Associaties voor ramee

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een techniek waarbij touwtjes of dikke garens worden geknoopt tot een grof soort kant of tot decoratieve franje. Het wordt doorgaans uitgevoerd met behulp van een gevuld kussen op een houten lijst waarop de knoopdragende steuntouwen of de zoom van een stuk stof worden vastgezet. Vanaf de zoom of een lijn met knoopdragende touwen worden lange garens of touwen met knopen vastgezet en de lange garens worden vervolgens aan elkaar geknoopt met diverse knopen om zo patronen of ontwerpen te vormen. Tijdens het werken kunnen pennen worden gebruikt om de garens op het kussen vast te zetten. De techniek werd in het 19e-eeuwse Genua (Italië) ontwikkeld, maar de term is afgeleid van het Turkse woord voor 'handdoek' omdat het proces is geïnspireerd op de decoratieve franje op Turkse handdoeken en andere stoffen. het is ook gebaseerd op de technieken van 16de-eeuwse Italiaanse handwerkslieden bij het maken van 'punto a groppo'.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een vezel die wordt gebruikt voor touw en voor diverse soorten grove textiel.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar boeken, perkamentrollen, schriftrollen of andere documentvormen die de heilige geschriften van het jodendom of het christendom bevatten. Bijbels kunnen daarnaast verluchtingen bevatten in de vorm van geschilderde scènes of decoraties. De Bijbel bestaat uit twee delen: de Hebreeuwse geschriften oftewel het Oude Testament, oorspronkelijk geschreven in het Hebreeuws (met enkele delen in het Aramees) inclusief de geschriften van het joodse volk, en het Nieuwe Testament, in het Grieks geschreven, waarin het verhaal van Jezus en de oorsprong van het christendom zijn opgetekend. De rooms-katholieke en oosters-orthodoxe versies van het Oude Testament zijn uitgebreider dan die van de protestantse bijbel, aangezien zij bepaalde boeken en delen van boeken accepteren die door de protestanten als apocrief worden beschouwd. De joodse Bijbel omvat alleen de boeken die de christenen kennen als het Oude Testament. De indeling van het joodse en christelijke canon toont grote verschillen. Van oudsher hebben de joden hun geschriften (het Oude Testament) in drie delen verdeeld: de Thora (de 'Wet') of Pentateuch; de Nevi'im (de 'Profeten'); en de Ketuvim (de 'Geschriften') of Hagiographa. De verhalen, de zedenleer en de theologische doctrines in de Bijbel leverden stof voor een immense hoeveelheid kunstwerken die zowel christelijke als joodse thema's verbeelden. Voor de christenen werd de canon van Bijbelboeken in de vroegchristelijke periode vastgelegd; ook nog lang daarna bleven er echter diverse apocriefe geschriften circuleren. Vanaf de late middeleeuwen genoten poëtische en dramatische interpretaties van Bijbelverhalen grote populariteit, wat aanleiding gaf tot een overvloed aan buitencanonieke literatuur die bijdroeg tot belangrijke thema's in de christelijke kunst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Traditionele joodse huwelijkscontracten die van oudsher in het Aramees zijn geschreven en door getuigen zijn ondertekend, waarin de huwelijkse plichten van man en vrouw uiteen worden gezet, zoals de verplichting van de man om na een eventuele scheiding een vastgestelde alimentatie te betalen en het recht van de vrouw op het bezit van haar man na diens overlijden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een oude religie uit het Midden-Oosten die nog voorkomt in Irak en Khuzistan (een provincie in het zuidwesten van Iran). Zij wordt meestal beschouwd als een gnostische sekte en is als zodanig de enige overgebleven vertegenwoordiger van het gnosticisme. Er zijn ongeveer 15.000 tot 20.000 mandeeërs. Het mandeïsme benadrukt, net als andere dualistische geloofssystemen, de verlossing van de ziel door esoterische kennis (gnosis). De spirituele ziel zal worden bevrijd van de materiële wereld door hun verlosser, Manda d'Hayye, maar de slechte archonten verhinderen de opstijging van de ziel. In het mandeïsme wordt Jezus beschouwd als een valse messias maar wordt Johannes de Doper vereerd omdat hij wonderbaarlijke genezingen heeft bewerkstelligd door middel van de doop. De mandeeërs ontwikkelden een uitgebreid cultusritueel, vooral voor de doop, die voor zover bekend bij geen enkele andere gnostische sekte voorkomt. De doop zuivert een mens van de zonde en kan vaak worden herhaald. De oorsprong van de religie is duister en blijft omstreden. Op basis van Babylonische elementen in mandeïsche magische teksten, het gebruik van de Iraanse kalender en de overname van verscheidene Iraanse woorden in de mandeïsche taal, menen sommige geleerden dat het mandeïsme in de pre- of vroegchristelijke tijd is ontstaan in het zuidwesten van Mesopotamië. Anderen denken aan een Syrisch-Palestijnse oorsprong op basis van de Haran Gawaita, een quasihistorisch mandeïstisch document dat verhaalt over de exodus van de nazareeërs (de mandeïstische priesterkaste die zich onderscheidde van de mandeeërs of leken) van Palestina naar Mesopotamië in de 1ste eeuw n. Chr. Ook zekere opmerkelijke overeenkomsten met het jodendom verdienen de aandacht: bekendheid met het Oude Testament, parallellen met de joodse zedenleer, vooral de grote waarde die wordt gehecht aan het huwelijk, het gebruik van de Hebreeuwse engelenleer en het belang van een zuivere cultus. Ook zijn er overeenkomsten met het manicheïsme. De mandeeërs zijn misschien de in de Koran genoemde Sabanen. De mandeïsche literatuur, geschreven in een Aramees dialect en in een apart schrift, is tamelijk uitgebreid. Belangrijke bewaard gebleven werken zijn de Ginza (het Boek van Adam); het Boek van Johannes; het Boek van de Zodiak en de Doop van Hibil Ziwa. Mandeeërs zijn van oudsher bekwame zilversmeden.