Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Organisaties waarvan de netto-inkomsten of verdiensten niet worden verdeeld of ten goede komen aan een individu, maar worden aangewend voor de gestelde doelstelling van de organisatie, bijvoorbeeld liefdadigheid, diensten in het belang van de gemeenschap of onderzoek.
Groepen mensen die zijn georganiseerd met een doel, meestal gekenmerkt door een min of meer constant aantal leden, een lichaam van functionarissen of vertegenwoordigers en een reglement dat hun activiteiten en gedrag voorschrijft.
De hiërarchie Organisaties bevat descriptoren voor groepen mensen die zijn georganiseerd met een doel, gewoonlijk gekenmerkt door een min of meer constant aantal leden, een lichaam van functionarissen of vertegenwoordigers en een reglement dat hun activiteiten en gedrag voorschrijft. Opgenomen zijn publieke organisaties, zoals sociale diensten, particuliere organisaties, zoals firma's, alsmede organisaties die beide kunnen zijn, zoals liefdadigheidsinstellingen. Tot deze hiërarchie behoren ook bestuurlijke en politieke organisaties, zoals staten en koninkrijken, die zowel een geografisch gebied en een bevolking als een bestuursstelsel omvatten. Relatie met andere hiërarchieën. Descriptoren voor groepen mensen die geen organisaties vormen (bijvoorbeeld sociale klassen) zijn te vinden in de hiërarchie Personen. Descriptoren voor verzamelingen objecten die worden samengebracht en beheerd door een organisatie of persoon (bijvoorbeeld bedrijfscollecties) zijn te vinden in de hiërarchie Objectgroepen en systemen. Descriptoren voor nederzettingen (bijvoorbeeld steden) en districten (bijvoorbeeld schooldistricten) die een organisatie omvatten maar waarin het begrip fysieke ruimte de overhand heeft, zijn te vinden in respectievelijk de hiërarchie Nederzettingen en landschappen en de hiërarchie Gebouwde complexen en gebieden. Descriptoren die gelijk zijn voor een gebouw en de daarin gehuisveste organisatie (bijvoorbeeld kerken en ziekenhuizen) zijn te vinden in de hiërarchie Bouwwerken.
Grafische voorstellingen van de administratieve en hiërarchische structuur van een organisatie waarbij de gezagsverhoudingen tussen de verschillende personeelsleden worden weergegeven door middel van lijnen waaruit blijkt wie voor wat verantwoordelijk is alsmede welke taken aan wie zijn op- of overgedragen.
Organisaties van geleerde personen, verenigd ter bevordering van kunst, wetenschap of literatuur
Professioneel opgeleide personen die alle transacties bijhouden die van invloed zijn op de financiële status van een organisatie, waaronder het verzamelen, vastleggen en communiceren van financiële gegevens en het voorbereiden van analyses voor besluitvorming.
Alle zaken en handelingen die betrekking hebben op het beheer van een organisatie, met name in verband met het budget, het personeel en de productie. De term administratie wordt in engere zin ook gebruikt voor al de schriftstukken die tot een dergelijk beheer behoren.
Belangrijke autonome of semi-autonome eenheden van een organisatie. Gebruik 'departementen (organisatorische eenheden)' voor andere organisatorische eenheden die meestal, maar niet altijd, minder autonoom zijn dan afdelingen. Het gebruik van deze termen, vooral met betrekking tot de officiële benamingen van organisatorische eenheden, is idiosyncratisch en vaak zonder consistent onderscheid.
Diplomaten met de hoogste rang die door de ene soeverein of staat naar de andere zijn gestuurd of naar een internationale organisatie als zijn/haar de belangrijkste vertegenwoordiger.
Te gebruiken om te verwijzen naar de anglicaanse kerk (Church of England); gebruik 'episcopaal' om te verwijzen naar de episcopale kerk in Amerika. De term verwijst naar een christelijke geloofsrichting met zowel protestantse als katholieke elementen die ontstond na de breuk tussen de Engelse koning Hendrik VIII en de rooms-katholieke kerk (circa 1532-34). Het anglicanisme is de officiële Britse staatsgodsdienst, en de Britse soevereine vorst is nog altijd het officiële hoofd van de anglicaanse kerk. Aanvankelijk droeg de kerk nog een overwegend katholiek karakter, maar onder Edward IV en Elizabeth I werden er hervormingen doorgevoerd en werd een meer protestants georiënteerde geloofsleer geïntroduceerd, met een nieuwe versie van het Book of Common Prayer en de Negenendertig Artikelen. Hoewel de huidige anglicaanse kerk in het algemeen wordt gekenmerkt door een tolerante houding, zijn de spanningen tussen protestants en katholiek gezinde stromingen binnen de kerk nooit verdwenen en heerst er weerstand tegen nieuwe vrijzinnige en evangelische invloeden. Het anglicanisme berust op episcopaal gezag en op een structuur van parochies, welke van fundamenteel belang is voor de kerkelijke organisatie.
Wordt gebruikt voor de documenten van een bepaald individu, een bepaalde organisatie of andere entiteit, die bij elkaar worden bewaard binnen een grotere collectie.
Zoekmiddelen waarbij de normale ingang de reeks is. Bevatten meestal een korte geschiedenis en beschrijving van de organisatie die de documenten heeft gemaakt, een beschrijvende lijst van elke reeks verslagen, en soms extra informatie zoals selectieve indexen.
Zoekhulpmiddelen ontwikkeld door de Library of Congress om verzamelde werken, collecties en aantekeningen te beschrijven, door het geven van de herkomst en administratievoorwaarden, de reikwijdte en algemene inhoud, en inclusief gegevens over omvang en volume, biografische gegevens over de persoon, groep of organisatie waarvan het werk is, de ordening, een verpakking of map-vermelding en soms selectieve document-indexen.
Collecties van historische gegevens en primaire bronnen die in de loop van het bestaan van een persoon of organisatie zijn samengesteld, met als doel de functie of geschiedenis van de persoon of organisatie te laten zien. Het kunnen zowel tastbare als digitale documenten zijn.
Documenten waarin richtlijnen worden gegeven voor het beheer van de administratie van een organisatie. Hierin wordt onder meer aangegeven wanneer een stuk waardevol genoeg is om in het archief te worden opgenomen. Tevens wordt hierin echter omschreven na welke perioden, handelingen en gebeurtenissen de overige documenten mogen worden vernietigd.
Kunstenaars die officieel worden geassocieerd met een organisatie.
