Associaties voor pijl

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kruidachtige overblijvende plant, waarschijnlijk inheems in Guyana en West-Brazilië. Men verbouwt de plant in West-Indië, Zuidoost-Azië, Australië en Zuid-Afrika. De kruipende wortelstok heeft vlezige knollen die men oogst om hun zetmeel. De stengel heeft vele takken en wordt 1,5 meter hoog. De planten worden geoogst wanneer de knollen vol zitten met zetmeel, vlak voor het ruststadium van de planten. De wortels worden geschild en daarna in water geraspt. Het mengsel dat zo ontstaat wordt gedroogd tot een poeder en gezuiverd door het meerdere malen te wassen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor een paar zuilen die in elkaar grijpen alsof de schacht van de ene zuil de schacht van de andere grijpt. Gebruik voor paren zuilen die dicht op elkaar zijn geplaatst om zo visueel een eenheid te vormen de term 'gekoppelde zuilen'.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lijstwerken die zijn versierd met afwisselend ei- en pijlvormige ornamenten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Posten waaraan de poorten hangen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor pijlers, waaronder een aantal zuilen of pilasters, die verdikkingen of uitsteeksels vormen van een muur.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor pijlers met een aan de voorzijde bevestigde figuur van Osiris, die zodanig is bevestigd dat de pijler, niet het standbeeld, het entablement ondersteunt; gebruikt in de architectuur van het oude Egypte en de Egyptische herleving. Gebruik voor standbeelden die zelf rechtstreeks een bovenliggende constructie ondersteunen, de descriptoren onder "antropomorfe draagelementen".

Toegevoegd op: 16-8-2017

Projectielen die meestal bestaan uit een rechte, dunne schacht met vooraan een scherpe punt of een scherpgerande of puntige kop van metaal of steen, die worden afgeschoten met een boog. Meer ontwikkelde versies hebben ook veren aan het uiteinde om hun vlucht te stabiliseren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Chinees type globulaire vazen met een lange cilindrische hals aan de bovenkant waarvan zich twee buisvormige lussen of oren bevinden. Ze fungeerden als doelwit in een wedstrijdspel waarbij pijlen werden gericht in de mond of, beter nog, de oren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor losstaande onderdelen van een fundering van metselwerk, die belastingen overbrengen naar een dragende laag. Te onderscheiden van 'palen', die kleiner zijn en kunnen zijn gebundeld.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bruggen die worden gedragen door pijlers.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor dammen, meestal van beton, die zijn opgebouwd in een reeks steunberen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Funderingen die bestaan uit betonnen, bakstenen of stenen pijlers die belastingen overbrengen naar een dragende laag. De pijlers zijn meestal groter dan palen en zijn niet gebundeld. Tegenwoordig veelal geproduceerd door uitgraving binnen een caisson.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor bogen die zijn ingevoerd om de vervorming van pijlers onder druk tegen te gaan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Diepe houders gemaakt van metaal, hout of leer, gebruikt om pijlen in op te bergen en te dragen. Ze worden meestal over de rug gehangen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Het puntige of snijdende uiteinde van een pijl.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor lichte, puntige projectielen die op pijlen of korte werpsperen lijken, vaak met veren aan het uiteinde van de schacht, en die met de hand worden geworpen of afgeschoten met blaasroeren. Wordt ook gebruikt voor kleine projectielen met een soortgelijke vorm die worden gebruikt in het darten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Stam van 7 bestaande genera met ongeveer 50 soorten en één fossiel genus. Het zijn kleine wormachtige zeedieren met doorzichtige, doorschijnende of opake pijlvormige lichamen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een voedzaam zetmeel verkregen uit de wortelstok van de pijlwortelplant.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een van een serie van dunne gedraaide stangen die in verticale rijen zijn geplaatst om open ruimten, zoals stoelruggen, op te vullen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor pijlers die behalve als steunbeer ook als normale dragende en verdelende elementen dienen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Meestal gemetselde massa's die de druk van een boog, gewelf of dakspant ontvangen en dragen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Uitgemetselde ongelede rechtstand onder een Romaanse of gotische boog, al of niet als achtergrond voor een halve zuil. VWB.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de Noord-Europese mesolithische periode en cultuur die bloeide rond 7000 v. Chr. Deze kenmerkt zich door een terugkeer naar technologieën behorend bij het koude klimaat dat volgde op de mildere interstadiale periode en de Hamburgcultuur, met inbegrip van een typische geweivormige bijl die de 'bijl van Lingby' wordt genoemd, afneembare harpoenpunten van gewei, harpoenachtige pijlpunten met afneembare schacht, andere herbruikbare gereedschappen en decoratieve motieven die lijken op die van de Hamburgcultuur, zoals visgraatmotieven, meanders en geometrische figuren. De cultuur verspreidde zich over het laagland dat nu de Noordzee is, van Duitsland tot Nederland en Zuidoost-Engeland. Sommige geleerden menen dat deze cultuur banden kan hebben gehad met Oost-Europa.

