Associaties voor piramide

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lichamen met een veelhoekige basis, waarvan elke zijde de basis van een driehoek vormt. De driehoeken in kwestie hebben een gemeenschappelijke top.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Tafelstukken, bestaande uit een aantal glazen voor snoepgoed of gelei op een glazen presenteerblad met een hoog glas in het midden, vaak trapsgewijs in drie lagen opgebouwd. Gebruik 'bonbonnières' voor samengestelde stukken, bestaande uit een hoge standaard met meerdere armen waaraan kleine mandachtige schaaltjes voor snoepgoed zijn bevestigd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Piano's in de vorm van een afgeknotte piramide, rechtopstaand; 18de-begin 19de eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor piramidevormige daken of voor daken die vanwege een heel korte nok vrijwel piramidaal zijn.

Toegevoegd op: 16-8-2017

In de vorm van een piramide, een veelvlak waarvan één vlak (de basis) een polygoon is met een willekeurig aantal zijden en de andere vlakken driehoeken zijn met bases die de zijden van de polygoon vormen die samenkomen bij een gemeenschappelijk hoekpunt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Piramide opgebouwd uit platformen die steeds kleiner worden naar de top toe, zodat er aan elke kant trappen ontstaan. Oudste vorm van piramide in het Oude Egypte.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor daken met hellende zijden maar met bovenop een behoorlijk groot vlak gedeelte. Wanneer zulke daken zijn voorzien van hoekkepers, lijken ze op een stompe piramide.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Motief van een oog binnen een driehoek of piramide, dat zich in de 17de en 18de eeuw in Europa en Noord-Amerika uit het Egyptische oog van Horus heeft ontwikkeld. Het motief symboliseert een oog dat alles ziet of het oog van God, en wordt vaak in verband gebracht met de Vrijmetselarij.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl die is vernoemd naar de tempelberg die is gebouwd door koning Yashovarman I (889-900 n. Chr.) in het midden van de hoofdstad ter ere van de god Shiva. De architectuur van de tempel is het eerste voorbeeld van de getrapte piramidevorm en fungeerde als model voor latere tempelbergcomplexen. Het tempelcomplex bestaat uit vijf lagen die rechtstreeks uit de rotsen zijn gehouwen, met torens in een vijfpuntige rangschikking, axiale trappen onder specifieke hoeken die leiden naar sanctuaria, bakstenen sanctuaria, terrassen, vier beelden van de heilige stier Nandi die de basis van de piramide bewaakt, en trappen die worden geflankeerd door zittende leeuwen. Kenmerkend voor beeldhouwwerk in deze stijl is een overgang van de vlezigere, gepolijste stijlen naar meer hoekige, knokige, bijna onmenselijke voorstellingen van godheden, vanaf de voorzijde bezien. Gebeeldhouwde figuren worden getypeerd door hun brede gestalte, vierkante kaken, abstracte, onbewogen gelaatsuitdrukkingen, lineaire gezichtsdetails en het ontbreken van gracieuze bewegingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote tafelstukken, bestaande uit een hoge standaard, bovenaan eindigend in een kleine houder, met langs de stam meerdere gekromde armen waaraan kleine mandachtige schaaltjes zijn bevestigd voor snoepgoed, voor het eerst vervaardigd in de 19e eeuw. Gebruik 'piramides (tafelstukken)' voor tafelstukken bestaande uit een aantal glazen voor snoepgoed of gelei op een glazen presenteerblad met een hoog glas in het midden, vaak trapsgewijs in drie lagen opgebouwd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ruwe hamers met twee slagvlakken die zijn uitgerust met een rij piramidevormige, metalen tanden of punten. Worden gebruikt bij steenhouwen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de regionale stijl van Centraal-Java. Decoratieve kunsten en kostuums uit dit gebied worden vaak gekenmerkt door het gebruik van teritik voor het omlijnen van motieven, textielproducten