Associaties voor opdrachtgevers

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zij die hun bezit of invloed gebruiken ten bate van individuen, instellingen of goede doelen, met name zij die het werk van kunstenaars of schrijvers steunen, inclusief zij die opdracht geven voor afzonderlijke werken en ervoor betalen. Gebruik 'sponsors' voor mensen die de hoofdverantwoordelijkheid op zich nemen voor projecten of activiteiten. Gebruik 'vrienden' voor personen die vrijwilligerswerk verrichten of geld of publieke steunbetuigingen geven als lid van een genootschap of vereniging.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een school van Indiase schilderkunst die wordt geassocieerd met het vorstendom Bikaner in het noordwesten van Rajasthan. Van alle Rajasthan-scholen is de Bikaner-school sedert zijn ontstaan, halverwege de 17de eeuw, het sterkst schatplichtig aan de Mogolstijl. Een verbond dat Bikaner eind 16de eeuw met de Mogols had gesloten, resulteerde namelijk in de komst van kunstenaars die in Bikaner-ateliers in het Delhi van de Mogols hadden gewerkt. Telkens terugkerende kenmerken zijn een elegante lijnvoering, zachte kleuren en een voorkeur voor de religieuze en literaire thema's die bij de koninklijke hindoe-opdrachtgevers in de smaak vielen. Tegen het einde van de 18de eeuw ging de stijl meer op die van Rajasthan lijken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een productieve Indiase schilderschool die verbonden is met het vorstendom Bundi in het zuidoosten van Rajasthan. Het andere grote centrum van de Bundi-schilderschool was het naburige vorstendom Kotah, waarmee Bundi ook familiebetrekkingen onderhield. Andere idioomvormen van de Bundi-stijl, zoals Indargarh, Khatoli, Toda Rai Singh, Raghugarh, Uniara en Kapren, hebben zich eveneens ontwikkeld uit deze school, die aanvankelijk uitsluitend door de Bundi-heersers werd ondersteund. De Mogolinvloeden lieten zich met name gelden in de Rajasthan-school, die een periode vanaf de 17de eeuw tot het einde van de 19de eeuw omvat. Bundi-schilderijen vertonen ook overeenkomsten met de Deccan-schilderijen uit het zuiden, een regio waarmee de heersers van Bundi en Kotah intensieve contacten onderhielden. De schilderijen werden meestal uitgevoerd als wandschilderingen in het paleis of als miniatuurkunst. Kenmerken van de Bundi-school zijn bewegende figuren, ronde hoofdvormen, symmetrische, waaiervormige platanen, weelderige plantengroei, spectaculaire nachtluchten en een opvallende weergave van water (lichtgekleurde wervelende vormen tegen een donkere achtergrond). Met name de schilderijen die werden geproduceerd onder Rao Bhao Singh (heerste van 1658-81) en Rao Anurad Singh (heerste van 1681-95) hadden een herkenbaar, gerijpt en verfijnd karakter. Bovendien was de repertoirekeuze vergroot. De schilders in Kotah hadden belangrijke opdrachtgevers als Rao Jagan Singh (heerste van 1658-84), Maharao Umed Singh (heerste van 1770-1819), Maharao Ram Singh (heerste van 1827-66) en Maharao Shatru Sal (heerste van 1866-89); vooral populair waren de weelderige schilderijen van jachttaferelen waarin de heerser een rol speelde, uitgevoerd in de vorm van wandschilderingen of als miniaturen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Indiase schilderstijl die werd ontwikkeld door afstammelingen van Mogolkunstenaars die eind 18de eeuw en begin 19de eeuw voor de Britten werkten. De artistieke centra van deze stijl waren Delhi in het noorden, Lucknow, Calcutta en Patna in het oosten, en Madras en Thanjavar in het zuiden. Thema's van deze 'Company-schilderijen' waren bloemen, dieren, kastengroepen, festivals en schilderachtige locaties; als techniek werd een afgeleide vorm van het Europese aquarelschilderen gebruikt. De naam is ontleend aan de Britse East India Company, waarmee de opdrachtgevers van werk in de Company-stijl vaak werden geassocieerd. De opdrachtgevers toonden vaak oprechte wetenschappelijke belangstelling voor de Indiase cultuur en het Indiase landschap, een belangstelling die verder reikte dan een vluchtige hang naar het exotische.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Contracten die worden opgesteld tussen opdrachtgevers en aannemers die geen hoofdaannemers zijn; de aannemers worden in dit geval ingehuurd voor onderdelen van een bouwproject.