Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Grammofoonplaten die worden afgespeeld met een snelheid van 78 omwentelingen per minuut, de standaard-afspeelsnelheid van grammofoonplaten tot aan het midden van de 20ste eeuw. De maximale speelduur per kant was 4,5 minuut en meestal hadden de platen een doorsnede of 25 of 30 cm.
Plattegrond van gebouwen of steden die zijn opgetrokken in een achthoek (acht zijden met dezelfde lengte), meestal een gecentraliseerde plattegrond.
Wordt gebruikt voor daken met hellende zijden maar met bovenop een behoorlijk groot vlak gedeelte. Wanneer zulke daken zijn voorzien van hoekkepers, lijken ze op een stompe piramide.
Beschrijft de plattegrond van een gebouw dat in de lengte, evenwijdig aan een as, is gepland.
Gereedschap van steenhouwers dat een rechte snijkant heeft en wordt gebruikt om ruwe vlakken glad te maken.
Knijptang met brede platte bek, die wordt gebruikt om druk uit te oefenen op boekbanden tijdens het aanbrengen van de omslag, in het bijzonder voor het optrekken ervan.
Grote, vlakke schrijftafels die meestal zijn voorzien van laden in het fries.
Beschrijft de plattegrond van een gebouw dat uitloopt vanuit een centraal punt.
Plattegrond van gebouwen of steden die zijn opgetrokken in een cirkel, meestal een gecentraliseerde plattegrond.
Het met bladzilver plateren van staal, in het bijzonder van messen en scharen; in 1779 gepatenteerd door Richard Ellis als een techniek die goedkoper is dan de Franse plateermethode.
Verwijst naar plattegronden die de balken en onderslagen van iedere verdieping in een gebouw aangeven, met hun onderlinge verbindingen. Meestal betreft het geen detailtekening, maar een eenvoudig systeem van symbolen en ontwerpschetslijnen.
Een elegante handschriftstijl die zijn oorsprong vindt in cursief schrift, dat werd gegraveerd in koper met behulp van een burijn.
Bordjes, meestal ongeveer 7,5 of 10 cm in doorsnede, die zijn gemaakt van geperst glas en worden gebruikt om aardewerken kopjes op te zetten, terwijl de thee van de schoteltjes wordt gedronken.
Platte stukken metaal waarvan afbeeldingen, hetzij van tekst, hetzij van plaatjes, worden gedrukt. Gebruik 'cliché's' of een specifiekere term voor blokken van ander materiaal, meestal hout, die worden bewerkt om een afbeelding te drukken of worden gebruikt om andere materialen die het drukvlak vormen te ondersteunen
Verwijst naar de eerste onderscheiden fase van de Spaanse platereske stijl, vanaf de late 15e eeuw. De fase wordt gekenmerkt door het samenvloeien van de flamboyante gotische en traditionele Spaanse stijlen. De stijl vertoont overlapping met de Isabella-stijl.
Te gebruiken voor meestal metalen platen met een officieel identificatienummer, bijvoorbeeld op gebouwen, voertuigen en uitrusting.
Procedé waarbij rood koper, soms ook geel koper of ijzer, wordt geplateerd met bladzilver, zoals dat vanaf het begin van de 18e eeuw werd toegepast door Franse - en later door Engelse - plateerders om onvolkomen geplateerde koperen stukken te repareren, of het zichtbare koper op versleten stukken opnieuw af te werken.
Het glad en glanzend afwerken van leer door het tegen een zeer gepolijste metalen plaat te drukken.
Metaal dat is samengesteld uit twee of meer lagen van verschillende metalen, die zijn samengevoegd door plateren en die niet zijn samengesmolten tot een homogene massa zoals in een legering.
Te gebruiken voor de niet-structurele buitenbedekking van de buitenmuren van gebouwen.
Gebruik voor een bouwtechniek waarbij droge materialen zoals gipsplaten, triplex, of andere geprefabriceerde materialen gebruikt worden, zonder gebruikmaking van gips of mortel.
Aanduiding voor start- en landingsplatforms voor helikopters, meestal zonder commerciële voorzieningen.
Verwijst naar plattegronden die het grondoppervlak van een bouwlocatie of andere locatie aangeven, meestal met hellingaanzichten en contouren.
Verwijst naar grondplannen waarop een horizontale sectie van een gebouw, site, stad of soms een object is afgebeeld. De term wordt vooral gebruikt in de context van tekeningen uit de 16de tot de 18de eeuw. De betekenis van het begrip valt gedeeltelijk samen met die van 'grondplannen' en 'plattegronden (kaarten)'.
Term die wordt gebruikt voor verschillende soorten keukengerei dat voornamelijk wordt gebruikt voor het serveren van kaas.
Gegraveerde geelkoperen grafplaten die als gedenkteken voor de doden dienen, vaak met een portret of familiewapen.
Ingangsruimten, bedoeld voor het laden en lossen van goederen op en van motorvoertuigen of treinwagons die er voorgereden zijn.
Verhevenheid op een lanceerbasis vanwaaraf raketten worden gelanceerd.
Verwijst naar een steensoort die bestaat uit calcium-magnesium-carbonaat - kalksteen of dolomiet - in een kristallijnige of korrelige staat. Kan worden gepolijst en wordt veel gebruikt in beeldhouwkunst en architectuur.
Verwijst naar een filosofie die is ontwikkeld door Plotinus in Alexandrië in de 3de eeuw n. Chr., waarbij deze een aangepaste versie van het platonisme combineerde met aspecten van het joodse en christelijke gedachtegoed, en mogelijk ook van oosters mysticisme. In het neoplatonisme is er één bron waaruit alles wat bestaat, voortkomt en waarmee een individuele ziel op mystieke wijze kan worden verenigd. Bovendien bestaan er meerdere zijnsniveaus, waarvan het fysieke universum dat zintuiglijk waarneembaar is, het laagste is. Van het neoplatonisme zijn in de loop van vele eeuwen verschillende vormen ontwikkeld; het leefde talloze malen opnieuw op in de geschiedenis en is vaak aangepast.
Aanvankelijk installatie voor het boren naar aardolie in ondiep water maar sinds WO II ook in diepere zeeën van het continentaal plat
Plataan afkomstig uit het gebied dat zich uitstrekt van Zuidoost-Europa tot India. De bomen staan erom bekend dat ze lang leven en hebben een grote kroon. Van oudsher wordt de boom ook in andere gebieden gekweekt. De boom kan 30 meter hoog worden en heeft enorme, vaak plompe stammen die soms wel een omtrek van 10 m (en een diameter van 3 m) hebben. De stekelige ronde vruchten hangen in trosjes van twee tot zes stuks.
Massief geel hout van de boomsoort Platanus orientalis, met een fijne structuur die vergelijkbaar is met esdoornhout. Het wordt gebruikt voor meubels, slagersblokken, stoelen, muziekinstrumenten, interieurafwerkingen en kasten.
Beschrijft de plattegrond van een gebouw dat is gepland om de stroom van verkeer, activiteiten of werk in het gebouw zo gunstig mogelijk te herbergen, in plaats van evenwijdig aan een as of uitlopend vanuit een centraal punt.
Grote platte ronde schotels die op een voetstuk of verhoging zijn geplaatst om voedsel te dragen en te presenteren; komen het meest voor als serviesgoed in westers en Aziatisch keramiek en metaalwerk, en als keramisch begrafenisvoorwerp in precolumbiaanse kunst. Het voetstuk en de schotel kunnen zijn samengevoegd tot één stuk of afzonderlijke stukken zijn.
Een ononderbroken oppervlak hebbend zonder noemenswaardige buiging, helling, verhogingen of verlagingen. Verwijst ook naar tweedimensionale beelden zonder ruimtelijke eigenschappen en naar gekleurde vlakken zonder variatie. Gebruik 'mat' voor de afwerking van een oppervlak zonder glans of schittering.
Borden voor een individuele portie van het hoofdgerecht van een maaltijd. Vaak met een ronde, maar soms ovale, achthoekige of andere vorm.
Hieronder vallen ook daken die niet schuin aflopen en daken die precies schuin genoeg aflopen om water te kunnen afvoeren.
Platte, springveerachtige metalen haarspelden die zowel voor het stileren als voor het vasthouden van het haar worden gebruikt, met uitsteeksels die door spanning dicht bijeen worden gehouden.
Genus van 10 soorten. Het is het enige genus van de familie Platanaceae. Deze grote bomen zijn inheems in Noord-Amerika, Oost-Europa en Azië. Ze hebben een schilferende schors, grote afvallende, gewoonlijk gevingerde en gelobde bladeren, en bolvormige bloem- en zaadknoppen. Op de bomen groeien bloemen van beide geslachten, maar in verschillende trossen.
Hout van de boom behorende tot het genus Platanus, vaalbruin van kleur met een gelijkmatige textuur en fijne nerf. Het wordt gebruikt voor het maken van borstels, pallets, lambriseringen en fineer.
Familie van één genus van bomen.
Grote plataan die inheems is in Californië en Neder-Californië. De stam loopt gewoonlijk uit in twee of meer grote stammen met een groot aantal takken. De mooie schors is wit, beige, grijs en lichtroze. De schors wordt donkerder als hij ouder wordt en schilfert dan af van de stam. De boom gebruikt men voor landschapsarchitectuur en om er timmerhout van te maken. Vogels eten de vruchten en zoogdieren de twijgen en de schors.
Het proces waarbij losse platten aan een boekblok worden bevestigd, meestal door de naaibanden en het rugbelegmateriaal te lijmen op de binnenkant van enkelvoudige platten of tussen gesplitste platten, of door de touwen aan te rijgen door de gaten of groeven in de platten. Gebruik 'inbinden' voor het bevestigen van een eerder gemaakt katern aan een boekblok.
De horizontale planken of balken in een muur bij een vakwerkconstructie, hetzij bovenop de standvinken van een muur, hetzij op de grond om andere balken of dwarsbalken te dragen.
Wordt gebruikt voor de groep postzegels die zich in een hoek van een postzegelvel bevindt waar het @plate number in de kantlijn is gedrukt en dat kan bestaan uit slechts vier zegels die twee aan twee zijn geordend.
Wordt gebruikt voor tafellanden of uitgestrekte, vlakke gebieden die hoger gelegen zijn dan het omringende land en aan ten minste één kant worden begrensd door een verticale wand.
Te gebruiken om werken te beschrijven van het noordelijk deel van de Afrikaanse etnische groep Tonga, die leeft in een groot gebied rond de Zambezirivier en in delen van Zambia, Zimbabwe, Malawi, Mozambique en Zuid-Afrika.
Brede straten of lanen in oudgrieks en -romeinse steden.
Te gebruiken voor boeken waarin afbeeldingen een grotere plaats innemen dan tekst, in het bijzonder boeken die voor kinderen of beginnende lezers bedoeld zijn.
Beschermende envelopachtige houders voor grammofoonplaten, meestal van zwaar papier of karton, waarop vaak afbeeldingen en informatie met betrekking tot de plaat staat afgedrukt.
Apparaten die men gebruikt om geluid te reproduceren dat is opgenomen op langspeelplaten, die meestal van vinyl zijn. De term gebruikt men gewoonlijk voor de moderne hifi-versie van de grammofoon, waarbij het geluid elektronisch wordt versterkt en de draaitafel door een elektromotor wordt aangedreven. Zie ���grammofoons' voor de oorspronkelijke grammofoon die door Emil Berliner is uitgevonden. Zie ���cilinderfonografen' voor de uitvinding van Thomas Edison waarbij geluid op cilinders werd opgenomen.
Blazoenen van stof of leder waarbij metalen platen aan de binnenzijde zijn bevestigd, veelvuldig gebruikt in het Europa van de 14e eeuw.
Verwijst naar de stijl in de Spaanse en Spaanse koloniale architectuur en ornamentatie in de 15de en 16de eeuw. De term werd in 1677 voor het eerst gebruikt door Diego Ortiz de Zúñiga om een gevel te beschrijven. Het woord betekent “edelsmid-achtig” en de stijl kenmerkt zich door rijkelijk versierde oppervlakken die gebruikelijk waren in het fijnzinnige werk van de edelsmid. De stijl is afgeleid van de laatgotische, islamitische en Italiaanse renaissancekunst. De stijl, die in de architectuur vooral werd gebruikt in kleinere gebouwen, kenmerkt zich door gedraaide zuilen, heraldieke wapenschilden, golvende krullen en bloemachtige, op sieraden lijkende ornamenten die de onderliggende constructie aan het oog onttrekken.
Platte oppervlakken of vloeren, in het algemeen verheven boven de aangrenzende vloer of oppervlakte.
Platte oppervlakken, blokken of vloeren, gewoonlijk hoger dan de vloer eromheen.
Houten constructieraamwerken waarbij de stijl slechts een verdieping hoog is De vloerbalk van elke verdieping rust op de bovenplaten van de verdieping eronder of op de funderingsdorpel van de eerste verdieping, en de draag- en scheidsmuren rusten op de ondervloer van elke verdieping.
Schommelstoelen die op een vaste basis bewegen in plaats van op gebogen balken te schommelen.
Liften met op zichzelf staande mechanismen met een platform dat in verticale stand kan bewegen, meestal over slechts één verdieping of minder, voor vervoer van rolstoelen of handelswaar.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Pt en het atoomnummer 78. Het metaal is glanzend, smeedbaar, vormbaar en zilverachtig wit van kleur en wordt als edel beschouwd. Ook te gebruiken voor het metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, voorwerpen en materialen te maken.
Thermometers waarvan het waarnemingselement een elektrisch weerstandje is waarvan de weerstand een nauwkeurig bekende functie is van de temperatuur.
IJzerprocédés om fotografische afdrukken te maken waarbij platina wordt gereduceerd uit een zout om een beeld te vormen.
Fotografische afdrukken vervaardigd met op de lichtgevoeligheid van ijzerzouten gebaseerd contactpapier.
Metaalwerkers die voorwerpen maken van platina, een glanzend, smeedbaar, vormbaar en zilverachtig wit metaal.
Verwijst naar de filosofie van Plato of naar elke filosofie die is geïnspireerd door Plato, met name het idee van Plato dat de fenomenen die met de zintuigen worden waargenomen, een niet-perfecte en vergankelijke weerspiegeling zijn van de ideale vormen van een onveranderlijke en eeuwige werkelijkheid. Deze absolute werkelijkheid (of werkelijkheden) geeft waarde en betekenis aan ieders bestaan, en met name aan het menselijk leven.
Platte, rechthoekige, horizontale lijsten.
Dissels met een lang handvat waarvan het blad is afgeschuind. Latere uitvoeringen hebben een kop aan bovenkant zodat ze ook als hamer gebruikt kunnen worden.
Te gebruiken voor treinstellen die goederen vervoeren en die bestaan uit een platte vloer zonder zijkanten of dak.
Dameshoeden die in de 19e eeuw werden gedragen met een zachte, ronde bol omringd door een verstevigde omhooggeslagen rand.
Raspen met een bolle en een platte kant.
Wordt gebruikt voor lijsten die uit een eenvoudig, plat lijstwerk bestaan.
Platte kunstenaarspenselen met vierkante hoeken en haren die langer zijn dan die van tipkwastjes.
Randloze hoofddeksels met stijve klep die loodrecht op het voorhoofd worden gedragen. De bol van de pet is breder dan het hoofd en de vormgeving wordt door stijf ondersteuningsmateriaal aan de binnenkant bekomen. Meestal in de kleuren gemaakt conform het dienstuniform.
Smalle, scherp geperste plooien die in een rij geschikt zijn, met gelijke tussenruimten en allemaal in dezelfde richting. Gebruik 'accordion pleats' voor wijde gelijksoortige plooien.
Polijstborstels met platte, harde, gladde, afgeronde randen, meestal met platte zijkanten.
Grote schotels, meestal rond of ovaal en vaak van aardewerk of metaal, die worden gebruikt voor het serveren van vlees. Gebruik 'voorsnijplanken' voor ronde of rechthoekige houten planken, waarop vlees of ander voedsel wordt gesneden of geserveerd.
De plattebol is een vrij groot massief houten spelstuk met een afgeplatte bolvorm . Het wordt gebruikt bij een aantal traditionele volksspelen in de Nederlanden.
Personen die voorwerpen van een laagje metaal voorzien, vaak van zilver of goud.
Te gebruiken voor het formele begrip van de indeling van ruimten en elementen in de bebouwde omgeving, zoals van een gebouw of een stad.
Tekeningen van een horizontale dwarsdoorsnede van een gebouw, gezien van boven een vloer.
Kaarten waarop de locatie, de grenzen en de eigenaars van onroerend goed worden aangegeven.
Verwijst naar tekeningen, schetsen of diagrammen van een object, waarbij het object wordt geprojecteerd op een plat, doorgaans horizontaal oppervlak. De term is vooral van toepassing op tekeningen of diagrammen waarop de relatieve posities van de delen van een gebouw te zien zijn, of van een verdieping van een gebouw, geprojecteerd op een horizontaal vlak. De term is ook te gebruiken voor een reeks tekeningen voor een project. Gebruik 'bovenaanzichten' om in het algemeen te verwijzen naar afbeeldingen of foto's van structuren of terreinen recht van boven gezien. Gebruik 'kaarten' of 'plattegronden (kaarten)' voor voorstellingen van delen van het aardoppervlak.
Wordt gebruikt voor plattegronden op schaal met de indeling van aan- en afvoerbuizen; hieronder kan ook een aanverwante kleine tekening van een aanzicht of een stijgpijpschema vallen. Gebruik '1. W-tekeningen (aanvoer) 2. rioleringstekeningen (afvoer)' voor andere tekeningen van aan- en afvoersystemen.
Verwijst naar kaarten met de afbeelding van een betrekkelijk klein district of gebied, bijvoorbeeld een stad, op een grote schaal en vrij gedetailleerd. Gebruik 'topografische kaarten’ voor plattegronden van grotere gebieden. Gebruik 'chorographische kaarten' voor afbeeldingen van kleinere stukken land, met name met betrekking tot architectuur. Gebruik 'plattegronden (tekeningen)' voor weergaven van gebouwen of objecten op een horizontaal vlak.
Migratie binnen een land of streek vanaf het platteland naar de steden.
Woongebieden die worden gekenmerkt door plattelandsleven of landbouw.
Basisontwikkeling van landelijke gebieden, met nadruk op het verhogen van de levensstandaard en op de actieve medewerking van de plaatselijke bevolking.
Onderwijsinstellingen in dunbevolkte gebieden voor het openbare, meestal lagere, onderwijs aan de lokale bewoners.
Te gebruiken voor de tak van de sociologie die zich bezighoudt met plattelandsgemeenschappen en het plattelandsleven.
Rechthoekig en schuin ijzeren plaatje dat onder één kant van een bord wordt geplaatst zodat de jus naar de tegenovergestelde kant stroomt.
Kleine tasjes met stevige sluiting, voornamelijk bedoeld om munten in te doen.
Mortelvoegen die gelijk vallen met de oppervlakken van de blokken.
Vogelbekdieren zijn samen met mierenegels de enige zoogdieren die eieren leggen. Deze orde bevat één bestaand genus met één soort en één of meer uitgestorven genera. Vogelbekdieren zijn zoogdieren die op het land en in het water leven en holen uitgraven. Ze komen voor in de meren, rivieren en andere wateren op Tasmanië en in het oosten van Australië. De dieren hebben een bruine vacht, een gevoelige, flexibele snavel die op die van eenden lijkt, poten met zwemvliezen en een platte staart. De mannetjes hebben giftige sporen. De vrouwtjes leggen leerachtige eieren en de jongen drinken melk uit de poriën van de melkvelden.
Verwijst naar vroege voorbeelden van Venetiaanse kant die worden gekenmerkt door het relatief platte oppervlak. Latere Venetiaanse kant was meer uitgesneden en opgehoogd.
Plaatjes, gewoonlijk gedrukt of gegraveerd, met ruimte opengelaten om in te noteren, door en aan wie een boek is geschonken.
Het terrein binnen de ruimtelijke ordening dat zich bezighoudt met de ontwikkeling, het gebruik van hulpmiddelen en behoud en verbetering van het milieu in plattelandsgemeenschappen.
Spiegels met verzilverde randen, soms twee lagen boven elkaar, bedoeld om beeldjes, kaarsenstandaards of vaatwerk op of in te zetten; gebruikt als pièces de milieu op tafel aan het eind van de 18e en het begin van de 19e eeuw.
Benaming die wordt gebruikt voor elke Windsorstoel, met een vierkante of ronde rugleuning, die een verticaal middenblad in de rug heeft.
Migratie binnen een land of streek, vanuit steden naar het platteland.
Plattegrond van één verdieping van een gebouw waarin zich veel verdiepingen van dezelfde vorm bevinden
Verwijst naar tekeningen of diagrammen waarin de ordening van een structuur op een perceel land exact is afgebeeld. De term kan ook verwijzen naar plattegronden van tuinen, groepen gebouwen of nieuwe wijken, waarbij de ligging van gebouwen, wegen, nutsvoorzieningen, landschappelijke en topografische elementen, waterpartijen en begroeiing kan zijn afgebeeld. Gebruik 'plattegronden (tekeningen)' voor tekeningen of andere weergaven op een horizontaal vlak van steden of grotere gebieden, met name indien dergelijke weergaven geen deel uitmaken van het ontwerpproces.
Amfitheaters in de openlucht die in de nazitijd in Duitsland zijn gebouwd voor Völkisch-bijeenkomsten en voor theatervoorstellingen en propagandabijeenkomsten. Er waren plannen voor ongeveer 1200 theaters, maar er werden er slechts 40 daadwerkelijk gebouwd.
Wordt gebruikt voor illustraties op de eerste bladzijde van een boek, die meestal tegenover de titelpagina ligt.
Verzamelaarsterm voor een type bordje uit de jaren 1830-1860, vervaardigd van geperst glas. Ze zijn waarschijnlijk gebruikt onder een grogglas of als een groot schoteltje. Geen Nederlands equivalent.
Wordt gebruikt voor situatietekeningen met landschapsarchitectonische informatie, zoals terreinindeling en locatie en omschrijving van beplanting, sproeiers of lichtvoorzieningen.
Verwijst naar de tweede afzonderlijke fase van de Spaanse platereske stijl, die werd gebruikt in de eerste helft van de 16de eeuw. Verschilt van de eerste platereske stijl door zijn grotere geografische verspreiding, het gebruik van Italiaanse renaissancemotieven en bouwmethoden.
Plattegrond van gebouwen of steden die zijn opgetrokken in een vierkant, meestal een gecentraliseerde plattegrond.
Schotels met een holte aan één kant om jus in te doen. Geen Nederlands equivalent.
Plataan die inheems is in Noord-Amerika. De grootste worden meer dan 50 meter hoog. De gladde vruchtbolletjes hangen meestal alleen en blijven vaak aan de boom zitten als de bladeren zijn afgevallen. De soort is te onderscheiden van andere bomen door zijn schilferende schors. Door het afschilferen van onregelmatige stukken schors ontstaat er een rijk geschakeerd patroon groenwitte, grijze en bruine vlekken. Gebruik ���Acer Pseudoplatanus' voor de gewone esdoorn.
Massief geel hout van de soort Platanus occidentalis, met een fijne structuur die vergelijkbaar is met esdoornhout. Het wordt gebruikt voor meubels, slagersblokken, stoelen, muziekinstrumenten, interieurafwerkingen en kasten.
Plattegrond van gebouwen of steden die zijn opgetrokken in een zeshoek (zes zijden met dezelfde lengte), meestal een gecentraliseerde plattegrond.
Metalen plaatjes, gedragen op helmen, die de militaire rang of eenheid van de drager aanduiden.
Snaarinstrumenten met een klankkast van lichte, houten zijbanden, sterk bollend achterblad, een plat bovenblad met 1 grote, 2 of 3 kleine klankgaten, kam op het onderste gedeelte van het bovenblad, met een stuk vissen- of ander leer, of met een schelp, erboven, om het bovenblad te beschermen tegen beschadiging door het plectrum, korte hals zonder frets, dubbele snarenkoren; bespeeld met een plectrum; Arabische wereld.
Grammofoonplaten van het type dat halverwege de 20ste eeuw werd uitgevonden door RCA, en dat de 78-toerenplaat qua productie en populariteit uiteindelijk zou verdringen.
Wordt in verband met kleurendrukken gebruikt wanneer de platen of stencils nauwkeurig aaneensluiten, meestal met behulp van registermerken, zodat elke opeenvolgend gedrukte kleur aansluit bij de andere kleuren.
Te gebruiken voor het proces waarbij de platten aan een boekblok worden bevestigd door de banden of touwen waarop het boekblok is genaaid, door de in de platten gesneden gaten te leiden.
Platte werkoppervlakken ter hoogte van het middel boven op kastjes en naast gootstenen in keukens en badkamers.
Drukprocédé waarbij gebruik wordt gemaakt van de platte kant van een doorgesneden, ingekerfde aardappel.
Verwijst naar de stroming in de Amerikaanse schilderkunst, voornamelijk geconcentreerd in New York, die bloeide in de jaren 40 en 50 van de 20ste eeuw.Op basis van surrealistische, synthetisch-kubistische en neoplastische theorieën liep de stijl uiteen van spontane, gesturale composities die aandacht hadden voor de kwaliteit van het schildermateriaal en het schilderproces documenteerden, tot contemplatieve, bijna monochrome werken met grote kleurvlakken.
Britse hangklokken met slingers, uit de tweede helft van de 18e eeuw, met grote wijzerplaten en houten kasten, meestal gemaakt voor openbare ontmoetingsplaatsen zoals herbergen.
Ondiepe schalen met een diameter van tien tot vijftien centimeter, met een plat handvat meestal op dezelfde hoogte als de rand, gebruikt door barbier-chirurgen in de 17e en 18e eeuw bij het aderlaten van een patiënt. In Engeland wordt de term ook gebruikt voor wat in Amerika bekend staat als porringers.
Te gebruiken voor lichte, schuin afgekante, voor en achter gelijke 'guideboats', afkomstig uit het gebied rond de Adirondack Mountains in de Amerikaanse staat New York. Ze zijn 4 tot 5,5 m lang, uitgerust met een juk, hebben een platte bodem en worden net zoals een dory om een van nature gekromd spant beplankt; de beplanking is meestal gladboordig of karveelwerk.
Verwijst naar de neolithische cultuur die aan het begin van het 2de millennium v. Chr. op de hellingen van het Afanasyevskaya-gebergte werd gevestigd. Op sites zijn graftomben gevonden die waren gemarkeerd met cirkels van stenen, die symbool stonden voor de zonnegod; latere graftomben hadden de vorm van grafheuvels of grote aardhopen. Het aardewerk in de vroegere graven bestond uit langwerpige, bolvormige vaten met visgraatpatronen; het latere aardewerk had een platte bodem.
Dunne, smalle houtstrip die de voeg tussen twee evenwijdige platen bedekt.
Krabbers met een breed, plat blad die voornamelijk worden gebruikt om behang van muren te verwijderen.
Materiaal zoals dakspanen, gevelbeplating of bevloering dat wordt gebruikt als het uiteindelijke oppervlak op of in een bouwwerk.
Materiaal, vaak van koper of zilver, zoals schroeven, stiften, boeksloten, scharnieren, sluitingen, afdekplaten, enzovoort, die men aan het eind van het bindproces toevoegt als functionele of decoratieve elementen.
Houten, aluminium of magnesium platen met lange handvatten. Worden gebruikt om onverharde, horizontale vlakken beton uit te spreiden en glad te maken.
Platte, flexibele rechthoekige houders met een handvat die worden gebruikt worden voor het vervoeren van boeken, papieren en dergelijke, vaak vervaardigd van leer. Voor platte, harde, vierkante houders wordt 'diplomatenkoffertje' gebruikt.
Verwijst naar lithografieën die worden gemaakt van aluminium platen. De term wordt zelden gebruikt.
Voorwerpen met een smeedijzeren standaard, vaak versierd, en daarboven een horizontale, platte ring met een veer waar iets in vast kan worden geklemd. Ze zouden oorspronkelijk bedoeld kunnen zijn voor een toorts of flambouw in plaats van een kaars.
Slappe, platte, kleploze petten met een nauwsluitende hoofdband; worden in militaire context gedragen als formeel hoofddeksel, dan voorzien van een embleem dat het wapen aanduidt waartoe de drager behoort.
Platte of schijfvormige, getande of gecanneleerde stenen die op het hoogste punt van Noord-Indiase hindoetempels worden geplaatst, als herhalend motief in deze bovenbouw of binnen een andere context. De vorm is ontleend aan de Indiase vrucht amla of myrobalan.
De ballen die worden gebruikt bij het spelen van American football, in de vorm van met lucht gevulde, uitgerekte en afgeplatte bollen, meestal bedekt met leer en met een geveterde naad waar de randen van de overtrek bij elkaar komen; gewoonlijk met een omtrek van ongeveer 52 bij 70 cm en een gewicht van ongeveer 425 gram.
Populier die inheems is in het grootste deel van Noord-Amerika. Er zijn drie ondersoorten bekend. Het is een van de grootste Noord-Amerikaanse hardhoutbomen en wordt bijna 30 meter hoog. De boom heeft dikke glanzende bladeren en een gladde zilverwitte schors die donkerder wordt en meer barsten vertoont naarmate de boom ouder wordt. Door de platte steel ritselen de bladeren al bij een zeer zacht briesje. Dit is een van de kenmerkende eigenschappen van de boom.
Grote en snel groeiende boom die inheems is in de koelere streken van Noord-Amerika. Door de platte bladstengels gaan de bladeren al bij een zeer zachte bries ritselen, vandaar de volksnaam. Men kan deze soort het eenvoudigst onderscheiden van P. tremula, een Europese boom die er veel op lijkt, door de vorm van de bladeren, waarvan de uiteinden puntiger zijn, en door de uitlopers van de wortels. De boom plant zichzelf voornamelijk voort via de wortels, waaruit nieuwe bomen kunnen groeien. Grote kolonies bomen die tot hetzelfde wortelstelsel behoren, zijn niet ongebruikelijk. De bladeren worden gegeten door diverse insecten. De indianen en de pioniers van het westen van Amerika extraheerden een stof uit de schors die diende als surrogaat voor kinine. Het zachte, slappe hout gebruikt men om papier te maken en voor andere doelen.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft op het Jos-plateau in het noorden van Nigeria.
Een procédé van reliëfdruk, meestal op zinkplaten, toegepast in de 19e eeuw om bestaand gedrukt materiaal te reproduceren, waaronder tekeningen en modelpagina's.
Metalen banden of platen waarmee timmer- of metselwerk bijeen wordt gehouden.
Aan een object bevestigde platen, waaraan onderdelen en ander toebehoren van de structuur bevestigd kunnen worden door middel van solderen of het aanbrengen van schroeven, spijkers of bouten.
Orde van ongeveer 500 kleine platte luizen zonder vleugels. De dieren leven van het bloed en weefselvocht van zoogdieren. Met hun mond doorboren ze de huid van hun gastheer en zuigen vervolgens het bloed of vocht op.
Kleine niet-vasculaire planten, gekenmerkt door grote hoornvormige sporofyten die op een afgeplatte gametofyt groeien. Gewoonlijk hebben ze één enkele grote chloroplast in elke cel. Voorheen ingedeeld bij Bryophyta.
Ronde platte petten met lage platte hoedenbollen, vroeger gedragen door de inwoners van Londen, Engeland.
Platte schuinaflopende of driehoekige balkjes, meestal van hout of plastic, met diverse schaalverdelingen zodat men tekeningen op schaal kan tekenen of meten.
Tekeningen, plattegronden, brieven en andere documenten, op papier of in digitale vorm, die verband houden met de bouw van gebouwen en die gewoonlijk door een architectenbureau zijn gemaakt.
Oud-Romeinse wandkasten die meestal bestaan uit een rechthoekige kast op poten, deuren die min of meer van boven tot onder reiken, een puntige of platte bovenkant en planken aan de binnenkant.
Betrekkelijk kleine Oudgriekse vaten met een bolvormige buik, een korte hals, een platte, schijfvormige flessenmond met een kleine opening, en een handvat (soms twee), uitlopend vanaf de schouder tot de rand; gebruikt om oliën, parfums en zalven in te doen. Deze uit terracotta vervaardigde vaten werden gedragen door atleten, die ze aan hun pols droegen, vastgemaakt aan een riem of een stuk touw. Aryballoi hadden ook een belangrijke functie bij funeraire rituelen.
Beeldhouwwerken van de Fon, een volk uit Benin in Afrika, bestaande uit een staf met daarop een schijfachtig platform versierd met uitgesneden of gesmede figuurtjes, vaak met hangers die van de randen afhangen. Ze dienen als herinnering aan overleden famillieleden. Tijdens rouwceremonies en vooroudervereringen worden aan de asen offers gebracht en gebeden gewijd.
Brede, platte vorken met vier of vijf tanden die worden gebruikt voor het opdienen van warme of koude asperges.
Soort gevelbeplating die is gemaakt van asfalt en die er vaak uitziet als andere materialen, zoals steen of hout. Veel voorkomend vanaf het einde van de 19e eeuw tot het midden van de 20ste eeuw.
Verwijst naar de periode en stijl die zich ontwikkelde tussen 552 en 645 v. Chr. en samenviel met de opkomst van het boeddhisme. In de beeldhouwkunst zien we figuren, meestal van godheden, in stijlen die variëren van een vroeg gebruik van platte vlakken, verlengde proporties en scherpe lijnen tot latere kleinere, vriendelijker figuren met de nadruk op verticale lijnen. In de schilderkunst wordt deze stijl gekenmerkt door het gebruik van rode en zwarte kleuren die worden verkregen door lak met kleurstof te mengen, en gele en groene kleuren die worden verkregen uit een mengsel van loodoxide en plantaardige olie. Schilderwerk uit deze periode omvat vooral lichte en elegante figuren en landschappen. In de bouwkunst wordt deze stijl gekenmerkt door de nadruk op symmetrie en axiale balans door het gebruik van paal- en latconstructies, daken met dakpannen en kraagstukken om gewicht en horizontale druk te verdelen.
Glasdia's met een positief kleurenbeeld bestaande uit een coating van aardappelzetmeelkorreltjes, geverfd in de complementaire kleuren oranje, rood, violet en groen, waar overheen een zwart-wit zilvergelatine emulsie is aangebracht. Autochroomplaten waren van 1907 tot 1931 in de handel.
Verwijst naar tekeningen in schuine projectie waarop het horizontale vlak parallel is aan het projectievlak of tekenvlak, en de plattegrond wordt geroteerd in een bepaalde, geschikte hoek zodat verticalen kunnen worden getekend. De tekeningen kenmerken zich door een doorgaans scherpere gezichtshoek dan die van isometrische tekeningen, en door de orthogonale plattegronden die mogelijk zijn afgebeeld op de horizontale oppervlakken.
Verwijst naar alle vormen van parallelle projectie, voornamelijk wanneer ten minste een van de drie ruimtelijke assen wordt gebogen naar het projectievlak of het beeldoppervlak. De term wordt vaak gebruikt om te verwijzen naar projecties die zijn afgebeeld alsof een plattegrond op schaal is getekend, waarna de plattegrond 45 graden wordt gekanteld om een derde dimensie te verkrijgen, meestal in de hoogte en getekend op dezelfde schaal als de plattegrond. Deze projectiemethode beeldt de plattegrond en het volume gelijktijdig af volgens een consistente schaal, zonder de vervorming die ontstaat door de samenkomende lijnen in een éénpuntsperspectief.
Verwijst naar een gereedschapscultuur in het laat-paleolithische en vroeg-mesolithische Europa, in het bijzonder Frankrijk en Spanje. Deze cultuur volgde op de complexere Magdaléniencultuur en bestond gelijktijdig met de culturen van Tardenoisien, Maglemose, Ertebølle en Asturië. Kenmerkend zijn geometrische tekeningen op kiezelstenen, heel kleine stenen gereedschappen die in een handvat van been of geweitak passen, speerpunten met gekromde ruggen, eindschrapers, benen drevels, platte harpoenen en staven waarvan het doel onbekend is.
Verwijst naar een projectie waarbij een deel van een bol wordt afgebeeld als een platte schijf. Deze projectie wordt vaak gebruikt in de cartografie en representeert doorgaans een deel van de aarde of een hemellichaam gezien vanaf een punt in het centrum van de bol (gnomonische projectie), aan de tegenoverliggende zijde van de bol (stereografische projectie) of vanuit een punt in de ruimte (orthogonale projectie).