die worden gedragen als hoofddoeken, grote ceremoniële omslagdoeken en sjerpen en kain kembangan bloem- en plaidmotieven. De textielmethode van de productie die bekend staat als ‘ikat’ wordt gebruikt voor het aanbrengen van patronen, waarbij gedeelten van patronen van draad worden afgebonden om de verfstof tegen te houden. Hofkledingstijlen werden gekenmerkt door appliqué op geïmporteerde zijden textielstoffen die over het effen, centrale ruitvormige gebied van een borstkleed en ceremoniële omslagdoeken werden aangebracht. In de beeldhouwkunst wordt de stijl gekenmerkt door de vroegste voorbeelden van stenen monumenten en candi's, zeldzame afbeeldingen van hindoegoden, reliëfpanelen die rigide, kloksgewijze narratieve sequenties afbeelden en Boeddhabeelden gezeten op leeuwentronen. Centraal in religieuze beeldhouwkundige programma's staat het elitaire karakter van het boeddhisme, waardoor boeddhistische iconografie en kunst de overhand hadden. In tegenstelling tot stijlen in andere gebieden van Java, wordt deze stijl niet gekenmerkt door een traditie van gegraveerde stenen afbeeldingen. In de architectuur wordt de stijl gekenmerkt door getrapte sanctuaria, afgeknotte piramideconstructies en makara-ornamenten ter versiering van trappen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Vaste ornamentele karbelen met een omgekeerde kegel- of piramidevorm, die ruwweg lijken op de onderkanten van oude lampen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Het topje van een Egyptische piramide dat op zichzelf ook een miniatuurpiramide vormt. Werd vervaardigd uit dioriet, graniet of kalksteen en bedekt met een laagje goud of electrum.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van circa 2650 tot 2575 v. Chr.in Egypte. Onder de kunstwerken van die tijd bevinden zich beelden, reliëfs en muurschilderingen.Een toonbeeld van de architectuur uit deze periode is de trappiramide van koning Djoser in Saqqara. De periode kan worden beschouwd als een link tussen de vormingsperiode van de eerste twee dynastieën en de klassieke periode van het Oude Koninkrijk, beginnend ten tijde van de Vierde Dynastie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lijstwerken die zijn versierd met reeksen sterachtige, verhoogde piramidevormen. Veel voorkomend in de vroege Engels-Gotische architectuur.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Stijl van tempelarchitectuur uit Zuid-India die wordt gekenmerkt door terrasvormige torens, soms met een piramidevorm, met bovenaan een koepelstructuur; ieder terrasniveau is omsloten door een balustrade, met rondom kleine architecturale aediculae. De aediculae kunnen de vorm hebben van structuren met een vierkante koepel op de hoeken (kuta's) en halverwege geplaatste ruimten met een tongewelf (sala's) welke met elkaar zijn verbonden door segmenten met een overdekte kloostergang in miniatuurvorm (hara). Deze stijl van in steen uitgevoerde tempelarchitectuur is in de 17de eeuw ontstaan en heeft zich door de eeuwen heen verder ontwikkeld.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Piramidevormige trossen kleine ijzeren kogels met grondplaat en centrale stang, die samengevoegd gebruikt worden als kanonlading.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar perspectief dat wordt afgebeeld met gebruikmaking van een enkel verdwijnpunt. Deze techniek werd gesystematiseerd door de Renaissance-kunstenaar en theoreticus, Leon Battista Alberti, die een visuele piramide beschreef, waarvan de top zich in het oog van de kijker bevindt. De illusie van terugwijking in de ruimte wordt gecreëerd doordat parallelle lijnen samenkomen in één verdwijnpunt, dat zich gewoonlijk in of vlakbij het centrum van de compositie bevond en dat het 'centrale punt' werd genoemd. Alberti beschreef hoe men de juiste intervallen kon bepalen voor horizontale lijnen op steeds diepere posities in de ruimte, en hoe men voorwerpen en figuren op de juiste schaal kon tekenen ten opzichte van hun positie in de ruimte.

