Associaties voor pithouder

Toegevoegd op: 16-8-2017

Cirkelvormige of geplette eivormige hulzen die zich uitstrekken door de bodemplaat van een lamp en die de pit bevatten. Verbranding van brandstof en pit vindt plaats bovenaan de huls.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lampen met een ondiepe, ovale of peervormige houder met een pithouder die aan de bodem van de smalle kant is bevestigd. Ze worden meestal geheel of gedeeltelijk door een scharnierend of schuifdeksel bedekt, met tegenover de pithouder een halve beugel als houvast, met een ophanghaak en een ijzeren draad om de pit mee op te vissen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Branders met één of meer dunne, taps toelopende pithouders die boven de branderplaat doorlopen, maar direct eronder afgesneden zijn om te voorkomen dat ze warmte naar het brandstofreservoir met zeer vluchtige brandstof (een mix van alcohol en geherdestilleerde terpentine) leiden. Wanneer er meer dan één buis is divergeren ze van de onder- naar de bovenkant. Aan iedere buis zijn meestal kleine kapjes met kettingen bevestigd voor het doven van de vlam en ter voorkoming van het verdampen van de brandstof.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lampen met hoge, smalle, meestal taps toelopende houders van metaal of glas, met één tot zes pithouders die uiteenlopen en een stuk boven de brander uitsteken. Er zitten kleine metalen kapjes aan kettingen bij om de vlam uit te doven en de verdamping van de vluchtige brandstof (alcohol en geherdestilleerde terpentijnolie of kamfer) te vertragen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Branders voor olielampen die bestaan uit een dunne metalen schijf die op een kurk is geplaatst waardoor één of meer pithouders steken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Metalen schijven die worden doorboord door één of twee pithouders, die rusten op de opening in het oliereservoir. Deze branders hebben vaak een klein uitsteeksel aan de zijkant waarmee ze kunnen worden opgelicht.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Tuitlampen, meestal van tin, met een cilindervormige houder en een koepel- of kegelvormige deksel en een of meer pithouders. De houder past in een apart bakje met een halfrond handvat en een druppelvanger.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Tuitlampen, meestal van gegoten brons, vaak met drie of vier pithouders en een houder die op verschillende hoogtes kan worden ingesteld en op een verticale standaard rust. Dit type werd rond de Midellandse Zee gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lampen die in mijnen worden gebruikt, met name gietijzeren lampen die vaak een ronde houder met deksel hebben waarin een enkel kanaal of buisje voor een lampenpit zit en een D-vormige beugel op draaipennen die uitloopt in een scherpe punt, of ondiepe bekkens met een pitkanaal of of pithouder en een halve beugel die in een haak of een scherpe punt uitloopt. De benaming wordt ook gebruikt voor tuitlampen van vertind plaatijzer in de vorm van een koffiepot die op de helmen van mijnwerkers werden gedragen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lampen, meestal van geverfd metaal en soms van koper, met een cilindrische, zuilvormige houder waarin een T-vormige pithouder zit met een platte pit en een tandradmechanisme om de pit mee omhoog en omlaag te draaien. Vanuit een plat, ovaal reservoir aan de zijkant wordt brandstof door een buisje naar de houder gevoerd. Ze hebben een cilindervormig, glazen rookkanaal en een geverfde gietijzeren kap. Ze zijn rond 1800 door graaf Rumford uitgevonden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lampen die meestal één of twee verticale pithouders hebben, die uit een stevig afgesloten reservoir steken. Gepatenteerd in 1787 door John Miles uit Birmingham, Engeland. Ze worden zo genoemd omdat de brandstof er niet uit kan lopen wanneer er tegen wordt gestoten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Tuitlampen, meestal van koperplaat, met een cilindervormig reservoir en een koepel- of kegelvormige deksel en een enkele pithouder, met een kanaal meteen eronder om de druppels op te vangen. Het geheel staat op een standaard met een verzwaard voetstuk. Dit type is afgebeeld op een schilderij van de Vlaamse school.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Branders die bestaan uit metalen schijven met luchtgaten en één, twee of soms drie vertinde pithouders van 0,6 mm of minder in diameter, die rechtop zijn gesoldeerd en die in de zijkant een gat voor de pit hebben. De pithouders lopen verder door onder de schijf, het brandstofreservoir in, dan erboven.