Het residu dat achterblijft na het malen van suikerriet waaraan het sap wordt onttrokken; wordt gebruikt voor het maken van papier en vezelbouwplaten.
Verwijst naar de periode van de Tagar-fase waarin het grafgedeelte van de koergan erg klein was, met muren van slechts anderhalve tot twee meter hoog, en gemaakt van platte stenen. Elk grafgedeelte bevat slechts één graftombe die op zijn beurt slechts één skelet bevat, meestal met een of twee kruiken die bij het hoofd van de overledene zijn geplaatst, samen met offerandes van vlees en eenvoudige bronzen gebruiksvoorwerpen.
Grote, platte vormen waarop koekjes worden gebakken.
Platte stukken steen, keramische materialen of ijzer die worden gebruik bij het bakken.
Russische, luitachtige getokkelde chordofonen bestaande uit een driehoekige klankkast met een plat achterblad en een licht welvend bovenblad, een lange hals met frets en drie snaren; ze worden in zes verschillende groottes gemaakt.
Wordt gebruikt voor platforms met hekwerk die zich aan de buitenkant van een gebouw bevinden. gebruik ook voor dergelijke constructies binnen gebouwen, wanneer deze klein zijn. Gebruik voor dergelijke constructies binnen gebouwen die ruimten met elkaar verbinden 'galerijen'. Gebruik 'loggia's' voor overdekte ruimten die aan één tot drie zijden naar buiten toe geopend zijn.
Ronde platte baretten waarvan de bol aan alle kanten uitsteekt.
Spijkers met een grote platte kop, een ronde schacht en een lange geplette punt, die worden gebruikt op bladmetaal en droge bouwplaten.
Oekraïense psalters met een platte, ovale kast en dertig of meer snaren langs het klankbord. Bandoera’s worden soms bespeeld in grote ensembles.
Luitachtige tokkelinstrumenten met een basregister, met een klankkast met een geschulpt silhouet, een platte of licht gewelfde rug, een plat klankbord met een rond, versierd klankgat en een lange hals met een kop met gewoonlijk zijdelings geplaatste stelschroeven. Bandora’s zijn bespannen met zes of zeven dubbele metalen snaren, waarvan de laagste zijn gemaakt van twee of meer ineengedraaide draden. De kam is gelijmd en voorzien van een fretachtige koperen strip en een rij bevestigingspinnen langs de onderste rand; een luitachtig systeem van ribben is bevestigd onder het klankbord. Ze zouden voor het eerst gemaakt zijn in 1562 door John Rose in Londen en waren tot in de zeventiende eeuw populair als continuo-instrumenten in ensembles van snaarinstrumenten.
Plankjes van hard, glad hout van verschillende afmetingen, bij het boekbinden gebruikt tijdens het aanbrengen van de platten om het leer aan de rugzijde aan beide zijden van de ribben glad te strijken; hebben soms aan één kant een groef die over een rib past, waardoor beide kanten in één keer kunnen worden gladgestreken.
Spaanse chordofonen, hybriden van de gitaar- en de cisterfamilie. Ze hebben een platte klankkast en vier of vijf snaren.
Verwijst naar de periode die is genoemd naar de hoofdstad van Thailand, gesticht door Rama I (1782-1809) in 1782. In de architectuur wordt deze periode het best vertegenwoordigd door de verschillende constructies en latere renovaties in het Grote Paleis (Phra Borom Maha Ratchawang) waarin zich de Amarin Winichai Hall bevindt, met een T-vormige plattegrond, en de Dusit Maha Prasat Throne Hall (1789), met een vloerplan in de vorm van een Latijns Kruis, gelakte en vergulde deuren en vensters en vergulde, negenlaagse spitsen. Tempels in deze periode worden gekenmerkt door centrale heiligdommen die het palladium van het koninkrijk en andere vereerde Boeddhabeelden huisvesten, altaren die het Traiphum of bestaanswerelden afbeelden, friezen of vergulde garua's, ubosots of verlengde wijdingszalen, paarlemoeren ingelegde werken, bronzen leeuwen, wihans of gemeenschapszalen en daken met meerdere lagen. Later in de 19de eeuw weerspiegelden bouwstijlen Europese koloniale esthetica. In beeldhouwkunst en schilderkunst worden op werken uit deze periode taferelen afgebeeld uit de Ramakien en uit hindoeïstische teksten.
Term van Japanse origine voor gladde, platte, ronde of ovale kussentjes met handvatten die worden gebruikt om een vel papier tegen de voorkant van een reliëfcliché te drukken om een afdruk te maken.
Universitaire hoofddeksels bestaande uit een nauwe band om het hoofd met daarbovenop een breed, plat en uitstekend bovenstuk waar een kwastje aan hangt.
Weegschalen waarbij de balansschaal voor de ladingen een platform is dat bovenop de balansarm of op een reeks hefbomen is bevestigd; hij wordt meestal gebruikt voor zware goederen, vaak onverpakt.
Ringen van glas die toegevoegd worden aan de onderzijden van reeds vervaardigde glazen vaten. Zij worden meestal plat gedrukt zodat hun randen uitsteken buiten de bodems van de vaten.
Wordt gebruikt voor religieuze of seculiere gebouwen die worden gekenmerkt door een rechthoekige plattegrond, onderverdeeld in een hoger schip met twee lagere zijbeuken, en verlicht door lichtbeukramen; meestal afgesloten met een apsis.
Platen die worden gebruikt voor kleurdrukken en die de meest gedetailleerde afbeelding van een bepaald beeld dragen en daarom worden gebruikt om de andere platen op af te stemmen.
Te gebruiken voor platte verticale platen met baskets ertegenaan bevestigd, aan de twee uiteindes van basketbalvelden.
Helmen, over het algemeen ogivaal- of eivormig, met een puntige top, vaak uitgerust met een onderklep en een met scharnieren bevestigd of zwenkend vizier, meestal een varkenskop-vizier; werden gebruikt van de 13e tot de 15e eeuw. In de 15e eeuw werden ze bolvormig en werd de onderklep vervangen door halsplaten.
Kleurenafdrukken die worden gemaakt aan de hand van een gecombineerd drukproces met intagliobasisplaten en soms lithografische basisplaten, waarbij op de afgedrukte afbeelding met houtblokken een kleurenlaag wordt aangebracht. Het procedé werd in 1835 gepatenteerd door de Engelsman George Baxter en was tot in de jaren 70 van de 19de eeuw erg populair. Deze term verwijst naar de afdrukken volgens dit procedé die niet door Baxter zelf werden gemaakt. De term 'Baxter-afdrukken' wordt soms gebruikt om speciaal te verwijzen naar afdrukken die door Baxter waren gemaakt.
Houten hamers met een kop in de vorm van een afgeronde, afgeplatte kegel die ondersteboven op een korte steel is gezet. Door de vorm kan de beeldhouwer de beitel op alle gewenste manieren aanslaan zonder de hamer steeds anders vast te hoeven pakken.
De hiërarchie Beeldmateriaal bevat descriptoren voor objecten die oorspronkelijk zijn vervaardigd met als doel de betekenis hoofdzakelijk op visuele, non-verbale wijze over te dragen, met name waar het de uitdrukking van een symbolische of expressieve betekenis of esthetische ervaring betreft. Hieronder vallen voorstellingen en gebeeldhouwde werken, alsmede periodeafhankelijke werken, bijvoorbeeld performancekunst, die zich binnen de beeldende kunst hebben ontwikkeld en daarmee in verband worden gebracht. Sommige descriptoren in deze hiërarchie kunnen naar een object of beeld verwijzen; bijvoorbeeld, in het geval van een object dat is vervaardigd uit linnen, spanramen en een lijst die specifiek zijn bedoeld als drager van een geschilderde afbeelding kunnen de afbeelding en het object samen worden aangeduid als schilderij; een afbeelding op een meubelstuk daarentegen kan wel als schilderij worden aangeduid, maar de drager is in dat geval bijvoorbeeld een ladekast of haardscherm. Relatie met andere hiërarchieën: de hiërarchie Informatievormen bevat descriptoren voor objecten die wel op visuele, non-verbale wijze communiceren, maar die hoofdzakelijk een informatieve functie hebben (bijvoorbeeld 'kaarten'), met inbegrip van bepaalde afdrukken die worden geassocieerd met het reproduceren van documenten en technische tekeningen (bijvoorbeeld 'blauwdrukken'). Descriptoren voor decoratieve elementen zijn opgenomen in de hiërarchie Ontwerpelementen (bijvoorbeeld 'rolwerk') en de hiërarchie Componenten (bijvoorbeeld 'acroteriën'), terwijl architecturale vormen die in hoofdzaak structureel en in tweede instantie sculpturaal van aard zijn (bijvoorbeeld 'kariatiden') eveneens bij Componenten zijn ondergebracht. De meeste descriptoren voor de materialen die in een werk worden gebruikt, maken deel uit van de hiërarchie Materialen (bijvoorbeeld 'canvas'); indien echter found objects of bouwmaterialen zijn gebruikt (bijvoorbeeld 'platte borden', 'l-balken') verschijnen deze descriptoren op locaties die aansluiten bij de oorspronkelijke functie van het object. Descriptoren voor de methoden die gebruikt worden bij het vervaardigen van een werk (bijvoorbeeld 'natte collodiumprocedés', 'beeldsnijden') zijn opgenomen in de hiërarchie Procedés en Technieken. Met betrekking tot algemene thematische klassen verschijnen andere descriptoren binnen diverse hiërarchieën, met inbegrip van Gebeurtenissen (bijvoorbeeld 'oorlog') en Abstracte Begrippen (bijvoorbeeld 'mythologie').
Cilindrische bekers met een platte onderkant en meestal een schenktuit, vooral gebruikt door chemici en apothekers.
Luchtgeweren met een platte blaasbalg in de kolf die wordt samengeperst door een veer of veren wanneer de trekker wordt overgehaald, zodat er een sterke luchtstoot wordt geproduceerd om het projectiel voort te stuwen. Ze kwamen veel voor in het zuiden van Duitsland en Oostenrijk in de 18e en vroege 19e eeuw.
Wordt gebruikt voor dakpaviljoenen die zijn bedoeld als uitkijkposten of om van een uitzicht te genieten. Voor platforms zonder daken wordt 'uitkijkposten (onderdelen)' gebruikt; voor dakconstructies die in de eerste plaats voor de sier zijn wordt 'koepels' gebruikt; voor kleine paviljoenen in een park of tuin die zijn bedoeld om van een uitzicht te genieten wordt 'priëlen' gebruikt.
Verwijst in de meest strikte zin naar een verhoogd platform waarop een redenaar of priester een groep mensen toespreekt. In algemenere zin wordt de term gebruikt om te verwijzen naar de apsis of kansel in een basiliek. De term wordt gewoonlijk gebruikt in de context van oud- of vroegchristelijke basilieken of ontmoetingsplaatsen, synagogen of oosters-orthodoxe kerken. In de moderne tijd verwijst de term meestal naar een verhoogd platform in een synagoge waarop de leesstandaard voor de Thora wordt geplaatst.
Onderdelen die de onderkanten van openingen vormen. Voor de horizontale stukken hout aan de onderkant van een raamwerk van een houten structuur wordt 'sill plates' gebruikt.
De bedekking, meestal houten planken, multiplex of bouwplaten, die over het uitwendige houtwerk of de dakspanten van een gebouw wordt geplaatst. Het verschaft een draagvlak voor het aanbrengen van gevel- of dakbeplating.
Verwijst naar plattegronden waarop de ligging van bomen, struiken en andere planten op een bouwlocatie of ten behoeve van een tuin- of landschapsontwerp is aangegeven.
Een legering met koper, nikkel en zink, meestal met 20% zink, 18% nikkel en de rest koper. Het wordt gebruikt als een basismetaal voor geplateerd bestek, springveren en contacten in elektrische apparaten en voor roestbestendige voorwerpen.
Metalen platen die de onderkant van een deur beschermen tegen schoppen en krassen; ze zijn vergelijkbaar met schopplaten, maar beschermen een groter deel van de deur, meestal 1 meter of meer vanaf de onderkant van de deur.
Kruisen met brede en platte houten planken waarop de gekruisigde Christus is geschilderd, vaak op ware grootte of monumentale schaal en met aanvullende afbeeldingen of taferelen op de uiteinden van de armen van het kruis en de gedeelten boven en onder de afbeelding van Christus. Beschilderde kruisen kwamen met name veel voor in Byzantijnse en vroeg-Italiaanse kunst. Gewoonlijk hingen ze boven of bij het kerkaltaar.
Culinaire uitrusting met een min of meer platte vorm, zoals vorken en lepels, en zonder snijrand. Te onderscheiden van 'culinaire houders' en 'vaatwerk', zoals drinkglazen en schalen. gebruik de term 'meswerk' bij het verwijzen naar keukengereedschap met snijrand, in het bijzonder diverse soorten messen die bij het eten worden gebruikt. Schepwerk wordt tegenwoordig meestal in sets vervaardigd, met soortgelijke of verwante decoratieve patronen op het handvat. (Engelse term: de term kan ook verwijzen naar min of meer platte of ondiepe voorwerpen van aardewerk, zoals borden en kopjes).
Lichte vrachtwagens met volledig gesloten ruimten die zijn gemaakt van bladmetalen platen en meestal worden gebruikt voor plaatselijke leveranties van kleine goederen; de bestuurderscabine is meestal gescheiden van de vrachtruimte. Gebruik 'bestelbussen' voor gesloten doosachtige voertuigen die ook zijn bedoeld voor het vervoeren van lichte vrachten maar waarin bestuurder, passagiers en vracht dezelfde ruimte delen.
Wordt gebruikt voor grote, machinaal aangedreven machines op wielen die over stalen wegdekbekistingen rijden en voor draagbare machines met grote schoepen die worden gebruikt om betonnen vloeren en platen glad te maken en af te werken.
Vlakke platen gemaakt van beton die in de architectuur worden gebruikt als structuurelementen.
Machinaal aangedreven zagen die worden gebruikt om in onverhard beton groeven te maken om barsten tegen te gaan, of om harde betonnen platen te verzagen.
Term uit de 19e eeuw voor omhoogstaande mannenhoeden met een rand die plat tegen de voorkant en achterkant staat en twee hoeken vormt.
Verarmde sloppenwijken, slordig gebouwd uit in stukken gesneden en platgemaakte ijzeren vaten in Frankrijk of Noord-Afrika.
Tafels waarop het biljartspel wordt gespeeld en waarvan het oppervlak bestaat uit met stof beklede leistenen platen, omringd door een stootrand. Te onderscheiden van 'pooltafels' die qua vorm hetzelfde zijn maar zes zakken hebben.
De uitstekende uiteinden van touwen, bandjes of linten waarop een boek is vastgenaaid, die worden gebruikt om de platten of de band aan het tekstblok te bevestigen.
Wordt gebruikt voor de laterale platte delen aan beide kanten van een scharnierverbinding, zoals aan tweeluiken, deurscharnieren, vouwdeuren en tafelbladen. Ruimer genomen kan het ook gebruikt worden bij tafels, voor vergelijkbare maar afneembare componenten, zowel oorspronkelijk gescharnierd als los. Voor de laterale componenten van vooral veelluiken wordt de voorkeur gegeven aan 'panelen (hout)' of 'paneel (hout)'.
Open houders, gevariëerd van vorm, materiaal en decoratie, met platte onderkant, lage rand, bedoeld om er artikelen op te zetten, te dragen of te tonen.
Verwijst naar platen goud die tot een zeer geringe dikte (meestal circa 0,1 micrometer) zijn gehamerd of gewalst. In de kunst wordt bladgoud sinds circa 1500 v. Chr. toegepast in schilderijen, op beeldhouwwerken, in manuscripten en in de decoratieve kunsten. In de jaren 20 van de 20ste eeuw werd het procedé voor het maken van bladgoud met succes geautomatiseerd.
Dun, gehamerd bladmetaal gebruikt als verguldsel om een zilverachtig effect te creëren. Bladpalladium wordt vaak gebruikt als vervanging van bladzilver, aangezien palladium een edelmetaal is dat deel uitmaakt van de platinagroep van elementen, en bij normale temperaturen ongevoelig is voor metaalaanslag. Bladpalladium is iets doffer van tint dan bladzilver.
Min of meer platte, gehouwen, prehistorische stenen werktuig, meestal aan twee kanten gepunt en scherp, waarvan het silhouet de vorm van bladeren oproept.
Kaarsenstandaards met een enkele kaarshouder op een platte schotel- of schaalvormige basis. Gebruik 'kandelaars' voor kaarsenstandaards met een enkele kaarshouder op een voetstuk met een verbrede basis of voet.
De commerciële benaming voor een blauwgrijze veldspaatachtige zandsteen, die compact en fijnkorrelig is en eenvoudig splijt in dunne, gladde platen; wordt om deze reden vaak gebruikt als flagstone.
Textiele kledingstukken die vanaf halverwege de 12e eeuw tot het begin van de 15e eeuw op zichzelf werden gedragen of over metalen harnassen. Zij kwamen gedurende deze periode voor in diverse vormen, lang en ruimvallend, kort en nauwsluitend, met of zonder mouwen, gewatteerd of doorgestikt of van binnen gevoerd met metalen platen. Zij werden gewoonlijk verfraaid met heraldische emblemen en andere ornamenten ter herkenbaarheid van de drager.
Te gebruiken om te verwijzen naar meubelstukken met een voorkant waarvan het midden terugwijkt in een afgeplatte ronding tussen convexe delen van soortgelijke afgeplatte rondingen.
Meetinstrumenten, meestal in de vorm van platte stokken, met verschillende schaalverdelingen voor het berekenen van de Amerikaanse standaardmaten van planken.
Wordt gebruikt voor wigvormige platen die aan de benedenrand van een hellend dak worden bevestigd om de onderste rij dakpannen of -leien enigszins op te hogen opdat die rij dezelfde schuinte krijgt als de rijen daarboven.
Kleine horizontale persen bestaande uit twee evenwijdige platen of balken die worden samengedrukt of uiteengedreven met behulp van een grote schroef bij elk van beide uiteinden; gebruikt voor het vastklemmen van een boek tijdens het aanbrengen van belettering of andere werkzaamheden aan de rug.
Te gebruiken voor zeilende oorlogsschepen met een of meer zware mortieren of houwitsers die op een speciaal ontworpen platform of in zwaar versterkte schietgaten zijn opgesteld; meestal voorzien van kitstuig om de mortiergranaten een vrijer schootsveld te geven en worden gebruikt bij het bombarderen van kuststeden of forten.
Wordt gebruikt voor dammen die de druk van het water weerstaan door gebruik te maken van het boogprincipe en die als plattegrond een enkele boog hebben die tegen een natuurlijke rotsformatie is aangebouwd.
Een term die in de oude architectuur een platte dakpan of tegula aanduidde. Tegenwoordig gebruikt voor een S-vormige dakpan die zo wordt gelegd dat de neerwaartse welving van de ene pan de opwaartse welving van de volgende overlapt.
Platte, rechtopstaande kragen die zijn gesteven, met draad versterkt of anderszins verstevigd. Vooral die veel door mannen en vrouwen werden gedragen in de 17e eeuw.
Houten of metalen schaven met een platte zool, waarin het schaafijzer aan één of beide zijden doorloopt tot de buitenrand. Worden gebruikt om sponningen te maken in de richting van de nerf aan de rand van het hout.
Was gevormd tot een rand rond een drukplaat zodat de plaat kan worden vastgepakt voor onderdompeling; wordt vooral gebruikt voor hele grote platen.
Meestal geplaveide kleine verandas, platformen of tredes bij de toegangsdeuren van huizen. Soms met palen, stangen of kettingen afgezet. Gebruik bordessen (trappen) voor de grotere getrapte toegangen tot aanzienlijke gebouwen.
Hutten met variërende plattegronden en muren die zijn opgebouwd uit steenzetterswerk zonder cement en met koepelvormige daken; te vinden op het platteland van de Provence in Frankrijk, vaak moeilijk te dateren maar gebouwd tussen de prehistorie en de 19e eeuw; kunnen ook voor landbouwdoeleinden zijn gebruikt.
Harnas dat de voor- en achterkant van de romp beschermt; ze zijn in de loop der tijd gemaakt van lagen linnen of leder, metalen schubben, harnasplaatjes of platen of combinaties van leder en metaal.
Delen van de wapenrusting die de voorzijde van de torso beschermen en die bestaan uit ofwel een enkele gevormde plaat, of twee of meerdere platen of harnasplaten die elkaar overlappen.
Dunne, platte kleppers van been, ivoor of hardhout, in paren bespeeld, meestal met in elke hand één paar.
Platte, houten apparaten die worden gebruikt bij het verpakken van boter in houders voor opslag.
Mechanische instrumenten voor het meten van druk, die als waarnemingselement gebruik maken van een gebogen of gedraaide metalen buis die over de lengte is afgeplat en aan de uiteinden is afgesloten.
Wordt gebruikt voor plattegronden van bouwterreinen met door eenvoudige schetsen of vormen aangeduide gebouwen.
Meubels die in onderdelen worden verkocht, zodat ze plat kunnen worden verpakt, en die makkelijk met een schroevendraaier in elkaar kunnen worden gezet.
Gezichten op terreinen, constructies of voorwerpen, recht van boven gezien. Gebruik 'plattegronden' voor orthogonale tekeningen op het horizontale vlak.
Harnas voor de dijbenen, meestal onderaan bevestigd aan de knieplaten. Geïntroduceerd in de 14e eeuw, waarna ze zich ontwikkelden van enkele platen die de voorkant van het dijbeen bedekten tot gelaagde harnasplaatjes die het hele dijbeen bedekten.
Egeïsche vaten uit het Bronzen Tijdperk, meestal met een platte, open, bordachtige vorm met inkervingen aan één kant. Het gebruik ervan is niet bekend.
IJzeren staven met aan het uiteinde een plat vlak waarop in reliëf een embleem of letter is gezet. Worden na het verhitten gebruikt om vee, gereedschap of geproduceerde goederen te merken met onuitwisbaar bewijs van eigendom.
Platen die zijn gemonteerd aan de buitenkant van een deur, met een opening waar post doorheen kan worden gedaan.
Reprografische apparaten, in 1780 uitgevonden door James Watt. Een of meer vellen kopieerpapier werden tegen originele documenten gedrukt, waardoor inkt werd overgebracht. Brievenpersen bestonden in verschillende uitvoeringen, met rollen, bedden en platen, en ook als draagbaar model.
Een religieuze orde volgens de kloosterregel van de Heilige Augustinus die werd gesticht door de middeleeuwse mystica Sint Brigitta van Zweden (overleden in 1373). Na de dood van haar echtgenoot wijdde Brigitta haar leven aan het gebed en kreeg zij visioenen, in een waarvan zij opdracht kreeg de Orde van de Allerheiligste Verlosser te stichten. Kort na Brigitta’s dood werd haar dochter, Sint Catharina van Zweden, de eerste abdis van het oorspronkelijke klooster in Vadstena (Zweden). Andere kloosters volgden, elk met niet meer dan zestig nonnen. Aan elk klooster was een parallelle gemeenschap van monniken verbonden, die hetzelfde liturgische leven leidden onder het bestuur van de abdis. Tot de bijdragen van de brigittinessen aan de Scandinavische cultuur behoort een van de eerste drukpersen, gebouwd in de abdij van Vadstena. De orde, die de nadruk legde op nederigheid, eenvoud en contemplatie, bloeide tot de Reformatie en werd in Zweden verboden in 1595. Daarna waren er geen brigittenmonniken meer, al zijn er wel vier autonome nonnenkloosters blijven bestaan: één in Engeland, één in Beieren en twee in de Nederlanden. Elisabeth Hesselblad begon in 1911 een nieuwe tak van de oude orde, die zij vervolgens nieuw leven heeft ingeblazen door kloosters te stichten in Zweden, Italië, Engeland, India, Zwitserland en de Verenigde Staten. Hoewel de orde een lange geschiedenis heeft, is zij modern in haar pogingen tot vernieuwing van het kloosterleven en in oecumenische kwesties.
Waaiers zonder blad, samengesteld uit platte, overlappende stokjes die breed uitlopen naar de buitenrand, waar ze aan elkaar zijn vastgemaakt met een lint of koord.
Te gebruiken voor aan voor en achterzijde gelijke boten met een bodem van boomstammen of meer recente platbodems van dezelfde vorm met weinig diepgang. De beplanking wordt op een lijst bevestigd en de boten hebben twee achteroverhellende masten met daaraan een fok en driehoekige zeilen; worden gebruikt voor vissen op zee en voor algemeen vrachtvervoer in het gebied rond Chesapeake Bay, in de Verenigde Staten.
Platte buidels van stof met een omzoomde split aan de buitenkant, die worden gedragen hangend aan banden rond de taille.
Gevelbeplating waarin de naden tussen de verticaal geplaatste platen zijn bedekt met smalle stroken hout.
Huizen op het platteland, in het bijzonder grote huizen met veel grond, die niet altijd het hele jaar gebruikt worden.
Verwijst naar een productieve Indiase schilderschool die verbonden is met het vorstendom Bundi in het zuidoosten van Rajasthan. Het andere grote centrum van de Bundi-schilderschool was het naburige vorstendom Kotah, waarmee Bundi ook familiebetrekkingen onderhield. Andere idioomvormen van de Bundi-stijl, zoals Indargarh, Khatoli, Toda Rai Singh, Raghugarh, Uniara en Kapren, hebben zich eveneens ontwikkeld uit deze school, die aanvankelijk uitsluitend door de Bundi-heersers werd ondersteund. De Mogolinvloeden lieten zich met name gelden in de Rajasthan-school, die een periode vanaf de 17de eeuw tot het einde van de 19de eeuw omvat. Bundi-schilderijen vertonen ook overeenkomsten met de Deccan-schilderijen uit het zuiden, een regio waarmee de heersers van Bundi en Kotah intensieve contacten onderhielden. De schilderijen werden meestal uitgevoerd als wandschilderingen in het paleis of als miniatuurkunst. Kenmerken van de Bundi-school zijn bewegende figuren, ronde hoofdvormen, symmetrische, waaiervormige platanen, weelderige plantengroei, spectaculaire nachtluchten en een opvallende weergave van water (lichtgekleurde wervelende vormen tegen een donkere achtergrond). Met name de schilderijen die werden geproduceerd onder Rao Bhao Singh (heerste van 1658-81) en Rao Anurad Singh (heerste van 1681-95) hadden een herkenbaar, gerijpt en verfijnd karakter. Bovendien was de repertoirekeuze vergroot. De schilders in Kotah hadden belangrijke opdrachtgevers als Rao Jagan Singh (heerste van 1658-84), Maharao Umed Singh (heerste van 1770-1819), Maharao Ram Singh (heerste van 1827-66) en Maharao Shatru Sal (heerste van 1866-89); vooral populair waren de weelderige schilderijen van jachttaferelen waarin de heerser een rol speelde, uitgevoerd in de vorm van wandschilderingen of als miniaturen.
'Bureax plats' met een reeks laden of vakjes langs één zijde van het blad.
Gereedschap dat bij het drukken wordt gebruikt voor het graveren van metalen platen of kopse houtblokken en dat bestaat uit een klein stalen staafje, vierkant of ruitvormig in doorsnede, met een scherpe punt en een halfrond houten handvat dat in de handpalm past. Binnen een archeologische context verwijst de term naar een specifieke vuistbijl of kling met een beitelrand; wordt gebruikt voor het beeldsnijden of graveren van zachtere materialen zoals been, hout of gewei. Gebruik 'graveerstiften' voor divers gereedschap voor het ciseleren of graveren van metaal of hout.
Een langwerpig inzetstuk, gemaakt van stroken band, weefsel of elastische stof, dat bij de borstlijn licht gebogen kan zijn. Wordt gedragen om de borsten plat te drukken.
Open helmen die worden gekenmerkt door een amandel- of peervormige helmkap, meestal met een korte piek erop en een smalle, platte bovenrand.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Cd en het atoomnummer 48. Het is een zilverwit kristallijn metaal dat zeer kneedbaar is en gerold of geslagen kan worden tot dunne platen; het lijkt op tin maar is harder. Ook te gebruiken voor het metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, gewoonlijk in combinatie met andere stoffen, voorwerpen en materialen te maken.
Gebruiksvoorwerpen in een veelheid van verschijningsvormen, in het bijzonder platte schalen, om cake en soortgelijke lekkernijen te serveren; soms vergezeld van een cakemes.
Hard grofkorrelig hout van de boomsoort Platanus racemosa. Het is moeilijk te splijten en te bewerken, maar wordt wel gebruikt voor slagersblokken en voor ander ruw werk.
Banden waar in het midden van de platten een reliëf gestempeld is, als imitatie van antieke juwelen of medailles.
Wordt gebruikt voor plafonds, meestal in het dak van een gebouw, die worden gekenmerkt door schuine zijden en een plat middenstuk.
Lange cilindervormige harnasplaten die de onder en bovenarmen moeten beschermen en deze gedeeltelijk of geheel omsluiten; ze werden over het algemeen in paren gedragen, waarbij ze bij de ellebogen werden verbonden met elleboogkappen.
Sluitingen die door middel van wrijving worden bevestigd en meestal laag zijn met een platte bovenkant.
Een bouwmateriaal bestaande uit overlappende gevelbeplating die van verschillende soorten loofverliezende bomen is gesplitst en direct tegen de stijlen van de dakdragende muren wordt gespijkerd; wellicht alleen toegepast in Kameroen.
Ornamentele omlijstingen, zoals voor een opschrift, monogram, wapenschild of omlijste platen met ornamenten die vaak een opschrift bevatten.
Gesloten en vaak lichtdichte houders met film, microfilm, magnetische geluidsband of videoband op twee spoelen. Cassettes kan men in een geschikte taperecorder, camera, computer of videorecorder doen en direct gebruiken. Ze zijn meestal gemaakt van plastic of lichtgewichtmetaal en hebben een platte en rechthoekige vorm.
Platte versie van de twee- of driekantige steek, aangepast voor het dragen aan het hof; is bedoeld om onder de arm te worden gehouden en niet op het hoofd gedragen.
Kleine, luitachtige tokkelinstrumenten met fretten, uit het Andesgebied in Zuid-Amerika, die in vele vormen en met een wisselend aantal snaren voorkomen; van de twee belangrijkste typen is er één van hout met een plat achterblad terwijl de ander een bol achterblad heeft, gemaakt van het schild van een gordeldier.
Voor zover bekend een van 's werelds oudste bordspellen, dat wordt het gespeeld door twee mensen die tegenover elkaar zitten met tussen hen in een bord met 64 afwisselend lichte en donkere velden. De 24 schijfvormige speelstukken hebben onderscheidende kleuren. Tijdens het spel worden stukken diagonaal naar een aangrenzend leeg veld verplaatst. Om te winnen moet de speler alle stukken van de tegenstander hebben ingenomen of geblokkeerd, zodat ze niet meer kunnen worden verplaatst. Spellen die vergelijkbaar zijn met checkers werden al gespeeld in de tijd van de vroege Egyptische farao's (ca. 1600 v.Chr.), zoals vermeld in de werken van de Griekse schrijvers Homerus en Plato. In de 12e eeuw werd een vroege vorm van het spel aangepast aan de 64 velden van het schaakbord en in de 16e eeuw werd de regel van het verplichte slaan toegevoegd. Zo ontstond het spel dat in wezen hetzelfde is als het moderne checkers.
Wordt gebruikt voor woningen van de Seminole en Miccosukee-indianen in Florida, met een geraamte van palen en boomstammen, rieten daken, gedeeltelijk of helemaal open aan de zijkanten en meestal met een leefplateau ongeveer een halve tot één meter boven de grond.
Strategisch bordspel dat sinds ongeveer 700 wordt gespeeld in China. Net als westers schaken is Chinees schaken waarschijnlijk afgeleid van het Indiase bordspel chaturanga. Het doel van Chinees schaken is het veroveren van de koning of generaal van de tegenstander. Hoewel de speelborden op het eerste gezicht op elkaar lijken, bevat het westerse schaakbord 8x8 rijen velden van afwisselend lichte en donkere kleuren en het Chinese bord 8x8 rijen velden van dezelfde kleur met een extra horizontale lege rij (de 'rivier') tussen de twee helften. Over sommige velden zijn diagonale lijnen getrokken. In tegenstelling tot westers schaken - dat wordt gespeeld op velden met twee verschillende kleuren - wordt Chinees schaken gespeeld op de snijpunten van de lijnen (de 'punten') die samen de velden vormen. Chinese schaakstukken hebben meestal de vorm van platte schijven, vaak zwart en rood van kleur, met Chinese karakters die de rang aanduiden. Onder de stukken bevinden zich een koning (generaal), mandarijnen, torens (strijdwagens), paarden, olifanten (bisschoppen of ministers), katapulten en pionnen (soldaten).
Damesschoenen of overschoenen met meeestal een muilachtig bovenstuk en een hoge plateauzool van kurk of soms van hout die werden gedragen van de 14e tot de 18e eeuw om de lengte te vergroten en de voeten tegen kou, nattigheid en vuil te beschermen. Gebruik 'pantoufles' voor muilachtig schoeisel met dunnere zolen dat gebruikt wordt als pantoffel of overschoen.
Drukpersen waarin de drukplaten om een cilinder worden gebogen.
Plat vensterglas dat zich kenmerkt door rechte ribbels. Vervaardiging vindt plaats met behulp van een oude techniek, waarbij een grote bol glas wordt geblazen en aan een blaaspijp wordt uitgeslingerd, zodat het een lange fles vormt. Vervolgens worden de halfronde uiteinden afgesneden. Door de ontstane cilinder daarna in de lengte door te snijden en opnieuw te verwarmen, kan men het met een houten vlak platstrijken of laten inzakken tot het plat is. Glas kenmerkte zich traditioneel door een grote variabiliteit in textuur, kleur en dikte. Vervaardigd met moderne methoden is het echter regelmatiger. Cilinderglas verving kroonglas grotendeels toen het productieproces werd gemechaniseerd.
Drukpersen waarin de gietvormen of platen op een horizontaal of verticaal draagvlak worden gehouden, waarna er door middel van een cilinder beurtelings inktrollers en vellen papier overheen worden gehaald.
Verwijst naar een projectiesysteem dat wordt gebruikt om informatie van een bol over te brengen op een plat vlak. Het wordt algemeen gebruikt in de cartografie, waarbij een deel van de aarde of een ander hemellichaam wordt weergegeven alsof het op een cilindermantel is overgebracht, die vervolgens tot een plat vlak is afgewikkeld waarop de parallellen zijn afgebeeld als horizontale lijnen en de meridianen als verticale lijnen.
Europese luitachtige, getokkelde chordofonen met metalen snaren die met een plectrum werden bespeeld en zeer geliefd waren in de 16e en 17e eeuw. Ze hebben een wigvormige klankkast met een gebogen onderkant en rechte schouders die naar de hals toe smaller worden, en een lage, platte kam die uitsluitend op zijn plaats wordt gehouden door de snaren die erdoor ondersteund worden. Het meest kenmerkende onderdeel van de cister is de lange hals met fretten waarvan achter de toets, aan de baskant, een sleuf is aangebracht voor de duim om gemakkelijk hogere posities te bereiken.
Europese, luitachtige, getokkelde chordofonen uit de Middeleeuwen, met een platte klankkast, korte hals en sleutelkast die allemaal uit één stuk hout zijn gesneden, en met een kam, één centraal klankgat of twee klankgaten aan de zijkanten, fretten en meestal met vier maar soms ook drie of vijf snaren.
Wordt in het algemeen gebruikt voor blokken, meestal van hout, die zijn bewerkt om een afdruk op papier, stof of ander materiaal te drukken, of om andere materialen die het eigenlijke drukvlak vormen, te ondersteunen. Gebruik waar mogelijk een specifiekere benaming; geef de voorkeur aan 'drukplaten' voor metalen drukvlakken.
Ronde of ovale schilden van leer of brons bedekt met metalen of bronzen platen; werden gebruikt door de Romeinse zware cavalerie vanaf het eind van de 8e tot de 4e eeuw v.C.
Scheenplaten bestaande uit een voor- en achterstuk, aan elkaar gescharnierd om het onderbeen te omsluiten.