Verwijst naar een hindoeïstische geloofsgemeenschap en hervormingsbeweging die in 1875 in Bombay is gesticht door de brahmaan Dayananda Sarasvati. Zijn volgelingen, die streven naar een terugkeer tot de oorspronkelijke zuiverheid van het hindoeïsme zoals dat te vinden is in de Veda’s, zijn tegen beeldenverering, kinderhuwelijken, polygamie en betekenisloze rituelen. Dayananda's boek Vedabhashya bevat zijn uitleg van de Veda’s, de oudste hindoegeschriften. Arya Samaj draagt een morele visie van vriendelijkheid en goede wil jegens allen uit. Arya Samaj, thans een wereldwijde organisatie, is ook tegenstander van het traditionele hindoeïstische kastenstelsel en zet zich in voor de bestrijding van godsdienstig en sociaal onrecht. Volgelingen van Arya Samaj hebben ook het nieuwe idee geïntroduceerd om mensen met andere geloofsovertuigingen te bekeren tot het hindoeïsme. In 1893 was er een schisma tussen conservatieve en liberale volgelingen die het niet eens werden over de vraag of zij traditionele of moderne vormen van onderwijs moesten propageren en of ze al dan niet vegetarisme moesten bepleiten. De beweging werd later nationalistisch en kwam in botsing met sikhs en moslims, vooral in Punjab rond de scheiding van India en Pakistan in 1947.
Gebouwen voor samenkomsten met een sociaal-cultureel of maatschappelijk doel. (Eerder vertaald met: Wordt gebruikt voor gebouwen die zijn ontworpen of bedoeld als plaatsen waar mensen van een bepaalde groep of organisatie bijeenkomen voor bestuurlijke doeleinden.
Ceremoniële feesten meestal gehouden ter ere van, of ter ondersteuning van een persoon, organisatie of doel.
Bibliotheken die bestemd zijn voor de medewerkers van en worden onderhouden door een bedrijf of andere organisatie.
Te gebruiken voor groepen personen, die officieel zijn benoemd of gekozen om een bepaalde activiteit te coördineren of te leiden, vaak binnen een overheids- of particuliere onderneming, instelling of andere organisatie.
Te gebruiken voor het beheren van de zakelijke aangelegenheden en de menselijke en materiële middelen van een organisatie, project of onderneming, in de eerste plaats met betrekking tot het formuleren van het beleid. Gebruik 'management' wanneer eerder het toepassen dan het formuleren van het beleid het belangrijkste aspect is. Gebruik 'toezicht houden op' voor het direct toezien op de activiteiten van een organisatie of een onderneming.
Gebouwen waarvan uit het centrale bestuur en de administratie van organisaties wordt uitgevoerd en is gehuisvest. Gebruik 'regeringsgebouwen', 'provinciehuizen' en 'gemeentehuizen' voor dergelijke gebouwen van respectievelijk de rijks-, provinciale- en gemeentelijke overheid.
Organisaties die bestuurlijke macht uitoefenen. Zie voor termen die zowel een bestuurslichaam als het onder dat bestuur vallende gebied aanduiden de gidsterm "overheidsinstanties".
Over het algemeen te gebruiken voor fondsen die voor een specifiek doel zijn toegewezen door een regering of organisatie.
Organisaties die grote on line bibliografische databases onderhouden en ondersteuning voor het catalogisere aanbieden als ook aanverwante producten aan bibliotheken en andere gebruikers, die deze databases on line volgens het principe van time-sharing kunnen raadplegen.
Bibliothecarissen die informatiediensten verzorgen in overheidsorganisaties en takken van de overheid.
Commerciële of professionele organisaties die zijn opgericht om bibliotheken van voorraden, apparatuur, software en diensten te voorzien.
Personen die een verbond zijn aangegaan met anderen, zowel individuen als organisaties zoals soevereine staten.
De hiërarchie Bouwwerken bevat descriptoren voor vrijstaande gebouwen en andere structuren die meestal worden beschouwd als afzonderlijke bouwwerken of architectuurtypen (bijvoorbeeld 'musea', 'basilica's', 'paleizen'). Descriptoren voor bouwwerken omvatten een groep elementen uiteenlopend van complexe gebouwen tot basale hulpstructuren. Waar mogelijk worden gebouwen onderscheiden van andere structuren. Gebouwen worden gedefinieerd als ommuurde of overdekte constructies die fungeren als bewoning of schuilplaats of daarvoor bestemd zijn (bijvoorbeeld 'flatgebouwen' of 'restaurants') en die meestal omvangrijker zijn dan andere structuren die alleen een beperkte vorm van onderdak of beschutting bieden (bijvoorbeeld 'tenten' of 'schutstallen'). Onder 'Overige structuren' worden die constructies verstaan die deels of virtueel zijn omsloten of overdekt (bijvoorbeeld 'cromlechs' of 'priëlen') of vrijstaande constructies die geen beschutting of onderdak bieden (bijvoorbeeld 'aardhopen' of 'seintorens'). Sommige structuren kunnen betrekkelijk klein zijn en als toegevoegde structuur bij andere bouwwerken fungeren (bijvoorbeeld 'fonteinen' of 'graftomben'). Relatie met andere hiërarchieën: sommige descriptoren in de hiërarchie Bouwwerken (bijvoorbeeld 'scholen' of 'bibliotheken (gebouwen)') kunnen verwijzen naar de bouwwerken, de organisaties of de instellingen. Descriptoren voor de structurele geraamten en afzonderlijke bouwelementen (bijvoorbeeld 'balloon frames' of 'garagedeuren') die samen één bouwwerk vormen, zijn ondergebracht in de hiërarchie Componenten. Kamers, ruimten en andere grote samenstellende delen van gebouwen (bijvoorbeeld 'keukens' of 'ells') zijn eveneens in de hiërarchie Componenten te vinden.
Gevallen waarbij een groep mensen zich onthoudt van commerciële of sociale relaties met bepaalde mensen, groepen of organisaties als middel tot dwang of intimidatie, meestal om economische of politieke redenen.
Groepen productieve of winstgevende bedrijven of organisaties die een gelijksoortige technologische structuur hebben en die gelijksoortige goederen of diensten aanbieden.
Kleinen stukken drukwerk die de kenmerken of voordelen van een plaats, organisatie, of ander bedrijf beschrijven en die over het algemeen zijn bedoeld als advertentie.
Middelen waarmee de gebruikers van een gebouw of complex worden ingelicht over de locatie van, of richtingaanwijzingen krijgen voor individuen, organisaties of diensten binnen dat gebouw of complex.
Publicatie van een organisatie of vereniging, met name een kort verslag, waarschuwing of verslag van nieuws of gebeurtenissen, uitgegeven door de autoriteiten.
Wordt gebruikt voor verzamelingen voorwerpen die zijn samengebracht door een individu of organisatie.