Toegevoegd op: 16-8-2017

In Romeinse en latere de klassieke stijl imiterende architectuur, de delen van een pijler die steunpunten van een boog vormen, en die een centraal ingewerkte zuil of pilaster flankeren die een architraaf draagt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een typische stijl in de architectuur die zich onder de heerschappij van het Engelse koningshuis Plantagenet ontwikkelde in de Loirevallei in het midden van de 13de eeuw. Opvallend is dat de stijl buiten de belangrijkste Franse stilistische ontwikkelingen bleef. De stijl kenmerkt zich door een gedeeltelijk vasthouden aan het vroegere lokale romaanse idioom, zoals in de kerkelijke bouwkunst tot uiting komt in extreem gebogen koepelvormige kruisgewelven, vele ronde bogen, robuuste maar slanke pijlers en het gebruik van drie schepen van ongeveer dezelfde hoogte en breedte.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Pijlers die worden gemaakt door de muren aan het uiteinde dikker te laten worden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Voor pijlers met verzonken figuurvoorstellingen, waarbij de pijler (en niet het standbeeld) de entablementen ondersteunt, zie, bijvoorbeeld, 'Osiris-zuilen'.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Boogstellingen, bogen met rechtstanden (zuilen, pijlers) of ook bogengangen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een hoog ontwikkelde midden- en laat-paleolithische gereedschap voortbrengende cultuur die wijdverbreid was in noordelijk Afrika tijdens het late Pleistoceen vanaf circa 30.000 v. Chr. Deze cultuur ontwikkelde zich klaarblijkelijk als een geavanceerde Afrikaanse vorm van de Europese Levalloisien traditie en is genoemd naar de opgravingen bij Bir al-Tir in Tunesië. Deze cultuur kenmerkt zich door het gebruik van pijl en boog, de opkomst van schachten of scherpe uitsteeksels op pijlpunten, speerpunten en schrapers om het bevestigen van handvatten mogelijk te maken, en door een zeer fijne drukbeiteltechniek. Sommige geleerden menen dat er een verband is tussen de Aterian bladvormige lemmeten en Solutréen lemmeten en dat de Aterians het Iberisch schiereiland zijn binnengedrongen tijdens de Solutréen tijd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Windsorstoelen met een boogvormige rugleuning die is opgebouwd uit drie uitgezaagde stukken hout met een verticaal middeblad in de rug, eventueel met spijlen. Ze kwamen veel voor in het midden van de 19e eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt om te verwijzen naar stoelen waarvan de rugleuning bestaat uit een reeks verticale spijlen tussen de zitting en bovenregel. Ze werden voor het eerst gemaakt in de 18e eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Draagbare grill met metalen spijlen waarop voedsel direct boven een houtskoolvuur of andere warmtebron wordt gebraden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor stukjes hard materiaal zoals hardhout, hoorn, metaal of plastic aan het uiteinde van een pijl, de uiteinden van bogen en de zuil van kruisbogen, die een inkeping hebben waarin de boogpees past.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Dubbel-blokkerende onderdelen met pijlers die tussen het dekblad en de poot van een tafel met draaiend blad zijn gezet om het mogelijk te maken dat het dekblad kan hellen en draaien.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Projectielwapens die voornamelijk bestaan uit een lange smalle buis van hout, bamboe, riet of metaal, waar kleine pijltjes of kogeltjes mee kunnen worden weggeschoten door middel van de adem van de gebruiker.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor scherpgekante of puntige voorwerpen, in pre-Columbiaanse Midden-Amerikaanse culturen gebruikt om slachtoffers te doden of bloed te vergieten als offer aan de goden; zij komen voor in verschillende vormen, waaronder door de mens gemaakte objecten zoals messen en scherpe pinnen met handvatten, en natuurlijke objecten zoals doornen en stekels van de pijlstaartrog.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor scherpe puntige voorwerpen, in pre-Columbiaanse Midden-Amerikaanse culturen gebruikt om in de huid te prikken en bloed te doen vloeien als zelfopoffering aan de goden; zowel door de mens gemaakte objecten die lijken op dolken of scherpe pinnen met handvatten als natuurlijke objecten zoals doornen en de stekels van pijlstaartroggen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Leden van een bepaalde superfamilie van de orde der Lepidoptera, bestaande uit circa 3400 soorten, met volwassen dieren die groot tot zeer groot zijn en antennes die bij mannetjes kamvormig zijn. Tot de familie behoren zijdevlinders, nachtpauwogen, pijlstaarten en verwanten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bespannen projectielwapens die zijn bedoeld om pijlen mee af te schieten en die meestal bestaan uit een langen staaf van hout, metaal, fiberglas of een ander buigzaam materiaal. Er is een stuk sterk touw gespannen tussen de uiteinden van de stok die is gekromd, als normale vorm of door de spanning van de pees. De pees wordt naar achteren getrokken, waarbij de pijl op zijn plaats wordt gehouden door een inkeping in de achterkant; de pijl schiet weg wanneer de pees wordt losgelaten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Het schieten van pijlen met een boog, bij het jagen, in gevechten of als sport.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Compacte vrijstaande dragers, palen of standaarden, versierd met sober of rijk houtsnijwerk met symbolen, gemaakt en gebruikt in Afrika voor het ondersteunen van bogen, met of zonder pijlen. Traditionele symbolen voor stamleiders en eretekens voor grote helden en jagers, maar in sommige regio's zijn ze soms ook in bezit van de gewone man.