Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Wordt gebruikt voor de techniek om schilderijen te conserveren waarbij een beschadigd doek wordt verstevigd door aan de buitenrand ervan een strook schilderslinnen vast te hechten.
Branders die worden gebruikt om het branden van acetyleengas te regelen.
Branders die werken op samengeperst acetyleengas en zuurstof. Worden gebruikt voor lassen en bewerken van staal.
Branders die acetyleen-zuurstof-mengsels gebruiken. Worden voornamelijk gebruikt voor lassen.
Branders die gebruik maken van een cirkelvormige pit die is opgesteld tussen twee metalen buisjes waardoor een luchtstroom opstijgt die de binnenkant van de pit voedt. Wordt ook gebruikt voor gasbranders met een veelvoud aan gaten die in een cirkel zijn geplaatst, met een hol midden dat voor een centrale luchtstroom zorgt.
De fluctuaties die optreden in het aantal individuen in een populatie van planten of dieren in tijd en ruimte.
Wordt gebruikt voor gebeurtenissen waarbij iets geheel of gedeeltelijk door brand wordt verwoest, zowel toevallig als opzettelijk. Gebruik 'verbranden' voor het proces van iets veranderen, verwonden of verwoesten door brand of hitte.
Elektrische of mechanische systemen die in een gebouw zijn geïnstalleerd en een bel of luchtstoot ten gehore brengen wanneer er rook of vlammen worden bespeurd. Bepaalde alarmen zijn uitgerust om sproeisystemen in werking te stellen voor extra bescherming.
Algemeen te gebruiken voor het vermogen verbranding te ondersteunen of een grote capaciteit tot verbranding te hebben.
Beveiligingssystemen die beveiliging bieden voor bouw- en uitgangsvoorzieningen door het gebruik van brandalarmen, brandwaarnemings- en brandblusapparaten om het risico en de uitbreiding van vuur te verkleinen.
Bijlen die voornamelijk in openbare gebouwen worden aangetroffen en waarvan een gedeelte van het blad en soms het handvat rood is geschilderd. Ze zijn bedoeld om te worden gebruikt bij brand.
Vaartuigen die zijn uitgerust met pompen en andere machines om op of vanaf het water vuur te bestrijden.
Wordt gebruikt voor installaties van automatische sproeiers, schuimdistributiesystemen, brandweerslangen en/of draagbare brandblussers die zijn bedoeld voor het doven van vuren.
Vliegtuigbommen die zijn gevuld met licht ontvlambare substantie en die zijn uitgerust met een ontstekingsmiddel, ontworpen om het doel te doen ontbranden.
Boren waarvan de punten worden verhit om gaten in hout te branden, waarna ze door draaien de gaten nog groter maken.
Brandwerende deurconstructies, die in staat zijn, bij gesloten toestand, een gespecificeerde mate van bescherming tegen brand te geven.
Tweedelige sluitingen voor een jas, colbert of ander kledingstuk, meestal gemaakt van een draad of koord in de vorm van een lus in een ornamenteel ontwerp aan de ene kant van het kledingstuk dat kan worden vastgemaakt aan een knoop, houtje of iets dergelijks aan de andere kant.
Motieven die een hart afbeelden met uitslaande of omringende vlammen. Deze motieven komen voor in westerse en christelijke kunst en symboliseren liefdadigheid, goddelijke liefde of religieuze passie.
Het deel van een lamp dat de pit ondersteunt en afstelling ervan toelaat, en dat de ontbrandingshaard vormt die voor het licht zorgt.
Diverse apparaten die een buitengewoon hete vlam geven en worden gebruikt voor lassen, snijden, solderen of afbranden van verflagen.
Veelhoekige, ronde of ovale kommen met twee horizontale of verticale oren.
Granaten gevuld met een licht ontvlambare substantie zoals witte fosfor, bedoeld om het doel te doen ontbranden.
IJzeren staven met aan het uiteinde een plat vlak waarop in reliëf een embleem of letter is gezet. Worden na het verhitten gebruikt om vee, gereedschap of geproduceerde goederen te merken met onuitwisbaar bewijs van eigendom.
Het promoten bij consumenten van bepaalde goederen of diensten, vaak door middel van de verpakking van de handelswaar of het handelsmerk.
Korte spies, ongeveer 1,5 m lang, met een blad van een of drie lange dunne punten die men kon intrekken in de holle opening van de schacht. Wanneer men het wapen snel naar voren stootte, schoten de punten naar buiten. Ze werden tussen de zestiende en de negentiende eeuw gebruikt door zowel infanteristen als burgers.
Houders voor het veilig opbergen van artikelen. Wordt vooral gebruikt voor doosvormige containers, meestal gemaakt van staal of ijzer, die een of meer mogelijkheden ter beveiliging hebben, die vrijstaand kunnen zijn of ingebouwd in een muur of gewelf en die gebruikt worden om geld en andere kostbaarheden te beschermen tegen brand of diefstal. Gebruik `provisiekast' voor geventileerde kasten waarin voedsel wordt bewaard. Gebruik `geldkisten' voor afsluitbare kisten die vaak kleiner zijn en gemakkelijker te dragen.
Projectielen voor draagbare vuurwapens of mitrailleurs, gevuld met brandbare stof, bedoeld om het doel te doen ontbranden.
Aanvoeropeningen om water van hoofdleidingen of aanvoerbuizen af te tappen; gewoonlijk gesitueerd langs straten en gebruikt voor brandbestrijding.
Trappen, meestal van staal, die zijn bevestigd aan de buitenkanten van gebouwen en die een mogelijkheid bieden te ontsnappen in geval van brand. Voor brandveilige trappen binnenin gebouwen wordt 'brandtrappen' gebruikt.
Apparaat dat een brand ontdekt zodra er vlammen ontstaan.
Familie van ongeveer 45 genera kruiden, struiken, kleine bomen en klimplanten die voornamelijk voorkomen in tropische gebieden. De familie is typisch voor de orde Urticales. Veel soorten, met name brandnetels (Urtica) en Australische netelbomen (Laportea), hebben prikkende haren op de stengels en de bladeren. De bladeren verschillen en het sap is gewoonlijk waterig. De kleine groenachtige bloemen vormen vaak trosjes in de bladoksels. Een plant kan zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen dragen.
Priemen die worden gebruikt om in hout gaten te branden, meestal om het sap van bomen af te tappen.
Instrumenten voor het meten van de brandpuntsafstand van lenzen en andere optische systemen.
Wordt gebruikt voor holle of bolle spiegels waarmee vuur kan worden gemaakt door zonnestralen te bundelen.
Stapels brandbaar materiaal voor het verbranden van de doden als een begrafenisrite.
Zij die met kwade bedoelingen gebouwen, voertuigen of andere bezittingen in brand steken.
Materiaal dat wordt gebruikt om hitte of energie te leveren door verbranding.
Het zodanige gebruik van brandstoffen dat voorraden worden gespaard en efficiëntie wordt bevorderd.
Instrumenten die worden gebruikt om de gastoevoer naar een brander of lamp te regelen.
Brandstofhouders die een deel van de lamp vormen, die de brander steunen en waarin het onderste deel van de pit steekt.
Het gebruik van fossiele of nucleaire brandstoffen om energie te produceren.
Trappen binnen gebouwen die zo zijn gemaakt dat ze relatief goed beschermd zijn tegen de effecten van brand in een gebouw en dus bedoeld zijn als een nooduitgang. Gebruik 'brandladders' voor trappen die zich aan de buitenkanten van gebouwen bevinden en die een mogelijkheid te bieden te ontsnappen in geval van brand.
Verticale afgescheiden gedeelten in gebouwen, waarin zich een trap bevindt en die brandveilig genoeg zijn om als branduitgang te kunnen dienen.
Sensoren en onderling verbonden controleapparaten die branden of de effecten ervan ontdekken en alarmsystemen activeren.
Numerieke waarde die aan materialen wordt toegekend om hun vuurvastheid mee aan te duiden.
Kaarten die speciaal zijn gemaakt voor brandverzekeraars en die informatie geven over de manier waarop de gebouwen in een bepaald gebied zijn gebouwd.
Torens, bijvoorbeeld op een berg, waarvandaan de wacht wordt gehouden voor vuren.
Wapens die zijn ontworpen om brand te veroorzaken bij een bepaald doel of op bepaalde bestemming; omvat ook die wapens die bestaan uit over het algemeen niet-brandbare materialen.
Gebouwen waar brandweerauto's, brandbestrijdingsapparatuur zijn ondergebracht en meestal ook de brandweermannen, die dienst hebben.
Helmen die worden gedragen door brandweermannen, met een hoge gewelfde bol en een rand die aan de achterkant uitsteekt om als nekbescherming te dienen.
Verwijst naar mensen die door brandweerkorpsen worden ingezet om branden te bestrijden, personen te redden en andere taken in verband met noodhulpverlening uit te voeren.
Constructiemethode die de doorgang van gassen of vlammen voorkomt of vertraagt.
Bij een bouwconstructie, brandwerende muren, afgesloten trappenhuizen, en andere vergelijkbare obstakels om te voorkomen dat een brand zich door een gebouw verspreidt.
Ruimten in ziekenhuizen of ook wel afzonderlijke gebouwen voor de verpleging van brandwondenpatiënten.
Handgereedschap dat bestaat uit een aantal scherpgepunte staven die in een hamervormige formatie aan het eind van een handvat zitten. Worden gebruikt om steen te bewerken.
Branders die zijn ontworpen om twee pitten te bevatten.
Branders voor de verbranding van gas, meestal met gaten die op verscheidene wijzen geschikt zijn en waardoor gas naar buiten komt.
Calciumsulfaat-hemihydraat, een wit poeder dat snel ophardt wanneer er water aan wordt toegevoegd.
Een diep bruin-paars pigment dat wordt gemaakt door karmijn voorzichtig te branden of te verkolen.
Variabele roodachtig oranje kleuren die lijken op de kleur van het pigment gebrande oker, een ijzeroxidepigment dat wordt gemaakt door het branden van geel oker of limoniet.
Bruine kleur met uiteenlopende kleurschakeringen. Verwijst naar het pigment gebrande omber en is meestal koeler van tint en minder geel dan ongebrande omber.
Omberaarde die is verhit om een roodbruinere kleur te krijgen dan ongebrande omber.
Bruine kleur met roodachtige boventonen in diverse kleurschakeringen, verwees oorspronkelijk naar de kleur van gebrand siena-pigment, dat ontstaat door verhitting van siena-aarde.
Siënna-aarde die aan roodgloeiende hitte is blootgesteld, waardoor het donkerder, koeler, minder oranjerood van kleur wordt.
Verwijst naar werken van gekleurd glas, over het algemeen in de vorm van een venster, zelfstandig paneel of lampenkap, waarvan het ontwerp bedoeld is om te worden bekeken door gebroken licht en de uitwerking in hoge mate afhangt van de hoedanigheid van het licht. De fasen van het productieproces zijn in een handboek uit de vroege twaalfde eeuw beschreven door de monnik Theofilus en het proces is sindsdien nauwelijks veranderd. Het glasobject wordt gemaakt door stukken gekleurd glas te snijden op basis van een karton op ware grootte en de stukken vervolgens te vatten in stroken lood. Op het glasoppervlak kunnen details worden geschilderd die worden gebrand in een oven voordat de glasstukken worden samengevoegd. De methode waarmee het glas waterdicht wordt gemaakt en wordt bevestigd in een raam is vaak zeer decoratief en vormt een belangrijk onderdeel van het ontwerp. Als hoogtepunten van gebrandschilderd glas worden de werken uit de Europese gotiek en de 19de-eeuwse neogotiek beschouwd.
Verwijst naar gekleurd glas dat is vervaardigd door metaaloxiden toe te voegen aan het gesmolten glas, waardoor verschillende kleuren ontstaan. Deze term wordt soms gebruikt voor beschilderd glas, waarbij pigment op het oppervlak is gesmolten. Strikt genomen is de term alleen van toepassing op glas waaraan metaaloxiden zijn toegevoegd om gesmolten glas te kleuren.
Wordt gebruikt voor dakranden waarvan de steunders afgeschermd en daardoor niet zichtbaar zijn.
Figuratieve kandelabers of kandelaars, uit het midden tot het eind van de 19e eeuw, die van gegoten koper met een goudlaagje zijn gemaakt. Ze hebben een marmeren voetstuk met geslepen prisma's rond de kaarshouder en worden vaak gebruikt in setjes bestaande uit een kandelaber met twee kandelaren. De benaming werd oorspronkelijk gebruikt voor zowel de gehele set als de individuele onderdelen. De naam duidt ook een decoratieve muurkandelaar aan, met één of meerdere armen, die aan een muur of aan de zijkanten van een spiegel zijn bevestigd.
Wordt gebruikt voor spiegels die vaak rond en hol zijn, met uitvoerig snijwerk en verguldsel op de omlijstingen en uitgerust met veelarmige kaarsenstandaards.
Hangklokken die voor het eerst werden geïntroduceerd aan het begin van de 19e eeuw in de Verenigde Staten. Ze lijken op banjoklokken maar zijn rond van basis in plaats van rechthoekig en meestal zijn ze versierd met acanthusbladeren.
Ovens met hoge temperaturen die worden gebruikt voor het bakken en glazuren van porselein of geëmailleerd aardewerk dat wordt gedecoreerd met kleuren waarvoor hoge temperaturen nodig zijn. De temperatuur varieert van ongeveer 1100 tot 1450 graden Celsius.
Wordt gebruikt voor grote, luxueuze en goed uitgeruste hotels, meestal met een grote, goed opgeleide staf, een imposante hal, voorname architectuur en omgeving, en bedoeld om reizigers een ambiance te bieden die de sfeer van het leven in Europese paleizen moet nabootsen; meestal betrekking hebbend op gebouwen die zijn opgetrokken in de periode tussen halverwege de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw.
Kijkers voor paren stereo-daguerreotypieën van standaardformaat, ontworpen en geoctrooieerd door Southworth & Hawes in ca. 1853. In een grote kast op een gietijzeren onderstel konden tien stereoparen na elkaar worden weergegeven door middel van een slinger.
Wordt gebruikt om een type Amerikaans meubilair te omschrijven dat voornamelijk vanaf 1850 tot ca. 1930 op grote schaal werd geproduceerd in Grand Rapids, Michigan.
Uitgebreide Europese reizen die met name door Frankrijk, Duitsland, Italië en Zwitserland voerden. Vroeger werden ze vooral door aristocratische jongeren ondernomen, als onderdeel van hun opvoeding.
Het majesteitelijk, groots, prachtig, deftig of imponerend zijn op een ontzagwekkende manier.
Grote, versterkende delen van een wapenrusting voor steekspelen, meestal gemaakt van een enkele zware plaat die de linkerschouder en bovenarm, de linkerkant van het vizier en de borst beschermt. Deze werden gebruikt van de 15e tot en met de 17e eeuw.
Lage, vaak ornamentele ijzeren of koperen hekwerken die voor een haard worden geplaatst om kolen en as tegen te houden.
Houten bladen waarin etenswaren worden fijngehakt.
Hout dat door bepaalde schimmels droog, kruimelig en snel ontvlambaar wordt; wordt vaak gebruikt als tondel.
Wordt gebruikt voor met de hand bediende brandalarmen, meestal dozen met een hendel waaraan getrokken wordt.
Wordt gebruikt voor het produceren van ontwerpen of afbeeldingen (o.a. op hout of op leer), door middel van branden of schroeien met hete instrumenten.
Die fase in de encaustiek waarin het oppervlak van een schildering wordt verhit, zodat de kleuren bewerkt en gemengd kunnen worden.
Procedé toegepast in de doka waarbij door middel van aanvullende belichting een gedeelte van een afdruk donker wordt gemaakt.
Genus van ongeveer 50 soorten bomen en struiken die inheems zijn in de tropische gebieden in Amerika. Het hout van de bomen is geurig. Vanwege de opvallende bloemen zijn de soorten populair als sierbomen en -struiken.
Hout van verschillende bomen van het genus Jacaranda, inheems in het Caribisch gebied, het tropische deel van het Amerikaanse continent, Florida en Californië. Jacaranda is een geurig sierhout dat wordt gebruikt voor houtsnijwerk, kleine decoratieve voorwerpen, piano's, heften, kasten en dure meubels. De term wordt ook vaak gebruikt als een algemene term voor het genus Jacaranda en voor verschillende soorten palissanderhout, wat zelf een algemene term is die verwijst naar verschillende soorten van de genera Dalbergia en Melanorrhoea.
Bewerkingsinstallaties voor het maken van kalk, die van oudsher bestaan uit rijen kalkovens, sporen en aanverwante mijnconstructies.
Letterlijk 'goud gebrocheerd'. Dit opgeglazuurd geëmailleerde aardewerk - voornamelijk kommen - werd waarschijnlijk in de 16e eeuw in China geproduceerd, voornamelijk voor de export naar Japan. Sommige exemplaren zijn mogelijk in de 19e eeuw in Japan vervaardigd. Ze werden ook in het westen zeer populair. De overheersende kleur was meestal rood of wit, met kleinere hoeveelheden rood, geel en groen. Ze werden versierd met goud, meestal met sierlijke bloemen.
Verandering van kleur die wordt veroorzaakt doordat tinten niet even snel verschieten, of doordat de kleuren in een bepaald deel van een afbeelding niet in balans zijn.
Branders die zuurstof en waterstof gebruiken. Worden voornamelijk gebruikt voor lassen.
Apparaten die worden gebruikt voor het branden van koffiebonen.
Een verrijking die bestaat uit een reeks kleine kralen; veel gebruikt op zilver en meubilair.
Lenzen die op een vaste afstand van de film zijn gezet en waarbij het niet mogelijk is om de scherpstelling aan te passen; meestal aangebracht op goedkope camera's.
Grote groenblijvende boom die meer dan 25 meter hoog kan worden en inheems is in het zuidoosten van de Verenigde Staten, in het gebied dat zich uitstrekt van de kust van Virginia tot Midden-Florida in het zuiden en het oosten van Texas en Oklahoma in het westen. Deze soort wordt op grote schaal gekweekt en er zijn wereldwijd meer dan 100 variëteiten. De boom waardeert men om zijn grote donkergroene bladeren en grote geurige witte bloemen. Het hout van de boom gebruikt men voor meubels, fineerhout en andere producten.
Bruine kleur met uiteenlopende kleurschakeringen. Verwijst naar het pigment rauwe omber en is meestal geler dan gebrande omber.
Omber, een natuurlijk gehydrateerde ijzeroxide met een klein gehalte aan mangaanoxide, die niet is verhit en een geelachtig bruine kleur heeft.
Warme roodachtige bruine kleur met uiteenlopende kleurwaarden, verwees oorspronkelijk naar de kleur van ruw siena-pigment.
Wordt gebruikt voor de initiële handeling of het moment van branden en voor chemische procédés waarbij licht of warmte wordt geproduceerd door de verbinding van verschillende stoffen met zuurstof.
Wordt gebruikt voor dakranden waarvan de steunders zichtbaar zijn.
Wordt gebruikt voor de horizontale delen van een hellend dak die uitspringen ten opzichte van de muren. Voor de delen van het dak die uitspringen ten opzichte van de geveltop wordt 'overstekende dakranden' gebruikt.
Wordt gebruikt voor die delen van een dak die verder uitsteken dan de gevel, in feite hellende dakranden; 'dakrand' wordt gebruikt voor delen die verder uitsteken dan de muren, langs de horizontale onderrand van een dak.
Te gebruiken voor de rij kleine vlechten of rollen op de basis van handgenaaide kapitalen, te vormen door de ene draad over de andere te leggen.
Kraallijsten die aan één of beide zijden van een aangrenzend vlak worden gescheiden door groeven.
Wordt gebruikt voor brandalarmsystemen die alleen in het beschermde pand signalen produceren en die vooral zijn bedoeld om de bewoners te waarschuwen.
Dameshoeden die in de 19e eeuw werden gedragen met een zachte, ronde bol omringd door een verstevigde omhooggeslagen rand.
Boom die inheems is in het noordoosten van de Verenigde Staten. De boom wordt 18 meter hoog en heeft relatief grote grofgetande bladeren die enigszins afgerond zijn.
De randen aan het uiteinde van een vat of kom en de aangrenzende smalle boord. Een object kan meer dan één rand hebben; een bokaal heeft randen langs het bekken en de voet.
Verwijst naar de smalle delen van dunne, platte objecten met een zekere 'dikte' (de kleinste dimensie), ter onderscheiding van de brede oppervlakken van dunne, vlakke objecten. Zie 'randen (ornamenttypen)' voor decoratieve oppervlakken met een verschil in patroon, materiaal, kleur of vorm langs de rand of kant van een bepaald object.
Decoratieve, verhoogde randen van hout of metaal die langs de achterkant en de zijkanten van een plank of de bovenkant van een meubelstuk lopen.
Ornamentele gedeelten rondom de rand of begrenzing van een object, met patronen, materialen, kleuren of vormen die van het object zelf afwijken. Verwijst in specifieke zin naar de gedeelten van wandtapijten rond het centrale veld buiten de binnenste stroken en binnen de strook rond de buitenzijden van het wandtapijt. Zie 'randen (delen of aspecten van objecten)' voor de smalle delen van dunne, platte objecten met een zekere 'dikte' of de kleinste afmeting, ter onderscheiding van de brede oppervlakken.
Diverse apparaten die zijn aangesloten aan een computer.
Bronzen bijl uit de Vroege Bronstijd met een opgehamerde rand, opvolger van de vlakbijl. Deze rand zorgde ervoor dat het heft beter op zijn plaats bleef terwijl de bijl werd gebruikt.
De drie buitenste uiteinden van de gevouwen katernen van een boek, meestal ingesneden zodat het boek kan worden geopend en soms ook bijgesneden. Ze kunnen zijn gedecoreerd door vergulding, beschildering, besprenkeling of op een andere manier.
Wordt gebruikt voor nieuwe nederzettingen, gesticht in vroeger landelijke gebieden, in de buurt van belangrijke steden, hoofdzakelijk bestemd voor kantoorbanen, winkelen en amusement; meestal hebben ze een uitgestrekte, op autogebruik gebaseerde, opzet, en beschikken over veel huur- en winkelruimte, maar missen gewoonlijk sociale- en gemeenschapsactiviteiten, duidelijk aangegeven grenzen, een centraal bestuur, of gecentraliseerde groeipatronen die traditionele steden kenmerken.
Ruw gerechte stenen blokken van verschillende grootten die in lagen zijn geplaatst. De horizontale en verticale voegen liggen niet op één lijn en er kunnen kleinere stenen worden gebruikt om de gaten op te vullen.
Schaven die worden gebruikt om de rand van het hout tot een halfrond profiel te schaven, zoals voor een traptrede of raamkozijn.
Kylikes met een lip die iets naar buiten krult en duidelijk van de buik naar boven is gemodelleerd. Kenmerkend zijn ook de platte schaal en zwarte handvatten, steel en voet. De lip was vaak beschilderd met figuren en/of een inscriptie was aangebracht in het gedeelte tussen de handvatten, vaak de handtekening van de pottenbakker.
Stukjes vaatwerk van keramiek of glas, van net onder de opening.
Schoenmakerswerktuig waarmee het overhangende leder aan de zool gelijkmatig afgesneden wordt. Het heeft een S-vormig gebogen blad met een snede en een klein (enkele millimeters) uitsteeksel aan het hoofdeinde, bevestigd in een houten hecht. Het blad kan ook aan één lange zijde een omgebogen rand hebben.
Patronen waarbij het ontstekingsmiddel (en bij een aantal oude wapens ook de aandrijflading) zich in de rand van de hulsbodem bevindt.
Hout van de boom behorende tot het genus Sassafras officinale, inheems in het oosten van de Verenigde Staten. Het hout wordt gebruikt voor meubels, hekwerken en kisten.
Boomsoort die inheems is in Taiwan en waarschijnlijk afstamt van een soort van het Chinese vasteland.
Scherpe rand aan een vel met de hand geschept of met behulp van een mal gemaakt papier, die wordt veroorzaakt doordat de pulp met behulp van een schepvorm of frame in de vorm wordt geperst en tegen de rand oploopt; bij bepaalde soorten machinaal gemaakt papier worden ze veroorzaakt door rubberen riempjes aan de zijkanten van de papiermachine, of zijn ze kunstmatig aangebracht.
Ornament in de vorm van een serie smalle ronde bogen die vaak worden gebruikt als rand.
Het aanbrengen van knopjes, karteltjes of kleine uitsteekseltjes.
Veranda's, om in de buitenlucht te slapen.
Gereedschap dat wordt gebruikt om metalen aan elkaar te solderen, met een wigvormig metalen deel, meestal van koper, dat wordt verhit.
Verhoogde randen, van steen of beton, die langs opritten, wegen of daken zijn gebouwd en die meestal een onderdeel van de goot vormen.
Meestal houten cabines die tijdens de zomermaanden op het strand worden gezet om te verhuren aan badgasten, die er hun spullen in kunnen opbergen en zich er kunnen omkleden.
Wordt gebruikt voor clubhuizen voor de strandrecreatie en sportbeoefening aldaar.
Een kei die te vinden is op stranden en die kan worden gebruikt voor goedkope bestrating of voor bouwwerkzaamheden.
Kleding om op het strand te dragen.
Kledingstukken bestaande uit een wijde broek en bijpassend jasje of truitje die van ongeveer 1920 tot 1950 als informele kleding op het strand werden gedragen.
Lage richels die bestaan uit gelaagd en niet verstevigd zand en grind, en zijn ontstaan door de golfslag in meren en zeeën en die aangeven waar zich voormalige kustlijnen bevinden.
Wordt gebruikt voor Franse hogesnelheidstreinen die over afzonderlijke sporen rijden en snelheden boven de 250 km per uur kunnen halen.
Veranda's, gewoonlijk bij woonhuizen, waarbij horrengaas is gespannen tussen de pilaren, zodat de lucht kan circuleren, maar insecten worden buitengehouden.
Overdekte, open bouwconstructies aan een huis, meestal aan de zonzijde.
Meubels die speciaal zijn bedoeld om in de openlucht op veranda's te gebruiken.
Wordt gebruikt voor het veranderen van een bijzonder kenmerk van iets, zoals de omvang, de afmetingen, de loop, de inrichting of de helling, zonder dat het in iets anders veranderd. Gebruik 'wijzigingen' voor de aanpassingen zelf.
Wordt gebruikt voor een verandering aan een object of structuur. Verwijst vooral naar het fysieke bewijs van de verandering. In de architectuur wordt 'toevoeging' gebruikt wanneer de verandering een volumevergroting teweegbrengt, en 'wijziging' wanneer dit niet het geval is.
Wordt gebruikt voor het procédé waarbij iets wordt veranderd, beschadigd of verteerd door vuur of hitte. Gebruik 'branden' als iets geheel of gedeeltelijk wordt verteerd door vuur, hetzij opzettelijk, hetzij per ongeluk.
Het totaal van alle chemische en fysieke processen in een levend organisme en de energie die opgewekt kan worden om verschillende functies uit te voeren.
Wordt gebruikt voor een techniek om klei te versieren, waarbij de kleimassa wordt ingelegd met klei van een andere kleur. Gebruik 'encaustiek' voor de techniek van het beschilderen van muren en panelen met was.
Apparaten waarin vast, half vast of gasvormig brandbaar afval wordt aangestoken of verbrand.
Branders die bestaan uit metalen schijven met luchtgaten en één, twee of soms drie vertinde pithouders van 0,6 mm of minder in diameter, die rechtop zijn gesoldeerd en die in de zijkant een gat voor de pit hebben. De pithouders lopen verder door onder de schijf, het brandstofreservoir in, dan erboven.
Oorlogen waarbij bijna alle heersende politieke en militaire grootmachten van de wereld of het grootste gedeelte van de aarde zijn betrokken.
Houders in verschillende vorm, waarin wierook wordt gebrand om geur in een ruimte te verspreiden. Gebruik 'wierookvaten' voor soortgelijke houders voor kerkelijk gebruik. Gebruik 'cassolettes' voor vaak vaasvormige houders, soms in de vorm van een athénienne, waarin aromatische tabletten of vloeibare parfums kunnen worden verbrand of verdampt.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 1540 tot 1292 v. Chr. De periode kenmerkt zich door een herleving van de kunsten en een terugkeer naar de tradities van het Middel Rijk, alsmede artistieke vernieuwingen zoals de revolutionaire veranderingen in de Amarna-periode, en een zeer hoog niveau van vakmanschap. Tot de kunstwerken behoren veel bewaard gebleven koninklijke standbeelden, de reliëfversieringen van een groot aantal graftomben en tempels, en fijn bewerkte kunstnijverheid.
Het vermogen te veranderen of te worden veranderd teneinde zich aan te passen aan nieuwe omstandigheden of te functioneren in een nieuwe rol of hoedanigheid.
Ondiepe, ronde dessertbordjes, meestal gemaakt van zilver en met een gecanneleerde, opengewerkte of geschulpte rand.
Verwijst naar de periode in de Europese prehistorische ontwikkeling van stenen gereedschap tot iets na 700.000 v. Chr. Deze periode dankt zijn naam aan gereedschappen die zijn gevonden in sedimentgesteente in een voorstad van Abbeville (Frankrijk). De cultuur kenmerkt zich door onderscheidende stenen gereedschappen, waaronder de vroegste aan twee zijden afgeschilferde handbijlen, met diepe slijtsporen, gekartelde randen en dikke scherven.De periode wordt gewoonlijk in nauw verband gebracht met de Acheuléen traditie. De vroegste handbijlcultuur in Europa stond vroeger bekend als Chelléen, maar wordt nu Abbevillien genoemd. De werktuigen uit Chelles (Frankrijk), die vroeger model stonden voor deze cultuur, worden tegenwoordig gerangschikt onder Acheuléen.
Veranderingen van kleur en textuur van Oosterse tapijten of ander textiel, die in de loop van de tijd ontstaan door slijtage of het gebruik van verschillende verfstoffen.
Verwijst naar kunststijlen die ontstonden als reactie op de traditionele Europese opvatting volgens welke de kunst wordt geacht de natuur te imiteren. In zijn meest strikte vorm verwijst de term naar 20ste-eeuwse westerse schilderkunst, beeldhouwkunst of grafische kunst waarvan de vormentaal in geen enkel opzicht verwijst naar objecten uit de zichtbare wereld. De term wordt ook wel toegepast op kunst waarin natuurlijke vormen op vereenvoudigde of veranderde wijze worden weergegeven, maar waarin deze vormen niet volledig zijn uitgebannen. Gebruik 'abstractie' voor het proces waarbij algemene begrippen worden geformuleerd door middel van abstrahering van gemeenschappelijke kenmerken van zaken.
De mate waarin de snelheid van een lichaam verandert met de tijd.
Lampen met een bak voor calciumcarbid, een reservoir met water en een kraantje, en een mondstuk of brander voor de ontsteking van het acetyleengas, dat ontstaat wanneer het water in contact wordt gebracht met het carbid. De term wordt ook gebruikt voor lampen met acetyleenbranders die met een centrale acetyleenbron zijn verbonden.
Verlichting van achteren en vaak van boven een voorwerp; een techniek die zowel kan worden toegepast om de randen te voorzien van highlights als om een object te kunnen scheiden van diens achtergrond.
Ondiepe schalen met een diameter van tien tot vijftien centimeter, met een plat handvat meestal op dezelfde hoogte als de rand, gebruikt door barbier-chirurgen in de 17e en 18e eeuw bij het aderlaten van een patiënt. In Engeland wordt de term ook gebruikt voor wat in Amerika bekend staat als porringers.
Apparaten die onder andere bestaan uit een differentiële thermometer, gebruikt om de variaties van de omstandigheden in de lucht te berekenen, met name van de kracht van het zonlicht en de temperatuursveranderingen die daar het gevolg van zijn. Uitgevonden door Sir John Leslie.
Decoratieve rand van contrasterende houttypen gesneden in afwisselende hoeken ten opzichte van de nerf, zoals voor afwerking van hoeken en randen van meubilair.
Decoratieve ingelegde rand van verschillende houttypen diagonaal over de nerf gesneden, doorgaans gebruikt voor afwerking van hoeken en randen van meubilair.
Het schuin afsnijden of afsteken van de rand of het uiteinde van een materiaal om te voorkomen dat een rechte hoek wordt gevormd. Gebruik in verband met meubels liever 'afschuinen'
Wordt in verband met meubels gebruikt voor het schuin afsnijden of afsteken van de rand of het uiteinde van een materiaal om te voorkomen een rechte hoek wordt gevormd. Gebruik in andere contexten liever 'afkanten'.
Een of meer merktekens waarmee voorwerpen worden beschadigd om aan te geven dat er in hun status een verandering optreedt, zoals merktekens van een aardewerkfabriek, die aangeven dat een stuk onvolmaakt of verouderd is, of merktekens over een drukplaat, die moeten garanderen dat het aantal afdrukken een van tevoren vastgestelde oplage niet overstijgt.
Voorwerpen die een vat of ander voorwerp bedekken, beschermen of afsluiten, meestal doordat ze rond een cilindervormige rand passen.
Wettelijke documenten waarmee een partij een tweede partij garandeert te betalen voor de schuld, de wanbetaling of het in gebreke blijven van een derde partij.
Te gebruiken voor, gewoonlijk vrouwelijke, vruchtbaarheidsfiguren, abstract van vorm, met een schijfvormig hoofd, een hoog ovaal voorhoofd en meestal horizontale armen, een cilindervormige romp, borsten en navel; garanderen naar de overtuiging van de Asante in West-Afrika de bevruchting en een voorspoedige geboorte.
Petroleumlampen die branden middels een centrale tochtbrander en een gloeikousje. De lampen zijn gebaseerd op een patent uit 1909 en zijn meestal van metaal of glas.
Toestellen van glas of metaal, die vroeger werden gebruikt bij het distilleren. Ze hebben de vorm van een omgekeerde kom met binnenin een gootje langs de rand, waar de gecondenseerde damp door naar beneden loopt en waar een lange, horizontaal hellende buis naar de houder voor het gedistilleerde vocht loopt.
Verwijst naar opvallende medicijnpotten die tussen de 15de en 18de eeuw werden geproduceerd, hoofdzakelijk in het Midden-Oosten en in Spanje en Italië. Ze waren bedoeld als houder voor zalven en geneesmiddelen in droge poedervorm, of voor verfpigmenten. Ze zijn meestal 18 à 20 centimeter hoog, vaak van majolica of faience, en cilindrisch van vorm, met holle of verdiepte zijkanten om het vastpakken te vergemakkelijken; veelal zijn ze voorzien van een brede opening om de inhoud gemakkelijker bereikbaar te maken. Soms hebben ze dicht bij elkaar geplaatste handvatten. Ze zijn evenwel niet bedoeld voor het bewaren van vloeistof en zijn daarom niet voorzien van een tuit of rand en meestal niet van handvatten, en hebben evenmin een bolle vorm. Doorgaans hebben ze geen deksel, en werd een stukje papier of perkament rond de rand gebonden om de pot af te dekken.
Een blauwgrijze steen die wordt gedolven in Virginia en over het algemeen wordt gebruikt voor het vervaardigen van sierranden voor gebouwen en voor laboratoriumtafels en -gootstenen; harde varianten worden toegepast voor traptreden en vloermateriaal.