Te gebruiken voor multidisciplinaire non-profit organisaties die bestaan uit professionals, meestal architecten, ontwerpers en vrijwilligers die eraan werken om de sociale en economische omstandigheden in een buurt of gemeenschap te verbeteren.
In algemene zin het inspecteren van een procedure of procedures om te verzekeren dat die worden uitgevoerd volgens de vastgestelde principes. In de context van financiële aangelegenheden betreft het de periodieke of voortdurende beoordeling van de financiële middelen en passiva van een organisatie.
Te gebruiken voor personen of organisaties die met anderen communiceren door middel van correspondie. Gebruik 'correspondenten (verslaggevers)' voor personen die in dienst zijn van een krant of omroep en regelmatig nieuwsberichten of verklaringen doorgeven van een plaats ver van het hoofdkantoor.
Te gebruiken voor personen in dienst van een krant of omroep die regelmatig nieuwsberichten of verklaringen doorgeven van een plaats ver van het hoofdkantoor. Gebruik 'correspondenten (correspondentieschrijvers)' voor mensen en organisaties die door middel van correspondentie met anderen communiceren.
Wordt gebruikt voor boeken die het dagelijkse, persoonlijke verslag bevatten van de eigen ervaringen, standpunten en observaties van de schrijver. Gebruik `journalen (verslagen)' wanneer het gaat om het verslag van de activiteiten of de transacties van personen of organisaties.
Het verdelen van functies en bevoegdheden van een organisatie, besturingsorgaan of een andere autoriteit over een minder gecentraliseerd gebied of over een groot aantal deelhebbers.
Belangrijke uitvoerende of bestuurlijke eenheden binnen een organisatie. Gebruik 'afdelingen (organisatorische eenheden)' voor belangrijke autonome of semi-autonome eenheden van een organisatie. Het gebruik van deze termen, vooral met betrekking tot de officiële benamingen van organisatorische eenheden, is idiosyncratisch en vaak zonder consistent onderscheid.
Een contractuele overeenkomst waarbij een persoon of organisatie onder één contract de verantwoordelijkheid op zich neemt voor zowel het ontwerp als de bouw van een project.
Mensen in dienst bij een nationale overheid of heerser om officiële onderhandelingen te voeren en politieke, economische en sociale banden met andere naties en internationale organisaties te onderhouden.
Te gebruiken voor de officiële hoofden van organisaties zoals scholen, instituten of overheidsinstellingen of voor personen die een bestuursfunctie in een bedrijf zijn toegewezen. Te onderscheiden van 'managers' die een deel of een project binnen een instituut of bedrijf leiden.
Opsommingen van namen, adressen en andere gegevens van specifieke groepen personen of organisaties; komen voor in alfabetische of grafische vorm.
Organisaties die dienen als centrale punten voor het verzamelen, organiseren, bewaren en verspreiden van documenten en die tevens verwijzende diensten aan onderzoekers verlenen.
Bijeengebrachte informatie, ongeacht het medium, die wordt gecreëerd, ontvangen en gearchiveerd door een bureau, een instelling, een organisatie of een individu met het oog op het nakomen van wettelijke verplichtingen of het uitvoeren van zakelijke transacties.
Locaties op het internet of een ander netwerk die subdomeinen kunnen bevatten en die met een uniek adres worden aangeduid. Een domein wordt onderhouden door een individu of organisatie. Een 'domeinnaam' is dat deel van het domeinadres dat fungeert als specificatie van de naam, met inbegrip van alle delen van die naam, die met het domein is verbonden. Een 'domeinnaamserver' of DNS is de computer die de programma's en bestanden bevat waaruit het domein is opgebouwd.
Een rooms-katholieke orde die in 1215 in Zuid-Frankrijk werd gesticht door de Spaanse heilige Dominicus. De bijzondere kenmerken van de nieuwe orde waren de verplichting om theologische studies uit te voeren en de missie om de leer te verkondigen, een taak die voorheen werd beschouwd als het exclusieve privilege van bisschoppen en hun afgevaardigden. Deze bedelorde wordt gekenmerkt door een centraal gezag en een centrale organisatie en legt de nadruk op missiewerk en wetenschap in combinatie met een actief en contemplatief leven. Een lid behoort tot de orde (en niet tot een autonoom klooster) en kan te allen tijde worden overplaatst naar een andere locatie. Beroemde dominicaanse wetenschappers zijn Albertus Magnus en zijn leerling, de heilige Thomas van Aquino. Het door Aquino ontwikkelde systeem werd in 1278 officieel aangenomen door de orde. Er is een orde van dominicaanse nonnen die in de 19de en 20ste eeuw explosief groeide en een tertiaire orde van leden die niet in kloosters leefden. De orde staat bekend om het onveranderlijk orthodoxe naleven van de leer van Aquino.
Lijsten waarin de personen of organisaties waarvan een museum of een instelling giften of donaties heeft ontvangen, zijn opgenomen.
Wordt gebruikt voor vlaggen, symbolische figuren of andere objecten die worden vertoond als het identificerend symbool van een leider, hooggeplaatste functionaris of organisatie, zoals de vlag van een land, de kleuren van een militaire eenheid of het banier van een adellijk huis.
Meestal afbeeldingen, ontwerpen, motto's, of een combinatie daarvan, die individuen, groepen en soms bedrijven als onderscheidingsteken gebruiken, en die vaak bedoeld zijn om een bepaalde afkomst of kwaliteit over te brengen. Zie 'logo's' voor emblemen die in hoofdzaak uit een symbool of een afbeelding bestaan, vaak als handelsmerk worden gebruikt en zijn ontworpen om een product, bedrijf of organisatie snel te herkennen. Zie 'insignes (emblemen)' voor emblemen die specifiek aangeven dat een persoon of object tot een groep of organisatie behoort, waaruit soms ook rang of functie blijkt.
In het algemeen, vastgelegde gegevens van organisaties die essentieel zijn voor de voortzetting van een bedrijf in gevallen van nood of na een ramp. Gebruik 'registers van de burgerlijke stand' voor openbare gegevens over levensgebeurtenissen die door de overheid of andere autoriteiten worden gegenereerd.
Doel van het facet Actoren en organismen is categorisering mogelijk te maken van mensen, groepen mensen en organisaties op basis van beroep of activiteit, lichamelijke of geestelijke kenmerken, of een maatschappelijke rol of situatie. Dit facet bevat ook planten- en dierennamen binnen de hiërarchie Levende organismen.
Overzichten waarin de financiële situatie van een organisatie op een gegeven tijdstip of voor een gegeven periode wordt samengevat.
Directe ondersteuning bieden aan een particulier of een organisatie in de vorm van contant geld.
Het bijeenbrengen van geld voor niet-persoonlijke, niet commerciële doeleinden, zoals bijvoorbeeld non-profit organisaties of politieke aangelegenheden.