Familie van schildinsecten waarvan de vrouwelijke leden een plat, langwerpig ovaal lijf en een glad, soms met was bedekt omhulsel hebben. Sommige genera bezitten poten, andere niet, en de voelsprieten zijn soms verkort of ontbreken geheel. De mannetjes kunnen gevleugeld of ongevleugeld zijn.
Beeldende werken die door middel van collagetechniek zijn vervaardigd, d.w.z. het maken van een tweedimensionale compositie door het opbrengen van objecten op een plat vlak. Gebruik 'fotocollages' als foto's de belangrijkste plaats innemen in de compositie.
Wordt gebruikt voor het maken van tweedimensionale composities of composities in zeer ondiep reliëf. Deze worden samengesteld door verschillende, heterogene voorwerpen (van papier, stof of andere materialen) aan elkaar vast te plakken op een plat oppervlak. Gebruik 'assemblage (beeldhouwtechniek)' indien grote, driedimensionale objecten overheersen. Gebruik 'montage' als de samengevoegde voorwerpen enigszins als een eenheid overkomen.
Keramische kookplaten waarop tortilla's worden gebakken.
Wordt gebruikt voor platen die bestaan uit twee platte rechthoekige stukken steen onder twee of meer zuilen of zuilen en een muur, waarvan er één naar binnen ligt in plaats van langs de omtrek, zodat de voeding geen balkachtige vorm aan kan nemen.
Verwijst naar een projectiesysteem waarbij de punten op een bol met behoud van een één-op-één-relatie op een plat vlak worden overgebracht. Het systeem wordt algemeen gebruikt in de cartografie en is een poging tot het oplossen van het probleem dat ontstaat doordat een bol niet op een plat vlak kan worden weergegeven met behoud van alle afstandsverhoudingen. Met conforme projecties wordt getracht de relatieve vorm van configuraties rond ieder punt te behouden, dat wil zeggen dat de grootte en de hoekformaties op ieder punt behouden blijft. De mercatorprojectie en stereografische projectie zijn voorbeelden van conforme projecties.
Vormgegeven bouwstenen met een platte onderkant en taps toelopende bovenkant, die zo gehouwen zijn dat ze zich voegen naar de deklaag van de geveltop en die ondersteunen. De meer algemene term voor bouwstenen die in gemetselde muren worden geplaatst om het gewicht van balken te verdelen is 'draagsteen'.
Staal dat in diverse vormen is gewalst, zoals balken, stangen of platen, en wordt gebruikt voor dragende constructie-elementen.
Te gebruiken voor meestal platte of open goederenwagons, die zijn uitgerust voor het vervoer van één of meer afneembare containers van een standaardformaat.
Wordt gebruikt voor gezondheidszorgfaciliteiten die, door het ontwerp, de opzet of plattegrond, lijken op afzonderlijke huisjes of groepen van huisjes in plaats van op uitgebreide openbare gebouwen.
Wordt gebruikt voor bepaalde pittoreske, kleine rustieke huisjes, voornamelijk uit het eind van de 18e en het begin van de 19e eeuw in Engeland, met een asymmetrische plattegrond en houten gevelbeplating.
Planken of een plat raamwerk waarop de oorspronkelijke bewoners van Amerika traditioneel en ook tegenwoordig nog vaak een kind op binden.
Orde van zeereptielen en amfibische reptielen met een robuust lichaam en een robuuste staart, korte stevige ledematen, een sterke afgeplatte en langwerpige schedel met neusgaten aan de punt van de snuit en een goed ontwikkeld secundair gehemelte. De eerste soorten ontstonden in het Paleoceen. De orde omvat 3 levende families, 8 genera en 23 soorten krokodillen, gavialen, kaaimannen en alligators.
Platen met een komvormige greep die worden gebruikt om het openen van schuifdeuren te vergemakkelijken.
Verwijst naar de Griekse kunststijl tijdens de 7de eeuw v. Chr. die vooral wordt gekenmerkt door de figuratieve weergave en is genoemd naar Daedalus, een legendarische architect en beschermheer van handwerkslieden. De stijl wordt gekenmerkt door figuren met zuilvormige lichamen, versierd met ingekerfde patronen die de stof aanduiden, een vereenvoudigde anatomie, grote hoofden met brede platte gezichten, een starende uitdrukking en hoofdhaar in gestileerde strengen.
Een dun, vaak rechthoekig, stuk van bepaalde soorten lei of ander gesteente welke makkelijk in dunne platen gespleten worden en kunnen worden gebruikt als dakbedekking.
Een tegel voor dakbedekking die meestal is gemaakt van gebakken klei, beton of asbestcement en verkrijgbaar is in vele samenstellingen en soorten zoals platte dakpannen, enkelsnedige dakpannen en tegels die in elkaar grijpen.
Muurplaten die het ondereinde van de daksparren van een dak dragen.
Hout van de soort Quercus imbricaria dat voornamelijk wordt gebruikt voor het maken van shingles en gepotdekselde gevelbeplating van huizen.
Wordt gebruikt voor dakloze plateaus met railing bovenop de daken van Amerikaanse huizen, bedoeld om een uitzicht te bieden, vooral over zee. Voor gesloten uitkijkposten op daken wordt 'belvédères' gebruikt; voor meestal ornamentele dak-bouwwerken wordt 'koepels' gebruikt.
Platte daken belegd met hout of metaal om als buitenruimte te gebruiken.
Gladde, platte planken die zijn gemaakt van hout, steen of plastic waarop deeg wordt uitgerold of gekneed.
Drukpersen waarin het papier en het drukvlak beide plat liggen en met elkaar in contact komen door als een oesterschelp te openen en sluiten.
Platforms over de gehele of gedeeltelijke breedte van een vaartuig, waardoor de ruimte eronder wordt afgeschermd en een vloer ontstaat.
Lijsten of kleine uitstekende delen met een plat aanzicht die onder andere in open lijstwerken worden gebruikt of bij het wegwerken van een verbinding tussen houtplaten.
Borden voor een individuele portie van de dessertgang van een maaltijd, gelijk aan platte borden, maar dan kleiner.
Platen die aan deuren worden gemonteerd om die te beschermen tegen vuil en slijtage wanneer ze open worden geduwd of wanneer de sloten worden gebruikt.
Wordt gebruikt voor alle soorten deurplaten die zijn bevestigd om het deuroppervlak te beschermen of om te fungeren als basis voor deurknoppen of hefboomgrepen.
Wordt gebruikt voor platen, meestal van metaal, die op deuren worden aangebracht, meestal van huizen, appartementen of kamers, en waarop de naam van de bewoner staat.
Herbergen of kwartieren in het antieke Rome. Wordt gebruikt voor particuliere oude Romeinse woningen die maaltijden en onderdak boden aan reizigers op weg naar landgoederen op het platteland.
Orde van buideldieren met ten minste 70 soorten in 1 familie. Het zijn omnivoren die gewoonlijk zowel in bomen als op de grond leven. De kaken zitten vol tanden. Tijdens het lopen hebben ze hun voeten plat op de grond (het zijn zoolgangers). Aan de achterpoten zit een opponeerbare teen zonder klauw. De dieren hebben een grijpstaart.
Te gebruiken voor platte goederenwagons met verlaagde vloer om ruimte te bieden aan speciale ladingen van grote verticale afmetingen; in gebruik sinds het begin van de 20e eeuw. Gebruik 'well cars' voor platte goederenwagons met een groter dieper deel die vanaf halverwege de 20e eeuw worden gebruikt en vooral zijn ontworpen voor intermodale containers.
Algemene term voor fysieke afdrukken van digitale afbeeldingsbestanden die men maakt door kleurstoffen aan te brengen op het te bedrukken materiaal, zonder daarbij een fysieke matrijs te gebruiken. Dit in tegenstelling tot de traditionele manier van drukken, waarbij afdrukken worden gemaakt met matrijzen, drukplaten, drukblokken, negatieven of dia's. Bij digitaal drukken wordt de drukmachine aangestuurd door elektronische signalen.
Ebbenboom die zeer veel voorkomt op het vlakke platteland in het westen van het district Trincomalee op Sri Lanka. Opvallende kenmerken zijn de dikke stam en gitzwarte schors (die verkoold lijkt). Het hout onder de schors is volledig wit tot de kern. Het kernhout is zeer fijn en heeft een intense donkere kleur. Hoewel men alleen het midden van de stam gebruikt, kan men er hout mee produceren van 30 tot 100 centimeter dik.
Platte, harde, rechthoekige houders met een handvat, die worden gebruikt voor het vervoeren van zakelijke papieren of andere relatief platte documenten. Voor platte, flexibele rechthoekige houders wordt 'aktentassen' gebruikt.
Selectieve of volledige lijsten van geluidsdragers die op te stellen zijn voor een componist, artiest, of groep artiesten, of een bepaald genre of platenlabel.
Een Italiaans woord dat ontwerp of tekening betekent en dat meer in het algemeen en in theoretisch opzicht ook kan verwijzen naar het ontstaan van een kunstwerk, omdat tekenen tijdens de renaissance werd beschouwd als de basis van kunst in Italië, vooral in Toscane. In de maniëristische kunsttheorie verwijst de term naar een kunstwerk met een ideale of platonische vorm die alleen in het hoofd van de kunstenaar vorm kon krijgen.
Personen die opgenomen muziek selecteren en afspelen ten behoeve van een publiek of bij een evenement. Van oorsprong verwees de term in specifieke zin naar radio- en tv-medewerkers die platen afspeelden, selecteerden en aankondigden. Sinds de laatste jaren van de 20ste eeuw houden DJ's zich ook bezig met het live manipuleren van opnamen met behulp van allerlei technieken, zoals 'mixen' en 'scratchen'. Inmiddels omvat het werk van een DJ ook het manipuleren van geluid, waardoor het DJ-en is uitgegroeid tot een geaccepteerde kunstvorm.
Geperforeerde metalen platen waar klei doorheen wordt gedrukt om het in de gewenste vorm te krijgen.
Met een dof, glansloos oppervlak. Gebruik 'plat' voor twee-dimensionale beelden zonder ruimtelijke eigenschappen en voor gekleurde vlakken zonder variatie.
Plateaus op wieltjes, waarop een cameraman met filmcamera staat om rijdend opnamen te maken van bewegende of stilstaande objecten. Dolly’s kunnen worden gebruikt met of zonder dolly tracks die als geleiders fungeren.
Een rooms-katholieke orde die in 1215 in Zuid-Frankrijk werd gesticht door de Spaanse heilige Dominicus. De bijzondere kenmerken van de nieuwe orde waren de verplichting om theologische studies uit te voeren en de missie om de leer te verkondigen, een taak die voorheen werd beschouwd als het exclusieve privilege van bisschoppen en hun afgevaardigden. Deze bedelorde wordt gekenmerkt door een centraal gezag en een centrale organisatie en legt de nadruk op missiewerk en wetenschap in combinatie met een actief en contemplatief leven. Een lid behoort tot de orde (en niet tot een autonoom klooster) en kan te allen tijde worden overplaatst naar een andere locatie. Beroemde dominicaanse wetenschappers zijn Albertus Magnus en zijn leerling, de heilige Thomas van Aquino. Het door Aquino ontwikkelde systeem werd in 1278 officieel aangenomen door de orde. Er is een orde van dominicaanse nonnen die in de 19de en 20ste eeuw explosief groeide en een tertiaire orde van leden die niet in kloosters leefden. De orde staat bekend om het onveranderlijk orthodoxe naleven van de leer van Aquino.
Platte, rechthoekige, duim-grote blokjes, meestal gemaakt van been, ivoor of hout, waarbij de bovenkant van elk stuk over de breedte in twee gelijke stukken is verdeeld door een lijn; elk deel is ofwel blanco of gemerkt met één tot zes stippen.
Kegelvormige instrumenten die worden gebruikt om vlammen te doven. Voor schaarachtige instrumenten met een doosvormige bakje aan één van de bladen wordt 'kaarsesnuiters' gebruikt. Voor schaarachtige instrumenten met platte schijfvormige uiteinden die worden gebruikt om een kaarsvlam uit te knijpen wordt 'douters' gebruikt.
Te gebruiken voor relatief kleine, eenvoudige boten met platte, 'rockered' bodems zonder kielen, hoge voorstevens en overnaads gebouwde of hechthouten gewelfde zijkanten; veelal gebruikt door vissers.
Kleine schoolgebouwen, met vaak slechts één of enkele leslokalen. Gebruik 'plattelandsscholen' voor scholen op het platteland.
Japanse bronzen klokken uit het Yayoi-tijdperk, die in doorsnede de vorm hebben van een ellips met puntige uiteinden, met een zijaanzicht in de vorm van een hoog trapezium met een platte bovenkant en omringd door een wijde metalen boog voor de ophanging. Ze werden in één stuk gegoten en rijkelijk versierd en men vermoedt dat ze eerder voor rituele of symbolische doeleinden werden gebruikt dan voor alleen muzikale doelen. Een klein aantal van de bewaard gebleven exemplaren hadden waarschijnlijk klepels
Schaarachtige instrumenten met meestal platte schijfvormige uiteinden, die worden gebruikt om een vlam uit te knijpen. Voor schaarachtige instrumenten met een doosvormige bakje aan een van de bladen wordt 'kaarsesnuiters' gebruikt. Voor kegelvormige instrumenten die worden gebruikt om kaarsen te doven wordt 'dompers' gebruikt.
Platte tangen waarvan de bek is gevormd om draad te trekken of vast te grijpen. Worden gebruikt bij het solderen van beugels en het maken van hoefijzers.
Verwijst naar de schijven waarop grammofoonplaten rusten en met vaste snelheid ronddraaien, terwijl een naald de groeven van de plaat volgt en de trillingen van de naald worden omgezet in geluid. Men gebruikt de term voor de draaiende schijf waarop de plaat ligt, maar ook voor de gehele platenspeler waar de schijf een onderdeel van is.
Meubels met een rek of plateau en vaak een stoel en hanger, bedoeld voor kledingstukken en persoonlijke eigendommen. Gewoonlijk staan ze in kleed- of slaapkamers en gebruikte men ze voor herenkleding.
Platte voorwerpen van plastic, hout of ander materiaal die in diverse driehoekige vormen en maten worden gemaakt. Worden gebruikt als geleiders om lijnen onder verschillende hoeken te tekenen.
Gebruiken voor lampen met een pit op een klein plateau, meestal van kurk of hout, dat op het oppervlak van de olie drijft.
Drinkgerei zonder handvatten of deksels, cilinder- of kegelvormig, in het algemeen met een platte bodem, zonder schoteltje.
Bouwen zonder het gebruik van mortel, zoals bij gipsplatenconstructies of uit steen gehakte constructies.
Het constructiegedeelte van een plat vloerstuk dat is verdikt (door de bekisting te verlagen) rond een zuil, een zuilkapiteel of een console.
Machines die worden gebruikt om een afdruk te maken van gietvormen, blokken, platen of stenen, gewoonlijk op papier.
Het maken van drukplaten.
Wijde dubbele plooien waarbij de stof naar beide kanten naar onder gevouwen is. Gebruik 'inverted pleats' voor wijde dubbele plooien waarvan de platte vouw naar binnen in plaats van naar buiten gevouwen is.
Wordt gebruikt voor flats die een vooruitgang bieden op de gebruikelijke lange smalle appartementen door lucht- en lichtkokers te maken tussen aangrenzende gebouwen, wat de kenmerkende handhaltervormige plattegronden geeft; veelvoorkomend in New York tussen 1897 en 1901, waarna de bouw werd verboden.
Chromatografiemethode waarbij glazen platen die met een dunne laag alumina, silicagel, of cellulose zijn bedekt, als absorbens worden gebruikt.
Verwijst naar de periode van het Thaise koninkrijk van Dvaravati, dat floreerde vanaf de 7de tot de 11de eeuw. De artistieke productie uit deze periode bestond voornamelijk uit Theravada-boeddhistische monumentale beeldhouwkunst die werd beeldgesneden uit schisteus zandsteen en beschilderd met rood pigment, vergulde bronzen beeldhouwwerken, beeldhouwwerk in bas-reliëf met stucwerkversieringen die taferelen afbeelden van de J'takas, vergezeld door bewakers en mythische dieren, stoepaconstructies die zijn gemodelleerd naar Indiase prototypen die worden gekenmerkt door een halve bol-constructie en een laag, vierkant basement waarbovenuit spitsen steken die zijn samengesteld uit platte ringen gekroond met een bol, en rechthoekige wihan gebouwd van baksteen met kleimortel op laterietbasementen. Voorbeelden van tempelcomplexen uit deze periode zijn te vinden op het terrein van Wat Kukut in Lamphun. De tempels uit deze periode worden gekenmerkt door laterietconstructies, terugwijkende vierkante verdiepingen, puntige spitsen die zijn samengesteld uit een groot aantal concentrische ringen en zijn versierd met kleine stoepa's, en nissen met staande Boeddhabeelden in stucwerk en terracotta.
Wordt gebruikt voor een plattegrond op schaal van een elektrisch systeem; hieronder kan ook een kleine aanverwante kleine tekening van een aanzicht of een schema voor een stijgleiding vallen. Gebruik 'E-tekeningen' voor andere tekeningen van elektriciteitssystemen.
Wordt gebruikt voor tekeningen van elektrische systemen of delen daarvan. Gebruik 'E-plannen' voor specifiek op schaal gemaakte plattegronden.
Stam van voornamelijk worstvormige ongewervelde zeeorganismen met een plat uitsteeksel op de kop die langs de zijkanten gebogen is en soms de vorm heeft van een schep of lepel en een niet-intrekbaar voorste zuigorgaan vormt. De dieren ademen waarschijnlijk deels via de lichaamswand, maar vaak gebruiken ze de achterste darm als ademhalingsorgaan door water via de anus naar binnen te zuigen.
Metaal waaraan men een hoge intrinsieke waarde toekent, zoals goud, zilver en platina. Werd oorspronkelijk gebruikt voor het maken van voorwerpen zoals sieraden en munten.
Elk van verscheidene metalen of legeringen bestand tegen oxidatie, corrosie en ontbinding door zuren. Voorbeelden van deze definitie van edelmetaal zijn goud, iridium, kwik, osmium, platina en ruthenium.
Orde van 150 soorten in 2 families, waaronder zwanen, ganzen en eenden. De vogels hebben zwemvliezen en brede snavels met fijne platen of lamellen (behalve de hoenderkoeten) of zijn moerasvogels met grote poten en snavels die op die van kippen lijken.
Verharde stalen blokjes met twee platte, parallelle oppervlakken met een parallelle afstand tussen oppervlakken die zijn gemerkt met een gegarandeerde nauwkeurigheid van een paar miljoensten van een centimeter; worden in productieprocessen gebruikt als een precieze maatstandaard.
De grootschalige productie van elektriciteit voor industrieel, residentieel of plattelandsgebruik, vaak in vaste, niet verplaatsbare fabrieken die zijn ontworpen voor dit doeleinde.
Metalen drukplaten die zijn gemaakt met behulp van een gietvorm of ander drukvlak, zoals een houtgravure of lettervorm, en gegalvaniseerd met koper.
Een type gitaar dat tussen 1750 en 1810 zeer geliefd was in Engeland. Ze hebben een plat of licht gebold achterblad en zes snarenkoorden van metalen snaren, waarvan de onderste twee enkel- en de bovenste twee dubbelgespannen zijn.
Platte schuinaflopende of driehoekige richtlinealen, meestal van hout of plastic, onderverdeeld in veelvouden van tien deeltjes per inch waardoor tekeningen op schaal in decimale waarden kunnen worden getekend of gemeten.
Blokxylofoons van de Gwere in Oeganda, met zes platen en een trom, die rusten op twee boomstammen en door stokjes uit elkaar worden gehouden; de trommel wordt bespeeld als een extra plaat.
Te gebruiken voor rechthoekige, platte houders gemaakt van buigzaam materiaal dat zo is gevouwen dat er overlappende randen ontstaan die op twee of drie punten aan elkaar gehecht worden; meestal af te sluiten met een klep en bedoeld voor kleine voorwerpen of documenten.
Apparaten die worden gebruikt om een afbeelding van een ondoorzichtig object, zoals een tekening of ander grafisch materiaal, op een plat oppervlak te projecteren om deze over te trekken of te bekijken.
Liften met kooi, ook platform, inz. openbare gebouwen, uitsluitend voor vervoer van keukenprodukten van keuken naar gebruiker, en retour.
Kunstenaars die etsen maken met behulp van metalen platen die door drukkers worden gebruikt.
Een oplossing van Arabische gom en zuur die wordt gebruikt om lithografische platen en stenen te desensibiliseren.
Kleine boom of grote heester die waarschijnlijk oorspronkelijk in het gebied rond de Kaukasus en de Kaspische Zee voorkwam. Volgens de vroegste geschriften waarin de pruim wordt vermeld is deze soort zeker 2000 jaar oud. De vrucht is een vleesachtige steenvrucht van uiteenlopend formaat, doorgaans met een paarse, rode of gele schil die een doffe, poederachtige waas heeft als hij rijp is. Het vruchtvlees is zoet en de pit is vrij plat en puntig.
Oud-Griekse houders voor vloeistoffen, wellicht parfum (reukolie), met een zeer kenmerkende vorm: een afgeplatte bolvormige kom met een inwaarts gedraaide rand, een korte of lange voet en een deksel met fioel. De deksels zijn zelden bewaard gebleven. In vaasschilderingen komt de exaleiptron meestal voor in taferelen met badende vrouwen of vrouwen die deelnemen aan begrafenisrituelen. Ook andere antieke namen (‘kothon’, ‘plemochoa’ en ’smegmatothèkè’ of ‘smematothèkè’)zijn in de moderne tijd wel gebruikt om te verwijzen naar deze vaatwerkvorm.
Voetstukken op een altaar of tegen de muur achter het altaar geplaatst, bestaande uit of uitgevoerd met een verhoogd plateau waarop de monstrans wordt uitgestald ter aanbidding door de gelovigen in de rooms-katholieke kerk.
Stof in kettingribsbinding, oorspronkelijk van zijde, maar tegenwoordig ook van wol, katoen en synthetische vezels. Het wordt gekenmerkt door lichte platte ribbels in de inslag en gebruikt voor bijvoorbeeld mantelpakken en jurken, hoeden, garneersels en stoffering.
Wordt gebruikt voor de platte strips op Ionische en Corinthische architraven. Voor planken die over de uiteinden van dakspanten in houtconstructies zijn gespijkerd wordt 'sierborden' gebruikt.
Delen van het harnas die de voorkant van de buik beschermen onder de borstplaat; oorspronkelijk gemaakt van maliën, later van platen.
Nauwsluitende, kegelvormige mutsen met een platte bol; meestal van vilt en vaak versierd met een lange kwast; oorspronkelijk afkomstig uit Turkije.
Onderbroken, ringvormige broches met twee uiteinden die vaak plat zijn gemaakt en rijkelijk versierd.
Verwijst naar de laatste fase van de Franse gotische architectuur, van circa 1370 tot de 16de eeuw, zoals beschreven door de oudheidkundige Arcisse de Caumont (1802-1873). De stijl wordt gekenmerkt door een intensivering en evolutie van ontwikkelingen in het late Rayonnant, waaronder het gebruik van slankere, lichtere en kwetsbaarder constructies, het afzien van kapitelen, de toevoeging van steunribben om stervormige patronen in de gewelven te vormen, bredere arcades met af en toe platte gebogen lijnen, maaswerk waarin tegenoverliggende gebogen lijnen een vlampatroon vormen, en meer uitgewerkte patronen aan de buitenzijde van het bouwwerk.
Langwerpige platen die als tweetal, aan elke kant één, onder het zadel hangen om de flanken van het paard te beschermen.
Branders die zijn ontworpen om een platte lintvormige pit te kunnen bevatten. Algemeen gebruikt voor het verbranden van petroleum, maar ook te vinden op sommige olie- en vetlampen
Absorberend papier of karton dat bestaat uit verschillende bevochtigde en aan elkaar geplakte vellen en dat wordt gebruikt voor het maken van mallen voor het gieten van drukplaten en stereotypen.
Verwijst meestal naar de productie van reliëfdrukvlakken met behulp van fotografie. Kan ook verwijzen naar elk fotomechanisch procédé om chemisch geëtste drukplaten te prepareren.
Platen van glas, metaal, porselein of een ander materiaal, die zijn bedekt met een lichtgevoelige fotografische emulsie.
Verwijst naar lijsten die zijn gemaakt om foto's in standaardformaten (in Nederland: 9 x 13 cm, 10 x 15 cm, 13 x 18 cm enz.) in te lijsten. Ze worden doorgaans voorzien van glas(platen) ter bescherming van de foto en een uitklapbare staander aan de achterkant, zodat de lijst rechtop op een tafel, plank of ander vlak kan worden gezet.
Wordt gebruikt voor combinaties van fotografische beelden, of voor fotografische met andere afbeeldingen, zoals bouwtekeningen, die meestal worden gerangschikt tot een op zekere hoogte verenigd beeld. Voor foto's die voortkomen uit het afdrukken van twee of meer negatieven als één beeld wordt 'compositiefoto's' gebruikt. Gebruik de term 'collages' wanneer stukken foto of andere relatief platte materialen zijn vastgeplakt in een minder verenigde afbeeldingen.
Drievoudige plooien die niet platgeperst zijn en die op regelmatige afstanden van elkaar geschikt zijn. Gebruik 'pinch pleats' voor gelijksoortige drievoudige plooien die wel platgeperst zijn.
Verwijst naar plattegronden met de configuratie en ligging van de fundering, oftewel het geheel van dragende elementen van een gebouw, dat zich hoofdzakelijk ondergronds bevindt en de druk van het bouwwerk afvoert naar de grond of het gesteente eronder. Ook kunnen er specifieke eisen met betrekking tot de dragende structuur in zijn opgenomen.
Wordt gebruikt voor funderingen die belastingen dragen door het te verspreiden over een groot, plat oppervlak. Kunnen een of meer zuilen, pijlers of muren ondersteunen.
Kegelvormige grafsculpturen die in het Oude Egypte boven de ingang van een graf werden ingemetseld. Op de zichtbare, platte zijde zijn inscripties aangebracht, zoals de naam of titel van de overledene, of een andere tekst zoals een gebed. De exacte functie van deze kegels is onduidelijk.
Vorm van rapid prototyping met geleidelijke extrusie van draadvormig thermoplastisch kunststof op een platform, waardoor dwarsdoorsneden van een object worden gecreëerd en uiteindelijk een driedimensionaal prototype van kunststof resulteert.
Het maken van drukplaten door gebruik te maken van een gietvorm of een ander drukoppervlak, zoals een houtgravure of zetsel, en het te galvaniseren met koper.
Te gebruiken voor kleine vaartuigen met platte bodems met gebogen balktrek, vlakke zijkanten en brede vierkante uiteinden. Ze komen voornamelijk, maar niet uitsluitend, voor aan de kust van New Jersey.
Kleine platte kwastjes die worden gebruikt voor het bedekken van gebak met een laagje boter, eieren of soortgelijke producten.
Een wijze van ciseleren met behulp waarvan veeleer platte oppervlakken worden versierd dan dat er reliëfversieringen worden aangebracht..
Het decoreren van metaal, meestal ijzer, met platte versieringen die in edelmetaal, zoals goud of zilver, worden aangebracht.
Het borduren van een patroon door een draad plat neer te leggen en die met kleine steekjes op regelmatige afstanden vast te zetten.
Een edelsteen, glas, keramiek of iets dergelijks een zodanige vorm geven dat er facetten worden gevormd, dat wil zeggen een aantal, relatief kleine, geslepen platte vlakken.
Wordt gebruikt voor het diepdrukproces waarbij het ontwerp in de drukplaat wordt gegroefd. Wordt onderscheiden van 'houtgraveren', want dat is een reliëfdrukprocédé. Is in het verleden soms gebruikt om te verwijzen naar drukprocédés in het algemeen, meestal die procédés waarbij gebruik werd gemaakt van drukplaten; gebruik de juiste voor- en achtervoegsels om de term te specificeren. Gebruik 'graveren (inkerven)' als het uitsluitend gaat om de handeling van het insnijden van het patroon.
Het proces waarbij papier of stof van een plat, glad, glanzend of gegaufreerd oppervlak wordt voorzien door de stof of het papier onder hoge druk tussen rollers door te halen.
Japanse tokkelinstrumenten met twee paar snaren, een platte houten klankkast, een korte hals met fretten en schroeven opzij, en een metalen lamel die binnenin de klankkast is vastgemaakt.
De vervorming van een oorspronkelijk recht of plat voorwerp, zodat het nu gebogen of gedeeltelijk opgerold is.
Gezichtsplaten om de kin en het onderste deel van het gezicht te beschermen, bestaande uit verscheidene harnasplaatjes die scharnieren om schuivende klinknagels die op hun plaats worden gehouden door veerpalletjes of verbindingsboutjes die, wanneer ze los worden gemaakt, de harnasplaatjes open laten vallen. Ze werden veel gebruikt in combinatie met open helmen zonder vizier.
Verwijst naar de school in het Tibetaanse boeddhisme die in 1409 is begonnen toen Tsongkapa (1357-1419) het klooster Riwo Ganden stichtte. Als laatste van de grote scholen is Gelug ook de grootste geworden. De dalai lama en de panchen lama zijn beiden lid van deze school. De Kadampa, de oudste orde van het Tibetaanse boeddhisme, is erin opgegaan. De Gelug is sinds de 17de eeuw de overheersende school en heeft een enorme politieke macht gehad van de tijd van de vijfde dalai lama, die heerser van Tibet werd, tot de Chinese inval van 1951. De leden hechten waarde aan eruditie en organiseren regelmatig debatten tussen vertegenwoordigers van tegengestelde filosofische standpunten. Dogmatiek en logica worden beschouwd als hulpmiddelen om verlossing te bereiken omdat het continuüm van een persoon wordt gezien als een cognitieve en lumineuze energie die kan worden gezuiverd door meditatie en contemplatie. De school staat bekend om het rigoureuze onderwijssysteem dat bestaat uit een aantal klassen die een monnik moet doorlopen; de meest begaafde leerlingen gaan op voor de graad van Geshe ('professor'), waarvoor zij 24 jaar moeten studeren. De nadruk ligt op kloosterdiscipline (vinaya), celibatair leven, onthouding van bedwelmende middelen en geweldloosheid. Tantristische lessen worden daarom aangepast aan de celibataire leefstijl en zijn alleen beschikbaar voor hen die eerst de theorie onder de knie hebben gekregen. Aanhangers worden vaak ‘geelkappen’ genoemd vanwege de gele kappen die Tsongkapa aan de Gelug-monniken voorschreef om zich te onderscheiden van Nyingma-monniken, die rode kappen dragen. De school heeft met centra in Europa en de Verenigde Staten ook veel weerklank gevonden buiten Tibet. Het hoofdkwartier staat in Dharmasala in het noorden van India, waar met een ambitieus uitgeefproject wordt getracht de Tibetaanse teksten te conserveren en te verspreiden.
Kaarten die de structuur en samenstelling van de aardkorst weergeven, inclusief de lagen waaruit deze is samengesteld, de platen, de relatie hiertussen, en de opeenvolgende wijzigingen die de oorzaak zijn van de huidige staat en positie hiervan.
In de boekbinderij: een hoek die wordt gevormd door het raakvlak van de haakse rugkant van het voorplat en de kneep. De rugsnede van het voorplat ligt tegen de kneep, waardoor een vrij stugge verbinding ontstaat met een opdikking in plaats van een groef, zoals het geval is bij 'Franse knepen'.
Met de delen of leden uitgespreid, naar buiten gestrekt, of wijduit en plat liggend.
De bovenste delen van gezichtsplaten die het gezicht bedekken van ooghoogte tot kin, waar ze de kinplaat overlappen. Ze hadden vaak kleine sleufjes en gaatjes voor ventilatie.
Halssieraad samengesteld uit aaneengeschakelde (zilveren) schakels, schilden of platen, soms op een textiele drager om aan te geven dat men tot een bepaald gilde of orde behoorde.
Een in de natuur voorkomend zacht, wit mineraal dat veel wordt gebruikt als een vertragend middel in portlandcement, als kern in bouwplaten, in wit pigment, in ondergronden voor schilderijen; het is ook het belangrijkste bestanddeel van albast.
Prenten die van gipsafdrukken van diepdrukplaten zijn gemaakt of de gipsafdrukken zelf.
Platte, onbuigzame stukken staal met rechte of getande kanten. Worden gebruikt voor toepassingen als het gladmaken van pleister of klei.
Spijkers met een lengte van 2½ cm en 4½ cm, die voornamelijk worden gebruikt voor het bevestigen van gipsplaten of stenen latten.
Tokkelinstrumenten in allerlei vormen, maten en snarenaantallen met opgebouwde zijbanden, een licht getailleerde klankkast, een hals met fretten, een platte schroevenkast, stemschroeven die machinaal of aan de achterkant kunnen worden aangedraaid, een gecombineerde snaarhouder en kam aan de voorkant en een groot, rond klankgat.
Plat glas dat wordt gebruikt voor praktische doeleinden. Tegenwoordig worden ook massieve of holle blokken vervaardigd van glas voor het bouwen van muren. Het decoreren van glas vindt plaats met behulp van ets-, zandstraal- of andere technieken.
Harde, platte oppervlakken van steen, hout of metaal waarop een klomp gesmolten glas, dat op het eind van een glasblazerspijp of punteerstaaf is verzameld, wordt gerold of gevormd bij glasfabricage.
In algemene zin, schilders die afbeeldingen of decoraties aanbrengen op de voor- of achterzijde van glazen objecten of glasplaten. Verwijst met name naar de kunstenaars die gebrandschilderd glas maakten, in het bijzonder de fijne details op vensters en vensterpanelen.
Te gebruiken voor kleine, smalle en vaak afgezonderde valleien, gewoonlijk met steile zijden en een platte bodem, in het bijzonder in de bergachtige delen van Schotland en Ierland.
Verwijst naar zeer dunne platen of vellen, pailletten, stroken of draden goud of zilver. De term kan ook verwijzen naar imitaties gemaakt van koper, messing, of een goud- of zilverkleurige legering.
Procedés voor gedeeltelijke ontwikkeling van platinadrukken door op enkele plaatsen van een afdruk glycerine aan te brengen om beeldvorming te voorkomen.
Stereoscopische fototoestellen die met glasplaten werkten en konden worden omgevormd tot een stereoscoop door het klepje van de sluiter te verwijderen. Werden gecommercialiseerd aan het begin van de 20ste eeuw en bleven op de markt tot de jaren dertig.
Wordt gebruikt voor de hellende platen of pinnen op zonnewijzers waarvan de schaduw de tijd aangeeft.
Lange, smalle, tweezijdig asymmetrische platbodems met een hoge decoratieve boeg; voortbewogen met een enkele wrikriem en gebruikt als watertaxi's in de kanalen van Venetië.
Slaginstrumenten in de vorm van een zeer ondiepe, ronde metalen schaal, in verschillende afmetingen en meestal met een omgebogen rand, ze kunnen bijna plat zijn of een slagknobbel hebben in het midden. Men laat ze klinken door er halverwege tussen het midden en de rand met een (omwonden houten) klepel tegen te slaan of ,indien aanwezig, op de uitstulping; ze vibreren het sterkst in het midden en het zwakst aan de rand.
Mondbogen uit het zuiden van Afrika, die men laat klinken door hard in- en uit te ademen op een platgemaakte struisvogelveer die aan de snaar is bevestigd.
Messen met een plat lemmet, en een gladde, tamelijk scherpe snijkant aan een of beide zijden, gebruikt om bladgoud te snijden tot het gewenste formaat en de gewenste vorm en om het bladgoud te kunnen bewerken tijdens het vergulden.
Bij het grafaltaar wordt het altaarblad (mensa) gedragen door vier platen van hout of steen, die veelal in hoekzuilen samenkomen. De voorzijde kan worden geopend om bij het (relieken)graf te kunnen komen. Een grafaltaar functioneert daadwerkelijk als een graf.
Platte platen, meestal van steen, die een graf markeren, vaak met gebeeldhouwde voorstellingen. Meestal deel van de vloer van een kerk of ander gebouw.