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Boren met een houten kop met een lepel- of gutsvormig boorijzer, die draaien door middel van een houten spijl die door een gat bovenin de kop wordt gestoken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Amerikaanse schommelstoelen uit de 19e eeuw die afgeleid zijn van Windsorstoelen. Ze hebben een houten zitting die omhoog buigt naar de spijlen van de opmerkelijk hoge gewelfde rugleuning met omgekrulde bovenregel. Ze zijn meestal gedetailleerd beschilderd of bewerkt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Stoelen met hoge rugleuning en brede rugspijlen in het midden, die meestal een rugleuning en zitting hebben die met leer is bekleed. Ze kwamen veel voor in Amerika in de 18e eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Windsorstoelen met een middelmatig hoge rugleuning met spijlen, ingesloten door een gebogen regel die in de zitting is verankerd. Ze kunnen met of zonder armleuningen voorkomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een soort kloskant die in de 17de en 18de eeuw werd gemaakt in Brussel. Deze kant was heel kostbaar en populair aan het hof. De kloskant kenmerkt zich door een specifiek maaswerk dat bestaat uit zeshoeken, waarbij elke zeshoek bestaat uit vier gedraaide zijden en twee vier keer gevlochten zijden. Ook kunnen delen van het motief zijn verbonden door middel van een spijlenfond. De ontwerpen bestonden meestal uit grote gebogen vormen, krachtige, uitbundige bloem- en bladpatronen, en landschappen en figuren in verhalende scènes. Afzonderlijke motieven of kleine secties van het patroon werden soms apart gemaakt en op het maaswerk bevestigd. De kant dankte zijn faam aan het hoogwaardige garen van Brabants vlas waarvan deze was gemaakt. De term verwijst ook naar de imitaties van Brusselse kant die later en/of elders werden gemaakt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Benaming die door verzamelaars wordt gebruikt voor Amerikaanse gedraaide leunstoelen uit de 17e eeuw die zijn gevormd naar een stoel van senator William Brewster van de kolonie van Plymouth. Zulke stoelen hebben sterk gedraaide poten en decoratieve spijlen. In tegenstelling tot Carverstoelen hebben ze naast spijlen onder de zitting ook spijlen in de rug- en onder de armleuning.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een soort naaldkant die vanaf de 15de eeuw in Brussel werd gemaakt. Spaanse en Venetiaanse kant vormden oorspronkelijk de inspiratie. De naaldkant kenmerkt zich door een fijne Brabantse vlasdraad en een eenvoudig opengewerkt fond, meestal zonder spijlen, dat zwaar werd gecordonneerd en waarop ook ander reliëfwerk werd aangebracht in florale of andere motieven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een mesolithische gereedschapscultuur, vooral aangetroffen in de binnenlanden van Noord-Afrika en genoemd naar de opgravingen bij Jabal al-Maqta in de buurt van Qafsah of Capsa (Tunesië). Men vermoedt dat deze cultuur deels samenviel met de iets vroegere Oraanse cultuur die vaker werd aangetroffen in kustgebieden. De cultuur is schijnbaar verwant aan de oudere Gravettien cultuur in Europa en de gereedschappen zijn kenmerkend voor de laatglaciale Würmtijd, al lijkt deze cultuur vooral te hebben gebloeid in postglaciale tijden. De cultuur onderscheidt zich van de Oraanse cultuur door de diversiteit aan gereedschappen, waaronder grote pijlbladen en burijnen. Sommige Noord-Afrikaanse rotsschilderingen worden aan volkeren uit deze cultuur toegeschreven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Benaming die door verzamelaars wordt gebruikt voor Amerikaanse gedraaide leunstoelen uit de 17e eeuw die zijn gevormd naar een stoel van John Carver die gouverneur was van de kolonie van Massachusetts Bay. Zulke stoelen hebben sterk gedraaide poten en decoratieve spijlen. In tegenstelling tot Brewsterstoelen zitten de spijlen alleen aan de achterkant en onder de armleuningen en niet onder de zitting.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor pijlers die bestaan uit verschillende ingewerkte zuilen of pilasters die rond een centrale kern gegroepeerd zijn. Voor steunen die worden gevormd door drie of meer kort op elkaar geplaatste zuilen in een groep wordt 'gebundelde zuilen' gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Windsor-leunstoelen met een middelmatig hoge rugleuning met spijlen, ingesloten door een gebogen regel die naar voren doorloopt en zo de armleuningen vormt. Ze komen vaak voor met verstevigde rug.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een hoogpaleolithische Noord-Afrikaanse gereedschapscultuur, te dateren van circa 40.000 tot circa 33.000 v. Chr. en genoemd naar de opgravingen bij Hagfet et Dabba, ook wel de Grot van de Hyena genoemd, aan de kust van Libië. De cultuur wordt gekenmerkt door pijlbladen, eindschrapers en dwarsburijnen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beschrijft gebouwen, in het bijzonder klassieke Griekse en Romeinse tempels en gebouwen met een soortgelijke structuur, met twee zuilen aan de voorkant tussen hoekpijlers, waarbij de pijlers worden gevormd door verlenging en verbreding van de zijmuren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Huisje van (metalen) spijlen, dat over een vers gedolven en weer met zand bedekt graf staat. Het is gebruikelijk dat hier bloemen aan worden gehangen in afwachting van de afwerking van het graf.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode in de Vietnamese Bronstijd (circa 15de of 14de eeuw v. Chr.) die wordt geassocieerd met de site in noordelijk Vietnam in de provincie Thanh Hoa die bekend staat als Dông-Son. Deze periode wordt gekenmerkt door de hoge productie van bronzen rituele voorwerpen en bronzen keteltrommels die sterke Indonesische stilistische invloeden weerspiegelen en een voorkeur voor dierenmotieven. Objecten die in deze periode werden geproduceerd vertonen ook een affiniteit in vorm en stijl met Chinees aardewerk en bronswerk. In de architectuur wordt deze periode gekenmerkt door huizen en tempels met gewelfde daken en ondersteunende constructies die zijn gebaseerd op een pijlersysteem.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ophaalbruggen die openen en sluiten voor riviervaartuigen door te draaien rond een centrale pijler.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de decoratieve en architecturale stijl in 19de-eeuws Amerika die is verbonden met de meubelontwerpen van Charles Locke Eastlake. In architectuur ontleent deze stijl vormen aan meubelontwerpen, met zuilen die op tafelpoten lijken, gekromde draagstenen, spijlen en knoppen met verschillende vormen die bestaan uit cirkelvormige perforaties.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een vorm van nijverheid die gereedschap voortbracht en die is genoemd naar een archeologische vindplaats in Ertebølle (Denemarken). Deze wordt in Noord-Europa aangetroffen van circa 9000 tot 3500 v. Chr. en veeleer als mesolithisch dan als neolithisch beschouwd vanwege het gebikte in plaats van gepolijste stenen gereedschap en vanwege het feit dat de gebruikers voornamelijk jagers en vissers waren en niet zozeer boeren. De cultuur viel echter gedeeltelijk samen met neolithische nijverheid in Centraal-Europa en vertoonde neolithische ontwikkelingen, zoals het gebruik van composthopen, aardewerk, beitelvormige pijlpunten, vlak- en radiaaltechnieken voor het bewerken van vuursteen, en een zekere mate van landbouw en veeteelt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De belasting op een zuil of pijler die asymmetrisch is met betrekking tot de centrale as en die daarom een krommend moment produceert.