Elektronische of fysieke bestanden of andere groeperingen van toegestane catalogiseringsingangen voor namen, persoonsnamen en organisatienamen, maar kan ook dienen voor geografische benamingen.
Te gebruiken voor het coördineren van de fysieke werkplek met de werkstroom binnen een organisatie.
Zij die officieel zijn gekozen door een groep of organisatie, zoals de regering of het regionale lidmaatschap van een politieke partij, om voor hen of overeenkomstig hun instructies te spreken of te handelen op een conventie, conferentie of andere bijeenkomst.
Het oplossen of verbeteren van de sociale of economische problemen van een gemeenschap, voornamelijk onder de organisatie en leiding van de gemeenschap zelf.
Rang in de krijgsmacht van verschillende naties; officieren met de hoogste rang of de op één of twee na hoogste rang, variërend per land of organisatie.
Zij die geschoold zijn in of werkzaam zijn op het gebied van de geografie, de sociale wetenschap die zich bezighoudt met de aarde en het leven daarop, in het bijzonder de beschrijving van land, zee en lucht, en de verspreiding van flora en fauna, inclusief de mens met zijn bezigheden en territoriale organisatie.
Wetenschap die zich bezighoudt met de aarde en het leven daarop, met name de beschrijving van land, zee, lucht en de verspreiding van flora en fauna, inclusief de mens, hun bezigheden en territoriale organisatie.
Aanduiding voor plaatselijke ontmoetingsplaatsen voor leden van de Order of Patrons of Husbandry, een organisatie van boeren bekend als de Grange (Amerikaanse boerenbond). Geen Nederlands equivalent.
Documenten die niet formeel worden uitgegeven of commercieel verkrijgbaar zijn, zoals rapporten, papieren omtrent interne organisatie of theses.
Hoogwaardigheidsbekleders die zo worden genoemd in verschillende organisaties, zoals bij militaire ridderordes, broederschappen zoals de vrijmetselaars en vakbonden.
Organisaties in de V.S. die het toezicht hebben over commerciële of handelsondernemingen, hun belangen regelen, promoten of beschermen.
Verwijst naar ambtenaren of bedienden, bij vooraanstaande huishoudens of individuen, die berichten overbrengen of proclameren, vaak de genealogische documenten bijhouden en de afbeelding van de (familie)wapens regulariseren. De term is vooral van toepassing op ambtenaren in middeleeuws en modern Europa die ceremoniële vieringen organiseerden, in het bijzonder toernooien, waarbij ze de speciale taak hadden de uitdagingen over te brengen en het gebruik van wapens door de strijdende partijen te regulariseren. Vanaf de 19de eeuw zijn de taken van deze functie hoofdzakelijk het regulariseren van de wapens (in de betekenis ‘familietekens’) van een familie of organisatie en vaak ook het beschilderen van die wapens. Zie 'wapenschilders' voor beeldend kunstenaars die zich alleen bezighouden met het afbeelden van (familie)wapens.
Wordt gebruikt voor emblemen, meestal bestaande uit een figuur en een motto, die eerder een individu dan een familie of organisatie aanduiden en vooral tijdens de Renaissance populair waren..
Het ontwikkelen van een economische organisatie van een samenleving of gemeenschap gebaseerd op gemechaniseerde industrie.
Te gebruiken voor functies die te maken hebben met de organisatie en beheer van informatie, inclusief verwerking, opslag en ontsluiten van informatie. Gebruik 'documenteren' voor het verzamelen en vastleggen van informatie.
Zowel commerciële als non-profit organisaties, die informatie of documenten (in allerlei media) verschaffen of de toegang er toe vergemakkelijken.
Te gebruiken voor de onderliggende fundering of de basisstructuur van een systeem of organisatie, vooral de diensten en voorzieningen die een wezenlijk deel van het leven in een stedelijke samenleving uitmaken.
De eerste letter van ieder woord van een naam (van een persoon of een organisatie) waarmee naar de drager van die naam wordt verwezen.
Ceremonies waarbij iemand formeel wordt toegelaten in een gemeenschap, organisatie of andere groep, of wordt bekleed met een bepaalde rol of status.
In het algemeen te gebruiken voor personen die inkopen doen namens een ander persoon of organisatie. Wordt met name gebruikt voor ingehuurde handelaars of tussenpersonen die goederen aankopen voor het onderhoud en het dagelijks functioneren van een onderneming of andere organisatie.
Alle soorten middelen die aangeven dat een persoon of object tot een groep of organisatie behoort, en die soms ook een rang of functie aangeven. Gebruik ‘logo’s’ voor grafische symbolen of afbeeldingen die zijn ontworpen om een product, firma of organisatie snel te kunnen herkennen. Soms fungeren logo's ook als handelsmerk.
Formeel gestructureerde organisaties gewijd aan de bevordering van een bepaalde zaak of project.
Gebouwen die worden gebruikt door een instelling: een formeel gestructureerde organisatie, onderneming of vereniging voor liefdadig doel.
Gebouwen waarin organisaties of verenigingen zijn gehuisvest, of waar regelmatig bijeenkomsten worden gehouden ten bate van literatuur, wetenschap, beroepsuitoefening of onderwijs, en welke activiteiten met 'instituut' worden betiteld.
Organisaties die werken ter bevordering van een bepaalde achtenswaardige of wetenschappelijke zaak of het welzijn van een bepaalde groep, of die technisch of professioneel zijn gespecialiseerd in een vak of studie.
Te gebruiken voor de tak van de politieke wetenschap die zich bezighoudt met politieke, militaire en economische betrekkingen tussen landen en tussen sommige organisaties en individuen met een internationale status.
Besloten netwerken binnen een organisatie, die gebruikmaken van dezelfde soort software en protocollen als het openbare internet, maar alleen dienen voor intern gebruik.
Documentatie die een samenvatting geeft van de activiteiten van een organisatie gedurende een jaar.
Wordt gebruikt voor boeken waarin verslag wordt gedaan van de activiteiten of de transacties van een persoon of een organisatie en die onder meer documenten omtrent financiële transacties bevatten. Gebruik `dagboeken' wanneer voor boeken waarin een auteur op persoonlijke wijze verslag doet van zijn ervaringen, standpunten of observaties.
