1897 en 1901, waarna de bouw werd verboden.
Doosjes, meestal ornamenteel, die zijn bedoeld om persoonlijke artikelen zoals haarspelden en tandenstokers op te bergen. Vroeger ook doosjes voor chirurgische instrumenten.
Kokers om voorwerpen in op te bergen, zodanig gevormd dat zij die voorwerpen strak omsluiten.
Gasbranders die worden afgeschermd door keramieken of ondoorzichtig glazen kokers, zodat ze op kaarsen lijken.
Verwijst naar een fase in de hoog-paleolithische vervaardiging van stenen gereedschap, die wordt aangetroffen in Italië, Frankrijk en Rusland. Aanvankelijk werd aangenomen dat het een late fase van de Aurignacien-cultuur betrof, maar tegenwoordig wordt het Gravettien beschouwd als gedeeltelijk samenvallend met het hoog-Perigordien. Het kan in verband worden gebracht met de Cro-Magnonmens en wordt gekenmerkt door de paardenjacht in het westen en de mammoetjacht in het oosten, het gebruik van rode oker als kleurstof en de vervaardiging van Venusfiguren, sierraden en verschillende werktuigen. De Gravettien-nijverheid verschilt van die van het Aurignacien in het gebruik van zogenaamde pijlbladen: werktuigen die zijn vervaardigd met een afwerktechniek waardoor er één botte kant ontstaat. De Gravettien-nijverheid in Rusland wordt vaak aangeduid als Oost-Gravettien.
Brede nauwsluitende halskettingen die strak om de hals worden gedragen en vaak zijn versierd met edelstenen of halfedelstenen. Gebruik 'chokers' voor korte, smalle halskettingen die op de keel worden gedragen.
Sieraden die rond de hals worden gedragen; meestal in de vorm van kettingen of snoeren van kralen, parels, stenen en dergelijke, vaak met een sierhanger. Gebuik 'chokers' voor korte, smalle kettingen die op de keel worden gedragen. Gebruik 'halsbanden' voor brede sierbanden die strak om de hals worden gedragen.
Stam van een aantal in kokers levende wormachtige ongewervelde zeedieren. Kenmerkend is de hoefijzervormige lofofoor, een karakteristiek voedingsorgaan. De dieren hebben een echte lichaamsholte die in compartimenten is onderverdeeld, een aantal tentakels aan het bovenste uiteinde, een vaatstelsel, circulaire en longitudinale spieren en een zenuwstelsel onder een epidermis. Ze kunnen 4,5 meter lang worden. De dieren leven in kokers gemaakt van chitine die ze uitscheiden. Het onderste uiteinde daarvan is ingegraven in de modder of het zand op de bodem van ondiepe zeeën. De dieren strekken de tentakels uit om voedsel te verzamelen.
Wordt gebruikt voor binnenposten en -zuilen die worden ommanteld door een gefreesde koker.
Om een spil draaiende platen, midscheeps gemonteerd in een behuizing of tussendekse koker, die worden opgeheven of neergelaten door de bodem van een vaartuig om dit stabiliteit te verlenen. Gebruik 'steekzwaarden' voor soortgelijke, niet om een spil draaiende, verwijderbare platen.
Zandsteen die rijk is aan silica, in het bijzonder als vrije silica, in tegenstelling tot silicaten. De silica is kenmerkend voor het cement of de matrix waardoor de kwartsdeeltjes worden gebonden die het hoofdbestanddeel vormen van zandsteen. Zuivere kiezelzandsteen is chemisch inert, een eigenschap die de steen bestand maakt tegen een rokerige omgeving, wat deze tot een populaire bouwsteen maakt in industriële gebieden. Kiezelzandsteen is hard en duurzaam, waardoor moeilijk te bewerken is. In zuivere vorm is de steen wit of crème van kleur. Andere kleuren zijn het gevolg van onzuiverheden: de aanwezigheid van ijzeroxiden veroorzaakt gele en rode kleuren, glauconiet zorgt voor een groene kleur en zwart is het gevolg van de aanwezigheid van mangaandioxide.