Toegevoegd op: 16-8-2017

'Windsorstoelen met een geniddeld hoge rugleuning die op een gedeeltelijk geopende waaier lijkt. De spijlen in de rug zijn aan de bovenregel bevestigd die naar de zijkant afbuigt en zo de bocht van de zitting volgt. Aan de uiteinden worden ze ondersteund door sterk gedraaide achterstijlen. Deze vorm heeft soms een verlengde rug- en armleuning die uitlopen in de achterstijl. Zulke stoelen hebben meestal een verstevigde rug.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Korte, dikke pijlen die zijn ontworpen om met kruisbogen te worden afgeschoten, met veren en een kop die verschillende vormen kan hebben maar vaak vierkant of stomp is.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote kasten met drie verdiepingen die met inlegwerk zijn versierd, waarbij een blad tussen twee wandkasten inzit. Ze zijn tijdens de 17e eeuw in Spanje gebouwd. De bovenste laag heeft spijlen ter ventilatie en vormt zo een kast voor fruit, kaas en brood.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor funderingen die belastingen dragen door het te verspreiden over een groot, plat oppervlak. Kunnen een of meer zuilen, pijlers of muren ondersteunen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Steunen onder gebeeldhouwde bustes of hoofden, zoals die worden aangetroffen op grensbeelden of hermen, in de vorm van pijlers die naar onderen taps toelopen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor zuilen die zijn ingebouwd door wandpijlers aan de zijkanten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een fase in de hoog-paleolithische vervaardiging van stenen gereedschap, die wordt aangetroffen in Italië, Frankrijk en Rusland. Aanvankelijk werd aangenomen dat het een late fase van de Aurignacien-cultuur betrof, maar tegenwoordig wordt het Gravettien beschouwd als gedeeltelijk samenvallend met het hoog-Perigordien. Het kan in verband worden gebracht met de Cro-Magnonmens en wordt gekenmerkt door de paardenjacht in het westen en de mammoetjacht in het oosten, het gebruik van rode oker als kleurstof en de vervaardiging van Venusfiguren, sierraden en verschillende werktuigen. De Gravettien-nijverheid verschilt van die van het Aurignacien in het gebruik van zogenaamde pijlbladen: werktuigen die zijn vervaardigd met een afwerktechniek waardoor er één botte kant ontstaat. De Gravettien-nijverheid in Rusland wordt vaak aangeduid als Oost-Gravettien.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een constructie van metalen spijlen die wordt gebruikt om brood op te bakken boven kolen of in een open haard. Wordt ook gebruikt voor houten roosters of rekken met hetzelfde doel.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zuilen die ongeveer over de halve dikte voor een muur of pijler uitspringt. VWB.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Sculptuur in de vorm van een stenen paal of plaat met een hoofd, buste of figuur ten halven lijve die wordt ondersteund door en als het ware groeit uit een naar onderen taps toelopende pijler of pilaster, en vaak onderaan een fallus vertoont; oorspronkelijk meestal een verbeelding van de Griekse god Hermes.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hoge Windsor-leunstoelen met een horizontale U-vormige armleuning met lange rugspijlen die zijn bevestigd aan de bovenregel die zijwaarts afbuigt en zo de buitenrand van de zitting volgt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Constructies die rond of stroomopwaarts van een brugpijler zijn gebouwd met een hoek of een rand, om de werking van water, ijs of drijfhout beter te weerstaan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De bovenste delen van zuilen, pijlers en pilasters.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Dragend element die de functie van een pijler, zuil of pilaster vervuld en is gesneden of gevormd in de figuur van een in lakens gehulde vrouw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt in de bouwkunde gebruikt om te verwijzen naar cilindrische of enigszins taps toelopende, rechtopstaande metselwerken, die meestal een dragende functie hebben of lijken te hebben. Ze bestaan uit drie onderdelen: voetstuk, kapiteel en schacht. De term kan ook verwijzen naar alle rechtopstaande delen in een stalen of betonnen raamwerk. Ook komen zuilen soms ook voor als vrijstaand monument, bijvoorbeeld de Zuil van Trajanus in Rome of de Zuil van Nelson in Londen. Zuilen kunnen voorts als decoratief element in meubilair worden toegepast. Zie 'pijlers (dragende elementen)' voor vierkante of rechthoekige delen, in metselwerk of klassiek bewerkt, en voor de massieve rechtopstaande delen uit de middeleeuwse architectuur. Zie 'palen' voor vierkante, rechtopstaande stutten van hout.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor architectonische orde waarbij de zuilen, pilasters of pijlers zich uitstrekken over twee verdiepingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ingegraveerd motief of patroon gekenmerkt door zware, hoekige lijnen die contrasteren met fijne, organische vormen. Ze worden aangetroffen op de boeg van kano's, op hoofdsteunen, op bamboepijlkokers en op gesneden figuren, waarvan het hoofd vaak te groot is in verhouding tot het hurkende lichaam. De objecten met decoraties in korwar-stijl worden vaak gebruikt tijdens begrafenisrituelen om contact te houden met de voorouders.