Associaties voor paviljoen

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor gebouwen en bijbehorende buitenplaatsen waarin olifanten worden gehouden voor het publiek, vooral in dierentuinen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Rechthoekige vooruitspringende onderdelen van grote gebouwen op de hoeken of in het midden van de gevel gelegen. Ook enigszins afzonderlijk gelegen afdelingen van ziekenhuizen of gestichten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Spitsen die bestaan uit vier steile, ruitvormige dakvlakken, die diagonaal staan op de vier hoeken van de torenromp.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Restaurants waar men in de buitenlucht aan tafels rondom het gebouw kan eten, vaak met tafels in een patio of op een stoep in een stedelijk gebied, soms met een beschermend dak of paraplu's die de tafels afschermen. Buiten zitten kan soms slechts in bepaalde seizoenen als het weer het toelaat, daarom zijn er extra zitplaatsen beschikbaar binnenshuis.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lichte, soms versierde bouwwerken in een tuin, park of ander recreatiegebied die worden gebruikt voor amusement of voor onderdak.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de kunst en architectuur in de periode van de heerschappij van Abdülmedjid I, die regeerde van 1839 tot 1861. Hij gaf opdracht tot een portret dat werd geschilderd door de Britse kunstenaar Sir David Wilkie. Dit portret toont de sultan in een rustige, intieme omgeving, in plaats van als een heerser op de troon. Tot zijn bijdragen aan het Topkapi-paleis behoren een groot paviljoen, dat werd gebouwd in de Franse Beaux-Arts-stijl. Hij heeft tevens verschillende moskeeën gebouwd die werden ontworpen door de familie Balian, die de trend in de richting van verwesterde gebouwen voortzette.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl die is vernoemd naar het majestueuze tempelbergcomplex dat koning Suryavarman II (1113-1150 n. Chr.) in de 12de eeuw liet bouwen als graftempel voor zichzelf. Deze stijl wordt gezien als de laatste door het hindoeïsme beïnvloede stijl in Angkor vóór de opkomst van het Mahayana-boeddhisme. De tempel belichaamt de kenmerkende stijl van de kunst in het midden van de Angkor-periode (1080-1181 n. Chr.). Het tempelcomplex is gebouwd in lateriet en zandsteen en wordt gekenmerkt door gewelfde plafonds, houten dakspanten en het gebruik van blokken in plaats van duiveltjes voor het koppelen van kinderbalken en zuilen. Bij deze stijl deed het kruisvormige voorplein zijn intrede, ondersteund door overdekte galerijen met zuilen en onderling verbonden galerijen en paviljoenen, die door het daglicht werden verlicht dankzij een innovatief gewelfsysteem. Kenmerkend voor beeldhouwkunst in deze stijl zijn verhalende bas-reliëfs in plaats van vrijstaande beeldhouwwerken. Op reliëfpanelen worden taferelen uitgebeeld uit de Mahabharata en de Ramayana, evenals tableaus van Suryavarman II die koninklijke zaken afhandelt. Figuren van godheden en andere belangrijke personages in de friezen worden getypeerd door felle kleuren en goudbladaccenten. De tempel bevat talrijke standbeelden van apsarafiguren, die zijn afgebeeld met geplooide gewaden, versierd met bloempatronen. Acht andere tempelcomplexen in de koninklijke hoofdstad zijn volgens deze stijl gebouwd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor dakpaviljoenen die zijn bedoeld als uitkijkposten of om van een uitzicht te genieten. Voor platforms zonder daken wordt 'uitkijkposten (onderdelen)' gebruikt; voor dakconstructies die in de eerste plaats voor de sier zijn wordt 'koepels' gebruikt; voor kleine paviljoenen in een park of tuin die zijn bedoeld om van een uitzicht te genieten wordt 'priëlen' gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hoofdpartijen van aanzienlijke stads- of buitenhuizen, naar de trant van een Frans hôtel. Ze onderscheiden zich van de zijvleugels of de zijpaviljoenen, die meestal lager en meer ondergeschikt zijn.