Kokervormige ovens die worden gebruikt voor het temperen van glas.
Schilderstijl en -techniek met koraalrode verf die in de 6de en 5de eeuw v. Chr. voor sommige Attische vazen werd gebruikt. Diverse bekende vaasschilders, zoals Onesimos en Psiax, hebben met de techniek geëxperimenteerd. Koraalrode verf werd gemaakt door gele oker toe te voegen aan de zwarte glanslaag, waardoor de glanslaag poreus werd en door heroxidatie bij het bakken een diep oranjerode kleur kreeg. De koraalrode techniek werd meestal aangetroffen op bekers zonder voet en in phialae van na de Perzische Oorlogen. Het rode lichaam van de vaas steekt fraai af tegen het zwart van de lip en handvatten. Het is denkbaar dat ze in Athene zijn vervaardigd, onder invloed van Perzisch metaalwerk, en dat de kleur bedoeld was om de suggestie van goud te wekken. De koraalrode glanslaag hechtte zich echter slecht aan het oppervlak van de vaas, waardoor de techniek nooit algemeen verspreid raakte en uiteindelijk in onbruik raakte.
Ingegraveerd motief of patroon gekenmerkt door zware, hoekige lijnen die contrasteren met fijne, organische vormen. Ze worden aangetroffen op de boeg van kano's, op hoofdsteunen, op bamboepijlkokers en op gesneden figuren, waarvan het hoofd vaak te groot is in verhouding tot het hurkende lichaam. De objecten met decoraties in korwar-stijl worden vaak gebruikt tijdens begrafenisrituelen om contact te houden met de voorouders.
In de beeldende kunst, techniek van het tekenen met krijt, een voorbereide natuursteen of aarde stof die doorgaans verkrijgbaar in zwart (gemaakt of van zachte zwarte steen of uit een samenstelling die lampzwart bevat), wit (gemaakt van verschillende soorten kalksteen), en rood, of sanguine (gemaakt van rode aarde zoals rode oker). De vroegste krijttekeningen dateren uit het Paleolithicum.
Binnenplaatsen die voornamelijk dienen om licht en lucht toe te laten. Gebruik 'luchtschachten' voor smallere binnenplaatsen die voornamelijk dienen voor ventilatie. Gebruik 'lichtkokers' voor kokers die licht doorlaten voor lager gelegen ruimten.
Familie van meer dan 420 genera en ongeveer 1500 soorten bomen, struiken, houtachtige wijnstokken en kruiden. Veel soorten zijn grote bomen die voorkomen in tropische regenwouden. De soorten in deze familie hebben een melkachtig, vaak giftig sap, bladeren met gladde randen en bloemen in trossen (zelden vindt men losse bloemen). De vrucht kan op een bes lijken of vlezig zijn, maar is gewoonlijk een droge peul (kokervrucht) die openbarst als hij rijp is. Daarbij komen een groot aantal pluizige of gevleugelde zaadjes vrij.
Verwijst naar de Egyptische aardewerkstijl die werd vervaardigd tijdens de Badarische, Amratische en Gerzeaanse periodes van circa 6.000 tot 2.925 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door dunwandige, gepolijste, handgemaakte kruiken, met een rode okeren vernislaag, met zwarte bovenkanten die, waarschijnlijk werden verkregen door de nog hete kruiken in verkolend organisch materiaal te leggen.
Anorganisch pigment dat wordt geproduceerd door het vermalen van ertsen als oker, goethiet, krijt, groene aarde, azuriet, vermiljoen en malachiet.
Pantserhandschoenen die bestaan uit een kokervormige pantsermanchet, een enkele plaat of verscheidene scharnierende harnasplaatjes die de rug van de hand bedekken en harnasplaatjes die de vingers bedekken, waarbij alleen de duim onafhankelijk kan bewegen. Ze waren populair van de 15e tot halverwege de 16e eeuw in die delen van Europa die door de Duitsers werden overheerst.