Middelgrote boomsoort die inheems is in Bangladesh, China, India, Laos, Myanmar, Nepal, Pakistan, Sri Lanka, Thailand en Vietnam. Is als exoot aangetroffen in Burundi, Kenia, Malawi, Mozambique en Zimbabwe. De bladeren worden gebruikt als veevoer, de peulen worden door apen gegeten. Het hout wordt gebruikt voor meubilair en in de bouw. Afgevallen takken worden gebruikt als brandstof. De gom wordt gebruikt als versnijder voor andere gommen.
Verwijst naar een sierrand voor wandtapijten, die voor het eerst rond 1714 werd ontwikkeld in de wandtapijtenfabriek Gobelins, waarschijnlijk voor de door Coypel ontwerpen reeks Don Quichotte-wandtapijten. Alentours wordt gekenmerkt door het simuleren van een brede, overdadige damastrand rond een verhoudingsgewijs klein tafereel. De rand is doorgaans gedecoreerd met trompe l'oeuil-festoenen met linten, bloemen, dieren, koorden of vruchten.
Verwijst naar een stijl van wandkleedontwerpen die werd ontwikkeld in de Gobelins-fabriek en zijn bloeitijd had in het Frankrijk van de 18de eeuw. Het wordt gekenmerkt door een relatief kleine, ingekaderde afbeelding met personages of een ander tafereel, waarbij het tafereel wordt omlijst door rijk afgewerkte randen die bestaan uit motieven als bloemen, guirlandes, decoratieve touwen en andere versieringen.
Lid van de reeks verzadigde koolwaterstoffen met de algemene chemische formule CnH2n+2, waarbij 'n' een geheel getal is. Hoewel alkanen doorgaans niet reactief zijn, komen ze al snel tot verbranding; veel belangrijke brandstoffen zijn een alkaan, bijvoorbeeld methaan en butaan, of benzine en andere alkaanmengsels.
Het bezitten van de eigenschap kleurverandering als gevolg van chemische onzuiverheden of optische effecten.
Wordt gebruikt voor constructies waarop religieuze offerandes worden gedaan. Omvat zowel kleine, tafelachtige bouwsels als grotere, vrijstaande constructies die zich buiten bevinden. Voor het oppervlak waaraan communie wordt gevierd in protestantse kerken wordt 'Avondmaalstafels' gebruikt.
Bedekkingen van stof, vaak met decoratieve randen en borduurwerk, gebruikt voor altaren.
Een fundamenteel begrip in de religie van de Australische Aboriginals dat verwijst naar een mythologische periode in de tijd voor mensenheugenis toen de wereld werd gevormd en vermenselijkt door het optreden van mythische voorouderlijke wezens. Sommige van deze wezens hebben een menselijke of dierlijke (totem)vorm terwijl andere van vorm veranderen. Zij zijn verantwoordelijk voor de schepping van de verschillende soorten planten en dieren, met inbegrip van de mensen, en voor het vestigen van een lokale sociale orde en wetten om na te leven. In het geloof van de Aboriginals zijn deze voorouders spiritueel nu nog net zo levend als zij vroeger waren. Als geloofssysteem omvat de altjeringa totemisme: de mens wordt beschouwd als een onderdeel van de natuur dat niet fundamenteel verschilt van zijn mythische voorouders of van dieren, die allemaal een gemeenschappelijke levenskracht hebben. Deze verbinding wordt vaak zichtbaar gemaakt door het gebruik van totemfiguren.
Een sterke, duurzame, elastische, purperachtige houtsoort die met name wordt gebruikt voor decoratief fineerwerk en wordt verkregen van diverse tropische Amerikaanse bomen (een genus van 23 typen bloeiende planten in de familie van de Fabaceae). Het hout aan de binnenkant is bruin wanneer het pas is gekapt, maar wordt donkerpurper bij blootstelling aan de lucht, en uiteindelijk donkerbruin met scherp afgetekend gebroken wit hout langs de buitenste rand.
Verwijst naar de periode in Egypte tijdens de Achttiende Dynastie, van circa 1353 tot 1332 v. Chr. onder het bewind van Amenophis IV, die zijn naam veranderde in Akhenaten. De naam van de periode is afgeleid van de huidige plaats El-Amarna bij de ruïnes van de nieuwe hoofdstad die werd gesticht door Akhenaten. De periode kenmerkt zich door een grondige verandering in de kunst, religie, ideeënwereld, literatuur en taal. Veel van de materiële overblijfselen uit deze tijd zijn door latere heersers vernietigd. De kunst, vooral statuair en en-reliëf beeldhouwwerk, is beschreven als expressionistisch of maniëristisch als gevolg van de breuk met artistieke conventies uit het verleden, met name de verandering in de proporties van menselijke figuren.
De ballen die worden gebruikt bij het spelen van American football, in de vorm van met lucht gevulde, uitgerekte en afgeplatte bollen, meestal bedekt met leer en met een geveterde naad waar de randen van de overtrek bij elkaar komen; gewoonlijk met een omtrek van ongeveer 52 bij 70 cm en een gewicht van ongeveer 425 gram.
Hout van de boom behorende tot het genus Fagus grandifolia, inheems in Nova Scotia en het noorden van de Verenigde Staten. Het is lichtbruin tot roodachtig bruin van kleur en wordt gebruikt voor het maken van vloeren, meubilair, handvatten voor gereedschap en voertuigonderdelen.
Grote loofboomsoort die 35 meter hoog kan worden, inheems in het oosten van Noord-Amerika, in het gebied van Nova Scotia tot Texas. Het hout is licht roodachtig bruin, hard en onbuigzaam, heeft een rechte nerf en wordt gebruikt voor meubels en andere doeleinden. De schors is glad en grijs. De bladeren zijn eenvoudig met aderen en getande randen. De vrucht bestaat uit een grote schil met twee glanzende bruine eetbare noten. Het hout is zuur, rozeachtig bruin van kleur met donkerbruine strepen.
Een wit, geel of grijs (en in zeldzame gevallen groen of rood) serpentijn. Het is zo flexibel dat de oude Romeinen er lijkwaden van zouden hebben gemaakt om de as van de overledene en die van de brandstof gescheiden te houden.
Genus van circa drie soorten grove overblijvende grassen die ongeveer 1 meter hoog worden en groeien op zandbodems langs de kust in de gematigde gebieden van Europa, Noord-Amerika en Noord-Afrika. De grassen plant men ook buiten hun normale groeigebied, omdat ze zeer nuttig zijn bij het stabiliseren van stranden en voor de vorming van zandduinen.
Lichten die 's nachts branden op een schip dat voor anker ligt.
Wordt gebruikt voor ornamenten aan de rand of het boeisel van een dak, in de klassieke en daarvan afgeleide architectuur, die het open eind van een rij dektegels afsluiten of verbergen.
Kandelaar bij het wijdingskruis. De kaars brandt op het feest van kerkwijding.
Apparaten die geluid veranderen, maar zelf geen geluid voortbrengen.Gebruik termen onder de gidsterm "uitrusting voor het overbrengen en weergeven van geluid" voor apparaten die geluid reproduceren en uitzenden zonder het noodzakelijkerwijs te veranderen.
Uitstekende delen aan de onderrand van de zitting van een stoel, of het raamwerk van een tafel of kabinet.
De mate waarin werknemers bereid zijn zich van de ene plaats naar de andere te verplaatsen of te veranderen van baan of beroep.
Wordt tegenwoordig [20e eeuw] in de bouw gebruikt voor tekeningen of kopieën daarvan die worden bewaard als document na afronding van een project; hieronder kunnen revisietekeningen vallen, waarop veranderingen tijdens de bouw zijn aangegeven. Wordt in historische context gebruikt voor kopieën van ontwerptekeningen van architecten, vaak op verkleinde schaal, al dan niet uitgevoerd en bewaard als documenten van hun werk. Gebruik 'opmetingstekeningen' voor schaaltekeningen van bestaande bouwwerken in het algemeen.
Lampen voorzien van een brander met een cilindrische pit welke zit vastgeklemd tussen twee metalen buisjes die een luchtstroom naar de binnenzijde van de vlam toevoeren, alsmede een schoorsteentje dat de vlam omhult en de lucht naar buiten toe afvoert; met name te gebruiken voor lampen van dit type met een afzonderlijk brandstofreservoir van waaruit de brandstof wordt toegevoerd naar het bekken en de brander, overeenkomstig het principe van de tuinfontein. Argandlampen zijn circa 1782 uitgevonden door Aimé Argand uit Genève. Ze werden in Engeland gefabriceerd door Boulton, in de Verenigde Staten door Cornelius & Co. en in Frankrijk door Quinquet, en worden daar soms ook aangeduid als ‘Quinquet-lampen’.
Verwijst naar kant die werd gemaakt in Armenië, Cyprus, Turkije en de Griekse eilanden. Deze kant wordt gekenmerkt door het gebruik van een enkele naald en traditionele technieken en steken. De ontwerpen en steken verschillen per regio, maar in het algemeen wordt Armeense kant gekenmerkt door een extreme verfijndheid en gecompliceerde ontwerpen. Hij werd vaak gemaakt met zijden draad en gouden draden, en versierd met parels en verschillende kostbare edelstenen. Armeense kant was vooral populair in de 17de eeuw en werd gebruikt in kantranden op kleding, als kelkbedekkingen en op ander liturgisch linnengoed. Sommige wetenschappers denken dat Venetiaanse kant voortkomt uit 16de-eeuwse Armeense kant.
Penning, uitgedeeld door een burger- of kerkbestuur of de diaconie aan respectievelijk burgers of parochianen die hulpbehoevend waren. De penning kon ingewisseld worden tegen kleding, voedsel, brandstof, drank of een doodskist, al naar gelang het symbool, letter of tekst die erop voorkwam.
Reeks glazen schalen waarop muziek wordt gemaakt door over de randen te wrijven met bevochtigde of met magnesium ingewreven vingers, concentrisch gemonteerd op een horizontale staaf, draaibaar d.m.v. krukas en pedaal, oplopende afmetingen; rond 1761 ontwikkeld; ook de latere versie met ondiep, licht hellend onder de staaf aangebracht gootje met water voor bevochtiging van de schalen.
Eind 19e-eeuwse keerbare tapijten die in één geheel, inclusief rand en zoom, werden geweven. Ze konden worden gebruikt als morskleden en waren makkelijk weg te halen en schoon te maken.
Putten die in een afgesloten waterhoudende grondlaag worden geboord en die de rand van de put overstromen omdat het waterniveau van de waterhoudende grondlaag hoger ligt dan het niveau van de putrand; het water stroomt door de eigen druk door het boorgat.
Betrekkelijk kleine Oudgriekse vaten met een bolvormige buik, een korte hals, een platte, schijfvormige flessenmond met een kleine opening, en een handvat (soms twee), uitlopend vanaf de schouder tot de rand; gebruikt om oliën, parfums en zalven in te doen. Deze uit terracotta vervaardigde vaten werden gedragen door atleten, die ze aan hun pols droegen, vastgemaakt aan een riem of een stuk touw. Aryballoi hadden ook een belangrijke functie bij funeraire rituelen.
Residu van grond- of delfstoffen dat achterblijft nadat brandbare stoffen volledig zijn verbrand.
Gordijnen, meestal van geweven asbest en metaaldraad, die in theaters het toneel afsluiten van de toeschouwersruimte om bij brand te voorkomen dat vuur en rook zich verspreiden.
Beeldhouwwerken van de Fon, een volk uit Benin in Afrika, bestaande uit een staf met daarop een schijfachtig platform versierd met uitgesneden of gesmede figuurtjes, vaak met hangers die van de randen afhangen. Ze dienen als herinnering aan overleden famillieleden. Tijdens rouwceremonies en vooroudervereringen worden aan de asen offers gebracht en gebeden gewijd.
Een reeks groenachtig of blauwachtig grijze kleuren die lijken op de kleur van as (residu van grond- of delfstoffen dat achterblijft nadat brandbare stoffen volledig zijn verbrand).
Ronde, ovale of tweelobbige schilden uit de Griekse Oudheid en daarna; ze waren Dorisch van origine, gemaakt van lagen koeienhuid en groot genoeg om bijna het gehele lichaam mee te beschermen. Oudere modellen werden in de hand gehouden maar latere uitvoeringen hadden een diagonaal geplaatste armband, met een handvat aan de rand, en werden op de arm gedragen.
Schaal(tje) dat wordt gebruikt op aswoensdag. De priester draagt deze schaal met de as van verbrande palmtakken en tekent met deze as een kruisje op het voorhoofd van de kerkgangers of bestrooit daarmee hun hoofd.
Lampen met een cirkelvormig reservoir en één of meer Argandbranders in het midden. De term werd oorspronkelijk gebruikt voor hanglampen, zodoende de naam astraal, die is afgeleid van ster .
Verwijst naar de eerste dag van de vastenperiode, zes en een halve week voor Pasen. De naam komt voort uit het gebruik om de voorhoofden van kerkgangers en geestelijken te merken met as. Meestal betreft het de as van de verbrande palmtakken die zijn gebruikt op Palmzondag van het jaar ervoor. Het is behalve Goede Vrijdag de enige dag waarvoor de rooms-katholieke kerk vasten voorschrijft. Aswoensdag wordt ook gevierd door de anglicaanse, lutheraanse en protestantse kerk. Oosters-orthodoxe kerken vieren Aswoensdag niet, omdat de vastenperiode volgens hun kalender op een maandag begint.
Wordt gebruikt voor de middelen waarmee de suggestie van diepte in een afbeelding wordt gewekt, door de dingen die verder weg zijn minder duidelijk af te beelden qua omtrek en detail en, als er sprake is van kleurgebruik, door de verandering van een tint in de richting van blauw en de afname van de kleurintensiteit en contrast in de lichtverdeling.
Boot- of gootvormige ijzeren bellen zonder klepel, bespeeld door ze in de palm van de hand te houden en met een metalen staaf op de rand te slaan; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld door de Ewe in Ghana.
Verwijst naar de cultuur en stijlen die zich ontwikkelden in Athene of elders in Attica, in het bijzonder naar geschilderde aardewerkstijlen die zich chronologisch ontwikkelden na de geometrische stijlen. Attische stijlen verschillen met opzet van Corinthische stijlen en worden gekenmerkt door de fantasierijke composities die niet noodzakelijkerwijs in overeenstemming zijn met standaards voor schaal of balans, door monumentaliteit en grandeur, en uiteindelijk door een typische zwartfigurige stijl die de norm zou worden voor de rest van de Griekse wereld.
Wordt gebruikt voor delen die toegevoegd zijn aan een object of structuur. In de architectuur wordt 'wijziging' gebruikt wanneer de verandering geen substantiële volumevergroting teweegbrengt. Met betrekking tot gedrukte zaken wordt 'addenda' gebruikt.
Verwijst naar de periode en kunststijl tijdens de regering van Augustus Caesar van 27 v. Chr. tot 14 n. Chr. Het doel van deze kunst is de verheerlijking van de prestaties van de keizer. De stijl kenmerkt zich door de nadruk op propaganda en grandeur, die tot uiting komt in herdenkingsmonumenten en beelden uitgevoerd op een eclectische, elegante wijze en beïnvloed door de klassieke Griekse kunst. In deze periode ontwikkelde zich ook de ‘derde stijl’ in de muurschilderkunst.
Randen met bijzonder rijk borduurwerk of met gouddraad of gekleurd zijde geweven patronen, vaak verfraaid met juwelen of kralen. Gebruikt als ornamentele banden op kleren, zoals koninklijke of religieuze gewaden. De term verwijst naar de Frygiërs, die bekendstonden om hun grote vaardigheden in het borduren met goud.
Sloten die kunnen worden gebruikt voor de metalen deuren van kleine geldkistjes in een vuurvaste brandkast.
Wordt gebruikt voor brandalarmsystemen die een alarm via een gemeentelijk systeem naar de brandweerkazerne doorgeven.
Berkensoort, inheems in de Himalaya, die groeit op hoogten tot 4500 meter. De schors is wit en flinterdun, en werd in de oudheid gebruikt om geschriften in het Sanskriet op te schrijven. Tegenwoordig wordt het beschreven met heilige mantra's. De schors wordt ook gebruikt voor verpakkingen en het hout wordt gebruikt als brandhout. Er zijn vele benoemde variëteiten en cultivars gebruikt in de landschapsinrichting.
Wordt gebruikt voor kleine hutjes, eenvoudige omheiningen of tentachtige bouwwerken die dienen als kleedruimten op stranden of bij zwembaden.
Verwijst naar de periode van de Tagar-fase waarin het grafgedeelte van de koergan erg klein was, met muren van slechts anderhalve tot twee meter hoog, en gemaakt van platte stenen. Elk grafgedeelte bevat slechts één graftombe die op zijn beurt slechts één skelet bevat, meestal met een of twee kruiken die bij het hoofd van de overledene zijn geplaatst, samen met offerandes van vlees en eenvoudige bronzen gebruiksvoorwerpen.
Lampen die worden gebruikt om ovens te controleren. Ze kunnen van tin zijn met een lange, ovale houder en een kokervormig handvat aan de ene kant en een traanoliebrander aan de andere kant, maar ze kunnen ook een kopvormige houder hebben van gietijzer met een kanaal voor de pit, een vaste, schotelvormige basis en meestal een scharnierende deksel.
Middelen die worden gebruikt bij een elektrische ontladingslamp om de noodzakelijke omstandigheden voor een stroomkring, zoals voltage, stroom en golfvorm, te krijgen en te houden zodat de lamp aan gaat en blijft branden.
Delen van een trappenhuis die aan de bovenste rand van een trapboom zijn vastgemaakt om de balusters te dragen.
Luitachtige tokkelinstrumenten met een basregister, met een klankkast met een geschulpt silhouet, een platte of licht gewelfde rug, een plat klankbord met een rond, versierd klankgat en een lange hals met een kop met gewoonlijk zijdelings geplaatste stelschroeven. Bandora’s zijn bespannen met zes of zeven dubbele metalen snaren, waarvan de laagste zijn gemaakt van twee of meer ineengedraaide draden. De kam is gelijmd en voorzien van een fretachtige koperen strip en een rij bevestigingspinnen langs de onderste rand; een luitachtig systeem van ribben is bevestigd onder het klankbord. Ze zouden voor het eerst gemaakt zijn in 1562 door John Rose in Londen en waren tot in de zeventiende eeuw populair als continuo-instrumenten in ensembles van snaarinstrumenten.
Wiggen of pinnen die gedeeltelijk in gaten aan de randen van een werkbank worden gestoken om een werkstuk vast te zetten of om te voorkomen dat het van de werkbank glijdt.
Verwijst naar de vroege fase (circa 4800-4300 v. Chr.) van de neolithische Yangshao-cultuur. De cultuur is genoemd naar een neolithisch dorp in de omgeving van Xi'an in de provincie Shaanxi. In de Banpo-architectuur herkennen we reeds de traditionele naar het zuiden gerichte ingang en het gebruik van houten draagconstructies voor het dak. Banpo was een belangrijk keramiekcentrum. Zo is er een industriële oven opgegraven. Het vaatwerk werd doorgaans met de hand gevormd, maar soms ook wel uit rollen opgebouwd of in vormen gegoten. Typerende vormen voor deze periode zijn kommen met versmalde voet. Het vaatwerk werd gedecoreerd met gedrukte vormen of met zwarte of grijze engobe, en werden vervolgens gepolijst. Geometrische patronen overheersen, en in zeldzame gevallen is ook een menselijk masker als motief aangetroffen. Een reeks van circa 20 verschillende markeringen die op de randen van het vaatwerk zijn ingesneden, moet wellicht worden gezien als een primitieve wijze om gebeurtenissen vast te leggen.
Aardewerk dat is versierd uit de vrije hand, met opgelegde slipmotieven die zijn aangebracht met een pipet. De techniek werd het eerst gebruikt op Rijnlands aardewerk van vóór de 3de eeuw v. Chr., ter vervanging van decoratieve reliëfvormen. De engobedecoratie werd als bies aangebracht om de randen van vlakke schalen te versieren met kleine bloemen en andere motieven. De techniek werd wederom gebruikt in het midden en aan het einde van de 19de eeuw, maar was niet populair omdat er snel stukjes van de engobe loskwamen door problemen met het bakken.
Rij stenen langs de rand van een gevel, daarmee een hellend dak afsluitend.
Ringen van glas die toegevoegd worden aan de onderzijden van reeds vervaardigde glazen vaten. Zij worden meestal plat gedrukt zodat hun randen uitsteken buiten de bodems van de vaten.
Verwijst naar een regionale school van Pahari-miniatuurschilderkunst die aan het eind van de 17de en de gehele 18de eeuw een bloeiperiode beleefde in de Indiase heuvelstaten. Schilderijen in de Basohli-stijl behoren tot het vroegst bekende Pahari-werk. Hoewel de naam van de school is ontleend aan de kleine onafhankelijke staat Basohli, als belangrijkste centrum van de stijl, zijn er overal in deze regio voorbeelden van te vinden. Kenmerkende elementen zijn: krachtige lijnvoering en felle kleuren, een langwerpig formaat, rode randen, monochrome achtergronden en een willekeurig maar bijzonder gebruik van architecturale en decoratieve elementen. De gezichten zijn doorgaans overdreven en gestileerd weergegeven, vaak en profil, met grote ogen met een doordringende blik. Een herkenbare techniek is het gebruik van dikke, pasteuze druppels witte verf voor de weergave van sieraden, terwijl delen van kevervleugeltjes smaragden moeten suggereren.
Grote cilindrische trommen, meestal met twee vellen, met een vrij ondiepe klankkast waarvan de doorsnede altijd groter is dan de lengte; zijwaarts gericht bij het bespelen en aan de rand aangeslagen met een gewatteerde klopper.
Gasbranders met een koepelvormige bovenkant met daarin een overdwarse nauwe gleuf, die een waaiervormig vlammengordijn produceren.
Wordt gebruikt voor kleine waterslaglijsten die in de Klassieke architectuur onder de (druip)lijst en boven het fries zijn gesitueerd en voor afgeleiden hiervan, en voor lijstwerk dat onder een overhangend, horizontaal oppervlak is te vinden, zoals onder dakranden.
Valletjes aan baldakijn of hemel van een bed, om de bovenkant van bedgordijnen en hun ophang- en open-en sluitmechanisme aan het oog te onttrekken. Gebruik 'base valances' voor valletjes die om de onderrand van een bed hangen.
Snavelfluiten met een bek, een blokje in het mondstuk. De snavel, gevormd door de ruimte tussen de buitenzijde van het blokje en de binnenste rand van het mondstuk, leidt de adem van de bespeler tegen de scherpe rand van een gat in de rand van de fluit onder het blokje.
Slagvaten die bestaan uit een hol voorwerp, meestal van metaal maar in sommige culturen van harde klei, hout of glas die wanneer ze worden aangeslagen een geluid voortbrengen door de trilling van het grootste gedeelte van de massa; ze worden op hun plaats gehouden op het punt dat het verst van de rand is verwijderd, en het gebied waar ze het meest trillen ligt bij de rand.
Het gebruik van gelijksoortige vormen rondom een evenwichtspunt. De vormen kunnen de indruk wekken dat de verhoudingen gelijk zijn maar zijn, om visuele eentonigheid te voorkomen, veranderd.
Zachte, plastische en lichtgekleurde klei gevormd door chemische veranderingen in vulkanische as. Wanneer het in water wordt geplaatst kan het tot een aantal maal de originele grootte opzwellen.
Een kleurloze, vloeibare koolwaterstof, verkregen bij de gefractioneerde destillatie van aardolie; wordt voornamelijk gebruikt als motorbrandstof maar ook als oplosmiddel.
Lampen die zijn ontworpen om benzine te verdampen en erop te branden.
Strooien hoeden met een lage bol en een brede rand.
Stoelen met een U-vorm waarvan de bovenste rand van de rugleuning met een lichte boog naar de armleuningen afloopt. Ze kenden hun grootste populariteit tijdens de periode van Louis XV.
Braziliaanse muziekbogen van Afrikaanse oorsprong, met een enkele metalen snaar en soms een klankbodem van kokosnoot of kalebas, die tijdens het spelen tegen de borst worden gehouden. De boog wordt met één hand vastgehouden; met dezelfde hand verandert men de toonhoogte door een metalen munt tegen de snaar te houden. De andere hand, meestal voorzien van een ratel, slaat met een stok tegen de snaar.
In algemene zin te gebruiken voor het veilig stellen van mensen of dingen tegen letsel of schade. Gebruik 'behoud' voor activiteiten die worden ondernomen om verdere verandering of achteruitgang van voorwerpen, locaties of bouwwerken te voorkomen. Gebruik '@historic preservation' als zulke activiteiten worden ondernomen voor gebouwen of andere bouwwerken uit specifiek culturele, esthetische of historische overwegingen.
Het bijwerken of afsnijden van de randen van gouden of zilveren munten om wat van het kostbare metaal te pikken.
Culinaire uitrusting met een min of meer platte vorm, zoals vorken en lepels, en zonder snijrand. Te onderscheiden van 'culinaire houders' en 'vaatwerk', zoals drinkglazen en schalen. gebruik de term 'meswerk' bij het verwijzen naar keukengereedschap met snijrand, in het bijzonder diverse soorten messen die bij het eten worden gebruikt. Schepwerk wordt tegenwoordig meestal in sets vervaardigd, met soortgelijke of verwante decoratieve patronen op het handvat. (Engelse term: de term kan ook verwijzen naar min of meer platte of ondiepe voorwerpen van aardewerk, zoals borden en kopjes).
De bestudering van betekenissen in de taal en van de veranderingen in deze betekenissen.
Zagen met een H-vormige zaagbeugel en een vast zaagblad; worden voornamelijk gebruikt om timmer- en brandhout dwars op de nerf te zagen.
Te gebruiken voor het beschrijven van voorwerpen, voornamelijk gereedschappen, machines of onderdelen, die ten opzichte van andere voorwerpen of onderdelen in hetzelfde voorwerp, of ten opzichte van een coördinatensysteem, van positie veranderen.
Term uit de 19e eeuw voor omhoogstaande mannenhoeden met een rand die plat tegen de voorkant en achterkant staat en twee hoeken vormt.
Cilindervormige strook textiel, meestal diagonaal geknipt en eventueel met een koord erin, dat wordt gebruikt als garneersel voor randen en naden van kostuums, bekledingen en draperieën. Kan van een bijpassende of contrasterende stof zijn en soms ook van leer.
Houders voor bieskaarsen, die scheef moeten staan om goed te kunnen branden. Ze bestaan meestal uit een rechtopstaande nijptang van smeedijzer, waarvan de bek door een veer wordt dichtgehouden of door een gebogen arm met tegenwicht van een metalen bol, een decoratief element of een kaarshouder. Het onderstuk kan bestaan uit een ijzeren statief of een houtblok, dat vaak decoratief is gedraaid.
Wordt gebruikt voor het toevoegen aan een boek van één vel, een errata of een illustratie met een smalle lijmrand zodat het toegevoegde element aan de volgende bladzijde kan worden geplakt.
Het bijwerken of afsnijden van randen, zoals delen van een foto of een gedrukte pagina.
Tafels waarop het biljartspel wordt gespeeld en waarvan het oppervlak bestaat uit met stof beklede leistenen platen, omringd door een stootrand. Te onderscheiden van 'pooltafels' die qua vorm hetzelfde zijn maar zes zakken hebben.
Bruin pigment, dat wordt vervaardigd door het roet van verbrand hout te koken. Omdat bister transparant is, wordt het vaak gebruikt als dunne laag over pen- en inkttekeningen. Het komt met name veel voor in tekeningen uit de 17de en 18de eeuw.
Verwijst naar de aardewerkstijl die wordt aangetroffen in het zuiden van Mesopotamië en in het zuidwesten van Perzië gedurende het vijfde millennium v. Chr. De stijl kenmerkt zich door op hoge temperatuur gebrand aardewerk, vaalgeel gepolijst en versierd met zwart geschilderde afbeeldingen. Het aardewerk komt in verschillende vormen voor, waaronder grote gekielde en bolronde schalen.
Open houders, gevariëerd van vorm, materiaal en decoratie, met platte onderkant, lage rand, bedoeld om er artikelen op te zetten, te dragen of te tonen.
Het verlies of de verandering van kleuring door de inwerking van vloeistoffen, met name water; wordt in verband met schilderen ook gebruikt voor de manier waarop deklagen of de pigmenten daarin overlopen naar of vervloeien in de aangrenzende lagen of oppervlakken.
Loodgietersvoegen die worden afgesloten door middel van een brander.
Luchtvaartuigen die zijn ontworpen om bosbranden te bestrijden door water uit te storten.
Beelden van figuren, vaak met aanvullende voorwerpen die in het oppervlak zijn verwerkt, in verband met voodoo door de Fon en andere Ewe-volkeren in Afrika gemaakt en gebruikt om bescherming te ontvangen en kracht en verandering te bereiken voor het individu.
Valletjes aan de onderrand van een bed of bedkleed om de onderkant van het bed aan het oog te onttrekken.
Verwijst naar de filosofie en religie die zijn gebaseerd op de verlichting en leer van Boeddha Gautama in de vroege 6de eeuw v. Chr. in het Noord-Oosten van het moderne India. Deze religie, die een dominante rol speelt in de kunst en cultuur van Zuidoost-Azië en Oost-Azië, is gebaseerd op het overstijgen van menselijk lijden en pijn door het accepteren van de grenzen van de individualiteit, het opgeven van wereldse verlangens en wensen die voor teleurstellingen en verdriet zorgen en het loslaten van het niet-permanente van het leven en het afzonderlijke ego met de bijbehorende welvaart, sociale positie of familierelaties, allemaal door het proces van de verlichting (nirvana). Bij deze religie staat ook 'anatman' centraal, het idee dat 'het zelf' altijd in ontwikkeling is of deel uitmaakt van een reeks veranderende verschijningsvormen in plaats van een vaste, metafysische substantie. De structuur van de religie is gebaseerd op de Triratna ('drie juwelen' van boeddha), een drieledige structuur voor het leven gebaseerd op drie elementen: boeddha (de leraar), dharma (de leer) en sangha (de gemeenschap).
Wordt gebruikt voor wigvormige platen die aan de benedenrand van een hellend dak worden bevestigd om de onderste rij dakpannen of -leien enigszins op te hogen opdat die rij dezelfde schuinte krijgt als de rijen daarboven.
Wordt gebruikt voor spiegels met het midden dichter bij het voorwerp dan de randen, zodat beelden verkleind worden weerspiegeld.
Instrumenten die minieme hoeveelheden elektromagnetische straling meten door de veranderingen in weerstand in een geleider vast te stellen, die worden veroorzaakt door het verwarmingseffect van straling; ze worden gebruikt in de meteorologie.
Fluiten die een bolle vorm hebben; gemaakt van klei, porselein, hout of bolvormige naturalia zoals een kalebas of kokosnoot, waarin de luchtstroom tegen de scherpe rand van een rond blaasgat wordt geleid. Uitzondering is de ocarina welke in tegenstelling tot andere bolvormige fluiten wèl een aanblaasbuis (duct) heeft.
Mutsen of baretten in verscheidene vormen maar zonder rand of klep; meestal van gebreide wol. Werden oorspronkelijk gedragen door mensen in het leger.
Kerkelijke, meestal vierkante hoofddeksels met drie of vier rechtopstaande uitsprongen die van het midden van de bovenkant naar de rand lopen. Zijn rood, paars of zwart voor respectievelijk kardinaal, bisschop of priester. Soms met pompon.
Personen die bont of bontproducten kopen en verkopen. Ook mensen die kledingstukken van bont maken, repareren, veranderen of schoonmaken.
Grote haalmessen in diverse vormen waarbij de schuine rand van het lemmet naar beneden is gericht, zodat het mes niet in het hout snijdt bij het verwijderen van schors.
Houten of metalen schaven met een platte zool, waarin het schaafijzer aan één of beide zijden doorloopt tot de buitenrand. Worden gebruikt om sponningen te maken in de richting van de nerf aan de rand van het hout.
Was gevormd tot een rand rond een drukplaat zodat de plaat kan worden vastgepakt voor onderdompeling; wordt vooral gebruikt voor hele grote platen.
Meestal geplaveide kleine verandas, platformen of tredes bij de toegangsdeuren van huizen. Soms met palen, stangen of kettingen afgezet. Gebruik bordessen (trappen) voor de grotere getrapte toegangen tot aanzienlijke gebouwen.
Wordt gebruikt voor islamitische torenachtige woningen met meerdere verdiepingen, vaak gebruikt in een bepaald seizoen en gelegen aan de randen van stedelijke gebieden, vooral in Noord-Afrika.
Door lokale overheden verplicht gestelde vergunningen, waarvoor leges worden geheven, voor nieuwe bouwprojecten of omvangrijke veranderingen aan c.q. uitbreidingen van bestaande gebouwen. Alvorens een bouwvergunning wordt verstrekt moet eerst een schriftelijke aanvraag worden ingediend; deze dient vergezeld te gaan van een bouwplan en een kostenraming.
Het bovenste laken van een bed, vaak met een versierde bovenrand die wordt omgevouwen.
Krukken waarbij de zitting met scharnieren aan de rand vastzit in de vorm van een kleine kist met deksel.
Een 19de-eeuwse hindoeïstische hervormingsbeweging die teruggaat tot de hindoe-apologeet en -hervormer Rammohun Roy (1772-1833). Deze was onder de indruk van de prestaties van het westen maar meende dat in India de spiritualiteit groter was. De theïstische beweging, beïnvloed door de islam, het christendom en de moderne natuurwetenschappen, streefde naar een terugkeer tot het zuivere hindoeïstische geloof door afwijzing van beeldenverering, nadruk op monotheïsme en hervorming van hindoeïstische sociale gebruiken. Roy’s belangrijkste hervorming was de Britten ervan te overtuigen dat de sati, de praktijk van de weduweverbranding, geen deel uitmaakte van de oorspronkelijke dharma en verboden moest worden. De beweging bleef met veel verdeeldheid bestaan tot in de 20ste eeuw, maar verloor snel leden en invloed.
Waaiers zonder blad, samengesteld uit platte, overlappende stokjes die breed uitlopen naar de buitenrand, waar ze aan elkaar zijn vastgemaakt met een lint of koord.
Verwijst naar een geborduurd ajourwerk met als belangrijkste ontwerpelement de oogjes, kleine gaatjes die zijn verbonden door satijnen lapjes. Het wordt meestal verwerkt in katoen als de randen van kleding of linnengoed. De gaatjes - of oogjes - zijn gegroepeerd in patronen die verder zijn afgebakend door eenvoudige borduursteken op het omliggende materiaal. Het werk wordt meestal uitgevoerd met witte draad op witte stof. De techniek ontstond in het 16de-eeuwse Europa en was niet beperkt tot Engeland, zoals de naam suggereert. In de 19de eeuw werd het veel gebruikt op nachtkleding en ondergoed. Moderne broderie anglaise wordt meestal machinaal vervaardigd.
Fenomeen waarbij de oppervlakte en de onderste lagen van de dampkring van een planeet blijvend een relatief hoge temperatuur hebben, omdat de dampkring meer zichtbare straling van de zon doorlaat dan infrarode straling van de planeet. Het wordt zo genoemd omdat de dampkring van de aarde enigszins is te vergelijken met het glas van een broeikas, dat licht binnenlaat maar geen warmte laat ontsnappen. De term wordt vaak gebruikt om specifiek te verwijzen naar de toegenomen omvang van dit effect in de moderne tijd, in samenhang met de opwarming van de aarde: gassen die vrijkomen na de verbranding van fossiele brandstoffen en andere bronnen - zoals waterdamp, koolstofdioxide, methaan en chloorfluorkoolstofverbindingen - absorberen infrarode straling, waardoor de vrijgekomen energie de aarde niet kan verlaten. Dit leidt tot een verhoging van de gemiddelde oppervlaktetemperatuur op aarde.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, een Sarwavolk dat leeft aan de noordelijke rand van de Okavangodelta.