Een school in het Tibetaanse boeddhisme die momenteel de op twee na grootste van Tibet is. De school volgt de leer van Marpa, befaamd 11de-eeuws vertaler van boeddhistische teksten, en de tantrische yogi’s of siddha’s uit India. Esoterische tantrische leerstellingen worden gecombineerd met de kloosterdiscipline van het Kadam-boeddhisme. De nadruk ligt op de strengere praktijken van hatha yoga. Kenmerkend voor het Kagyu-gedachtegoed is een meer positieve ontologie van de uiteindelijke staat der dingen in vergelijking met het denken van de Gelugs, volgens wie alle verschijnselen zijn gespeend van een intrinsiek zijn. Milarepa, die als een groot Tibetaans dichter wordt beschouwd, was Marpa’s voornaamste leerling. Gampopa was op zijn beurt Milarepa’s belangrijkste leerling. Hij was verantwoordelijk voor de organisatie van Kagyu als echte school. Er ontwikkelden zich al snel zes aparte (maar doctrinair soortgelijke) Kagyu-scholen, waaronder de Tshal, Baram, Karma en Druk. Van deze subsekten is de Druk de belangrijkste boeddhistische school in Bhutan geworden, terwijl de Karma van de 15de tot de vroege 17de eeuw de belangrijkste rivaal was van de thans overheersende Gelug-school. Het idee van opvolging door reïncarnerende lama’s komt oorspronkelijk uit de Karma-school en is later overgenomen door andere Tibetaanse boeddhistische scholen waaronder de Gelug.
Vergaderzalen voor religieuze organisaties of broederschappen.
Verwijst naar de richting van het christendom die zich kenmerkt door een uniforme, hoogontwikkelde rituele canon en organisatiestructuur met een doctrine die wortelt in de leer van de apostelen van Jezus Christus in de 1ste eeuw, in de theologie van de Alexandrijnse school en in het augustijner gedachtegoed. In deze godsdienstige richting wordt het geloof beschouwd als een aanvaarding van de openbaring; de openbaring heeft de vorm van een doctrine. In juridische zin verwijst de term naar de richting van het christendom die zich onderscheidt als een verenigd, monolithisch sacramenteel systeem onder het bestuur van het pauselijk gezag. Gedurende het grootste deel van de geschiedenis van dit systeem was de paus gevestigd in Rome en daarom wordt 'rooms-katholicisme' vaak gebruikt om dit begrip te onderscheiden van de orthodoxe katholieke kerk.
Te gebruiken voor nationale en internationale beurzen waar de materiële cultuur en producten van koloniën en gekoloniseerde volkeren worden tentoongesteld met als algemeen doel de koloniserende activiteiten van landen of organisaties te bevorderen; gehouden van het midden van de 19de tot het midden van de 20ste eeuw, vooral in Groot-Brittannië en Frankrijk.
Het gebruik van corrigerende maatregelen door middel van beheer en interpretatie van kosten-batenanalyse om de doelmatigheid en organisatie van een onderneming te verbeteren.
Brancheorganisaties die kleine leningen verstrekken aan hun leden tegen een lage rentevoet.
Documenten waarin - door een bevoegde autoriteit en in overeenstemming met de wet - aan een individu of een organisatie het recht of de toestemming wordt verleend om een transactie te sluiten, zaken te doen, een positie te bekleden of een andere activiteit te ontplooien.
Zij die deel uitmaken van een organisatie, gemeenschap, gezamenlijke onderneming of andere groep.
Kaarten die aan de leden van een organisatie worden verstrekt als bewijs van hun lidmaatschap. Het is gebruikelijk dat de kaarten op portefeuille-formaat worden gemaakt en dat de naam van de houder plus het logo van de organisatie erop afgedrukt staat.
Grafische figuren die in hoofdzaak uit een symbool of een afbeelding bestaan en die zijn ontworpen om een product, firma of organisatie snel te kunnen herkennen. Soms fungeren logo's ook als handelsmerk. Gebruik 'woordmerken' voor soortgelijke grafische ontwerpen die in hoofdzaak uit een woord of woorden bestaan. Gebruik 'insignes' voor alle soorten middelen die aangeven dat een persoon of object tot een groep of organisatie behoort, en die soms ook een rang of functie aangeven.
Houten planken ter grootte van een hand, bedekt met kralen, schelpen en houtsnijwerk, gemaakt en gebruikt door de Mbudye, het geheime genootschap van het Lubavolk, om hun ontstaansmythe en andere complexe informatie over de geschiedenis, organisatie en werking van hun samenleving in herinnering te roepen.
Te gebruiken in algemene zin voor het organiseren, leiden en uitvoeren van de activiteiten van een persoon, groep, organisatie of onderneming en het beheer van de menselijke en materiële hulpmiddelen; belangrijk is vooral het toepassen van richtlijnen in plaats van het formuleren daarvan. Gebruik 'bestuur' wanneer het in de eerste plaats gaat om het formuleren van het beleid.
Te gebruiken voor personen die de leiding hebben over een divisie, project of gedeelte van een instituut of bedrijf. Te onderscheiden van 'directeuren', waarmee wordt verwezen naar officiële hoofden van hele organisaties.
Publikaties die informatie bevatten over de toestand en de vooruitzichten van de markt, vooral die welke worden geproduceerd door firma's of andere financiële organisaties.
Oorspronkelijk gebruikt door de Syrische monofysieten en nestorianen, en later door moslims, om oosterse christenen aan te duiden die trouw bleven aan het gezag van het concilie van Chalcedon dat plaatsvond in 451 (waarbij werd aangenomen dat Christus zowel goddelijk als menselijk was) toen de meeste christenen monofysiet werden. De naam had aanvankelijk een negatieve connotatie omdat melkieten op theologisch gebied instemden met de Byzantijnse keizer (melkieten betekent 'royalisten' of 'mannen van de keizer'). Later wordt de term gebruikt om te verwijzen naar die orthodoxe, oostelijke christenen die een Arabische versie van het Griekse ritueel volgen, in het bijzonder die christenen die zijn verenigd in de gemeenschap van de rooms-katholieke kerk en toch hun eigen organisatie behouden.
Zij die geschoold zijn in of gespecialiseerd zijn op het gebied van de organisatie, administratie, functies en technische processen van musea, inclusief het documentatie- en collectiebeheer, en de geschiedenis, filosofie en doelen van collecties.
De theorie en de praktijk van de organisatie, administratie, functies en technische processen binnen musea, inclusief documentatie en collectiebeheer, evenals de geschiedenis, filosofie, en doeleinden van musea.