Kokervormige bedekkingen voor de handen die vaak aan beide uiteinden open zijn en die ter verwarming gedragen worden.
Kleine tassen die bij het bewerken van bladmetaal worden gebruikt om dunne, ronde voorwerpen zoals naaldenkokers te maken.
Kokervormige stukken van een stalen wapenuitrusing, die bedoeld zijn voor de onderarm en deel uitmaken van het armharnas.
Objecten zoals schilden, kokers of andere houders, gemaakt door de Indianen van de Plains van ongelooid leer van bizons of ander groot wild. term vooral gebruikt voor grote, rechthoekige op een enveloppe gelijkende houders, gewoonlijk maar niet uitsluitend van ongelooide bisonhuid, met karakteristieke geschilderde patronen, gebruikt voor het verpakken van gedroogd vlees en ander gedroogd voedsel, dekens of kleding.
Accessoires voor het op het lichaam dragen van cosmetica. Meestal zijn ze gemaakt van metaal of plastic, en ze kunnen vrij decoratief zijn. De binnenkant bevat meestal een spiegel in het deksel van de ene helft en gezichtspoeder in de andere helft, maar kan ook vakjes hebben voor rouge of lippenstift, of een onderdeel voor de bevestiging van een lippenstiftkoker.
Stam van ongewervelde zeedieren die in de hele wereld voorkomen en een sedentair leven leiden in lange beschermende kokers op de bodem van de zee. Ze hebben veerachtige tentakels aan het bovenste uiteinde van de kokers die een soort baarden vormen. In embryo's vormt zich een darmkanaal dat verdwijnt naarmate het organisme ouder wordt. Het zijn de enige meercellige dieren die geen mond of anus hebben.
Brits loodgeglazuurd aardewerk van crèmekleurig materiaal, beschilderd, gepointilleerd of gesponst met warme kleuren, voornamelijk bruinachtig oker, vaalblauw en groen, en met een reliëfversiering. Gemaakt van 1790 tot ongeveer 1830. Geassocieerd met en vernoemd naar de pottenbakkerij van William Pratt in Staffordshire. Het werd ook gemaakt door andere lokale pottenbakkers in Staffordshire, het noorden van Engeland en Schotland.
Verwijst naar de Egyptische aardewerkstijl die werd vervaardigd tijdens de Badarische en Amratische perioden van circa 6.000 tot 3.200 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door dunwandige handgemaakte kruiken met een okerrode vernislaag, die werden gepolijst met een kiezel of een ander hard voorwerp.
Kleine soort paardenkastanje of struik met lange trossen roze tot donkerrode kokervormige bloemen, inheems in de zuidelijke en oostelijke Verenigde Staten.
Verwijst naar voorwerpen die zijn vervaardigd uit fijne witte aardewerkklei, gedecoreerd met delicate, telkens herhaalde, ingesneden of ingedrukte dessins en ingelegd met engobe in verschillende kleuren, in het bijzonder geel oker en bruin. De populairste dessins zijn lofwerk, heraldische wapens en allerlei populaire abstracte motieven, met name motieven die gebruikt werden als decoratie voor boekomslagen. De meeste motieven zijn ontleend aan het patronenboek 'La Fleur de la science de pourtraicture' (1530) van Francesco Pellegrino. Vaak werd ook nog reliëfwerk toegevoegd. De dunne laag opgebracht loodglazuur doet denken aan een vernislaag en geeft het aardewerk een romige kleur. Saint-Porchaire werd van circa 1500 tot circa 1570 vervaardigd in Saint-Porchaire, Frankrijk, en de omgeving van Saintes, in het zuidwesten van Frankrijk, gedurende het bewind van Frans I en Hendrik II. De techniek vereist een hoge technische vaardigheid, wat verklaart waarom het aardewerk slechts in beperkte aantallen is vervaardigd (64 gedocumenteerde exemplaren). Dit aardewerk werd in de 19de eeuw geïmiteerd door fabrieken als de Minton Ceramic Factory in Engeland.