Instrumenten van het type dat is uitgevonden door Emil Berliner aan het eind van de negentiende eeuw, bedoeld om opgenomen geluid te reproduceren. Het bestaat uit een draaitafel voor platen, een geluidgever op een draaiarm (waardoor de naald de groef van de plaat kan volgen) en een kegelvormige hoorn. Grammofoons werken op dezelfde manier als cilinderfonografen. In tegenstelling tot dit soort fonografen maken ze echter geen gebruik van cilinders, maar van platte platen met een spiraalvormige groef. Als de plaat op de draaitafel ronddraait, gaat de naald in de groef trillen. De trillingen worden vervolgens omgezet in geluidsgolven. Met de eerste grammofoons kon men ook geluid op onbespeelde platen vastleggen. Gebruik ���platenspeler' voor vergelijkbare apparaten die in de jaren vijftig populair werden en die het op moderne langspeelplaten van vinyl opgenomen geluid elektronisch versterken.
Banden die in de vijftiende en zestiende eeuw gebruikt werden in Frankrijk en Italië voor Griekse teksten en vertalingen daarvan. Karakteristiek hiervoor waren de kapitaalbandjes die uitstaken over de platten aan de boven- en onderkant van de rug, door dikke houten platten met ingekerfde randen en bandjes bevestigd aan pinnen die in de kerven zijn vastgezet.
Kortlevende loofboomsoort, inheems in Noord-Amerika, van Ontario tot Nova Scotia, Pennsylvania en New Jersey, met afzonderlijke populaties in Indiana, Virginia en North Carolina. De soort groeit bij voorkeur op dorre, droge hooglandbodems, maar is ook te vinden in vochtige gemengde bossen. Het is een veel voorkomende pioniersoort op verlaten velden en in platgebrande gebieden. Deze berken groeien snel tot een hoogte van 7 tot 9 meter, met een stam met een diameter van 30 centimeter.
Horizontale delen die over de onderkant van een nog niet afgewerkte opening gelegd zijn en die fungeren als basis tijdens de constructie van raamkozijnen of deurkozijnen. Gebruik 'sill plates' voor de horizontale delen die op de fundering aan de onderkant van een houten constructie rusten.
Plattegronden van nabij grondniveau, die de fundering en de benedenverdieping van het gebouw weergeven.
Gereedschap dat wordt gebruikt om groefverbindingen in onverharde betonnen platen te maken.
Europese snaarinstrumenten uit de middeleeuwen met een korte hals. Ze hebben ofwel een bolle klankkast zonder duidelijke scheiding tussen klankkast en hals, of een klankkast met een platte achterkant en een korte maar duidelijk te onderscheiden hals.
Te gebruiken voor aan voor- en achterzijde gelijke platbodems, veelal gebruikt voor de binnenscheepvaart, die sinds het koloniale tijdperk veel voorkomen in New England en het zuiden van Canada; worden op een basis van zware spanten of boomstammen gebouwd.
Verwijst naar de stijl van het aardewerk dat werd gemaakt door boeren in Hongarije en Moravië (in het huidige Tsjechië) van de late 16de tot het einde van de 17de eeuw. De stijl wordt gekenmerkt door krachtige en gestileerde bloemen, dieren en figuren, aangebracht op typische bolvormige kruiken met korte hals en borden met een brede, platte rand.
Platte kunstenaarspenselen met ronde hoeken die meestal van varkenshaar zijn gemaakt.
Wordt gebruikt om een afbeelding te beschrijven, of om het effect ervan zelf aan te duiden, wanneer de afbeelding is gefotografeerd door een scherm met een fijn patroon, waardoor het wordt verdeeld in kleine stippen of andere vormen. Dit maakt het mogelijk dat er van platen of blokken wordt gedrukt wanner de afbeelding gebieden met verschillende kleurschakeringen bevat.
Delen van een wapenrusting die de hals en het bovenste gedeelte van de borst beschermen en bestaan uit een enkele plaat of twee basis voor- en achterplaten die met scharnieren aan elkaar vast zitten, vaak met extra harnasplaatjes aan de bovenkant die de nek omsluiten.
Pantserplaten voor de nek van een paard die zijn gemaakt van harnasplaatjes die door scharnieren met elkaar zijn verbonden of harnasplaatjes die worden afgewisseld met banden van maliën.
Wordt gebruikt voor banden waarbij de rug van een ander materiaal is dan de zijden van de boekenband en het materiaal van de rug doorgetrokken wordt tot maximaal een achtste van de breedte van het plat.
Banden waarin de rug en ongeveer een derde van de breedte van het plat bedekt zijn, meestal met leer of stof, gecombineerd met onevenredig grote hoeken van hetzelfde materiaal.
Rijen huizen gebouwd in de vorm van een halve maan waarvan de voorzijden een plattegrond hebben die de vorm heeft van de holle boog van een cirkel of ovaal. Geen Nederlands equivalent.
Gereedschap met een houten steel en een stalen kop die aan één kant is afgeplat zodat er mee kan worden geslagen. Aan de andere kant heeft hij een breed, scherp blad waarmee kan worden gehakt. Het onderste deel van het blad kan zijn ingekerfd om spijkers mee te trekken.
Bloemenvazen bedoeld om op te hangen tijdens de theeceremonie. Gewoonlijk hebben ze één platte kant en zijn ze gemaakt van riet of aardewerk.
Methode voor boekbinden waarbij apart van het boek een harde band wordt gemaakt, dat later aan het boek wordt bevestigd door de schutbladen aan de binnenzijden van de platten van de band te lijmen. Voor het eerst toegepast in Groot-Brittannië in de jaren '20 van de 18e eeuw.
Elke verwarmingseenheid in een heetwaterinstallatie waarin het water wordt verhit alvorens door pijpen te worden rondgeleid naar radiatoren of grondplaten.
Verwijst naar plattegronden met daarop aangegeven de heipalen: de bouwkundige funderingselementen die bestaan uit kolommen van hout, staal of voorgestort beton welke als ondergrondse ondersteuning van een verticale last fungeren.
Raamwerken aan de vierkante achterzijde van vaartuigen, eindigend bij de achtersteven. Ook te gebruiken voor de afzonderlijke planken of platen die de vierkante achtersteven van een vaartuig vormen.
Liften waarvan de kooien, ook platforms, niet precies verticaal bewegen.
Liften met platform en geleidende rails langs een trap voor vervoer van rolstoelen van en naar de volgende verdieping.
Verwijst naar een stijl die zich in de tweede helft van de 16de eeuw ontwikkelde in Spanje en zijn koloniën en gedurende de 17de eeuw bleef bestaan. De stijl, die is genoemd naar de architect Juan de Herrera, heeft weliswaar andere beeldende kunsten beïnvloed, maar is toch vooral zichtbaar in de architectuur en wordt gekenmerkt door het verlaten van de overdaad en decoratieve details van het plateresco en de daarop volgende classicistische stromingen ten gunste van een meer majestueuze, soberder stijl die de melancholieke en religieuze smaak weerspiegelde van Filips II, gecombineerd met elementen uit het Italiaanse maniërisme.
Schuiten met platte bodem, voorkomend in Nederland en Duitsland vanaf de Middeleeuwen tot het eind van de 19e eeuw. meestal gebruikt voor rivier- en kusttransport en voor de visserij.
Lange, platte stukken hout met een iets gebogen kop aan één eind, die worden gebruikt als slaghouten bij verschillende hockeysporten.
U-vormige metalen platen, met of zonder ijssporen, die aan een paardenhoef zijn vastgespijkerd om deze te beschermen tegen verwondingen die door harde of ruwe oppervlakken kunnen worden veroorzaakt.
Gestuikte houtverbindingen die met lasplaten worden gemaakt.
Planken die als afwerking worden gebruikt tegen de buitenhoek van een houten bouwskelet en waartegen de uiteinden van de gevelbeplating worden gemonteerd.
Pleistergereedschap dat wordt gebruikt om oppervlakken te prepareren voor een toplaag, door uitstekende delen af te platten, hoeken schoon te maken en te schuren.
De hoepelhaak is een type hefboom gebruikt in de kuiperij om de laatste hoepels, i.e. tenen of ijzeren banden, op een ton of kuip te trekken. Het wordt ook gebruikt om de duigen (de platte stukken hout van de wand van ton of kuip) uit elkaar te halen wanneer de bodemstukken in de kroos (de inkeping in de duigen waarin de bodem past) geplaatst worden of wanneer draden vlas of hennep (werk) of riet tussen de duigen wordt gestoken. Het is een rechte stang (ca. 60 cm lang met een diameter van 4 à 5 cm) met een door een metalen plaat beslagen afgeschuind uiteinde. Op enige afstand van dat uiteinde is een losse L-vormige ijzeren haak vastgemaakt.
Verwijst naar een jaarlijks lentefeest dat het laatste feest op de hindoeïstische kalender vormt en wordt gevierd op de dag van de volle maan van de maand Phalguna (februari/maart). Het feest is waarschijnlijk al zeer oud en wordt gekenmerkt door speelsheid en het omkeren van normale gedragscodes. Dit is de enige dag dat de karakteristieke beperkingen van kaste, sekse, leeftijd en status terzijde worden geschoven. De feestvierders gooien gekleurd water en poeder naar elkaar en de festiviteiten staan bekend om hun ongeremdheid in taal en gedrag. Sommige deelnemers drinken 'bhang', een bedwelmende hennepdrank. Op de voorafgaande avond worden vreugdevuren ontstoken om de overwinning van het goede over het kwade en het eind van de winter te markeren; soms wordt in de vuren een stropop van de heks Holika verbrand. Het festival wordt met name geassocieerd met Krishna, de jonge god die bekendstaat om zijn frivoliteit. Het feest van Doloyatra, het 'zwaaien van de god', vindt plaats tijdens Holi. Op versierde platforms wordt met afbeeldingen van de goden gezwaaid onder begeleiding van speciale liederen.
Grote boom die een natuurlijke kruising is tussen de grootbladige linde (T. platyphyllos) en de kleinbladige linde (T. cordata). Deze boom plantte men vaak in steden en parken. Men kan gemakkelijk nieuwe bomen kweken door middel van aflegging.
Klasse van gewervelde, haaiachtige waterdieren die geen schubben hebben. De dieren hebben vier kieuwparen onder één kieuwopening aan beide zijden en een erectiele rugvin. De mannetjes hebben een grijporgaan voor de interne bevruchting van de vrouwtjes, die eieren leggen met leerachtige schalen. In tegenstelling tot haaien hebben ze een bovenkaak die vastzit aan de hersenschedel, aparte anale en urogenitale openingen en enkele grote permanente tandplaten waarmee ze voedsel vermalen, in plaats van tanden. In sommige classificaties zijn ze opgenomen in dezelfde klasse als roggen en haaien.
Machines die bestaan uit een platform dat aan het eind van een uitschuifbare giek zit en worden gebruikt voor het optillen van werklieden of materialen. Zijn meestal geplaatst op een drager met wielen.
Te gebruiken voor bijzonder lange wagens die plat of ondiep en bootvormig zijn met schuin uitstekende zijkanten en vaak met een lichte, eenvoudige bovenbouw waarop ladingen hooi kunnen worden ondersteund en vastgelegd.
Genus van ongeveer zeven soorten sierbomen die inheems zijn in Eurazië en Noord-Amerika. De bomen hebben een ruwe, schilferige schors en dunne, doorschijnende groene bladeren met harige bladstengels. De hopachtige groene vruchten bestaan uit een groot aantal blaarachtige schubben die elk een kleine platte noot bevatten.
Bakijzer in de vorm van een metalen tang (ca. 50 à 60 cm lang) met gekruiste armen en platte, cirkel- of ovaalvormige kaken die het ongedesemde deeg tot hosties perst. Meestal zijn de kaken aan de binnenzijde versierd met religieuze motieven. Het hostie-ijzer wordt boven het vuur gehouden totdat de hosties gebakken zijn.
Meetinstrumenten, meestal in de vorm van platte stokken, 1 tot 2 meter lang, met verschillende schaalverdelingen en tabellen om een schatting te maken van hoeveel planken er uit een hoeveelheid ongezaagde boomstammen kunnen worden gehaald.
Wordt gebruikt voor constructies van rechtopstaande posten of zuilen die horizontale balken of dwarsbalken ondersteunen. Hieronder vallen niet balloon frames en platform frames waar de ondersteuning wordt geleverd door stud walls.
Verwijst naar gedeeltelijk verbrande stukken hout, die in een kunstzinnige context doorgaans worden gebruikt als tekenmateriaal. Houtskool gemaakt van zo homogeen mogelijk hout geeft een poreuze en niet erg hechtende streek. Houtskool wordt ook gemodelleerd in gepunte staafjes voor het tekenen van dunne lijnen. Door de platte kant van de staafjes te gebruiken, ontstaan gelijkmatig getinte vlakken, en door de houtskool te wrijven en te verkruimelen, is het mogelijk getemperde tussentinten en subtiele overgangen te creëren.
Ongebruikte, soms ten dele gesloopte en afgetuigde schepen, meestal oude oorlogs- of vrachtschepen, die zijn omgebouwd tot vaste werkplatformen voor verblijf of opslag.
Vedels met een korte hals, een toets, een rozet, klankspleten, een lang staartstuk, een platte sleutelschijf met stemsleutels aan de achterkant en drie snaren. Ze werden door de Sorben uit het oosten van Duitsland bespeeld.
Wordt gebruikt voor moskeeën met een grote rechthoekige zaal, meestal een plat dak en een binnenruimte die is opgedeeld door vele rijen pilaren.
Verwijst naar de uiterst individuele stijl die zich vanaf de 7de eeuw in Ierland ontwikkelde, in het bijzonder in de kloostergemeenschappen. De stijl, die vooral zichtbaar is in verluchtigingen van handschriften en in de beeldhouwkunst, ontstond waarschijnlijk uit een samensmelting van Germaanse, Angelsaksische, Keltische en vroegchristelijke kunst, en wordt gekenmerkt door heldere kleuren en overvloedige versieringen van zeer fijne, vervlochten lijnen, abstracte vormen, dieren en platte, gestileerde menselijke vormen.
Schoenachtige instrumenten of plateautjes die aan schoenen worden vastgezet, met daaraan bevestigd een metalen blad of metalen bladen, om mee over ijs te glijden.
Te gebruiken voor kleine voertuigen die bestaan uit een platform dat op parallelle glijders is vastgezet, voor het transport van goederen of passagiers over sneeuw of ijs en die meestal met de hand worden getrokken of werken met behulp van de zwaartekracht; gebruik 'arresleden' voor soortgelijke maar vaak meer uitgebreide voertuigen die vooral worden gebuikt voor passagiers en meestal worden getrokken door paarden, of gebruik 'hondensleden' als ze worden getrokken door honden.
Diverse grote tot middelgrote wagens of karren die door paarden worden getrokken en die zijn ontworpen om ijs te vervoeren voor verkoop op straat; meestal gesloten, doosvormige voertuigen, met vooruitspringende daken, een overdekte bestuurdersplaats en platformvering.
Beeldhouwwerken die dienst doen als cultusobjecten en zijn verbonden met de handcultus van het Afikaanse Binivolk; ze worden gemaakt van gegoten brons of uit hout gesneden in een cilindrische vorm met een uitstekende bovenkant, uitgesneden beelden aan de zijden rondom en figuren op de platte bovenzijde.
Afrikaanse ceremoniële messen van het Kubavolk, met een zadelknop en een platte, bladvormige kling van metaal of hout.
Helmen die open zijn aan de voorkant, met wangstukken en een nauwsluitende helmkap, oorspronkelijk gemaakt uit twee bronzen platen en later uit één. Ze kwamen oorspronkelijk uit de Peloponnesus aan het begin van de 7e eeuw v.C.
Te gebruiken wanneer, bij het drukken, de afzonderlijke platen of blokken precies op elkaar liggen.
Het maken van drukplaten door een gietvorm met standaardafmetingen te nemen en er een afgietsel van te maken in lettermetaal.
Decoratieve techniek voor het invatten met kostbare materialen zoals goud of het bedekken met platen van kostbare steen, zoals marmer.
Een insculpatieplaat is een controleplaatje waarop alle keurmerken en -tekens staan die op dat moment in gebruik zijn. De verifiërende waarborgambtenaar gebruikte ronde insculpatieplaten voor externe controles, zoals van goud- en zilversmeden, winkels, markten en veilingen.
Verwijst naar de aardewerkstijl van circa 5000 v. Chr. die werd gevonden op het Noordelijk Iraans plateau, genoemd naar de archeologische vindplaats Ismailabad. De stijl kenmerkt zich door een grote verscheidenheid aan vormen en geschilderde ontwerpen.
Vensterglas dat is gemaakt van twee glasplaten die van elkaar worden gescheiden door metalen strips aan de zijden van het glas, waardoor een geïsoleerde laag condensvrije lucht tussen de twee platen ontstaat.
Houten huizen, algemeen voorkomend in het noorden van Rusland, voornamelijk op het platteland, maar in stedelijke gebieden aangetroffen tot in de 17de en 18de eeuw.
Een zeer sterke methode om bladen of delen van boeken in te naaien, waarbij wordt geperforeerd en de zijkanten worden ingenaaid door van het ene gat (vaak het middelste) naar het volgende door te steken, vervolgens over de bovenkant en dan de onderkant van de rug van het boek. Het innaaien kan ook het naaien door de gaten en om de achterkant van het boek omvatten. Wanneer het is voltooid, worden de bladen of delen bij elkaar gebonden door een platte knoop aan de buitenkant.
Wordt gebruikt voor tuinen die zijn aangelegd vanuit de Shintoïstische, de Boeddhistische of de Zen-filosofie met betrekking tot de relatie tussen mens en natuur. De tuinen worden doorgaans gekenmerkt door eenvoudige asymmetrische ontwerpen en gedomineerd door gesnoeide groenblijvende planten. Ook treft men er vaak bruggen, rotsen, stapstenen, bijeengeharkt grind en stenen lantaarns aan; hiermee wordt getracht een voor contemplatie en meditatie geschikte entourage te creëren.
Een rooms-katholieke orde voor mannen die in 1540 werd gesticht door de heilige Ignatius van Loyola, een Spaanse soldaat die zich tijdens het herstel van een oorlogswond bekeerde tot het geloof. Het is een niet-contemplatieve orde die strikte gehoorzaamheid, naleving van Ignatius' Geestelijke Oefeningen en bijzondere trouw aan de paus vereist. De jezuïeten zwoeren veel middeleeuwse gebruiken af, waaronder de verplichting tot regelmatige penitentie en vastentijden, uniforme kleding en de gezamenlijke voordracht van de liturgische dienst. Andere vernieuwingen waren de zeer gecentraliseerde gezagsvorm met een levenslange ambtstermijn voor het hoofd van de orde, gradatie van leden, een jarenlange proeftijd voorafgaand aan de gelofte en het ontbreken van een vrouwelijke tak. De jezuïeten voeren verschillende soorten missiewerk uit, met de nadruk op scholing. De orde heeft overal ter wereld talrijke onderwijsinstellingen opgericht. De jezuïeten waren de belangrijkste geloofsverdedigers van de rooms-katholieke kerk, vooral ten tijde van de Contrareformatie. Meer recent was de orde van grote invloed op de modernisering van de kerk.
Te gebruiken voor inheemse zeilschepen die vooral veel voorkomen in de wateren rond China en Java en platte bodems, hoge achterstevens met een vierkante boeg en twee of drie masten hebben.
Kleine jeneverbessoort die inheems is in het westen van Noord-Amerika, in Brits Colombia en Alberta in Canada, van Washington tot Noord-Dakota in de VS en in Mexico van Sonora tot Coahuila. Er zijn zeer oude exemplaren met een leeftijd van meer dan 1500 jaar aangetroffen. De boom is nauw verwant met Juniperus virginiana en vormt er vaak hybriden mee in delen van de Great Plains waar hun verspreidingsgebieden aan elkaar grenzen. Hij wordt gebruikt als siertuinplant en als kruidengeneesmiddel door de stammen van de plateau-indianen.
Instrumenten voor het afknippen van de pitten van kaarsen en lampen om het uiteinde van de pit gelijkmatig te maken en schoon te houden; meestal in de vorm van scharen met een doosvormig bakje aan een blad om de afgeknipte eindjes van de verkoolde pit op te vangen. Voor schaarachtige instrumenten met platte, schijfvormige uiteinden die worden gebruikt om een kaarsvlam uit te knijpen wordt 'douters' gebruikt. Voor kegelvormige instrumenten die worden gebruikt om vlammen te doven wordt 'dompers' gebruikt.
Verwijst naar grafische of fotogrammetrische voorstellingen van het aardoppervlak of een gedeelte daarvan, inclusief fysieke kenmerken en politieke grenzen, waarbij elk punt overeenkomt met een geografische positie of positie in het heelal volgens een bepaalde schaal of projectie. Kan ook verwijzen naar soortgelijke voorstellingen van andere planeten, zonnen, andere hemellichamen of gebieden in het heelal. Kaarten worden gewoonlijk afgebeeld op een plat medium, zoals papier, een muur of een computerscherm. Gebruik 'globes' voor soortgelijke voorstellingen op een bol.
Rechthoekige dienbladen met scharnierende zijkanten met een golvend profiel, die kunnen worden neergeklapt zodat ze een platte ovaal vormen; er kunnen opklapbare poten aanzitten of een bijbehorende standaard.
Buigtangen met een lange, smalle, platte bek.
Eénzijdig gekapte vijlen, die aan de ene kant halfrond zijn en aan de andere kant plat.
Gietijzeren rechthoekige platen die, wanneer met bouten of op andere wijze aan elkaar gemonteerd, deel uitmaken van een vijf-plaat, zes-plaat, of tien-plaats houtkachel. Kachelplaten bestemd voor de voor-en zijkanten van de kachels werden vaak versierd in bas-reliëf, vooral met Bijbelse scènes of tekst.
Hoge randloze hoeden met een platte bovenkant, die worden gedragen door bepaalde geestelijken van de Grieks orthodoxe kerk.
Een reeks ijzeren of koperen staven, meestal zes, die rechtop in een cirkel staan op een houten voetstuk en aan de bovenkant zijn verbonden door een platte, ijzeren ring. Een lagere ring met een oortje en een kaarshouder verschuift verticaal over de staven om de hoogte in te stellen.
Kaarsenstandaards met een enkele kaarshouder die op een voetstuk rust met een verbrede basis of voet voor de balans. Het voetstuk is vaak zuilvormig. Gebruik 'blakers' voor kaarsenstandaards met een enkele kaarshouder die op een platte schotel of blad staat.
Verwijst naar het werk van een school van schilders die door opeenvolgende militaire regeringen werd begunstigd, van de late Muromachi-periode (1333-1568) tot in de Edo-periode (1600-1868). Kano Masanobu (1434-1530) richtte de school halverwege de 15de eeuw op. De nadruk lag op de conservatieve Chinese, academische Zuidelijke Song- en Yuan-stijlen. De school groeide uit tot een groot netwerk van kunstenaars, die meer dan 200 jaar lang controle uitoefenden op openbare en particuliere opdrachten van het shogunaat, de kloosters en de handelsklassen. Kano-schilders produceerden allerlei kunstwerken, van waaiers en beschilderde schermen tot hangende rolschilderijen en votiefplaten. De Kano-school stond ook bekend om zijn kloeke stijl in het schilderen met inkt.
Lage muren die over de rand van platformen, terrassen of daken, of boven de kroonlijsten van een gebouw uitsteken. Wordt ook gebruikt voor muren die het bovenste deel van verdedigingsmuren of borstweringen vormen.
Verwijst naar een kloosterorde die in 1529 door Matteo da Bascio (1495-1552) is gesticht als hervormingsbeweging. De orde is een zelfstandige vertakking van de orde der franciscanen en hanteert een zeer strenge regel met de nadruk op soberheid en armoede. In zijn streven terug te keren naar de grotere eenvoud van de eerste franciscanen en hun letterlijke naleving van de regel van de Heilige Franciscus van Assisi, droeg Matteo de puntkap (capucine) van Franciscus en introduceerde hij aspecten van het solitaire leven van de kluizenaar. Ondanks tegenstand van gevestigde groepen franciscanen en bijna totale onderdrukking nadat hun vicaris-generaal in 1542 protestants was geworden, maakten de geloofsijver en prediking van de kapucijnen hen tot een belangrijke machtsfactor tijdens de Contrareformatie, want zij spraken gewone mensen en de plattelandsbevolking aan. In 1619 werden zij officieel een zelfstandige orde. Matteo en zijn volgelingen wijdden zich van de 16de tot de 18de eeuw aan de zorg voor slachtoffers van de pest; zij staan ook bekend om hun missionair en sociaal werk.
Wordt gebruikt voor daksparren die niet reiken van de dakplaten tot de nokruiter; zij worden gebruikt in schilddaken om van de dakplaten tot de hoekkepers te reiken. Voor daksparren die reiken van de kielkepers tot de nokruiters wordt 'kielstutten' gebruikt.
Een soort straatsteen, gewoonlijk gesneden in afgeplatte pyramidevorm; wordt gelegd met de basis van de pyramide naar beneden.
Sloten van draagbare vuurwapens waarbij het gehele mechaniek binnen de lade is geplaatst of in een metalen doosvormig frame zit, in plaats van aan de buitenkant te zijn gemonteerd met behulp van zijplaten.
Verwijst naar het werk van een school van boeddhistische schilders die in dienst waren van het Kasuga-heiligdom in Nara in het midden van de 13de eeuw. De stijl kenmerkt zich door dunne draadachtige lijnen, platte oppervlakken en heldere kleuren zoals oranjerood, diepblauw en groen.
Hoge, rietachtige moerasplant, behorend tot het geslacht typha, met lange, platte bladeren die in matten en zittingen worden verwerkt en lange, compacte, cilindervormige bloemen waarvan het pluis als isolatie en opvulling wordt gebruikt.
Stalen gereedschap dat enigszins op een beitel lijkt en meestal wordt gekenmerkt door een lang, dik, plat, uit één stuk gegoten blad met een smaller handvat en slagoppervlak. Wordt samen met een breeuwhamer gebruikt om diverse materialen in naden en gleuven te slaan om verbindingen water- en luchtdicht te maken.
Gebakken klei in verschillende vormen en dikten en met een verscheidenheid aan gebruiken zoals voor oppervlaktebedekking, drainage of constructie. Gebruik 'dakpan' voor plat, stevig en relatief dun houdbaar materiaal dat vooral wordt gebruikt als dakbedekking.
Metalen gongs uit Zuidoost-Azië, meestal van brons, met een diepe gebogen rand en een plat oppervlak dat vaak is versierd; ze worden opgehangen aan oren en aangeslagen met kloppers.
Schroeven die in verbinding met houten of metalen klemplaten gebruikt kunnen worden om klemkracht te leveren, voordat de definitieve bevestiging (klinknage, bout) wordt aangebracht.
Om een spil draaiende platen, midscheeps gemonteerd in een behuizing of tussendekse koker, die worden opgeheven of neergelaten door de bodem van een vaartuig om dit stabiliteit te verlenen. Gebruik 'steekzwaarden' voor soortgelijke, niet om een spil draaiende, verwijderbare platen.
Helmen met een lage helmkap, die aan de bovenkant naar boven en naar voren krullen en een platte punt vormen die langs het gezichtsveld loopt, waardoor er een smalle ruimte wordt gecreëerd tussen de helmkap en het kinstuk die als oogspleet fungeert. Ze werden vanaf het eind van de 14e eeuw tot in de 16e eeuw gebruikt bij steekspelen.
De onderste delen van gezichtsplaten die de kin en keel beschermen.
Geld in de vorm van dunne, gedraaide ijzeren staafjes met platte uiteinden, in West-Afrika werd gemaakt en gebruikt, met name in Sierra Leone, Liberia en Guinee.
Platen, doorgaans van metaal, die in het deksel van een doodskist worden geplaatst en die de naam van de overledene dragen, gewoonlijk met vermelding van geboorte- en overlijdensdatum.
Dooslieren uit het oude Griekenland, met een vierkante, platte houten klankbodem, twee dikke, uitgeholde armen die bovenaan met een dwarsbalk zijn verbonden en met een wisselend aantal darmsnaren van gelijke lengte.
Resonatoren in snaarinstrumenten met een toetsenbord, die bestaan uit dunne platen hout of ander materiaal waarover de snaren zijn gespannen.
Proefdrukken van kopij die klaar zijn om af te drukken, en die zijn gemaakt op lichtgevoelig papier van negatieven die klaar zijn om geplateerd te worden.
Platen met verstelbare klauwen om een snijbeitel of een boorijzer te centreren en vast te klemmen.
Kleine restaurants die in Amerika oorspronkelijk meestal op een spoorweg restauratiewagen lijken. Ze worden soms prefab gemaakt en hebben vaak een lange, smalle plattegrond. Ze onderscheiden zich verder door het simpele menu, ze hebben meestal een bar en tafels waar klanten mogen eten. Ze staan oorspronkelijk vaak langs wegen, maar vandaag de dag kunnen ze ook worden gevonden in stedelijke omgevingen.
Draagbare plankjes waarop men rechtstreeks tekent of schrijft, of die men gebruikt als platte, harde onderlegger voor ander materiaal zoals papier. Die waarop rechtstreeks wordt geschreven bevatten meestal een laagje klei, pleister of was waarin de letters of afbeeldingen worden gekerfd met een stift.
Techniek waarbij individuele kleuren worden geïsoleerd op aparte drukplaten of fotonegatieven, zodat een afbeelding of ontwerp in meerdere kleuren kan worden gedrukt.
Huizen die zijn gebouwd op richels in de verticale wanden van plateaus, zoals bijvoorbeeld in het zuidwesten van Noord-Amerika of soortgelijke ontoegankelijke plaatsen.
Verwijst naar de cultuur en aardewerkstijl van de ‘bekermensen’ uit het late neolithicum en de vroege Bronstijd, die leefden in het 4de millennium v. Chr. en zijn vernoemd naar de typische klokvormige bekers die met horizontale banden versierd waren met behulp van fijn getande stempels. De cultuur is waarschijnlijk oorspronkelijk afkomstig uit Spanje en heeft zich verspreid over Centraal- en West-Europa, daarbij de techniek van het werken met brons naar de Britse eilanden brengend. De cultuur wordt gekenmerkt door aardewerk, een voorkeur voor individuele graven, snelle expansie op zoek naar koper en goud, het ontstaan van talrijke wapens, waaronder bogen, koperen speerpunten, platte, getande dolken en opvallende gebogen, rechthoekige polsbeschermers.
De dekkersheugel bestaat uit een plat ca. 35-45 cm lang stuk ijzer met twee tot vijf diepe zijdelingse inkepingen, waarop een haakvormige stang van ca. 10 cm loodrecht gesmeed is. Een van de uiteinden eindigt in een punt, het ander steekt in een houten hecht of vormt een ring die als handvat dient.
Flexibele platen of bladen die samengevoegd zijn met een pin om een draaibeweging in één richting mogelijk te maken van de delen waaraan ze zijn bevestigd, zoals een deur of een poort.
Apparaten waarin deeg wordt gestopt en door een plunjer door één van de verschillende verwisselbare platen wordt gedrukt om koekjes te vormen.
Stukken bagage; meestal rechthoekig, stevig en plat met name voor het op reis vervoeren van kleding.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft op het Jos-plateau in het noorden van Nigeria.
Kledingstukken die worden gedragen op de torso als bescherming tegen kogels. In de 20e eeuw bestaan ze gewoonlijk uit platen van staal, aluminium, glasvezel of keramiek of uit verscheidene lagen zwaargeweven stof van polymeervezel.
Constructieraamwerken van gewapend beton uit één stuk, met muren en vloeren van platen waarmee een honingraatmotief wordt gevormd.
Normale bouten met een ronde of platte kop en een groef voor een schroevendraaier.
Zuur dat wordt gebruikt om goud en platina op te lossen of te testen; het bestaat uit drie delen zoutzuur en één deel salpeterzuur.
Wordt gebruikt voor plankachtige platformen of andere, soortgelijke slaapplaatsen aan boord van transportvoertuigen, zoals boten, treinen of kampeerwagens.
Verwarmde platen, voornamelijk bovenop stoven, die bij het koken worden gebruikt.
De term die wordt gebruikt voor de 75-25 en 50-50 cupronikkel platen, staven en kogels die worden gebruikt om nikkel aan messingsoorten toe te voegen.
Graveerprocédé voor drukken met behulp van koperplaten; vanaf het begin van de 19e eeuw kwam hiervoor het graveren met duurzamer materialen in de plaats; er werd dan gebruik gemaakt van staalplaten of koperplaten met een gestaald oppervlak.
Langhalsciters met een licht gebolde klankbodem, een platte onderkant en 13 zijden of nylon snaren die elk over een eigen beweegbare, V-vormige kam lopen; ze worden beschouwd als het nationale instrument van Japan.
Xylofoons van de Zande in Kongo, die bestaan uit een wisselend aantal hardhouten platen die over twee stammen van bananenbomen zijn gelegd en met wiggen op hun plaats worden gehouden.
Wagens met gesloten kasten van gemiddelde hoogte die op platvormveringen zijn geplaatst en zijn voorzien van een groot aantal planken of vakken voor het opbergen van de koopwaar van reizende kooplieden.
Plat vensterglas dat wordt gemaakt door een bol glas te blazen, deze van de blaaspijp over te brengen naar een staaf, open te snijden en vervolgens snel rond te draaien tot er als gevolg van de middelpuntvliedende kracht een platte schijf ontstaat. Het kunnen kleine, afzonderlijke ruiten zijn met een verdikking in het midden of grote schijven die na tempering in stukken worden gesneden. Kroonglas is dun, sprankelend en licht gewelfd met concentrische golvende lijnen. Kroonglas was overal in het oude Romeinse Rijk bekend. Het is te vinden in vensters van middeleeuwse kathedralen.
Verwijst naar de internationale kunstbeweging, in 1908 begonnen door Pablo Picasso en Georges Braque, die zich in fasen ontwikkelde en voortduurde tot de vroege jaren 20. De stijl kenmerkt zich door een nadruk op het platte, tweedimensionale oppervlak van de afbeelding, de afwijzing van traditionele weergavemethoden en het uiteen laten vallen van voorwerpen, zodat verschillende zijden van een object gelijktijdig zichtbaar zijn.
Platte borstels met lange stugge haren die in een houten handvat zijn geplaatst. Worden gebruikt door kunstenaars en tekenaars om stukjes vlakgom weg te vegen van het werk dat wordt gemaakt op een tekenbord.
Verwijst naar de fase in de Heian-periode die tot ontwikkeling kwam tussen circa 898 en 1185. In het laatste jaar werd de macht van de keizer overgenomen door aristocratische clans en ontstonden er twee hoven in Kyoto. In de schilderkunst kenmerkt de stijl zich door de invloed van Chinese Tan'g-schilderkunst, met de fijne, hoogstaande lijnen en de platte, abstracte achtergronden. In de beeldhouwkunst kenmerkt de stijl zich door de rijkelijk met vele kleuren versierde houten beeldjes. De architectuur van deze periode geeft ook blijk van de Chinese invloed, met dakpannen op de daken en stenen plateaus, naast het traditionele gebruik van weelderig met houtsnijwerk opgesierde interieurs.
Verwijst naar de periode in Meso-Amerika van circa 300 tot 250 v. Chr. Verenwerk in Meso-Amerika had zijn oorsprong in deze periode als symbool van macht en rang en bestond onder andere uit verfijnde ceremoniële hoofdtooien die waren gemaakt van veren van de staart van quetzals. Beeldhouwwerken uit deze periode omvatten aardewerk en grafurnen, zoömorfe en antropomorfe graffiguren, gegroefde vazen met karakteristieke parallelle lijnen die zijn getekend op oranje slip, en schalen die zijn beschilderd met kronkelige vormen op randbanden aan de buitenkant. De architectuurstijl in deze periode nam paleisachtige vormen aan, met robuuste, platte of gewelfde dakbedekkingen, fijn afgewerkte trappen met strekse hellingen aan weerszijden, lijstwerk, tablero's en maskers. Piramide-achtige structuren in deze periode tonen complexe cirkel- en kegelvormige secties en secties met terrassen.
Te gebruiken voor motieven die op een plat vlak een om zichzelf kronkelend pad weergeven waarbij het pad zichzelf nooit doorkruist en meestal vanuit de buitenkant naar het centrum leidt. Gebruikelijk in romiense mozaïeken en ingelegd in middeleeuwse kerkvloeren.
Werktuigen die worden gebruikt om de uiteinden van pitten af te knippen en te vormen, vooral de platte pitten van petroleumlampen.