De hiërarchie Nederzettingen en landschappen bevat descriptoren voor de grootste elementen van een cultuurlandschap, ongeacht of ze van betrekkelijk geconcentreerde aard zijn (bijvoorbeeld 'retirement communities') of een groot gebied omvatten (bijvoorbeeld 'hoofdsteden'). Nederzettingen worden gedefinieerd als alle plaatsen of gebieden, ongeacht de grootte, die bewoond worden of aangepast zijn door groepen mensen, en die voldoende sociale voorzieningen hebben om betrekkelijk onafhankelijk te zijn. Verder bevat deze hiërarchie descriptoren voor hoofdtypen van natuur- en cultuurlandschappen en hun componenten die de breedste omgevingscontext voor bouwwerken bieden. De natuurlandschappen zijn in deze hiërarchie ondergebracht omdat de AAT geen nadruk wilde leggen op de verschillen tussen natuurlijke omgeving en cultuurlandschap. Het aanbrengen van een dergelijk onderscheid stuit vaak op problemen omdat (a) er geen continuïteit bestaat tussen deze twee, (b) de natuurlijke omgeving grotendeels door mensenhand is beïnvloed en daardoor de eigenschappen van een cultureel artefact heeft gekregen, en (c) het cultuurlandschap vaak op allerlei schaalniveaus als ecologisch systeem fungeert. Relatie met andere hiërarchieën: overheidsinstanties (bijvoorbeeld 'landen' en 'provincies') zijn ondergebracht in de hiërarchie Organisaties. Bijvoeglijke bepalingen bij of samenstellingen met sommige nederzettingen (bijvoorbeeld 'radiaalkaart') maken deel uit van de hiërarchie Abstracte Begrippen. Descriptoren die verwijzen naar afzonderlijke planten en bomen zijn ondergebracht in de hiërarchie Materialen (bijvoorbeeld 'bamboe' of 'grenenhout'), terwijl descriptoren voor algemene vegetatie (zoals 'oerwouden' of 'struiken') hier te vinden zijn. Descriptoren voor infrastructurele voorzieningen, netwerken van gebouwen, andere structuren en uitrustingen die fysiek geordende entiteiten binnen nederzettingen en landschappen vormen (bijvoorbeeld 'busvervoersystemen') zijn ondergebracht in de hiërarchie Objectgroepen en systemen.
Rapporten in manuscriptvorm uit de 17e en 18e eeuw, die werden geproduceerd voor speciale abonnees en die onregelmatig of wekelijks werden uitgegeven. In de 20e eeuw zijn het periodieke rapporten over de activiteiten van een bedrijf of organisatie.
Verslagen van bijeenkomsten van een vereniging of andere organisatie, die meestal worden gepubliceerd en waaraan vaak samenvattingen of verslagen van gehouden lezingen worden toegevoegd.
De hiërarchie Objectgroepen en systemen bevat descriptoren die in enkelvoudsvorm verwijzen naar een groep verwante artefacten die niettemin afzonderlijk vermeld worden en als eenheid worden beschouwd, of een samenstel van apparaten en activiteiten dat een specifieke functie heeft. Relaties met andere hiërarchieën: descriptoren voor niet-objectgeoriënteerde groepen of systemen zijn ondergebracht in andere hiërarchieën, bijvoorbeeld de hiërarchie Organisaties, en onder "groepen personen" in de hiërarchie Personen.
Instellingen waar onderzoek wordt gedaan die meestal deel zijn van grotere organisaties of van collectieve, industriële of onderwijsinstellingen. Gebruik 'onderzoeksinstituten' voor onafhankelijke plaatsen waar onderzoek wordt gedaan.
Wordt gebruikt voor plaatsen waar onderzoek wordt gedaan, die meestal deel zijn van grotere organisaties of van collectieve, industriële of onderwijsinstellingen. Gebruik 'onderzoeksinstituten' voor onafhankelijke plaatsen waar onderzoek wordt gedaan.
Afzonderlijke, onafhankelijke en meestal zelfstandige instellingen die fundamenteel of toegepast onderzoek uitvoeren onder contract of als een organisatie zonder winstbejag. Gebruik 'onderzoekscentra' voor plaatsen waar onderzoek wordt gedaan als deel van een grotere organisatie.
Wordt gebruikt voor laboratotia die zijn uitgerust voor zowel fundamenteel als toegepast onderzoek, meestal opgezet als ondersteuning van een grotere organisatie die de resultaten van het onderzoek kan uittesten en toepassen.
Overheidsambtenaren die zijn belast met de plicht belastingen in te zamelen die wettelijk verschuldigd zijn aan de regering van de politieke bestuursorganisatie waarvoor ze werken.
Te gebruiken voor instellingen die namens de overheid zorg dragen voor blijvende essentiële voorzieningen die betrekking hebben op de bescherming en handhaving van het geheel van de levens en bezittingen van inwoners in een gemeenschap. Gebruik 'nutsbedrijven' voor organisaties die zorgen voor aan- en afvoer van water en energie. Gebruik 'openbare werken' voor overheidsinstellingen die voorzien in gebouwen en andere faciliteiten ten algemene nutte. Gebruik 'sociale voorzieningen' voor georganiseerde hulp verstrekt door overheids- of particuliere instanties aan leden van de bevolking.
Organisaties die diensten verlenen. Ook bepaalde ministeriële instanties.
Omvat descriptoren van organisaties die bestaan uit een besturende instantie samen met de bewoners en het gebied dat op sommige of alle vlakken onder de jurisdictie van die instantie valt. Zie onder "bestuurslichamen" voor organisaties die uitvoerende macht uitoefenen.
Financiële ondersteuning, doorgaans van een bedrijf of andere organisatie, door de centrale overheid en niet door overheidsorganen op lagere niveaus.
Wordt gebruikt voor papiergeld dat wordt uitgegeven als een substituut voor gewoon geld door bijvoorbeeld bedrijven, militaire organisaties of lokale (in plaats van nationale) overheden, meestal in kleinere coupures dan de gebruikelijke geldeenheid.
Uitvoerende functionarissen die verantwoordelijk zijn voor het algehele boekhoudsysteem in een organisatie, inclusief de controlefuncties.
Zakelijke ondernemingen, zowel particuliere bedrijven als die welke behoren aan landen of internationale organisaties, die nieuwsberichten en foto's uit de hele wereld of een bepaald land verzamelen, schrijven, en verschaffen aan kranten, tijdschriften, omroepen, overheidsinstanties en andere gebruikers die zich abonneren op hun diensten.
De mensen die in dienst zijn van of actief zijn in een bedrijf, organisatie of dienst; het is een verzamelnaam die nooit naar een individueel personeelslid verwijst.
Periodieken die worden geproduceerd door een organisatie, vooral een commerciële of industriële onderneming, en die zijn bedoeld om intern te worden verspreid of om aan klanten te worden verstrekt.
Registers die door een organisatie worden bijgehouden en waarin van elke werknemer persoonlijke gegevens en informatie over hun functie worden vermeld.
