Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Ruimten in theaters om plaatsen te bespreken.
Gemanipuleerde poppen die worden gebruikt door buiksprekers.
Religieuze voordrachten die deel uitmaken van een kerkdienst.
Frontalen die aan de voorkant van een preekstoel naar beneden hangen en waarop vaak toepasselijke voorstellingen zijn geborduurd.
Kamers in kloosters en nonnenkloosters waar bezoek mag worden ontvangen.
Gebed dat de priester uitspreekt bij het aantrekken van een liturgisch gewaad en bij de overhandiging van de liturgische gewaden bij de priesterwijding. Het gebed staat soms ingelijst in de sacristie, bijvoorbeeld op de credens.
Verwijst naar geestelijken binnen de Anglicaanse Kerk die verantwoordelijk zijn voor het assisteren van de diocesane bisschoppen bij ceremoniële functies en administratieve werkzaamheden. Tot de gebruikelijke taken van de aartsdeken behoren het algemeen beheer van de parochie en aandacht voor zaken die de kerkgebouwen en andere kerkbezittingen betreffen. Aartsdekens hebben de aanspreektitel 'Hoogeerwaarde'. De functie bestond vroeger ook in de rooms-katholieke en Grieks- en Russisch-orthodoxe kerk; in de katholieke kerk is deze functie nu vervangen door die van vicaris-generaal.
De preekstoelen in het schip ter lezing van het evangelie of de brieven, in vroeg-christelijke kerken. In de Balkan en Griekse kerken vandaag de dag, grote preekstoelen of lessenaars.
Verwijst in de meest strikte zin naar een verhoogd platform waarop een redenaar of priester een groep mensen toespreekt. In algemenere zin wordt de term gebruikt om te verwijzen naar de apsis of kansel in een basiliek. De term wordt gewoonlijk gebruikt in de context van oud- of vroegchristelijke basilieken of ontmoetingsplaatsen, synagogen of oosters-orthodoxe kerken. In de moderne tijd verwijst de term meestal naar een verhoogd platform in een synagoge waarop de leesstandaard voor de Thora wordt geplaatst.
Middeleeuwse prentenboeken met bijbelse thema's en beschrijvende teksten in spreektaal.
Stoelen die een hoge rugleuning hebben waar een lessenaar bovenop is geplaatst, zodat de stoel als preekstoel kan worden gebruikt bij diensten in de open lucht of in privéhuizen.
Houder of arm waarin het doopbekken rust. Dikwijls aan de kuip of trap van de preekstoel bevestigd.
Verwijst naar populair 18de-eeuws gebruiksaardewerk waarbij de inscripties deel uitmaken van de decoratie, vandaar de naam, die 'pratend faience' betekent. Veel van dit aardewerk werd vervaardigd in het Franse Nevers, en het betreft hoofdzakelijk borden, kannen en kommen. Bij de inscripties gaat het onder meer om de namen van de eigenaar, familiewapens, vrijmetselaarssymbolen, verwijzingen naar poëzie, liederen of spreekwoorden, en de data van verjaardagen, jubilea of andere thema's.
Verzamelnaam voor weefsels waarvan het oppervlak bedekt is door korte, recht opstaande garenuiteinden, die pool of floers heten. De pool is geschoren en geeft daardoor een glad uiterlijk aan de stof. Is de pool langer dan 1.5 mm dan spreekt met van pluche. Fluweel wordt uit vele verschillende materialen vervaardigd, meestal echter uit katoen. Indien men een hoge glans wenst wordt zijde, mohair en ook celluloseacetaat gebruikt. Elastische vezels die niet pletten geven echte de beste kwaliteit.
Beeldgesneden, beschilderde, geborduurde of anderszins gedecoreerde panelen of voorhangsels aan de voorzijde van een altaar, preekstoel of lessenaar in een christelijke gebedsruimte. Antependia kunnen uit allerlei materialen zijn vervaardigd, zoals hout, ivoor, edelmetalen of geborduurd textiel. Waardevolle antependia werden om veiligheidsredenen soms boven aan het altaar geplaatst, waardoor hun functie veranderde in die van een retabel. De iconografie kan per antependium verschillen, maar het meest voorkomende thema is dat van de Maiestas Domini, omgeven door taferelen uit het Nieuwe Testament. Indien het voorhangsel rondom doorloopt, wordt het een paliotto genoemd.