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van de beeldhouwers uit de 1ste eeuw v. Chr. tot de 2de eeuw na Chr., die het woord Athenaios aan hun handtekeningen toevoegden. Volgens het classificatiesysteem van de 19de-eeuwse kunsthistoricus Heinrich Brunn. De beelden werden vervaardigd voor rijke opdrachtgevers in Griekenland, Pergamon, Alexandrië en Italië. De stijl kenmerkt zich door het kopiëren van, of aanpassen aan de beroemde vroegere Griekse beelden, en speelde een belangrijke rol bij het overbrengen van de klassieke Griekse stijl op de Romeinen en later de West-Europese cultuur. De stijl onderscheidt zich door het formalisme en de kunstmatigheid, die afwijken van het realisme dat typerend was voor de Romeinse kunst uit deze periode.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst in algemene zin naar schilderijen in de voormalige Mogolstijl die in de 18de en 19de eeuw zijn vervaardigd in Lucknow, in de Indiase regio Oudh. Na de ineenstorting van het Mogolrijk, aan het eind van de 17de en het begin van de 18de eeuw, leefde de schilderstijl van de Mogols nog enigszins voort in de kopieën van oudere schilderijen die werden vervaardigd, meestal door gevluchte kunstenaars uit het geplunderde Delhi. De hier vervaardigde schilderijen laten een versmelting zien van de thema's en stijlen van de Mogols met die van Rajput. Andere locaties waar gevluchte schilders werkten waren Patna, Fyzabad en Murshidabad; dat de aldaar geproduceerde schilderkunst een zekere westerse invloed verraadde, hing samen met het feit dat de opdrachtgevers nu Brits waren. In de 18de en 19de eeuw maakte ook de schilderkunst in de Companystijl hier een bloeiperiode door; de kunstenaars in Lucknow maakten schilderijen met tal van verschillende thema's, waaronder panorama's, als afspiegeling van het feit dat dergelijke werken destijds populair waren in Engeland.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een van de twee belangrijkste scholen van de Indiase miniatuurschilderkunst in de Rajputstijl; de andere is Rajasthan, een stijl die sterk verwant is qua techniek en themakeuze. Deze stijl wordt geassocieerd met het gebied aan de voet van de Himalaya, tussen Jammu en Garhwal. Het gebied is kleiner van omvang dan dat van Rajasthan, hetgeen verklaart waarom veel kunstenaars vermoedelijk elders op zoek gingen naar werk. Hoewel geleerden meestal Basohli en Kangra aanwijzen als de twee belangrijkste scholen, bestaan er daarnaast nog tal van andere regionale idiomen. Vaak is een categorisering op basis van ateliers en families zinvoller, aangezien de regionale scholen moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn. De plundering van Delhi in 1739 en de daaropvolgende ineenstorting van de macht van de Mogols dwong kunstenaars elders te zoeken naar opdrachtgevers; deze kunstenaars zorgden voor een nog grotere verfijning van de Pahari-schilderkunst, met name wat het realistisch gehalte betreft. De Pahari-schilderkunst wordt beschouwd als de laatste vitale hindoeïstische kunstvorm voordat het neutraliserende effect van het westen in de 19de eeuw zijn invloed liet gelden. Evenals bij sommige andere Rajputschilderkunst laat de Pahari-schilderkunst een voorkeur zien voor het afbeelden van de legende van de veeherder en godheid Krishna.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een regionale school van Rajasthan-miniatuurschilderkunst met als centrum Raghogarh in Malwa, Centraal-India. De opdrachtgevers van deze school waren de Rajput-heersers van het Khichi Chauhan-geslacht, die Raghogarh als hoofdstad hadden. De school, die in de 17de eeuw een bloeitijd doormaakte, is stilistisch verwant met de Bundi-school, hoewel de aard van de relatie niet duidelijk is. De figuren zijn vaak afgebeeld met een smal middel, slanke ledematen, grote ogen en een enigszins langgerekt hoofd. De Raghogarh-schilderkunst heeft zich tot aan de 19de eeuw gehandhaafd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar relatief kleine paneelschilderingen met rooms-katholieke religieuze onderwerpen, gemaakt in Mexico, andere Latijns-Amerikaanse landen en de Spaanssprekende delen van de Verenigde Staten vanaf de Spaanse koloniale tijd tot nu. De onderwerpen kunnen heiligen zijn of wonderbaarlijke gebeurtenissen waarbij de opdrachtgevers van de schilderingen hulp krijgen door hemelse tussenkomst van de afgebeelde heilige personages. Ze zijn meestal geschilderd in heldere kleuren, gewoonlijk in olieverf of tempera, op panelen van grenenhout, zink, koper of vertind ijzer. De schilderingen maakten deel uit van huisaltaren of dienden als religieuze dank- of toewijdingsoffers.