Dolken met afhangende stootplaten, in één geheel ontworpen met de metalen scheden, die voorzien zijn van geprononceerde ringen of banden; gebruikt door Duitse en Zwitserse landsknechten in de 16e eeuw.
Tekeningen van de volledige dwarsdoorsnede van een schip, gedetailleerder dan in een zeegplattegrond.
Hetzelfde als overlapnaden, maar vooral gebruikt om te verwijzen naar bladmetaal, en soms platen, die zijn gelast, gesoldeerd of vastgenageld aan de overlappende voeg.
Stukken grond, meestal middelgroot, vaak met één eigenaar, vaak rechthoekig of met een andere regelmatige vorm, afgebakend door precieze grenzen. Te onderscheiden van 'percelen', die meestal kleiner zijn, bij één gebouw horen, en vaker in een stad of stedelijke omgeving voorkomen dan op het platteland.
Apparaten die bestaan uit twee platte, houten stokken die aan één kant aan elkaar vastzitten met een leren riem of metalen scharnier. Worden gebruikt voor het bijeenhouden van reuzel door een stoffen tas met daarin het verzamelde vet tussen de twee stokken te drukken.
Te gebruiken voor gebouwen waarvan de plattegrond is gevormd als een kruis, met twee korte zijarmen en een lange arm.
Begraafplaatsen gekenmerkt door grote open grasvelden met gedenkplaten die niet uitsteken.
Een schelpmarmer dat wordt gewonnen bij Plattsburg, New York.
Lange, platte penselen met brede, recht afgesneden kanten die worden gebruikt om te beletteren en om strakke, nauwkeurige lijnen te trekken.
Wordt gebruikt voor het specifieke proces van het zetten van kopij voor het afdrukken of maken van drukplaten, hetzij handmatig, met behulp van mechanische hulpmiddelen of door invoer in de computer. Meer in het algemeen, voor kopijvervaardiging, kopij-uitrekening, letterzetting, spatiëring, en ander materiaal, gebruik 'inslaan'.
Personen die zich bezighouden met het specifieke proces van het rangschikken van letters voor kopij voor drukkerijen of het maken van drukplaten, hetzij handmatig, via mechanische apparaten of via de computer. Meer algemeen, personen die kopij voorbereiden, gietmallen maken, letters rangschikken, spaties instellen en andere taken uitvoeren in het drukproces. Zie 'zetters'.
In algemene zin personen die type en illustraties samenvoegen, zetten, proefdrukken en in feite alles klaarmaken voor het afdrukken. Zie 'letterzetters' voor personen die zijn betrokken bij het specifieke procedé van het rangschikken van type van kopij voor drukwerk of drukplaten, handmatig, machinaal of door het invoeren in een computer.
Genus van vijf soorten harshoudende, groenblijvende sier- en productieconiferen uit de cipresfamilie (Cupressaceae), die voorkomt in Noord-Amerika en het oosten van Azië. Het genus is monofyletisch en verwant met de Thujopsis. Levensbomen zijn bomen of heesters met een doorgaans piramidale bouw en dunne, geschubde buitenschors en vezelige binnenschors, horizontale of omhooglopende takken en kenmerkende afgeplatte waaiervormige takjesstelsels. Ieder takje heeft vier rijen zeer kleine, schubachtige blaadjes. De jonge blaadjes zijn veel langer en naaldachtig, en sommige soorten handhaven zich naast het volwassen gebladerte. De mannelijke en vrouwelijke voortplantingssystemen (kegels) bevinden zich op de punten van de verschillende takjes van dezelfde boom. De mannelijke kegels zijn afgerond en roodachtig of gelig van kleur, terwijl de vrouwelijke kegels zeer klein zijn en een groene of paarsige tint hebben. Ze worden doorgaans aangeduid als levensboom of thuja. Diverse soorten zijn algemeen bekend als ceder (Cedrus) maar zijn dat feitelijk niet.
Verwijst naar een neolithische Chinese cultuur en periode tussen circa 3300 en 2250 v. Chr. De opvallendste Liangzhu-artefacten zijn rituele voorwerpen van jade; in graven zijn platte schijven van uiteenlopende grootte en gesegmenteerde holle zuilvormige objecten aangetroffen. De zuilvormige jadeobjecten hebben scherpe hoeken met afbeeldingen van menselijke vormen, de vroegste voorbeelden in dit deel van de wereld. In handleidingen voor rituelen van latere datum worden de objecten omschreven als 'bi' (de platte schijven) en 'cong' (de zuilvormige objecten) en wordt hun rol toegelicht bij de aanbidding van hemel en aarde, en als hiërarchische rangaanduiding; de jade had ongetwijfeld een betekenisdragende functie, maar de latere teksten zijn misschien niet relevant voor de neolithische context.
Liften voor vervoer van passagiers, ook van goederen, in liftkooien, ook op platforms, die zich voortbewegen over geleidende rails onder een hoek, in plaats van verticaal.
Kooien, ook cabines, ook platforms, met mechanismen voor verticaal vervoer van goederen, ook mensen, van en naar volgende verdiepingen.
Horizontale persen bestaande uit twee evenwijdige platen of balken die worden samengedrukt of uiteengedreven met behulp van een grote schroef bij elk van beide uiteinden; ook wel voorzien van een groef waarin het snijmes loopt. Worden gebruikt om een boek vast te zetten tijdens bewerkingen zoals voeren, vergulden of bijsnijden.
Tekeningen van lengtedoorsnede van een schip, van boven gezien, en met nadruk op de lijnen van het schip. Gebruik 'lijnentekeningen' als daar ook een plattegrond van de romp en een zeegplan bijkomen.
Algemeen te gebruiken voor lange, dunne, platte en soepele repen van een willekeurig materiaal. Specifiek te gebruiken voor repen fijn textiel, zoals zijde, satijn of fluweel, vaak afgewerkt met een koordje langs beide randen in plaats van met een zelfkant. Wordt gewoonlijk als versiering gebruikt.
Kant waarbij men het patroon maakt met stroken of linten op een baan van draad of tule. De kwaliteit kan men beoordelen door te kijken of het lint plat is en een continue ronding heeft (wat men alleen kan bereiken door klossen te gebruiken), dan wel kant-en-klaar is, in welk geval het lint bij de buigingen en hoeken is vastgenaaid en er onvermijdelijk plooien in komen. De beste lintkant produceerde men in de zeventiende eeuw in Genua met klossen. Kant-en-klaar lintkant maakte men in de jaren tachtig van de negentiende eeuw in België en Frankrijk, bijvoorbeeld het zogenaamde Renaissancekant.
Onderdelen van sluitplaten die bij een hoek uitsteken uit het oppervlak van de deurpost om de afgeschuinde veergrendel op te vangen en deze in de holte van de sluitkom te leiden.
Orgelpijpen met een lip- of luchtpijp waardoor lucht wordt geblazen om een platte laag wind te creëren die tegen de bovenlip van de pijpmond wordt geperst. De toon ontstaat door een combinatie van de wervelingen die aan de mond gecreëerd worden en de vibrerende luchtkolom in de pijp.
Italiaanse vedels uit de Renaissance, met een klankkast in dezelfde vorm als een viool, een brede toets, een relatief platte kam, een bladvormige sleutelkast, vijf melodiesnaren op de toets en twee bourdonsnaren ernaast.
Slagplaten van klinkende steen, in een reeks verticaal opgehangen, of in staafvorm, horizontaal neergezet.
Doorzichtige porseleinen platen die van 1830 tot circa 1900 werden geproduceerd, met name in Duitsland ��� door de Koninklijke Porseleinfabriek in Berlijn en door Meissen ��� en in Engeland door Minton en Copeland. Men maakte een afdruk in reliëf van decoratieve motieven, gewoonlijk gebaseerd op schilderijen, in hard porselein wanneer het nog zacht was, dus voor het bakken. De afbeelding werd zichtbaar als men de plaat aan de achterkant verlichtte. Ze werden opgehangen in raamkozijnen of op een standaard geplaatst om als scherm te gebruiken. Ook werden ze verwerkt in lampenkappen. De techniek is uitgevonden door Baron Paul de Bourgoing en in 1827 gepatenteerd in Frankrijk.
Platte kalkstenen die worden gebruikt bij lithografie.
Hout van de boom behorende de soort Platanus hybridia, waarvan wordt aangenomen dat het een hybride oorsprong heeft en voor het eerst voorkwam rond 1670. De bomen zijn te vinden in parken en straten, maar komen voor zover bekend niet in het wild voor. De kleur lijkt op die van beukenhout, maar het hout heeft een aantrekkelijke vlektekening, met roodachtig bruine sporen die contrasteren met de lichter gekleurde achtergrond, waardoor het vaak kwartiers wordt gezaagd. Het wordt gebruikt voor het maken van decoratief werk, interieurs en kabinetten, en fineer.
Platforms of promenades die zijn opgetrokken boven onvoltooide delen van een gebouw om toegang te verschaffen aan arbeiders en materiaaldragers.
Verwijst naar de periode waarvan de productie analoog is aan artistieke modellen van de Khmer die werden ontwikkeld in het gebied van het huidige Cambodja. In de architectuur kan deze periode worden onderverdeeld in drie subperioden: van de 7de tot de 9de eeuw grijpt deze periode terug op pre-ankorese Khmer-stijlen en wordt er gebruikgemaakt van constructies van baksteen, vierkante torens, sanctuaria met redans en hoekpilasters, met een draagsteen ondersteunde gewelfdaksystemen en met behulp van gegoten basementen met ingangen aan de oostzijde en blinde deuren aan de overigen drie zijden. Van de 10de tot de vroege 13de eeuw laat deze periode intensievere Khmer-invloeden zien en wordt ze gekenmerkt door de Prasat Wat Prang (10de eeuw) en Prasat Ban Chang, die beide stenen torens bevatten, met zandstenen deurkozijnen op een noord-zuidas, pilasters en drielobbige lampnissen, en door de Prasat Phra en Prasat Phanom Wan, die beide worden gekenmerkt door vestibules en mondops met relikwieën of Boeddha-afbeeldingen. Vanaf de late 13de tot de 14de eeuw ontwikkelde de architectuur regionale artistieke elementen, maar met behoud van traditionele Khmer-iconografie. Tempels in deze latere stijl worden gekenmerkt door laterietconstructies, uitgebreide sanctuaria die zijn gewijd aan Boeddha en bodhisattva’s, de prang, een karakteristieke Thaise constructie die wordt gekenmerkt door de opwaartse uitrekking van de kogelvorm van het klassieke Khmer-torensanctuarium en verdere variaties op de mondop en de vierkante toren met redans. In de keramiekproductie wordt deze periode gekenmerkt door voornamelijk platte, bruin- of groengeglazuurde werken met gegraveerde geometrische ontwerpen en modellering van dierlijke vormen op kruiken en potten.
Algemene term voor verschillende soorten kurassen gedragen door Romeinse soldaten, gemaakt van leren, bronzen of ijzeren platen of schubben of van maliën.
Kleine, vierwielige spoorrijtuigen die worden gebruikt bij spoorinspecties of herstellingswerkzaamheden om arbeiders en hun gereedschap te vervoeren; van oorsprong open platforms met handmatig bediende aandrijvingsmechanismen maar tegenwoordig meestal aangedreven met benzine of elektriciteit.
Grammofoonplaten van het type dat oorspronkelijk is bedacht door Columbia Records, welke in 1948 op de markt verschenen. De platen hebben een toerental van 33 1/3 omwentelingen per minuut, en zeer fijne groeven. Samen met de 45-toerenplaat zouden ze de 78-toerenplaat verdringen.
Getokkelde chordofonen, ontwikkeld tijdens de Europese Renaissance, met een lange peervormige klankkast van dunne, smalle zijbanden met een plat bovenblad. Het centrale, ronde klankgat is voorzien van een rozet en op de hals zijn zeven tot tien fretten aangebracht. Voor de algemene categorie van chordofonen die een snarenvlak evenwijdig aan de klankkast hebben en een hals die als snarenhouder en handvat tegelijk dient, zie de gidsterm 'luitachtige chordofonen'.
Stroming in de Belgische schilderkunst geassocieerd met de groep ‘Vie et Lumière’ gevormd rond kunstenaar Emile Claus in 1904. De stijl manifesteert zich vooral in de met licht doordrongen impressionistische landschappen, typisch met als onderwerp het Vlaamse platteland rond de Leie rivier.
Blaasinstrumenten met conische buis in gedraaide S-vorm, 2-3 meter lang, eindigend in een platte ornamentele schijf, aan het uiteinde aangeblazen; Scandinavië, bronzen tijdperk.
Verblijven op het platteland of in buitenwijken die comfort en eenvoud bieden, en waarbij de vormgeving van stadshuizen is gecombineerd met de behoeften van het landleven; minder uitgebreid dan châteaus; populair in Frankrijk in de 17e en 18e eeuw.
Verwijst naar aardewerk dat werd gedecoreerd met metaalglazuur met behulp van technieken die dateren uit de 9de eeuw of eerder. Eén techniek is van Midden-Oosterse origine en het best bekend van Spaans-Moors aardewerk in Spanje en Italiaans en Spaans majolica; hierbij werd gewerkt met een proces van meerdere fasen waarbij het aardewerk werd gebrandschilderd. Een andere techniek was goedkoper en minder gecompliceerd, met pigmenten die zouten van goud en platina bevatten. Het was geïnspireerd op de Spaanse majolica-schalen uit het einde van de 18de eeuw, maar het was een Engelse vinding en werd op grote schaal gebruikt om aardewerk te maken gedurende de hele 19de eeuw.
Een reeks paarsachtig blauwe kleuren die lijken op de kleur van de bloesem van de maagdenpalm, een groenblijvende kruipende lage struik en overblijvende plant met vrij platte bloemen en glanzende bladeren.
Kleine slijpapparaten die gebruik maken van een horizontale, platte, metalen draaiende plaat die wordt aangedreven door een tandwielsysteem. De messen worden door speciale klemmen vastgehouden.
Lage glazen drinknap uit de 15de-17de eeuw, met gewelfde wand en afgeplatte onderkant, gemaakt van Waldglas. De wand is dikwijls versierd met ribben of noppen.
De derde fase van de productie van bladgoud met de hand; stapels kleine gouden vierkantjes, die uit de ’shoders’ komen en in kleinere stukken zijn gesneden, met tussen de bladen goudslagersvlies en bij elkaar gebonden met perkamentstroken. De stapeltjes worden vervolgens met de hand platgeslagen om bladgoud te maken.
Constructies die bestaan uit een draaiend rond platform met zitplaatsen, vaak in de vorm van paarden of andere dieren waarop mensen kunnen rijden, meestal onder begeleiding van mechanische of opgenomen muziek.
Wordt gebruikt voor Oost-Polynesische religieuze constructies met diverse vormen, van kleine stenen platforms tot eenvoudige stenen omheiningen en tempelachtige bouwwerken. Gebruik 'heiaus' voor soortgelijke bouwwerken op Hawaï.
Gebruik voor bouwwerken op verhoogde platforms en eindigend in de vorm van een kruis, opgericht op de marktplaats van stad en gebruikt voor de publieke mededelingen en markttreglementen. Soms ook als symbool voor het verkrijgen van marktrechten.
Fineer dat is gemaakt van uitgroeisels van bomen (wortelhout), meestal in de vorm van afgeplatte bollen. Zeer mooi maser fineer is bijvoorbeeld afkomstig van walnotenbomen.
Handelsmerk voor de houtvezelplaten van de Masonite Corporation, die zijn gemaakt van spanen - als bijproduct van andere processen - die onder hoge stoomdruk tot cellulosevezels zijn gereduceerd.
Massaspectroscopen die massaspectra vastleggen op fotografische platen.
Te gebruiken voor compacte plateau-achtige hooggelegen landmassa's met duidelijk afgebakende randen; kan ook worden gebruikt voor afzonderlijke berggroepen. DNE
Doorboorde, platte, plaatachtige zeven die meestal ovaal maar soms ook rond zijn en op een dieper of groter dienblad liggen. Vaak gemaakt van zilver met een gedetaileerd gaatjespatroon en soms een afbeelding van een net met vis.
Drinkgerei in de vorm van een wijde ondiepe kom met een platte voet; oorspronkelijk van hout (vooral esdoorn) en vaak met zilveren of vergulde bovenrand. Heeft vaak een centrale gegraveerde, geëmailleerde decoratie aan de binnenkant. Geen Nederlands equivalent.
De verzameling van de bewegende delen of een bepaalde portie van de delen van klokken en horloges, exclusief de wijzerplaten of omhulsels.
Camera's waarbij men scherp stelt met behulp van een los of vast systeem voor afstandsinstelling. Hoewel dit systeem in veel camera's wordt toegepast, bijvoorbeeld in perscamera's en platencamera's, gebruikt men de term gewoonlijk alleen voor camera's die niet met een ander systeem voor scherpstelling zijn uitgerust. De term wordt dus niet gebruikt voor bijvoorbeeld spiegelreflexcamera's, waarbij men scherpstelt op het beeld dat via een spiegel naar de zoeker wordt geleid.
Wordt gebruikt voor gemeenschappelijke begraafplaatsen met kamers van grote rechtopstaande stenen platen die grote dekstenen ondersteunen; met of zonder ingang en geplaatst in een heuvel van aarde of stenen.
Begraafplaatsen die zijn ontworpen als park, zonder rechtop staande gedenkstenen, volgens de oorspronkelijke bedoeling van Hubert Eaton (1881-1966), die de Engelse term 'memorial park' heeft bedacht. Ze worden meestal gekenmerkt door grote open grasvelden met gedenkplaten die niet uitsteken of anderszins gereguleerd zijn.
Hout van de boom behorende tot de soort Hopea, inheems in Birma, Thailand, Indonesië, de Filippijnen en het grootste deel van het vasteland van Zuidoost-Azië. De kleur van het spint is geelachtig bruin, terwijl het kernhout geelachtig bruin tot olijfbruin is. Het hout wordt gebruikt voor vloeren, plafondplaten en panelen, en in de scheeps- en botenbouw.
Type sierknop met platte scherpe randen die voorkomen langs de steel of die het bekken of de voet bevestigen aan de steel van glaswerk met voet. Voor andere omsluitende ringen op glaswerk met voet of op andere vaten wordt kragen gebruikt.
Te gebruiken voor het Afrikaanse volk dat op het Jos-plateau in Nigeria leeft.
Uitgestorven orde van zeereptielen met slanke, langwerpige kaken vol met lange puntige tanden en een platte staart die net zo lang was als het lichaam of langer. Ze hadden goed ontwikkelde ledematen en grote peddelvormige achterpoten.
Aanduiding voor dikke metaaldraad die aan elkaar is gelast tot een rooster en wordt gebruikt als wapening voor betonplaten.
Spaanse term voor platte stenen met een ondiepe holte in de oppervlakte, bedoeld voor maïs of een andere graansoort die met een maalsteen wordt gemalen; wordt gebruikt door Native Americans, in het bijzonder in gebieden die door de Spanjaarden zijn veroverd en gekoloniseerd.
Troffels met een plat, driehoekig stalen blad met een opzij gebogen handvat, die worden gebruikt om specie op te pakken en uit te spreiden.
Steigers die bestaan uit een raamwerk met houten vierkanten die een platform ondersteunen en zijn bedoeld voort lichte tot middelmatige belasting.
Handelsmerk voor een soort commercieel geproduceerd plastic laminaat dat wordt gemaakt door lagen stof of papier bij hoge temperaturen en onder druk te hechten met hars; wordt vervaardigd in de vorm van platen, staven en buizen of andere vormen.
Verwijst naar een fase in de Bronstijd die zich onderscheidt van de culturen van de vroege en late Bronstijd door de verschillen in metaalassemblages en begrafenisrituelen. De fase kenmerkt zich deels door metaalbewerkingstechnieken en steeds verfijndere ontwerpen van werktuigen en wapens, bij de vervaardiging waarvan onder andere gebruik werd gemaakt van afsluitbare gietvormen, Cire Perdue, bewerking van platen, constructieribben, krammen en degenknoppen aan het eind van het zwaardheft.
Verwijst naar de stijl die volgde op de iconoclastische crisis, van het midden van de 9de tot het begin van de 13de eeuw. De stijl komt voornamelijk voor in het Oost-Romeinse rijk, en verspreidde zich samen met het Orthodoxe geloof naar de Balkan en Rusland na het verlies van Klein-Azië aan de Seljuk-Turken in 1071. De stijl kenmerkt zich door het voortborduren op en verder ontwikkelen van vroegere Byzantijnse kunst, bijvoorbeeld door een kleinere schaal van kerken en kloosters, het regelmatige gebruik van de Griekse kruisplattegrond, interieurs bedekt met weelderig marmer, mozaïeken, schilderingen en ivoorsnijwerk. Het betrof meestal eenvoudiger, meer lineaire en abstracte composities in een strak iconografisch systeem.
Verwijst naar de periode van circa 1900 tot 1600 v. Chr. op het eiland Cyprus. De kunst uit deze periode kenmerkt zich door een voortzetting van de vroeg-Cypriotische stijlen zoals roodgepolijst aardewerk en de vervaardiging van platte geschilderde of gegraveerde terracotta figuurtjes, waarvan sommige met gemodelleerde armen en benen.
Kansels in moskeeën met een klein platform voor de spreker, een balustrade, een baldakijn, een smalle trap en meestal met een poort aan de voet van de trap.
Klinieken die mobiel zijn en vaak in voertuigen zijn ondergebracht. Gewoonlijk bedoeld om poliklinische patiënten in plattelandsgebieden of andere gebieden met slechte medische voorzieningen medische zorg te bieden en medicijnen te verstrekken.
Kranen met een draaibare bovenbouw en een krachtbron, aandrijfmechanisme en een laadboom die zijn geplaatst op een mobiel onderstel of platform. Worden gebruikt bij het hijsen en draaien van ladingen in verschillende draaicirkels
Mechanische lampen die een zuiger met veerwerking in het reservoir hebben, waardoor olie door een uitvoerig regelingsmechanisme naar de brander wordt gevoerd. Deze lampen kunnen worden herkend aan de grote, platte pin onder de brander, waarmee de springveer wordt samengedrukt.
Verwijst naar de stijl en periode die in verband worden gebracht met de heerschappij van Moerad II, zoon van Mehmed I. Hij was aan de macht van 1421 tot 1444, toen hij afstand deed van de troon. Daarna was hij van 1446 tot 1451 wederom aan de macht. Het belangrijkste architectuurproject tijdens zijn heerschappij was de bouw van de enorme 'moskee met drie balkons' waaraan men in 1438 begon en die zo werd genoemd vanwege de vernieuwende minaret met drie balkons. Het gebouw was uniek met zijn ruitjespatronen, glas-in-loodramen en kronkelende strepen in rood-roze steen, een grote binnenplaats en enorm hoge minaretten. Moerad II was de laatste sultan die werd begraven in de stad Bursa, maar de locatie die hij had gekozen, was meer afgelegen en het resulterende complex van gebouwen en de Koninklijke begraafplaats is lager gelegen en eenvoudiger van aard dan eerdere werken. Ook vermeldenswaardig is de bijbehorende tuin met een grote verscheidenheid aan ceders, platanen, oleanders en rozenstruiken.
Verwijst naar de kunst en architectuur in de periode van de heerschappij van Moestafa III, die regeerde van 1757 tot 1774. Hij stichtte de Laleli-moskee, die doet denken aan het ontwerp van de Nuruosmaniye-moskee met zijn verhoogde platform en toegangstrap.
Enkelsnedige dakpan die uit twee aparte delen bestaat die in combinatie worden gebruikt: een platte, tapse nonpan met opstaande randen en een half-ronde tapse monnikpan.
Verwijst naar tekeningen, meestal bedoeld voor technische of bouwkundige toepassingen, waarin de positie van componenten ten opzichte van elkaar in een ontwerp of plattegrond is weergegeven. Ze kunnen ook de wijze van bevestiging van de componenten laten zien, of de juiste werking van mechanismen.
Open helmen die in de 16e eeuw werden ontwikkeld uit de 'stormhoed', bestaande uit een helmkap met een brede gewelfde rand die aan de zijkanten plat of naar beneden gebogen is maar aan de voor- en achterkant in een punt omhoog buigt.
Tijdens het brouwen van bier wordt het gemalen mout beslaan, d.i. met water in de beslagkuip dooreen gemengd en opgeschud, met de moutspaan. De moutspaan bestaat uit een plat blad (ca. 25-30 cm bij 15-20 cm) in de vorm van een rooster, dat door middel van een dille aan een dikke (ca. 3-5 cm) en lange (ca. 180 cm) houten steel is bevestigd. Het kan ook een geheel houten werktuig zijn, met nagenoeg dezelfde vorm.
Kleine, met knoppen bediende apparaten die worden bewogen op een plat bureau of tekentableau om de bewegingen van de cursor op het scherm te controleren.
Messing dat 60% koper en 40% zink bevat en over het algemeen wordt geproduceerd in de vorm van platen.
Muziekwerken die ontstaan door het opnemen van natuurlijke geluiden, waarna deze worden bewerkt en herschikt tot een compositie. Het woord 'concrète' verwijst naar het rechtstreeks werken met geluid in plaats van met een systeem van abstracte muzieknotatie. Deze werken zijn oorspronkelijk op grammofoonplaten opgenomen, maar later, met de komst van de bandrecorder, op magneetband. Deze stijl is circa 1948 ontwikkeld door de Franse componist Pierre Schaeffer en zijn collega's, onder wie Pierre Henry, in de Club d'Essai en Groupe de Recherches Musicales van de Office de Radio-diffusion et Télévision Française. De term 'musique concrète' is voorbehouden aan werken die uitsluitend met natuurlijk voorkomende geluiden zijn gemaakt en op grammofoonplaat of magneetband zijn opgenomen. Gebruik 'elektronische muziek' voor werken die zijn gemaakt op basis van geluiden die in hoofdzaak door middel van elektronische synthese of door het combineren van natuurlijke en synthetische klanken tot stand zijn gekomen.
Hellende platte blokken op de soffiet van de Dorische kroonlijst, meestal versierd met rijen van elk zes guttae. Ze komen voor op elke triglief en elke metope van de fries.
Gebruik voor constructies met verhoogde platformen waarop een band of orkest speelt, vaak overdekt wanneer het buiten is geplaatst..
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het gelijknamige Afrikaanse volk, dat op het Jos Plateau in Nigeria leeft.
Torenspitsen die slank geconstrueerd zijn doordat ze ingesnoerd zijn; of die zich verheffen vanaf het midden van het platte dak van een toren, binnen een balustrade, die een looppad beschermt waarop steigers kunnen worden opgericht wanneer reparaties nodig zijn.
Platte, vaak rechthoekige of ovale platen waarop een meestal gedrukte of ingegraveerde naam van bijvoorbeeld een persoon of bedrijf staat.
Draagbare houders om urine en ontlasting op te vangen; cilindervorming met bolle zijkanten, platte bodem en één oor of handvat, soms met deksel. Ze zijn er ook van metaal.
Verwijst naar de periode die is genoemd naar het gebied van Nakhon Pathom in het Dvaravati-koninkrijk. Op het terrein van keramiek wordt deze periode gekenmerkt door hardgebakken houders van aardewerk, begrafenisurnen, votieftabletten van klei, kendi of watervaten met een bolvormige tuit en een lange hals met gevlamde rand, en olielampen, versierd in rood pigment of ingesneden, gestempelde patronen. Sommige keramiekstukken, zoals terracotta beeldjes, dienden als bouwkundige versieringen. In de beeldhouwkunst wordt deze periode gekenmerkt door Boeddha-afbeeldingen met enkele elementen in Mon-stijl, zoals brede gelaatstrekken en lange haarkrullen. De beeldhouwkunst is strikt frontaal en symmetrisch en de handen bevinden zich in de vitarka mudr-positie, waarbij de twee handen samen een verenigd gebaar maken, zoals in Dvaravati-beeldhouwkunst. Deze periode wordt ook gekenmerkt door Boeddha die is gezeten op de 'Europese' manier, met de benen naar beneden hangend en de knieën uit elkaar. Beeldhouwkunst in bas-reliëf uit deze periode wordt gekenmerkt door narratieve panelen verdeeld in twee registers en wordt gebruikt voor het versieren van stoepa-monumenten. Andere artistieke producties zijn gouden en zilveren votieftabletten die rijkdom en macht aanduiden, nek- en borstversieringen gemaakt van platte goudplaten, gouden betelsets, gouden plaquettes in reliëf, uit bladgoud gesneden afbeeldingen van Boeddha en ornamenten en beeldjes die zijn versierd met repoussé, filigreinwerk, emailleerwerk en niellowerk.
Mandolines met een peervormige klankkast van smalle houten repen, sterk gewelfd aan het ondereind, hals met frets, rond of langwerpig open klankgat, 4 stalen dubbele snaren, lage kam op het bovenblad gelijmd, platte, rechthoekige sleutelschijf onder een stompe hoek op de hals, stemsleutels aan de achterkant; Italië, midden 18de eeuw.
Een proces waarbij een voorwerp, zoals een blad of een stukje kant, wordt gedrukt op een plat oppervlak, als zacht metaal, om een directe afdruk te maken of een matrix.
Een zeer zware serpentijnsoort in de vorm van een afgeplatte bol. De naam is afgeleid van het Griekse woord voor nier. De stenen werden door de oude Romeinen gebruikt als standaardgewichten en werden waarschijnlijk ook om de nek van veroordeelde Christenen gebonden voordat deze de verdrinkingsdood stierven. Hierdoor wordt de steen soms ook martelaarsteen genoemd. Nefrietsteen is meestal gitzwart met kleine grijze spikkels en een metaaltextuur.
Verwijst naar een perspectiefsysteem dat is bedoeld om het effect dat objecten op grotere afstand kleiner lijken dan dichterbij gelegen objecten, te neutraliseren. Het maakt gebruik van zichtlijnen om de proporties, vaak van grootschalige letters en versieringen, aan te passen, met als gevolg dat alle letters of versieringen vanuit de kijker gezien op dezelfde schaal lijken afgebeeld. Het systeem werd in de oudheid al door Plato en anderen beschreven, en werd besproken door Dürer en andere kunstenaars uit de renaissance.
Personen die vloeistof op fotografische negatieven aanbrengen om onvolkomenheden af te bedekken, wordt voornamelijk gebruikt voor het maken van drukplaten.
Een optisch effect dat zich manifesteert als een reeks afwisselend licht en donker gekleurde ringen. Het wordt meestal veroorzaakt door een stuk glas met een rond oppervlak dat ligt op een ander stuk met een plat oppervlak. Hierdoor ontstaat een interferentie van lichtgolven. Genoemd naar de Engelse natuurkundige Sir Isaac Newton, die als eerste onderzoek verrichtte naar de eigenschappen van de ringen.
Prenten gemaakt door gegraveerde zilverplaten af te drukken voor het aanbrengen van de zwarte vulling, een edelsmeedkunsttechniek. Wordt vooral in verband gebracht met de Renaissance in Italië.
Te gebruiken wanneer, bij het drukken, de afzonderlijke platen of blokken niet allemaal goed op elkaar liggen.
Een legering van koper, nikkel en zink waarbij nikkel dient om de kleur te versterken. Het wordt onder andere gebruikt voor processen waarbij vervormbaarheid in koude toestand noodzakelijk is, zoals stampen, draaien, dieptrekken en het plateren van voorwerpen.
Halsamforen met een wijd uitlopende, conische hals, een hoge romp en twee platte, riemvormige handvatten die vanaf de schouders naar buiten steken en in de rand overgaan. Ze zijn vooral bekend in de zwartfigurige stijl. De vorm is oorspronkelijk Etruskisch en door de pottenbakker Nikosthenes aangepast. Aangenomen wordt dat Nikostheense amforen speciaal voor de Etruskische markt werden geproduceerd.
Uitgestorven orde van fossiele zeereptielen die voornamelijk voorkwamen in Europa en die erg leken op de latere plesiosauriërs, maar als een aparte orde zijn geclassificeerd. De dieren leefden in het Trias. Kenmerkend waren het gesloten gehemelte, de lange, platte schedel met grote openingen, het grote aantal puntige tanden langs de randen van de kaken, het slanke lichaam, de lange nek en staart en de lange ledematen. De openingen voor de luchtwegen waren gescheiden van die van het voedselkanaal. Hoewel het dier in het water leefde, waren de ledematen minder gespecialiseerd voor zwemmen dan bij meer ontwikkelde Sauropterygia.
Kleine, dunne, platte stukken metaal, leer of ander geschikt materiaal waarop een uniek officieel identificatienummer is aangebracht van een geregistreerd voertuig, waaraan het is bevestigd.
Verwijst naar een soortgelijk type oinochoai als vorm 2 maar met een ronde mond (ook wel platte mond genoemd).
Wordt gebruikt voor de platformen boven koorhekken, waarvandaan het koor zingt of lezingen worden gehouden.
Orde van vier levende soorten in één familie. Het zijn zeer grote viervoeters met lange gebogen ivoren slagtanden, een slurf waarmee ze dingen kunnen grijpen, zuilvormige poten, een zeer groot hoofd met slaapklieren en grote platte oren. Er zijn minstens 170 fossiele soorten, zoals mammoeten en mastodonten.
Lijn die een cirkelvormig plat vlak begrensd; de lengte van deze lijn is gelijk aan pi maal de diameter.
Metalen platen die in het begin aan het onderste gedeelte, maar later over het gehele borststuk werden vastgemaakt, waardoor de dikte werd verdubbeld. Ze deden dienst als versterkingsstukken voor zowel toernooi- als velduitrusting, en werden steeds meer gemeengoed naarmate de vuurkracht van wapens toenam.
Een term uit de oude Griekse architectuur voor de platte dakpan of Hollandse pan met een decoratieve neus, gebruikt voor de overhangende dakranden (met antefixen) als vervanger van de neuslijsten (terracotta of marmeren dakgoot van een gebouw). In de tegenwoordige bouwkunst is de onderpan een dakpan die doorgaans korter of eenvoudiger is dan andere dakpannen, en wordt gebruikt in de eerste rij pannen langs de dakranden van een gebouw.
Platen, matjes of kleine ondiepe borden, meestal rond en gebruikt om een oppervlak te beschermen tegen krassen of beschadiging door hitte of vocht.
Wordt gebruikt voor eenzijdige bouwsystemen waarin gewapend betonnen platen worden gedragen op palen die slechts in één richting lopen.
Eenzijdige bouwsystemen waarin de platen geleed zijn met dicht op elkaar staande ribben of dwarsbalken.
Wordt gebruikt voor bouwsystemen gebaseerd op betonnen platen, waarin de belasting slechts in één richting worden overgedragen.
Lichtdichte doos om platen en films in te ontwikkelen.
Intelligente en sociale hominide, de grootste levende primaat. Ze hebben een grote kop, brede borst, lange armen, een platte neus met grote neusgaten en een zwarte vacht. Volwassen mannetjes hebben een zilverkleurig ���zadel' op de rug. Vergeleken met de westelijke gorilla is de oostelijke gorilla groter en donkerder van kleur, heeft geen overhangende punt op de neus, heeft een robuuster lichaam en leeft minder in bomen en in grotere familiegroepen (van soms wel 40 individuen). In sommige classificaties beschouwt men de oostelijke en westelijke gorilla als één enkele soort.
Platen, meestal met rechthoekig uitstekend deel aan één kant, gebruikt om de zijden en snijkanten van een boek dat van platten is voorziente beschermen tijdens het opbinden.
Een vrij bewegend scharnier dat wordt gebruikt bij het boekbinden, geproduceerd door voor- en achterplat een klein stuk (ongeveer 3 tot 6 mm) van de kneep te plaatsen. Zo ontstaat een ruimte waarin het omslagmateriaal wordt geperst, waarbij er een plooi of een groef ontstaat. Het is een van de meest karakteristieke eigenschappen van bibliotheekbindingen. Er kan op deze manier dik omslagmateriaal worden gebruikt, zoals buckram, terwijl het boek nog steeds eenvoudig kan worden geopend. Anders dan 'gesloten scharnieren', waarbij het plat met de rugsnede tegen de kneep ligt, waardoor een vrij stugge verbinding ontstaat.
Te gebruiken voor het boekbindproces waarbij touwen strak rond een boek worden gewikkeld dat tussen speciaal daarvoor gemaakte platen wordt gehouden en de waarbij de touwen die over de rug aan beide zijden van de opgetilde banden lopen, over de platten en onder de voorrand van het boek, zodat de bekleding stevig aan de platten vasthecht. Ook te gebruiken voor het proces waarbij touwen van de kop tot de staart op de rug van een boek worden gewikkeld om de kapjes vast te klemmen.