Bals waarbij de aanwezigen kostuums dragen die afwijken van de huidige, gangbare stijl en vaak fictieve of historische karakters, dieren, bepaalde beroepen of iets dat de drager aanspreekt, uitbeelden.
Verwijst naar het volk in het gebied rond Bella Bella in Brits-Columbia dat de taal Hailhzaqvla, of Heiltsuk, spreekt. In het verleden werd het volk dat in Bella Bella leefde de 'Bella Bella-indianen' genoemd. De juiste term om naar de cultuur in brede zin te verwijzen en om de kunst en artefacten van dit volk te beschrijven is 'Heiltsuk'.
Reusachtige open gebedsterreinen met niets erop behalve een qibla muur met een mihrab en een preekstoel in de open lucht.
Te gebruiken voor gebeurtenissen waarbij een vooruit gekozen groep een oordeel uitspreekt over werk van kunstenaars, architecten en architectuur- of andere studenten.
Kerkkansels met een bureau voor een geestelijke aan de onderkant, een schrijftafel erboven en de preekstoel bovenop.
Plaats voor een spreker, met name de geestelijke die een preek houdt.
Constructies die achter of boven preekstoelen, spreekgestoeltes of podia zijn geplaatst om het geluid in de richting van het publiek te weerkaatsen.
Te gebruiken voor koorschermen waarop een kruis of crucifix is geplaatst. Koorhekken zijn vaak rijk gedecoreerd en komen soms in een dubbele vorm voor, met gewelfbogen ertussen en een doksaal daarboven. De Franse term 'jubé' is afgeleid van Jube domine benedicere ('Heer, wil mij zegenen'), een Latijnse zin die vaak voor de mis door de katholieke priester wordt uitgesproken terwijl deze voor het scherm staat; sommige jubés zijn voorzien van een balkon of verhoging waarop de priester de gemeente toespreekt.
Verwijst naar dozen of kisten als voetstuk voor de Koran; het kan ook verwijzen naar tronen of preekstoelen in een moskee en naar grote katheders waarop lezers van de Koran zitten.
Beeldgesneden houten staven van het Afrikaanse Akan-volk. Ze zijn bekroond met beeldgesneden fioelen van diverse figuren en zijn vaak met bladgoud bedekt; ze vertegenwoordigen ten minste één spreekwoord of gezegde. Tijdens publieke gebeurtenissen worden ze gedragen en getoond door de belangrijkste adviseurs van belangrijke stamhoofden, waarbij de staven fungeren als functieaanduiding van deze adviseurs; het spreekwoord of gezegde verwijst naar de continuïteit en politieke soevereiniteit van het stamhoofd en de staat, de verantwoordelijkheden van het stamhoofd, en het juist en verstandig handelen van diens onderdanen.
In algemene zin te gebruiken voor gebeurtenissen waarbij populaties of groepen naar een andere locatie of leefomgeving wegtrekken, meestal met de bedoeling zich daar te vestigen, naar voedsel te zoeken of te paren. In specifieke zin, met betrekking tot mensen, het naar een andere permanente verblijfplaats trekken door bevolkingsgroepen. Doorgaans spreekt men pas van 'migratie' wanneer dit voor ten minste één jaar is.
De religieuze ideologie dat er maar één god is, in tegenstelling tot polytheïsme en pantheïsme. Monotheïsme is ontwikkeld vanuit het judaïsme en is nog steeds een centraal onderdeel van het judaïsme, christendom en de islam. Moslims en joden vinden dat het geloof binnen het christendom in de Heilige Drie-eenheid het monotheïsme tegenspreekt.
Verwijst naar een stijl die wordt geassocieerd met de noordelijke regio van Thailand. De kunstzinnige productie in deze stijl omvat hoofdzakelijk houtsnijwerk, met name beelden van uit teakhout gesneden brahmaanse goden en hindoegoden, alsmede boeddhistische beelden. Het beeldhouwwerk en het beeldsnijwerk zijn vaak ingelegd met paarlemoer of glasmozaïek. Uit de stijl spreekt de behoefte om dierlijk, plantaardig en menselijk leven te combineren, hetgeen resulteert in een detailrijk, overdadig mengsel van mythologische en realistische elementen. Er komen ook stilistische tegenstellingen in naar voren, bijvoorbeeld in de sculpturale figuren van dreigende demonische wezens die tevens een beschermende wachterfunctie hebben, en in het aanbrengen van strakke geometrische patronen te midden van fantasiewezens op houten reliëfpanelen. De meest opvallende voorbeelden van deze stijl zijn wel de imposante houten koninklijke staatsiesloepen en koninklijke rouwkoetsen, beide volledig verguld en versierd met mythologische slangen en ornamentele bloemmotieven.