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ceylonese en Singalese stoepa's, meestal met een driedelige basis en een koepel met daarop een kleine paviljoenachtige structuur en spits. Vaak dienen deze boeddhistische bouwwerken als bewaarplaats voor relieken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de Japanse stijl en periode die zich ontwikkelde van 794 tot 1185 n. Chr. en samenviel met de verplaatsing van de hoofdstad naar Heian (het tegenwoordige Kyoto) en de opkomst van het tantristisch boeddhisme, afkomstig uit China. De stijl wordt gekenmerkt door de nadruk op mandala’s in beelden en de komst van nieuwe figuurtypen, zoals boeddha’s met een kroon en sieraden, en godheden met meerdere ledematen en woeste gezichtsuitdrukkingen om bovennatuurlijke krachten aan te geven. De architectuur uit deze periode wordt gekenmerkt door grote woonhuizen gebouwd op rechthoekige stukken land. Deze huizen bestaan uit paviljoens en zalen, verbonden met overdekte gangen en omheind met aarden muren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Noord-Chinese dynastieke periode tussen 907 en 1125; de dynastie werd gesticht door het proto-Mongoolse Khitan-volk. De Liao-periode bestond ten tijde van de Vijf Dynastieën en de Noordelijke Song-dynastie in het zuiden. Er waren vijf hoofdsteden, overeenkomstig het boeddhistische principe van de vijfvoudige structuur van het heelal. De Khitan waren een nomadenvolk dat zelf nauwelijks enige kunstzinnige traditie bezat. De kunstwerken die in deze periode werden geproduceerd, waren beïnvloed door Tang-vormen en -technieken. De Liao-architectuur verraadt Tang-invloeden en trouw aan het boeddhisme. Tot de nog bestaande gebouwen behoren de Bai ta (Witte Pagode) in Balin in Binnenmongolië, de Mu ta (Houten Pagode) in Ying xian, in de provincie Shanxi, tevens de oudste bewaard gebleven houten pagode, en de bibliotheek van de Bhagavad-sÅ«tra's (circa 1038) in de Benedentempel van Huayan, Datong, eveneens in de provincie Shanxi. Dit laatste bouwwerk bevat bovendien 32 originele Lao-beelden en houten geschriftkasten in paviljoenvorm. De Liao-keramiek was eveneens beïnvloed door de keramiek uit de Tang-periode, hoewel uit opgravingen op grafplaatsen blijkt dat er ook Song-aardewerk en ander aardewerk is geïmporteerd. Daarnaast werden er gouden en zilveren voorwerpen vervaardigd op basis van metaalwerk- en verguldtechnieken van de Tang en Song. De Khitan werden uiteindelijk verslagen door binnenvallende Jin, die vervolgens een eind maakten aan het bewind van de Noordelijke Song. Restanten van de Liao-dynastie bleven nog intact in de vorm van de Westelijke Liao, in een gebied rond Tian shan; later werd dit gebied veroverd door Djenghis Khan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Schaduwrijke tuinen voor privé-gebruik met stromend water, paviljoenen en een gevarieerde, bijzondere vegetatie; komen vooral veel voor in islamitische landen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl in de Japanse huisarchitectuur die voornamelijk werd gebruikt voor de vorstelijke huizen van de aristocratie. Deze stijl bereikte haar piek tijdens de Hein-periode (794-1185). De naam is ontleend aan de shiden, of centrale hal die is opgericht in het midden van het bouwwerk, gericht op het zuiden. In het oosten, westen en noorden zijn paviljoens of bijgebouwen met puntdaken, verbonden door overdekte, geplaveide gangen en omgeven door een overdadige landschapstuin.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor boeddhistische relikwieheuvels van aarde, baksteen of steen, die bestaan uit een halfronde of bolvormige koepel die staat op een vierkant of rond voetstuk, met bovenop een klein paviljoenachtig bouwwerkje met een spits.