De hiërarchie Personen bevat descriptoren voor individuele mensen en groepen mensen die geen organisaties vormen. Er zijn personen opgenomen naar het beroep of de activiteit die zij uitoefenen, zoals restauratoren, naar hun biologische of sociale rol, zoals ouders, en naar andere kenmerken zoals het aanhangen van een bepaalde overtuiging (bijvoorbeeld pacifisten) en sociale of lichamelijke omstandigheden (bijvoorbeeld daklozen). Ook zijn er descriptoren van groepen personen naar activiteit (bijvoorbeeld steelbands) en naar sociale, geestelijke of lichamelijke omstandigheden (bijvoorbeeld armen). Relatie met andere hiërarchieën. Descriptoren voor georganiseerde groepen personen (bijvoorbeeld verenigingen en naties) zijn te vinden in de hiërarchie Organisaties. Descriptoren voor takken van wetenschap, specialisatiegebieden en beroepsgroepen zijn te vinden in de hiërarchie Vakgebieden (bijvoorbeeld wiskunde, ruimtelijke ordening, museologie).
De sociale wetenschap die zich bezighoudt met de principes, instellingen en handelswijzen van de politiek en regering, inclusief het politieke gedrag van individuen en organisaties.
Zij die zich bezighouden met het bestuderen van de principes, instellingen en handelswijzen van de politiek en de regering, inclusief het politieke gedrag van individuen en organisaties.
Bij elkaar horende beschrijvingselementen voor organisaties die bestaan uit een bestuurlijk orgaan en een bevolking, en een gebied dat in bepaalde of alle opzichten onder hun jurisdictie vallen.
Te gebruiken voor de ontmoetingsplaatsen, verzamelpunten en rituele centra van de militaire organisatie Fante Asafo. Oorspronkelijk waren het heiligdommen, tegenwoordig worden ze ook gebruikt als opslagfaciliteiten, bestuurscentra en als symbool voor de kracht van de gemeenschap.
Albums die zijn bedoeld om te worden opgedragen of gepresenteerd aan een persoon of organisatie.
Gekozen functionarissen die dienen zowel als staatshoofd en als de uitvoerende macht in een republiek met een presidentiële regering; deze kan ook verwijzen naar de hoofden van organisaties zoals banken, clubs en ondernemingen als het wordt gebruikt als officiële benaming voor die posities.
Te gebruiken voor hooggeplaatste functionarissen in verschillende organisaties, gewoonlijk in kerkelijke en academische instituten. Geen Nederlands equivalent voor deze algemene betekenis.
Te gebruiken voor de tak van het recht die zich bezighoudt met de organisatie van overheden, de verantwoordelijkheden van openbare instanties en functionarissen, en de relatie tussen een overheid en haar burgers en die tussen soevereine staten.
Officiële status in een hiërarchisch orde van posities binnen een organisatie of een sociale klasse, zoals bijvoorbeeld de strijdkrachten, de aristocratie, het corps diplomatique, of het ambtenarenapparaat van de overheid.
Gebouwen met voorzieningen voor verscheidene recreatieve bezigheden, vaak verschaft door of verbonden met een bepaalde groep of organisatie.
Oorspronkelijk personen die het bezit en huishoudelijke zaken van een groot huishouden beheerden; nu, bij uitbreiding gebruikt voor personen die zaken beheren met betrekking tot persoonlijke bediening, opslag en catering voor allerlei organisaties en handelsbedrijven.
Gebeurtenissen die radicale veranderingen in gevestigde patronen van bestuur of sociale organisatie teweegbrengen.
Organisaties of instellingen die onderwijs verzorgen.
Scholen die onderwijs bieden in theologie en religieuze geschiedenis, met als belangrijkste, maar niet als enige doelstelling het voorbereiden van de studenten op werk als priester, predikant of kerkmedewerker; worden meestal gesteund en beheerd door een kerk of een andere religieuze organisatie. Gebruik 'rabbijnenscholen' voor scholen die zijn gewijd aan het opleiden van rabbi's.
Onderwijsinstellingen die onderwijs bieden in theologie en religieuze geschiedenis, met als belangrijkste, maar niet als enige, doelstelling het voorbereiden van de studenten op werk als priester, predikant of kerkmedewerker; worden meestal gesteund of beheerd door een kerk of een andere religieuze organisatie. Gebruik 'rabbijnenscholen' voor scholen die zijn gewijd aan het opleiden van rabbi's.
Een groep internetpagina's die gewoonlijk verband houden met een specifiek onderwerp en aan elkaar zijn verbonden door middel van hyperlinks, en online beschikbaar zijn gemaakt door een instelling, bedrijf, overheidsorganisatie of een willekeurige andere organisatie.
Wordt gebruikt voor gebouwen die behoren tot of worden gebruikt door leden van beroeps-, broederschaps- of handelsorganisaties.
Bibliothecarissen die werken in omgevingen buiten de normale context van traditionele openbare, privé-, universiteits- en schoolbibliotheken, waaronder bedrijven, non-profitorganisaties en overheidsorganisaties.
Bibliotheken in privébezit die een onderdeel vormen van een bedrijf of een andere organisatie en die meestal alleen beschikbaar zijn voor het personeel of leden van de organisatie.
Het verantwoordelijk zijn voor, borg staan voor of promoten van een persoon, groep of organisatie, vaak door financiële of andere materiële steun te bieden.
Organisaties of instellingen die zijn opgericht met behulp van schenkingen of subsidies of met andere voorzieningen om te kunnen blijven voortbestaan.
In de context van beeldende kunsten en kunstnijverheid een groep die bestaat uit een meesterkunstenaar of -architect en zijn of haar assistenten. In de studio waren vaak een aantal assistenten en leerlingen werkzaam, meestal talentvolle en bedreven kunstenaars die onder leiding van de meester hun vaardigheden aanscherpten. De term wordt meestal gebruikt voor groepen die actief waren in de 17de eeuw en later. De betekenis van de term komt deels overeen met 'werkplaatsen (organisaties)', maar er is vaak een subtiel onderscheid in gebruik: 'werkplaatsen (organisaties)' verwijst meestal naar groepen die actief waren voor het midden van de 17de eeuw en waarin de nadruk lag op georganiseerde samenwerking, goed functionerend teamwerk en arbeidsverdeling. Ook leerden de leerjongens hier een vak en werden ze niet opgeleid tot kunstenaar in de moderne zin van de term. 'Studio's (organisaties)' verwijst meestal naar latere groepen waarin de meesterkunstenaar of -architect geen leerjongens maar leerlingen opleidde en waarin de nadruk voor de leerlingen lag op het aanscherpen van artistieke vaardigheden en niet op het leren van een vak. De termen 'studio van' of 'werkplaats van' worden vaak gebruikt om aan te geven dat een werk is geproduceerd in de studio of werkplaats van een kunstenaar, zonder dat de meester er zelf aan heeft gewerkt.