Verwijst naar de cultuur van de oostelijke Mono, een indiaanse groep uit centraal Californië die een taal spreekt die behoort tot de Numic-groep van de Uto-Azteekse-familie en gerelateerd is aan Noordelijk Paiute. De oostelijke Mono, vertonen, net als de indianen van Owens Valley aan de andere kant van de bergketen, gelijkenis met hun indiaanse buren van het Grote Bekken. De oostelijke en westelijke Mono dreven vroeger handel met elkaar.
Een christelijke vernieuwingsbeweging die de nadruk legt op de afdaling van de Heilige Geest op de apostelen tijdens de eerste christelijke pinksterdag. De moderne pinksterbeweging ontstond in 1901 in de Verenigde Staten toen Charles Parham een verband legde tussen de doop en het spreken in tongen. Ook de terugkeer van profetie en gebedsgenezing is een onderdeel van de pinksterbeweging. Pinksterkerken kenmerken zich door de uiteenlopende vormen van participatie en informaliteit in de eredienst en door hun letterlijke uitleg van de Bijbel. De beweging spreekt armen en laagopgeleiden waarschijnlijk deels aan omdat er in het algemeen meer nadruk wordt gelegd op spirituele beleving dan op intellectuele reflectie. Zendingswerk heeft gewoonlijk een hoge prioriteit maar de vorming van een vertegenwoordigend lichaam van pinkstergemeenten stuit op veel weerstand, evenals de oecumenische beweging. Sinds de jaren 60 van de 20ste eeuw is de pinksterbeweging ook opgedoken binnen de rooms-katholieke, de protestantse en de Grieks-orthodoxe kerk.
Klinieken waar men medische zorg biedt voor een groot aantal verschillende ziekten en verwondingen, gewoonlijk zonder dat de patiënt de nacht in de inrichting doorbrengt. Een polikliniek kan een afdeling zijn van een huisartsenpraktijk of ziekenhuis, dat zich vaak bevindt in een stedelijke omgeving. Gewoonlijk heeft een polikliniek een receptie, wachtruimtes, een inschrijfbalie, spreek- en behandelkamers, een pathologisch laboratorium, röntgenfaciliteiten, ruimtes voor fysiotherapie en kleine operatiekamers.
Kruizen die soms op een preekstoel staan die buiten is opgebouwd op een plaats waar preken worden gehouden.
Zij die de redekunst bestuderen of beoefenen, de kunst om bij het publiekelijk spreken en schrijven welsprekendheid aan te wenden om te overtuigen. Verwijst meer specifiek naar degenen die de compositiebeginselen en -regels bestuderen die door critici uit de oudheid zijn geformuleerd en door classici zijn geïnterpreteerd voor toepassing op verhandelingen in de spreektaal.
De kunst van expressief taalgebruik of expressieve verhandeling; in het bijzonder de bestudering van de beginselen en regels van de compositie die door critici uit de oudheid zijn geformuleerd en door classici zijn geïnterpreteerd voor toepassing op verhandelingen in de spreektaal.
Verwijst naar de cultuur van de westelijke Mono, een indiaanse groep in centraal Californië die een taal spreekt die behoort tot de Numic-groep van de Uto-Azteekse familie en die aan de Noordelijke Paiute is gerelateerd. De westelijke Mono bewonen de Pine Belt van de Sierra Nevada en hebben een cultuur die vergelijkbaar is met die van de naburige Yokuts. Vroeger dreven de oostelijke en westelijke Mono handel met elkaar.
Korte, bondige formuleringen van principes of voorschriften, waarvan de auteur dikwijls bekend is; te onderscheiden van 'spreekwoorden', hetgeen uitdrukkingen zijn die in de omgangstaal zijn ingeburgerd en dikwijls een volkswijsheid van een groep mensen of een volk uitdrukken.