Wordt van oudsher gebruikt voor bescheiden huizen met één verdieping, van oorsprong met een rieten dak en afgeleid van voorbeelden uit India; wordt daarnaast in Brits verband gebruikt voor vrijstaande huizen met één verdieping; wordt in Amerikaans verband meer specifiek gebruikt voor huizen met één tot anderhalve verdieping, vaak gekenmerkt door een lage gevel of een schilddak en meestal met ver uitstekende, ondersteunde dakranden, dakkapellen en opvallende veranda's; populair in de Verenigde Staten.
Wordt gebruikt voor onbuigzame raamwerkwerkconstructies met dicht op elkaar geplaatste zuilen die onbeweegbaar zijn verbonden met randbalken waardoor een buisachtige buitenconstructie ontstaat die alle uitstekende belastingen draagt, zoals bijvoorbeeld bij de torens van het World Trade Center in New York.
De dubbel- of meervoudig gevouwen randen papier aan de boven- onder- of voorkant van de bladen van een nog niet gesneden boek, meestal bedoeld om open te snijden.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland Buka. Veranderingen in de Bukakunst aan het eind van de 20ste eeuw zijn toe te schrijven aan de kennismaking van de eilandbewoners in de Stille Zuidzee met de buitenwereld. In de 19de eeuw ontdekten walvisvaarders dat de Bukapeddels perfect geschikt waren voor hun werk en gingen ze de productie van peddels door de Buka stimuleren. Tot aan het einde van de 20ste eeuw waren er stijlvarianten te herkennen in het Lapita-aardewerk en de bijbehorende materialen. De bevolking van Buka staat bekend om haar naturalistische afbeeldingen van menselijke en dierlijke vormen; de menselijke hoofden vertonen evenwel hondachtige trekken, met een sterk naar voren stekende kaak. Het oppervlak is vaak zwart gevlekt en verfraaid met ingelegde patronen van rode en witte pigmenten.
Verwijst naar een type glas dat wordt gekenmerkt door centrale cirkelvormige randen rond een pontil mark. Een ruit van dit glas wordt vervaardigd uit het middendeel van een plaat kroonglas, dat ontstaat door het ronddraaien van een glasbel op een ponteerstaaf, waarna één uiteinde wordt weggesneden, zodat er grote ronde glasvlakken ontstaan.
Gereedschap dat bij het drukken wordt gebruikt voor het graveren van metalen platen of kopse houtblokken en dat bestaat uit een klein stalen staafje, vierkant of ruitvormig in doorsnede, met een scherpe punt en een halfrond houten handvat dat in de handpalm past. Binnen een archeologische context verwijst de term naar een specifieke vuistbijl of kling met een beitelrand; wordt gebruikt voor het beeldsnijden of graveren van zachtere materialen zoals been, hout of gewei. Gebruik 'graveerstiften' voor divers gereedschap voor het ciseleren of graveren van metaal of hout.
Branders met één of meer dunne, taps toelopende pithouders die boven de branderplaat doorlopen, maar direct eronder afgesneden zijn om te voorkomen dat ze warmte naar het brandstofreservoir met zeer vluchtige brandstof (een mix van alcohol en geherdestilleerde terpentine) leiden. Wanneer er meer dan één buis is divergeren ze van de onder- naar de bovenkant. Aan iedere buis zijn meestal kleine kapjes met kettingen bevestigd voor het doven van de vlam en ter voorkoming van het verdampen van de brandstof.
Lampen met hoge, smalle, meestal taps toelopende houders van metaal of glas, met één tot zes pithouders die uiteenlopen en een stuk boven de brander uitsteken. Er zitten kleine metalen kapjes aan kettingen bij om de vlam uit te doven en de verdamping van de vluchtige brandstof (alcohol en geherdestilleerde terpentijnolie of kamfer) te vertragen.
Vier soorten brandbare, vloeibare alcohol die vier koolstoffen bevatten en vooral worden gebruikt bij organische synthese en als oplosmiddel.
Hoeden met een hoge bol en een rand die aan de achterkant naar boven is geslagen en voor in een punt omhoog staat; werden gedragen door mannen van de 14e tot de 17e eeuw.
Ornamentale perkamentrollen die naar één kant kronkelen, dus zonder van richting te veranderen, zoals S-rollen wel doen.
Open helmen die worden gekenmerkt door een amandel- of peervormige helmkap, meestal met een korte piek erop en een smalle, platte bovenrand.
Speelgoed waarbij twee of meer spiegels aan één eind van een buis een steeds veranderend symmetrisch patroon creëren wanneer de buis rond wordt gedraaid, door stukjes glas of metaal binnenin de buis of andere objecten buiten de buis te reflecteren.
Instrumenten voor het meten van hoeveelheden warmte, bijvoorbeeld verbrandingswarmte, soortelijke warmte of rijpingswarmte in processen als chemische reacties of verandering van toestand.
Lampen die zijn ontworpen om op geraffineerde terpentijn te branden. Ze hebben een Argandbrander zonder apart reservoir en een knopvormige deflector om de vlam te verspreiden.
Lampen met houders die kunnen draaien op een spil zodat wanneer de brandstof is verbruikt de lamp automatisch of handmatig wordt gekanteld om meer brandstof naar de pit te voeren.
19e eeuwse dameshoeden die vaak een zachte, gerimpelde bol hebben en een stijve rand met linten die aan de zijden of onder de kin worden vastgestrikt.
Verzamelnaam voor een groep intens zwarte, fijn verdeelde vormen van amorfe koolstof, meestal verkregen als roet na gedeeltelijke verbranding van koolwaterstoffen. De koolstof wordt gebruikt bij de vervaardiging van extreem zwarte, bijzonder goed dekkende pigmenten voor drukinkt, verf en carbonpapier, en ook bij de productie van beschermende coatings, plastics en weerstanden voor elektronische circuits. Bovendien komen de stoffen voor als versterkingsmiddelen in rubberen producten. Deeltjes carbonzwart hebben doorgaans een sferische vorm en zijn onregelmatiger kristallijn dan grafiet. Carbonzwart verandert in grafiet na langdurige verhitting op 3000 graden Celsius. Carbonzwart is, voorzover bekend, een van de meest fijn verdeelde materialen. De deeltjesgrootte en kleurintensiteit zijn afhankelijk van het fabricageproces.
Verwijst naar moderne afdrukken die zijn geproduceerd aan de hand van het carborundum-mezzotintprocedé. Dergelijke afdrukken hebben de algemene eigenschappen van een mezzotint, maar vertonen in de lichtere gebieden niet de rechte lijnen van de zaagvormige randen van de wiegijzers.
Smalle zagen met ongeveer 45 tanden op 10 cm, met een metalen strook bovenlangs om buigen te voorkomen. Worden gebruikt om de randen van tappen, zwaluwstaarten of verstekfittingen gelijkmatig af te zagen. Een moderne variant van de tapzaag.
Lampen die gebruik maken van Cardans (1550) aanpassing van het barometrische aanvoerprincipe, waarbij de brandstof vanuit een groot reservoir naar behoefte wordt aangevuld zonder dat gebruik hoeft te worden gemaakt van pompen of kantelen.
Een enkele glazen tegel of een tegel met ingebrande kleuren, meestal vierkant of ruitvormig. Wordt gebruikt voor decoratieve beglazing.
Boom die voorkomt in het oosten van de Verenigde Staten en Canada. De boom produceert peervormige noten die voor veel wilde dieren een belangrijke voedselbron vormen. Het hout gebruikt men op verschillende manieren, onder meer als brandhout voor huizen.
Houders waarin aromatische tabletten kunnen worden verbrand of vloeibaar parfums kunnen worden verdampt. Vaak in de vorm van een vaas met deksel met gaten in de schouder of de deksel, of met een doorboorde of opengewerkte decoratie. Soms gemaakt in de vorm van een drievoet, vooral een athéniènne. Gebruik 'wierookbranders' voor andere houders van uiteenlopende vorm die worden gebruikt om wierook te branden om een ruimte te parfumeren. Gebruik 'potpourri-vazen' voor vaasachtige houders met deksel die voornamenlijk worden gebruikt voor het verbranden of het verdampen van resp. vaste of vloeibare reukstoffen.
Dubbelzijdige metalen spatels die worden verhit en gebruikt om kleuren in te branden in encaustische schilderingen.
���Compact disc - recordable': cd waarop men zelf gegevens of geluid kan opnemen. Cd-r's hebben een lichtgevoelige laag waarin men met een cd-recorder de data kan ���branden'.
Een taai, synthetisch thermoplastic dat zeer brandbaar is maar meestal niet explosief; hoofdzakelijk samengesteld uit cellulose-nitraat met kamfer of een andere weekmaker.
Een sterk, brandbaar en eenvoudig te fabriceren hars van thermoplast, die voorkomt als witte schilfers of poeder. Wordt gebruikt voor verschillende producten, zoals acetaatvezel, lakken, fotografische film en magnetische banden.
Ovens die worden gebruikt voor het verbranden van cement tot onvolledige smelting.
Het veranderen, weglaten of volledig uitsluiten van een bericht, document, kunstwerk of welk item dan ook dat informatie, een boodschap of een beeld draagt dat de censurerende instantie wil onderdrukken.
Documenten die officieel bevestigen dat het pand voldoetaan de bepalingen van het bestemmingsplan en de bouwenvoorschriften en kan worden gebruikt of bezet. Wordt toegekend voor nieuwe constructies of voor veranderingen of uitbreidingen van bestaande structuren.
Te gebruiken voor de overhangende dakranden van een hindoetempel.
Stoelen met grote rugleuning, die scharnierde zodat ze naar voren kunnen worden gezwaaid om op de armen te rusten, waardoorn het meubel in een tabel veranderd wordt. Stoelen van dit type werden in Europa van de middeleeuwen tot de late 17e eeuw gemaakt en in Amerika tot in de late 19e eeuw.
Joods religieus feest ter herdenking van de herinwijding in 164 v. Chr. van de tweede tempel in Jeruzalem nadat deze drie jaar eerder was ontheiligd op bevel van Antiochus IV Epiphanes; zo werd de Syrische koning gefrustreerd in zijn poging om het joodse geloof uit te roeien. Hoewel in het hedendaagse Israël meer de nadruk wordt gelegd op de militaire overwinning van Judas Maccabeus, roept de kenmerkende rite met het ontsteken van de menora ook het verhaal uit de Talmoed in herinnering over de kleine hoeveelheid niet-ontheiligde olie – genoeg voor één dag – die op wonderbaarlijke wijze acht hele dagen in de tempel brandde totdat nieuwe olie beschikbaar was. Chanoeka begint op 25 kislev (in december) en duurt acht dagen. In die periode worden, naast het ontsteken van de ceremoniële kaarsen, geschenken uitgewisseld en spelen kinderen vakantiespelletjes.
Een reeks helder groenachtig gele kleuren die lijken op de kleur van chartreuse, een gedistilleerde Franse kruidenlikeur die is vernoemd naar het klooster Grande Chartreuse in het Chartreuser gebergte.
Kleine dubbele rilapparaten met evenwijdige snijranden.
Scheepsbouwmodellen bestaande uit afwisselende stroken hout in contrasterende kleuren die bij de randen aan elkaar zijn gelijmd om een ruitpatroon te vormen wanneer ze worden bewerkt, en om de doorsnedelijnen van het beoogde schip te onderscheiden.
Wordt gebruikt voor de kroonlijst boven de dakranden of de kornis van gebouwen, of voor siergoten.
Grove haarnetjes die vaak zeer decoratief zijn en worden gebruikt om het haar onderin de nek of in een knot bij elkaar te houden; soms vastgemaakt aan de achterrand van een hoed. Gebruik 'huiven (hoofddeksels)' voor nauwsluitende netkappen of haarnetjes, meestal van goud-, zilver-, zijde- of woldraad, die werden gedragen van de 13e tot de 17e eeuw.
Verwijst naar een christelijke, religieuze ideologie die meestal gebaseerd is op een interpretatie van Openbaring 20:1-7, waarin staat dat de heiligen duizend jaar lang zullen heersen over de aarde, net voor of na de terugkeer van Christus. Vanaf de vroege tijd van het christendom heeft het chiliasme volgelingen gehad, maar het werd vooral populair in de 19de eeuw, toen groepen zoals de Plymouth Brethren en de adventisten apocalyptische en chiliastische ideeën omarmden. Recentelijk hebben sociale wetenschappers de term ook in het algemeen gebruikt voor religieuze groepen die verwachten dat de wereld een plotselinge transformatie zal ondergaan. Dergelijke groepen winnen vaak aan populariteit wanneer er sociale veranderingen gaande zijn of zich een crisis voordoet.
Verwijst naar een type Chinese kamerschermen die doorgaans een zeer forse omvang hadden, tot wel drie meter hoog en zes meter breed, met twaalf panelen van gelakt en verguld hout. Coromandel-schermen bevatten ingesneden en gelakte decoraties en hebben vaak een brede rand om het hoofdonderwerp. De naam is afkomstig van een deel van de kust van Zuidoost-India bij Madras, waar goederen uit het Verre Oosten werden overgeslagen om verder door de Engelse East India Company naar Europa te worden vervoerd. Coromandel-schermen werden voornamelijk in de 17de en 18de eeuw in China gemaakt voor de Europese markt.
Zwaar versierde boekbanden, gewoonlijk met een omslag van rood marokijnleer, voorzien van fijn afgewerkte gouden randen, vlakken met doorsnijdende of gestippelde lijnen en exotische motieven met dieren, planten en menselijke en mythische figuren in rococostijl. Ook motieven die zijn geïnspireerd door Chinees en uit China geëxporteerd porselein, zoals draken, bloemen en vogels, komen veel voor.
Prehistorisch stenen werktuig uit het vroege paleolithicum. De steen had slechts één ruwe, onregelmatige snijrand; de andere zijde was stomp zodat men de steen kon vastnemen. Later ontwikkelde deze zich tot de geavanceerdere 'chopping tool'.
Prehistorisch stenen werktuig uit het paleolithicum, betere en verfijndere opvolger van de oudere chopper. De steen werd aan twee kanten bewerkt om een scherpe rand te krijgen. De snijrand was niet recht, maar eerder golvend.
Te gebruiken voor het maken van chronofoto's, waarbij beweging of verandering in een serie fotografische beelden wordt vastgelegd door afzonderlijke foto's na elkaar te nemen of met één lange opname beweging te registreren. De bewegende mensen of voorwerpen op de foto's krijgen een wazig effect. Niet te verwarren met 'cinematografie', waarbij bewegende mensen of voorwerpen worden vastgelegd met behulp van een filmcamera.
De kunst en wetenschap van het fotograferen van animaties of geanimeerde wezens of voorwerpen in beweging met behulp van een filmcamera. Te onderscheiden van 'chronofotografie', waarbij beweging of verandering in een serie fotografische beelden wordt vastgelegd door afzonderlijke foto's na elkaar te nemen of met één lange opname beweging te registreren, waardoor wazige beelden ontstaan. Zie de beschrijvingen onder de gidsterm "filmproductie en processen en technieken voor filmproductie" voor termen betreffende het algehele proces van filmproductie en de diverse technieken voor filmproductie.
Dunne metalen schijven met tanden langs de buitenrand, die ronddraaien op een machinaal aangedreven as. Worden gebruikt als handgereedschap of gemonteerd op een tafel.
Metaalwerkers die versieringen aanbrengen door middel van ciseleren, dit is het aanbrengen van details of figuren op metaal door het met een hamer of andere gereedschappen zonder snijranden te bewerken.
Middelgrote subtropische citrusboom, met langwerpige elliptische bladeren met een fijn getande rand en een kleine bolvormige geelgroene vrucht. De boom is afkomstig uit Zuidoost-Azië en werd geïntroduceerd in het Midden-Oosten, Noord-Afrika, Sicilië en Spanje. Limoenen werden in Europa ingevoerd rond de twaalfde, dertiende eeuw. Columbus nam de citrusvrucht mee naar West-Indië, waar ze al snel op grote schaal werden verspreid, onder meer naar de Florida Keys (in het Engels wordt de vrucht 'key lime' genoemd) en Californië. Voor de handel plukt men de vrucht gewoonlijk als die groen is. De vrucht is iets zoeter dan andere soorten limoenen. Limoenolie wint men doorgaans met behulp van stoomdestillatie. De olie gebruikt men voor parfums en als smaakstof, insecticide en antisepticum. De vrucht gebruikt men als smaakmiddel en als een bron van vitamine C.
Prehistorische vuistbijl. Het ging om een grote en langwerpige steen met een rechte snijrand die in een rechte hoek met de as van het werktuig liep. Werd gebruikt om dieren te slachten en het vlees en de huid ervan te bewerken.
Te gebruiken voor aardewerken lampen die in de oudheid werden gemaakt door de randen van een ondiepe kom of schaal te vouwen of in te knijpen, zodra ze waren gevormd.
Gereedschap om klei te bewerken dat voornamelijk bestaat uit een schijfje of wieltje. Worden gebruikt om inkepingen of groeven in de buitenste randen van borden te maken.
Glazen voor brandewijn, cognac of likeur; op korte stam, met peervormige kelk die naar boven toeloopt om het aroma van de drank vast te houden; soms vergezeld van een metalen houder door middel waarvan het glas boven een vlam kan worden gehouden om het te verwarmen.
Het vaste residu dat overblijft wanneer steenkool zonder luchttoevoer of met beperkte luchttoevoer (carbonisatie) wordt verhit. Cokes worden hoofdzakelijk gebruikt als brandstof of als reduceermiddel in de ijzer- en staalindustrie, hoofdzakelijk in hoogovens.
Gebruik voor fabrieken waar cokes worden geproduceerd, meestal door verbranding van steenkolen of destilleren van kolengas.
Ringvormige bevestigingen aan lampen, meestal van koper, die om de opening van het brandstofreservoir heen zitten en die aan de binnenkant een schroefdraad hebben om de schroef van de brander in te kunnen draaien.
Verwijst naar korte formele gebeden in de westelijke christelijke gebedsdienst, die per dag verschillen. De term verwijst naar het oorspronkelijke 'bijeenbrengen' (collecte) van de petities van de gelovigen tot één gebed. Collectae bestaan uit een aanroeping, een petitie en een smeekbede aan Christus of een lofprijzing tot de Heer. De collecta gaat vooraf aan de schriftlezingen van de eucharistie. De collectae in het 'Book of Common Prayer' zijn deels geschreven door Thomas Cramner en deels aangepast naar Latijnse kerkboeken. Volgens het 'Book of Common Prayer' worden de collectae van de dag gevolgd door twee onveranderlijke collectae tijdens het ochtend- en avondgebed.
Kraters met handvatten die op zuilen lijken en die vanaf de schouders naar de rand lopen. De voeten hebben de vorm van een echinus. Dit type vat was met name populair in zwartfigurige uitvoering.
Publieke instanties die op gemeentelijk niveau zijn geautoriseerd om veelomvattende plannen voor toekomstige ontwikkelingen te maken en om voorgestelde veranderingen in het gebruik van grond te evalueren, zodat ze overeenstemmen met deze plannen.
Verwijst naar de midden-Byzantijnse stijl en periode rond de Comnenidynastie (1081-1204) in het oostelijke Romeinse Rijk. De stijl wordt gevoed door de wens de grandeur van het Rijk na de Eerste Kruistocht in ere te herstellen, en kenmerkt zich in het bijzonder door de bouw van kloosters en enorme woningen voor het geslacht Comneni.
Decoratieve randen die zijn gevormd als aparte ontwerp eenheden die de gedrukte tekst op een titelpagina omringd. Te onderscheiden van 'lijstwerk (ornamentgebieden)', die randen omsluiten die bestaan uit losse elementen die niet zijn ontworpen om samen als rand te worden gebruikt.
Computer-randapparatuur, bestaande uit een monitor of een printer en een toetsenbord, die met elkaar verbonden zijn en functioneren als een op zichzelf staande in/uitvoereenheid.
Modelhuizen, ontworpen als experimentele projecten waarin ideeën buiten de conventionele bouwpraktijk worden onderzocht en die discussies over en veranderingen in de richting van de architectuur uitlokken.
In koelingssystemen, de warmtewisselaars die hitte aan het koelmiddel onttrekken en een heet gas onder druk veranderen in een koele vloeistof.
Microfoons met een membraan van metaal of van plastic met een metaallaag dat parallel aan een elektrode is gespannen. Als het membraan door de geluidsgolven gaat bewegen, verandert de afstand tussen het membraan en de elektrode, waardoor de spanning over membraan en elektrode verandert. Deze verandering wordt vervolgens geregistreerd en versterkt of gebruikt voor radio- en televisie-uitzendingen. Bij dit soort microfoons moet men gebruik maken van een aparte voedingsbron, wat bij dynamische microfoons of bandmicrofoons niet nodig is.
Te gebruiken voor het vakgebied dat de behandeling, preventieve zorg en onderzoek naar het lange-termijn behoud van cultureel en natuurlijk erfgoed behelst. Gebruik 'behoud' voor acties die worden ondernomen om verdere veranderingen of verslechteringen van voorwerpen, plaatsen of bouwwerken te voorkomen en 'restauratie' voor veranderingen aangebracht aan een voorwerp of bouwwerk zodat het nauw overeenkomt met de staat waarin het verkeerde op een bepaald moment in het verleden .
Draaiboeken, die alleen door de regisseur mogen worden veranderd, met daarin alle audiovisuele aanwijzingen die voor het draaien van belang zijn, inclusief de dialogen, de geluidseffecten, de shots en de basis-editing van alle scènes in de volgorde waarin ze op het scherm vertoond dienen te worden.
De evenwichtige doch asymmetrische positie van het afgebeelde menselijk lichaam, waarin het draaien of het buigen van de verticale as van het lichaam een verandering van de richting van heupen, schouders en hoofd tot gevolg heeft.
Hoeden met een hoge kegelvormige bol en een middelgrote rand die vooral in de mode waren van 1560 tot 1620.
Branders voor olielampen die bestaan uit een dunne metalen schijf die op een kurk is geplaatst waardoor één of meer pithouders steken.
Voorwerpen die zijn gevlochten of geweven van graanstengels, traditioneel van de laatste schoof die is geoogst. De corn dolly is bedoeld als een winterverblijf voor de geest van het graanveld en wordt in de lente verbrand of weer in het veld geploegd om de volgende oogst te garanderen. De volkstraditie ontstond in Britannië en Ierland, en werd door emigranten naar Noord-Amerika meegenomen. Ze werden onder meer ontworpen als mensfiguren met een of meerdere samengevoegde lussen of als kegelvormige kooien. Meestal werden ze voorzien van linten en lappen. Tegenwoordig worden ze veel gemaakt in de kunstnijverheid, met de bedoeling om ze te verkopen.
Te gebruiken voor personen die oorspronkelijk werk van anderen, zoals tekeningen, ontwerpen, maquettes, manuscripten, gedrukte teksten of andere soorten documenten, zowel visueel als verbaal, herzien, wijzigen, bijwerken of op andere toegestane wijze veranderen.
Poeders, lotion, lippenstift, rouge en andere middelen die op het menselijk lichaam kunnen worden aangebracht voor het verfraaien, verduurzamen of veranderen van het uiterlijk van een persoon.
Extra merktekens die aan een voorwerp zijn toegevoegd om de informatie die de eerste merktekens geven te bevestigen of te wijzigen, zoals een tweede watermerk in papier, een tweede waarborgstempel op goud of zilver, of een extra merkteken op een muntstuk om een waardeverandering aan te geven.
Indianenfluiten, die traditiegetrouw van hout of riet werden gemaakt, waarbij de boring door een tussenschot geblokkeerd wordt zodat de lucht door een gat naar buiten wordt gedrukt. Boven dit gat is een houten blokje op de buis gebonden zodat de lucht aan de buitenkant van de fluit naar een tweede gat wordt geleid, waar de lucht de aanblaasrand beroert; werd oorspronkelijk gemaakt als instrument om vrouwen het hof te maken.
Verwijst naar een bepaald type opstelling van animatiecellen, bestaande uit twee of meer cellen en een productieachtergrond die is gemaakt door – of een imitatie is van werk uit – de Courvoisier Galleries aan het eind van de jaren 30 en het begin van de jaren 40 van de 20ste eeuw. Ze zijn gemaakt volgens een speciale techniek waarbij de figuurtjes precies bij de randen zijn uitgesneden en geplakt op een achtergrond die meestal bestond uit houtfineer, patronen of handgeschilderde aquarellen en bedekt met een beschermende toplaag.
Breedgerande vilten hoeden met een grote zachte bol van het soort dat werd gedragen door knechten op ranches in het westen van Amerika.
T-vormige tassen met een gegroefd oppervlak aan één kant en een vierkant uiteinde aan de andere kant. Worden gebruikt bij metaalbewerking om hoeken en randen te vormen.
Gebouwen in lokale stijl, van bescheiden afmetingen en met puntgevels aan de zijkanten, waarbij de voormuur meestal een eind naar binnen is geplaatst om een geïntegreerde veranda te maken onder één enkele steile dakkant; deze manier van bouwen werd oorspronkelijk naar Louisiana gebracht door Frans-Canadese (uit Acadië afkomstige) immigranten die kennis hadden van dakconstructietechnieken voor grote spanwijdtes.
Tekentechniek waarbij lijnen in allerlei richtingen over de vorm bewegen, in plaats van alleen langs de rand.
Wordt gebruikt voor tekeningen waarin de lijnen de omtrek overdwars over het oppervlakte van de vorm volgen. Verschillend van 'contourtekeningen', waarin de lijnen de randen van de vorm volgen.
Kleine hanglampen van ijzer of aardewerk met een handvat aan één kant en een dunne tuit voor een pit aan de andere en met een rond reservoir ��� dat men een ���cruse' (���kruik') noemde ��� van ongeveer 7,5 cm in diameter waarin brandstof zat, gewoonlijk hard vet. Deze lampen ontstonden uit de panvormige lampen met drijvende pitten die mediterrane volken in voorchristelijke tijden gebruikten.
Een decoratietechniek die in Spanje werd gebruikt voor tegels en ander aardewerk, en die de cuerde seca-methode heeft verdrongen. Het betrof het drukken van het patroon op tegels om randen te vormen die voorkwamen dat de gekleurde glazuren zich zouden vermengen.
Aanduiding voor stukken land en watergebieden die door menselijk ingrijpen aanzienlijk zijn veranderd of gewijzigd; wordt gebruikt als tegenstelling voor 'natuurlijke landschappen', waarmee gebieden worden aangeduid waar menselijk ingrijpen, indien daar sprake van is, geen belangrijke ecologische consequenties hebben voor het gebied als geheel.
Verwijst naar de latere fase van de Decorated Style, na circa 1300, wanneer de geometrische patronen in venstermaaswerk beginnen te veranderen ten faveure van golvende lijnen en vormen die lijken op regendruppels en vlammentongen.
Te gebruiken voor toegepaste decoratie bestaande uit een dunne laag metaal, meestal zilver, gesneden uit een geplet blad om een rand of vlak silhouetontwerp te creëren en die aan een voorwerp is gesoldeerd.
Cowrieschelpen (Cypraeidae) en eierschelpen (Ovulidae) met een sterk gepolijste en felgekleurde schelp en een mantel die de schelp soms bedekt. Bij aanraking trekken leden van een groep zich plotseling terug, waarbij de kleurverandering roofvijanden moet verwarren. Komt algemeen voor in ondiepe tropische oceanen, maar sommige soorten leven in koelere wateren.
Lange, ondiepe kanaaltjes die onder en parallel aan de dakrand van een gebouw zijn geplaatst om water van een dak op te vangen en weg te leiden.
Dakkapellen waarvan de dakranden parallel lopen aan die van het dak zelf, in plaats van in een gevel uit te lopen; hierdoor wordt meer zolderruimte verkregen dan bij gevel-dakkapellen.
Daksparren die een rechte hoek maken met de dakrand en van de muurplaat tot de nokruiter reiken.
Stroken hout of metaal die de rand van een dak bedekken.
Tegel die als een soort zadel om de bovenrand van een dak past, waardoor een dakvorst ontstaat.
Boomsoort van hardhout die inheems is in het Indiase subcontinent en die voornamelijk wordt aangetroffen langs rivieroevers. De soort is internationaal vooral bekend om zijn hoogwaardige palissanderhout, maar wordt lokaal vooral gebruikt voor de productie van het percussie-instrument kartaalsan, als een belangrijke brandstof en voor schaduw en beschutting.
Montage van dikke stukken gebrandschilderd glas, meestal met een dikte van 2,5 cm, samengevoegd met cement of epoxyhars. In het oppervlak worden vlakken uitgesneden om een glinsterend effect geven.
Het veranderen van de weergave van gegevens in een database van één vorm naar een andere, zoals bijvoorbeeld door verandering van opslagmedium, gegevensindeling of de code waarin de gegevens zijn opgeslagen.
De temperatuur waarop de lucht wordt verzadigd zodra het afkoelt zonder de toevoeging van vocht of enige verandering in druk; verdere afkoeling leidt tot condensatie.
Grote, beklede sofa's die vaak in een bed kunnen worden veranderd.
Decanteerflessen in de vorm van een kan met een lange hals en een lusvormig handvat dat van de rand tot de schouder loopt.
Kleine werktuigen, gemaakt van verschillende materialen en in verschillende vormen die een ronddraaiend wiel hebben dat een gegroefde, gekartelde of getande of op andere wijze bewerkte rand heeft. Worden gebruikt voor het snijden, plooien of versieren van gebak of deeg.
Branderonderdelen die bestaan uit schijven, kegels of koepels, meestal van metaal, die een luchtstroom naar de vlam voeren.
Elke verandering van vorm, gedaante of dimensie in een lichaam door een spanning of kracht, zonder inbreuk te maken op de continuïteit van de ertoe behorende delen.
Het dateren van evenementen, tijdsintervallen, en milieuveranderingen door het bestuderen van de opeenvolgingen van en de verschillen tussen de jaarringen in bomen en oud hout.
Weegschalen met vaste tegenwichten aan één uiteinde van een horizontale balk, met een verschuifbaar draaipunt waardoor de verhouding van de lengte van de armen kan worden veranderd, en met een enkel haakje om het te wegen voorwerp aan te hangen; gebruik 'unsters' voor weegschalen met een soortgelijke vorm maar met een vast draaipunt en verschuifbare gewichten.
Lamp die brandt bij een heiligenbeeld of anderszins devotie-object.
Vaste apertuurinstellingen op sommige cameralenzen, berekend door de apertuur door de brandpuntsafstand te delen.
De theorie die geldt als officiële filosofie van het Sovjetcommunisme. Hierin wordt gesteld dat fysieke materie de enige werkelijkheid is, dat alle aspecten daarvan onderhevig zijn aan voortdurende verandering als resultaat van de druk van tegengestelde krachten en dat mentale processen afhankelijk zijn van materiële processen.
Taxon van reptielen die ongeveer 300 miljoen jaar geleden, in het Laat-Carboon, in hun schedel twee paren openingen achter de oogkassen ontwikkelden. Tot de diapsida behoren de dinosauriërs, krokodilachtigen, hagedissen, slangen, schildpadden en vogels. Sommige levende diapsida zijn één opening kwijtgeraakt (hagedissen) of beide openingen (slangen), of hebben een schedel die in hoge mate is veranderd (moderne vogels), maar vanwege hun afstamming worden ze toch als diapsida geclassificeerd. Er zijn ten minste 14.600 levende soorten diapsida.
Glas dat van kleur lijkt te veranderen wanneer het wordt gezien bij doorgelaten of gereflecteerd licht; wordt vaak verkregen door toevoeging van colloïdaal goud aan het glasmengsel.
Te gebruiken voor locomotieven waarin de kracht wordt opgewekt door inwendige verbrandingsmotoren op olie, die elektrische generatoren aandrijven om stroom te leveren aan elektrische tractiemotoren voor de voortstuwing.
Te gebruiken voor locomotieven waarbij de kracht die wordt ontwikkeld door inwendige verbrandingsmotoren op olie, wordt geleverd aan de aandrijfstangen en -assen door middel van drijfassen en koppelingen.
Interne verbrandingsmotoren waarin een in lucht ingespoten olienevel, samengedrukt tot een temperatuur van ongeveer 538 graden Celsius, ontbrandt bij een vrijwel constante druk.
Een methode om te kijken hoe een materiaal zich gedraagt als de thermische omstandigheden zich wijzigen. Door een monster van het materiaal te verwarmen of af te koelen en de temperatuur ervan te vergelijken met die van inert referentiemateriaal onder vergelijkbare omstandigheden, kunnen de temperatuursveranderingen, de richting en omvang ervan worden geobserveerd.
Het veranderen of afbuigen van golven, vooral geluids- en lichtgolven, op het moment dat ze langs en rondom hindernissen die ze op hun weg tegenkomen, gaan.
De fysische en chemische veranderingen die in sedimenten optreden tussen het moment van depositie en het moment van stolling.
Een kleurloze, vluchtige, zeer brandbare vloeistof die mengbaar is met water.
Schijfvormige voorwerpen van meer dan 17,5 cm in doorsnee, dikker in het midden dan aan de rand en met een metalen strook permanent vastgezet rond het houten middenstuk dat verzwaard is in het centrum; worden gebruikt voor afstandwerpen tijdens veldnummers.
bon om te ruilen tegen een specifiek beperkt te verkrijgen product, meestal levensmiddelen of brandstof.
Brander met een koepelvormige deflector en een eenvoudige kraagachtige, geperforeerde lampeglashouder vastgezet aan de bodemplaat. Wordt verondersteld de eerste flat wick petroleumbrander te zijn.
Boekbanden met zachte randen, die over de hoeken van de pagina's gevouwen kunnen worden om ze te beschermen.
Een 'schuttersstuk' of 'doelenstuk' is een geschilderd groepsportret van de leden van een schuttersgilde. Het genre werd uitsluitend in de Nederlanden beoefend in de 16e en 17e eeuw. Het bekendste schuttersstuk is van Rembrandt van Rijn, dat bekend staat als 'De Nachtwacht'.
Een rooms-katholieke orde die in 1215 in Zuid-Frankrijk werd gesticht door de Spaanse heilige Dominicus. De bijzondere kenmerken van de nieuwe orde waren de verplichting om theologische studies uit te voeren en de missie om de leer te verkondigen, een taak die voorheen werd beschouwd als het exclusieve privilege van bisschoppen en hun afgevaardigden. Deze bedelorde wordt gekenmerkt door een centraal gezag en een centrale organisatie en legt de nadruk op missiewerk en wetenschap in combinatie met een actief en contemplatief leven. Een lid behoort tot de orde (en niet tot een autonoom klooster) en kan te allen tijde worden overplaatst naar een andere locatie. Beroemde dominicaanse wetenschappers zijn Albertus Magnus en zijn leerling, de heilige Thomas van Aquino. Het door Aquino ontwikkelde systeem werd in 1278 officieel aangenomen door de orde. Er is een orde van dominicaanse nonnen die in de 19de en 20ste eeuw explosief groeide en een tertiaire orde van leden die niet in kloosters leefden. De orde staat bekend om het onveranderlijk orthodoxe naleven van de leer van Aquino.
Harde, vilten herenhoeden met ronde bol en een smalle rand die lichtelijk naar binnen is gerold.
'Crusies' met twee bekkens, waarvan de bovenste de brandstof en pit bevat en de onderste de druppels opvangt.