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een groep schilders die hoofdzakelijk in Shanghai werkzaam was, vanaf het midden van de 19de eeuw tot aan het begin van de 20ste eeuw. Hoewel het hier geen school in de westerse betekenis betreft, hebben de hiermee geassocieerde schilders wel als gemeenschappelijke kenmerk dat ze dezelfde thematiek, stijlen en technieken gebruikten, en in opdracht van kooplieden uit Shanghai werkten. Na de vernietigende opstand van Taiping (1850-1864) vestigden vier beroepsschilders met de achternaam Ren zich in Shanghai: Ren Xiong (1820-1857), zijn broer Ren Xun (1835-1893) en zijn zoon Ren Yu (1853-1901) uit Xiaoshan, en Ren Yi (1840-1896), geen familie, uit Hangzhou, plaatsen die beide in de provincie Zhejiang liggen. De vier Rens, van wie Ren Yi het invloedrijkst en succesvolst was, vormden de kern van de nieuwe school. Het werk van de Shanghai-school was vooral bedoeld om de opdrachtgevers te behagen. De werken, die doorgaans waren bestemd voor het kantoor of de woning van de kooplieden, waren meestal van decoratieve aard; veelal waren het symbolische voorstellingen waarin werd verwezen naar thema's als een lang leven, geluk en voorspoed. Met name de hangende rol was een populair formaat, evenals de vouwwaaier. De werken worden gekenmerkt door felle kleuren en herkenbare, alledaagse motieven, zoals figuren, vogels en planten. Het landschap speelde meestal een ondergeschikte rol in de Shanghai-schilderkunst. De bloemschilderkunst van Shanghai werd populair dankzij Zhao Zhiqian (1829-1884), die bekend is om zijn grote, decoratieve rollen met bloemen, welke hij in brede verfstreken en rijke, opake kleuren schilderde. Een hoogtepunt bereikte de Shanghai-school aan het begin van de 20ste eeuw met Wu Changshi, die wel als de grootste van de Shanghai-schilders wordt beschouwd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Chinese dynastie die heeft bestaan van 618 tot 907 n. Chr., een periode welke tot de hoogtijdagen van de Chinese geschiedenis wordt gerekend. China bloeide als een stabiel en tot een eenheid gesmeed rijk, en de welvaart en het actieve mecenaat welke daaruit voortvloeiden, leidden tot een Gouden Eeuw op het gebied van Chinese schilderkunst, metaalwerk, keramiek, muziek en poëzie. Chang'an, een briljant stedelijk ontwerp, bleef de hoofdstad van de Tang en was de metropool van zijn tijd. Belangrijke Tang-heersers en opdrachtgevers waren Taizong (heerste van 626-649) en Xuanzong (heerste van 712-756). Het boeddhisme bleef invloedrijk, maar de Tang-dynastie kende ook perioden van vervolging. Grotschilderingen in Dunhuang en stenen pagodes zoals de Grote Wilde Gans-pagode (circa 652) en de Kleine Wilde Gans-pagode (circa 707) in Chang'an zijn bewaard gebleven. Monumentale stenen beeldhouwwerken in de noordelijke provincies geven blijk van een nieuwe ontwikkeling in de richting van volumineuzere, sensuelere figuren. Deze ontwikkeling is eveneens te herkennen in de wereldlijke Tang-beeldhouwwerken, zowel in steen als in keramiek. Een voorbeeld van synthese tussen Indiase en Chinese beeldhouwstijlen is te vinden in de grot van de berg Tianlong, in een reeks werken die tot stand kwam onder het mecenaat van keizerin Wu Zetian (heerste van 690-705). De schilderkunst beleefde een bloeiperiode tijdens de Tang-periode en werd gedomineerd door de wereldlijke landschapstraditie. Li Sixum en Li Zhaodao, vader en zoon, en Wang Wei zijn de namen van drie schilders die ons zijn overgeleverd, en er zijn vermoedelijk ook exemplaren van hun werk bewaard gebleven. Het werk van Wang Wei, dat latere kunstenaars heeft beïnvloed, had een intieme, melancholische uitstraling, terwijl het werk van Li Sixum en Li Zhaodao wordt gekenmerkt door de heldere tinten groen en blauw die wij kennen van de talrijke Tang-landschappen. De Chinese portretschilderkunst, welke zijn oorsprong heeft in de Han-dynastie, bereikte tijdens de Tang-periode een hogere graad van verfijning dankzij kunstenaars als Wu Daozi. De Tang-keramiek omvatte beeldjes en vaten van sancai-aardewerk, meestal als grafgift bedoeld, wit porselein, zoals het bekende Xing-aardewerk uit de provincie Henan, en de jadeachtige Yue-celadons uit de provincie Zhejiang. Het gebruik van metaaloxiden voor ondergeglazuurde decoraties werd ontwikkeld in de provincie Hunan en Sechuan, terwijl het porselein - dat overigens pas later op grote schaal werd toegepast - zijn oorsprong heeft in de Tang-periode. De decoratieve kunsten tijdens de Tang-dynastie stonden onder invloed van het Midden-Oosten en andere verre streken, hetgeen leidde tot nieuwe stijlen op het gebied van keramiek en metaalwerk. Zo werden er kleurige geglazuurde objecten van aardewerk vervaardigd, bijvoorbeeld kannen en rytons, als bewuste imitaties van Perzisch zilverwerk, terwijl Perzische inslagpatronen hun intrede deden in de Chinese textielindustrie. China voerde op zijn beurt aardewerk, zijde en druk- en papiertechnieken uit. De Tang-dynastie werd opgevolgd door de Late Liang-dynastie.