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de neolithische stijl en cultuur die is genoemd naar de nederzetting bij het meer in Lagozza di Besnate in Lombardije, Italië. Lagozza kenmerkt zich door het specifieke aardewerk en het vuurstenen gereedschap. De potten bestaan meestal uit eenvoudige open kommen met gedecoreerde cilindrische deksels en aan de bovenzijde deels gesloten kommen met gegolfde profielen en afdrukken van holle stengels. Het vuurstenen gereedschap bestaat meestal uit driehoekige, transversale pijlen gemaakt van zeer dun vuursteen, dat van buiten naar het gebied werd gebracht. De cultuur lijkt nauw verwant aan de Chasseen-cultuur, en kan duiden op een invasie vanuit het westen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Handbogen uit Engeland en Wales die vooral gebruikt werden van de 13e tot de 15e eeuw, met een schacht van taxushout die meestal tussen de 1,50 en 1,80 m lang is en waarmee pijlen worden afgeschoten van ongeveer 90 cm lang.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Square-back Windsorstoelen met smalle, verticale latten in plaats van ronde spijlen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bewerkte lijstwerken met bladeren die gescheiden worden door pijltjes.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine bedjes met een hoge rand en meestal met spijlen aan de zijkant voor kinderen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ingebouwde pijlers die slechts gering uitsteken, zonder kapiteel of voet.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Buitenboogstut die de horizontale druk van een gewelf of dak verdeelt van het bovenste gedeelte van een muur naar buiten toe, naar een pijler of steunbeer.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de cultuur van mesolithische werktuigen die is genoemd naar de archeologische vindplaats in het veen nabij het Deense Mullerup. De cultuur bestond in noordelijk Europa van circa 9.000 tot 5.000 v Chr. Het ontstond door een bosvolk dat zich na het terugtreden van de gletsjers langs de rivieren en meren vestigde en daar nieuwe gereedschappen ontwikkelde om in de veranderende omgeving te kunnen overleven. Deze gereedschappen waren stenen microlithen, bijlen, pijlen en bogen, vishaken, houten peddels, kano’s en visnetten. De artistieke activiteiten bestonden uit het aanbrengen van dessins op werktuigen en decoratieve objecten, zoals amuletten en hangers.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Middelgrote veelvormige groenblijvende Caraïbische boom die voornamelijk voorkomt op de zandstranden in het Caraïbische gebied en langs de Golf van Mexico. De boom kan 12 meter hoog worden. Alle delen van de boom zijn giftig. Het latex is zeer bijtend en de aantrekkelijke, zoet geurende appelachtige vrucht heeft herhaaldelijk geleid tot vergiftiging bij Spaanse conquistadores die schipbreuk hadden geleden, en bij hedendaagse toeristen. De manzanillaboom is zo giftig dat de rook van het brandende hout irriterend is voor de ogen. Het latex uit de bladeren en de schors veroorzaakt huidontstekingen. Caraïbische indianen gebruikten het sap om hun pijlen giftig te maken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Metalen ruilmiddel in de vorm van bladen, vooral in Centraal-Afrika in gebruik. De bladen kunnen afkomstig zijn van hakmessen, bijlen, messen, hakken, zwaarden, speerpunten of pijlen, en als betaalmiddel worden gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst meestal specifiek naar een periode van culturele ontwikkeling in Europa die reeds 10.000 jaar v. Chr. begon, toen de ijskap zich aan het eind van het Pleistoceen begon terug te trekken, en die voortduurde tot circa 2.700 v. Chr. De term wordt soms ook algemeen gebruikt voor een periode die wordt geassocieerd met de overgangsfase tussen de paleolithische en neolithische cultuur in alle gebieden. De periode kenmerkt zich door grote veranderingen in omgeving en cultuur, en door verscheidene lokale aanpassingen aan specifieke omgevingsomstandigheden. De periode wordt doorgaans gemarkeerd door de vervaardiging van microlithen die op stokken, pijlen, botten, geweien, houten werktuigen, en af en toe een gepolijst stenen werktuig werden geplaatst. De artistieke producten die uit deze periode bewaard zijn gebleven omvatten gravures en grotschilderingen met relatief verfijnde afbeeldingen van menselijke en dierlijke voorstellingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een zuurresistent zwart of donkergekleurd vulkanisch glas, met een opvallende glans en een gewelfd, glimmend oppervlak wanneer het wordt gespleten. Het wordt gebruikt voor het maken van sieraden, pijlpunten en kunstvoorwerpen en is genoemd naar Obsius, die het ontdekt zou hebben. Obsidiaan verandert in puimsteen wanneer het wordt gesmolten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor zuilen van hout, staal of voorgestort beton die dienen als onderbouwdragers voor verticale belastingen. Te onderscheiden van 'pijlers (funderingsonderdelen)' die groter zijn en nooit zijn gebundeld.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Opvallende prehistorische pijlpunten met een bijna-rond blad en een lange, scherpe staart.