Toegevoegd op: 16-8-2017

B Verwijst naar de stijl in de Amerikaanse en Europese architectuur en kunstnijverheid die te dateren is tussen de late 18de eeuw en vroege 19de eeuw en die werd beïnvloed door de publicaties over Egypte en de veldtochten van Napoleon. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van Egyptische vormen en motieven, waaronder obelisken, piramiden, hiërogliefen, gevleugelde zonnen, sfinxen, papyri en lotusknoppen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor hoge, slanke, vierkantige, meestal monolithische stenen schachten die toelopen naar boven en eindigen in een piramidevormige punt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Klokvormig motief met groeven dat als fioel wordt toegepast bij piramidevormige dakstructuren in de Indiase tempelarchitectuur.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een gebouw of architectonisch element in de vorm van een uitgerekte piramide. Wordt gebruikt om rechtopstaande en taps toelopende constructies te beschrijven die niet onder een andere technische term vallen. Gebruik 'obelisk' voor monolithische zuilen met deze vorm.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode die is genoemd naar de heerschappij van koning Harshavarman III (1066-1080 n. Chr.) in het vroege Angkor-rijk, en die wordt gekenmerkt door een snelle expansie en stadsplanning. Monumenten uit deze periode ontwikkelden zich tot duidelijke functionele of symbolische typen. Het eerste van deze typen was de tempel-berg, een constructie die werd gebouwd op de top van een heuvel of berg in de vorm van een piramide met terrassen met daarin een centraal sanctuarium waarin een afbeelding was geplaatst die de macht van de koning symboliseerde. Het tweede type was een tempel die was gebouwd op vlakke grond en die qua ontwerp was gebaseerd op Indiase en Cambodjaanse tempels. Beide tempeltypen werden over het algemeen gebouwd van baksteen, lateriet of zandsteen, bevatten interne sanctuaria en bogen op kraagstenen. Beeldhouwwerken uit deze periode waren gewoonlijk voorbeelden van de Koh Ker-stijl (tweede kwart van de 10de eeuw) en de Banteay Srei-stijl (tweede helft van de 10de eeuw), die werden gekenmerkt door reliëfsculptuur die een reeks Indiase legendes afbeeldde, en van de stijl van de Khleangs (laat 10de tot vroeg 11de eeuw), die werd gekenmerkt door een reeks bladmotieven op tempeltimpanen en figuren van jeugdige godheden, vaak met kuiltjes in de wangen, gekleed in dunne, nauwsluitende kleding en versierd met sieraden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Stenen, meestal in de vorm van een afgeknotte, omgekeerde piramide, geplaatst tussen kapitelen en de bogen die daaruit ontstaan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van de heerschappij van koning Jayavarman V (968-1001 n. Chr.). Een voorbeeld van de bouwkundige stijl van deze periode is de staatspaleistempel, Ta Keo, die zich bevindt in het centrum van de hoofdstad Jayendranagari, en de Banteay Srei, een versierde tempel die wordt gekenmerkt door colonnetten en lateien in archaïsche stijl en die timpanen bevat met taferelen uit de Indiase mythologie. Deze periode wordt over het algemeen gekenmerkt doordat nog steeds zandsteen wordt gebruikt en door de verdere ontwikkeling van gelaagde, piramideachtige tempelconstructies.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de pre-Angkor-stijl van het midden van de 9de eeuw, waarvan het tempelcomplex van Sambor Prei Kuk een goed voorbeeld is. Tempels in deze stijl volgen de Indiase Gupta- en post-Gupta-bouwplannen en worden vooral gekenmerkt door een bakstenen constructie, centrale sanctuaria, gegoten basementen, muren die door pilasters zijn verdeeld in verticale panelen en die zijn versierd met blinde deuropeningen, nissen, reliëfpanelen en piramideachtige torens die op kleinere schaal het ontwerp van de grote tempelfaçade imiteren. De stijl wordt vaak gekenmerkt door beeldgesneden lateien die worden ondersteund door cirkelvormige colonnetten en gewelfde banden met bloempatronen die verspreid zijn aangebracht tussen cirkelvormige medaillons met een afbeelding van een god of heilig dier. De beeldhouwkundige stijl toont tevens sterke vroege hindoeïstische invloeden met veelarmige goden rondom, een sterk gevoel van gewichtverschuiving in grote beeldhouwwerken, het zelden voorkomen van beeldhouwwerken in hoogreliëf, subtiel gestileerd realisme, sobere kleding en lichaamsversieringen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode in Meso-Amerika van circa 300 tot 250 v. Chr. Verenwerk in Meso-Amerika had zijn oorsprong in deze periode als symbool van macht en rang en bestond onder andere uit verfijnde ceremoniële hoofdtooien die waren gemaakt van veren van de staart van quetzals. Beeldhouwwerken uit deze periode omvatten aardewerk en grafurnen, zoömorfe en antropomorfe graffiguren, gegroefde vazen met karakteristieke parallelle lijnen die zijn getekend op oranje slip, en schalen die zijn beschilderd met kronkelige vormen op randbanden aan de buitenkant. De architectuurstijl in deze periode nam paleisachtige vormen aan, met robuuste, platte of gewelfde dakbedekkingen, fijn afgewerkte trappen met strekse hellingen aan weerszijden, lijstwerk, tablero's en maskers. Piramide-achtige structuren in deze periode tonen complexe cirkel- en kegelvormige secties en secties met terrassen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de kunstperiode in Meso-Amerika van circa 600 n. Chr. tot 900 n. Chr. Beeldhouwkundige stijlen uit die periode varieerden al naar gelang de regio. In Tierra Blanca bevatten aardewerk en schalen van keramiek rituele taferelen in hoogreliëf die met een mal waren gemaakt. Figuren uit Nopiloa zijn meestal gemaakt met behulp van een mal, maar bedekt met een crèmekleurig engobe. In de meeste regio’s worden bij aardewerk en kleibeelden staande en zittende vrouwelijke figuren afgebeeld met sierlijke hoofdtooien, kralenkettingen en geknoopte slangenriemen. Het gaat onder andere om schalen met crèmekleurig engobe die gedetailleerd zijn beschilderd met realistische en imaginaire dierenfiguren en gekostumeerde figuren die zijn gerangschikt in paren of trio's. Edelsteenbewerking uit deze periode wordt gekenmerkt door drie vormen die zijn verbonden met een heilig balspel: yuog, palma en hacha. In de architectuur wordt deze stijl gekenmerkt door stèles en altaarconstructies met grote, zoömorfe frontale figuren in hoogreliëf, versierd met compacte kostuumontwerpen. Schilderstijlen uit deze periode beelden mensen af in een stedelijke context te midden van piramides, tronen, trappen en marktplaatsen en hebben rijke, symbolische kleuren. Tempels en gewelven uit deze periode zijn versierd met muurschilderingen waarop expressieve, historische, militaire en rituele afbeeldingen zijn weergegeven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van het Javaanse Majapahit-rijk (1292- circa 1500 n. Chr.). Deze periode wordt gekenmerkt door de heropleving van pre-hindoe-elementen. De bouwkundige stijl in deze periode is het meest bekend om de reliëfpanelen die de punakawan afbeelden, clowneske personages uit Javaanse gedichten. Prominente voorbeelden van bouwkundige stijlen uit deze periode zijn Candi Brahu, met een constructie van baksteen, Candi Tikus, met zijn zwembaden, Candi Wringin Lawang, met een poorttype dat bekend is als candi bentar ('gespleten poort') en Candi Sukuh, met zijn afgeknotte piramidestructuur. Later in deze periode werden in de tempelstijlen cilindrische lichamen toegepast, vierkante basementen, complexe sanctuaria met trappen en beeldhouwwerken van gehoornde banaspatihoofden die de kroonlijsten ondersteunden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Oud Egyptisch graf in de vorm van een sterk afgeknotte piramide met langwerpig grondvlak.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Apparaten, in allerlei uitvoeringen, meest piramidevormig, met een hoorbaar heen en weer bewegende wijzer, in het juiste tempo van een muziekstuk verstelbaar, aangedreven door een opwindmechaniek.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode in Meso-Amerika van circa 1000 tot 300 v. Chr. die wordt gekenmerkt door ontluikende politiek-religieuze structuren en nuclei die zich uitstrekten tot de Zapotec-beschaving in de Vallei van Oaxaca in de Zuidelijke Hooglanden. Beeldhouwkundige stijlen uit die periode omvatten ceremoniële en monumentale steensculpturen zoals grote stenen hoofden, altaren, stèles en andere volledig ronde vormen en bas-reliëfvormen. Het naast elkaar plaatsen van de menselijke figuur en dierlijke kenmerken zoals jaguarmonden en neusgaten komt veelvuldig voor in beeldhouwkunst en schilderkunst. De stijlen van edelsteenbewerking in deze periode omvatten gevarieerde jaden beeldjes en andere, kleine, complexe objecten. Piramide-achtige architectuur toont complexere en gevarieerdere vormen zoals de piramidevormige gecanneleerde kegelstructuur.