Stichtingen, overheidsinstanties, instituten of andere organisaties die fondsen verstrekken voor specifieke doeleinden.
Hieronder vallen door een persoon of een organisatie bij een andere partij geponeerde voorstellen over bepalingen en voorwaarden met betrekking tot een werk of een onderneming, alsmede plannen en schema's die ter overweging, discussie of acceptatie worden aangedragen.
Toezicht houden op de activiteiten binnen een organisatie; ook het toezicht houden van de eigenlijke kunstenaar op de productie van bijvoorbeeld fotografische afdrukken. Gebruik 'bestuur' voor het beheren van zakelijke aangelegenheden en de menselijke en materiële hulpbronnen van een organisatie of een onderneming, vooral met betrekking op het formuleren van beleid.
Een lijst met kosten en prijzen van diensten of goederen - meestal import- en exportproducten - opgesteld door een organisatie.
Bedrijven die oorspronkelijk werden opgezet met als doel het beheer uit te oefenen, zoals het beheer van bezit voor andere organisaties of personen. Tegenwoordig houden ze zich ook bezig met andere financiële activiteiten, zoals bankieren.
Onderscheidende kleding gedragen door leden van een bepaalde beroepsgroep, organisatie of rang.
Personen ingehuurd door een instituut of organisatie om bescherming te bieden tegen inbraak, diefstal of vandalisme.
Organisaties of afdelingen van organisaties die direct antwoorden geven op vragen van gebruikers of ze verwijzen naar informatiebronnen die hun vragen naar tevredenheid zullen beantwoorden.
Geheime organisaties die tegen de heersende macht in gaan, met name in bezette landen; meest gebruikt voor de ondergrondse beweging die zich tegen de bezettende macht verzette tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Functionarissen die in rang ondergeschikt zijn aan de president in een regering of organisatie en die als president kunnen fungeren in het geval van diens afwezigheid of invaqliditeitn.
Wordt gebruikt voor stukken stof of ander buigzaam materiaal dat meestal langs één kant aan een paal of een koord is bevestigd, en die zijn bedoeld als symbool van een land of organisatie, of als een signaal.
Organisaties of instellingen die zich bezig houden met gratis hulpverlening aan de armen, hulpbehoevenden of mensen in nood.
Wordt gebruikt voor gebouwen of groepen van gebouwen met verschillende gebruiksdoeleinden die voorzieningen bieden voor overheids- en particuliere organisaties die zijn betrokken bij de internationale handel.
Verwijst naar georganiseerde groepen personen die hoofdzakelijk met de hand objecten vervaardigen. Binnen de context van de westerse en decoratieve kunst wordt de term 'manufactuur' gebruikt, in plaats van 'fabriek', om onderscheid te maken tussen groepen die in 17de eeuw of later kunst, meubelen, wandtapijten, keramiek en andere decoratieve voorwerpen vervaardigden, in tegenstelling tot arbeiders die werkzaam zijn in moderne industriële complexen of 'fabrieken (gebouwen)', waar andere producten dan kunstvoorwerpen worden vervaardigd. Kunstwerkplaatsen worden gekenmerkt door de specifieke kunstvoorwerpen die er worden vervaardigd, door de vrij grote aantallen kunstenaars en ambachtslieden die er werkzaam zijn en door de tamelijk complexe beheerstructuur, met aan het hoofd een directeur plus een aantal meesters, die ieder toezicht houden op een eigen atelier of studio met gezellen en leerlingen. Werkplaatsen werden vaak gefinancierd door een vorst of een ander machtig persoon. Gebruik 'studio's (organisaties)' voor kleinere groepen kunstenaars, bestaande uit een meester-kunstenaar of -architect en diens assistenten of leerlingen, met name sinds halverwege de 17de eeuw. Gebruik 'werkplaatsen (organisaties)' voor kleinere groepen kunstenaars of ambachtslieden die gezamenlijk producten vervaardigen, vaak onder de naam van de meester, in het bijzonder bij groepen die vóór de 17de eeuw hebben bestaan.
In de context van beeldende kunsten en kunstnijverheid een groep die bestaat uit kunstenaars en vakmensen die werk produceren, meestal onder de naam van een meester. De werkplaats bestond meestal uit geschoolde kunstenaars en een aantal leerjongens die het vak leerden door het uitvoeren van steeds ingewikkeldere handelingen voor het produceren van kunstwerken of beeldende kunst. Verschillende mensen voerden vaak verschillende taken uit. De ene persoon bracht bijvoorbeeld de vergulde achtergrond van een schilderij aan, terwijl een ander de hoofdfiguren schilderde. De term wordt meestal gebruikt voor groepen die actief waren voor het midden van de 17de eeuw. De betekenis van de term komt overeen met 'studio's (organisaties)', hoewel er wel een subtiel onderscheid is: 'studio's (organisaties)' verwijst meestal naar groepen die actief waren in de 17de eeuw en later, waarin de meesterkunstenaar of -architect geen leerjongens maar leerlingen opleidde en waarin de nadruk voor de leerlingen lag op het aanscherpen van artistieke vaardigheden en niet op het leren van een vak. 'Werkplaatsen (organisaties)' verwijst meestal naar vroegere groepen, waarin de nadruk lag op georganiseerde samenwerking, goed functionerend teamwerk en arbeidsverdeling. Ook leerden de leerjongens hier een vak en werden ze niet opgeleid tot kunstenaar in de moderne zin van de term. De termen 'studio van' of 'werkplaats van' worden vaak gebruikt om aan te geven dat een werk is geproduceerd in de studio of werkplaats van een kunstenaar, zonder dat de meester er zelf aan heeft gewerkt.
Wordt gebruikt voor afzonderlijke, onafhankelijke en meestal zelfstandige plaatsen die fundamenteel of toegepast onderzoek uitvoeren onder contract of als een organisatie zonder winstbejag. Gebruik 'onderzoekscentra' voor plaatsen waar onderzoek wordt gedaan als deel van een grotere organisatie.
Een verplichting tot overdracht van economische voordelen die zijn voortgekomen uit eerdere transacties. Ook: datgene waarvoor een persoon of organisatie verantwoordelijk is, met name met betrekking tot schulden en financiële verplichtingen.
Wordt gebruikt voor grafische figuren die in hoofdzaak uit een woord of woorden bestaan die zijn afgeleid van de naam van het product, de firma of de organisatie waar ze voor staan. Ze zijn ontworpen om het betreffende product of de betreffende firma of organisatie snel te kunnen herkennen. Soms fungeert een woordmerk tevens als handelsmerk. Gebruik 'logo's' voor soortgelijke grafische figuren die in hoofdzaak uit een symbool of afbeelding bestaan..