Een techniek waarbij aardewerk met de hand wordt gevormd en waarbij een klomp natte klei met een deegrol wordt geplet tot een platte plak. De plak kan in verschillende vormen worden geklopt, met slib aan andere plakken worden vastgemaakt, of over een houten vorm worden geklopt.
Proefdrukken die zijn gemaakt van zetsel dat in bladzijden is gezet, meestal nadat correcties zijn gemaakt maar voordat de platen zijn gemaakt.
Korte stukjes hoekstaal die worden gebruikt om structurele onderdelen, zoals voorgevormde platen, te bevestigen aan constructiestaal.
Keukengerei met een breed, plat, vaak flexibel blad dat wordt gebruikt voor het mengen of verdelen van zacht voedsel of het verwijderen van voedsel uit kommen of andere hulpmiddelen. Gebruik 'turners (culinary utensils)' voor gerei met een eenvoudig, geperforeerd, doorboord of gegroefd blad en dat lange handvatten, dat wordt gebruikt voor het optillen en omdraaien van voedsel zoals pannekoeken of gebakken eieren.
Verwijst naar schilderijen uit Orissa in oostelijk India vanaf het midden van de 16de eeuw tot en met de 19de eeuw. De stijl omvat miniatuurschilderingen, beschilderde wandkleden en manuscripten van palmblad. De stijl is geïnspireerd op middeleeuwse kunst, maar wordt tevens gekenmerkt door Mogol-, Deccani- en Vijayanagara-invloeden. De krachtige lijn, weelderige kleuren en het fijne lijnontwerp die kenmerkend zijn voor Orissaanse miniatuurschilderingen zijn uniek in contemporaine Indiase schilderkunst. Ook de wandkleden zijn eclectisch in stijl en beelden gewoonlijk in verfijnde aardetinten symbolische plattegronden van heilige complexen uit.
Verwijst naar een techniek voor het tweedimensionaal voorstellen van driedimensionale voorwerpen door gebruik van parallelle projectielijnen die loodrecht op het projectievlak of het beeldoppervlak staan. De belangrijkste oppervlakken lopen parallel aan het beeldvlak. Er is geen sprake van verkorting, veranderingen van schaal of proportie of andere vervormingen die worden veroorzaakt door het gebruik van lineair perspectief. Het wordt vaak gebruikt voor technische en architectonische tekeningen, zoals plattegronden, doorsneden en aanzichten. Het wordt ook gebruikt voor het creëren van azimutale projecties van de aarde of een ander hemellichaam, zoals dat vanuit de ruimte wordt gezien.
Grote stenen platen die verticaal overeind staan als bekleding tegen het onderste deel van een muur.
Afzonderlijk gedrukte delen van grotere werken, zoals artikelen uit periodieken of hoofdstukken van boeken, die gelijktijdig met het origineel worden gedrukt van hetzelfde zetwerk of dezelfde printplaten; vooral bedoeld voor gebruik door de auteur of voor promotionele doeleinden.Te onderscheiden van ‘herdrukken’, een term die met betrekking tot artikelen wordt gebruikt voor delen van grotere werken die na publicatie van het origineel worden gemaakt, gewoonlijk maar niet altijd van hetzelfde zetwerk of dezelfde printplaten.
Kleine, platte overhandse steken die een diagonaal vormen. Gebruikt om lappen stof met elkaar te verbinden of om kleine zomen vast te zetten.
Zittekisten met platen over de bovenkant van de zijplanken.
De platformen die zich tussen trappen of aan het eind van een trap bevinden.
Woningen die zijn gebouwd langs de oevers van meren, vaak op houten plateau's boven moerassige grond; kenmerkend voor prehistorisch Europa, vooral Zwitserland en Noord-Italië.
Stokwapens met een lange, convexe of platte s-vormige kling met één snijrand, aan de bovenkant verdeeld in een verticale punt en een naar voren gebogen haak, met een horizontale weerhaak in het midden van de achterkant; gebruikt in Europa, onder andere veel door voetsoldaten, vanaf tenminste halverwege de 13e eeuw tot de 17e eeuw.
Gebruik voor grote gebieden van dunne platen van drijvend ijs die zijn samengedreven door wind of stromingen en een massa vormen die het hele zee-oppervlak bedekt, zodat er weinig of geen open water meer is.
Kleine, dunne houders, vaak van papier en qua vorm gelijk aan enveloppen of platte zakken.
Brede en platte voorwerpen die door kunstenaars worden gebruikt om kleuren op uit te stallen en te mengen.
Verhalende ceremoniële danscycli die worden beoefend door de inwoners van het oostelijke deel van de regio Kimberley in Australië. De verhalende dans is gebaseerd op de cycloon en is een manier om dergelijke gebeurtenissen aan de rest van de bevolking uit te leggen. Beschilderde platen en gevlochten kruisen worden tijdens de voorstelling achter de hoofden van de dansers gedragen. Het type materiaal dat voor de dansen wordt gebruikt, hangt samen met de context van het verhaal.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Pd en het atoomnummer 46. Het is een zeldzaam, glanzend, zilverachtig wit metaal dat voorkomt in platinaerts. Ookte gebruiken voor het metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, diverse voorwerpen en materialen te maken.
Een ijzerprocédé voor het maken van fotografische afdrukken, waarbij palladium wordt gereduceerd uit een zout om een beeld te vormen. Lijkt veel op het platinaprocédé.
Fotografische afdrukken vervaardigd met op de lichtgevoeligheid van ijzerzouten gebaseerd contactpapier; goedkope variant van 'platinadrukken'. Het dure platina is in dit afdrukpapier vervangen door het metaal palladium.
Borden of houders voor het verpakken en vervoeren van goederen, bijvoorbeeld draagbare platforms waarop goederen kunnen worden verplaatst, gestapeld of opgeslagen, met name met behulp van vorkheftrucks.
Gewelven die bestaan uit massieve halve kegels met concave zijden die bijna of helemaal samenkomen aan de top van het gewelf; de ruimten tussen de kegels zijn plat en het geheel wordt uitvoerig gedecoreerd met ribben die uitwaaieren vanuit de voet van het gewelf.
Omslagen voor pamfletten, waarbij elke omslag bestaat uit twee platten die aan elkaar zijn verbonden door een stoffen scharnier, met daaraan een extra band of strook materiaal. Het pamflet wordt vervolgens aan de strook vastgenaaid of vastgelijmd.
Wordt gebruikt voor de afzonderlijke glasplaten in ramen of andere openingen. 'Ramen' zijn de constructies waarin ruiten gevat zijn.
Banden gestempeld met patronen door middel van tamelijk grote gegraveerde blokken of platen waarvoor een mechanische pers nodig is. Populair in de vijftiende en zestiende eeuw en opnieuw in de negentiende eeuw.
Platte trekpoppen, meestal van karton, die populair waren in Frankrijk in de 18e eeuw.
Muilachtig schoeisel met een bovenstuk en geen zijstukken die werden gedragen van de 15e tot de 17e eeuw en twee verschillende functies hadden: bedoeld als pantoffels voor gebruik binnenshuis en als overschoen met een dikke, vaak kurken, zool bedoeld voor gebruik buitenshuis. Gebruik 'chopines' voor damesschoenen of overschoenen met een muilachtige bovengedeelte en een hoge plateauzool.
Te gebruiken voor het ontwerpen van papieren constructies en mechanismen, zoals pop-up-elementen in boeken en ansichtkaarten, bouwplaten en diverse soorten papieren houders.
Middelen om twee of meer stukken papier bij elkaar te houden, en die bestaan uit een stuk veerkrachtig materiaal dat in platte lussen is gebogen die met lichte druk uit elkaar kunnen worden gedrukt.
Symmetrische, open krommen in het platte vlak die ontstaan wanneer van een kegel een stuk wordt afgesneden dat parallel loopt aan de mantel; vertoont overeenkomsten met het pad van een projectiel onder invloed van de zwaartekracht.
Vaak bolle ronde of ovale metalen platen, die vanaf het begin van de 17e eeuw op zwaarden en andere wapens voorkomen.
Gelamineerd bladmetaal dat op bladgoud lijkt en wordt vervaardigd door het plaatsen van een dunne plaat goud op een soortgelijke plaat zilver (of tin), waarna de twee platen op elkaar vast werden gehamerd. Het goud-met-zilverlaminaat diende als vervanging van bladgoud, maar bezat de ongewenste eigenschap dat er zich metaalaanslag op vormde, aangezien het bladgoud de zilverlaag eronder niet kan beschermen.
Omsluitende ringen op containers en andere voorwerpen. Voor platte, scherp gerande kragen of sierknoppen op glasservies met steel wordt 'mereses' gebruikt
Beschermmappen voor kunstwerken, documenten of andere, in het algemeen platte, voorwerpen. Ze zijn meestal gemaakt van karton of stevig papier en bestaan meestal uit een stevige plank waarop het voorwerp wordt geplaatst en een scharnierende plank erboven waarin een opening is gemaakt om het voorwerp te omlijsten.
Een smal garneersel dat op verschillende manieren kan worden gemaakt, zoals kaartweven of vlechten. Het komt voor met diverse vezels en in verschillende gewichten, maar het is zwaarder dan lint en platter dan koord.
Garneersel gemaakt door zijde, kamgaren of katoenen draad rond een kerndraad of -snoer te draaien, wat resulteert in een platte, opengewerkte vlecht.
het plaatsen van een kunstwerk, document of ander meestal plat voorwerp in een passe-partout om het te beschermen, ondersteunen of om het tentoon te stellen.
Genre dat het idyllische leven op het platteland oproept of afbeeldt; vaak scènes in beeldende kunstwerken met herders en herderinnetjes in geïdealiseerde arcadische landschappen.
Te gebruiken voor decoratieve ontwerpen die zich meestal op een plat vlak of in reliëf bevinden en bestaan uit telkens terugkerende motieven.
Afgeplatte houders, kalebasvormig, oren aan weerszijden om er een draagband doorheen te steken.
Gehard stalen platen met gaten van verschillende diameters. Worden gebruikt om pluggen te snijden, door ze door de gaten te persen waardoor overtollig hout achterblijft.
Woongebieden die aan de randen van steden liggen, of buitenwijken die de grens vormen tussen de stedelijke bebouwing en het platteland.
Verwijst naar een periode in de prehistorische vervaardiging van werktuigen die volgt op de Mousterién-nijverheid in het hoog-paleolithische Europa. Het is genoemd naar een gebied in het zuiden van midden-Frankrijk. De periode overlapt enigszins met de laat-paleolithische nijverheid en werd gevolgd door het Solutréen. De Périgordien-nijverheid kenmerkt zich door de fijn getande gereedschappen in Mousterién-stijl, stenen messen met een scherpe en een platte kant, en verschillende schrapers, boren, graveerstiften, kleine lemmeten en hangers.
Optisch speelgoed dat bewegende beelden creëert. Het bestaat uit een schijf met uitsparingen, waarop een reeks beelden te zien is die lijken te bewegen bij het draaien van de schijf voor een spiegel en het bekijken ervan via de uitsparingen. De uitvinding dateert uit 1833 en Joseph Plateau wordt beschouwd als de uitvinder. Een stroboscoop is een soortgelijk apparaat, waarbij in plaats van de spiegel echter gebruik wordt gemaakt van twee schijven.
Verwijst naar de stroming onder Amerikaanse pictorialistische fotografen aangevoerd door Alfred Stieglizt in New York in 1902 die als doel had de status van de fotografie als waardevol en verfijnd artistiek medium te bevorderen. De stijl streefde ernaar de status van hoogwaardige fotografische afdruktechnieken te verhogen door gomdruk of platinadruk toe te passen, waarmee hetzelfde effect moest worden gesorteerd als met verf, pastel of andere traditionele media. Hierbij werd de nadruk gelegd op soft focus, compositie en textuur.
Garneersel van stof of leer dat vanaf halverwege de 16e tot vroeg in de 17e eeuw zowel op burgerkleding als op wapenrusting werd gedragen. Op wapenrusting werd het gedragen aan de randen van de metalen platen, waar de losse onderdelen over elkaar heen schoven, om het geluid en wrijving te verminderen.
Decoratieve motieven die bestaan uit driedelige, gespleten lobben gevormd door inkepingen aan het einde van de afgeplatte steel van lepels en vorken; vooral gebruikt op bestek uit de 17e en 18e eeuw.
Platte goederenwagons die zijn ontworpen en uitgerust voor het transport van containers of opleggers.
Voorwerpen die worden gebruikt om de tabak in een pijpenkop te duwen. Bestaan uit een plat, rond uiteinde aan een versierd handvat dat meestal van koper of zilver is gemaakt.
Bijlen met een plat slagvlak om uitstekende hoekvormige punten af te slaan en een puntige hamerpin om een vlak terug te brengen tot de gewenste vorm.
Wordt gebruikt voor grote foto's of platen die aan een muur kunnen worden gehangen en waarop een seksueel aantrekkelijk persoon staat afgebeeld.
Klasse van coniferen uit het Late Carboon tot heden, bestaande uit zes levende families, met 62 genera en 515 soorten. Hiertoe behoren hoofdzakelijk bomen, met schubachtige, naaldachtige of platte en mesvormige bladeren en compact hout. De zaden bevinden zich op het bovenste oppervlak.
Wordt gebruikt voor brede, platte, enigszins dikke en meestal onbuigzame voorwerpen; dikker dan bladen, breder dan latten of planken.
Glas dat wordt geproduceerd in grote vlakke platen door het te blazen, trekken, rollen of glad te maken.
Platte schijven of strips van metaal of hout waartussen mechanieken van klokken en horloges zich bevinden.
Maaswerk waarvan de openingen schijnbaar of echt in stenen platen zijn geboord. Wordt vooral gebruikt in vroeg gotische ramen.
Meestal parkerschroeven die rond of plat zijn of een cilinderkop hebben, met schroefdraad van de kop tot de punt en die zonder een moer worden gebruikt om metalen platen en een aantal andere materialen vast te maken.
Uitgestorven klasse van gewervelde visachtige dieren met kaken. Van deze klasse zijn fossielen gevonden uit voornamelijk het Siluur en Devoon. De kop en borst waren bedekt met brede, platte benige platen. Kenmerkend waren de kaken, die door zowel de schedel als de tongbeenboog werden ondersteund, en de gedeeltelijk verbeende schedel. De kop en snuit waren bedekt met een pantser dat aan de nek vastzat. Gewoonlijk hadden de dieren buikvinnen, borstvinnen of vinachtige structuren en kieuwbogen.
Uitgestorven orde van fossiele zeereptielen met een stevig, soms gepantserd lichaam en grote platte palatale tanden. Men denkt dat de dieren de tanden gebruikten om de schalen van weekdieren te kraken. De dieren leefden in het Trias.
Verwijst naar plattegronden met een bovenaanzicht, maar zo weergegeven alsof ze benedenwaarts op een bovenoppervlak, bijvoorbeeld een plafond, zijn geprojecteerd. In een dergelijke plattegrond verschijnen alle elementen die zich van onderaf bezien links bevinden, aan de rechterzijde. De term verwijst ook naar plattegronden voor plafonds die zijn weergegeven alsof ze via een spiegel op de grond zijn weerkaatst, binnen de context van de plattegrond, om zo de verhouding tussen de plattegrond en het ontwerp of de configuratie van het plafond zichtbaar te maken.
Lange, getande platen die worden gebruikt om pleister af te vlakken en in te krassen, ter voorbereiding op de volgende deklaag.
Verwijst naar plattegronden die de helft van een structuur of locatie weergeven, meestal de helft van een symmetrische plattegrond.
Kaarten waarop landschapskenmerken worden weergegeven alsof ze zich in een plat vlak bevinden, dus zonder dat rekening wordt gehouden met de hoogteverschillen in het betreffende gebied.
Verwijst naar afbeeldingen die weliswaar op een plat oppervlak zijn afgebeeld maar het uitspansel voorstellen oftewel de sterren en sterrenstelsels binnen een ogenschijnlijk holle bolvorm die de hemel voorstelt zoals die vanaf het aardoppervlak zichtbaar is. Ze verschenen voor het eerst in Europa rond 1515, hoewel eenvoudige voorstellingen van de sterrenstelsels al uit het oude Egypte bekend waren. Planisferen vormen een specifieker begrip dan 'astronomische kaarten', aangezien 'planisferen' in specifieke zin verwijzen naar vroege afbeeldingen van de hemel op een plat oppervlak, waarbij het afgebeelde begrip de projectie van een bol op een plat oppervlak betreft; 'astronomische kaarten' kan verwijzen naar kaarten binnen een veel breder historisch kader, en dus niet uitsluitend naar kaarten waarbij de 'hemel' als concept zich op of in een bolvorm zou bevinden. Gebruik 'hemelglobes' voor de feitelijke weergave van de hemel op een bolvorm, in tegenstelling tot een projectie op een plat vlak.
Dunne, platte, onbuigzame voorwerpen, met - in vergelijking tot de dikte - een aanzienlijke lengte of breedte; meestal van hout, karton of een samengesteld vezelmateriaal.
Verwijst naar lange, brede, vierkant gezaagde vlakke delen geschaafd hout, die dikker zijn dan 'platen'. Een plank is meestal een stuk gezaagd hout dat bestemd is voor constructiewerk of andere doeleinden, met een dikte van vijf tot 15 centimeter en een lengte van 2 meter 50 of meer.
Eenvoudige kisten uit zes platen die samen zijn gevoegd, gelapt, gespijkerd en van scharnieren voorzien. Ze vormen een goedkoop alternatief voor kisten van schrijnwerk.
Eenvoudige stoelen die bestaan uit een platte, rechthoekige zitting, vier dunne rechte poten en een rugleuning die bestaat uit een plank die in een gleuf in de zitting wordt gevoegd.
Metalen ruilmiddel in de vorm van abstracte massa's, of vlakke regelmatige platen.
Platte, dunne objecten met inscriptie, ook voor sier; formaat ca. 5 x 10 cm.
Verwijst naar de stijl van marmeren figuren die in de Cycladische archipel werden vervaardigd tijdens de vroeg-Cycladische periode tussen grofweg 3.500 à 3.000 en 2.800 à 2.600 v. Chr. Genoemd naar de archeologische vindplaats op het eiland Paros. De beeldjes bestaan uit zowel mannelijke als vrouwelijke figuren. Zij kenmerken zich door een zeker naturalisme, zichtbaar in de amandelvormige hoofden, de in bas- reliëf vormgegeven gezichtskenmerken, de armen die bij de ellebogen zijn gebogen, de handen tegen elkaar op de borst, de gespreide benen en de voeten met platte zolen.
Platte stukken metaal of hout met aan de onderkant een houten handvat. Worden door stukadoors gebruikt om pleister of metselspecie te dragen.
Uitgestorven orde van fossiele zeereptielen met een breed, afgeplat lichaam, vaak een kleine kop op een lange, flexibele nek, een korte staart en vier grote peddelachtige ledematen. De dieren leefden in het Krijt en de Jura.
Leden van een familie van rechtszijdige platvissen waarvan de meeste soorten op de zeebodem op hun linkerzijde gaan liggen, waarbij hun beide ogen aan de rechterzijde omhooggericht zijn.
Leden van een orde die circa 600 soorten ovaalvormige platte graatvissen omvat, zoals de bot, de heilbot en de tarbot. Bij veel soorten liggen de beide ogen aan één kant van de kop doordat (afhankelijk van de soort) het linker- of rechteroog in de loop van de ontwikkeling door of rond de kop is verplaatst.
Rechthoekige of vierkante voetstukken voor zuilen, pilasters of deurlijsten. Wordt ook gebruikt voor stevige, vaak versierde voetstukken van monumentale beelden of gedenktekens ondersteunen, of voor de onderste gedeelten van buitenmuren en de platformachtige onderlaag van gebouwen.
Metalen kokertjes die op helmen en hoofdplaten van paarden werden gemonteerd, bijna altijd bedekt door een klein decoratief plaatje, schijf of schildje om een pluim in te steken.
Een klein dun stuk of laagje materiaal, meestal plat en slap.
Wordt gebruikt voor verhoogde platformen voor sprekers of dirigenten. Ze komen zowel buiten als binnen voor, vaak smaller dan de breedte van de directe ruimte waar ze op rusten. Voor de verhoogde platformen die aan het eind van ruime kamers geplaatst zijn als eervolle of belangrijke plaats, zoals voor sprekers, officieren of hoogwaardigheidbekleders wordt 'podia' gebruikt.
Verhoogde platformen binnenshuis aan of langs het eind van hallen of gelijksoortige ruime kamers, die dienst doen als belangrijkste of eervolle plaatsen, gereserveerd voor hoogwaardigheidsbekleders, officiers of sprekers. Voor gewoonlijk kleinere verhoogde platformen voor binnen of buiten die door sprekers of dirigenten gebruikt worden, wordt 'podia (platformen)' geprefereerd.
Knuppels die werden gebruikt door diverse Noord-Amerikaanse Indianenvolkeren als wapens en ceremoniële objecten. In het gebied van de Grote Meren zijn ze over het algemeen plat en gebogen met een knobbelige kop; in het gebied van de Plains zijn het dunne stokken met een steen aan één van de uiteinden.
Europese stokwapens met een kop met een bijlachtig blad dat in balans wordt gehouden door ofwel een scherp, licht gebogen weerhaak of een platte, onbuigzame hamerkop; voorzien van een korte punt bovenop de stok en een metalen versteviging die de bovenkant van de stok beschermt, met daar net onder een rondeel als handbeschermer; veel gebruikt bij voetgevechten in oorlogen en toernooien in de 15e en 16e eeuw.
Hangende olielampen die bestaan uit een platte, metalen ring die aan drie kettingen hangt. De ring heeft openingen voor een aantal (drie tot zes) lichte kopjes of kegelvormige bekers.
Lichamen die begrensd zijn door platte veelhoeken, zijvlakken genoemd.
Loodsen voor locomotieven rondom een centraal draaiplateau die veelal (semi) circelvormig waren (vandaar polygonaal).
Groep van thermoplastische harsen die worden vervaardigd door polyvinylalcohol te condenseren met een aldehyde; wordt voornamelijk gebruikt in de vorm van platen en vliezen, gegoten producten, deklagen en hechtmiddelen. Het gaat hierbij speciaal om hars gemaakt van acetaldehyde.
Tafels met een oppervlak van met stof beklede leistenen platen, met zes zakken en een stootrand rondom. Te onderscheiden van 'biljarttafels' die geen zakken hebben.
Platte, opvouwbare houders voor bankbiljetten en documenten die gewoonlijk in de zak van een herenjasje past, 19e en begin 2oe eeuw.
Platte, vaak opvouwbare houders, met name diegene die groot genoeg zijn om papiergeld, credit cards, rijbewijs en dergelijke te kunnen bevatten, soms met een vakje voor munten.
Platte, draagbare houders gebruikt om papieren of tekeningen in te vervoeren.
Gevouwen bladen van licht karton waarmee papieren, brieven of andere platte documenten worden beschermd of vastgehouden, zoals in een dossier.
Zware helmen die het hoofd en gezicht volledig omsluiten, oorspronkelijk met een platte bovenkant, maar later met een kegelvormige of ronde bovenkant; werden gebruikt in oorlogsvoering vanaf het eind van de 12e tot halverwege de 14e eeuw en daarna nog tot halverwege de 16e eeuw in toernooien.
Platforms op wielen, vaak met een vertoning of een tableau er bovenop, die rond worden getrokken in optochten of processies.
Een gestrekt, plat binnenschip met vlakke bodem dat vanaf de middeleeuwen veel in Noord-Europa werd gebruikt.
Te gebruiken voor kleine vaartuigen die traditiegetrouw overnaads gebouwd zijn, maar tegenwoordig ook van meerlagenhechthout worden gemaakt en aan beide kanten zijn voorzien van platte panelen in plaats van de meer gebruikelijke balken; het paneel aan de boeg is meestal kleiner dan die aan het achterdek.
Materialen zoals papier en plaatmetaal tussen twee platen in vorm brengen. Hierbij bevat de ene plaat een reliëfafdruk van het ontwerp, terwijl uit de andere plaat datzelfde ontwerp is weggesneden.
Bolronde hoed voor geestelijken met brede platte rand en een koord rondom de bol die eindigt in een aantal kwasten en kleuren overeenkomstig de rang van de drager.
Verwijst naar de eerste fase van de Minoïsche kunst en cultuur, volgens het classificatiesysteem van de archeoloog Nikolas Platon. De fase kenmerkt zich door een Kretenzische samenleving die is opgedeeld in een reeks kleine eenheden die in politiek en economisch opzicht onafhankelijk zijn, met grote regionale verschillen en een aantal culturele overeenkomsten. De fase overlapt met de vroeg-Minoïsche periode.
Platte ronde, vierkante, rechthoekige of ovale bladen, soms op een standring of op pootjes; voor verschillende doeleinden gebruikt, vooral het presenteren van voedsel of drank. Gebruik 'tazza's' voor drinkschalen met een wijde platte kom, vooral die uit de 16e eeuw.
Drinkschalen bestaande uit een wijde, platte of ondiepe cuppa, steunend op een stam met een knop in het midden, gemaakt met of zonder oren en zelden met een deksel; wordt vooral gebruikt voor 16e eeuwse typen. Gebruik 'presenteerbladen' voor platte, ronde, vierkante, rechthoekige of ovale bladen vooral gebruikt voor het serveren van voedsel en drank.
Te gebruiken voor dunne metalen platen van tin of zink die tijdens het persen worden gebruikt om een gelijkmatige drukverdeling te waarborgen, het boekblok te beschermen tegen vocht en te voorkomen dat de inkepingen van de inslag zich aftekenen in het boekblok.
Orde van 16 families met ten minste ongeveer 300 soorten, waaronder de mens, mensapen, apen, lemuren en verwante soorten. Gewoonlijk hebben ze relatief ronde schedels, platte gezichten, korte kaken en neuzen, naar voren gerichte ogen en een opponeerbare vinger aan de handen en een opponeerbare teen aan de voeten (behalve bij mensen). De meeste soorten zijn afstammelingen van behendige boombewoners. Dit blijkt uit de kenmerken van de schedel, de tanden en de ledematen. Diverse soorten, zoals Homo sapiens, leven niet meer in bomen, maar hebben nog steeds veel van deze kenmerken. De hersenen van primaten hebben een unieke kloof, de fissura calcarina, tussen de primaire en secundaire visuele gebieden aan beide zijden van de hersenen. En alleen primaten hebben platte nagels en geen klauwen en hoeven, zoals andere zoogdieren. De meeste moderne primaten leven in de tropen of subtropen, maar enkele soorten komen ook voor in gematigde gebieden. De eerste primaten verschenen in het Vroeg-Eoceen (54,8 miljoen tot 49 miljoen jaar geleden) of misschien het Laat-Paleoceen (57,9 miljoen tot 54,8 miljoen jaar geleden).
Genus van vier soorten katachtigen die in Azië voorkomen, waaronder de Bengaalse tijgerkat, de platkopkat en de vissende kat.
Series proefdrukken die de opeenvolgende en aanvullende stappen van een kleurendrukprocedé na elke kleurtoevoeging laten zien. Aan de hand van deze proeven wordt de kleurdensiteit bepaald en het effect van elke kleur op de andere kleuren. Eventuele kleurcorrecties kunnen worden geformuleerd voor de drukplatenmaker. Gebruik 'kleurenproefdrukken' voor series proefdrukken waarbij elke kleur van het proces te zien is op een afzonderlijke afdruk.
Wordt gebruikt voor orthografische tekeningen die zijn geprojecteerd vanuit een andere hoek dan een normale plattegrond, doorsnede of aanzichten, om de ware grootte te laten zien van een hellend vlak.
Witte, verticale, platte vlakken waarop beelden worden geprojecteerd, gemaakt van reflecterend materiaal. In het algemeen gebruikt voor het projecteren van film- en videobeelden of dia’s.
Brandschermen die een toneel of besloten platform van het publiek of de kijkers in een auditorium afscheiden.
Genus van 6 soorten kegeldragende groenblijvende productiebomen die inheems zijn in het westen van Noord-Amerika en in Oost-Azië. De bomen worden gekenmerkt door lange, platte, spiraalvormig gerangschikte naalden die rechtstreeks uit de tak ontspringen. Iedere geelgroene of blauwgroene naald heeft een korte steel aan de basis en een gegroefd bovenoppervlak. De winterknoppen zijn bruin, glanzend en puntig van vorm. Als enige conifeer heeft de Douglasspar drielobbige bracteeën die tussen de schubben uitsteken. De kegels hangen omlaag en steken dus niet omhoog zoals bij echte sparren. De kegels rijpen in één jaargetijde en behouden hun schubben wanneer ze afvallen.
Wordt gebruikt voor wooncomplexen met meerdere verdiepingen en meerdere vertrekken, vaak gebouwd op plateau's of in rotswanden, gangbaar bij bepaalde indiaanse culturen in het zuidwesten van de Verenigde Staten; te onderscheiden van 'Great Houses (complexen)' door hun ligging en samengeklonterde opbouw.
Verwijst naar kant die wordt gemaakt van platte Venetiaanse kant. Deze wordt gekenmerkt door een opgehoogd patroon, dat ontstaat door krul- of bladmotieven te omgeven door koord, een relatieve zware draad of draadbundel. Het ontwerp wordt daarna bewerkt met knoopsgatsteken, zodat de krullen en bladeren reliëf krijgen.
Een type pyxides met een plat deksel met een knop en een buik met holle zijden. Dit type is voetloos of heeft een ringvormige voet die soms is verdeeld in drie of vier gedeelten.
Psalters met 50-100 snaren van darm, metaal of kunststof in bundels van 3 gespannen over een platte, trapeziumvormige klankkast, met dierenhuid over de bodem; 20ste eeuwse modellen hebben soms koperen knoppen voor het spannen; Nabije-Oosten, Turkije, Noord-Afrika, delen van Azië en Zuidoost-Europa.
Grote boomzagen met een zaagbeugel. Worden gebruikt om boomstammen tot platen of planken te zagen.
Dunne beschermplaten die worden gebruikt bij het uitvegen om te voorkomen dat het omringende werk niet wordt uitgeveegd.
Kasten voor radio-ontvangers, vaak ook met ruimte voor aanverwante geluidsapparatuur zoals platenspelers.
Te gebruiken voor lichte boten met weinig diepgang die rond het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw werden gebruikt om door het moeras te bomen bij het jagen op verschillende rallen. Ze hebben meestal een platte bodem, zijn zowel dwarsscheeps als langsscheeps beplankt en zijn aan voor- en achterzijde gelijk.
Verwijst naar asymmetrisch ontworpen huizen met één bouwlaag, lage schuine daken, een groot grondoppervlak en een onregelmatige vorm; kan ook worden gebruikt voor het belangrijkste woonhuis op een ranch. Sedert het eind van de jaren 40 en de jaren 50 van de 20ste eeuw wordt het ranchhuis in verband gebracht met het werk van Cliff May (1908-1989), een architect die vaak gebouwen met een open plattegrond en grote glaspartijen ontwierp. De ontwerpen sloegen aan, en na de publicatie van twee bouwkundige ‘pattern books’ door het tijdschrift 'Sunset', 'Sunset Western Ranch Houses' (San Francisco, 1946) en 'Western Ranch Houses by Cliff May' (Menlo Park, 1958), werden zijn ideeën ook door andere architecten overgenomen.
Verwijst naar de smalle delen van dunne, platte objecten met een zekere 'dikte' (de kleinste dimensie), ter onderscheiding van de brede oppervlakken van dunne, vlakke objecten. Zie 'randen (ornamenttypen)' voor decoratieve oppervlakken met een verschil in patroon, materiaal, kleur of vorm langs de rand of kant van een bepaald object.
Ornamentele gedeelten rondom de rand of begrenzing van een object, met patronen, materialen, kleuren of vormen die van het object zelf afwijken. Verwijst in specifieke zin naar de gedeelten van wandtapijten rond het centrale veld buiten de binnenste stroken en binnen de strook rond de buitenzijden van het wandtapijt. Zie 'randen (delen of aspecten van objecten)' voor de smalle delen van dunne, platte objecten met een zekere 'dikte' of de kleinste afmeting, ter onderscheiding van de brede oppervlakken.
Kylikes met een lip die iets naar buiten krult en duidelijk van de buik naar boven is gemodelleerd. Kenmerkend zijn ook de platte schaal en zwarte handvatten, steel en voet. De lip was vaak beschilderd met figuren en/of een inscriptie was aangebracht in het gedeelte tussen de handvatten, vaak de handtekening van de pottenbakker.
Te gebruiken voor platte oppervlakken of borden, soms grote bouwsels, geconstrueerd of gebruikt voor het ophangen van kennisgevingen of advertenties.
Het terrein van de planning dat zich bezighoudt met de ontwikkeling van complete regio's, voornamelijk met de coëxistentie van de leefgemeenschappen en haar faciliteiten met de plattelandsomgeving.
Diverse apparaten die worden gebruikt om ervoor te zorgen dat opeenvolgende drukplaten of blokken voor dezelfde afbeelding op de juiste plaats worden gezet.
Merktekens, meestal in de vorm van rechte hoeken, kruizen of kruizen in cirkels, die op drukplaten worden gezet om ze volmaakt passend te maken voor kleurendruk. Registermerken worden ook aangebracht op verzamelmodellen met pikeersels om het juiste register te verkrijgen.
Banken die in combinatie met trekplaten worden gebruikt om lange of sterke draden te rekken.
Het vormgeven van een voorwerp, bijvoorbeeld een hol vat, uit een platte plaat metaal door het metaal afwisselend te hameren en te ontharden.
Een platformonafhankelijke bestandsspecificatie of -structuur, die het mogelijk maakt dat multimedia wordt opgeslagen in een gangbare bestandsindeling
Verwijst naar een type pottenbakkersgereedschap; #ribs zijn kromme stukken hout of been, gekenmerkt door één platte en één ronde rand. #Ribs worden gebruikt voor het vormen, buigen, gladmaken, afsnijden of openen van natte klei; ze geven profiel aan de buitenkant van een bord of pot. Eén hand drukt naar buiten en naar boven aan de binnenkant van de bewerkte klei, terwijl aan de buitenkant de #rib wordt gebruikt om een glad oppervlak te maken.
Smal en plat gevlochten materiaal in zigzagvorm dat wordt gebruikt voor garneersels op kleding.
Lijstwerk met een smalle, platte rand, vaak vierkant in doorsnede.
Metalen plaatjes, in het algemeen plat en rechthoekig of ovaal van vorm, die gewoonlijk insignes van rang of eenheid aanduiden; omvat plaatjes die worden gedragen op tailleriemen, schouderriemen en degenkoppels.
Blokken, platforms of andere ondersteunende constructies bedoeld om iets op een hoge plaats neer te zetten, bijvoorbeeld een blok op een dressoir, kast, altaar of een ander meubelstuk.
Te gebruiken voor vierwielige, overdekte rijtuigen met zijkanten die zijn afgesloten met ofwel panelen of met gordijnen, al of niet met een bok, en geplaatst op elliptische of platformveringen, meestal met een gemeenschappelijk dak dat over de bestuurdersplaats, die deel uitmaakt van de kast, heen steekt; konden door één of twee paarden worden getrokken en kwamen voor met allerlei soorten kasten; populair in de Verenigde Staten na hun introductie in de jaren dertig van de 19e eeuw.
Wordt gebruikt voor smalle steel, meestal van hout, gevormd in een rond handvat of greep aan de ene kant en een blad met een plat uiteinde aan de andere kant en die wordt gebruikt om te roeien. Gebruik 'peddels (vaartuiguitrusting)' voor soortgelijke maar kortere riemen met ronde blad die worden gebruikt voor het voortbewegen van kleine bootjes.
Getande stokjes of ronde of dunne, platte stokjes zonder tanden die zijn gemaakt van hout, metaal of plastic en worden gebruikt voor het doorroeren van gemengde dranken.
Pruimtabak die wordt geproduceerd in de vorm van een platte taart.
Kunstenaarspenselen die ongeveer dezelfde lengte hebben als platte penselen. Ze zijn rond met taps toelopende punten en worden gebruikt voor schetsen, aftekenen en voor gedetailleerd werk.
Afneembare verstevigingsdelen van harnasplaten, gevormd om de gebogen elleboog te bedekken. Ze dienden als @'double pieces' voor toernooiuitrustingen.