Passagiersrijtuigen voor reizen overdag, met comfortabelere stoelen en meer gemakken zoals rokersruimtes, restauratiewagens en tafeltjes, dan bij treinwagons.
Kokervormige ruimten.
Wordt voornamelijk gebruikt voor houders voor sigaren, met name dozen van verschillende vorm met deksel, lijkend op sigarettendoosjes maar dan groter, bedoeld om op een tafel, bureau of iets dergelijks te worden gezet. Gebruik 'sigarenkokers' voor platte houders die worden gebruikt om sigaren in mee te dragen. Gebruik 'humidors' voor luchtdichte sigarenhouders.
Dozen met deksel, variërend van vorm, lijkend op sigarendozen maar dan kleiner en met sigaretten erin, bedoeld om op een tafel, bureau of iets dergelijks te worden gezet. Gebruik 'sigarettenkokers' voor platte houders om sigaretten in mee te dragen. Gebruik 'sigarettenhouders (houders)' voor open cilindrische houders voor sigaretten.
Smalle, verwijderbare houten of metalen platen die worden neergelaten door de bodem van een vaartuig om de stabiliteit te verhogen. Gebruik 'kielzwaarden' voor soortgelijke, om een spil draaiende platen die midscheeps zijn gemonteerd in een behuizing of tussendekse koker.
Zuid-Australische uitgehakte beeldhouwwerken, die zijn gemaakt van hout, gips en oker en dienen als richtingaangevers. Deze beeldhouwwerken werden in de grond geplaatst om aan te geven welke stam de betreffende locatie in bezit had of in welke richting deze was te vinden. Volgens de Aboriginals waren de innovatieve wegwijzers tussen 1903 en 1906 bij de Lutheraanse missiepost van Killalpaninna gemaakt door Diyari. Toa's zijn geen traditionele beeldhouwwerken. Men denkt dat de productie van toa's volgde op een verzoek van Europeanen, die interesse hadden in de cultuur van de Aboriginals. Toa's werden alleen geproduceerd in de staat Zuid-Australië.
Kokers met een vezelig oppervlak die op een roller met een handvat zijn gezet en worden gebruikt om verf mee aan te brengen.
The Wandjina-stijl wordt gerekend tot de oudste gedocumenteerde rotskunststijlen. Werken in deze stijl worden aangetroffen in het centrale noorden van de Australische Kimberleys, op afgelegen locaties. Rotsschilderingen in de Wandjina-stijl beelden menselijke figuren met een rond hoofd af, met daaromheen een contourlijn in rood oker, in het bijzonder rond het hoofd. De figuren hebben meestal opvallend grote ogen en neuzen, maar de mond ontbreekt. Figuren in de Wandjina-stijl variëren in grootte tussen minder dan 40 centimeter tot meer dan drie meter hoogte. Er zijn ook dierlijke figuren afgebeeld in deze stijl.
Verwijst naar de Egyptische aardewerkstijl die werd vervaardigd tijdens de Amratische periode van circa 4.000 tot 3.200 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door kruiken van gepolijste Nijlklei, met een laag oker, en versierd met geometrische vormen die mandenwerk of geweven stof nabootsten, of met dierenfiguren, mensen, en planten in wit gipspigment.
Middelgrote Europees-Aziatische loofboom. Alle delen van de boom, behalve de vrucht, zijn licht giftig. De vruchten worden gegeten door vogels en zoogdieren. Sommige breken ook de pitten open om het binnenste op te eten. Sommige dieren, zoals de kokermot, eten de bladeren. De boom scheidt gom uit via wonden in de schors en sluit ze op die manier af om insecten tegen te houden en schimmelinfecties te voorkomen.