Computer-gegenereerde afbeeldingen van enkel de omrandingen van driedimensionale objecten, vaak zonder de lijnen weg te laten die normaliter zijn verborgen als de oppervlakken van het object ondoorzichtig zijn.
Draden of strengen die als decoratie op een object worden aangebracht, in het bijzonder met betrekking tot glasdraden als versiering van in hoofdzaak de hals, steel en rand van drinkglazen en andere objecten. Draadwerk dient te worden onderscheiden van ‘trailings’ (glasdraden), in die zin dat bij draadwerk een zelfstandige, deels vrijstaande decoratie op het vat wordt aangebracht, terwijl ‘trailings’ slechts bestaan uit eenvoudige decoratieve lijnen op het glasoppervlak.
19e eeuwse naam voor steken waarvan de rand zo is opgeslagen dat er een gelijkzijdige driehoek wordt gevormd.
Kaars die als een hooivork uitloopt in drie kaarsen, symbool voor de drie koningen die het Kindje Jezus in de stal begroetten. Wordt/werd in huiselijke kring gebrand op het Driekoningenfeest (6 januari) en bij het driekoningenzingen langs de deuren (Benelux, Duitsland)
Bekers met een stam, maar zonder voet, zodat wanneer ze leeg zijn, ze op hun rand moeten rusten als een ryton of stijgbeugelkop; vervaardigd in verschillende vormen in Duitsland en Nederland.
Metalen schijven die worden doorboord door één of twee pithouders, die rusten op de opening in het oliereservoir. Deze branders hebben vaak een klein uitsteeksel aan de zijkant waarmee ze kunnen worden opgelicht.
Bekers op voet die met de lipranden in elkaar passen.
Te gebruiken voor de lijmbindmethode waarbij losse bladen is één richting worden uitgespreid en vervolgens over een lijmroller worden geleid, zodat het kleefmiddel tussen de bladen dringt; de bladen worden daarna in de andere richting uitgespreid en opnieuw over de lijmrollergeleid, zodat beide zijden van de bindrand van ieder blad zijn bedekt en aan de naastgelegen bladen kleven.
Een serie ronde inkepingen in de voorste randen van een boek, die zijn gemarkeerd om de lezer te verwijzen naar bepaalde delen van de tekst.
In keramiek het barsten dat zich voordoet tijdens het bakken of koelen als gevolg van de temperatuursveranderingen; kan voorkomen in biscuit of geglazuurd aardewerk.
Fotografische procédés waarbij de afbeelding wordt verkregen door een bichromaatcolloïde oppervlak dat aan het licht wordt blootgesteld door een transparant materiaal te bestuiven met een kleurstof. De gedeelten die zijn blootgesteld verliezen hun kleverigheid en houden minder pigment vast. Meestal gebruikt voor afdrukken op glas of keramiek, waarbij de kleurstof er als een glazuurlaag op wordt gebrand.
Het vermogen van een materiaal of voorwerp mechanische slijtage of verval te weerstaan en langdurig mee te gaan. Gebruik 'onvergankelijkheid' met betrekking tot langdurige situaties of tot niet-mechanische eigenschappen die voor een onbepaalde tijd bestaan zonder noemenswaardige verandering.
De dwarsliggende rand die afgesloten is met kettinglussen, wat voorkomt bij sommige stukken textiel die op eenvoudige apparatuur zijn geweven. Het lijkt op een echte zelfkant en kan aan één of beide zijden van het textiel voorkomen.
Fluiten die geluid produceren doordat de speler tegen de scherpe rand van een gat blaast aan de zijkant van de buis.
Verwijst naar de vroegste fasen van de Free Style, vanaf circa 475 v. Chr. Deze onderscheidt zich van de latere Free Style-vaasschilderingen door een algeheel gevoel van experimenteerzucht en het ontbreken van de grandeur die later gewoon was.
De toename van een materiaal of een lichaam in lengte of volume, die wordt veroorzaakt door, bijvoorbeeld, temperatuursverandering of bevochtiging.
Kleine ondiepe schalen met vlakke bodem, verticale wanden en aan weerskanten een handvat ter hoogte van de rand; meestal met een deksel en soms een bijbehorende onderschotel.
Stevig opgevulde rollen, bevestigd aan de randen van beklede stoelen om deze randen duurzamer te maken.
Verwijst naar de stijl van muurschilderingen die gangbaar was in de Late Republican periode. Deze stijl wordt gekenmerkt door toepassing van een mengsel van stucwerk en marmergruis op een oppervlak dat vervolgens in rode, groene en geelbruine vlakken werd geschilderd, omsloten door witte randen van geboetseerd stucwerk.
Verharde stalen blokjes met twee platte, parallelle oppervlakken met een parallelle afstand tussen oppervlakken die zijn gemerkt met een gegarandeerde nauwkeurigheid van een paar miljoensten van een centimeter; worden in productieprocessen gebruikt als een precieze maatstandaard.
Een subtractief kleurveranderingsprocédé waarbij gebruik wordt gemaakt van een film met een integraal tripack, waarbij elke laag verfstoffen bevat die passen bij de kleurgevoeligheid van de laag. Het beeld wordt gevormd door het chromogene procédé.
De verhouding tussen de eenheidsspanning en de eenheidsvormverandering binnen de elastische grens van een materiaal zonder barsten.
Tak van de scheikunde die zich bezighoudt met de relatie tussen elektriciteit en de chemische verandering en met de interconversie van chemische en elektrische energie.
Bij het passeren van een elektrische stroom een kleurwijziging ondergaand of veranderend van transparant in een heldere kleur. Een kenmerkend materiaal dat met deze eigenschap is vervaardigd, is vensterglas.
Het maken van afbeeldingen door veranderingen in de elektrische eigenschappen van het gevoelige materiaal, onder invloed van licht.
Eenvoudige chemische substanties die zijn samengesteld uit één soort atoom en die niet kunnen worden afgebroken, veranderd of ontbonden door gewone fysische of chemische middelen. Ze vormen de fundamentele chemische onderdelen van verbindingen en uiteindelijk van alle waarneembare materie in het heelal.
Pantserhandschoenen met een lange manchet die de onderarm omsluit tot aan de elleboog, waar de rand vaak schuin is afgesneden om een punt te vormen. Ze waren kenmerkend voor de wapenrusting van infanteristen in de 16e eeuw en gebruikelijk voor de lichte cavalerie van de 15e tot de 17e eeuw, waar ze alleen aan de linker- of teugelarm werden gedragen.
Genus dat uit circa 20 soorten sierheesters en bomen bestaat. Het verspreidingsgebied beperkt zich hoofdzakelijk tot gematigde streken in het noordelijk halfrond, maar komen in het zuidelijk halfrond voor in de gehele Andes tot circa de 20ste breedtegraad. Alleen op het Amerikaanse continent worden leden van deze familie langs gebergten tot op het zuidelijk halfrond aangetroffen. De els onderscheidt zich van de berk doordat hij vaak gesteelde winterknoppen heeft en door de kegels (elzenproppen) die op de tak blijven zitten nadat ze de kleine, gevleugelde noten hebben laten vallen. De schubachtige schors is bij sommige soorten grijsbruin van kleur, terwijl hij bij andere soorten bijna wit is. De ovale bladeren zijn afwisselend geplaatst en hebben vaak ondiepe lobben; ze zijn kleverig wanneer ze zich ontvouwen en glanzend wanneer ze rijp zijn, en vallen zonder van kleur te veranderen. Mannelijke en vrouwelijke bloemen bevinden zich in afzonderlijke katjes op dezelfde boom. Ze ontstaan in de zomer en bloeien doorgaans in het volgende voorjaar, voordat de bladeren opengaan.
Een meestal ondoorzichtig, glasachtig deklaagje hoofdzakelijk bestaande uit kwarts, veldspaat, klei, natriumcarbonaat en borax, dat door inbranding wordt aangebracht op ondergronden van met name metaal, keramiek of glas; het glanst als het hard is geworden.
Te gebruiken voor de schildertechniek met pigmenten die zijn opgelost in gesmolten was. Het wordt warm aangebracht op panelen of muren met een borstel of een spatel en gefixeerd door met een warmtebron over het oppervlak te gaan om de verf permanent te smelten en vast te zetten. Deze oude techniek was vooral populair in het oude Griekenland. De Engelse term is afgeleid van het Grieks en betekent 'ingebrand'. Hoewel de techniek in de 8ste en 9de eeuw in onbruik raakte, zijn er ook tegenwoordig nog exponenten ervan. Gebruik 'versieringen inbranden' voor de techniek van het versieren van klei.
Beschikbare voorraden of productiemiddelen voor energie, zowel natuurlijke - zoals fossiele brandstoffen of waterkracht - als kunstmatige, zoals kernbrandstof.
Te gebruiken voor rechthoekige, platte houders gemaakt van buigzaam materiaal dat zo is gevouwen dat er overlappende randen ontstaan die op twee of drie punten aan elkaar gehecht worden; meestal af te sluiten met een klep en bedoeld voor kleine voorwerpen of documenten.
Wordt gebruikt voor versieringen die aangetroffen worden op de gepunte uiteinden van dakranden.
Een kleurloze, vluchtige, brandbare en met water vermengbare vloeistof, die gegiste en gedistilleerde dranken hun giftige eigenschappen geeft.
Verwijst naar imitaties van handgemaakte kant die zijn gemaakt door het borduren van ontwerpen van katoen op een zijden ondergrond. De zijde wordt vervolgens weggebrand met chloor of natriumhydroxide. Imitatiekant die volgens deze methode werd geproduceerd, dook voor het eerst op in de late 19de eeuw. Etskant lijkt vaak erg op Venetiaanse kant, maar kan worden onderscheiden doordat de knoopsgatsteken van handgemaakte kant ontbreken.
Het bestuderen van de geschiedenis van een bepaald woord of onderdeel van een woord of van historische taalkundige veranderingen.
Hout van de boom behorende tot het genus Eucalyptus uit de mirtefamilie (Myrtaceae), inheems in Australië, Nieuw-Zeeland, Tasmanië en nabije eilanden. Het wordt gebruikt als brandstof en voor omheiningen.
Oud-Griekse houders voor vloeistoffen, wellicht parfum (reukolie), met een zeer kenmerkende vorm: een afgeplatte bolvormige kom met een inwaarts gedraaide rand, een korte of lange voet en een deksel met fioel. De deksels zijn zelden bewaard gebleven. In vaasschilderingen komt de exaleiptron meestal voor in taferelen met badende vrouwen of vrouwen die deelnemen aan begrafenisrituelen. Ook andere antieke namen (‘kothon’, ‘plemochoa’ en ’smegmatothèkè’ of ‘smematothèkè’)zijn in de moderne tijd wel gebruikt om te verwijzen naar deze vaatwerkvorm.
Beton dat wordt gemaakt met expansief cement om veranderingen in volume tijdens het uitharden te verminderen of beheersen.
Instrumenten die zijn ontworpen om minieme veranderingen te meten in de afstand tussen twee referentiepunten als gevolg van krimping, uitzetting of vervorming.
Wordt gebruikt voor grote schoorstenen waardoor rook en verbrandingsgassen worden uitgestoten.
Geglazuurde of ongeglazuurde keramische tegel met karakteristieke variaties in het oppervlak, de randen en het glazuur waardoor een handgemaakt, niet-machinaal, decoratief effect is verkregen.
Lichten die meestal in de hand worden gedragen. Ze bestaan uit een stuk harshoudend hout of bundels van vezels die met pek, was, hars, talk of een andere brandbare stof worden doordrenkt. De naam wordt ook gebruikt voor lampen op stokken die als fakkels worden gedragen.
Stootwapen met een gekromd snijvlak, gelijkend op de Griekse kopis. Door de vorm is het mogelijk een slag met de kracht van een bijl te geven en tevens de snijrand van een zwaard te behouden. Werd gebruikt op het Iberische schiereiland voor de komst van de Romeinen.
Wordt gebruikt voor gewilde objecten of documenten die worden gemaakt of veranderd om te misleiden; het bedrog kan uiteenlopen van de vervalsing van een heel werk tot het wijzigen van een handtekening of andere zwendel. Wordt onderscheiden van 'kopieën (afgeleide objecten)' door de opzet te misleiden.
Het maken of veranderen van waardevolle objecten of documenten, met het oogmerk om te misleiden.
Foto's veranderd in elektrische signalen die verzonden worden via kabels, waarna ze opnieuw tot beelden worden gevormd.
Verwijst naar beweging in Amerika die floreerde van ongeveer 1785 tot 1820 en die was gebaseerd op de opleving van Romeinse architectuurstijlen bij het ontwerp van regeringsgebouwen. De beweging, die werd gestimuleerd door Thomas Jefferson en Benjamin Latrobe, is gebaseerd op het metaforische concept van de Verenigde Staten als zijnde analoog aan de Romeinse Republiek in zijn grandeur en politieke filosofie.
Sluitmachines die bovenranden en deksels van metalen blikken samenrollen om ze luchtdicht af te sluiten.
Afrikaanse wapens bestaande uit een metalen schijf met een gat in het midden en een inkeping zodat die over de vuist kan worden geplaatst. De randen van de schijf zijn scherp gemaakt of voorzien van uitsteksels om daarmee de tegenstander te slaan of te steken; soms met schedes aan beide zijden. Ook ceremonieel toegepast en gedragen als teken van mannelijkheid of status, of als versiering.
Afwerkingsgereedschap met een handvat en een roterend wiel met één of meer verhoogde banden om de rand, om een lijn of evenwijdige lijnen ergens in te drukken. Worden algemeen gebruikt bij het boekbinden.
Behang gebruikt om de grootste stukken muur tussen randen op te vullen.
Vilten herenhoeden met een ronde bol en een brede rand die soms aan één kant omhoog is geslagen. Worden vanaf de 18e eeuw gedragen en worden ook door het leger gebruikt.
Branders die zijn ontworpen om een platte lintvormige pit te kunnen bevatten. Algemeen gebruikt voor het verbranden van petroleum, maar ook te vinden op sommige olie- en vetlampen
Uitstekende randen, kragen of ringen die die extra stevigheid bieden of een plaats om iets te bevestigen, zoals bijvoorbeeld op een pijp, op de ombouw van een machine, of op een houder of de deksel ervan.
Onderzetters om een fles wijn in op tafel te zetten; kunnen geheel van zilver zijn, of een houten bodem met zilveren rand.
Vlakglas dat wordt gemaakt door een lint gesmolten glas boven een bad gesmolten tin te gieten. Het proces is in 1959 ontwikkeld door Pilkington Brothers en is nu de meest gebruikte methode ter wereld voor het maken van plaatglas van goede kwaliteit dat helder en vlak is met parallelle en met hitte gepolijste randen.
Kleine mutsen voor binnenshuis, met een enkele of dubbele sierstrook als rand aan de voorkant en tot de oren reikend; werden door vrouwen in de 18e eeuw gedragen.
Verwijst naar een glazuur dat bestaat uit een transfergedrukt blauw ontwerp op wit porselein of steengoed en dat wordt gekenmerkt door het zachte, luchtige of wazige ontwerp of door de vervaagde randen van het ontwerp, alsof het blauw is uitgelopen op de witte ondergrond. Dit effect werd bereikt door het werk te bakken in een omgeving met vluchtige chloriden, waardoor het blauwe pigment werd verspreid over het glazuur. Het glazuur werd ontwikkeld in de vroege 19e eeuw, oorspronkelijk in Staffordshire; het was populair in de Engelse en Amerikaanse Victoriaanse en Edwardiaanse tijd. Het blauw kan variëren van grijsachtig blauw tot groenachtig blauw, maar de meest gewilde kleur is helder kobaltblauw.
In algemene zin te gebruiken voor aërofonen, geluid voortbrengend door middel van een luchtstroom die vanaf de lippen van de bespeler over de scherpe rand van een opening wordt geblazen. In specifieke zin: de uit drie of meer delen bestaande, zijdelings aangeblazen fluiten, met of zonder (Boehm)kleppensysteem, in hout of metaal in westerse orkest-, kamer- en solomuziek.
Elastomeer dat het meest bestand is tegen oxidatie, chemische producten, olie, oplosmiddelen en hitte; veelvoorkomende toepassingen zijn remvoeringen, O-ringen, pessariums en brandslangen.
Kannen met een geperforeerde hals en tussen de drie en acht tuiten langs de rand, waardoor normaal drinken of schenken onmogelijk is. Drinken of schenken kan alleen als bepaalde gaatjes langs de rand en onder de handvaten worden afgedekt met de vingers.
De eigenschap dat een object licht geeft in het donker, of luminescentie zonder merkbare warmte of verbranding.
Wetenschappers die gespecialiseerd zijn op het gebied van de fotochemie, de tak van de scheikunde die zich bezighoudt met de chemische effecten van straling, voornamelijk zichtbaar en ultraviolet licht, en met de directe productie van straling als gevolg van chemische veranderingen.
Tak van de scheikunde die zich bezighoudt met de chemische effecten van straling, voornamelijk zichtbaar en ultra-violet licht, en met de directe productie van straling door chemische veranderingen.
Te gebruiken voor huizen die zich in het algemeen kenmerken door een eenvoudig kubusvormig blok van twee woonlagen met een schilddak, vier ongeveer even grote kamers per verdieping en een symmetrische façade; vaak ook met een veranda op één verdieping aan de voorzijde en een of meer dakkapellen; populair in de Verenigde Staten van de jaren 90 van de 19de eeuw tot de vroege jaren 30 van de 20ste eeuw.
Behang dat bestaat uit aparte bedrukte elementen, waaronder randen en effen of gedecoreerde 'fill papers', in combinatie gebruikt om het effekt van muurpanelen te geven.
Sterke spotlights met een planoconvexe lens die wordt versmald door de convex zijde te reduceren tot een aantal concentrische ringen met ongeveer dezelfde brandpuntsafstand. Ze produceren een gelijkmatige, zachte lichtbundel.
Verwijst naar een soort decoratief materiaal dat meestal wordt geclassificeerd als kant. Het wordt gemaakt van draad die met een klein spoelvormig instrument wordt geknoopt van dik naaigaren. Het is samengesteld uit knopen, of lussen en bogen, die ringen en halve cirkels vormen, gerangschikt in patronen of vormen. Frivolité wordt meestal gebruikt voor randen of biezen en soms voor onderleggers, halsboorden of parasolbekleding.
Beeldgesneden, beschilderde, geborduurde of anderszins gedecoreerde panelen of voorhangsels aan de voorzijde van een altaar, preekstoel of lessenaar in een christelijke gebedsruimte. Antependia kunnen uit allerlei materialen zijn vervaardigd, zoals hout, ivoor, edelmetalen of geborduurd textiel. Waardevolle antependia werden om veiligheidsredenen soms boven aan het altaar geplaatst, waardoor hun functie veranderde in die van een retabel. De iconografie kan per antependium verschillen, maar het meest voorkomende thema is dat van de Maiestas Domini, omgeven door taferelen uit het Nieuwe Testament. Indien het voorhangsel rondom doorloopt, wordt het een paliotto genoemd.
Verwijst naar semipermanente, in schuifprofielen geplaatste schermen die een karakteristiek element in traditionele Japanse bouwkunst vormen. Ze kunnen worden geopend en gesloten of helemaal worden verwijderd om aldus de afmetingen of het karakter van een kamer te veranderen. De locatie van de schermen bepaalde het materiaalgebruik: hout werd doorgaans gebruikt voor schermen nabij de buitenkant van een gebouw, terwijl schermen van doorschijnend, beschilderd of onbeschilderd papier op een houten raamwerk meestal werden gebruikt voor binnenkamers.
Hieronder vallen aanduidingen voor procédés die fysische en/of chemische veranderingen binnen een materiaal of object veroorzaken..
Tak van de geografie die zich bezighoudt met de uiterlijke fysieke kenmerken en veranderingen van de aarde qua land, zee en lucht.
Gelijkvormige lijsten die door de eigenaar worden geselecteerd zodat alle kunstwerken in de collectie op dezelfde manier omlijst kunnen worden. Zulke lijsten waren toonaangevend voor eigendom en status en werden daarom ook vaak veranderd, soms elke generatie, om zo de nieuwste stijlen en smaken te volgen.
Randen van vaten, die meestal doorboord zijn, en die horizontaal een stukje uitsteken vanaf het lichaam van het vat en daarna verticaal omhoogsteken. Ze geven vaak steun aan een deksel dat van binnen steunt.
Luchters met een T-vorm die aan het plafond hangen. Ze hebben twee of meer gasbranders.
Verlichtingsarmaturen die zijn uitgerust met gasbranders.
Grote cilindrische of bolvormige tanks met gas dat men als brandstof gebruikt.
Lampen met gasbranders.
Gasbranders die worden afgeschermd door keramieken of ondoorzichtig glazen kokers, zodat ze op kaarsen lijken.
Wordt gebruikt voor alle lasmethoden waarbij brandgas als warmtebron wordt gebruikt.
Gebruik voor interne verbrandingsmotoren aangedreven door een mengsel van gasvormige brandstof en lucht.
Lampen die branden door het vergassen van een vluchtige vloeistof.
Krachtcentrale waarin gas wordt verbrand met samengeperste lucht of olie, om stoom aangedreven turbines die elektrische energie produceren aan te drijven.
Type carbonzwart dat ontstaat door verbranding van aardgas.
Tangen die worden gebruikt voor het friseren, vlechten of gaufreren van de randen van kant, linnen of van ander garneersel of textiel.
Het golven, rimpelen of plisseren van de randen van kant, linnen, of welk ander weefsel of garneersel dan ook.
Het procédé waarbij een vloeistof of een mengsel van gassen en vloeistoffen binnen een poreus vast materiaal wordt getrokken en de doordringbare poriën daarvan vult. Gaat meestal samen met een fysieke en/of chemische verandering.
Een afbeelding zodanig drukken dat deze tot de randen van een papier of een andersoortig drukvlak loopt. Verschilt van 'in het leven snijden'. dat verwijst namelijk naar het afsnijden van gedrukt materiaal zodat delen van de illustratie of tekst worden verwijderd.
Wordt verkregen door gebrand gips een nacht onder water te zetten waardoor het niet meer kan verharden; werd in de Middeleeuwen gebruikt om gesso te maken.
Met betrekking tot kastmeubilair: met een voorkant die ononderbroken buitenwaarts is gebogen, van de randen naar het midden.
De hiërarchie Gebouwde complexen en gebieden bevat descriptoren voor samenhangende groepen bouwwerken en delen van nederzettingen. Complexen worden gedefinieerd als groepen gebouwen of andere structuren, en open ruimten; vaak zijn ze multifunctioneel en uitgebreider en hebben ze over een langere periode vorm gekregen door de inbreng van meerdere deelnemers dan bij afzonderlijke bouwwerken. Gebieden worden gedefinieerd als afgebakende of waargenomen componenten van nederzettingen die omvangrijker en minder architectonisch van aard zijn dan gebouwde complexen. Dergelijke gebieden worden meestal gedefinieerd op basis van sociaaleconomische of topografische kenmerken, van een uniformiteit in de bouwwerken die daartoe behoren, of van administratief gecreëerde grenzen. Relatie met andere hiërarchieën: Openbaar-vervoersystemen (bijvoorbeeld 'tramsystemen') zijn ondergebracht in de hiërarchie Objectgroepen en Systemen. Soorten wegen (bijvoorbeeld 'snelwegen' of 'straten') vindt u bij Open ruimten in de hiërarchie Open ruimten en landschappelijke elementen. Samenstellende delen van wegen (bijvoorbeeld 'busbanen' of 'stoepranden') zijn ondergebracht in de hiërarchie Componenten.
Geleidelijk verlies van kwaliteit; kan optreden zonder dat zich structurele veranderingen voordoen
Wordt gebruikt voor technieken waarmee waardevolle voorwerpen of documenten worden gemaakt, nagemaakt of veranderd, met de bedoeling om bedrog te plegen. Te onderscheiden van 'kopiëren' waarbij geen bedrog wordt beoogd.
Het bedekken met een dunne, meestal glanzende, soms doorzichtige, deklaag. De term omvat tevens het aanbrengen van doorzichtige, gekleurde verf over gedeelten waarop reeds andere verf is aangebracht, om het uiterlijk of de kleur te veranderen.
Tandvormige insnijdingen kepen in de rand van een oppervlak.
Het veranderen van de kleur van een voorwerp of het geven van kleur door het aanbrengen van kleurstof, zoals verf.
Het samentrekken of het verminderen van de omvang, voornamelijk als gevolg van temperatuursveranderingen of vocht.
Decoratieve rand van verschillende houttypen dwars op de nerf gesneden, doorgaans gebruikt voor afwerking van hoeken en randen van meubilair.
Foto's bewerkt door interferentie in de optische of chemische procedures, of die fysiek veranderd zijn, bijvoorbeeld aan elkaar gehecht, gemarkeerd of gescheurd.
De techniek van het imiteren van het uiterlijk van marmer, zoals op hout of andere oppervlakken; betreft ook het kleuren van de binnenkaften of de randen van boeken. Voor een algemenere, minder fijne techniek die in constructie gebruikt wordt, gebruik 'marmeren (oppervlaktebedekkingsprocedé).
Te gebruiken voor het proces waarbij een object, werkstuk of plaats wordt gewijzigd of veranderd teneinde deze qua uiterlijk, aard of functie actueler en bijdetijds te maken.
Watervaten met bolvormige tuit en een lange hals met een uitlopende rand; van Maleisische oorsprong en aangetroffen in heel Zuidoost-Azië.
Methode om boeken te binden waarbij de vrije randen van dubbele bladen aan elkaar worden genaaid en als de bindende rand functioneren, met de vouwen aan de voorkanten.
Hal of veranda die men passeert bij het binnengaan van een Japans gebouw, waar men wordt begroet door de gastheer of -vrouw en waar men de schoenen kan uitdoen. Vroeger gebruikte men deze term alleen voor alkoven in zenboeddhistische tempels, maar tegenwoordig wordt de term gebruikt voor alle soorten ontvangstruimtes. Ze zijn meestal versierd met schilderingen.
De wetenschap die zich bezighoudt met de fysische geschiedenis van de aarde, de stenen waar zij uit bestaat en de fysische veranderingen waar zij aan onderhevig is en is geweest.
Zij die geschoold zijn in of werkzaam zijn op het gebied van de geologie, de wetenschap die zich bezighoudt met de fysische geschiedenis van de aarde, de stenen waaruit deze bestaat en de fysische veranderingen waaraan deze onderhevig is en is geweest.
Ribbels of rimpels in flexibel materiaal die ontstaan door bijvoorbeeld het materiaal op te vouwen of door het tegen een harde rand te drukken. Gebruik 'vouwen' voor de delen van een oppervlak die ten opzichte van de rest van het oppervlak zijn omgeslagen.
Piano’s waarvan afzonderlijke noten zijn veranderd qua timbre, toonhoogte en dynamiek door verschillende voorwerpen, zoals vlakgommen, schroeven, bouten en stokjes op bepaalde punten tussen of op de snaren te plaatsen. Het idee is afkomstig van de Amerikaanse componist Henry Cowell, maar de eerste geprepareerde piano werd rond 1940 gemaakt door de Amerikaanse minimalistische componist John Cage.
Duidt activiteiten aan die worden ondernomen om verdere verandering of verslechtering van voorwerpen, locaties of bouwwerken te voorkomen. Gebruik 'monumentenzorg' als zulke activiteiten worden ondernomen voor gebouwen of andere bouwwerken uit specifiek culturele, esthetische of historische overwegingen. Gebruik 'restauratie' als de veranderingen een voorwerp of bouwwerk weer in historisch correcte staat terugbrengen. Gebruik 'rehabiliteren' voor activiteiten die ondernomen worden om een reeds in slechte staat verkerend bouwwerk weer in goede staat te brengen. Gebruik 'beschermen' voor het beveiligen van mensen en objecten tegen letsel of schade in algemene zin. Gebruik, nog algemener, 'milieubeheer' voor de behandeling, voorzorgsmaatregelen en research gericht op het veilig stellen van cultureel en natuurlijk erfgoed op de lange termijn.
De kleur van een oppervlakte die is veranderd door het licht gereflecteerd van een andere gekleurde oppervlakte.
Wordt gebruikt voor het aanbrengen van veranderingen aan objecten, vooral gebouwen of andere bouwwerken, met als doel hun fysieke staat te verbeteren. Gebruik 'restauratie' wanneer zulke verandering tot doel hebben een gebouw of bouwwerk terug te brengen in hun historisch correcte staat. Te onderscheiden van 'rehabiliteren'; die term wordt gebruikt om te verwijzen naar ernstig beschadigde bouwwerken die in hun oorspronkelijke staat worden hersteld.
Wordt gebruikt wanneer men veranderingen aanbrengt aan een voorwerp of een bouwwerk, zodat de toestand waarin het zich voor de restauratie op een bepaald ogenblik bevond zo dicht mogelijk wordt benaderd. Wanneer er bij het aanbrengen geen rekening wordt gehouden met de historische context wordt 'herinrichten' en 'renoveren' gebruikt. Wanneer veranderingen worden aangebracht om verdere aantasting te voorkomen wordt 'behoud' gebruikt. De meest algemene term voor behandeling, preventieve zorg en onderzoek gericht op landurig behoud, is 'conservering'.
Het verduurzamen en op smaak brengen van etenswaren door ze in de rook te laten hangen van brandend plantaardig materiaal, meestal hout.
Borden in boekbanden, waarvan de rug- of bandzijde ofwel is opengespleten tot een geringe diepte, ofwel, in het geval van gelamineerde borden, niet is vastgeplakt. De borden worden aan het boekblok bevestigd met de banden of flenzen die in de gespleten rand worden gestoken en vastgemaakt.
Het trekken van stuk leer of ongelooide huid over een vaste, stijve rand, handmatig of machinaal, om het zachter en plooibaarder te maken. Te onderscheiden van 'slichten' omdat het leer beweegt en het gereedschap stilstaat.
Prehistorisch stenen werktuig waarvan de snijrand gekarteld is zoals de rand van een zaag. Het werd waarschijnlijk ook op die manier gebruikt, vooral om vlees te snijden maar mogelijk ook om hout te bewerken.
Procedé waarbij metaal, glas of een ander materiaal wordt verhit tot een temperatuur onder het transformatiepunt, en vervolgens gereguleerd wordt afgekoeld om zo de hardheid, sterkte of buigzaamheid ervan te veranderen.
Fotografische ontwikkeltechniek waarbij het zilver of een deel daarvan wordt omgezet in een zwart-wit beeld met behulp van anorganische zouten of bijtende kleurstoffen, waardoor meestal de gehele toon van het beeld verandert.
Verwijst naar de cultuur van de Ghandara-regio in India, het gebied tussen de rivier de Boven-Indus en Kabul, onder de Kushana-dynastie; deze term verwijst met name naar de boeddhistische architectuur en beeldhouwkunst van de 2de tot en met de 6de eeuw n. Chr. De stijl ervan weerspiegelde de kosmopolitische connecties van zijn begunstigers en werd in hoge mate beïnvloed door de 2de-eeuwse Hellenistische kunst van Egypte en Syrië. Op zijn beurt was deze Ghandara-stijl een stimulans voor andere kunststijlen in Centraal-Azië, Wei China en Japan. Gandhara-kloosters en stoepa's waren zeer sierlijk, met westerse decoratieve elementen zoals acanthus-kapitalen, Hellenistische komediemaskers en putti. De stoepavorm zelf veranderde in Gandhara: de koepel werd hoger, de balustrades groter en fijner afgewerkt en de gelaagde paraplu-eenheid werd uitgebreid totdat deze uittorende boven de hele structuur. Gebeeldhouwde figuren waren gewoonlijk zwaar gedrapeerd in toga-achtige kledij en hun musculatuur werd meestal met nadruk weergegeven; beeldhouwwerken werden meestal gepleisterd en levendig beschilderd. Tegelijk met beeldhouwers in Mathura vervaardigden Gandhara-beeldhouwers een boeddha-icoon voor het in opkomst zijnde boeddhistische geloof; ook droegen ze bij aan de ontwikkeling van het beeld van Bodhisattva. Een groot aantal Gandhara-beelden is bewaard gebleven, alle heel homogeen in stijl. Belangrijke locaties bevonden zich in Shahji-ki Dheri, Takht-i-Bahai, de Taxila-regio, Sar Dheri en Sahr-i-Bahlol. Het uiterste noordwestelijke gedeelte van Gandhara strekte zich uit tot wat nu Afghanistan is; Religie en kunst in Gandhara-stijl bleven in die regio floreren tot ten minste de 8ste eeuw.
Verwijst naar de architectuur- en ontwerpstroming in de late jaren 60 en de jaren 70 van de 19de eeuw die werd gekenmerkt door een esthetiek van rijkdom en overvloed, door verfijnde versieringen, zoals gesneden houten traliewerk, en door de toevoeging van de veranda, die is ontleend aan de Pittoreske periode uit de Engelse architectuur van de jaren 30 van de 19de eeuw. De stijl werd vooral toegepast in vakantieoorden als Cape May en Martha's Vineyard, in operagebouwen en in herenhuizen in de explosief gegroeide mijnwerkerskoloniën van het Oude Westen.
Boekranden die glad zijn afgesneden met een papiersnijder.
Raam, geheel of gedeeltelijk samengesteld uit stukken gekleurd of gebrandschilderd glas, die zijn gevat in betonranden.
Wordt gebruikt voor het samenvoegen van stukjes glas door de randen in te zetten in loden glaslijsten, bijvoorbeeld om ramen of lampekappen te vormen.
In algemene zin, schilders die afbeeldingen of decoraties aanbrengen op de voor- of achterzijde van glazen objecten of glasplaten. Verwijst met name naar de kunstenaars die gebrandschilderd glas maakten, in het bijzonder de fijne details op vensters en vensterpanelen.
Schilderen dat wordt gedaan op de voorzijde of de achterzijde van glas, waarbij al dan niet de verf wordt gebrandschilderd op het glas.
Schilderingen op de voorkant of de achterkant van glas, al dan niet of de verf vervolgens gebakken wordt op het glas. Geschilderde glazen spiegels en andere glasdecoratie, en geschilderde werken op dezelfde manier geschilderd op doek of houten panelen zijn bekend sinds de oudheid. In de context van glas in lood ramen en panelen, verwijst het naar delen van de afbeelding die zijn geschilderd op glas (vaak gebrandschilderd), in het bijzonder de kleinere details.
Glas dat tot een vezelachtige vorm is getrokken, die in stof kan worden verweven. Het is sterk, licht, niet brandbaar en heeft een grote treksterkte.
Een matgroen micamineraal dat bestaat uit gehydrateerd kaliumijzersilicaat, dat - in tegenstelling tot andere vormen van mica - meestal voorkomt als kogelvormige korrels in mariene omgevingen; het wordt ook wel 'groen zand' genoemd. Het wordt gevormd doordat ijzerhoudende silicaten veranderen door zeewater en organismen, komt voor langs de Atlantische kust van Noord- en Zuid-Amerika en op de zeebodem en wordt soms gebruikt als een groene-aardepigment voor verf.
Stokwapens met een grote kling met een scherpe punt die lijkt op de kling van een zwaard of dolk; vaak met een korte schijnrand vlakbij de punt.
Grote ronde of ovale kommen, meestal van zilver, met een schulprand waaraan glazen werden gehangen om af te koelen, soms kan de rand worden verwijderd.
Iets door verhitten en smelten in glas of een glasachtige substantie doen veranderen. De term wordt met name gebruikt voor het veroorzaken van dichte kristallisatie, zoals bij keramiek, die wordt verkregen door een substantie heet te bakken, zodat deze niet meer poreus is.