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de tweede van drie grote perioden in de Egyptische beschaving, van circa 2008 tot 1630 v. Chr. en de 11de en 12de dynastie omvattend. Sommige bronnen rekenen hier ook de 13de dynastie toe, die circa 1630 v. Chr. ten einde liep. De periode kenmerkt zich door een heropleving van de kunst, die met name te zien is in de bouw van koninklijke grafpiramiden en tempels, particuliere, uit rotsen gehakte graven en de versiering hiervan, een belangstelling voor portretkunst in de koninklijke beeldhouwkunst en een algeheel hoog niveau van kunstzinnigheid en precieze uitvoering, met name in reliëfbeelden en de schilderkunst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een inheems Amerikaanse cultuur en stijl die hebben bestaan vanaf circa 800 n. Chr. tot halverwege de 18de eeuw, toen de laatste vertegenwoordigers van deze cultuur, de Natchez, in aantal afnamen en verspreid raakten. De cultuur heeft met name een overheersende rol gespeeld in het zuidoosten en het midden van de huidige Verenigde Staten, in de riviervalleien van de gebieden die nu behoren tot de staten Mississippi, Alabama, Georgia, Arkansas, Missouri, Kentucky, Illinois, Indiana, Ohio en delen van Wisconsin, Minnesota en de Great Plains. De cultuur was gebaseerd op de agrarische ontwikkeling van de laaggelegen delen langs de rivier, en het land werd bestuurd vanuit theocratische dorpsstaten. Kenmerkend voor de dorpsarchitectuur zijn nederzettingen rond ovale of piramidevormige aardeheuvels, met een centraal ceremonieel plein. De stijl van gedecoreerde gebruiksvoorwerpen en ceremoniële objecten, uitgevoerd in koper, schelpen, steen, klei en veren, wordt gekenmerkt door complexe ontwerpen met menselijke figuren, diermotieven en geometrische vormen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote piramidevormige boom die voornamelijk voorkomt in het oosten van Noord-Amerika op laaggelegen stukken land langs rivieren en vochtige hoger gelegen gebieden. In westelijke richting vindt men ze tot in de Amerikaanse staat Oklahoma en de Canadese provincie Ontario. De bomen hebben clusters van korte en puntige twijgen en bladeren met stekelige lobben.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Romeinse techniek voor het aanbrengen van een deklaag, waarbij piramidevormige stenen met een vierkante voorkant in regelmatige netpatronen worden aangebracht op een betonnen muur.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de eerste van drie grote perioden van de Egyptische beschaving, van circa 2650 tot 2150 v. Chr. De periode loopt van de Derde tot de Zesde Dynastie. Sommige bronnen tellen echter vanaf de Vierde Dynastie, circa 2575 v. Chr. tot aan de Achtste Dynastie, die circa 2134 ten einde loopt. De periode kenmerkt zich door kwalitatief uiterst hoogstaande koninklijke monumenten, zoals de piramidecomplexen van de vierde dynastie, die de absolute soevereiniteit van de Egyptische koningen symboliseerde, en de voortdurende toepassing van de artistieke conventies die in de Vroeg-Dynastieke periode waren geïntroduceerd. Het eind van de periode kenmerkt zich door een algemene neergang in de kunsten als gevolg van de politieke omstandigheden van de tijd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Dakstructuren bestaande uit een gelaagde kroonlijst met een piramidevorm ontspringend vanuit een vierkante basis.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 35 soorten naaldachtige groenblijvende bomen uit de familie Pinaceae, orde Pinales, die voorkomen in noordelijke en Arctische gebieden. Volgroeide bomen kunnen 20-60 meter hoog worden. Ze zijn te onderscheiden van vergelijkbare geslachten door de spiraalvormige takken, de conische vorm met naaldachtige bladeren die in een spiraalpatroon afzonderlijk zijn bevestigd aan de takken en het feit dat de takken ruw zijn in plaats van glad. Omdat de naalden gedurende de gehele levensduur van de boom uitvallen, geven de bladkussentjes waar de naalden aan waren bevestigd de takken een blijvend ruw uiterlijk. Het genus bestaat uit ongeveer 40 soorten groenblijvende sier- en productiebomen, inheems in de gematigde en koude streken van het noordelijk halfrond. Het zijn piramidevormige bomen met spiraalvormige takken en een dunne schilferige schors.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine piramide- of kegelvormige objecten van vuurvast materiaal die bij een bepaalde temperatuur smelten. Men gebruikt ze in ovens zonder automatische temperatuurregeling.

