Handwerktechniek waarbij een groot aantal kleine delen worden samengevoegd, over het algemeen door het aan elkaar naaien van stukjes stof of leer in verschillende kleuren en patronen voor bedekkingen, kussens of quilts.

Een non-woven textiel dat wordt gemaakt door het pletten van de binnenste schors van bepaalde bomen en struiken tot deze fijn en zacht is. Bastdoek kan worden beschilderd, bedrukt, geborduurd of geknipt en genaaid als patchwork. Het is wel vrij kwetsbaar, vooral als het nat is. Ooit werd het in vrijwel geheel Afrika ten zuiden van de Sahara gebruikt. De vroegste vermelding was in het midden van de 16de eeuw in Liberia, tegenwoordig komt het voor in Ghana en Nigeria.

Patchwork quilts bestaande uit blokken en door een horizontale en een verticale naad zodanig verdeeld dat vier bijna of precies even grote vierkanten gevormd worden. Geen Nederlands equivalent.

Patchwork quilts bestaande uit blokken die door twee horizontale en twee verticale naden in negen velden worden verdeeld. Geen Nederlands equivalent.

Patchwork quilts bestaande uit stukjes stof in één maat en vorm, die vervolgens in rijen zijn geplaatst. Geen Nederlands equivalent.

Patchwork quilts bestaande uit duizenden vierkantjes of rechthoekjes ter grootte van een postzegel. Geen Nederlands equivalent.

Patchwork quilts vervaardigd uit kleine stukjes overgebleven stof.

Patchwork quilts samengesteld uit blokken verdeeld in drie delen door een horizontale, verticale of diagonale naad.

Patchwork quilts samengesteld uit blokken verdeeld in twee gelijke of ongelijke delen door een zoom, die horizontaal, verticaal of diagonaal kan zijn

Quilts waarvan de bovenkant uit een enkel stuk stof is vervaardigd - dus geen patchwork of appliquéwerk - en uitsluitend met doorstikwerk is versierd; soms is een andere stof als rand of achterkant gebruikt. Geen Nederlands equivalent.