Vilten hoeden met een middelgrote gerolde rand en een hoge bol die over de lengte een gleuf heeft.
Stoelen die met schakels of springveren aan een stalen geraamte hangen. Ze worden meestal op veranda's gebruikt.
Te gebruiken voor verticale palen in brandweerkazernes die zijn geplaatst om brandweerpersoneel snel en veilig van hun slaapvertrekken naar de voertuigen te helpen. Uitgevonden in de Verenigde Staten rond 1880.
Hoofdzakelijk een 19e eeuws drukprocédé vanaf een dun gipsverband van ofwel een bas-reliëf model gietvorm of een gegraveerd oppervlak, oorspronkelijk ook met behulp van gips of gebrand gips.
Drijfampen vooral gebruikt in kerken of tempels, met een beker of vaas-vormige reservoir van gekleurd glas of metaal. Door traditie en eccliastical dictaat, is het verplicht voor Joodse tempels en vele Christelijke kerken om een constant brandende olielamp in het heiligdom hebben, in de nabijheid van de tabernakel.
Slaginstrumenten in de vorm van een zeer ondiepe, ronde metalen schaal, in verschillende afmetingen en meestal met een omgebogen rand, ze kunnen bijna plat zijn of een slagknobbel hebben in het midden. Men laat ze klinken door er halverwege tussen het midden en de rand met een (omwonden houten) klepel tegen te slaan of ,indien aanwezig, op de uitstulping; ze vibreren het sterkst in het midden en het zwakst aan de rand.
Verwijst naar de stijl en periode die ontstond in het noorden van Frankrijk in het midden van de 12de eeuw en zich in de honderd jaar daarna verspreidde over de rest van West-Europa. De stijl ging op verschillende tijden in verschillende delen van Europa over in de renaissance. De stijl kwam op in de kathedraalarchitectuur en wordt gekenmerkt door immense interieurs, torens, spitsen, complexe en gedetailleerde beelden in steen, schilderwerk en glas, en een steeds grotere hoogte, mogelijk gemaakt door spits- en luchtbogen. De stijl kwam ook tot bloei in gebrandschilderd glas, beeldhouwwerken, minutieus uitgewerkte altaarstukken, muurschilderingen en manuscriptverluchtingen die meestal worden gekenmerkt door helder kleurgebruik, verlengde proporties, ingewikkelde details en een emotionele verhalende inhoud.
Verwijst naar het proces van het maken van bladgoud, dat sinds de oudheid weinig is veranderd. Een kleine baar van een goudlegering met kleine hoeveelheden zilver en koper wordt in een lange strook van circa 0,025 mm dik gerold. De strook wordt vervolgens in vierkante stukken van circa 3 x 3 cm gesneden, de stukken worden tussen vellen zwaar papier geplaatst en in een schapenvacht gestopt en vervolgens wordt er met een hamer op geslagen tot ze 10 x 10 cm groot zijn. De vierkante stukken worden daarna in vier gelijke delen gesneden, in perkament verpakt en opnieuw geslagen. Dit procedé wordt herhaald tot de goudbladen een dikte van ca. 0,001 mm hebben. Vervolgens worden ze bijgeknipt tot vierkanten van ca. 8,5 x 8,5 cm, en tussen vellen zijdepapier tot een boekje gemaakt. Ieder boekje bevat 25 goudbladen, die zo kwetsbaar zijn dat ze verplaatst en glad gemaakt kunnen worden door er licht op te blazen.
Personen die onderzoek of werkzaamheden verrichten met betrekking tot een vorm van scheikunde en speculatieve wijsbegeerte die hoofdzakelijk tijdens de middeleeuwen en de renaissance in Europa werd beoefend, en die zich met name bezighielden met het zoeken naar methoden om onedel metaal in goud te veranderen, en naar een universeel oplosmiddel en levenselixer.
Branders die zijn ontworpen om voor een gelijkmatige gastoevoer naar de individuele vlam te zorgen.
De richels of randen gevormd door het samenkomen van de oppervlakken van twee of meer elkaar kruisende gewelven.
Middelgrote subtropische citrusboom die bekendstaat om zijn grote ronde vruchten met een bittere smaak. De boom is waarschijnlijk in Jamaica ontstaan als een kruising van C. grandis (pomelo). De grapefruit werd eerst op de Caraïbische eilanden populair als eetbare vrucht. Later begon men de boom ook te kweken op het Amerikaanse vasteland.
Lepels ter grootte van een theelepeltje maar met een kom die taps toeloopt of een getande rand heeft. Worden gebruikt voor het eten van grapefruit en soortgelijk voedsel.
Verwijst naar notities, krabbeltjes, schetsjes of tekeningetjes van de kunstenaar buiten het ontwerp zelf, op een af te drukken etsplaat. De gewoonte ontstond als manier om de sterkte van het zuur op een etsplaat te testen voordat de afbeelding werd ingeëtst. Graveursmerken werden gewoonlijk weggebrand voordat de ets werd gemaakt, maar soms werden enkele merken in de marge opzettelijk behouden in de afgedrukte versie, zodat verzamelaars zeldzame etsen konden verzamelen. Zie ook 'afdrukken met graveursmerk'.
Banden die in de vijftiende en zestiende eeuw gebruikt werden in Frankrijk en Italië voor Griekse teksten en vertalingen daarvan. Karakteristiek hiervoor waren de kapitaalbandjes die uitstaken over de platten aan de boven- en onderkant van de rug, door dikke houten platten met ingekerfde randen en bandjes bevestigd aan pinnen die in de kerven zijn vastgezet.
Bronzen kurassen uit het oude Griekenland, meestal bestaande uit twee delen met aan één kant een scharnier en aan de andere kant een sluiting met metalen pinnen of lussen; ze worden gekenmerkt door een inwaartse bocht bij de taille, waaronder de onderste rand scherp naar buiten buigt. Ze kwamen veel voor tot het eind van de 6e eeuw v.C.
Ontvlambaar, vloeibaar mengsel dat bekend was bij de Byzantijnse Grieken en vooral werd gebruikt om vijandelijke schepen in brand te steken.
Verwijst naar de stijl van aardewerk dat werd vervaardigd op het Griekse vasteland in de midden-Helladische periode en dat wordt gekenmerkt door grijs gepolijste oppervlakken, hoekige vormen en met een pottenbakkersschijf gemaakte onderdelen zoals ringvormige stelen en geboetseerde randen.
Kortlevende loofboomsoort, inheems in Noord-Amerika, van Ontario tot Nova Scotia, Pennsylvania en New Jersey, met afzonderlijke populaties in Indiana, Virginia en North Carolina. De soort groeit bij voorkeur op dorre, droge hooglandbodems, maar is ook te vinden in vochtige gemengde bossen. Het is een veel voorkomende pioniersoort op verlaten velden en in platgebrande gebieden. Deze berken groeien snel tot een hoogte van 7 tot 9 meter, met een stam met een diameter van 30 centimeter.
Hout van de boom behorende tot het genus Betula populifolia, te vinden in bosjes op vochtig terrein in het noordoosten van Noord-Amerika. Het wordt gebruikt voor het maken van draaiwerk en als brandstof.
Het schilderen van beeltenissen in monochrome, meestal grijze tinten; wordt gebruikt in schilderijen, gebrandschilderd glas, emailles en op keramiek en andere objecten.
Korte zaagbladen met gevormde houten handvatten die aan de bovenrand zijn bevestigd; bij sommige kan de diepte van de zaagsnede worden ingesteld. Worden gebruikt om de zijkanten van groeven haaks of in een hoek op de nerf te zagen.
Hout van de boom behorende tot de soort Populus grandidentata, die in het noordoosten van de Verenigde Staten wordt gekweekt. De kleur van het kernhout is grijs-wit en het spint heeft een lichte kleur; het hout wordt gebruikt voor houtwol, lucifers en houtpulp.
Verwijst naar reeds gebrand, fijn gemalen aardewerk dat wordt toegevoegd aan terracottaklei om de poriën open te maken.
Lenzen met een brandpuntsafstand die aanzienlijk korter is dan de diagonaal van het formaat dat er in zit. De lenzen geven een breed gezichtspunt en aanzienlijke diepte.
Luifelhoeden die een brede rand hebben die vanaf een kleine hoedenbol schuin naar voren loopt om het gezicht te omlijsten en tegen de zon te beschermen.
Kleine tot middelgrote boom met een gedraaide stam die zich wijd vertakt. Kan 20 meter hoog worden. Eén variëteit heeft zowel normale als eikachtige bladeren aan dezelfde boom. Men gebruikt de boom voor landschapsarchitectuur, voornamelijk voor hoge heggen en het snoeien van figuren. Ook maakt men van de haagbeuk hardhout, brandhout dat langzaam brandt en voedsel voor diverse dieren.
De brandladders van brandweerlieden, die bestaan uit een paal met dwarsbalken als sporten en met aan één kant een haak.
Te gebruiken voor beschermingsconstructies van geweven of gevlochten metaal die voor de openingen van open haarden worden geplaatst om te voorkomen dat er vonken of brandende kolen ontsnappen.
Verwijst naar de stijl van het aardewerk dat werd gemaakt door boeren in Hongarije en Moravië (in het huidige Tsjechië) van de late 16de tot het einde van de 17de eeuw. De stijl wordt gekenmerkt door krachtige en gestileerde bloemen, dieren en figuren, aangebracht op typische bolvormige kruiken met korte hals en borden met een brede, platte rand.
Verwijst naar de stijl in de Shinto-architectuur die zich ontwikkelde gedurende de Heian-periode (794-1185). De stijl wordt gekenmerkt door een tempeltype waarin twee gebouwen rechtstreeks met elkaar zijn verbonden, zodat de dakranden elkaar raken.
Verwijst naar de stijl van het steengoed dat vanaf het begin van de 17de eeuw werd gefabriceerd in de provincie Nagato, de tegenwoordige prefectuur Yamaguchi. Tot 1668 werden de producten Matsumoto- of Fukawa-aardewerk genoemd. De stijl kenmerkt zich door compact gevormde kommen, meestal voor thee. De kommen zijn gevlamd van voet tot lip, hebben een soms ingekeepte voetrand en zijn voorzien van semi-transparant veldspaathoudend glazuur.
Verwijst naar een faiencestijl die in de jaren na 1720 tot ontwikkeling kwam in Haguenau, in het département Bas-Rhin in de Elzas, in het noordoosten van Frankrijk. Grondlegger van de stijl was de familie Hannong, die grote keramiekfabrieken in Straatsburg bezat. Typerend voor de stijl is het karakteristieke blauwwitte aardewerk dat is geïnspireerd op het Chinese porselein, en het aardewerk met lambrekijnranden, als imitatie van aardewerk uit Rouen. Later zouden meer kleurige ontwerpen kenmerkend worden voor deze stijl.
Met betrekking tot randen en zijkanten van meubilair: met één bolle en één holle kromming.
Lampen die zijn ontworpen om in foyers of entrées te hangen. De houder en brander zitten vaak binnenin de kap.
Stukken metaal met een getande rand. Worden gebruikt om gips af te krabben om een ruwe hechtlaag te maken voor de volgende deklaag.
Vleugelpiano's met een harpvormige omtrek en open snaren die verticaal zijn gespannen tussen een rand net onder het toetsenbord en de gebogen harpachtige hals.
Lampen die op harsolie branden.
Toestellen, meestal bestaande uit een kooi die kan uitzetten en die draait om een verticale schacht, en een fioelkop, die op eigen poten kan staan of kan worden bevestigd aan het deksel van de naaidoos of de rand van de tafel. Er wordt een streng draad op de kooi geplaatst en omgekeerd, waarna de haspel in beweging wordt gezet om een regelmatige bol garen op te wikkelen.
Wordt gebruikt voor bouwwerken die zich uitstrekken vanaf de kust of oever het open water in, om de stroming te beïnvloeden of om te voorkomen dat de toegang tot een haven of een rivier dichtslibt. Gebruik 'strandhoofden' voor soortgelijke bouwwerken die zijn opgeworpen om erosie van het strand te beperken of te sturen; gebruik 'vleugeldammen' voor erosiebeschermingswerken langs de oevers van rivieren of stromen.
Verwijst naar schilderijen, beeldhouwwerken, grafische kunst en architectuur die in het recente verleden of het heden zijn vervaardigd. Het verschil met moderne kunst is dat de term 'hedendaagse kunst' niet de betekenis van een niet-traditionele stijl in zich draagt, maar uitsluitend verwijst naar de periode waarin een werk is gemaakt. De begrippen 'modern' en 'hedendaags' zijn dan ook impliciet aan verandering onderhevig. Het woord 'hedendaags' wordt soms in specifiekere zin gebruikt om de kunst tussen circa 1960 of 1970 en nu aan te duiden.
Mengsel van bijenwas en lampzwart dat wordt gebruikt voor het maken wrijfsels en het poetsen van schoenen, met name de randen van de zolen.
Lichte helmen van het merg van een plant of van kurk bedekt met stof, met een ronde hoedenbol en een vaste rand die naar beneden afloopt; gedragen in tropische gebieden ter bescherming tegen de zon. Werden voor het eerst gedragen door het Britse leger, halverwege de 19e eeuw in India, en werden gemaakt met het merg van de solaplant.
Houders van gevlochten materiaal, rond of ovaal, voor het bevatten en transporteren van vaste stoffen; inhoud tussen 1 en 5 liter; aan de rand is over de grootste breedte van de mand een beugel bevestigd, meestal van het zelfde materiaal, waaraan de mand gedragen kan worden.
Wordt gebruikt voor veranderingen die aangebracht zijn met als doel de stijl of het decoratieve voorkomen van kamers, ruimten, gebouwen of andere bouwwerken te veranderen, zonder noodzakelijkerwijs rekening te houden met historisch juiste vormen of historische perioden.
Te gebruiken voor lage hoeden met een brede rand, gedragen door de oude Grieken, Etrusken en Romeinen, en opnieuw in de vroege Middeleeuwen. Ook te gebruiken voor gevleugelde of nauwsluitende hoofddeksels zoals te zien op voorstellingen van Hermes of Mercurius.
Het herbewerken van grote geschilderde vlakken om schade af te dekken, ongewenste kenmerken te maskeren of kleur en ontwerp te veranderen. Gebruik 'bijschilderen' of 'overschilderen' voor vergelijkbare werkzaamheden aan schilderijen door restauratoren.
Zij die veranderingen in een object of structuur aanbrengen om de staat daarvan op een bepaald tijdstip in het verleden zo dicht mogelijk te benaderen. Gebruik 'milieu- en natuurbeschermers' wanneer de veranderingen gericht zijn op de voorkoming van verdere achteruitgang. Gebruik meer in het algemeen 'restauratoren' voor hen die behandeling, preventieve zorg en onderzoek uitvoeren gericht op het behoud van culturele en natuurlijke erfgoederen op lange termijn.
Het veranderen van een voorwerp door een bewerking die al eerder op het voorwerp is toegepast, te herhalen.
Te gebruiken voor de voorstelling of uitbeelding van ontzagwekkende grandeur in een kunstwerk.
Bijl uit de Midden Bronstijd, opvolger van de randbijl. Bestaat uit twee delen die gescheiden worden door een dwarsrib: een hakgedeelte met scherpe snijrand en het deel waaraan de houten steel werd vastgemaakt; deze kon dankzij de dwarsrib niet splijten.
Hoge Windsor-leunstoelen met een horizontale U-vormige armleuning met lange rugspijlen die zijn bevestigd aan de bovenregel die zijwaarts afbuigt en zo de buitenrand van de zitting volgt.
De studie van de ontwikkeling of verandering van woorden, spraak en van taal of taalgroepen door de tijd heen.
Mechanische lampen die zijn ontworpen om zonder rookkanaal te branden. Ze hebben een ventilator met veeraandrijving aan de onderkant voor een luchtstroom. Gepatenteerd door Robert Hitchcock in 1868.
Voorgevormde hoofddeksels met een rand en een bol, of één van beide.
Hoekverbindingen, bestaand uit twee delen die elk tot op de helft van de dikte zijn ingesneden en zo over elkaar heen zijn bevestigd dat het resulteert in een verandering van richting.
Hoge cilindervormige hoeden met een harde rand die licht gebogen is aan de zijkanten die vooral bij officiële gelegenheden worden gedragen door mannen.
Uitstekende ornamenten meestal met vegetale vorm, vaak regelmatig verdeeld langs randen van grotere elementen zoals gevels of gebruikt op kapitelen. Komt voor in de gotische architectuur en daarvan afgeleide vormen.
Kandelaars, meestal van plaatijzer, bestaande uit iets holle schijfvormige basis met een rechtopstaande buis met een ronde druiprand bovenaan. In een gleuf in de zijkant van de stang zit een oortje voor het regelen van de kaarsenversteller en het @veermechanisme; aan de druiprand zit soms nog een haak waar het geheel aan kan worden opgehangen. De naam is waarschijnlijk afgeleid van de uiterlijke overeenkomst met een voorwerp waarmee het haar van een pas geslacht zwijn werd afgeschraapt.
Verwijst naar een jaarlijks lentefeest dat het laatste feest op de hindoeïstische kalender vormt en wordt gevierd op de dag van de volle maan van de maand Phalguna (februari/maart). Het feest is waarschijnlijk al zeer oud en wordt gekenmerkt door speelsheid en het omkeren van normale gedragscodes. Dit is de enige dag dat de karakteristieke beperkingen van kaste, sekse, leeftijd en status terzijde worden geschoven. De feestvierders gooien gekleurd water en poeder naar elkaar en de festiviteiten staan bekend om hun ongeremdheid in taal en gedrag. Sommige deelnemers drinken 'bhang', een bedwelmende hennepdrank. Op de voorafgaande avond worden vreugdevuren ontstoken om de overwinning van het goede over het kwade en het eind van de winter te markeren; soms wordt in de vuren een stropop van de heks Holika verbrand. Het festival wordt met name geassocieerd met Krishna, de jonge god die bekendstaat om zijn frivoliteit. Het feest van Doloyatra, het 'zwaaien van de god', vindt plaats tijdens Holi. Op versierde platforms wordt met afbeeldingen van de goden gezwaaid onder begeleiding van speciale liederen.
Wordt gebruikt voor spiegels waarbij het midden verder van het voorwerp ligt dan de randen, zodat beelden vergroot of verkleind worden weerspiegeld.
Een methode om driedimensionale beelden te vormen door middel van laserlicht. Wanneer er vanuit de goede hoek gekeken wordt geeft het interferentiepatroon het oorspronkelijke patroon van het door het onderwerp weerkaatste licht weer. Vanuit verschillende gezichtspunten verandert ook het beeld: onderwerpen op de achtergrond komen te voorschijn of gaan juist schuil achter onderwerpen op de voorgrond al naar gelang de hoek vanwaaruit gekeken wordt.
Werktuig voor het maken van ronde gaten in o.a. leder. Het is een metalen buis met scherpe randen. De doorsnede varieert van enkele millimeters tot enkele centimeters. Men legt een stuk leder of ander materiaal op een houten, loden of koperen steun om de snede niet te beschadigen. Vervolgens plaatst men de holpijp op de plaats waar men het gat wenst en slaat erop met een hamer.
Vilten herenhoeden met een zachte bol die over de lengte een gleuf heeft en een licht gerolde rand.
Het oorijzer vormt een belangrijk onderdeel van sommige Nederlandse streekdrachten. In de 16de en 17de eeuw droegen vrouwen uit de burgerij eenvoudige het hoofd omsluitende beugeltjes om de kleine modemutsjes op hun plaats te houden. Toen deze oorijzers uit de mode raakten, bleven ze in veel streekdrachten in gebruik. Op sommige plaatsen maakten ze, samen met de muts, langzaam een grote verandering in vorm door. De vorm werd typerend voor die speciale plaats of streek. Naar gelang de plaatselijke mode en de financiële mogelijkheden van de draagster zijn oorijzers van goud, zilver, messing of verguld metaal.
Verwijst naar de laatste fase van de Paleolithische periode, met name in Europa, waar de fase zich kenmerkt door ingrijpende culturele veranderingen, veroorzaakt door verandering van klimaat, flora en fauna.
Grote, verticale structuren voor het smelten van ijzer uit erts, met behulp van een vaste brandstof, zo ontworpen om een continue luchtstroom door de brandstof te sturen om zo om een hoog percentage van de verbranding te garanderen.
Merktekens op een onveranderlijk en duurzaam object, die de hoogte van het object ten opzichte van het zeeniveau aangeven en dienen als referentiepunt in topografische studies en getijdenmetingen. Kan in meer algemene zin ook verwijzen naar een willekeurig referentiepunt dat als uitgangspunt voor metingen kan worden gebruikt.
Ronde schilden van het oude Griekenland, ontwikkeld in de 8e eeuw v.C.; hebben een gelijkmatige convexe vorm die scherp afbuigt bij de rand, en aan de achterkant een centrale armband en een handvat bij de rand.
Zeef met een houten, opstaande rand en een bodem met ronde gaten. Werd gebruikt na het bakken van de hosties om de randjes van ongerezen bloem (ouwelrandjes) rondom de hosties te verwijderen.
Bakken, dozen of dergelijke voor het opslaan van brandhout.
Wordt gebruikt voor meestal losstaande schuren waarin hout, vooral brandhout, wordt opgeslagen.
Verwijst naar een onzuivere vorm van grafietkoolstof die ontstaat als reststof bij de gedeeltelijke verbranding van koolstofhoudend materiaal, of bij verhitting van dit materiaal waarbij zuurstof in beperkte hoeveelheid aanwezig is. Het wordt gebruikt als tekenmateriaal, voor het filteren van vloeistoffen of lucht, en voor andere doeleinden.
Verwijst naar gedeeltelijk verbrande stukken hout, die in een kunstzinnige context doorgaans worden gebruikt als tekenmateriaal. Houtskool gemaakt van zo homogeen mogelijk hout geeft een poreuze en niet erg hechtende streek. Houtskool wordt ook gemodelleerd in gepunte staafjes voor het tekenen van dunne lijnen. Door de platte kant van de staafjes te gebruiken, ontstaan gelijkmatig getinte vlakken, en door de houtskool te wrijven en te verkruimelen, is het mogelijk getemperde tussentinten en subtiele overgangen te creëren.
Verwijst naar Franse protestanten uit de 16de en 17de eeuw. Nadat de Reformatie in 1517 in Duitsland was begonnen, breidde deze zich uit naar Frankrijk, waar de aanhang vooral groot was in economisch zwakke gebieden, bevolkt door mensen met grieven tegen de overheid. De hugenoten werden vaak streng vervolgd; de eerste martelaar van de hugenoten belandde in 1523 op de brandstapel. Meaux, de eerste gemeenschap van hugenoten op Frans grondgebied, werd gesticht in 1546 naar het model van Straatsburg. In 1559 riep de protestantse kerk de synode bijeen in Parijs en werd een geloofsbelijdenis opgesteld die sterk was beïnvloed door Johannes Calvijn. Na de lange en gewelddadige godsdiensttwisten verkregen de hugenoten uiteindelijk religieuze en politieke vrijheid in 1598 met het Edict van Nantes. De strubbelingen duurden echter voort en het Edict werd in 1685 herroepen. Als gevolg hiervan emigreerden honderdduizenden Franse protestanten. Hoewel sporadisch vervolging bleef plaatsvinden en hun aantallen sterk verminderden, zijn de hugenoten nooit volledig geëlimineerd. Bij het begin van de Franse Revolutie bekrachtigde de Assemblée Nationale in 1789 de vrijheid van godsdienst en verleende protestanten toegang tot alle overheidsfuncties. De gereformeerde kerk van Frankrijk organiseerde zich in 1938, waarbij een aantal gereformeerde groepen fuseerden die tijdens en na de 16de eeuw waren ontstaan in Frankrijk.
Nauwsluitende kappen of haarnetjes die meestal van goud-, zilver-, zijde- of woldraad zijn gemaakt, vaak versierd met parels en kralen en bedoeld om het haar op de plaats te houden. Werden door vrouwen gedragen en soms ook door mannen, vooral van de 13e tot de 16e eeuw. Gebruik 'chignons' voor haarnetjes die worden gebruikt om het haar achterin de nek bijeen te houden of die aan de achterrand van een hoed zijn bevestigd.
Toestellen die door brandstof of elektriciteit worden aangedreven en die in het huishouden worden gebruikt voor het vergemakkelijken van taken zoals het bereiden van een maaltijd, het opslaan van voeding, schoonmaken en verzorging.
Hout van de boom of struik behorende tot het genus Ilex, met een witte of grijs-witte kleur; het hout wordt gebruikt voor gravures en als brandhout.
De kenmerken en omstandigheden van een ding, persoon of groep die hetzelfde blijven gedurende een verandering of die een ding, persoon of groep van elkaar onderscheiden.
Standaard voor een snelle externe seriële bus voor het aansluiten van computerrandapparatuur als camera's, harddrives en videorecorders. De standaard is ontwikkeld door Apple Computer, waarna licenties zijn verleend aan andere producenten. De term 'FireWire' is een handelsmerk, dus de technologie wordt door andere producenten onder diverse namen geïmplementeerd.
Familie van vijftien genera van bomen en struiken die voornamelijk voorkomen in gematigde streken. Het sap van de planten is waterig en de bladeren zijn afwisselend geplaatst langs de takken. De bladeren hebben gewoonlijk getande randen en zijn vaak asymmetrisch aan de kant van de stengel. De bloemen hebben geen bloemblaadjes. Planten dragen mannelijke en vrouwelijke bloemen, samen of apart. De vrucht is een dopvrucht die gevleugeld kan zijn, vlezig of nootachtig. In oudere classificaties had men deze familie ondergebracht in de voormalige orde Urticales.
Constructies die rond of stroomopwaarts van een brugpijler zijn gebouwd met een hoek of een rand, om de werking van water, ijs of drijfhout beter te weerstaan.
Verwijst naar schilderingen en andere decoraties die zijn toegepast op boeken, rollen, of andere soorten documenten met als doel de tekst te illustreren of te versieren. Dit manifesteert zich in een van de volgende drie vormen: miniaturen, dit zijn kleine afbeeldingen die vaak apart staan van de tekst en omvatten een op zichzelf staand onderwerp; versierde beginletters, die zelf mogelijk een kleine scène bevatten; en in gedecoreerde randen, die ook mogelijk taferelen bevatten. Verluchtigingen zijn in het algemeen gemaakt met verf, inkt, en edele metalen op perkament, papier of zijde. Onder de oudste bewaard gebleven verluchte stukken bevinden zich de papyrus rollen van het oude Egyptische Dodenboek. Andere vroege voorbeelden zijn bewaard gebleven uit het klassieke Griekenland en Rome, alsook in de Azteekse picturale kaarten en in de handschriften van de Maya en de Chinezen. De kunstvorm kwam tot bloei in Bijbelse teksten en andere heilige boeken uit het middeleeuwse Europa, alwaar men meestal eitempera op perkament gebruikte. Ook werden verluchtingen toegepast in 19e eeuwse Indiase en islamitische miniaturen. Voor afbeeldingen die geen geschilderde miniaturen zijn,of die machinaal gedrukt zijn in boeken of reclame, gebruik dan "illustraties."
Term die wordt gebruikt voor een imitatie van met de hand geschept papier. Dit papier wordt vervaardigd op een cilinder of cilindervormige vorm die ronddraait in een vat met pulp. De imitatie van gerafelde randen die met dit proces mogelijk is, maakt het moeilijk om dit met een vorm gemaakte papier te onderscheiden van werkelijk met de hand geschept papier.
Bij bladmetaal, de voegen tussen twee delen waarvan de voorgevormde randen bij elkaar komen om een ononderbroken gesloten las te vormen.
Het bijsnijden van gedrukt materiaal, zodat delen van de illustratie of de tekst worden verwijderd. Te onderscheiden van `bloeden (druktechniek)', waarmee wordt verwezen naar het zodanig drukken van een afbeelding dat deze tot de rand van een papier of eventueel een ander drukoppervlak reikt.
Te gebruiken om de locatie van iets te beschrijven dat op zijn vaste of onveranderde plaats of positie is.
Wordt gebruikt voor automatische apparaten die een alarm geven wanneer zaken zoals deuren, ramen, of brandkasten zonder toestemming worden geopend, door inbrekers bijvoorbeeld.
Wordt gebruikt voor woonruimte die wordt gebouwd in een langzaam, stapsgewijs proces waarbij bouwelementen worden toegevoegd of veranderd door eigenaar-bouwers wanneer ze er geld, tijd of materialen voor hebben.
Verwijst naar de stroming in Latijns-Amerika in de vroege 20ste eeuw die een nieuwe sociale en politieke rol propageerde voor de inheemse volkeren van gebieden die voorheen werden gedomineerd door Europese elites. De stroming werd invloedrijk tijdens het presidentschap van Lázaro Cárdenas (1934-1940) en streefde ernaar het indiaanse erfgoed nieuw leven in te blazen door middel van kunst en revolutionaire bewegingen, zoals Aprismo, een sociale beweging in Peru waarvan de leden voorstelden om de naam 'Latijns-Amerika' te veranderen in 'Indo-Amerika'.
Stookovens, ovens of verhitte ruimten voor het drogen, verkolen, verharden, bakken of verbranden van diverse materialen.
Meestal loodrechte voegen die worden gevormd waar de gehele rand of het gehele uiteinde van een onderdeel in een bijpassende huls, groef, of sokkel in een ander onderdeel is geplaatst.
Kunstwerken, spiegels of documenten voorzien van een rand of een houder om ze te ondersteunen, te omgeven, te omvatten of er de aandacht op te vestigen. Het voorwerp zelf wordt door dit kader niet aan het zicht onttrokken.
Ingelegde decoratieve en beschermende rand van hout, kunststof of een ander materiaal langs de rand van de kast, achterblad of hals van snaarinstrumenten. Voornamelijk gebruikt voor violen en gitaren.
De extra lengte en breedte van het bandmateriaal van een boek dat de boven-, onder- en zijkanten van de band overlappen en die over de randen van het karton worden heengevouwen om vervolgens aan de binnenkant vastgemaakt te worden.
Wordt gebruikt voor centrale ruimten voor nutsvoorzieningen zoals leidingen, liften, brandtrappen en toiletten in gebouwen met meerdere verdiepingen.
Verwijst naar tekeningen, vaak door een ingenieur gemaakt, die de locatie aangeven van nutsvoorzieningen, met inbegrip van waterleidingen, brandkranen, rioleringen en andere voorzieningen welke zich meestal op of onder de openbare weg bevinden. Als onderdeel van de bouwprocedure dienen deze tekeningen doorgaans ter goedkeuring te worden voorgelegd aan lokale overheidsinstellingen, zoals openbare werken, gezondheidsinstanties, brandweerdiensten, milieucontrole-instanties enzovoort.
Sloten die zijn ontworpen om in de rand van een deur te worden gesneden en die niet zomaar op het oppervlak worden aangebracht.
Wordt gebruikt voor hulpmiddelen zoals kleppen of schuiven die worden gebruikt om de luchtstroom binnen een ventilatiesysteem of de stroom van verbrandingsgassen in een schoorsteenpijp te regelen.
Verwijst naar de stijl die zich ontwikkelde aan de Franse en Bourgondische hoven in het midden van de 14de eeuw en die zich rond 1425 over heel West-Europa verspreidde. De stijl is vooral zichtbaar in de niet- monumentale kunst, waaronder paneelschilderingen, miniaturen, verluchte handschriften, emaillewerk, borduurwerk en gebrandschilderd glas.De stijl kenmerkt zich door een vloeiende elegantie, verfijnde kromlijnigheid, een soepele, slanke weergave van menselijke onderwerpen, speelsheid en een nieuwe belangstelling voor wereldlijke onderwerpen.
Blaasinstrumenten waarbij het geluid wordt geproduceerd met de lippen als trillingsbron en die zijn uitgerust met gebogen inzetstukken die ook wel inventies worden genoemd. Deze inventies worden van tevoren in het midden van de klankkast tussen de ronde delen van de buis geplaatst om de toonhoogte te wijzigen zonder de lengte van de buis te veranderen.
Term gebruikt voor grote, meestal ongezoomde beddenspreien met ingewikkelde patronen en rijkbewerkte randen die met een speciaal mechanisch hulpstuk aan het weefgetouw zijn geweven. Geen Nederlands equivalent.
Jarrah is een roodachtige Australische houtsoort (Eucalyptus marginata). Het is sterk, hard en schijnt redelijk brandwerend te zijn. Het is geschikt voor waterbouwkundige toepassingen en werd in Nederland in de 70er jaren ook wel gebruikt als parket
Petroleumbranders met een hendel met veerwerking om het lampeglas vast te zetten binnen de rand van de bodemplaat en de losse koepelvormige deflector vast te houden. Een type dat gepatenteerd is door Edward F. Jones in 1858.
Beitels met een brede, dikke rand om steen grof te hakken.
Kleine schermen die worden gebruikt om brandende kaarsen mee te beschermen. Ze werden gemaakt in de 18e eeuw.
Lichtarmaturen met een enkele, scherpe punt of één of meerdere kaarshouders om kaarsen in te zetten. Soms hebben ze een druiprand om was op te vangen, veermechanismen en andere toevoegingen voor het verwijderen van het kaarsstompje of verstelbare onderdelen om de positie van de vlam te regelen.
Cilinders waarin de onderkant van de kaars kan worden gestoken om deze rechtop te laten staan. Ze kunnen kort zijn om alleen het uiteinde van de kaars vast te houden, of verlengd, in de vorm van een buis, om het grootste deel van de kaars vast te houden, met een instrument om de kaars op te tillen terwijl deze brandt. Is te vinden op kaarsenstandaards en kandelaars en op muurkandelaars en kroonluchters.
Dekschalen voor het bewaren van kaas, doorgaans een vlakke schaal met een koepelvormig deksel, soms met zilveren rand of dekselknop. Gebruik 'kaasplanken' voor houten dienbladen gebruikt voor het serveren van kaas.
Lage tafels, vaak met een opzetje langs de rand, die een kast, kist of ander meubelstuk horen te ondersteunen. Ze zijn bestemd om tegen een wand aan te staan en zijn daarom meestal aan één kant onversierd.
Randen om kunstvoorwerpen, spiegels of documenten als ondersteuning, bescherming of om er de aandacht op te vestigen.
Grassoort die inheems is in Noord-Afrika, maar op grote schaal wordt verbouwd vanwege zijn eetbare graan. Men kweekt Sorghum al sinds de oudheid vanwege zijn graan (couscous) en om er stroop van te maken. Men gebruikt de soort ook voor alcoholische dranken en biobrandstoffen. De lange stijve stengels vol merg gebruikt men voor bezems, manden en constructies. Uit de bladeren en stengels kan men een roodpaarse kleurstof winnen (���guineense'), die men gebruikt om geitenleer uit Niger te verven.
Een witte grondverf of grondlaag gemaakt van kalk, gips, gebrand gips, zinkoxide of kalkmeel gemengd met lijm of soms caseïne. Wordt gebruikt om houten panelen of andere dragers te prepareren voor verven, vergulden of andere decoratieve processen.
Baksteen, meestal parelgrijs van kleur, die is gemaakt van een mengsel van zand en kalk, gevormd onder druk en uitgehard met stoom. Is goed bestand tegen vorst, zuren en brand, en is eenvoudig schoon te houden.
Hoge randloze hoeden met een platte bovenkant, die worden gedragen door bepaalde geestelijken van de Grieks orthodoxe kerk.