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de laatste fase van de Gotische architectuurstijl in Engeland, zoals in het begin van de 19de eeuw omschreven door de architect en oudheidkundige Thomas Rickman. De term werd oorspronkelijk voornamelijk gebruikt voor de vensterkaders van het eind van de 14de eeuw, maar tegenwoordig algemener, voor de volledige stijl en voor een langere periode, grofweg van 1330 tot de 17de eeuw. De stijl kenmerkt zich door een dicht gebruik van patronen, het waaiergewelf, het vervangen van omvangrijke bolle pijlers door elementen die bestaan uit een netwerk van elegante, rechte lijnen, het gebruik van verticale raamstijlen en regelmatige horizontale verdelingen van de raamstijl. Dezelfde dessins werden in het omliggende metselwerk toegepast. Het algemene effect in de binnenruimte was dat van een verfijnde, kwetsbare kooi die werd omzoomd door stevig metselwerk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar relatief geïsoleerde, stevige dragende elementen van metselwerk of ander materiaal, ontworpen om verticale druk te dragen, waaronder een vierkante of rechthoekige pilaar of pilaster, het massieve metselwerk tussen deuren en ramen, de pilaren waarop een boog rust of de pilaren of stijlen van een poort of deur. Een pijler kan ook een massieve structuur van metselwerk of ijzerwerk zijn die een telescoop of een ander groot instrument ondersteunt. Worden soms onderscheiden van zuilen of palen doordat ze massiever zijn en vaak vierkant of rechthoekig in dwarsdoorsnede. Gebruik 'zuilen (bouwelementen)' voor cilindervormige stutten en voor alle stutten in staal- en betonconstructies; gebruik 'palen' voor houten stutten die vierkant zijn in dwarsdoorsnede.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst in de architectuur naar afzonderlijke verticale bouwelementen, als monoliet of in rijen gebouwd, en gemaakt van steen, baksteen, hout, metaal of een ander vast materiaal. Ze zijn slank of smal in verhouding tot de hoogte en hun doorsnede kan iedere vorm hebben. Een zuil fungeert meestal als verticale drager voor een bovenbouw, als stabiel bevestigingspunt voor een zwaar of oscillerend object, of is vrijstaand, als opvallend monument of ornament. De term kan ook verwijzen naar een natuurlijke pilaarvormige steen of andere formatie. De betekenis van het woord 'pilaar' is meeromvattend dan die van 'zuilen', 'palen' of 'pijlers', waarbij het in feite om pilaren met een bepaalde vorm, verhouding of functie gaat; een 'pilaar' kan in principe elke van deze betekenissen hebben.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Weinig uitspringende pijlers of rechthoekige zuilen die slechts gering uit een muur steken en die zich, bij klassieke architectuur, voegen naar een van de (bouw)orden. Ook algemeen bij meubels.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een steen die wordt gebruikt voor het maken van muurpijlers of enigszins uitstekende pijlers, waarvan het eind zo is gekarteld of gekerfd dat het gemakkelijker aansluit op de ondersteuning en zo de versteviging van de muur verbeterd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor zuilen en pijlers die tot op de grond reiken, gebouwd aan of zichtbaar vanaf de buitenkant en die een gevoel van openheid geven onder een groot, massief gebouw, zoals in de architectuur van Le Corbusier en zijn volgelingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Amerikaanse stoelen uit het einde van de 18e eeuw met ineengestrengelde, opengewerkte spijlen. Ze worden meestal geassocieerd met meubelmakers uit Philadelphia.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Benaming die in het midden van de 16e eeuw in Engeland in gebruik kwam voor vrijstaande kasten waarin voedsel en drinken wordt opgeslagen. Ze hebben de vorm van een twee kasten op elkaar, waarvan de deuren van spijlen of perforatie zijn voorzien voor de ventilatie. Gebruik 'spinden' om naar soortgelijke vormen te verwijzen die voor, na of tijdens de middeleeuwen zijn gemaakt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Stoelen met verstrengelde spijlen in de vorm van gevlochten linten, die bekendheid kregen door Chippendale en vanaf het midden van de 18e eeuw voorkwamen in Engeland en Amerika.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grassoort met brede bladeren die ongeveer 1,5 tot 5 meter hoog wordt. De planten hebben veervormige bloementrosjes en gladde stijve stengels. Ze groeien langs oevers van meren en waterstromen en in watergebieden en moerassen. Riet komt voor van de tropen tot de Arctische gebieden en is een van de meest wijdverspreide planten in de wereld. De vruchten zitten in parachuteachtige houders die worden meegevoerd door de wind. Tevens is het een van de meest geschikte planten om natte gebieden in moerassen en langs meertjes en waterstromen droog te maken. In dergelijke gebieden verspreidt de plant zich snel en hebben andere planten uiteindelijk weinig kans om te groeien. De stengels worden al duizenden jaren gebruikt als bouwmateriaal, bijvoorbeeld als dakbedekking, en voor het maken van manden, pijlen, pennen en muziekinstrumenten. Men oogst riet ook vanwege de cellulose in de plant.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Square-back Windsorstoelen met een gedraaide dwarsverbinding bovenop de achterstijlen en één of twee horizontale dwarslatten midden in de rug. Soms hebben ze korte spijlen tussen de zitting en de onderste dwarslat.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Windsor-leunstoelen met een U-vormige armleuning en een middelmatig hoge rugleuning, bestaande uit spijlen die worden omsloten door een gebogen rail die in de armleuning is verankerd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor kleine zuilen in de middeleeuwse architectuur die meestal in verbinding staan met muren, pijlers en dergelijke.