Associaties voor palmet

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gestileerde ornamenten die een rechtopstaand blad opgedeeld in lobben vertonen, zoals een waaier of palmblad. Gebruikelijk in klassieke en neo-klassieke stijlen, individueel of samen met andere gestileerde bloem of bladvormen in een anthemion gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een zeer specifieke stijl van zwartfigurig aardewerk, voornamelijk hydria’s, uit circa 530 tot 500 v. Chr., gevonden in Etrurië. Waarschijnlijk werd dit aardewerk gemaakt in Caere, het huidige Cerveteri bij Rome (Italië). De tekeningen zijn van zeer hoge kwaliteit en het schilderwerk is opmerkelijk kleurrijk. De vorm en decoratie van de hydria’s verschillen van voorbeelden uit dezelfde tijd die elders in de Griekse wereld werden gemaakt.Als decoratie zijn vooral lotusbloemen, klimopkransen, palmetfriezen en mythologische taferelen gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Boekbanden, meestal van kalfsleer, versierd met patronen en motieven die zijn afgeleid de Etruskisch aardewerk, zoals sleutelpatronen, vazen en palmetten. Ze werden halverwege de 18de eeuw gemeengoed dankzij de boekbinders uit Halifax in het Englese Yorkshire en met name dankzij de familie Edwards.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de Europese stijl van binnenhuisarchitectuur, meubilair en keramiek in de late 18de eeuw. Deze stijl, voornamelijk afgeleid van de motieven en kleuren van Griekse vazen die destijds werden toegeschreven aan de Etrusken, wordt gekenmerkt door griffioenen, palmetten, harpijen, leeuwen en sfinxen en het gebruik van de kleuren rood, zwart en wit.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een aardewerkstijl die bloeide in Fostat (het oude Cairo) gedurende de Fatimidische periode. Fragmenten uit de vroegere Tulunidische periode laten zien dat de techniek van lustrewerk in deze periode werd geïntroduceerd in de ateliers van Fostat, in nauwe samenhang met het Samarra-aardewerk. Nuances in het lustre zijn te herkennen in het aardewerk dat tijdens de Fatimidische periode werd vervaardigd, hoewel ieder stuk van slechts één laag lustre is voorzien. Ook de decoratieve motieven worden rijker en gevarieerder en bevatten elementen uit diverse culturen, een bewijs dat Fatimidisch Egypte openstond voor invloeden uit het gehele Middellandse Zee-gebied en zelfs daarbuiten. Afbeeldingen van dieren in rollen, vissen, vogels en wensinscripties in decoratief Kufic zijn populair; ook fantasiewezens en menselijke figuren zijn in trek, evenals meer schematische motieven zoals hartpalmetten. Sommige afgebeelde dieren zijn geïnterpreteerd als symbolen van de maan of de zon of als astrologische symbolen. In Egypte werd uitsluitend vaatwerk vervaardigd, geen tegels. De productie van Fostat-lustrewerk lijkt te zijn opgehouden tijdens de periode van de mammeluks, toen de pottenbakkers een voorkeur voor reliëfdecoraties gingen ontwikkelen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Soort arabesk gebruikt in Ottomaans aardewerk in de Iznik-stijl, daterend uit het midden van de 15de eeuw. Hatayi maakt gebruik van een complex patroon van loof, zoals lotuspalmetten, gebogen wijnstokken en veervormige bladeren, en vaak ook vogels, wolkenbanden, draken en monsters. Lijkt op de motieven in de Chinese decoratieve stijlen waarin het ontstond; 'hatayi' is Turks voor 'Chinees' of 'op Cathayaanse wijze'.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Decoratief gestileerd bloemenmotief dat voor het eerst werd toegepast in Oudegyptische en Oudgriekse ontwerpen, en later in Romeins, Europees en Amerikaans werk; wordt meestal aangetroffen als decoratie van bouwwerken en meubilair. Het kamperfoeliemotief is symmetrisch en bestaat uit drie of vijf gebogen uitlopers die aan iedere zijde van een langgerekt centraal bloemblad ontspringen; het verschil met een palmet is dat het kamperfoeliemotief meestal dunnere uitlopers heeft.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gestileerde bloem- en rankenmotieven, meestal in de vorm van palmet- of kamperfoeliemotieven afgewisseld met lotusbloemen of andere soortgelijke planten met kwab- of bladvormen die stervormig uitlopen vanuit de basis. Komt voor in Griekse en latere antiquiserende stijlen. De term is ontleend aan het Griekse woord voor bloem, en wordt soms ook gebruikt als verwijzing naar één bloem, een kamperfoelie of palmet.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Motief afkomstig uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika in de vorm van een gestileerde handafdruk met een oog in het midden. De khamsa wordt doorgaans in verband gebracht met goede gezondheid en het afweren van het kwaad. De 'hand' is meestal symmetrisch, met twee kleine 'duimen' aan iedere zijde, in plaats van een pink aan de ene kant. Het motief wordt tegenwoordig vooral aangetroffen in joodse en islamitische sieraden en als deurdecoratie, maar is ouder dan de islam of zelfs het jodendom. Het motief heeft zich mogelijk ontwikkeld uit het symbool voor de vagina, als verwijzing naar de Punische godin Tanit, waarna het is beïnvloed door het palmettenmotief en is gecombineerd met het Oudegyptische motief van het Oog van Horus.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een aardewerkstijl die tussen circa 600 en circa 550 voor Christus tot ontwikkeling kwam in Laconia, een landstreek op de Peloponnesos. De stijl wordt gekenmerkt door zwartfigurige ontwerpen, vaak aangebracht op een blanke engobe, met motieven als granaatappels, lotusknoppen, palmetten, figuren en netpatronen. Bij het bakken van Laconische klei krijgt deze een vaalgele kleur, in tegenstelling tot het oranjerood van de Atheense klei.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een aardwerkstijl die waarschijnlijk werd ontwikkeld bij Paestum, in de buurt van Salerno in Italië. De stijl kenmerkt zich door een opvallende eenheid in schilderstijl, onderwerpkeuze en versiering. Er werden vazen in verschillende vormen gemaakt, waarvan vooral de bell krater en de lebes gamikos, met een ingewikkelde deksel dat uit meerdere delen bestond, moeten worden opgemerkt. De taferelen geven vaak het dagelijks leven van vrouwen weer of hebben Dionysische onderwerpen. Er werden uiteenlopende motieven gebruikt, waaronder verschillende bloemen, draperieën met een rand van punten en strepen, ongebruikelijke afbeeldingen van rijen toeschouwers, en palmetten die onder het handvat werden aangebracht als kader voor de taferelen met figuren.