Ovens die bestaan uit een rij van aangrenzende kamers die een ring of ovaal vormen waarin een vuur brandt. Hierbij duurt het enkele dagen voordat het vuur is rondgeweest.
Oost-Afrikaans rechthoekig katoentextiel, bedrukt met opvallende ontwerpen en felle kleuren, met randen om een strook die vaak een inscriptie in Swahili bevat. Het wordt onder meer gebruikt voor dagelijkse kleding, rokken, sjaals, hoeden en soms zelfs als tafelkleed.
Verwijst naar de stijl van famille-verteporselein die tot ontwikkeling kwam tijdens de heerschappij van keizer K'ang-hsi (1662-1722). De stijl wordt gekenmerkt door verfijnd porselein, met als opvallendste voorbeeld een serie borden die bijzonder wit, dun en doorzichtig zijn. Gebruikelijke afbeeldingen zijn mooie vrouwen en vogels op takken. De afgevlakte rand is versierd met een roodgekleurd ruitjespatroon met cartouches met inscriptie.
Verwijst naar fijn, decoratief ajourwerk in textiel, gemaakt door draden van linnen, katoen, zijde, haar, metaal of een andere vezel in lussen te leggen, in te rijgen, samen te draaien of te vervlechten om ontwerpen of patronen te vormen. Bij het maken van kant wordt gewerkt met een naald of met klossen. Het toevoegen van borduursels is niet ongewoon. Modern kant kan machinaal zijn vervaardigd. Ajourstoffen die op een weefgetouw zijn gemaakt en decoratief ajourbreiwerk worden doorgaans niet als kant geclassificeerd. Kant is vaak wit of effen van kleur. Echt kant ontstond in de veertiende eeuw in Europa en het Midden-Oosten, hoewel oude culturen bekend waren met gedecoreerde ajourstoffen, waaronder de Egyptische cultuur. Kant is te gebruiken als rand, boord of inzetstuk voor linnengoed of apparels. Ook wordt het samengevoegd tot grotere stukken textiel en dan gebruikt als voorhang, draperie, apparel of iets anders.
Een type kantharoi met handvatten die kleiner zijn dan die van type A en slechts tot de rand van de kom reiken, alsmede een torusvoet (in de vorm van een band) op een heel korte steel of zonder steel.
Afwerkgereedschap dat voor de randen van onverhard beton wordt gebruikt, om een ronde hoek te vormen.
18de-eeuwse Franse boekbindstijl waarbij 17de-eeuwse kantwerk- of dentelleranden zo werden verbreed dat ze het grootste deel van de omslag vulden, en alleen in het midden ruimte werd uitgespaard voor een heraldisch wapen. Het golfpatroon waarmee de randen zijn bewerkt, creëert eveneens een kantwerkachtig effect. Kantwerkbanden werden vervaardigd door de boekbinders Derome en Dubuisson.
Lage muren die over de rand van platformen, terrassen of daken, of boven de kroonlijsten van een gebouw uitsteken. Wordt ook gebruikt voor muren die het bovenste deel van verdedigingsmuren of borstweringen vormen.
Kleine handzagen waarvan de bovenrand van het blad onbuigbaar is gemaakt met een strip van staal of koper; worden in de meubelmakerij gebruikt om versteknaden en andere houtverbindingen te zagen.
Ovale of ronde van bandijzer vervaardigde geraamten, overtrokken met grof linnen, die zijn gevuld met ontvlambare materialen en die worden afgevuurd met mortieren, houwitsers of artilleriegeschut; werden gebruikt aan het eind van de 17e en in de 18e eeuw om gebouwen, schepen en versterkingen in brand te steken.
Schijfvormige wielen op de branders van verlichtingsmiddelen, die zich aan uiteinde van de schacht bevinden, waarmee de schacht en diens kouswiel of wielen handmatig kunnen worden gedraaid. In sommige branders vervangt een enkele lus het wiel.
Een rooms-katholieke kloosterorde die in 1084 in de Chartreuse (ten noorden van Grenoble, Frankrijk) werd gesticht door de heilige Bruno van Keulen. De kartuizers combineren het afgezonderde kluizenaarsbestaan met een gemeenschapsleven in het klooster. De monniken of nonnen wonen in aparte cellen en komen alleen samen op bepaalde momenten van de dag of voor speciale festiviteiten. Ze houden zich aan strikte abstinentie. De kartuizers verspreidden zich langzaam, maar in 1521 telde de orde 195 kloosters in alle katholieke Europese landen. Ze speelden een belangrijke rol bij de kloosterhervormingen in de 11de en 12de eeuw. Zelf was het echter de enige vorm van religieus gemeenschapsleven die niet werd hervormd. De kloosters zijn te vinden in grote delen van Europa, hoewel het aantal leden relatief klein is. In 'La Grande Chartreuse', het moederklooster van de orde, wordt een beroemde likeur gemaakt. De opbrengst gaat naar de liefdadigheid.
Omrandingen of banden die een steen of ander ornament omgeven en vasthouden, zoals op een ring of een snuifdoos; of een kristal, zoals op een horlogekast of een klok; of een glazen of plastic bedekking, zoals op een koplamp.
Boomsoort uit Eurazië die ongeveer 30 meter hoog kan worden, met een grijswitte stam en wigvormige bladeren met golvende randen die 15 centimeter lang kunnen worden. De soort wordt soms geclassificeerd als een ondersoort van Fagus sylvatica, waaraan hij nauw verwant is.
Stukken hout of metaal die taps toelopen en eindigen in een dunne rand; worden gebruikt om hoogte aan te passen, bekisting strakker te maken of om hout of steen te splijten.
Geweven stof die wordt gekenmerkt door parallelle diagonale richels of ribbels die ontstaan door elke scheringdraad over één en onder twee of meer aangrenzende inslagdraden heen te laten lopen in plaats van afwisselend over en onder een inslagdraad, zoals bij gangbare weefsels. Keperweefsel heeft normaal gesproken een diagonale lijn die regelmatig wordt herhaald en gewoonlijk omhoog loopt van links naar rechts onder een hoek van 45 graden. Het weefpatroon kan op verschillende manieren worden gevarieerd, bijvoorbeeld door de hoek of de richting van de keperlijn te veranderen, zoals bij een visgraatmotief.
Bestuivingsprocédés waarbij het pigment een verglaasbaar poeder is dat in vele kleuren voorkomt en dat op porselein, aardewerk en dergelijke wordt gebrand. In bredere zin wordt de term gebruikt voor elk procédé waarbij een afbeelding wordt gevormd op porselein, aardewerk en soortgelijke materialen.
Terracotta of aardewerken komvormige vaten uit de Bronstijd met een reeks kleinere kopachtige vormen die rond de bovenrand zijn bevestigd. Het doel ervan is onzeker, maar lijkt ritueel te zijn.
Metalen gongs uit Zuidoost-Azië, meestal van brons, met een diepe gebogen rand en een plat oppervlak dat vaak is versierd; ze worden opgehangen aan oren en aangeslagen met kloppers.
Tanden aan de rand van een wiel of tandrad.
Driesteken, aan de voorzijde uitlopend in een punt en een hoger opstaande rand aan de achterzijde, 1740-1760.
Orde van meer dan 350.000 bekende soorten insecten. De voorvleugels zijn veranderd in harde schilden (vleugelschilden of elytronen) die de rug bedekken en de achtervleugels of echte vleugels beschermen. De meeste soorten kunnen met die vleugels vliegen.
Handelsmerk voor een commercieel gefabriceerde aramidesoort, een synthetisch textielmateriaal dat licht is, niet brandbaar en zeer schokbestendig.
Gebogen schaaf om de rand van een kuip of vat aan de buitenkant te egaliseren.
Bouwwerken met kleedkamers en badhokjes, bijvoorbeeld aan het strand en in zwembaden. Gebruik 'openbare badhuizen' voor gebouwen met openbare zwem- en badvoorzieningen.
Mensen die zijn opgeleid in het vak van kleianimatie of dit vak beoefenen. Bij kleianimatie wordt gebruik gemaakt van gemodelleerde kleifiguren die telkens in een iets andere stand worden geplaatst. Elke stand wordt op een aantal filmbeeldjes vastgelegd, waarna de figuren opnieuw iets worden verplaatst, gefilmd, enzovoort. Wanneer de film met normale snelheid wordt geprojecteerd, lijken de figuren te bewegen en lijkt hun gezichtsuitdrukking te veranderen.
Een schalie dat geheel of voornamelijk bestaat uit kleimateriaal dat na verwering in klei verandert.
Optische eigenschap waarbij op een oppervlak fijne kleuren worden geproduceerd door de interferentie van licht dat wordt weerkaatst vanaf de voor- en de achterkant van een dunne folie. Iriserende dingen laten heldere kleuren zien als in een regenboog en veranderen vaak van kleur naarmate hun positie verandert.
Klassieke Griekse stoelen met een diepe bovenrand die vanuit de rugleuning in een gebogen lijn naar voren gaat, en sabelpoten. Ze zijn meestal onversierd en werden veel geïmiteerd tijdens diverse klassieke oplevingen, met name in de 19e eeuw.
Schaven die worden gebruikt om langs de randen van planken vierkante of rechthoekige groeven te maken.
Wordt gebruikt voor ronde bogen die worden ondersteund door grote draagstenen met gekromde onderranden, waardoor de opening een klokvormig silhouet krijgt.
Roodfigurige kraters in de vorm van een omgekeerde klok met handvatten die hoog op de romp zijn geplaatst. De rand steekt uit en de voet is trapsgewijs opgebouwd.
De vorm, volledig of in de omtrek, van een doorsnede van een omgekeerde kop met uitwaaierende rand en bolle bovenkant; lijkt sterk op een klok.
Motieven, patronen of afbeeldingen die zijn gemaakt door kleine stukjes uit het midden of van de randen van een stuk papier te verwijderen.
Stofferingstechniek waarbij nagels vlak naast elkaar worden gezet om de randen van de bovenbekleding vast te zetten waarbij tevens een decoratief effect wordt verkregen.
Een subtractief kleurveranderingsproces waarbij gebruik wordt gemaakt van een film met een integraal tripack van zwart-wit emulsies, waarbij elke laag gevoelig is gemaakt voor een andere primaire kleur. De film bevat geen verfstoffen; de kleurenontwikkelagens en kleurenkoppelaars worden bij de ontwikkeling toegevoegd, waarbij elke laag apart wordt geverfd en gebleekt door zorgvuldig gecontroleerde ontwikkeling door drie machines, met aparte droging tussen elke machine. Gebruik 'tweekleurenprocédés' voor het tweekleuren-Kodachrome procédé.
Koffiepotten met een opzetfilter of een mousseline zakje dat aan een uitneembare rand in de pot hangt, soms voorzien van een komfoor.
Elektriciteitscentrales op stoom, waarbij kolen als voornaamste brandstof wordt gebruikt.
Lid van een grote groep organische stoffen die uitsluitend de elementen waterstof en koolstof bevatten. Het zijn de belangrijkste bestanddelen van ruwe aardolie en aardgas, waaruit bepaalde fracties worden onttrokken voor gebruik als brandstof of als grondstof voor de chemische industrie.
Ronde, komvormige, holle delen van objecten, zoals het lichaam van een stamvormig vat, of het gedeelte van een pijp waarin de tabak wordt gebrand.
Het uitsluitend vergulden van de bovenranden van boeken nadat zij glad zijn afgesneden, waarbij de andere randen onverguld en bijgesneden of ongesneden blijven.
De bovenste randen van boeken.
erwijst naar de heilige geschriften van de islam, die volgens de moslims het woord van Allah vertegenwoordigen en tussen 610-632 n. Chr. door de aartsengel Gabriël aan de profeet Mohammed zouden zijn onthuld. De teksten zijn soms verfraaid met geometrische decoraties en plantenmotieven, maar het traditionele verbod op het afbeelden van levende wezens wordt bijzonder strikt gehandhaafd bij Koranteksten. Schilderijen met afbeeldingen van verhalen uit de Koran verschijnen nooit in de Koran zelf, maar soms wel in manuscripten met teksten die op thema's uit de Koran zijn geïnspireerd. De definitieve tekst van de Koran zou reeds binnen 30 jaar na de dood van Mohammed zijn vastgelegd, en is sindsdien onveranderd gebleven. De Koran bestaat uit 114 hoofdstukken of soera's, die ongeveer zijn gerangschikt op aflopende volgorde van lengte, en die hoofdzakelijk in de stem van God zijn geschreven. De tekst heeft meer een poëtisch dan een prozaïsch karakter, waardoor het verhalende element een ondergeschikte rol speelt. In het algemeen richten de vroege soera's zich op het oproepen van de gelovigen, met thema's als het aanbidden van slechts één God, sociale rechtvaardigheid en verhalen van ongelovigen. De latere soera's bevatten meer maatschappelijk getinte elementen en voorschriften omtrent het huwelijk, het gezin, ethische kwesties en de moslimgemeenschap. De Koran fungeert als belangrijkste bron voor de islamitische wetgeving met betrekking tot zaken als echtscheiding, gebedstonden, vasten en oorlogsvoering. Er wordt vaak uit voorgedragen en gezongen voor godsdienstige of liturgische doeleinden.
Kleine Oud-Griekse vaten met deksel en een naar binnen geplooide rand; ze werden gebruikt voor het bewaren van cosmetica, oliën en parfums.
Urn- of peervormige kannen, niet met een tuit maar met één of meerdere kranen; ze staan op pootjes of op een opengewerkte voetrand. Meestal gebruikt voor koffie. Gebruik "theevazen' voor soortgelijke kannen voor thee. Gebruik 'heetwaterkraantjeskannen' voor ketels voor heet water.
Verwijst naar een perspectiefsysteem dat is afgeleid van het lineair perspectief, maar gebruikmaakt van kromme lijnen om rekening te houden met de optische illusie dat brede of langwerpige vormen in een rechte hoek vanuit de zichtlijn van de kijker aan de uiterste randen een perspectivische verkleining ondergaan. In dit systeem zou een brede muur die zich parallel aan het afbeeldingsvlak bevindt, naar links en rechts taps toelopen. Het systeem is al in de renaissance beschreven door Leonardo da Vinci, maar werd tot de 19e en 20e eeuw niet vaak gebruikt.
Lijnen met een locus die kunnen worden gevormd door een bewegende punt, waarbij de richting van de beweging continu verandert of afwijkt van een rechte lijn. Een gesloten kromme is een pad dat zichzelf herhaalt en daardoor een of meer gebieden omsluit; eenvoudige voorbeelden zijn cirkels, ellipsen en polygonen. Open krommen zoals parabolen, hyperbolen en spiralen hebben een oneindige lengte.
Korte cilinders met een getande rand die lijken op een kroon en gebruikt worden als tandwiel in spilenchappementen.
Het verwijderen van sloppen door ze af te breken of te veranderen door het verbeteren van de omstandigheden die er de oorzaak van waren.
Frontons die parallel lopen aan de dakrand.
Tekenhaken die meestal bestaan uit een dun blad van hout of metaal, dat onder een rechte hoek aan het eind van een dikke stok is gezet die tegen de rand van een tekenbord of soortgelijke voorwerpen kan worden gehouden. Worden voornamelijk gebruikt om iets in rechte hoeken te tekenen of aan te geven.
Sierafwerkingen, zeer decoratief, die bestaan uit een regelmatige reeks motieven die boven op muren, dakranden en dergelijke, zijn geplaatst. De term kan ook worden gebruikt voor gelijksoortige decoraties op meubelen of glazen voorwerpen.
Gebruik deze term voor kunstwerken gemaakt op een door de kunstenaar bepaalde plaats in relatie tot de specifieke kenmerken van die plaats, zó dat de betekenis of het karakter van het werk verloren zou gaan of zou veranderen bij verplaatsing ervan. Term vooral toegepast vanaf de jaren zestig.
Postzegels die eruitzien als gewone postzegels, door de grootte en de gekartelde rand en soms de afbeelding die erop staat, maar die zijn gemaakt door kunstenaars en door hen worden gebruikt in het kader van mail art.
Wordt gebruikt voor spanen daken die vanwege bepaalde kenmerken, waaronder naar binnen gebogen overhangende dakranden, op rieten daken lijken; populair in het begin van de 20e eeuw.
Middelgrote groenblijvende eik die inheems is in het zuidwesten van Europa en het noordwesten van Afrika. Men kweekt de bomen in Spanje, Portugal, Frankrijk, Italië, Marokko, Tunesië en Algerije. Ze hebben een dikke isolerende schors, die ervoor zorgt dat ze zich na een bosbrand snel kunnen herstellen. De kurk beschermt de takken tegen het vuur en al snel ontspruiten er nieuwe twijgen en bladeren die een nieuwe kroon vormen. Andere bomen moeten weer helemaal opnieuw uit loten of zaden groeien. De buitenste schors van de kurkeik is licht en blijft drijven op water. Men gebruikt kurk om flessen af te sluiten, als vloermateriaal en voor andere commerciële doeleinden. Tijdens het oogsten hakt men de bomen niet om. In plaats daarvan pelt men ongeveer elke tien jaar de buitenste schors van de stam af, waarna de boom een nieuwe laag kurk vormt.
Wordt gebruikt voor milieus aan de randen van watermassa's, die worden beïnvloed door factoren van zowel het land als het water. Gebruik 'oevers (aardoppervlakten)' of 'kustlijnen' met betrekking tot de geologie of geografie van kuststreken.
Verwijst naar de periode in Meso-Amerika van circa 300 tot 250 v. Chr. Verenwerk in Meso-Amerika had zijn oorsprong in deze periode als symbool van macht en rang en bestond onder andere uit verfijnde ceremoniële hoofdtooien die waren gemaakt van veren van de staart van quetzals. Beeldhouwwerken uit deze periode omvatten aardewerk en grafurnen, zoömorfe en antropomorfe graffiguren, gegroefde vazen met karakteristieke parallelle lijnen die zijn getekend op oranje slip, en schalen die zijn beschilderd met kronkelige vormen op randbanden aan de buitenkant. De architectuurstijl in deze periode nam paleisachtige vormen aan, met robuuste, platte of gewelfde dakbedekkingen, fijn afgewerkte trappen met strekse hellingen aan weerszijden, lijstwerk, tablero's en maskers. Piramide-achtige structuren in deze periode tonen complexe cirkel- en kegelvormige secties en secties met terrassen.
Een kleurloos, zoetgeurig, zoet smakend, onbrandbaar, lichtelijk in water oplossend gas, N2O. Het wordt vooral gebruikt als narcoticum in tandheelkunde en chirurgie, en bij de fabricage van chemicaliën zoals aerosols.
Metalen uitstekende delen die worden gebruikt om een ladder aan een richel of aan een dakrand te bevestigen.
Stugge, vlakke valletjes met decoratief gevormde onderranden die vaak aan beide uiteinden omlaag lopen.
Verlichtingsmiddelen met een houder voor de brandstof voor de verlichting, meestal vet of olie. De benaming wordt ook gebruikt voor lampen die met een aparte energiebron zijn verbonden, zoals gas of elektriciteit.
Buisvormige instrumenten van glas, metaal of mica die op de rand van de brander zijn bevestigd, en die de hete lucht die van de vlam opstijgt concentreren en een luchtstroom creëren.
Vaten meestal van glas, metaal, aardewerk of plastic, die een wijde schenktuit met brede rand en meestal één handvat aan een zijde, maar soms ook wel twee oren. Onder 'lampetkannen' vallen ook de kannen gepaard aan een waskom die voor persoonlijke hygiëne werden gebruikt.
Een diep, verzadigd, fluweelachtig roetzwart. Het is het oudste bekende zwarte pigment. Het wordt vervaardigd door olie, gewoonlijk koolteercreosoot, te verbranden in ondiepe ketels, waarbij de luchtstroom zo wordt geleid dat een zware rookwolk ontstaat.
Verwijst naar de stijl en periode rondom de cultuur die een bloeitijd beleefde in het Cambodjaanse koninkrijk Lan Xang (1353-1707 n. Chr.). De stijl van deze periode is gebaseerd op inheemse innovaties en Thaise en Khmer-invloeden. In de religieuze architectuur is de stijl terug te zien in de Vat Visum (1503 n. Chr.) en de Vat Xieng Thong (1561 n. Chr.), met grootse stoepa's of monumenten, schuine, overlappende daken met dakpannen, dakranden die worden ondersteund door kraagstenen of door vergulde of gelakte consoles en houtconstructies. Seculiere bouwwerken zijn gebouwd van hout en zijn ook voorzien van vergulde bas-reliëfs. In deze periode kwam het tot de ontwikkeling en uitbreiding van een structuur met een heiligdom en ontmoetingsplaats, waar heilige beelden werden ondergebracht. In de beeldhouwkunst in deze stijl staan boeddhistische thema's en iconografie centraal, hoewel er ook wel enige hindoeïstische beeldhouwwerken zijn. Typerend zijn figuren in brons, steen, edelmetaal, droog lakwerk en terracotta.
Begrip uit de computerwereld dat verwijst naar een lokaal netwerk dat bestaat uit hardware- of softwarematige koppelingen tussen computers, servers, printers en andere randapparatuur. Meestal blijft een LAN beperkt tot één kantooromgeving of een kleine, fysiek afgebakende omgeving, zoals een universiteitscampus.
Contactloos, computergestuurd printen waarbij het licht van een laser een elektrofotografisch proces in werking zet waardoor kopieerinkt op het afdrukoppervlak wordt gebrand.
Soort geurige groenblijvende boom, inheems in het Middellandse Zeegebied, die ook elders op grote schaal wordt geteeld. De soort wordt 6-18 meter hoog en heeft stugge, alternerende ovale bladeren die dof en leerachtig zijn, met een lengte van ongeveer 8 centimeter. De bladranden zijn glad en vaak golvend, en worden als keukenkruid gebruikt. In het oude Griekenland was de erekrans die op de hoofden van helden en winnaars van sportwedstrijden werd geplaatst gemaakt van de bladeren en takken van deze soort. De kleine en onopvallende bloemen zijn geelachtig of groenachtig wit. De vrucht is een groene, paarse of zwartachtige bes met één zaadje, die een geurige olie produceert als men erin knijpt. Het hout is sterk en elastisch, en wordt gebruikt voor snijwerk en marqueterie.
Kleine bedjes met een hoge rand en meestal met spijlen aan de zijkant voor kinderen.
Klassieke Griekse houders met één handvat, meestal groot en slank en met een nauwe hals, die werden gebruikt voor olie en zalf en als offerande aan de doden.
Elementen van glas of plastic die in lampen worden gebruikt om de richting van lichtstralen te veranderen en de verdeling ervan te regelen.
Houders op een voet, met in het midden een kolom, waaraan lepels kunnen worden opgehangen. Gebruik 'lepelvaasjes' voor kleine vazen met een geschulpte rand waarin lepels worden bewaard.
Wordt gebruikt voor delen van trapleuningen die zowel verticaal als horizontaal gerond zijn en die zich bevinden op plaatsen waar de leuning van richting en helling verandert. Kan ook verwijzen naar gelijkvormige trapbomen die zich op een gelijksoortige plaats bevinden.
De toestand die actieve dieren en planten onderscheidt van niet-organische materie, met inbegrip van het vermogen om te groeien, functionele activiteit, een continu veranderingsproces voorafgaand aan de dood, en voortplanting.
Het redden of beschermen van levens tijdens levensbedreigende situaties, meestal bij verdrinkingsgevaar of brand.
Standaarden met een schuin blad en meestal een rand aan de onderkant van het blad om een boek of geschrift te ondersteunen zodat de lezer die ervoor staat het makkelijk kan lezen.
Langwerpige aardewerken vaten in de vorm van een arm, waarvan één uiteinde de vorm heeft van een hand dat een beker vasthoudt. Werden in de bronstijd gebruikt als wierookbranders of om plengoffers uit te voeren.
Opzettelijke permanente of semi-permanente veranderingen aan het levende menselijk lichaam uit religieuze, esthetische of maatschappelijke overwegingen.
Algemeen te gebruiken voor het vermogen om verandering te weerstaann zoals verschieten, als gevolg van licht.
Doorzichtige instrumenten, vaak van gelatine of glas, die voor een lichtbron worden geplaatst en die dienen om de intensiteit van het licht te verminderen of de kleur ervan te veranderen.
Plafondverlichting met meestal twee of meer omhoog krullende armen, waaraan kaarsen, branders of lampen.
In de hand gehouden, penvormig computerhulpstuk dat lichtgevoelig is zodat door het aanwijzen van een bepaald punt op een beeldscherm de computer de gegevens of tekeningen kan veranderen.
Glas waarvan de chemische samenstelling is veranderd zodat het een deel van de zonne-energie die het bereikt, absorbeert.
Reddingsapparatuur, lijkend op en functionerend als vuurwapens, waarmee een raket of ander projectiel met een lijn of touw naar een gestrand schip kan worden geschoten.
Schaven waarvan het blad een kwartcirkel uitschaaft. Worden gebruikt voor het schaven van de onderrand van een tafelblad of om decoratieve lijsten te maken.
Omringende randen. In de context van boekbinderij en drukkunst bestaan ze uit afzonderlijke elementen die niet zijn ontworpen zijn om samen als rand te fungeren. Ze verschillen van 'compartimenten' waarin decoratieve randen als aparte ontwerpeenheden zijn gevormd die de gedrukte tekst op een titelpagina omringen.
Algemeen te gebruiken voor lange, dunne, platte en soepele repen van een willekeurig materiaal. Specifiek te gebruiken voor repen fijn textiel, zoals zijde, satijn of fluweel, vaak afgewerkt met een koordje langs beide randen in plaats van met een zelfkant. Wordt gewoonlijk als versiering gebruikt.
Uitsteeksels om door te schenken die gevormd worden door de rand of tuit van een vat binnenste buiten te keren.
Genus van vier bestaande soorten grote loofbomen en diverse fossiele soorten. Het genus kwam in het tertiair veel meer voor, maar is nu als gevolg van ijstijden en klimaatveranderingen verdwenen uit Europa, het westen van Noord-Amerika en het Russische Verre Oosten. De bomen worden gewaardeerd vanwege hun hars en hout en als sierboom. In de herfst worden de bladeren helderrood. De hars van de bomen uit dit genus (storaxhars) gebruikte men voor het maken van parfums en voor het balsemen van lichamen.
Zwartfigurige kylikes die worden gekenmerkt door miniatuurdecoratie. Gewoonlijk daterend uit de 7de en het begin van de 6de eeuw v. Chr. Ook kenmerkend is een enigszins naar buiten stekende rand, een vrij diepe kom, en een zeer lange steel en voet. De kleinmeisterschaal was tot circa 540 v. Chr. een van de meest voorkomende zwartfigurige vormen.
Metalen voeglood dat gebruikt wordt op het punt waar een muur en een schuin dak elkaar kruisen; de bovenste rand loopt omhoog om de algemene buiging van het dak te volgen.
Historische benaming voor Amerikaanse stoelen met open armleuningen uit de 19e eeuw met een gestoffeerde zitting en rugleuning. De zittingen zijn meestal laag en ondiep en de rugleuningen zijn hoog en hebben vaak een slingerende rand.
Chemisch behandeld koord dat brandt met een constante snelheid, dat wordt gebruikt om de ontstekingslading in vuurwapens met lontsloten en soms ook in geschut af te vuren.
Het oudste soort mechanische ontstekingssyteem voor vuurwapens, dat in het midden van de 15e eeuw ontstond en bestaat uit een langzame lont bevestigd aan een arm die, wanneer de trekker wordt overgehaald, de lont laat zakken in een pan met kruit dat bij ontbranding de lading ontsteekt.
Bladmetalen strips die vaak zijn opgenomen in het metselwerk en die om ander voeglood heen is geslagen. Wordt gebruikt om te voorkomen dat water tussen de voegen komt en blootliggende, opstaande, voegloden randen op een dak aantast.
Vaten die vermoedelijk zijn gebruikt voor het vervoeren van water ten behoeve van het baden of wassen, aangezien de naam zou zijn afgeleid van het Griekse woord voor bad. Louterion lijkt ook de oude benaming te zijn van een lavet of een waskom op een voet. Tegenwoordig wordt de naam algemeen, zij het mogelijk niet correct, toegepast op nog twee vormen. De eerste is een grote, brede kom met een tuit en twee verticale handvatten. Het betreft hier in hoofdzaak een vroege en vrij zeldzame zwartfigurige vorm. De tweede vorm is bekend in zowel zwart- als roodfigurige uitvoering, maar ook deze vorm is zeldzaam. De vorm lijkt op die van een lebes gamikos, maar heeft een ander type rand met tuit en hoge, verticale vlakke handvatten met lusvormige toevoegsels. Deze laatste vorm houdt mogelijk verband met funeraire riten; mogelijk bevatte de kom water dat als offer aan de dode was bedoeld, of voor de ceremoniële wassing van het lijk.
Windsor-leunstoelen met een lage rugleuning op armhoogte die meestal bestaat uit een uitgezaagde driedelige armleuning die de buitenrand van de zitting volgt.
Smalle strookjes hout, karton of was die aan één uiteinde zijn bekleed met een stof die gemakkelijk ontbrandt door wrijving.
Houders voor het bevatten van lucifers. Wordt vooral gebruikt met betrekking tot houten of metalen houders, die soms van binnen bekleed zijn met onbrandbaar, gipsachtig materiaal en die aan een kant een strijkvlak hebben. Ze worden vaak gemaakt om aan de wand te hangen.
Verschillende soorten kleine dunne objecten die van iets afhangen, of andere middelen die van een object uitsteken, meestal bedoeld als identificatie, handvat of sluiting; ook wel ter versiering aan de randen van kledingstukken.
Verwijst naar aardewerk dat werd gedecoreerd met metaalglazuur met behulp van technieken die dateren uit de 9de eeuw of eerder. Eén techniek is van Midden-Oosterse origine en het best bekend van Spaans-Moors aardewerk in Spanje en Italiaans en Spaans majolica; hierbij werd gewerkt met een proces van meerdere fasen waarbij het aardewerk werd gebrandschilderd. Een andere techniek was goedkoper en minder gecompliceerd, met pigmenten die zouten van goud en platina bevatten. Het was geïnspireerd op de Spaanse majolica-schalen uit het einde van de 18de eeuw, maar het was een Engelse vinding en werd op grote schaal gebruikt om aardewerk te maken gedurende de hele 19de eeuw.
Verwijst in hoofdzaak naar de periode van de belangrijke Late Ly-dynastie (1010-1225 n. Chr.), die in de delta van de Rode Rivier tot ontwikkeling kwam, maar kan ook verwijzen naar de stijl en periode van de minder ontwikkelde Vroege Ly-dynastie (544-603 n. Chr.). De stijl van de Late Ly-dynastie ontstond in een sfeer van dynastieke stabiliteit en heeft de stijl van de moderne Vietnamese staat mede beïnvloed, zo wordt algemeen gedacht. In de architectuur wordt de periode gekenmerkt door boeddhistische tempels met inheemse innovaties zoals het gebruik van steen, bovengeplaatste spanten, balken en halfzuilen, en het gebruik van overhangende dakranden met symbolen in terracotta. Een voorbeeld bij uitstek van de architectuur uit deze periode is de Lotustempel (1049 n. Chr.) in Hanoi, met decoratieve motieven in terracotta langs de dakranden, een duidelijk lotusvormige constructie en een complex spantensysteem met elkaar kruisende balken en zuilen. In de beeldhouwkunst wordt de periode gekenmerkt door Boeddhafiguren gezeten op verhogingen die gedecoreerd zijn met draken- en bloemmotieven, reliëfpanelen uitgevoerd in een Cham-stijl of Chinese stijl, stoepa's met gebeeldhouwde motieven van eiken- en druivenbladeren, en beelden van leeuwen, olifanten, buffels en paarden die afzonderlijk op een lotusvoetstuk zijn geplaatst en zijn beeldgesneden uit één blok steen.
Oud Grieks vaatwerk op een hoge voet of steel, met een bolvormige romp en een schijfvormige richel rond de rand.
Familie van meer dan 420 genera en ongeveer 1500 soorten bomen, struiken, houtachtige wijnstokken en kruiden. Veel soorten zijn grote bomen die voorkomen in tropische regenwouden. De soorten in deze familie hebben een melkachtig, vaak giftig sap, bladeren met gladde randen en bloemen in trossen (zelden vindt men losse bloemen). De vrucht kan op een bes lijken of vlezig zijn, maar is gewoonlijk een droge peul (kokervrucht) die openbarst als hij rijp is. Daarbij komen een groot aantal pluizige of gevleugelde zaadjes vrij.
Wordt gebruikt in verband met procédés voor het veranderen van de afmetingen of de vorm van een werkstuk met machinaal aangedreven snijinstrumenten.
Schuifladders waarmee zeer hoge plaatsen kunnen worden bereikt. Vaak op een voertuig zoals een brandweerauto geplaatst.
Verwijst naar de cultuur van mesolithische werktuigen die is genoemd naar de archeologische vindplaats in het veen nabij het Deense Mullerup. De cultuur bestond in noordelijk Europa van circa 9.000 tot 5.000 v Chr. Het ontstond door een bosvolk dat zich na het terugtreden van de gletsjers langs de rivieren en meren vestigde en daar nieuwe gereedschappen ontwikkelde om in de veranderende omgeving te kunnen overleven. Deze gereedschappen waren stenen microlithen, bijlen, pijlen en bogen, vishaken, houten peddels, kano’s en visnetten. De artistieke activiteiten bestonden uit het aanbrengen van dessins op werktuigen en decoratieve objecten, zoals amuletten en hangers.
Dekens van Indianen uit het zuidwesten van de Verenigde Staten, die zo zijn geweven dat ze breder zijn dan lang, in wit met indigoblauwe randen in ruitkeperweefsel.
Graangewas dat afkomstig is uit Amerika, maar in de zestiende eeuw werd geïntroduceerd in de rest van de wereld. Het is een hoge eenjarige grassoort met een stevige steel. De vrucht bestaat uit rijen eetbare pitten op langwerpige aren die aan de dikke steel groeien. Er zijn veel verschillende variëteiten met gele, rode, blauwe, roze en zwarte kolven, vaak met spikkels of strepen. Mais gebruikt men als voedsel voor mensen en dieren, als grondstof in de industrie, voor het maken van brandstof, maisolie, maissiroop, maizena, maisbloem en ethanol (whisky, benzine). De stengels gebruikt men als biomassa om brandstof te maken, maar ook voor systeemplafonds. Uit maiskolven sneed men vroeger tabakspijpen. De kolven en het vlies eromheen gebruikte men om poppen te maken.
Stukken maliën ter bescherming van de genitaliën, bevestigd in het midden van de onderste rand van een maliënkolder of vastgemaakt aan de vork van een gepantserde rok. Ze kwamen voor in verschillende vormen, ook korte rokjes of kniebroeken, en konden ook een broekklep bevatten.
Plooien of banden die dienst doen als versiering of afwerking aan het uiteinde van een mouw, broekspijp, de bovenrand van een laars en dergelijke; ze zijn gemaakt als aparte onderdelen en worden gedragen met, of bevestigd aan, kleding of kledingaccessoires, of vervaardigd als vast onderdeel van kleding of kledingaccessoires.
Zuilenhallen of veranda-achtige structuren die deel uitmaken van Noord-Indiase hindoetempels. Ze kunnen rechtstreeks in verbinding staan met het heiligdom, naar tussenruimten leiden of volledig los staan van het heiligdom zelf.