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor de lange, rechte delen van verschillende typen gereedschappen, machines, en wapens, zoals de staven die kracht of beweging overbrengen van een deel van een machine naar een ander, of de dunne stokken die het voornaamste deel van pijlen uitmaken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor bogen die op pijlers liggen, vooral de bogen in basilieken die het schip van de zijbeuken scheiden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Inkt die door kunstenaars wordt gebruikt, gemaakt van het bruine pigment dat wordt gewonnen uit de inkt van inktvissen, een weekdier dat is gerelateerd aan de octopus en de pijlinktvis. De inktvis gebruikt de natuurlijke inkt om zich te verdedigen. Om de inkt voor kunstenaars te maken wordt de inktzak uit het dier verwijderd, gedroogd en vervolgens opgelost in verdunde alkali en verder verwerkt. Het resulterende pigment is chemisch inactief en vrij permanent. Het wordt voornamelijk gebruikt als tekeninkt en om dunne lagen aan te brengen. Sepia-inkt wordt zeker al sinds de Romeinse tijd gebruikt. Vanaf de Renaissance was het vooral erg populair als tekenmateriaal. In de late 18de en 19de eeuw verving het bister als middel om gewassen tekeningen te maken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Stoelen met horizontale spijlen in de rugleuning.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stroming in de Colonial Revival-architectuur in de jaren 20 van de 20ste eeuw die zich manifesteerde in de bouwprogramma's in het westen en zuidwesten van de Verenigde Staten. Kenmerkend voor deze stroming zijn balkons, veranda's en arcades, torens, daken met S-vormige pannen, plaza's en binnenplaatsen. De belangrijkste kenmerken van deze stijl zijn het ontbreken van architectonisch lijstwerk en het intensieve gebruik van gesneden of gegoten ornamenten, op klassieke stijlen geënte zuilen, venstertralies, smeedijzer en gedraaide spijlen die doen denken aan de Spaanse koloniale architectuur in Mexico.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Schaven met een beitel die in een blok is gezet waar een rond gat in zit. Ze worden om een stuk hout naar beneden gedraaid om ronde stokken te maken, zoals bezemstelen en spijlen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst in de architectuur of de bouw in het algemeen naar stevige, verticale, relatief geïsoleerde constructiedelen van aanzienlijke lengte. Palen zijn in doorsnede gewoonlijk rond, vierkant of rechthoekig en worden gebruikt ter ondersteuning van een grotere constructie of als vast punt voor zijwaartse bevestiging. Ze zijn gewoonlijk relatief weinig versierd en gemaakt van één houtsoort, maar kunnen ook van steen, metaal of een ander materiaal zijn of van een samenstelling van materialen. De term wordt voornamelijk gebruikt voor verticale stutten in een houten balkenconstructie. Gebruik 'pijlers (dragende elementen)' voor vierkante staanders in klassieke stijl en voor vierkante en rechthoekige gemetselde staanders. Gebruik 'zuilen (architecturale elementen)' voor cilindrische staanders in staal- en betonconstructies.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Pijlerachtige metselwerkonderdelen die worden gebouwd om muren te verstevigen of te dragen, of om weerstand te bieden aan de spankracht van gewelven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor de lange, rechte stokken van metaal of hout, meestal rond in doorsnee, die de grootste component van stokwapens uitmaken en dienst doen als greep en drager van de punt of kop. Voor de kleinere objecten met gelijksoortige vorm die de hoofdcomponent vormen van pijlen wordt de term 'schacht (gereedschapscomponenten)' gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een kloskant die wordt gekenmerkt door eenvoudige geometrische patronen en relatief ruwe ontwerpen. Het werd vooral gemaakt in veel Europese landen. Het is een van de pijlers van de kantmakerij in het Oostenrijkse deel van Tirol. Ook wordt het vaak gebruikt door beginnende kantmakers om het vak te leren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en cultuur die is genoemd naar de archeologische vindplaats bij Swidry in Polen, en die voorkwam in Polen, Roemenië, Rusland en elders. Deze cultuur ontwikkelde zich in de laat Paleolithische periode, maar bleef bestaan en floreerde tot in het Mesolithicum. De cultuur wordt hoofdzakelijk gekarakteriseerd door kenmerkende vuurstenengereedschappen, waaronder kleine, asymmetrische, gekartelde snijers, pijlpunten, en slijpbijlen.Er lijken overeenkomsten te zijn met de Campagnische cultuur die zuidelijker floreerde.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Square-back Windsorstoelen met een dwarspaneel op de achterstijlen dat meestal buiten de achterstijlen uitsteekt. Zulke stoelen kunnen een rugleuning hebben die bestaat uit lange spijlen, dwarslatten, één of meer dwarslatten met korte spijlen of een verticaal middenblad in de rug.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Neolithische stijl en cultuur die is genoemd naar de archeologische vindplaats bij Fère-en-Tardenois in Noord-Frankrijk, en die voorkwam in Frankrijk, België, op de Britse eilanden en elders in West-Europa. Deze cultuur, die zich kenmerkt door specifieke beitelvormige pijlpunten, andere artefacten, en door de vorming van nederzettingen op zandgronden en plateaus, is gerelateerd aan de Azilian-cultuur.