Reliëffiguren die zijn gesneden uit houten tabletten of platen, te vinden op Paaseiland en waarschijnlijk een onderdeel van een boustrofedon-schriftsysteem dat werd gebruikt voor ceremoniële geheugensteuntjes. Het is nog niet gelukt om het rongorongo te ontcijferen.
IJslepels eindigend in een halve bolvorm; wordt gebruikt voor het uitscheppen van roomijs en vergelijkbare producten; kan voorzien zijn van een mechanisme dat het ijs losmaakt van de binnenkant van de schep. Voor gebruiksvoorwerpen die een relatief groot plat oppervlak van verschillende vorm hebben en die gebruikt worden om ijs te serveren gebruik: 'roomijs-serveergerei'.
Verhogingen voor het houden van publieke toespraken. In het oude Rome was een rostrum een verhoogd platform in het Romeinse forum, gedecoreerd met de boegen (rostra) van buitgemaakte schepen, waarop redevoeringen of pleidooien ten overstaan van het Romeinse volk werden gehouden.
Ruitvormige platen of panelen waarop het wapenschild van een overleden persoon is aangebracht, die bij zijn overlijden ten toon worden gesteld.
Halve boekbanden met een platte rug van groen of bruin kalfsleer die is bedrukt met vergulde letters, donkerrode stoffen of papieren omslagen op de borden, een vergulde kopsnede en ruw gesneden of geschepte zij- en onderranden. Dit type banden werd oorspronkelijk gebruikt voor uitgaven van de Roxburghe Club, een vereniging van bibliofielen die in 1812 in Engeland is opgericht en is genoemd naar de hertog van Roxburghe.
Kleine ronde deurplaten die dienst doen als basis voor een deurknop of hefgreep en die tussen de deurknop en de deur worden bevestigd.
Delen van de wapenrusting die de achterzijde van de romp beschermen en die bestaan uit verscheidene brede harnasplaten die met gespen aan elkaar vastzitten of uit een enkele plaat die met riemen, scharnieren of anderszins aan het borstschild is bevestigd.
De hiërarchie Ruilmiddelen bevat descriptoren voor objecten waaraan een specifieke waarde is toegekend en die bedoeld zijn voor gebruik bij het uitwisselen van goederen en diensten, en het vereffenen van schulden. Hieronder vallen objecten die in allerlei situaties bruikbaar zijn, in de algemene circulatie (bijvoorbeeld 'munten'), en objecten die beperkt bruikbaar zijn en vaak zijn bedoeld voor de uitwisseling van specifieke goederen en diensten (bijvoorbeeld 'betalingsbewijzen'). Het grootste deel van de descriptoren betreft benamingen van munten. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor groepen ruilmiddelen (bijvoorbeeld 'plate number blocks') bevinden zich in de hiërarchie Objectgroepen en systemen. Descriptoren die als omschrijving dienen van materialen welke bij de vervaardiging van ruilmiddelen worden gebruikt (bijvoorbeeld 'cupronikkel') zijn ondergebracht in de hiërarchie Materialen, terwijl descriptoren die verwijzen naar de wijze van vervaardiging van ruilmiddelen (bijvoorbeeld 'munten (procedés)') deel uitmaken van de hiërarchie Procedés en Technieken. In de hiërarchie Informatievormen vindt u descriptoren voor de verschillende identificerende symbolen of afkortingen die op diverse typen ruilmiddelen voorkomen (bijvoorbeeld 'munttekens') alsmede descriptoren voor zakelijke en financiële stukken (bijvoorbeeld 'aandelen').
Lampen, meestal van geverfd metaal en soms van koper, met een cilindrische, zuilvormige houder waarin een T-vormige pithouder zit met een platte pit en een tandradmechanisme om de pit mee omhoog en omlaag te draaien. Vanuit een plat, ovaal reservoir aan de zijkant wordt brandstof door een buisje naar de houder gevoerd. Ze hebben een cilindervormig, glazen rookkanaal en een geverfde gietijzeren kap. Ze zijn rond 1800 door graaf Rumford uitgevonden.
Duurzame keper van kamgaren of met de schering van kamgaren en de inslag van een ander wolgaren. Het heeft een gladde afwerking met een platte diagonale ribbel en wordt vaak gebruikt voor kledingstukken die op maat worden gemaakt, zoals pakken, jassen en jurken.
Divers gerei dat met vuur te maken heeft, voornamelijk metalen schijven of platen die worden verhit en dan boven voedsel, zoals gebak of puddingen, worden geplaatst om de bovenkant te bruinen.
Te gebruiken voor diverse soorten platbodems afkomstig uit het Verre Oosten die worden voortbewogen met een enkele wrikriem of door middel van een zeil.
Mondbogen met een korte, wijde, platte boog, 1 snaar van metaal, darm of vezel; bespeeld door met een stalen draad op de snaar te slaan; Zulu, Afrika.
Te gebruiken voor bouwpanelen die bestaan uit twee buitenplaten met een hoge dichtheid, zoals multiplex, hardhout of metaal, met daartussen een licht kernmateriaal, meestal schuimplastic, rubber of papier met honingraatstructuur.
Javaanse metallofonen bestaande uit dikke bronzen of ijzeren platen, gewoonlijk zes of zeven maar met regionale verschillen, geplaatst op een houten trog of drager, vaak gedetailleerd bewerkt en beslagen met houten of hoornen hamers. Ze bestaan in drie formaten en zijn belangrijke instrumenten in de Javaanse gamelan.
Serie van platte steken die in dichte rijen worden geborduurd en gebruikt worden om een deel van het onderliggende textiel volledig te bedekken.
Te gebruiken voor schoenachtige instrumenten of voor plateautjes die aan schoenen worden vastgezet, met aan de onderkant metalen bladen, wieltjes of rollers in diverse opstellingen om mee over ijs of andere, meestal gladde, oppervlakken te glijden.
Schaduwtheater is een vorm van poppenspel waarbij platte schaduwpoppen worden bewogen tegen een wit doorschijnend scherm of laken waarop licht schijnt, zodat de schaduwen van de poppen er op vallen. Het publiek ziet de schaduwen van de poppen terwijl er een verhaal wordt verbeeld. De wetenschappers zijn het niet eens over de oorsprong, maar Egypte en Oost-Azië zijn het waarschijnlijkst.
Kleiachtig afzettingsgesteente, gevormd door de samenpersing van klei, slib of modder; kan grijs, rood, bruin of zwart zijn. Het bestaat uit fijne platen die vrij zwak zijn, waardoor het gesteente eenvoudig te splijten is.
Zeer brede, platte bijlen die een priem of een drevel aan de achterkant van de kop hebben die dienst kan doen om gaten voor spijkers te maken.
Beschermende kledingstukken die bestaan uit overlappende platen van staal, aluminium of gelaagd glasvezel die aan de binnenkant van een nylon jasje zijn bevestigd. Ze werden tijdens de Tweede Wereldoorlog ontwikkeld om vliegtuigbemanningen te beschermen tegen scherven van luchtdoelprojectielen en worden tegenwoordig veel gebruikt door grondstrijdkrachten.
Platen die worden gebruikt om delen van een spant te verbinden of om verscheidene stukken staal te verbinden.
Plat, peddelachtig gerei met lange handvatten die vooral door bakkers worden gebruikt voor het plaatsen en verwijderen van brood, taarten en soortgelijke voedingswaren uit een oven. Gebruik 'taartscheppen' voor gerei met twee lange tanden die worden gebruikt voor het plaatsen in en verwijderen van voedsel uit een oven.
Dunne, platte, cirkelvormige voorwerpen die van elk materiaal kunnen zijn gemaakt.
Substantie die afkomstig is van de hoornplaten die de schilden van sommige schildpadden bedekken.
Het uiteenvallen in dunne, platte stukjes of laagjes.
Gebruik voor bruggen, meestal tijdelijk, waarvan de dekken worden ondersteund door lage drijvers met platte bodem (pontons).
Diverse voorwerpen die lijken op platte roeispanen maar kleiner zijn en worden gebruikt om te mengen, roeren of kloppen.
Landbouwwerktuig met een dun, plat blad dat gewoonlijk dwars aan het uiteinde van een lange steel is bevestigd. Wordt gebruikt voor het in stukken breken of losmaken van het grondoppervlak, het schoffelen van onkruid en het bedekken van gewassen met aarde.
Metalen strips of platen die zijn vastgemaakt aan de onderste lat van een deur als bescherming tegen beschadiging door bijvoorbeeld schoenen. Ook gebruikt voor platen, meestal van metaal, gebruikt om een rand of een ribbel te creëren bij een open rand van een trapbordes of vloer, of aan de achterrand of open uiteinde van een traptrede.
De standaard-hydriavorm die werd gebruikt voor zwartfigurige vazen. Dit stevige vat onderscheidt zich door een grote ronde opening, uitspringende hals, brede, enigszins platte schouder en brede buik. Deze vorm bleef voortbestaan in roodfigurige vazen maar werd daar minder gewoon.
Pantserplaten voor de schouders en bovenarmen, ofwel bestaande uit één grote plaat gevormd naar de schouder of meerdere scharnierende harnasplaatjes; reikte aan de voor- en achterkant zover dat de oksels en vaak ook de schouderbladen werden beschermd.
Te gebruiken voor diverse soorten platbodems met een vierkante romp, vaak met schuin aflopende uiteinden, met of zonder aandrijving.
Leunstoelen met een platte armleuning die breed genoeg is om als schrijfblad te gebruiken.
Platte, metalen, L-vormige voorwerpen die een nauwkeurige rechte hoek vormen, met schaalstreepjes en tekens die bruikbaar zijn voor een timmerman om raamlijsten te ontwerpen en in elkaar te zetten.
Brede, platte armen aan stoelen, die bedoeld zijn om als schrijfoppervlak te dienen.
Ruime platbodems die meestal moesten worden voortgeduwd of -getrokken en voornamelijk werden gebruikt voor het vervoeren van vracht.
Variant van het platinadrukprocédé waarbij kwiknitraat wordt toegevoegd, zodat sepiatonen op de afdruk ontstaan.
Gebruiksvoorwerpen in een veelheid van verschijningsvormen, uitgezonderd messen, vorken, lepels, tangen en scheppen; in het bijzonder platte schalen voor het opdienen van vast voedsel.
Verwijst naar globes met de afbeelding van het hemelgewelf, waarbij de sterren en planeten zijn weergegeven alsof de hemel vanaf de aarde zichtbaar zou zijn als een bolvorm. Hemelglobes werden gebruikt voor astronomische of astrologische berekeningen, of als ornament. Hemelglobes zijn reeds bekend sinds de oude Grieken. De globes dragen een afbeelding van de sterrenhemel, meestal de nachtelijke sterrenhemel, alsof die aan een waarnemer op aarde verschijnt als een halfrond dat op de horizon rust. De rotatie van de aarde om zijn as in oostelijke richting resulteert in een ogenschijnlijke rotatie van de sterrenhemel in westelijke richting, terwijl de sterren lijken te draaien rond een noordelijke of zuidelijke hemelpool. Gebruik 'planisferen' voor weergaven van het hemelgewelf die zijn geprojecteerd op een plat vlak.
Harnasstukken voor de voorkant van het hoofd van een paard of kameel, vaak met zijplaten om de wangen te beschermen en vaak versierd om het aan te passen aan de uitrusting van de berijder. Bekend in het klassieke Griekenland en vanaf de 12e eeuw ook in Europa, het Midden-Oosten, Turkije, Noord-Afrika en Japan. De harnasstukken waren gemaakt van staal of leer, hoewel de Japanners ook papier-maché en hout gebruikten en de Osmaanse Turken en de Soedanezen voornamelijk koper gebruikten.
Te gebruiken voor een uitgebreide klasse kleine zeilboten, afkomstig van de oostkust van de Verenigde Staten, die worden gekenmerkt door een platte kruislings geplankte bodem, weinig diepgang, een fijnbesneden boeg en een rechte achtersteven.
Verwijst naar de door John C. Stevens (1855-1940) aangevoerde stroming in Amerika tussen 1879 en 1890 die zich kenmerkt door het gebruik van houten dakspanen om hele gebouwen te bedekken en door een voorkeur voor het functionalisme boven historische, pretentieuze stijlen. Deze stijl, die voortkwam uit de Stick Style en de Queen Anne-stijl, werd vaker toegepast bij woonhuizen en hotels dan bij fabrieken of bedrijfscomplexen. Kenmerken van deze stijl zijn flexibele, open plattegronden met verbonden binnen- en buitenruimten, onregelmatige gevels, open veranda's en onregelmatige daklijnen ter versterking van een algeheel pastoraal karakter.
Stapeltjes bladgoud, afkomstig uit de ‘cutches’, in vieren gesneden, op elkaar gestapeld met tussen de bladen goudslagersvlies en bij elkaar gebonden met perkamentstroken; worden platter geslagen in de tweede fase van de handmatige productie van bladgoud, voordat ze naar de ‘mallen voor bladgoud’ gaan.
Verwijst naar de aardewerkstijlen die zijn gevonden bij de archeologische vindplaats Tepe Sialk op het Iraanse centrale plateau, en die zijn vervaardigd tussen circa 6000 tot 3000 v. Chr. Verschillende stijlen kunnen worden toegeschreven aan elk van de vier stadia van de nederzetting, zoals die tijdens de opgravingen werden onthuld, maar in het algemeen is het aardewerk vooral bekend om haar verfijnde geschilderde decoratie.
Wordt gebruikt voor het graveren en drukken vanaf staalplaten voor de productie van documenten waarvan in grote hoeveelheden exacte kopieën moeten worden gemaakt, zoals bankbiljetten en postzegels. Gebruik 'staalgraveren' voor het drukprocédé waarbij gebruik wordt gemaakt van stalen platen of koperen platen met een stalen bovenzijde.
Te gebruiken voor het proces waarbij een deel van de buitenkant van de platten van een boek met een materiaal wordt bekleed dat afwijkt van en contrasteert met het materiaal dat al op de rug en een deel van de platten is aangebracht, zoals bij half-, kwart- en driekwartbinding.
Kleine, doorgaans ronde en platte objecten van metaal, meestal brons, zilver of goud met daarop een reliëf op één of beide zijden, bedoeld als aandenken; ze worden niet gebruikt als ruilmiddel.
Platen die over de uiteinden van daksparren worden gespijkerd en soms een dakgoot dragen.
Broches in de vorm van een platte schijf, waarop aan de achterkant een speld is bevestigd.
Wordt voornamelijk gebruikt voor houders voor sigaren, met name dozen van verschillende vorm met deksel, lijkend op sigarettendoosjes maar dan groter, bedoeld om op een tafel, bureau of iets dergelijks te worden gezet. Gebruik 'sigarenkokers' voor platte houders die worden gebruikt om sigaren in mee te dragen. Gebruik 'humidors' voor luchtdichte sigarenhouders.
Platte, vaak rechthoekige omhulsels, die lijken op pakjes sigaretten maar dan groter, en die worden gebruikt om sigaren in mee te dragen. Gebruik 'sigarendozen' voor dozen met deksel die op tafel, bureau of iets dergelijks gezet worden en waar sigaren in zitten.
Dozen met deksel, variërend van vorm, lijkend op sigarendozen maar dan kleiner en met sigaretten erin, bedoeld om op een tafel, bureau of iets dergelijks te worden gezet. Gebruik 'sigarettenkokers' voor platte houders om sigaretten in mee te dragen. Gebruik 'sigarettenhouders (houders)' voor open cilindrische houders voor sigaretten.
Platte, meestal rechthoekige omhulsels die worden gebruikt om sigaretten in mee te dragen, lijkend op sigarendoosjes maar dan kleiner. Gebruik 'sigarettendozen' voor de doosjes met sigaretten met deksel die op tafel, bureau of iets dergelijks gezet worden.
Type leganimatie waarbij platte, vaak uiterst ingewikkelde profielen uit papier of een ander stijf materiaal worden gesneden, waarna hiervan met behulp van achtergrondverlichting schaduwbeelden worden gemaakt. De profielen worden minutieus bewogen en van iedere stand wordt een apart beeld gefilmd. De techniek werd voor het eerst door Lotte Reiniger in de jaren '20 van de 20e eeuw in Duitsland ontwikkeld.
Elk van verschillende assemblageprocessen waarin toevoegingen stevig op afgewerkte stukken worden geperst. In de context van boekbinden, het proces van het vlakken can bladen of het verzamelen van een tekstblok voor naaien of hechten door ze herhaaldelijk met een hamer te slaan, om ze te samen te persen en plat te maken. Of, bij het opnieuw inbinden, om de rugsteunen te verwijderen. Ook in het kader van het weven of soortgelijke activiteiten, het gerbruik van een klopper of kam om elke nieuwe inslagdraad in de juiste positie tegen de bestaande inslagen te drukken.
Platte, brede beitels die worden gebruikt om steen te bewerken.
Platen van hard materiaal, meestal steen of metaal; bespeeld door er op te slaan.
Grote, ronde penselen, meestal gemaakt van dassenhaar, waarvan de haren plat uitwaaieren. Worden voornamelijk gebruikt bij het schilderen met olieverf om randen of patronen te verzachten of vermengen.
Zware vrachtdragers die door paarden worden getrokken; met twee of vier wielen, al of niet met vering, met platte en vlakke bodems of laadbakken en vaak zonder zijkanten; vooral gebruikt door bedrijven in en rond steden; te onderscheiden van goederenwagens die door paarden worden getrokken, doordat ze rechte en vlakke laadvlakken hebben en kleinere achterwielen dan goederenwagens, waardoor ze lager zijn dan het vloerniveau, wat het verslepen van zware voorwerpen vergemakkelijkt.
Gereedschap dat lijkt op een platte vijl met een ruwe en een gladde kant; worden gebruikt om potloden, houtskool, krijtjes en pastelstiften aan te punten.
Slijpschijven of -platen die worden gebruikt voor het snijden of gladmaken van materialen zoals metaal, glas, plastics of klei.
Stalen staven met een afgeplat, gevorkt of beitelvormig uiteinde dat soms licht gebogen is. Worden gebruikt om zware dingen los te wrikken en als hefboom om zware voorwerpen te verplaatsen.
Zware hamers met een plat slagvlak met één stomp uiteinde en één snijkant. Worden gebruikt voor het grof bewerken van blokken gedolven steen of voor het afbreken van bouwconstructies.
Wordt gebruikt voor complete sluitinrichtingen, inclusief alle mechanische onderdelen en accessoires van het slot, zoals knoppen, verstevigingsplaten en beschermende sleutelgatplaatjes
Platte metalen plaatjes waarop de geweersloten van vuurwapens worden gemonteerd.
Wordt gebruikt voor inzetstukken of inlegsel om sleutelgaten heen. Voor grotere platen om sleutelgaten wordt 'sleutelgatplaatje (ijzerwaren)' gebruikt.
Tangen met rechte, platte kaken.
Platte, metalen platen met één op meer gaten met een snijkant om schroeven, buizen of staven met de hand te voorzien van een schroefdraad.
Houders voor snuifpoeder, in flesvorm, inhoud ca. 25 gram, plat of cilindrisch, vaak gedecoreerd, gemaakt van allerlei materiaal.
Kleine wormachtige weekdieren die in de diepzee leven en geen kalkhoudende platen op het lichaam hebben, maar wel dunne slijmerige uitsteeksels op de mantel. In sommige classificaties wordt deze onderklasse net als Caudofauveata een klasse genoemd. Hier worden de twee samen ondergebracht in de klasse Aplacophora.
Harnasonderdelen voor de voet, vanaf de Middeleeuwen tot de 16e eeuw voorkomend in verschillende vormen binnen Europa, opgebouwd uit maliën of platen die de enkel omsluiten en harnasplaatjes die de voet bedekken, met een teenkap van plaat. Sommige soorten hadden een afneembare lange punt als teenkap.
Pigment dat bestaat uit elementaire koperacetaat en met een donker blauw-groene kleur. Spaans groen, ook wel 'verdegris' en 'groenspaan'genoemd, werd vervaardigd sinds de oudheid door het plaatsen van koperen platen over vaten fermenterende druivenschillen, het azijnzuur reageert snel en vormt koperacetaat. Bij rechtstreeks gebruik als pigment, verkleurt het van groen naar zwart in olieverf, vervaagt in waterverf, en gaat een reactie aan met een papieren drager. Het wordt gebruikt om koperresinaat maken, als droger voor lijnolie, om stoffen te verven en als kleurstof en als schimmeldoder in aangroeiwerende verf.
Tekeningen met eindaanzichten van schepen, waarop welving op bepaalde punten langszij het schip staat aangegeven. Gebruik 'lijnentekeningen' als deze voorkomt met en met een plattegrond in halve breedte en zeegplattegronden.
Zachte, rubberen rollers met houten of metalen handvatten. Worden gebruikt om houten blokken, linoleumstempels, lithografische stenen of drukplaten met inkt te overtrekken.
Te gebruiken voor platte borden of bordachtige spelbenodigdheden die zo zijn gemarkeerd dat de voortgang van het spel er op kan worden gevolgd.
Idiofonen met een ronde, platte houten klankbodem met spijkers of ijzeren pennen van verschillende lengtes in de zijkanten geslagen, ook met sympathische snaren.; bespeeld door de spijkers aan te strijken met een geharste strijkstok.
Een soort bak om een badspons in te doen, in de vorm van een bol die horizontaal doormidden is gedeeld, waarvan het onderste gedeelte rust op een platte basis en de bovenste helft een scharnierende deksel met een gaatjespatroon is.
Ronde staven die worden gebruikt voor het omroeren van pap. Kan ook worden gebruikt voor platte spatels die worden gebruikt bij het bakken en omwentelen van pannekoeken.
Verwijst naar de periode van de 8ste tot de 13de eeuw in zuidelijk Thailand, genoemd naar het vroegere maritieme centrum dat bekend stond als Srivijaya. De artistieke productie uit deze periode manifesteert zich in een diversiteit van stijlen die de interculturele tradities van deze periode weerspiegelen. Deze periode omvat ook conventies uit Pala-Indiase kunst, zoals de nadruk op kledij, sierraden, de achterkant van tronen en stralenkransen rond lichamen. In de beeldhouwkunst manifesteert deze periode zich in Mahayana-boeddhistische afbeeldingen en zeer nauwkeurig uitgewerkte vierhoekige votieftabletten van klei die zich ontwikkelden tot een zeer wijd verspreide internationale stijl in een groot gedeelte van Zuid-Oost Azië en die het Mahayana-godendom afbeelden. In de architectuur manifesteert deze periode zich in kruisvormige plattegronden met cellae die worden omringd door kleinere schrijnen.
Wordt gebruikt voor de scharnierende stalen platen waarmee vonkjes worden geslagen uit een vuursteen in een vuursteenslot. Gebruik 'vuurslagen' voor handbediende gereedschappen die worden gebruikt bij het slaan tegen een vuursteen om vonken te maken.
Drukprocédé waarbij wordt gegraveerd met behulp van stalen platen of met koperen platen met een stalen bovenzijde; kwam aan het begin van de 19e eeuw als vervanging voor het kopergraveren met de minder duurzame koperplaten. Gebruik 'siderografie' voor het graveren van staalplaten bestemd voor de produktie van documenten, zoals bankbiljetten.
Personen die op staal graveren, voornamelijk om originele gravures op metalen platen te reproduceren om bankbiljetten, obligaties en andere waardepapieren mee te drukken.
Karakteristiek type staande klok in Amsterdam en Holland, soms voorzien van figuurmechanieken, speelwerken of astronomische aanduidingen. Het platine-uurwerk is uitgerust met een ankergang en een lange slinger. De kast is dikwijls voorzien van zaagwerk en bekroond door figuren zoals de Atlas-drager en famen.
Wordt gebruikt voor pantser- of harnasplaten die de achterhand van een paard beschermen. Het geheel bestaat uit langwerpige platen die de bovenkant van het achterdeel en de zijkanten en achterkant van de benen beschermen. Een lichtere variant bestaat uit leren riemen, vaak met harnasplaten, die van de ruggegraat tot aan de staartbescherming lopen, van de flanken tot net onder de wortel van de staart. Gebruik 'staartriemen' voor de leren riemen die een lus vormen rond de wortel van de paardestaart en worden bevestigd aan het zadel, om zo te voorkomen dat deze naar voren glijdt.
Overzichtslijsten van het bezit van een bibliotheek, platenverhuurbedrijf of archief, gerangschikt naar de volgorde waarin de boeken op de plank staan.
Brons met een glad, roodachtig oppervlak, gewoonlijk bestaande uit 7 tot 10% tin, 1 tot 3% lood en voor de rest koper; wordt bijvoorbeeld gebruikt voor het maken van beelden, gedenkplaten en apparatuur.
Smalle, verwijderbare houten of metalen platen die worden neergelaten door de bodem van een vaartuig om de stabiliteit te verhogen. Gebruik 'kielzwaarden' voor soortgelijke, om een spil draaiende platen die midscheeps zijn gemonteerd in een behuizing of tussendekse koker.
Houders meestal gebruikt om in te koken; ook om er sauzen in te maken, boter in te smelten; metaal, ca. 1 tot 2 liter, platte bodem, lange rechte steel, soms met deksel, soms met schenktuit. Ook benaming van pannen met verticale, bollende of ojiefvorrmige zijden.
Handbediende zagen die worden gebruikt om steen, voornamelijk marmer, in bruikbare platen te zagen.
Rechtopstaande stenen platen, effen of versierd, gebruikt als herdenkingsteken.
Wordt gebruikt voor doosvormige graven, meestal rechthoekig en bestemd als enkel graf, welke zijn uitgegraven in de grond en vaak langs alle kanten zijn afgedekt met stenen platen.
Verwijst naar een projectie waarbij een massief lichaam wordt weergegeven op een plat vlak. Wordt doorgaans in de cartografie gebruikt om de aarde of een ander hemellichaam te projecteren op een plat vlak. Het wordt gekenmerkt door een projectie van een halve bol waarop de parallellen en meridianen zijn weergegeven op een raakvlak, waarbij radialen worden gegenereerd vanuit het punt op het oppervlak van de bol dat tegenover het raakpunt ligt.
De tak van de wetenschap die zich bezighoudt met de driedimensionale interpretatie van platte beelden, vaak doorsneden of projecties, met gebruik van de algemene principes van geometrische waarschijnlijkheid.
Metalen drukplaten die zijn gemaakt door een afgietsel van lettervormen te maken en daar een gietvorm van te vervaardigen.
Personen die drukplaten vervaardigen door een mal met gezette letters te nemen en hiervan een metalen afgietsel te maken.
Schuine, wigvormige platen van verschillende afmetingen, gewoonlijk gemaakt van hout en soms bekleed met metaal, gebruikt in een liggende pers bij het ruggen van een boek.
Metalen, houten of leren constructies met een platte voetsteun en een gebogen gedeelte die zijn bevestigd aan het zadel met een stijgbeugelriem en worden gebruikt om de voeten van de ruiter te steunen.
Textiel die is geweven, gevilt, gebreid, geknoopt, gevlochten, getwijnd, geklopt of op een andere manier tot een plat stuk gemaakt. Gebruik `garen' voor textiel in de vorm van doorlopende lange draden van fijne vezels door die te winden, te spinnen, te vlechten of te twisten.
Wijde dubbele plooien waarvan het materiaal aan elke kant omgevouwen is. Gebruik 'box pleats' voor wijde dubbele plooien waarvan de platte vouw naar buiten in plaats van naar binnen gedraaid is.
Zware grepen of handgrepen die zijn gemonteerd in aanbouwplaten of verlengde platen en die zijn uitgerust met een duimstuk om de klink van het slot van een winkeldeur te bedienen.
Kleine skiffs met een platte bodem die men kan roeien of zeilen of waaraan een buitenboordmotor kan hangen. De zijkanten zijn meestal gemaakt van twee planken naast elkaar en de kruislings beplankte bodem heeft de vorm van een strijkijzer.
Apparaten, meestal met een tamelijk zware, platte metalen basis, die kunnen worden verhit en gebruikt om stukken stof glad te maken, af te werken of te persen.
Te gebruiken voor platte planken of andere oppervlakken, gewoonlijk bedekt met stof en aan één zijde spits toelopend, waarop kleding en dergelijke worden gestreken; kunnen vrijstaand zijn met een inklapbaar onderstel of bevestigd aan een verticaal oppervlak.
Kleine gazen zakken die worden gebruikt om aquatintplaten te bestrooien met hars in poedervorm.
Verwijst naar de laatste fase van de Minoïsche kunst en cultuur, volgens het classificatiesysteem van de archeoloog Nikolas Platon. Deze volgt op de ondergang van de heersende elite in Knossos, op Kreta, en duurt van circa 1375 tot circa 1000 v. Chr. Het kenmerkt zich door een toenemende politieke en economische versplintering op Kreta, het begin van een proces dat uiteindelijk zal leiden tot de ontwikkeling van machtige stadsstaten. Voorts kenmerkt de periode zich door de exodus van de Minoïsche inwoners van Kreta, die net als de Myceense inwoners behoorden tot de “Zeevolkeren” die Egypte bedreigden en die werden verslagen door Ramses III, om zich uiteindelijk te vestigen en bekend te worden als de Filistijnen.
De platte banden boven de hoogste lijsten van de cyma's van deklijsten, of de kleine banden boven en onder de scheppend holle lijstwerken van een Attisch voetstuk.
Lang middenstuk van zilver of verguld metaal voor bloemen, fruit, kruiderijen of andere zaken. Vaak bestaat een surtout-de-table uit een spiegelende plaat op pootjes met daarop twee kandelaars, een pièce de milieu, een grote kom op een standaard, platte kommen of etagères en andere objecten, zoals bloemen, verschillende soorten fruit en zoete lekkernijen, die men op een decoratieve manier presenteert en die bedoeld zijn als dessert.
Hout van de boom behorende tot de soort Acer pseudoplatanus, inheems in Midden-Europa en West-Azië, In de 15de eeuw werd de boom vanaf het continent geïntroduceerd in Groot-Brittannië. Het hout is wit tot geelachtig wit van kleur en wordt gebruikt voor het maken van draaiwerk, spoelen, handvatten voor borstels en decoratief fineer.
Keukengerei dat vaak een plat, driehoekig blad heeft en wordt gebruikt voor het snijden en opdienen van taarten en gebak.
Gerei met twee lange tanden en een handvat dat wordt gebruikt voor het plaatsen van taarten in en verwijderen uit een oven. Gebruik 'schietschoppen' voor plat, peddelachtig gerei dat wordt gebruikt voor het plaatsen in en verwijderen van voedsel uit een oven.
Schrijftafels die vaak een verschuifbaar, met leer bedekt blad hebben en soms een verstelbaar, scharnierend paneel om op te lezen. Te onderscheiden van 'bureaux plats' doordat ze kleiner zijn.
Betrekkelijk kleine, vlakke of bijna vlakke, meestal geïsoleerde stukken land die duidelijk uitsteken boven het omringende land en zich kenmerken door steile erosiewanden rondom; kleiner dan plateaus, maar groter dan tafelbergen.
Uitvoereenheden van computers die bestaan uit een platte tekentafel waarop schrijfgerei wordt bewogen zodat er zeer nauwkeurige tekeningen kunnen worden gemaakt op papier of film.
Platte oppervlakken of stukken steen met inscripties of daarvoor bedoeld, of dunne, onbuigzame stukken steen bedoeld als schrijfoppervlak.
Verwijst naar de cultuur van de Vroege Nomaden die zich ontwikkelde op de steppen van het Minoesinsk-bekken. De cultuur wordt gekenmerkt door een karakteristiek type koergan, vaak met een kleine grafheuvel en een lage, rechthoekige stenen omheining met hoge, pilaarachtige stenen platen op de vier hoekpunten. Er is ook het type zonder grafheuvel en met een begraafplaats die is gemarkeerd met stenen pilaren in groepen van enkele tientallen tot een paar honderd.
Dunne gewelven van een of meer lagen terracotta tegels die zij aan zij plat worden neergelegd en hun onbuigzaamheid ontlenen aan cohesie en kromming in plaats van aan massiviteit of samendrukking; kunnen worden opgericht zonder te centreren.
Platkopspijker die met name wordt gebruikt voor het bevestigen van tapijten.
Verwijst naar een Neolithische stijl en cultuur die is genoemd naar de archeologische vindplaats bij Fère-en-Tardenois in Noord-Frankrijk, en die voorkwam in Frankrijk, België, op de Britse eilanden en elders in West-Europa. Deze cultuur, die zich kenmerkt door specifieke beitelvormige pijlpunten, andere artefacten, en door de vorming van nederzettingen op zandgronden en plateaus, is gerelateerd aan de Azilian-cultuur.
Genus van 8 soorten kleine naaldbomen of struiken uit de familie Taxaceae, die zijn verspreid over het hele noordelijk halfrond. Het zijn relatief langzaam groeiende, langlevende planten die 1 tot 40 meter hoog kunnen worden en waarvan de stam een diameter heeft van maximaal 4 meter. Taxussen hebben een warm donkergroen blad met rechtopstaande of uitspreidende, bedekt met afgeplatte, lineaire bladeren. Ook andere bomen worden taxus genoemd maar zijn geen echte taxussen van dit geslacht, waaronder de Cephalotaxus harringtonia, de Saxegothaea conspicua en de Torreya taxifolia.
Wordt gebruikt voor tekeningen van aan- en afvoersystemen of delen daarvan. Gebruik '1. W-plannen (aanvoer) 2. rioleringsplannen (afvoer)' voor specifiek op schaal gemaakte plattegronden.
Pennen met een pennenhouder en een serie speciaal gevormde punten die in grootte en vorm variëren van breed en plat tot smal en puntig. Worden gebruikt in de kalligrafie en belettering.
Voorwerpen die gebruik maken van een prisma om een accurate afbeelding van een object op een plat oppervlak te maken, om deze over te trekken.
Platte oppervlakken die gewoonlijk bestaan uit een draadrooster in een tekenvak, die op een bureau, samen met een muis of schrijfstift, worden gebruikt voor de invoer van gegevens in het grafische systeem van een computer.
Te gebruiken voor de bestudering van het patroon, de vorm en evolutie van grootschalige delen van de aardkorst, zoals bekkens, verstoorde gordels, landtongen en continentale platten. Gebruik 'structurele geologie' voor de studie van kleinere, afzonderlijke geologische structuren.
Gemeenschappen die zijn ontworpen om telecommunicatiediensten aan te bieden aan mensen die thuis werken, vaak met de nieuwste technologie en gevestigd op het platteland.
Grote boom die inheems is in de tropische gebieden in het westen van Afrika. De boom kan 60 meter hoog worden en heeft een koepelvormige of platte kroon. Aan het grootste deel van de stam groeien geen takken. De vrucht is een dopvrucht met twee vleugels. Het hout gebruikt men op verschillende manieren, onder meer voor het maken van muziekinstrumenten.
Wordt gebruikt voor platte geplaveide of beplante gebieden, die meestal uitsteken boven het omliggende terrein en naast de gebouwen of gedeelten van het tuincomplex liggen.
De bovenste platforms of horizontale oppervlakken achter de parapetten van borstweringen.
Verwijst naar de periode van de Tagar-fase waarin de koergans aanzienlijk variëren. Er zijn grote constructies met monumentale grafgedeelten die zijn gebouwd van steen met muren van een meter dik en anderhalve meter hoog. In het midden bevindt zich een grote graftombe die bestaat uit een uitgebreide houten constructie van twee verdiepingen, met een dak van boomstammen, die de resten bevat van enkele tientallen lichamen. Alle graftomben zijn in brand gestoken, de constructies zijn verkoold en op de meeste plaatsen tot as vergaan. Andere graftomben hebben kleinere grafruimten van platte stenen die rechtop in de grond zijn geplaatst, en die ofwel tegen elkaar aan zijn gebouwd, ofwel van elkaar zijn gescheiden door middel van een smalle tussenruimte en slechts een enkele graftombe bevatten. Sommige graftomben kunnen in de ruimten tussen grafgedeelten zijn geplaatst of in de ruimte tussen de belangrijkste graftombe en de muur van het grafgedeelte. In beide gevallen zijn de schedels van de overledene doorboord, bedekt met een kleilaag en beschilderd.