Verwijst naar een regionale school van Pahari-miniatuurschilderkunst met als centrum de staat Mandi in de Beasvallei in het heuvelgebied van Punjab. De Mandi-schilderkunst stond aanvankelijk nog onder invloed van de Mogols maar kreeg een eigen karakter onder Raja Sidh Sen (heerste van 1684-1727), die zich persoonlijk met de nieuwe stijl ging bemoeien. De Mandi-schilderkunst uit deze periode wordt vaak gekenmerkt door brede, krachtige lijnen, een ingetogen palet en eenvoudige composities met drie horizontale registers. De vitale, krachtige beeldhouwkunst uit deze periode zou een belangrijke invloed hebben uitgeoefend op de weergave van figuren in de schilderkunst. Kenmerkend zijn de krachtige gelaatstrekken, opvallend grote hoofden en handen, en doorgaans standbeeldachtige figuren. Shiva is een geliefd thema, aangezien Sidh Sen deze godheid aanbad. Shiva, Devi en tantrische thema's waren populairder dan de literaire thema's die zo kenmerkend zijn voor veel ander Pahari-werk. Een latere fase van de Mandi-schilderkunst begon rond 1805 en wordt geassocieerd met de kunstenaar Sajnu uit Guler. De werken die hij voor Raja Ishwari Sen schilderde, worden gekenmerkt door gebogen en zwaar geornamenteerde randen, volle, gedetailleerde composities en enigszins scheef geplaatste gebouwen en figuren.
Argandlampen die meestal van koper of brons zijn met één of twee branders op armen die door buisjes zijn verbonden aan een reservoir van waaruit de brandstof naar de branders wordt gevoerd volgens het @bird-fountain principle. Ze zijn vaak versierd met prisma's die aan ringen rond het reservoir en de branders hangen. De benaming is afkomstig van het gebruik om de lampen alleen of met drie op de schoorsteenmantel te zetten.
Middelgrote veelvormige groenblijvende Caraïbische boom die voornamelijk voorkomt op de zandstranden in het Caraïbische gebied en langs de Golf van Mexico. De boom kan 12 meter hoog worden. Alle delen van de boom zijn giftig. Het latex is zeer bijtend en de aantrekkelijke, zoet geurende appelachtige vrucht heeft herhaaldelijk geleid tot vergiftiging bij Spaanse conquistadores die schipbreuk hadden geleden, en bij hedendaagse toeristen. De manzanillaboom is zo giftig dat de rook van het brandende hout irriterend is voor de ogen. Het latex uit de bladeren en de schors veroorzaakt huidontstekingen. Caraïbische indianen gebruikten het sap om hun pijlen giftig te maken.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de Maori-gemeenschap, de oorspronkelijke bewoners van het tegenwoordige Nieuw-Zeeland. Tot de meer gespecialiseerde kunstvormen van de Maori behoren architecturale ornamenten, tatoeages, bewerking van hondenhuid, het weven met veren en het ontwerpen van wapens. Sinds de kolonisatie van de eilanden is de Maori-kunst ingrijpend veranderd.
Gebieden op gedrukte of beschreven pagina's of op andere vellen met tekst of afbeeldingen, tussen het informatiegebied en de randen van de pagina of het vel.
Pleistertroffels waarvan de randen omhoog staan. Worden gebruikt om pleister in hoeken af te werken.
Term voor rechte of taps toelopende vierkante poten, soms met een zuilvoet. Wordt gebruikt aan Amerikaans meubilair uit het midden van de 18e eeuw, vaak met een afgeschuinde binnenrand.
Uitstekende en meestal versierde randen van een bord of schaal, die reiken van de bodem tot de bovenrand en die vaak bijna parallel lopen aan de bodem.
Diapositieven gebruikt in combinatie met een negatief of een ander diapositief om kleur of contrasten te veranderen.
Bedekkingen voor het hele gezicht of gedeelten ervan, meestal met openingen voor de ogen en soms de mond; worden gedragen om de identiteit van de drager te verbergen of te veranderen of ter bescherming.
Te gebruiken voor compacte plateau-achtige hooggelegen landmassa's met duidelijk afgebakende randen; kan ook worden gebruikt voor afzonderlijke berggroepen. DNE
Klassieke Griekse koppen lijkend op mastoi, maar met een smalle, vlakke voet, een uitstaande rand, en een, twee of geen handvatten.
Het proces waarbij de randen van een boek worden verguld door een stuk papier over het goud te leggen en de polijster over het papier wordt gewreven, wat leidt tot een matte afwerking.
Strohoeden met een rechte rand, een vlakke bol met een lint er omheen.
De hiërarchie Materialen bevat beschrijvingen van een groot aantal stoffen, van natuurlijke en synthetische ruwe materialen tot materiaalproducten. Materiaalproducten zijn hier opgenomen in plaats van in de sectie Objecten, omdat ze kunnen worden gebruikt bij de constructie van diverse objecten (bijvoorbeeld 'plank' voor vloeren of muren) en omdat ze niet een noodzakelijk onderdeel van een object zijn (bijvoorbeeld: 'dakspaan' is niet essentieel voor daken op dezelfde manier als overhangende dakranden of boeiboorden). Relatie met andere hiërarchieën: beschrijvingen van activiteiten die op of met materialen worden uitgevoerd zijn te vinden in de hiërarchie Procedés en technieken (bijvoorbeeld 'glasbewerking'). Beschrijvingen van objecttypen die worden gedefinieerd door het materiaal waaruit ze zijn gemaakt staan in de hiërarchie Objectgenres (bijvoorbeeld 'metaalwerk', 'textilia', terwijl de beschrijving van de materialen zelf in deze hiërarchie staan ('metaal', 'textiel'). Beschrijvingen van gereedschap dat wordt gebruikt om afbeeldingen te maken (bijvoorbeeld 'houtskoolpotloden', 'pennen') zijn opgenomen in de hiërarchie Gereedschap en Uitrusting, terwijl beschrijvingen van de materialen waarvan ze zijn gemaakt of die ze gebruiken, hier te vinden zijn ('houtskool', 'inkt').
Dubbelsterk glas waarvan één zijde is geslepen tot een matte afwerking, waardoor het heldere glas is veranderd in ondoorzichtig glas.
Te gebruiken voor hoofddeksels van wit linnen of zeildoek met opgenaaide bol en gestikte rand, gedragen door de laagste marinerangen.
Drinkgerei in de vorm van een wijde ondiepe kom met een platte voet; oorspronkelijk van hout (vooral esdoorn) en vaak met zilveren of vergulde bovenrand. Heeft vaak een centrale gegraveerde, geëmailleerde decoratie aan de binnenkant. Geen Nederlands equivalent.
Te gebruiken voor patronen die bestaan uit terugkerende, rechtlijnige, geometrische vormen, vaak hoekig en in een doorlopende rand. Gebruik 'snijwerk (patronen)' voor gelijke patronen die niet zijn begrensd door een rand, vooral ajourwerk.
Mechanieken waardoor de snaren of pijpen van een toetseninstrument geluid voortbrengen wanneer een toets wordt ingedrukt of, zoals bij harpen, die de toonhoogte van snaren veranderen wanneer een pedaal wordt ingedrukt.
Een soort Engels drinkglas voor het drinken van mede. Over de vorm van het glas bestaat onenigheid, maar het type dat van oudsher, maar waarschijnlijk onterecht wordt geassocieerd met het drinken van mede, heeft een ondiepe, bolle kelk met een licht omgebogen rand en staat op een voet met steel.
Rechte randen stroken of cilinders van gemiddelde grootte, meestal van hout, metaal, plastic of ivoor en met een schaalverdeling er op aangebracht. Werd gebruikt voor het meten en voor het geleiden van een pen, potlood of andere markerings-instrument bij het vormen van rechte lijnen op papier of ander materiaal. Ze worden gebruikt in de geometrie, het opstellen, tekenen, timmerwerk, bouw, interieur ontwerp, de ambachten en andere disciplines. Gebruik 'richtlinialen' voor zeer lange stokken of stroken hout of metaal met rechte en zuivere randen die worden gebruikt voor een verscheidenheid aan toepassingen, met inbegrip van snijden of bepalen van de vlakheid van oppervlakken.
Type sierknop met platte scherpe randen die voorkomen langs de steel of die het bekken of de voet bevestigen aan de steel van glaswerk met voet. Voor andere omsluitende ringen op glaswerk met voet of op andere vaten wordt kragen gebruikt.
Wordt gebruikt voor gestandaardiseerde symbolen, afbeeldingen of andere onderscheidingstekens op voorwerpen waaruit een aantal gegevens, zoals de afkomst of de maker van het voorwerp, de echtheid ervan, of een verandering in de officiële status, kan worden afgeleid. Gebruik `inscripties' voor merktekens aangebracht op een voorwerp voor documentatie of ter herinnering die in hoofdzaak uit een woord of woorden bestaan.
Verwijst meestal specifiek naar een periode van culturele ontwikkeling in Europa die reeds 10.000 jaar v. Chr. begon, toen de ijskap zich aan het eind van het Pleistoceen begon terug te trekken, en die voortduurde tot circa 2.700 v. Chr. De term wordt soms ook algemeen gebruikt voor een periode die wordt geassocieerd met de overgangsfase tussen de paleolithische en neolithische cultuur in alle gebieden. De periode kenmerkt zich door grote veranderingen in omgeving en cultuur, en door verscheidene lokale aanpassingen aan specifieke omgevingsomstandigheden. De periode wordt doorgaans gemarkeerd door de vervaardiging van microlithen die op stokken, pijlen, botten, geweien, houten werktuigen, en af en toe een gepolijst stenen werktuig werden geplaatst. De artistieke producten die uit deze periode bewaard zijn gebleven omvatten gravures en grotschilderingen met relatief verfijnde afbeeldingen van menselijke en dierlijke voorstellingen.
Vijlen met een lemmetvormige doorsnede, met een scherpe rand. Worden gebruikt om smalle groeven af te werken.
Deeltjes niet-geoxideerd metaal, die worden gebruikt als pigment om de optische kenmerken van verf te veranderen.
Te gebruiken bij het beschrijven van gebouwen van een groep Japanse architecten die, met name in de jaren 60 en 70 van de 20ste eeuw, grootstedelijke problemen wilde aanpakken op basis van biologische grondbeginselen van dynamische groei en verandering.
Verwijst naar de stijl van het aardewerk dat werd gevonden op de vlakte van Konya in het zuiden van Anatolië, vervaardigd tussen circa 3.300 en 2.500 v. Chr. Het aardewerk is handgemaakt en goed gebakken met scherpe profielen en afgeschuinde randen. Het kenmerkt zich door een vaalrode of vaalgele basis die vaak is versierd met geschilderde gearceerde witte, rode of oranje strepen of golvende lijnen, en later met een dekkende bruine of paarsachtige verf.
Gesteenten die worden gevormd door veranderingen in reeds bestaande gesteenten als gevolg van gewijzigde omgevingsfactoren, zoals variaties in temperatuur, druk en mechanische belasting, en de toevoeging of onttrekking van chemische bestanddelen. De reeds bestaande gesteenten kunnen stollinggesteenten, afzettingsgesteenten of andere metamorfe gesteenten zijn.
Betrekkelijk kleine interplanetaire lichamen die de aardatmosfeer met hoge snelheid binnendringen, vervolgens verbranden en de lucht eromheen verhitten, waardoor een lichtverschijnsel ontstaat dat 'meteoor' wordt genoemd. Een object dat de passage door de atmosfeer overleeft en op de grond inslaat, wordt een 'meteoriet' genoemd.
Uit hout gedestilleerde alcohol die wordt gebruikt als brandstof en oplosmiddel.
Steenverbanden, wijze waarop stenen, m.n. bakstenen, aan de buitenzijde van een muur zijn gerangschikt, om een goede hechtheid van het metselwerk te garanderen en de muur een goed aanzien te geven. VWB.
Verwijst naar de subperiode van heersende Mi-son-kunst in de noordoostelijke sector van de Mi-son-site halverwege de zevende eeuw. De stijl van deze periode kenmerkt zich door sterke Indiase invloeden en de oudste monumenten in Champa zijn in deze stijl gebouwd. Een mooi voorbeeld uit deze periode is een sanctuarium dat dateert uit de regeerperiode van koning Prakashadharma-Vikrantavarman I (ca. 657 n. Chr.). Gebeeldhouwde postamenten, geïntegreerde uitspringende deuren die uitkomen op een terras met een omheinde veranda en een smalle trap, een verhoogde basis versierd met korte pilasters, vergelijkbaar met architecturale details van Mon Dvaravati, en brede bakstenen stijlen maken er deel van uit. In de beeldhouwkunst van deze periode zijn invloeden te vinden uit de culturen van Dong-Son, Tsjen-la en India, en wordt iconografie overgenomen van hindoeïstisch shivaïstische en boeddhistische culten. Voorbeelden van beeldhouwwerk uit deze periode zijn een fronton met een afbeelding van de geboorte van Brahma waarbij Vishnu op de mythische slang Shesha ligt, dat doet denken aan pre-Ankorese lateien; een postamentenconstructie uit de tempel met gehistorieerde oppervlakken, panelen en nissen waarop het dagelijks leven van monniken in de Himalaya is afgebeeld, en een vrijstaand standbeeld van Ganesha met draperieën van tijgervel en vier armen die symbolen omhoog houden zoals een bidsnoer, een bijl en een raap.
Verwijst naar de periode en cultuur van de laatste fase van het Acheuléen, toen de werktuigen zich ontwikkelden van de vroegere ovale vormen. De periode en cultuur kenmerken zich door langwerpige handbijlen met zeer rechte en scherpe randen, en punten met een driehoekige dwarsdoorsnede.
Zij die veranderingen aanbrengen in een object of structuur teneinde verdere achteruitgang daarvan te voorkomen. Gebruik 'herstellers' voor hen die veranderingen in een object of structuur aanbrengen om de staat daarvan op een bepaald tijdstip in het verleden zo dicht mogelijk te benaderen. Gebruik meer in het algemeen 'restauratoren' voor hen die behandeling, preventieve zorg en onderzoek uitvoeren gericht op het behoud van culturele en natuurlijke erfgoederen op lange termijn.
Een verandering in één of meer verschillende socio-economische en biofysische eigenschappen van een gegeven omgeving, als gevolg van de ontwikkeling van een locatie of nieuwe overheidsbesluiten.
Verwijst naar een cultuur en een stijl die een vertakking vormde van de klassieke Mogollon-cultuur en die voorkwam tussen de Mimbres River in het Gila-gebergte in wat nu het zuidwesten van New Mexico is, en op nabijgelegen plaatsen rond de Mimbres River en de Rio Grande. De cultuur bloeide van circa 1000 tot circa 1150. Er werd gejaagd, irrigatie gebruikt voor de landbouw en gewoond in compacte pueblo-achtige dorpjes met gebouwen van steenklei en metselwerk. De cultuur is uiteindelijk waarschijnlijk opgegaan in de Pueblovolkeren uit het noorden of is naar Mexico gemigreerd. De cultuur staat bekend om specifiek aardewerk, dat werd versierd met fantasievolle zwart-wit afbeeldingen van insecten, dieren, vogels en geometrische lijnen.
Zilveren of tinnen bekers, traditioneel gebruikt voor mint julep, een populaire cocktail in het zuiden van de VS. Deze bevat munt, bourbon, suiker en water. Het is een beker zonder oor die men aan de onderkant en de bovenrand vasthoudt. Aan de buitenkant kan zich een ijslaagje vormen wanneer de beker is gevuld met het ijskoude drankje. Mint julep serveert men tegenwoordig ook vaak in andere soorten glazen.
Mechanische lampen die een zuiger met veerwerking in het reservoir hebben, waardoor olie door een uitvoerig regelingsmechanisme naar de brander wordt gevoerd. Deze lampen kunnen worden herkend aan de grote, platte pin onder de brander, waarmee de springveer wordt samengedrukt.
Verwijst naar schilderkunst, beeldhouwwerken, grafische kunst en architectuur vanaf het einde van de 19de eeuw tot aan nu, die wordt gekenmerkt door een afwijzing van traditionele kunstvormen en conventies. De moderne kunst vormt een afspiegeling van veranderende maatschappelijke, economische en intellectuele omstandigheden. De moderne kunst omvat tal van stromingen en theorieën. Het verschil met hedendaagse kunst is dat deze niet de betekenis van een niet-traditionele stijl in zich draagt, maar slechts verwijst naar de periode waarin een werk is vervaardigd. De begrippen 'modern' en 'hedendaags' zijn impliciet aan verandering onderhevig. De term 'modern' verwijst soms in meer specifieke zin naar kunst tot aan de jaren 60 of 70 van de 20ste eeuw.
Indrukken van de randen van de drukplaat bij intaglio-afdrukken.
Dekens van Indianen uit het zuidwesten van de Verenigde Staten, met het Rio Grande patroon van smalle bruine, blauwe en witte inslagstroken.
Staven met daaraan een opstaande rand of gevormd einde die door een gat in het deksel of klep van een chocoladepot worden gestoken en rondgedraaid om de drank om te roeren of te laten schuimen.
Enkelsnedige dakpan die uit twee aparte delen bestaat die in combinatie worden gebruikt: een platte, tapse nonpan met opstaande randen en een half-ronde tapse monnikpan.
Lichte, voor en achter gelijke boten die in de branding opereren, 8 m lang zijn, plaats bieden aan tien roeiers, een midzwaard, een roer en een loggerzeil hebben; zijn in 1934 ontworpen door de Unites States Coast Guard, worden soms als gig gebruikt en zijn genoemd naar Monomoy Island, in Cape Cod, in de Amerikaanse staat Massachusetts.
Dameshoeden met een brede rand, veelal gemaakt van een geraamte met daaroverheen licht materiaal om een grote bol te krijgen; vernoemd naar de broers die in 1783 de eerste ballonvaart maakten.
Activiteiten die ondernomen worden om de bescherming en het blijvende gebruik van de bebouwde omgeving te waarborgen, vanuit culturele, esthetische en historische overwegingen. Gebruik 'restauratie' voor activiteiten die specifiek worden ondernomen om een voorwerp, locatie of bouwwerk weer in historisch correcte staat terug te brengen. Gebruik 'behoud' voor algemene activiteiten die worden ondernomen om verdere verandering of verslechtering aan voorwerpen, locaties of bouwwerken te voorkomen. Gebr 'rehabiliteren' voor activiteiten bedoeld om reeds vervallen bouwwerken in goede staat terug te brengen.
Open helmen die in de 16e eeuw werden ontwikkeld uit de 'stormhoed', bestaande uit een helmkap met een brede gewelfde rand die aan de zijkanten plat of naar beneden gebogen is maar aan de voor- en achterkant in een punt omhoog buigt.
Procedé voor het maken van een afgietsel of afdruk van een kant-en-klaar of natuurlijk voorwerp, meestal een deel van het lichaam; vaak wordt gebrand gips gebruikt voor deze techniek; soms gebruikt voor het creëren van maskers en dodenmaskers.
Kaarten die zijn samengesteld uit elkaar overlappende luchtfoto's waarvan de randjes zijn afgescheurd of afgesneden om ze aan elkaar te kunnen passen en aldus een continue weergave van het aardoppervlak te kunnen vormen.
Een bepaald soort sterk gegolfde dakpan met in elkaar grijpende verbindingen aan de zijkanten en een cirkelvormige ronding aan het eind, die aan de gegolfde rand van de tegel eronder wordt bevestigd.
Wordt gebruikt voor voorwerpen met hetzelfde gewicht en soms ook ontwerp als bepaalde munten die in omloop zijn. Meestal zijn ze van koper of een ander onedel metaal, zelden van glas, en ze werden vervaardigd om de juiste metaalinhoud en het juiste gewicht te garanderen. Ze waren al bekend uit de Oudheid, maar werden vooral gebruikt van de 4e eeuw n.C. tot ongeveer 1800.
Iets door het te veranderen, vaak door een essentieel onderdeel te vernietigen, zodanig aan te tasten dat het als onvolkomen wordt beschouwd.
Randloze hoofddeksels; de pet is met een klep.
Vaartuigen aangedreven door verbrandingsmotoren die op nafta lopen.
Verwijst naar de periode die is genoemd naar het gebied van Nakhon Pathom in het Dvaravati-koninkrijk. Op het terrein van keramiek wordt deze periode gekenmerkt door hardgebakken houders van aardewerk, begrafenisurnen, votieftabletten van klei, kendi of watervaten met een bolvormige tuit en een lange hals met gevlamde rand, en olielampen, versierd in rood pigment of ingesneden, gestempelde patronen. Sommige keramiekstukken, zoals terracotta beeldjes, dienden als bouwkundige versieringen. In de beeldhouwkunst wordt deze periode gekenmerkt door Boeddha-afbeeldingen met enkele elementen in Mon-stijl, zoals brede gelaatstrekken en lange haarkrullen. De beeldhouwkunst is strikt frontaal en symmetrisch en de handen bevinden zich in de vitarka mudr-positie, waarbij de twee handen samen een verenigd gebaar maken, zoals in Dvaravati-beeldhouwkunst. Deze periode wordt ook gekenmerkt door Boeddha die is gezeten op de 'Europese' manier, met de benen naar beneden hangend en de knieën uit elkaar. Beeldhouwkunst in bas-reliëf uit deze periode wordt gekenmerkt door narratieve panelen verdeeld in twee registers en wordt gebruikt voor het versieren van stoepa-monumenten. Andere artistieke producties zijn gouden en zilveren votieftabletten die rijkdom en macht aanduiden, nek- en borstversieringen gemaakt van platte goudplaten, gouden betelsets, gouden plaquettes in reliëf, uit bladgoud gesneden afbeeldingen van Boeddha en ornamenten en beeldjes die zijn versierd met repoussé, filigreinwerk, emailleerwerk en niellowerk.
Licht ontvlambare stof, in 1943 ontwikkeld voor militaire doeleinden, bestaande uit benzine die met nafteen en palmitinezuur is ingedikt tot een gel; wordt vooral gebruikt in vlammenwerpers en brandbommen.
Zacht, wasachtig, licht, zeer kneedbaar, zilverwit, instabiel metaalhoudend element uit de alkaligroep. Natrium heeft symbool Na in het periodiek systeem, en atoomnummer 11. Natrium is het meest voorkomende alkalimetaal, en is het op vijf na meest voorkomende element op aarde. In de natuur komt natrium uitsluitend in verbindingen met andere stoffen voor. De stof heeft een sterke affiniteit voor zuurstof en andere niet-metaalhoudende elementen. Natrium is sterk reactief, verbrandt met een gele vlam, oxideert bij blootstelling aan lucht en reageert heftig met water. Natrium is het belangrijkste kation (positief ion) van extracellulaire lichaamsvloeistoffen. Natrium is een essentiële voedingsstof voor dieren; het draagt bij tot de instandhouding van het bloedvolume, reguleert de waterbalans in cellen en zorgt ervoor dat zenuwen blijven functioneren.
Wordt gebruikt voor land- en watergebieden waar menselijke invloed, als die al aanwezig is, niet van ecologisch belang is op het gebied als geheel. Gebruik deze term in tegenstelling tot 'cultuurlandschappen': gebieden die substantieel gewijzigd of veranderd zijn door de activiteiten van mensen.
In algemene zin, zijn oorsprong hebben binnen de normale samenstelling en werking van zaken zoals die in de natuur worden aangetroffen, en die nauwelijks of geen enkele menselijke bewerking hebben ondergaan. Verwijst in specifieke zin naar blaasinstrumenten zonder kleppen, toetsen of andere mechanische voorzieningen voor het veranderen van de toonhoogte welke door het instrument wordt voortgebracht.
Verwijst naar de stijl van artistieke voortbrengselen in de Nederlandse koloniën met een combinatie van Nederlandse en inheemse kenmerken. In de architectuur verwijst de term in het bijzonder naar bouwwerken in Zuid-Afrika en delen van Noord-Amerika, gekenmerkt door gebroken mansardedaken, overhangende dakranden, trapgevels en gemetselde baksteen. De term wordt ook gebruikt om meubilair te beschrijven dat is vervaardigd in Oost-Indië tussen 1602 en 1942, en dat wordt gekenmerkt door gedraaide poten of bedstijlen, rietwerk en het gebruik van inheemse houtsoorten zoals satijn-, teak-, ebben- en kalamanderhout.
Verwijst naar een schilderstijl en kunsttheorie die wordt geassocieerd met een groep Franse kunstenaars die tussen 1886 en 1906 werkzaam waren. De term werd voor het eerst vermeld door Félix Fénéon, in een recensie van de achtste en tevens laatste impressionistische tentoonstelling van 1886. Door het gezamenlijk exposeren van hun werk binnen één ruimte benadrukten Camille Pissarro, Lucien Pissarro, Paul Signac en Georges Seurat dat ze dezelfde visie onderschreven. Andere kunstenaars die in deze stijl werkten, waren Charles Angrand, Louis Hayet, Henri Edmond Cross, Léo Gausson, Hippolyte Petitjean, Albert Dubois en Maximilien Luce. Seurat wordt als de belangrijkste exponent van deze stroming beschouwd. Het neo-impressionisme ontwikkelde zich uit het impressionisme, maar zette zich er ook tegen af. Evenals bij het impressionisme stonden licht en kleur centraal. Het impressionisme was echter spontaan en empirisch van aard, terwijl het neo-impressionisme zich nadrukkelijk baseerde op wetenschappelijke grondbeginselen, hetgeen resulteerde in composities met een meer formalistisch karakter. De hiermee geassocieerde techniek wordt pointillisme genoemd, terwijl de bijbehorende theorie als divisionisme wordt aangeduid. De twee termen worden echter vaak door elkaar gebruikt en kunnen beide verwijzen naar zowel de stijl als de stroming zelf. Het neo-impressionisme heeft slechts betrekkelijk kort bestaan, maar had wel een grote invloed op andere kunstenaars en stromingen aan het eind van de 19de eeuw en het begin van de 20ste eeuw.
Onderklasse van vogels met een goed ontwikkeld borstbeen, een relatief korte staart en voorste ledematen die in vleugels zijn veranderd. De tanden zijn vervangen door hoornen rhamphotheca.
Halsamforen met een wijd uitlopende, conische hals, een hoge romp en twee platte, riemvormige handvatten die vanaf de schouders naar buiten steken en in de rand overgaan. Ze zijn vooral bekend in de zwartfigurige stijl. De vorm is oorspronkelijk Etruskisch en door de pottenbakker Nikosthenes aangepast. Aangenomen wordt dat Nikostheense amforen speciaal voor de Etruskische markt werden geproduceerd.
Verwijst naar een mengsel van genitreerde cellulose, een uiterst brandbare verbinding die het hoofdbestanddeel vormt van modern buskruit. Het is gedurende 80 jaar gebruikt om celanimaties te vervaardigen tot de introductie van acetaat als medium in de jaren 50 van de 20ste eeuw. Nitrocellulose is een luchtige witte substantie waarin de vezelachtige structuur van onbehandelde cellulose enigszins behouden is gebleven. Het blijft niet stabiel bij hitte en vat gemakkelijk vlam.
Te gebruiken voor werkschepen die voor en achter gelijk zijn en een lengte van ongeveer 5 tot 6,5 m hebben. Oorspronkelijk hadden ze een kiel met een gat aan beide uiteinden ervan en twee masten, meestal met kleine sprietzeilen; later zijn ze voorzien van excentrisch geplaatste middenzwaarden. Ze zijn ontworpen om door de branding te water gelaten en op het strand gezet te worden en laat in de 19e eeuw ontwikkeld om op kreeft en mosselen te vissen in het gebied rond Martha's Vineyard, in de Amerikaanse staat Massachusetts en aan de kust van Rhode Island.
Verwijst naar een type glas dat tijdens de neogotische periode van de 19de eeuw werd uitgevonden, en dat wordt gekenmerkt door een ongelijke dikte: dikker in het midden en dunner aan de randen. Dit type glas wordt gemaakt door het gesmolten mengsel in een rechthoekige mal te blazen, of door een bel glas in een vierkante vorm te blazen en vervolgens de zijden van het vierkant af te knippen, waardoor rechthoekige vormen van glas ontstaan. Het glas kan helder of gekleurd zijn.
Boren met een uitstekende rand of gekarteld blad, waarmee houtkrullen in de lepel of het holle gedeelte van de boor kunnen worden verzameld.
Uitgestorven orde van fossiele zeereptielen die voornamelijk voorkwamen in Europa en die erg leken op de latere plesiosauriërs, maar als een aparte orde zijn geclassificeerd. De dieren leefden in het Trias. Kenmerkend waren het gesloten gehemelte, de lange, platte schedel met grote openingen, het grote aantal puntige tanden langs de randen van de kaken, het slanke lichaam, de lange nek en staart en de lange ledematen. De openingen voor de luchtwegen waren gescheiden van die van het voedselkanaal. Hoewel het dier in het water leefde, waren de ledematen minder gespecialiseerd voor zwemmen dan bij meer ontwikkelde Sauropterygia.
Een pot, meestal versierd met de afbeelding van een heilige, die zuiver plantaardige olie bevat om te laten branden gedurende een noveen - een reeks van negen dagen en nachten -, waarop men tot God bidt ter verkrijging van een gunst of ter voorbereiding van een feestdag.
Wordt gebruikt in verband met procédés waarbij veranderingen optreden in atoomkernen.
De verhouding van de hoeveelheid vermogen die door een verbrandingsmotor in één cyclus wordt geleverd tot de hoeveelheid energie die nodig is om de motor gedurende één cyclus te laten werken.
Waterlelie die voorkomt in Oost-Afrika en Zuidoost-Azië met plompenbladeren die op het water drijven en witte bloesems die boven het water uitsteken. De oude Egyptenaren kweekten deze soort in vijvers. De planten waren een symbool van macht en kracht. Men gebruikte ze in rouwkransen, offerandes en versieringen voor vrouwen. Tegenwoordig is het een populaire aquariumplant.
Cameralenzen die bestaan uit verscheidene onderdelen die in diverse combinaties kunnen worden gebruikt om verschillende brandpuntsafstanden te verkrijgen.
Een zuurresistent zwart of donkergekleurd vulkanisch glas, met een opvallende glans en een gewelfd, glimmend oppervlak wanneer het wordt gespleten. Het wordt gebruikt voor het maken van sieraden, pijlpunten en kunstvoorwerpen en is genoemd naar Obsius, die het ontdekt zou hebben. Obsidiaan verandert in puimsteen wanneer het wordt gesmolten.
Bolvormige fluiten met een aanblaasrand, acht vingergaten en twee duimgaten; van klei, porselein, hout of kunststof.
De belangrijkste watergebieden van de aarde, gelegen in bekkens. Gebruik 'zeeën' voor ondiepe zoutwatergebieden aan de randen van continenten.
Keltisch schrift dat werd gebruikt voor inscripties in de Ierse en Pictische taal, stammend uit de 4de eeuw en aangetroffen in Brittannië en Ierland. Het alfabet bestond uit twintig lettertekens, voorgesteld door inkepingen en rechte of diagonale lijnen, variërend in aantal van een tot vijf. Ze werden getekend of gesneden links of rechts van of dwars door de verticale lijnen of randen van verticale stenen monumenten. Behalve op stenen monumenten zouden ze ook zijn gebruikt op schilden en houten stokken en komen ze voor in ten minste één 14de eeuws manuscript.
Een ietwat stroperige, neutrale en brandbare vette substantie, meestal vloeibaar of gemakkelijk smeltbaar bij verwarming. Het is onoplosbaar in water en laat een vettige vlek achter op papier of textiel.
Wordt gebruikt voor een apparaat dat warmte produceert door middel van de verbranding van olie.
Lichtbron waarbij licht wordt verkregen door er olie in te verbranden.
Lampen die op olijfolie branden.
Het af- of bijwerken van randen of zomen met buisvormige stroken textiel of leer.
Het gebruik van een, twee of drie draden voor het vastzetten van een ruwe rand van stof, of het maken van een decoratieve rand, afwerking of zoom.
Achterstevens waarbij de onderrand van het hekwerk zich boven de waterlijn bevindt.
Het vermogen terug te kunnen worden veranderd naar een vorige staat of toestand; de eigenschap niet onherroepelijk permanent te zijn.
Een term uit de oude Griekse architectuur voor de platte dakpan of Hollandse pan met een decoratieve neus, gebruikt voor de overhangende dakranden (met antefixen) als vervanger van de neuslijsten (terracotta of marmeren dakgoot van een gebouw). In de tegenwoordige bouwkunst is de onderpan een dakpan die doorgaans korter of eenvoudiger is dan andere dakpannen, en wordt gebruikt in de eerste rij pannen langs de dakranden van een gebouw.
Grote, ondiepe schalen, meestal ovaal met een opstaande rand en een dieper deel, gebruikt voor het serveren van voedsel.
Het proces waarbij de randen katernen worden verguld voordat ze in een boekblok worden genaaid, wat de vergulde randen een enigszins ongelijkmatig uiterlijk geeft. Te onderscheiden van #'gilt on the rough'; dit is het proces waarbij ongesneden of schepranden worden verguld.
De eigenschap of toestand van het missen van stabiliteit, van het neigen naar veranderlijkheid of van gemakkelijk uiteenvallen of chemisch veranderen.
Middelmatig grote tafels zonder de verhoogde rand van een theetafel en kleiner dan een eettafel. Ze hebben een opklapbaar tafelblad, soms met één of twee kleine laatjes in het onderstel.
Gebieden in een natuurlandschap beschikbaar maken voor menselijk gebruik door de natuurlijke omstandigheden te veranderen.
Het verwijderen, op chemische of mechanische wijze, van epidermale structuren, zoals haar van een gevilde huid of vel; dient ook om het vezelnetwerk van de huid losser te maken en te spreiden en om de zweleigenschappen van huid of vel te veranderen.
De laagste temperatuur waarbij dampen van een vluchtige vloeistof ogenblikkelijk zullen ontbranden wanneer er een vlammetje bij wordt gehouden.
Het veranderen van menselijke activiteiten, gebruiken of nederzettingen door de tijd heen, meestal in de zin van verbetering of uitbreiding.
De eigenschap voor een lange, onbepaalde tijd te bestaan of te werken, zonder noemenswaardige verandering. Vooral te gebruiken met betrekking tot situaties en tot niet-mechanische eigenschappen van voorwerpen of materialen, zoals de bestendigheid van kleur tegen verschieten of de bestendigheid van papier tegen achteruitgang door zuren; gebruik 'duurzaamheid' met betrekking tot langdurige bestendigheid tegen mechanische slijtage.
Kleine ovale kopjes waarvan de rand zo is gevormd dat die past op de omtrek van het oog. Wordt gebruikt voor oogbadjes of voor het toedienen van vloeibare medicijnen.
Kleine gaatjes, meestal rond en afgewerkt aan de randen, in bijvoorbeeld stof of leer om er een veter of koord door te kunnen steken, of in borduurwerk waar het een versierende functie heeft.
Verwijst naar de hoog-paleolithische Gravettiencultuur waarvan gereedschappen zijn aangetroffen in Rusland. Deze onderscheidt zich van de overige Gravettiencultuur door een voorkeur voor de jacht op mammoeten, waarvan het vet als brandstof en het gebeente als bouwmateriaal werd gebruikt.
Trapbomen met aan de bovenrand inkepingen of ander snijwerk in de vorm van de treden, zodat de aantreden en de optreden ondersteund worden door de tredevormige rand en deze overlappen.
Beschrijft boeken waarvan de randen handmatig zijn gesneden met een mes om de buitenvouwen na afloop van het bindproces te verwijderen, doorgaans door de boekverkoper of -inkoper.