Toegevoegd op: 16-8-2017

T-vormige stenen monumenten uit de Talaiotische cultuur, gevonden op het Mediterraanse eiland Menorca, bestaande uit een verticale pijler met een horizontale steen erop gelegd en tot 3,7 meter hoog.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Omsloten witte ruimten die uit de mond van stripfiguren of fotografische personages in stripverhalen komen, meestal bedoeld voor het weergeven van een dialoog of gedachten, maar ook van allerlei tekens en symbolen, zoals leestekens, om daarmee emoties uit te drukken. Gesproken tekst wordt aangegeven door een vaste lijn, een pijl of een taps toelopende kegel die de ballon met het sprekende personage verbindt, terwijl gedachten worden uitgedrukt door middel van een reeks belletjes die de tekstballon met het denkende personage verbindt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Huizen waarin Dogon-mannen samenkomen om gemeenschapszaken te bespreken. Togu na kenmerken zich door daken van gierstgras, gedragen door houten pijlers waarin meestal vruchtbaarheidssymbolen zoals vrouwenborsten of taferelen uit de Dogon-samenleving zijn gekerfd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Horizontale banden metselwerk, over het algemeen dunner dan andere lagen, die zich uitstrekken over de buitenmuur, en in sommige gevallen ook over pijlers of ingebouwde zuilen. Ze kunnen vlak zijn of uitsteken, en het oppervlak ervan kan plat zijn, bewerkt, of op een andere manier vormgegeven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Plat V- of vinvormig aanhangsel aan het staartstuk van een pijl of dart bevestigd, om het bereik en de nauwkeurigheid van de vlucht te verbeteren. Ze worden van een aantal verschillende materialen gemaakt, waarbij vogelveren het meest voorkomend zijn, maar ook wel van perkament, lederbord, hout en plastic.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Het bieden van permanente ondersteuning aan de onderkant van een bouwconstructie, bijvoorbeeld door het versterken van een bestaande fundering, pijler of muur.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Eenvoudige, beklede '@settees', meestal met spijlen in de rugleuning. Ze worden binnenshuis of in een wagen gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De hiërarchie Wapens en Munitie bevat descriptoren voor gereedschappen en materialen die zijn bedoeld als fysiek aanvals- of verdedigingsmiddel. Hieronder vallen handwapens zoals 'zwaarden', grondwapens of op rijdend materieel vervoerde wapens zoals 'artillerie', componenten van wapens (bijvoorbeeld 'pijlpunten') en projectielen die met vuurwapens worden afgevuurd (bijvoorbeeld 'patronen'). Tevens opgenomen zijn descriptoren voor jachtwapens (bijvoorbeeld 'zwijnssprieten') en voor objecten die wel van wapens zijn afgeleid maar slechts voor ceremoniële doeleinden worden gebruikt (bijvoorbeeld 'staatsiezwaarden'). Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor materialen die zelf als wapen of munitie kunnen fungeren, vindt u in de hiërarchie Materialen (bijvoorbeeld 'springstoffen', 'buskruit'). Descriptoren voor harnassen of andere vormen van persoonsbeschermende middelen (bijvoorbeeld 'schilden', 'kogelvrije vesten') zijn ondergebracht in de hiërarchie Kleding. Descriptoren voor pantservoertuigen of voertuigen waarop wapens worden vervoerd (bijvoorbeeld 'oorlogsschepen', 'tanks (militaire voertuigen)') zijn opgenomen in de hiërarchie Vervoermiddelen. Descriptoren voor objecten die als wapen of als gereedschap kunnen dienen, vindt u in de hiërarchie Gereedschap en Uitrusting (bijvoorbeeld 'hamers'). Descriptoren voor houders van wapens en munitie (bijvoorbeeld 'schedes', 'kruitbusjes') zijn ondergebracht in de hiërarchie Houders. Descriptoren voor vuurwapens die uitsluitend voor schijfschieten worden gebruikt, maken deel uit van de hiërarchie Ontspanningsmiddelen, terwijl descriptoren voor vuurwapens die worden gebruikt tijdens de gewapende strijd of de jacht hier te vinden zijn. Descriptoren voor onderdelen van wapens (bijvoorbeeld 'trekkers') en componenten die onderdeel vormen van zowel wapens als gereedschappen (bijvoorbeeld 'blades') zijn in de hiërarchie Componenten ondergebracht.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Stam van diverse dieren zoals oesters, mosselen, sint-jakobsschelpen en kokkelschelpen, maar ook naaktslakken, huisjesslakken, nautilussen, inktvissen, pijlinktvissen en octopussen. Weekdieren zitten soms geheel of gedeeltelijk in een schaal van calciumcarbonaat, dat wordt afgescheiden door een zachte laag op het lichaam. Weekdieren vindt men in zout water, zoet water en op het land.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Toestellen voor het werpen van een speer of een pijl, die bestaan uit een stok of een plank met een gleuf of een holte in het bovenoppervlak en een haak, riem of uitsteeksel aan de achterkant om het projectiel op zijn plaats te houden tot het wordt losgelaten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Engelse stoelen uit het eind van de 18e eeuw die een ronde of ellipsvormige rugleuning hebben met straalsgewijs uitlopende spijlen of staven, die op de spaken van een wiel lijken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Stoelen waarbij de zitting bestaat uit een bewerkte plank waarbij holtes in het bovenste en onderste oppervlak zijn geboord om de achterkant en het onderstel te verankeren. De achterpoten en de rugleuning staan los van elkaar in plaats van dat ze een doorlopend geheel vormen. De elementen van de rugleuning zijn verticaal, horizontaal of gebogen en spijlen kunnen een onderdeel van de stoel vormen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van bloeiende planten, waaronder bekende soorten als de gemberplant, de kardemomplant, de kurkuma, de bananenboom en de arrowroot of pijlwortel. Ze zijn 80 miljoen jaar geleden geëvolueerd, in het late Krijt.