Toegevoegd op: 16-8-2017

In de Russische architectuur de benaming voor tentdaken in de vorm van hoge vier- of meerzijdige piramiden. De vorm werd voor het eerst toegepast bij verdedigingswerken en daarna ook in de religieuze architectuur, met als hoogtepunt de houten architectuur van de vijftiende en zestiende eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Boerderijen met vierkant grondplan en houten geraamte waarop een piramidevormig, meestal rieten dak steunt. In de centrale ruimte wordt het hooi gestapeld, de ruimtes daar rond zijn ingericht tot woongedeelte, stallen en andere bergruimtes.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Architectonische elementen van sommige Midden-Amerikaanse gebouwen, bestaande uit een horizontaal, rechthoekig paneel (tablero) dat uitkraagt over een omhoog hellende muur (talud). Wordt vaak herhaald op trapvormige piramides die ongeveer na 300 v.C zijn gebouwd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Antieke Mesopotamische tempeltorens in de vorm van getrapte piramides.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor oude Romeinse begrafenisbouwwerken van enkele verdiepingen hoog, die meestal oprijzen vanaf een vierkante of een rechthoekige basis met trappen en met bovenop een piramidevormig, koepelvormig of plat dak.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode in Egypte van circa 1938 tot 1756 v. Chr. die zich kenmerkt door de opleving van artistieke stijlen uit het Oude Rijk en een kwalitatief hoogstaande artistieke productie, die zich vooral uit in de bouw van piramides en funeraire tempels, de introductie van portretkunst in de koninklijke beeldhouwkunst en een hoog technisch niveau in de kunstnijverheid.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van circa 2575 tot 2465 v. Chr. in Egypte, die bekend is als de klassieke tijd van het Oude Rijk, vooral vanwege de grote piramiden die bij Giza zijn gebouwd. Het beeldhouwwerk wordt gekenmerkt door strikt omschreven weergaveconventies, waaronder een canon voor proporties en in het algemeen zeer hoge technische normen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van circa 2465 tot 2325 v. Chr. in Egypte. De periode wordt gekenmerkt door een voortzetting van de tradities van de vierde dynastie in de kunst en de architectuur, maar met opmerkelijke verschillen, zoals de kleinere afmetingen van de koningspiramiden en de grotere privé-graftomben voor de elite.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De leer en praktijken van de broederschap van de 'Vrije en geaccepteerde metselaars', 's werelds grootste geheime genootschap. De vrijmetselarij verspreidde zich door de opmars van het Britse Rijk en is nog steeds het meest populair op de Britse eilanden en in andere landen die banden hadden met het rijk. Het genootschap zou zijn opgericht voor wederzijdse hulp en vriendschap. De leden geloven dat het historische wortels heeft die zijn terug te voeren op de Romeinen, de Egyptenaren en de bouw van de piramides. De vrijmetselarij bevat tradities en rituelen die symbolen gebruiken van of verwijzen naar de gereedschappen van middeleeuwse steenhouwers, met name de winkelhaak en de passer. Net als andere ambachtsgilden in het middeleeuwse Europa ontwikkelden veel metselaarsgilden die vrijmetselaars in hun gelederen hadden uitgebreide geheime rituelen voor het overbrengen van de kennis van hun ambacht en voor de inwijding van nieuwe leden. Deze rituelen veranderden in de loop van de vroegmoderne tijd. In het 16e-eeuwse Schotland nam de vrijmetselarij elementen over van het hermetisme uit die tijd. Vanaf het begin van de 17e eeuw laten de loges ook leden toe die niet zijn betrokken bij de bouwsector.