Verwijst naar de periode die wordt geassocieerd met de stad Thonburi, die in 1767 werd gesticht door de militaire leider Taskin nadat deze binnenvallende legers had verslagen en de politieke macht had gegrepen. In de stijl van deze periode staat het hernieuwde gevoel van militaire macht en politieke eenwording centraal. In de schilderkunst manifesteerde de stijl zich op muurschilderingen waarop boeddhistische onderwerpen, Thaise landschappen en details over de plattegronden en de constructie van gebouwen worden afgebeeld. Muurschilderingen decoreerden meestal de interieuren van koninklijke gebouwen of tempels. In deze periode floreerden bouwprogramma's voor tempels en paleizen, onder andere voor de Chakri Maha Prasat en de Wat Arun, een Chinees geïnspireerde tempel die wordt gekenmerkt door klokkentorens en met porselein bedekte timpanen, en door Thaise details zoals teakwoningen voor monniken. In de beeldhouwkunst manifesteert deze periode zich in grote beelden van Boeddha in koninklijke kledij die zijn gemaakt van verguld en gelakt stucwerk en gedecoreerd met ingelegd paarlemoer. Reusachtige bewakers zoals mythische half-menselijke, half-vogelachtige figuren en apsarasa's en Chinese stenen beelden verfraaien de binnenhoven van tempels in deze periode.
Verwijst naar een fase in de Minoïsche kunst en cultuur, volgens het classificatiesysteem dat werd ontwikkeld door de archeoloog Nikolas Platon. De periode begon rond 1600 v. Chr. en eindigde rond 1400 v. Chr. met klaarblijkelijke maatschappelijke onrust of oorlog. De periode kenmerkt zich door hernieuwde macht en welvaart en een ogenschijnlijk autoritair gezag, de herbouw van eerder verwoeste paleizen, en de bloei van fresco- schilderkunst, beschildering van aardewerk, gebeeldhouwd aardewerk en beeldhouwwerk in het algemeen. De periode overlapt met de laat- Minoïsche periode.
Verwijst naar een fase in de Minoïsche kunst en cultuur, volgens het classificatiesysteem van de archeoloog Nikolas Platon. De periode begon rond 2.000 v. Chr. en eindigde toen het gebied rond 1700 v. Chr. door aardbevingen werd verwoest. De tijd kenmerkt zich door economische centralisatie, het ontstaan van uitgebreide buitenlandse contacten, de ontwikkeling van een verfijnder schrift, bekend als Lineair A, de bouw van opvallende, grote paleizen, het verschijnen van koninklijke steden, een opmerkelijke afwezigheid van fortificaties, en een algehele bloei van de kunst, met name in de frescoschilderkunst, de decoratie van aardewerk, gegraveerde stenen vazen en sieraden. De periode valt samen met de midden-Minoïsche periode.
Harnasdelen die in de 15e en 16e eeuw werden gebruikt in steekspelen, bestaande uit grote metalen platen, ofwel in de vorm van een schild of in de vorm van het dijbeen; ze hingen aan beide kanten van het zadel of waren vastgeriemd aan de beide dijbenen van de strijder, ter bescherming van de dijbenen en knieën.
Orde met 1 familie en 47 soorten vogels die op de grond leven en op kwartels of fazanten lijken, met platte, langwerpige en tamelijk zwakke snavels en zeer kleine staarten.
Kunstenaarspenselen met een vierkant uiteinde en kortere haren dan platte penselen.
Lange, smalle voertuigen met platte onderkanten die vooraan omhoog en naar binnen buigen en die recreatief worden gebruikt om mee over de sneeuw te glijden.
Stokjes met een knobbelig of plat uiteinde waarmee suiker en citroen worden geplet voor het maken van grog.
Term die wordt gebruikt voor verschillende soorten keukengerei dat voornamelijk wordt gebruikt voor het opdienen van tomaten, met name het gerei dat een plat of rond oppervlak heeft dat soms is doorboord.
Wordt gebruikt voor ronde lijsten waarbij het voornaamste lijstwerk bestaat uit een slinger die helemaal rondloopt, of uit een ornamentele lijst die vaak is versierd met een plat lijstwerk of decoratieve staven aan de binnen- en buitenrand.
Verwijst naar kaarten die een regio weergeven op een schaal die ligt tussen die van een plattegrond (die een klein gebied weergeeft) en een chorografische kaart (een grote regionale kaart). Topografische kaarten bevatten nauwkeurige weergaven van de locatie en vorm van zowel natuurlijke als door mensen aangebrachte kenmerken. De term verwijst naar kaarten die in verschillende landen verschillende schalen kunnen hebben, en is in de Verenigde Staten meestal beperkt tot kaarten met een schaal van 1:500.000 of groter, maar in Rusland kan de schaal wel 1:1.000.000 of groter zijn. Vaak wordt de term ten onrechte gebruikt voor kaarten die alleen natuurlijke reliëfkenmerken weergeven.
Wordt gebruikt voor oude Romeinse begrafenisbouwwerken van enkele verdiepingen hoog, die meestal oprijzen vanaf een vierkante of een rechthoekige basis met trappen en met bovenop een piramidevormig, koepelvormig of plat dak.
Grote klokken waarvan de wijzerplaten op een afstand van het mechaniek zijn gezet. Ze worden meestal geplaatst in torens of op andere opvallende plaatsen op openbare gebouwen.
Ronde stenen platforms of torens die zijn opgericht op heuvels waarop de parsen in India hun doden achterlaten, overeenkomstig de zoroastrische rituele gebruiken. Dergelijke uit steen of baksteen vervaardigde torens zijn circa 8 meter hoog en zijn voorzien van een rooster waarop de doden worden neergelegd. Nadat de lijken door gieren zijn verslonden, vallen de botten in een kuil eronder; zo wordt voldaan aan het zoroastrische gebod dat eist dat lijken, die als uiterst vervuilend worden beschouwd, niet de aarde mogen verontreinigen of in contact mogen komen met vuur. De torens worden beschouwd als bedreiging van de zuiverheid en zijn uitsluitend toegankelijk voor bevoegde lijkendragers, die rituele voorzorgsmaatregelen nemen voordat ze de toren betreden en zuiveringsrituelen ondergaan wanneer ze hun beroepsuitoefening beëindigen. Sommige leden van de zoroastrische gemeenschap pleiten voor afschaffing van dit traditionele lijkenritueel, terwijl anderen er fervent voorstander van blijven.
Balansen waarbij de weegoppervlakken kleine platte platformpjes of ondiepe schaaltjes zijn, die weinig uitslag hebben en op de balk zijn geplaatst; wordt gebruikt met conventionele gewichten of een waagbalk.
Verwijst naar het werk van een school van schilders die zich specialiseerden in de oorspronkelijke Yamoto-e-stijl vanaf de vroege 15de tot de latere 19de eeuw. Schilders van de Tosa-school werkten voornamelijk voor het keizerlijke hof en waren gespecialiseerd in hoofse thema's en scènes uit de klassieke literatuur. De stijl kenmerkt zich door fijne delicate lijnen, aandacht voor details, uitbundige kleuren en platte decoratieve composities. De Tosa-stijl was van grote invloed op andere scholen van schilderkunst, vooral tijdens de Edo-periode (1600-1868).
Verwijst naar plattegronden van fortificaties, met inbegrip van vestingwerken, mijnenvelden, verdedigingsstellingen en militaire installaties, of andere plattegronden. De plattegronden kunnen over een kaart of foto heen worden geprojecteerd.
Karren of wagens die met een lage snelheid rijden en bedoeld zijn om passagiers te vervoeren over relatief korte afstanden (en incidenteel om lichte ladingen goederen te transporteren). Trams rijden op rails en halen de stroom voor hun elektromotoren uit bovenleidingen. Oorspronkelijk waren de rails platte houten planken, later gebruikte men steen. Tegenwoordig zijn de rails van ijzer. Het tramspoor kan gelijkvloers of verhoogd liggen. Trams kunnen met de hand of automatisch worden bestuurd.
Te gebruiken voor beweegbare bruggen over bevaarbare waterwegen, die passagiers en voertuigen van de ene oever naar de andere brengen op een platform dat aan een rollende trolley hangt.
Draagbare reeksen platte, brede sporten of treden die met een scharnierend frame aan de achterkant vastzitten voor de stevigheid.
Piramide opgebouwd uit platformen die steeds kleiner worden naar de top toe, zodat er aan elke kant trappen ontstaan. Oudste vorm van piramide in het Oude Egypte.
Plaatjes, onderstellen of platte voorwerpen die meestal drie lange of korte pootjes of helemaal geen pootjes hebben en kunnen in het bezit zijn van een handvat. Worden gebruikt om een pan in een haard op te tillen bij het koken of om een oppervlak te beschermen, bijvoorbeeld van een tafel of toonbank, tegen beschadiging van een heet voorwerp, zoals een pan of een strijkijzer.
Afgedekte potten voor het laten trekken en serveren van thee, met tuit en handvat en soms met voetjes. Te onderscheiden van 'theeketels' die een hengsel als handvat en een brede, platte onderkant hebben en worden gebruikt om water in te verwarmen waar thee van wordt gezet.
Platen met gaten waar draad doorheen wordt getrokken en gevormd.
Zoutvaatjes gebruikt voor zout voor individueel gebruik aan tafel, met een platte onderkant, zonder pootjes of voetjes. Ze worden aangetroffen in vele vormen met één tot drie holtes voor zout en worden vaak in sets gemaakt. Geen Nederlands equivalent.
Wordt gebruikt voor de verhoogde podia waarop de Romeinse magistraten zaten, meestal in basilieken of theaters, kan ook bij uitbreiding worden gebruikt voor de verhoogde platformen of stoelen gereserveerd voor leidinggevende functionarissen. Voor platformen binnenshuis die worden gebruikt als eervolle of belangrijke plaatsen voor hoogwaardigheidsbekleders of sprekers wordt 'podia' gebruikt.
Gebouwen die aan drie zijden apsissen hebben. Een dergelijke triconchale aanleg wordt ook wel aangeduid als klaverbladvormige plattegrond.
Wordt gebruikt voor megalithische prehistorische bouwwerken die bestaan uit twee monolithische rechtopstaande stenen die worden afgedekt door een monolithische latei. Gebruik 'megalitische grafkamers' voor kleinere bouwwerken van twee of meer grote rechtopstaande stenen die worden afgedekt door monolithische horizontale platen.
Vloerplaten of samengestelde vloeren die volkomen gescheiden zijn van de vloerconstructie (en die er mechanisch van los staan) door een verende onderlaag of verende montagehulpmiddelen. Wordt gebruikt om de bouwconstructie voor de trillingen van machines te isoleren.
Te gebruiken voor dunne, U-vormige stukjes metaal of hout die tussen de touwen en platten aan de achterkant van een boekblok worden geplaatst om de ronde rug tijdelijk af te platten zodat de snijkant kan worden getrimd of versierd.
Religieuze monumenten die driehoekig zijn van plattegrond.
Houten platen die bestaan uit een aantal dunne lagen roterend geschild fineer, die zodanig aan elkaar zijn gelijmd dat de draad van elke laag loodrecht op de draad van de aangrenzende laag ligt.
Blokken of platen van steen of beton die op hun kant worden geplaatst, waardoor een opstaande rand ontstaat die als stoeprand kan worden gebruikt. Kan recht of gebogen zijn.
Verwijst naar een type traditionele woning van kalksteen in Zuid-Italië, met name het zuiden van Apulië. Trulli hebben een cirkelvormig grondplan en zijn opgetrokken uit ruw bewerkte rotsblokken van kalksteen, met een kenmerkend dak van gestapeld metselwerk op kraagstenen. Deze specieloze techniek dateert uit de prehistorie maar is nog altijd in gebruik in deze regio. Meerdere trulli kunnen worden samengevoegd tot complexe wooneenheden met allerlei combinaties van platte en kegelvormige daken. De buitenzijde is vaak witgekalkt, de daken zijn bedekt met dakpannen en de hoofdingang is meestal boogvormig; er wordt spaarzaam gebruik gemaakt van ramen, die meestal klein zijn.
Aanduiding voor een bepaald soort eenvoudige woningen met een ronde plattegrond en koepels in de vorm van een bijenkorf.
Plat handgereedschap met een breed stalen blad. Worden gebruikt om pleister of metselspecie aan te brengen, uit te spreiden of te bewerken, of om het oppervlak van ongevormd beton glad te maken.
Stootplaten van Japanse zwaarden die de kling van het gevest scheidt. Tsuba zijn gewoonlijk rond of vliegervormig, met een centrale opening voor de angel van de kling, soms omringd door kleinere openingen. Ze zijn tussen 8 en 15 centimeter groot, afhankelijk van de lengte van de kling. Tsuba waren een functioneel deel van het zwaard, maar het creëren ervan ontwikkelde zich in de late vijftiende eeuw tot een aparte kunstvorm, die zijn hoogtepunt kende in de negentiende eeuw. Een tsuba kan gemaakt zijn van verschillende materialen: ijzer, koper, staal, goud en zilver, en in zeldzame gevallen ivoor of hout.
Diskjockeys, of DJ's, die draaitafels voor vinylplaten als middel gebruiken om muziek ten gehore te brengen, en als component bij het maken van muziek.
Borden, ongeveer 20 cm in doorsnede en in verschillende vormen, wat grootte betreft tussen een plat bord en een muffinbord.
Wordt gebruikt voor platte betonnen kruisvloeren die worden ondersteund door balken die zijn opgehangen tussen zuilen in beide richtingen. Het vloerstuk en de balken worden uit één stuk gegoten.
Wordt gebruikt voor bouwsystemen gebaseerd op betonnen platen, waar de belasting in twee richtingen worden overgebracht.
Een soort volkomen geronde amforen die zich kenmerken door klokkende en enigszins holle lippen, platte handvatten met flenzen en voeten in twee gradaties.
Orde van 2 families en ongeveer 180 soorten nachtelijke roofvogels met een haaksnavel, sterke klauwen en zachte veren. Alle uilen hebben dezelfde algemene vorm: een plat gezicht, een kleine haaksnavel, een korte staart, ronde vleugels en grote, naar voren gerichte ogen. Men associeerde de vogels met Athene, de Griekse godin van de wijsheid. Uilen werden ook een symbool van intelligentie, omdat men geloofde dat ze gebeurtenissen konden voorspellen. Door het nachtelijke bestaan van de dieren en het oehoe-geluid dat ze maken, zijn uilen daarnaast vaak beschouwd als symbolen van het occulte. In de Middeleeuwen werd de uil een symbool van de duisternis die voor de komst van Christus heerste.
Wordt gebruikt voor tekeningen van aanzichten rondom een plattegrond, alsof de muren zijn platgelegd.
Ramen die worden gebruikt of zijn bedoeld om producten in uit te stallen of te adverteren, of ze nu van achter geheel of gedeeltelijk omsloten zijn, of helemaal open. Ze kunnen een platform hebben dat boven straatniveau ligt.
Horizontale banden metselwerk, over het algemeen dunner dan andere lagen, die zich uitstrekken over de buitenmuur, en in sommige gevallen ook over pijlers of ingebouwde zuilen. Ze kunnen vlak zijn of uitsteken, en het oppervlak ervan kan plat zijn, bewerkt, of op een andere manier vormgegeven.
Oorspronkelijk Pools, gedragen door de Lansiers en herkenbaar aan het ruitvormig plateau op de top van de bol.
In het bijzonder te gebruiken voor de vrijzinnig protestantse beweging die in Europa opkwam tijdens de Reformatie in de 16de eeuw, werd belichaamd door een kerk in Transsylvanië en een confessionele status verkreeg in Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en Canada tijdens de 19de eeuw. De beweging wordt gekenmerkt door de afwijzing van de orthodox christelijke leer van de Drie-eenheid en de goddelijke Christus, het vrije gebruik van de rede in religieuze zaken en het geloof dat God bestaat in één persoon. In 1961 fuseerde deze beweging in de Verenigde Staten en Canada met de universalistische beweging, waardoor het ‘unitaristisch universalisme’ ontstond. Ook in het algemeen te gebruiken voor de theologische leer van de eenheid van God en het mens-zijn van Jezus, zoals voor het eerst verwoord in het monarchisme van de 2de en 3de eeuw en in de leer van Arius in de 3de en 4de eeuw, en later in de leer van de radicale neoplatonisten uit de Reformatie zoals Michael Servetus, Faustus Socinus en Ferenc David.
Wordt gebruikt voor houten bouwconstructies die gebruik maken van schuin lopende draagconstructies tussen de maximale hoogte van de hoekposten en de muurplaten. Wordt meestal aangetroffen in constructies met timmerhout dat zwaar genoeg is voor pen-gat-verbindingen.
cilindrische houders, meestal van hout, met enigszins bollende zijden gemaakt van met hoepels beslagen duigen, en met platte, parallelle uiteinden.
Plat V- of vinvormig aanhangsel aan het staartstuk van een pijl of dart bevestigd, om het bereik en de nauwkeurigheid van de vlucht te verbeteren. Ze worden van een aantal verschillende materialen gemaakt, waarbij vogelveren het meest voorkomend zijn, maar ook wel van perkament, lederbord, hout en plastic.
Een materiaal dat bestaat uit twee platen spiegelglas met daartussen een plaat doorzichtig kunsthars. Het geheel wordt onder hoge temperaturen en druk samengevoegd. Als het hard wordt geraakt, barst het zonder in kleine stukjes te breken.
Verwijst naar gezichten die van een grotere afstand zijn genomen en die meestal een totaalbeeld van de indeling, het ontwerp of de plattegrond geven.
Platte, dunne kwasten van kameel- of eekhoornhaar, die worden gebruikt om bladmetaal op te nemen en dat als verguldsel aan te brengen op een oppervlak.
Platen waarop materiaal wordt gelegd dat moet worden geschaafd. Geleidingsstukken of pluggen houden het materiaal vast zodat de verstekken onder de juiste hoek kunnen worden geschaafd.
Coating, voering of platering met tin of tinlegering. Onder meer gebruikt om zilver te imiteren of om oxydatie tegen te gaan.
Verwijst naar plattegronden die de ligging en configuratie van verwarmingsvoorzieningen binnen een structuur laten zien. Meestal geven ze de positie aan van verwarmingsketels, radiatoren of andere verwarmingsbronnen, leidingen en ventilatiekanalen, alsmede het aantal ruimten en de gewenste temperaturen. Ook kunnen er specifieke symbolen en conventies in zijn opgenomen, bijvoorbeeld de toevoer van stoom of verwarmde lucht in rood, en de stoom- of luchtafvoer in blauw.
Verwijst naar de stijl en beweging in de schilderkunst gebaseerd op ideeën van de in Uruguay geboren schilder en theaterontwerper Rafael Barradas, die een reactie vormt op de principes en ideeën van het futurisme. De beweging benadrukte het trillen en glinsteren van oppervlakken en platte vlakken door middel van gemanipuleerde kleuren en licht. Deze stijl beïnvloedde later de werken van filmmaker Luis Buñuel en schilder Salvador Dalí.
Methoden voor het maken van fotomechanische afdrukken in alle mogelijke kleuren. Beelden worden gefotografeerd met halftintschermen als drie- of vierkleurige scheidingen; er worden afzonderlijke drukplaten gemaakt, waarop in register wordt gedrukt met doorzichtige inkt.
Verwijst naar de stijl en periode van de Visigoten, een afsplitsing van de Germaanse Goten, die landbouwers waren in Dacië, in het huidige Roemenië. Zij waren gescheiden van de Ostrogoten en verdreven over de Donau door invasies van de Hunnen, en vestigden zich in het Balkangebied Moesia in de 4de eeuw. De term verwijst in het bijzonder naar de heerschappij van de Visigoten in Gallië en op het Iberisch schiereiland, voornamelijk van de 5de tot de 7de eeuw. De architectuur kenmerkt zich door bescheiden afmetingen, groot vakmanschap, gebruik van de hoefijzerboog, en een overvloed aan beeldhouwkundige decoratie. De beeldhouwkundige stijl lijkt op die van de Lombarden, en wijst vermoedelijk op een gemeenschappelijke bron. Deze kenmerkt zich door platte, decoratieve menselijke figuren, dieren, lofwerk en abstracte ontwerpen, die oorspronkelijk helder van kleur waren.
Kleine, platte, doosvormige houders die gebruikt worden voor het bewaren van persoonlijke kaartjes; wordt met name gebruikt als aanduiding voor die houders die in de victoriaanse tijd gebruikt werden voor het bewaren van visitekaartjes.
Kleine messen met een plat lemmet dat sierlijk is gevormd en geen snijkant heeft. Worden gebruikt met een bijbehorende vork voor het eten van vis.
Te gebruiken voor het drukken op glasplaten, waarbij intaglio- of vlakdruk wordt gebruikt, sinds 1974 voornamelijk ontwikkeld en populair gemaakt door Harvey K. Littleton.
Platte oppervlakken in drie dimensies waarbij alle punten op een lijn die twee willekeurige punten verbindt, ook tot het oppervlak behoren.
Wordt gebruikt voor afdrukprocédés waarbij het beeld vanaf een plat oppervlak wordt afgedrukt.
Platte, poreuse dakpan met 2 evenwijdige randen, waarvan de één convex is en de ander concaaf, zodat er een aantal met de randen aan elkaar kunnen worden gezet tussen daksparren, binten en dergelijke.
Instrumenten voor het meten van het oppervlak van een plat vlak door de omtrek van het oppervlak te volgen.
Houten of metalen voorwerpen, vaak in de vorm van een hamer en soms met een grote, platte, getande of op andere wijze bewerkte kop, die worden gebruikt voor het fijnslaan en dus mals maken van vlees.
Stroken materiaal, vaak de overgebleven einden van de rugoverlijming of de schutbladen, waarvan de breedte zich een kort stuk uitstrekt voorbij de kneep op het plat; worden op de borden geplakt om de borden vast te zetten.
Draagbaar gereedschap om vliegen te verwijderen. In een ceremoniële context, voornamelijk in Afrika, dienen ze ook als symbolen voor een hoge positie of autoriteit. Meestal gemaakt van flexibele vezels, die zijn bevestigd aan een handvat. Gebruik 'vliegenmeppers' voor instrumenten die worden gebruikt om insecten te doden, gewoonlijk gemaakt van een plat stuk geperforeerd materiaal of gaas dat is bevestigd aan een handvat.
Instrumenten die worden gebruikt om insecten te doden, gewoonlijk gemaakt van een plat stuk geperforeerd materiaal of gaas dat is bevestigd aan een handvat. Te onderscheiden van ‘ceremoniële vliegenmeppers’, die men bij zich draagt om vliegen van zich af te slaan en ook kunnen dienen als symbool van maatschappelijke positie of gezag.
Smalle drievoudige plooien met een centrale steek die strak aangetrokken is om een 'pinched waist' te maken. Ze zijn platgeperst en worden op regelmatige afstanden in een rij geproduceerd. Gebruik 'French pleats' voor drievoudige plooien die niet platgeperst zijn.
Een hoog corroderende, caustische en toxische oplossing in water van waterstoffluoride waarin bijna alle metalen oplossen, behalve goud, platina, glas en keramische en organische materialen; wordt gebruikt om glas te etsen en metalen schoon te maken.
Platte of gemodelleerde uitstekende delen tegen binnenmuren of scheidingswanden bij de vloer, die de naad tussen de vloer en de muur bedekken.
Wordt gebruikt voor platte, dikke platen, meestal van beton, die dienst doen als bouwelementen en als ondersteuning voor belastingen kunnen worden gebruikt; ze doen vaak dienst als vloeren en daken. Wordt ook gebruikt als collectieve term voor de bouwsystemen gebaseerd op zulke elementen.
Te gebruiken voor een groot aantal verschillende vaartuigen die in feite drijvende platforms zijn, min of meer stijf en op het zelfde niveau blijvend, drijvend, zonder binnenvolume en zodanig van vorm dat water niet buiten boord gehouden kan worden.
Keukengerei dat bestaat uit een platte, verticale rechthoek die aan een handvat vastzit en door kinderen wordt gebruikt om voedsel op hun vork of lepel te duwen.
Stalen onderslagen die zijn opgebouwd uit platen en hoeken of andere structuurvormen, die aan elkaar zijn gelast of geklonken.
Metalen platen op bepaalde salades en gesloten helmen, die over de schedel heen buigen tot aan de rand van de wenkbrauwen en die dienen als extra bescherming van het voorhoofd. De eerste typen uit de eerste helft van de 15e eeuw bestonden uit één zware, gebogen, gepunte plaat, die was vastgeklonken aan de schedel van de helm. Tegen het einde van de 15e eeuw werd een afneembare vorm, gemaakt van twee platen, ingevoerd die tot halverwege de 16e eeuw in gebruik bleef op Duitse toernooihelmen.
Ronde of rechthoekige platte schalen, in het algemeen gemaakt van hout, keramiek of metaal, waarin vlees of ander voedsel wordt gesneden of opgediend. Vroege houten exemplaren hebben vaak een dieper gedeelte voor het voedsel en een tweede kleinere uitsparing voor zout. Gebruik 'platte schotels' voor grote borden, meestal rond of ovaal en vaak van aardewerk of metaal, die worden gebruikt voor het serveren van vlees.
Wordt gebruikt voor structurele systemen gebaseerd op eenzijdige platen die extra stijf worden doordat ze tot een serie lange, smalle vlakken gevouwen worden. Karakteristieke delen zien eruit als een serie verbonden W's of afgeschuinde U's.
Verwijst naar de periode van circa 2300 tot 1900 v. Chr. op het eiland Cyprus. De kunst van deze periode kenmerkt zich door platte beschilderde of ingekerfde terracottabeeldjes, vaatwerk met beelden uit het dagelijks leven langs de buitenrand, en de overheersing van roodgepolijst aardewerk.
B Verwijst naar de vroegste fase van de Minoïsche kunst en cultuur in het alternatieve classificatiesysteem van de archeoloog Arthur Evans. De periode wordt gekenmerkt door de introductie van metalen uit Klein-Azië, onderscheidende beeldhouwkunst en aardewerk, met inbegrip van met de hand vervaardigde potten van klei, versierd met ingekerfde geometrische patronen, en andere die schijnen te zijn geïnspireerd door Egyptische voorbeelden uit de tijd van de eerste tot de vierde dynastie. Deze periode valt gedeeltelijk samen met de prepaleistijd in het classificatiesysteem van Nikolas Platon.
Verwijst naar tekeningen van W-systemen, systemen voor verwarming, ventilatie en airconditioning. Gebruik 'W-plannen' of een specifiekere term, zoals 'plattegronden van aan- en afvoersystemen', voor op schaal gemaakte plattegronden.
Zachte, platte, waaiervormige kwasten van marter- of varkenshaar in een metalen dop, die vaak worden gebruikt om te mengen en om een kringelend effect te verkrijgen.
Luchtig, plat gebak met een typisch ruitjespatroon. Het deeg bestaat uit bloem, melk en eieren en wordt in een wafelijzer gebakken.
Apparaten die worden gebruikt voor het bakken van wafels en bestaan uit twee metalen platen die met een scharnier aan elkaar vastzitten zodat ze, als ze op elkaar worden geklapt, op elkaar aansluiten en een vierkant, rond of ovaal ontwerp in de wafel drukken tijdens het bakken.
Uitvoerig beschilderde platte poppen, meestal van leer, die oorspronkelijk werden ontwikkeld op Java en werden gebruikt om tijdens uitvoeringen schaduwen te werpen op witte schermen
Houders om aan de wand te hangen met bloemen er in of voor de sier; verschillende vorm en grootte, bijna altijd een platte achterkant.
Zijplaten op vele soorten helmen, die de wangen en soms ook de oren of kin beschermen.
Grote kunstenaarspenselen, meestal van haar, met een rond uiteinde dat in een tamelijk platte metalen dop is gezet. Ze worden gebruikt voor het aanbrengen van wassingen.
Afgedekte ketels om water in te koken, meestal met een korte schenktuit, een hengsel als handvat en een brede platte onderkant. Wordt vaak samen gebruikt met een theepot waarin de theeblaadjes trekken.
In het algemeen te gebruiken voor het verwijderen of verkleinen van een laag of rand van een materiaal of object. In verband met het boekbinden specifiek te gebruiken voor het proces waarbij de vleeszijde van het leer dat de platten bedekt, wordt weggesneden of geschoren, of waarbij de randen van dat leer worden afgeschuind zodat het netjes om de platten valt.
Platte goederenwagons met een groot dieper deel in het midden die vooral zijn ontworpen voor intermodale containers; in gebruik sinds halverwege de 20e eeuw. Gebruik 'depressed center flatcars' voor platte goederenwagons met kleinere diepere delen in het midden voor zeer grote vrachten, die in gebruik zijn sinds het begin van de 20e eeuw.
Speciaal ontworpen ronde metalen ringen, meestal met één afgerond en één plat oppervlak, die worden gegooid bij het ringwerpspel.
Korte, rechte, hoekige of gebogen stokken met een platte of cilindrische vorm, die met de hand worden gegooid bij de jacht of soms in oorlog. Ze komen voor in verschillende delen van de wereld, maar vooral in Australië.
Te gebruiken voor kleine platbodems met weinig diepgang en vierkante uiteinden. Ze worden in ondiepe rivieren en stromen met een vaarboom voortgeduwd.
Platen, schijven, voorkanten of andere oppervlakken met markeringen of cijfers voor het aangeven van informatie zoals tijd, maat of frequentie, meestal door middel van wijzers
Hout van bomen van de soort Ficus sycomorus, die inheems is in Afrika ten zuiden van de Sahel en ten noorden van de Steenbokskeerkring. Wordt gebruikt voor meubels en kisten. Gebruik 'sycomorenhout' voor hout van de boomsoort Acer pseudoplatanus en 'westerse plataan' voor hout van de plataansoort Platanus occidentalis.
Hard, zilverachtig wit gietijzer of piekijzer waarvan de koolstof vrijwel volledig is gebonden. Kan ook verwijzen naar dunne ijzerplaten met een laag tin.
De term voor een categorie witte legeringen die door juweliers als vervanging van platina wordt gebruikt. Is eenvoudig te bewerken tot complexe vormen. De naam geeft niet aan in welke verhoudingen de verschillende elementen voorkomen; deze verhoudingen variëren dan ook sterk. Typische witgoudlegeringen bestaan uit 20 tot 50% nikkel en voor de rest uit goud. Ook kunnen zink, zilver, koper, platina en palladium worden gebruikt.
Vaartuigen, vaak brede platbodems, die zijn uitgerust om als drijvende woningen te dienen en meestal niet bestemd zijn voor gebruik op ruw water.
Voorwerpen die meestal van marmer of glas zijn gemaakt, een ronde bovenkant en een platte onderkant hebben en worden gebruikt om pigmenten tegen een vastgezette schuurplaat fijn te wrijven.
Elke Windsorstoel die aan een kant in plaats van een standaard armleuning een gevormd, plat blad heeft dat als schrijfondergrond wordt gebruikt.
Chinese luiten met een korte hals. Yueh-chins hebben een ronde klankkast, vier snaren, een platte achterkant en metalen tongen in de klankkast.
Snijgereedschap met dunne, platte metalen bladen, banden of onbuigzame platen met aan de zijkant een rij snijtanden.
Ruimten in christelijke kerken, doorgaans tussen de altaarruimte of het heiligdom en het schip, gereserveerd voor koorzangers. Voor ruimten die de altaarruimte en het zangkoor, als dat aanwezig is, omvatten wordt 'koren' gebruikt. Voor verhoogde platforms van waar af een koor, vaak bestaand uit leken, zingt wordt 'koorgalerijen' gebruikt.
Hoofddeksels van witte of marineblauwe stof met een platte hoedenbol en een onbuigzame donkere klep; meestal versierd met een insigne en een tres aan de voorkant en gemaakt naar voorbeeld van de petten van marineofficiers.
Stekelhuidige dieren met een plat, vijfstralig of stervormig lichaam (de mond ligt steeds in het midden van de buikvlakte)
Doeken of platen van een materiaal die zijn ontworpen om wind te vangen en de energie hiervan om te zetten, bijvoorbeeld om een zeilboot voort te bewegen of een windmolen te laten draaien.
Het voorbereiden van kopij - met de hand, machinaal, of met een computer - in een vorm die geschikt is voor het maken van een afdruk of voor het maken van drukplaten. Hieronder vallen ook de omvangberekening en de opmaak van letters, spaties en ander af te drukken materiaal. Gebruik 'letterzetten' voor het specifieke procédé van het zetten van letters.
Platte, uitstekende platen aan de zijkanten van open haarden waar potten of pannen neergezet kunnen worden om ze warm te houden.
Brede, platte, meestal houten of metalen platen die aan de buitenzijde van scheepsrompen zijn bevestigd en kunnen worden neergelaten om de drift te beperken.
Slanke, platte insecten zonder vleugels met drie staartstekels. Het lichaam is bedekt met zilverachtige schubben. De dieren leven gewoonlijk binnenshuis en eten materiaal met een hoog zetmeelgehalte, zoals plaksel van boekbanden en behang, en beschadigen zo het materiaal.
Verwijst naar lithografieën die worden gemaakt van zinkplaten volgens het zinkografieproces. De term stamt oorspronkelijk uit Frankrijk, waar een onderscheid wordt gemaakt tussen lithografieën die op steen en op zink worden gemaakt. Deze twee typen afdrukken lijken erg op elkaar, dus het onderscheid wordt nauwelijks gemaakt.
Kan algemeen worden gebruikt voor procédés voor het prepareren van een drukvlak op een zinkplaat, hetzij voor lithografie, hetzij geëtst voor boekdruk. Gebruik waar mogelijk twee uitdrukkingen: de term voor het specifieke procédé, zoals 'lithografie' gecombineerd met 'zink' en dat aangevuld met 'drukplaten'.
Wapenhelmen met een halfronde of puntige kroon, verschuifbare neusdekking of een vizier met tralies, en als lange halsbeschermer een enkele onbuigzame plaat of verscheidene overlappende platen, vergelijkbaar met de staart van een kreeft; ze werden gedragen door de Europese en Noord-Amerikaanse cavalerie aan het eind van de 16e en 17e eeuw.
Verlichtingsmiddelen ontworpen om een ruwweg parallelle lichtbundel te maken. Ze zitten op een vast of verplaatsbaar platform.
Instrumenten uit de 18de eeuw waarmee pseudostereoscopische beelden kunnen worden bekeken die soms 'vues d'optique' worden genoemd. Deze tafelkijkers bestaan uit een houten standaard ter ondersteuning van een scharnierende spiegel en lens, gebruikt om een plat op de tafel naast de standaard gelegde afbeelding te bekijken. Er wordt een perspectiefeffect geschapen door een combinatie van het beeldontwerp en de eigenschappen van spiegel en lens. Bewaard gebleven voorbeelden zijn elegante en hoogst gewilde mahoniehouten meubelstukken, bestemd voor de zitkamers van welgestelde families.
Wordt gebruikt voor afgesloten ruimten onder schuine daken, tussen het dak en het plafond van de bovenste verdieping, vooral in huizen. Ze kunnen zowel voor opslag als voor bewoning worden gebruikt. Voor open platforms in huizen, die zich dicht bij het plafond bevinden, of voor grote ruimten onder de daken van kantoren of pakhuizen wordt 'lofts' gebruikt.
Woningen op het platteland die worden gebruikt als zomerverblijf.
Langwerpig (ca. 12-20cm lang; ca. 1-2cm breed) werktuig met een platte ovaal als doorsnede, en afgeplatte uiteinden. Deze uiteinden kunnen afgerond of recht zijn, met of zonder groefjes. De schoenmaker gebruikt het likbeen om te polijsten en glad te maken, plooien te verwijderen en naden vlak te wrijven
Kleine, lage, open vaten die worden gebruikt voor zout aan tafel. Worden gemaakt in een verscheidenheid aan vormen en kunnen een platte onderkant hebben of op pootjes staan of op een voet met een steel. Gebruik 'standing salts' voor grote vaten voor zout.
Funderingen bestaande uit platte en versterkte betonnen platen of matten of versterkte betonnen bakken met wanden rondom de mat om een groter volume te creëren. Bedoeld om met de oppervlakte van de grond te kunnen meebewegen zonder dat dit structurele schade veroorzaakt. Ook gebruikt men ze wanneer de bodem zo zacht is dat zelfs heipalen de constructie niet kunnen dragen. In dat geval gebruikt men deze fundering omdat het gebouw daarmee als een soort boot wordt die voldoet aan de Wet van Archimedes, met een opwaartse kracht die gelijk is aan het gewicht van de verplaatste aarde.