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst in algemene zin naar de periode van circa 2000 tot 1000 v. Chr. in de oude culturen van de Olmeken en Maya's in Meso-Amerika. Wat betreft aardewerk en keramiek wordt de periode gekenmerkt door vaatwerk van gemalen steen, uiteenlopend van ruw uitgevoerde mano's en metates (wrijf- en maalstenen) tot verfijnd uitgevoerde kommen met vlakke bodem, kleine spiegeltjes van pyriet en ilmeniet, en kleine ingeboorde blokken. Bewerkte edelstenen zijn aangetroffen in de vorm van kralen, hangers, oorsieraden, objecten in de vorm van een mosselschelp, petaloïde vuistbijlen en vuistbijlvormige tabletten. Voor sieraden gebruikte men voornamelijk zuiver blauwachtig of doorschijnend jadeïet, met een zweem van donker smaragdgroen. In de architectuur wordt de periode in verband gebracht met eenvoudige hutten die voor bewoning, gemeenschapsgebruik of religieuze doeleinden waren bestemd; er beginnen zich evenwel al eenvoudige piramidevormige structuren te ontwikkelen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de kunstperiode in Meso-Amerika van ongeveer 250 v. Chr. tot 600 n. Chr. die bij keramiek wordt gekenmerkt door figuren in hoogreliëf ter versiering van cilindrische potten en het gebruik van chapopote (zwart asfalt) voor het beschilderen van de gezichten en lichamen van geelbruine of bruine figuren van klei. Edelsteenbewerking uit deze periode werd gekenmerkt doordat men steeds minder vuistbijlen gebruikte en steeds meer verfijnde beeldjes maakte met ingelegde ogen en tanden. Het gebruik van hardsteen overheerst, terwijl voor grotere beeldsnijwerken vaak gebruik wordt gemaakt van tecali. Tot de decoratieve werken uit deze periode behoren grote oorsieraden en kralenkettingen. In de beeldhouwkunst wordt deze periode gekenmerkt door complexe altaarconstructies, beeldgesneden stèles die een staande heerser afbeelden en die zijn versierd met inscripties en datumaanduidingen volgens de Lange Telling, beeldgesneden dakkammen van stucwerk, beeldgesneden houten lateien en versierde schrijnen op de toppen van piramides. Schilderstijlen uit deze periode worden gekenmerkt door muurschilderingen met rode en zwarte lijnen op wit stucwerk en hiërogliefen die zijn omkaderd door figuren of symbolen van godheden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Soort groenblijvende naaldboom uit de cipresfamilie die 20 meter hoog wordt en wordt gebruikt als sier- of productieboom, inheems in het oostelijke deel van Noord-Amerika. Het is de meest voorkomende en waarschijnlijk hardste levensboom. De stam heeft bij de grond soms meerdere vertakkingen met een roodachtig bruine schors. De kegels hebben 8-10 lagen, waarvan er meestal maar vier vruchtbaar zijn. De meest gekweekte variëteiten zijn smalle en dichte piramidevormige struiken, terwijl veel variëteiten loof met interessante kleurvariaties hebben.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en periode van het vroege Angkor-rijk ten tijde van de heerschappij van koning Yashovarman I (889-900 n. Chr.). De stijl van deze periode wordt gekenmerkt door de grootschalige aanwezigheid van religieuze tempels als stadscentra en de vroege ontwikkeling van de tempel als een vijflagige piramidestructuur van zandsteen, met kruislings gerangschikte zandstenen torens en met heiligdommen, bibliotheken, galerijen en gopura's. Tempels uit deze periode waren complexe structuren waarvan het ontwerp werd gekenmerkt door Indiase invloeden met chronologisch symbolisme en seizoenscycli. In de decoratieve kunst en beeldhouwwerken uit deze periode is terug te zien hoe Yashovarman I probeerde zijn koninkrijk af te beelden als model voor de kosmos en het symbolische middelpunt van de wereld. De goedgekeurde artistieke werken uit deze periode kenmerken zich door hoge reliëfwerken van beschermfiguren en hemelse wezens en bas-reliëfs van gebladerte en sieraden rondom figuren van godheden.