Te gebruiken voor het boekbindproces waarbij touwen strak rond een boek worden gewikkeld dat tussen speciaal daarvoor gemaakte platen wordt gehouden en de waarbij de touwen die over de rug aan beide zijden van de opgetilde banden lopen, over de platten en onder de voorrand van het boek, zodat de bekleding stevig aan de platten vasthecht. Ook te gebruiken voor het proces waarbij touwen van de kop tot de staart op de rug van een boek worden gewikkeld om de kapjes vast te klemmen.
Te gebruiken voor het proces waarbij de randen van een stapel papier of katerns, bijvoorbeeld een boekblok gelijk en haaks worden gemaakt door op de kop en de rug te kloppen of door het op een tafel of harde ondergrond te laten neerkomen.
De kleine verandering in de vorm van een architectonisch onderdeel om een ogenschijnlijke uitstulping of verzakking te corrigeren.
Instrumenten waarin met behulp van een foto-elektrische cel een tekst wordt gescand en omgezet in elektrische signalen die vervolgens worden weergegeven als geluid. Het apparaat wordt tegenwoordig voornamelijk gebruikt om blinden in staat te stellen te lezen, maar het had in de jaren 20 van de 20ste eeuw zijn oorsprong in de uitvindingen van de Oostenrijkse kunstenaar en dadaïst Raoul Hausmann, die zich bezighield met het verenigen van de zintuigen en het veranderen van licht in geluid. De optofoon werd in 1935 geoctrooieerd als rekenmachine.
Verwijst naar pigment dat afkomstig is uit plantaardige of dierlijke bronnen, in plaats van uit de aarde of minerale bronnen. Bronnen van organische pigmenten zijn bijvoorbeeld koeienurine, plantenbladeren en verbrande botten.
Verwijst naar de tak van het judaïsme die zich het meest strikt houdt aan de traditionele overtuigingen en gebruiken, gekenmerkt door het geloof in de onveranderlijkheid en het hoogste gezag van de geschreven wet en de mondelinge wet als de fundamentele basis van religieuze gehoorzaamheid. Dit uit zich in verzet tegen modernisering, strikte naleving van dagelijkse godsdienstoefening en de spijswetten, regelmatige bestudering van de Thora, de naleving van de sabbat en de scheiding van mannen en vrouwen in synagogen. Deze tak van het judaïsme bestrijdt vaak het bestaansrecht van andere joodse groeperingen vanwege overtuigingen die niet in overeenstemming zijn met de orthodoxe joodse regels, zoals niet-orthodoxe huwelijken en scheiding.
Verwijst naar een techniek voor het tweedimensionaal voorstellen van driedimensionale voorwerpen door gebruik van parallelle projectielijnen die loodrecht op het projectievlak of het beeldoppervlak staan. De belangrijkste oppervlakken lopen parallel aan het beeldvlak. Er is geen sprake van verkorting, veranderingen van schaal of proportie of andere vervormingen die worden veroorzaakt door het gebruik van lineair perspectief. Het wordt vaak gebruikt voor technische en architectonische tekeningen, zoals plattegronden, doorsneden en aanzichten. Het wordt ook gebruikt voor het creëren van azimutale projecties van de aarde of een ander hemellichaam, zoals dat vanuit de ruimte wordt gezien.
Meetinstrumenten voor het vaststellen en grafisch vastleggen of aangeven van de golfvormen van veranderende hoeveelheden elektrische energie.
Een craquelé-patroon in schilderijen dat dikwijls ook in de grondverf trekt, en ontstaat nadat alle lagen zijn opgedroogd als gevolg van nauwelijks merkbare bewegingen in de ondergrond, door bijvoorbeeld temperatuurveranderingen of vocht.
Verwijst naar de heropleving van de Byzantijnse stijl in Byzantium en Oost-Europa onder de Paleologische Dynastie (1261-1453). De stijl wijkt af van eerdere stijlen doordat formaliteit plaatsmaakt voor meer vrijheid, en valt op door een voorkeur voor wandschilderingen boven mozaïeken, complexere composities die vaak hele wanden bedekken, en een verandering in de iconografie ten gunste van thema’s uit de apocriefe gospels.
Een algemene benaming voor ruimten die worden gebruikt voor bakken, verhitten of drogen. Gebruik 'industriële ovens' voor ovens die worden gebruikt voor het verharden, bakken of verbranden van diverse materialen.
Rituele ceremonies, gehouden ter vergemakkelijking of markering van de verandering in status van een persoon bij verschillende belangrijke sociale en persoonlijke gebeurtenissen, zoals het begin van de puberteit.
Te gebruiken voor de steekmethode bij het boekbinden waarbij losse bladen of katernen , waarbij de draad door de vellen dicht bij en over de bindranden wordt gevoerd, terwijl tegelijkertijd de steken van een bepaalde katern door de steken van de vorige omhoog worden geleid.
Te gebruiken voor de steekmethode bij het boekbinden waarbij de draad door vellen met losse bladen of katernen met beschadigde vellen dicht bij en over de bindranden passeert, waardoor katernen ontstaan die daarna volgens de heeluitmethode worden genaaid.
In boekontwerpen: rechte hoeken op de hoeken van titelpagina's en boekomslagen die worden gevormd door het kruisen van één of meer randlijnen.
Boom die hard en fijn gestructureerd hout produceert en voorkomt op zanderige gebieden in het midden en zuiden van de Verenigde Staten. De soort is taai en rotbestendig. Van de bomen maakt men palen voor omheiningen. Het hout wordt ook gebruikt voor grove constructies en als brandstof voor barbecues.
Stokwapens met een lange, convexe of platte s-vormige kling met één snijrand, aan de bovenkant verdeeld in een verticale punt en een naar voren gebogen haak, met een horizontale weerhaak in het midden van de achterkant; gebruikt in Europa, onder andere veel door voetsoldaten, vanaf tenminste halverwege de 13e eeuw tot de 17e eeuw.
Dameshoeden met kleine koepelvormige bol en naar beneden geslagen rand die vaak uit één stuk zijn gemaakt. In de 19e en begin 20e eeuw gemaakt van stro, sinds de jaren dertig van vilt.
Verwijst naar een aardwerkstijl die waarschijnlijk werd ontwikkeld bij Paestum, in de buurt van Salerno in Italië. De stijl kenmerkt zich door een opvallende eenheid in schilderstijl, onderwerpkeuze en versiering. Er werden vazen in verschillende vormen gemaakt, waarvan vooral de bell krater en de lebes gamikos, met een ingewikkelde deksel dat uit meerdere delen bestond, moeten worden opgemerkt. De taferelen geven vaak het dagelijks leven van vrouwen weer of hebben Dionysische onderwerpen. Er werden uiteenlopende motieven gebruikt, waaronder verschillende bloemen, draperieën met een rand van punten en strepen, ongebruikelijke afbeeldingen van rijen toeschouwers, en palmetten die onder het handvat werden aangebracht als kader voor de taferelen met figuren.
Algemene term voor donker sierhout van diverse bomen uit het tropische deel van Amerika, voornamelijk van het genus Jacaranda, de soorten Dalbergia nigra (Braziliaans palissanderhout) of het genus Peltogyne.
Afzonderlijke delen, segmenten of verdelingen van een oppervlak, vooral wanneer ze dieper liggen dan of uitsteken boven het algemene niveau, of omgeven zijn door een lijst of rand. Algemeen op muren, plafonds en deuren en ook op meubelstukken.
Banden versierd met enkele, dubbele of driedubbele lijnen, meestal aangebracht met een filet, die een rechthoek vormen die vaak langs de randen van de band loopt en soms op de rug.
Lampen die bestaan uit eenvoudige, open, ondiepe bekkens waarin brandstof wordt gedaan. De pit rust in de brandstof op de bodem van het bekken. Soms zijn ze uitgerust met hangers waarmee ze aan een plafond, wand of lamphouder kunnen worden gehangen.
Camera's met een speciale, horizontaal scannende lens, die ronddraait om het achterste brandpunt. De afbeelding komt op een gebogen plaat of film te staan en kan een zeer breed gezichtsveld beslaan.
Soort snel groeiende, kortlevende sier-, schaduw- of productieboom, inheems in het noorden en midden van Noord-Amerika. De soort is meestal zo'n 18 meter hoog, heeft een bruine schors die na verloop van tijd wit wordt en produceert flinterdunne lagen met smalle horizontale poriën of lenticellen. Op de koperkleurige binnenste schors zijn de poriën fel oranje. De korte hangende takken en de talloze buigzame takjes geven de boom in de winter een kantachtige aanblik. Het bijna witte hout met de dichte nerfstructuur wordt gebruikt voor houtgedraaide artikelen, vloeren, meubels, houtwaren, pulp en brandstof. Native Americans gebruikten de dunne waterdichte schors voor dakbedekking, kano's en schrijfmateriaal (vandaar de naam 'papierberk'). Het is een van de eerste soorten die weer groeien na brand. Het sap wordt gekookt voor de productie van berkensiroop. De boom komt voor in verschillende variëteiten.
Ondiepe schalen in verschillende grootten, met een vlakke bodem, die één horizontaal handvat op gelijke hoogte met de rand hebben. Soms vervaardigd in paren of sets.
Verwijst naar de voornaamste feestdag van de christelijke kerk, waarop de opstanding van Jezus Christus wordt gevierd. In westerse kerken gebeurt dat tussen 22 maart en 25 april, afhankelijk van de datum van de eerste volle maan na het begin van de lente. Orthodoxe kerken gebruiken de juliaanse datum voor het begin van de lente en vieren Pasen daarom meestal op een andere, latere datum. Sommige paastradities (zoals paaseieren en de paashaas) hebben een heidense oorsprong. Pasen is voortgekomen uit het primitieve 2de- en 3de-eeuwse christelijke feest dat de Pasch werd genoemd; het was de christelijke tegenhanger van het joodse Pascha, waarbij zowel de dood als de opstanding van Christus werd gevierd. De paaswake is in liturgische kerken de belangrijkste plechtigheid, die wordt gehouden op de avond voor Pasen; de paaskaars werd geïntroduceerd omstreeks de 4de eeuw. Hoewel Pasen op één bepaalde zondag wordt gevierd, wordt het belang van het paasfeest onderstreept door het lange voorbereidende vasten, door de plechtige diensten van de Goede Week en door de vijftig dagen van Pasen tot Pinksteren, een periode die de paastijd wordt genoemd. Het belang van Pasen blijkt uit het feit dat het hele liturgische jaar rond Pasen is ingericht, net als de kerkelijke kalender van veranderlijke feestdagen. In paasceremonies komen vaak verwijzingen naar de doop voor, die de vroegere gewoonte weerspiegelen om neofieten te dopen tijdens de wake.
Omsluitende ringen op containers en andere voorwerpen. Voor platte, scherp gerande kragen of sierknoppen op glasservies met steel wordt 'mereses' gebruikt
Doorgaans een standaard gefabriceerde sierrand die als omlijsting van allerlei soorten afbeeldingen kan fungeren. In specifieke zin is het een lijst van papier, karton of ander materiaal met een in het midden uitgespaarde opening, bedoeld als praktisch hulpmiddel bij het tentoonstellen van gedrukt materiaal.
Techniek voor het veranderen van elke eenvoudige configuratie, elke versiering van een oppervlak, of elk bouwsel met een terugkerend motief; wordt met name gebruikt in verband met textiel.
Harpen met een pedaalmechanisme om de toonhoogte te veranderen.
Kleine olielampjes die bestaan uit een houder en een brander, met een kort, rond stompje aan de onderkant dat in een houder van een kandelaar, muurkandelaar of kroonluchter past. Ze zijn meestal van metaal of glas.
Ijzeren of aardewerken vaten waarin olie, pek of een andere brandbare substantie wordt aangestoken om licht te geven.
Het fysieke bewijs van de verandering van de ideeën van een kunstenaar, die duidelijk worden wanneer delen van een overgeschilderd schilderij zichtbaar worden.
Verschillende voorwerpen of combinaties van voorwerpen en materiaal, altijd in een huls of in een buis, die worden gebruikt om de voornaamste lading van een ontploffend middel of vuurwapen tot ontbranding te brengen.
Woongebieden die aan de randen van steden liggen, of buitenwijken die de grens vormen tussen de stedelijke bebouwing en het platteland.
Lampen die zijn ontworpen om op petroleum te branden.
Ronde of halfronde houders, meestal met traanoliebranders, op een afgeknotte kegelvormige basis met een handvat aan één kant. Aan de binnenkant van de basis zit een taps toelopende pin om in een kaarshouder te voegen.
Omvat activiteiten en ervaringen die zijn bedoeld om veranderingen te bewerkstelligen op het gebied van de ontwikkeling van kinderen vanaf de geboorte tot aan de eerste jaren van het basisonderwijs.
Een typische vorm van phialae met in het midden een holle knop – een omphalos – die omhoog steekt in de kom. Het vat werd vastgehouden met de middelvinger in de onderkant van de omphalos en de duim om de rand geklemd.
Petroleum-vloerlampen die bestaan uit een drie- of vierpotige standaard onder een verticale stang die op verschillende hoogtes kan worden ingesteld. Bovenop de stang zit een komvormige nephouder met daarin de oliepot met de brander, het rookkanaal en de kap.
Garneersel van stof of leer dat vanaf halverwege de 16e tot vroeg in de 17e eeuw zowel op burgerkleding als op wapenrusting werd gedragen. Op wapenrusting werd het gedragen aan de randen van de metalen platen, waar de losse onderdelen over elkaar heen schoven, om het geluid en wrijving te verminderen.
Verwijst naar smalle lusjes van gevlochten draad, groter dan een averechtse steek, die meestal in een reeks worden aangebracht om te fungeren als sierrand op kant, lint of passement. Bij het borduren kan de term ook verwijzen naar een verhoogde knoop die op dezelfde wijze wordt gemaakt om een blad, bloemblad, korenaar of een dergelijke vorm voor te stellen.
Dameshoeden van diverse materialen met een brede rand die het gezicht omlijsten; ontleend aan afbeeldingen van dergelijke hoeden op portretten van Gainsborough en Reynolds. Geen Nederlands equivalent.
Projectielen die meestal bestaan uit een rechte, dunne schacht met vooraan een scherpe punt of een scherpgerande of puntige kop van metaal of steen, die worden afgeschoten met een boog. Meer ontwikkelde versies hebben ook veren aan het uiteinde om hun vlucht te stabiliseren.
Rookgerei voor het genieten van tabak en andere roesmiddelen; bestaat meestal uit een steel met mondstuk en een kopje waarin het te roken product wordt verbrand.
Rechthoekige kleden die zijn bedoeld om een zuil of paal in Lamaistische tempels te omcirkelen. Zij hebben geen zijranden en hun ontwerp is niet compleet tenzij de uiteinden van de kleden elkaar raken.
Lage, ronde, randloze hoeden.
Animatietechniek, medio jaren 30 uitgevonden door Alexandr Alexejev en Claire Parker, waarbij gebruik wordt gemaakt van een verticaal metalen oppervlak dat is geperforeerd door miljoenen gaatjes met koploze pennetjes; bij het indrukken van de pennetjes ontstaan schaduwen en door de stand van de pennetjes te veranderen en het resultaat beeld voor beeld op te nemen, wordt een animatie-effect bereikt wanneer de film op normale snelheid wordt afgedraaid.
Te gebruiken voor deels afgeschermde openbare urinoirs, die op gemakkelijk te bereiken locaties zijn geplaatst, meestal bij de trottoirrand. Te vinden in bepaalde Europese landen.
Cirkelvormige of geplette eivormige hulzen die zich uitstrekken door de bodemplaat van een lamp en die de pit bevatten. Verbranding van brandstof en pit vindt plaats bovenaan de huls.
Belichtingstechniek waarbij licht wordt verspreid over een relatief klein gebied of een beperkte ruimte, zonder de verlichting van de omgeving ervan wezenlijk te veranderen.
Wordt gebruikt voor paden gemaakt van latten of planken, meestal geplaatst langs de kust, met name langs stranden.
verwijst naar een stijl van Minoïsch aardewerk die zich rond 1550 v. Chr. ontwikkelde. De stijl kenmerkt zich door afwijkende geschilderde versieringen, waarbij de vazen vaak in zones zijn verdeeld. De motieven werden ontleend aan de kaders van fresco’s en aan ijzerbewerking, zoals dubbelkoppige bijlen, spiralen met brede randen die door raaklijnen met elkaar werden verbonden, en geometrische patronen. In latere voorbeelden worden de motieven strikt afgewisseld aangebracht rond de lege velden op de vaas.
Type carbonzwart dat ontstaat door verbranding van plantaardig materiaal.
Verwijst naar de filosofie van Plato of naar elke filosofie die is geïnspireerd door Plato, met name het idee van Plato dat de fenomenen die met de zintuigen worden waargenomen, een niet-perfecte en vergankelijke weerspiegeling zijn van de ideale vormen van een onveranderlijke en eeuwige werkelijkheid. Deze absolute werkelijkheid (of werkelijkheden) geeft waarde en betekenis aan ieders bestaan, en met name aan het menselijk leven.
Randloze hoofddeksels met stijve klep die loodrecht op het voorhoofd worden gedragen. De bol van de pet is breder dan het hoofd en de vormgeving wordt door stijf ondersteuningsmateriaal aan de binnenkant bekomen. Meestal in de kleuren gemaakt conform het dienstuniform.
Polijstborstels met platte, harde, gladde, afgeronde randen, meestal met platte zijkanten.
Vaten met een naar binnen gekeerde rand, hoge voet en deksel, gebruikt om parfum in te doen voor zowel persoonlijk gebruik als godsdienstige riten.
Boekbindgereedschap bestaande uit twee evenwijdige houten blokken die zijn verbonden door twee geleidestangen en één stang met schroefdraad. Aan de onderste rand van een van de blokken is een snijblad bevestigd, dat wordt gebruikt om met de hand de niet opengesneden randen van de pagina’s af te snijden of de al opengesneden randen van boeken bij te snijden terwijl ze in een liggende pers op hun plaats worden gehouden.
IJzeren onderdeel van een ploeg met een scherpe en vooraan puntige rand, dat bevestigd zit aan de kouter en de grond lossnijdt tijdens het ploegen.
Stollingsgesteente dat in tegenstelling tot vulkanisch gesteente op grote diepte is gevormd door kristallisatie van magma en/of door chemische verandering. Het heeft doorgaans een granietachtige textuur met een gemiddelde tot groffe korrel.
Schildertechniek waarbij tinten en kleurschakeringen ontstaan door het regelmatig aanbrengen van kleine stippen ongemengd pigment op het canvas, zodat ze voor het oog in elkaar overvloeien. De term ‘pointillisme’ verwijst alleen naar de techniek, terwijl ‘neo-impressionisme’ verwijst naar zowel de door Georges Seurat ontwikkelde stijl als de daaruit voortkomende beweging die tussen 1886 en 1906 zijn bloeiperiode had. Seurat zelf gaf de voorkeur aan de term 'chromo-luminarism', waaruit blijkt dat hij zowel licht- als kleureffecten wilde intensiveren. De Franse criticus Félix Fénéon bedacht de term 'peinture au point' in 1886 na het zien van Seurat's 'La Grande Jatte'. Paul Signac stelde de alternatieve term 'divisionisme' voor in zijn boek 'D'Eugène Delacroix au Néo-Impressionnisme' (1899).
Fighting bracelets bestaande uit een enkele schijfvormig kling met een gat en een inkeping om hem om de vuist te kunnen schuiven, met dunne schedes die zowel de binnenste als de scherpgemaakte buitenste randen bedekken; soms ook gebruikt als versiering of statusaanduiding.
Type metselwerk uit de Oudheid en toegepast werd in het Mediterraan gebied. Bestond uit grote blokken steen met een glad oppervlakte die in niet-rechte hoeken ineens gepast werden, zonder het gebruik van mortel. Het gewicht van de stenen moest de stabiliteit van de constructie garanderen.
Olielampen die een pompmechanisme met veerwerking hebben, zodat de olie vanuit het reservoir in de basis door een buis naar de brander bovenin wordt geperst, als de buis naar beneden wordt geduwd. Ze zijn meestal van tin en van Franse makelij.
Tafels met een oppervlak van met stof beklede leistenen platen, met zes zakken en een stootrand rondom. Te onderscheiden van 'biljarttafels' die geen zakken hebben.
Een uiteenlopende verzameling dans-, literatuur-, muziek- en theatervormen of andere kunstvormen, bedoeld voor en toegesneden op een groot publiek. Belangrijk voor het concept is het gebruik van hedendaagse technologieën voor de reproductie en televisieprogramma's, gedrukte media, fotografie, digitale compact discs, films, radio en commerciële marketing voor de distributie. Het concept weerspiegelt ook veranderingen in stijl of rages, nostalgische of kritische oplevingen van eerdere perioden, populaire instellingen, de aanpassing van andere vormen van elitaire kunst en volkskunst en de popularisering van buitenlandse cultuurvormen.
In het algemeen een ondoorzichtig, glasachtig deklaagje dat op hoge temperatuur wordt ingebrand en wordt toegepast op metaal.
Wordt gebruikt voor theetafels met een opgehoogde rand of strook zodat het porselein wordt beschermd tegen beschadiging.
Houders met deksel, in de vorm van een pot of vaas, die zich kenmerken door doorboorde versieringen op de schouder en/of het deksel. Ze werden voornamelijk gebruikt voor vloeibare of gedroogde potpourri, een mengsel van bloembladeren, kruiden, vruchtensap of andere aromatische stoffen. Gebruik ‘cassolettes’ voor soortgelijke houders, in vorm vaak op een vaas gelijkend, waarin aromatische tabletten kunnen worden verbrand of vloeibare parfums kunnen worden verdampt.
Bolronde hoed voor geestelijken met brede platte rand en een koord rondom de bol die eindigt in een aantal kwasten en kleuren overeenkomstig de rang van de drager.
Met name te gebruiken voor die geestelijken die offerande brengende, rituele, bemiddelende, verklarende of geestelijke functies vervullen.
Wordt gebruikt voor handelingen of procedures die uitgevoerd worden teneinde een resultaat te bereiken, en voor werkingen of veranderingen die plaats vinden in materialen of objecten. Gebruik 'technieken' wanneer de nadruk ligt op de manier waarop de handelingen of procedures zijn uitgevoerd of welke methode daarbij is gebruikt.
De hiërarchie Procedés en Technieken bevat descriptoren voor handelingen en methoden die fysiek worden uitgevoerd op of met materialen en voorwerpen, en voor procedés die plaatsvinden in materialen en voorwerpen. Hiertoe behoren typen procedés en technieken die betrekking hebben op de productie en behandeling van voorwerpen of afbeeldingen (bijv. assembleren) of van substanties (bijv. mengen) of die relevant zijn voor de bewerking en verwerking van specifieke materialen (bijv. solderen). Hiertoe behoren tevens descriptoren voor procedés die plaatsvinden in substanties, artefacten of overige voorwerpen, soms opzettelijk in gang gezet en soms spontaan gebeurend (bijv. branden). Relatie tot Overige hiërarchieën: descriptoren voor organisatorische, administratieve of intellectuele activiteiten die worden uitgevoerd voor het realiseren van specifieke doelstellingen (bijv. analyse), inclusief descriptoren die betrekking hebben op het verzamelen van voorwerpen en verschillende andere professionele activiteiten (bijv. het beheer van verzamelingen) zijn te vinden in de hiërarchie Functies. Descriptoren die studierichtingen aanduiden (bijv. antropologie) zijn te vinden in de hiërarchie Vakgebieden, terwijl de procedés en technieken die verbonden zijn met deze velden hier te vinden zijn. Descriptoren voor fysieke en mentale handelingen die niet worden uitgevoerd om materialen te bewerken of voorwerpen te fabriceren (bijv. rennen, meditatie) zijn ondergebracht in de hiërarchie Lichamelijke en Geestelijke Activiteiten. Bepaalde descriptoren die verwijzen naar degeneratieve krachten op materialen of structuren (bijv. spanning) zijn te vinden in de hiërarchie Abstracte Begrippen. Descriptoren voor bepaalde effecten die worden veroorzaakt door procedés die plaatsvinden in materialen en voorwerpen (bijv. scheuren) zijn te vinden in de hiërarchie Toestanden en Invloeden.
Verwijst naar kunst waarbij het creatieve proces zelf tot onderwerp wordt gepromoveerd. Als eerste in de praktijk gebracht in de jaren 40 en 50 van de 20ste eeuw in het Action Painting en Tachisme. Later, aan het eind van de jaren 60, opnieuw door een groep kunstenaars toegepast. De stijl kenmerkt zich door de introductie van tijd, verandering en toeval, meestal leidend tot documentatie over de creatie van het kunstwerk.
Instrumenten die het mogelijk maken om de laatste centimeters van een kaars op te kunnen branden. Hieronder vallen kleine kommetjes of korte cilinders, meestal van metaal, met een of meer pennen of verstelbare armen aan de bovenkant om de stomp van een kaars vast te houden. Sommige hebben een pin die in een kaarsestandaard past.
Boren met scherpe randen of zaagtanden bij de opening; worden gebruikt om ronde houten pluggen of metalen pennen uit te snijden.
Wordt gebruikt voor brandalarmsystemen die worden bediend vanuit een centraal overzichtsstation in het beschermde pand.
Brandschermen die een toneel of besloten platform van het publiek of de kijkers in een auditorium afscheiden.
Oude Etruskische helmen die zijn afgeleid van de veel gebruikte Corinthische helmen uit Griekenland en Italië; ze hebben een helmkap die het hoofd slechts tot de ogen bedekt en een kort of lang uiteinde aan de achterkant of een wijduitlopende cirkelvormige rand rondom ter bescherming van de hals en wangen.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 304 tot 30 v. Chr., genoemd naar de eerste heerser van de dynastie, Ptolemeus I, aan wie Egypte ten deel viel bij de verdeling van het rijk van Alexander de Grote. De periode kenmerkt zich door het samenvloeien van sterke Griekse invloeden met traditionele Egyptische uitingsvormen, met name in de architectuur, en door veranderingen in de conventies van de beeldende kunst, zoals de afbeelding van de menselijke figuur in de beeldhouwkunst en reliëfsculptuur.
Een poreus, schuimachtig vulkaanglas dat door een snel afkoelingsproces niet is gekristalliseerd; het is schuimig door het plotseling vrijkomen van opgeloste gassen. Het is licht van kleur en van gewicht en blijft drijven op water. In vaste vorm wordt het gebruikt als schuurmiddel en in poedervorm als polijst- en schuurmiddel. Het heeft vaak de samenstelling van ryoliet. Obsidiaan verandert in puimsteen wanneer het smelt.
Meestal vilten, stevige, ronde herenhoeden waarvan de grote rand omhoog staat of tegen de kruin aan is gerold; werden gedragen vanaf de 17e eeuw.
Een brandbaar mengsel van cellulose-nitraten, dat meestal minder dan 12,5% stikstof bevat.
Hout van de soort Aspidosperma quebracho-blanco. Het is zeer hard, geel van kleur, zwaar en goed bestand tegen buigen en schokken. Als het droogproces niet langzaam verloopt, zal het hout barsten. Het wordt gebruikt voor vloeren, karren, wielen, handvatten van gereedschap, meubels, schaakstukken en ski's. Het wordt soms gebruikt als brandstof, omdat het langzaam verbrandt en daarbij geen vonken of grote hoeveelheden as produceert.
Eik die inheems is in het Nabije Oosten. Belangrijke bron van galnoten, abnormale uitgroeiingen die door galwespen worden veroorzaakt en die tannines bevatten. De tannines gebruikt men voor het looien van leer, het maken van inkt en het produceren van medicijnen waarmee men brandwonden kan behandelen.
Eik die wit hout produceert en inheems is in Noord-Amerika, in het oosten en middenwesten van de Verenigde Staten en het midden van Zuid-Canada. De doppen van de eikels zijn zeer rafelig. In stedelijke gebieden is het een populaire sier- en schaduwboom vanwege zijn goede weerstand tegen insecten en schimmels, droogte en luchtvervuiling. Voorheen kwam de boom veel voor op prairies en zogenaamde oak savannas (savannen met veel eiken). De boom is door zijn brandwerende kurkschors goed bestand tegen vuur.
Eik met brede kroon die inheems is in Noord-Amerika, in het gebied dat zich uitstrekt van het Midden-Westen tot diep in het zuiden van de VS en tot de oostelijke rand van de Great Plains. In het vrije veld kan de boom 18 meter hoog worden en 24 meter breed. De boom heeft vaak lange en dikke lage takken en groeit bij voorkeur op vochtige, diepe, vruchtbare en alkalische aarde met een goede afwatering, maar ook vaak in de buurt van heuveltoppen of hoger gelegen gebieden met een droge grond die klei bevat of vruchtbaar, zanderig of rotsachtig is. De boom verdraagt ook neutrale tot zure grond en gedijt in de volle tot gedeeltelijke zon (jonge bomen kunnen ook goed tegen schaduw).
Wordt gebruikt voor de bovenlaag van een gewatteerde deken, vaak onaf gelaten, zonder achterkantbekking, vulling of wattering Anders dan 'zomer spreien' die afgewerkte randen en zomen hebben.
Een patroon dat bestaat uit vijf elementen die zijn aangebracht op elk van de vier hoeken van een vierkant of rechthoek, plus een in het midden. Vaak in serie gebruikt als motief in een rand of veld in de textiel.
Lampen die op raapolie branden.
Het verschijnsel, vertoond door of een eigenschap van een stof, van het spontaan uitzenden van straling veroorzaakt door veranderingen in de kern van atomen van het element.
Techniek waarbij laserlicht of ander monochromatisch licht wordt verstrooid, waardoor de trillingsenergie, de rotatie-energie of de elektronische energie van een onderzoeksmonster wordt veranderd; de resultaten helpen bij het bepalen van de moleculaire structuur. Ontdekt door de Indiase natuurkundige sir Chandrasekhara Venkata Raman (1888-1970).
Gasbranders met een enkel rond gat, die een lange dunne vlam produceren. Wordt voornamelijk gebruikt in een gewijzigde vorm als branders voor gaslantaarns.
Spaanse en Portugese koloniale, zeer kleine, lage tafels met meestal snijwerk zonder reliëf en zware afhangende randen.
Siënna-aarde die niet aan hitte is blootgesteld, waardoor het meer oranjerood van kleur is dan gebrande siënna.
Decoratieve ingelegde rand van verschillende houttypen in de lengte van de nerf gesneden, doorgaans gebruikt in de hoeken en randen van meubilair.
Houten voegen waarvan de twee delen elk op het overlappende gedeelte tot op de helft van de dikte zijn ingesneden, zodat de totale dikte van het geheel niet verandert.
Verwijst naar de stijl van het aardewerk dat voornamelijk op Cyprus voorkwam in de Philia-periode die begon rond 2500 v. Chr. tot en met de midden-Cypriotische periode die rond 1600 v. Chr. eindigde. Hoewel de stijl in de loop van de tijd vele veranderingen in kwaliteit en uiterlijk doormaakte, kenmerkt deze zich in het algemeen door een glanzende rode engobe, gebakken in de kleuren rood en zwart, en versierd met ingekerfde motieven en reliëfs.
Verwijst naar de periode van de religieuze revolutie die plaatsvond in de christelijke kerk van Midden- en Noordwest-Europa in de 16de eeuw, die tot doel had de doctrines en gewoonten van de Rooms-katholieke kerk te hervormen en die de grondslag vormde voor het Protestantisme. De stijl kenmerkt zich door een verandering van het begevingsrecht van de kerk aan de leken. In de onderwerpkeuze vind een verschuiving plaats van heiligenlevens en andere katholieke thema’s naar onderwerpen die meer betrekking hebben op de gewone man, vooral landschappen, stillevens, portretten, joods bijbelse en bepaalde christelijk bijbelse thema’s.
De verstelbare schroeven, meestal in groepen van vier, die geplaatst zijn in de rand van balanswieltjes van horloges en gebruikt worden om het horloge gelijk te zetten.
Te gebruiken voor mensen als herstel van lichamelijke of geestelijke gezondheid of een goede reputatie. Wordt ook gebruikt voor het terugbrengen naar een goede staat van verslechterde voorwerpen, gebouwen, buurten of openbare voorzieningen; dit kan reparatie, renovatie, verbouwing, uitbreiding, vernieuwing of herbouwing inhouden. Gebruik 'behoud' voor activiteiten die ondernomen worden ter voorkoming van verdere verandering of verslechtering van dingen. Gebruik 'renoveren' voor activiteiten die worden ondernomen om de kwaliteit van gebouwen te verbeteren als er nog geen verloedering is opgetreden.
Wordt gebruikt voor brandalarmsystemen waarbij de alarmsignalen worden doorgegeven naar een station dat buiten het pand is gelegen en vervolgens naar een brandweerkorps.
Diepe salades uit één stuk, voorzien van een kijkspleet en soms uitgerust met een verstevigde bovenrand en een rol voor langs de onderrand, speciaal ontworpen voor de Rennen, een Duitse versie van het steekspel.
Het maken van foto's die het beeldkader van eerder gemaakte foto's zoveel mogelijk benaderen, om veranderingen in het weer, de omgeving of de bebouwing te accentueren.
Brandstofhouders die geen branders dragen. Voor brandstofhouders waarop zich wel branders bevinden wordt 'brandstofreservoirs (onderdelen van verlichtingsmiddelen)' gebruikt. Sommige lampen hebben zowel een houder als een reservoir; in dat geval wordt brandstof automatisch of handmatig van het reservoir naar de houder wordt geleid.
Mensen die verantwoordelijk zijn voor de behandeling, preventieve zorg en het onderzoek gericht op het behoud van het culturele of natuurlijke erfgoed op lange termijn. Zie 'functionarissen van monumentenzorg' voor personen die zich bezighouden met het aanbrengen van veranderingen in een object of structuur om verdere achteruitgang tegen te gaan. Zie 'herstellers' voor degenen die veranderingen aanbrengen in een object of structuur om de staat waarin het zich bevond op een specifiek moment in zijn verleden nauwkeurig te benaderen.
Verwijst naar toevoegingen geplaatst op de altaartafel in een christelijke kerk. Een retabel kan bestaan uit een eenvoudige plank of rand die is aangebracht boven de achterkant van het altaar en die wordt gebruikt als kaarsenhouder. Er kan ook een raamwerk of een andere constructie aan verbonden zijn waarin beschilderde of beeldgesneden panelen zijn gemonteerd, met of zonder een plank voor kaarsen. Een 'reredos' is iets anders; deze verrijst meestal vanaf de grond achter het altaar. Het retabel is kleiner en staat achter op het altaar zelf of op een sokkel achter het altaar. Veel altaren hebben zowel een reredos als een retabel. Gebruik 'retablo's' voor de kleinere Mexicaanse en Spaans-Amerikaanse schilderingen van christelijke heiligen en andere heilige figuren.
Lampen die op reuzel of reuzelolie branden en één of ander principe gebruiken om de halfvaste brandstof naar de pit te voeren, hetzij door de brandstof te verhitten zodat die vloeibaar wordt, hetzij door middel van uitgeoefende druk of zwaartekracht. De benaming wordt vooral gebruikt voor de lampen van vertind plaatijzer, al dan niet geverfd, uit de jaren veertig en vijftig van de 19e eeuw.
Gebeurtenissen die radicale veranderingen in gevestigde patronen van bestuur of sociale organisatie teweegbrengen.
Hoeden, meestal van vilt maar soms ook van stro of stof, met een rand die op verschillende wijzen kan worden opgezet; vooral populair in de tweede kwart van de 20e eeuw.
Uitstekende randjes over de rug van een boek, die de plaats aangeven van de koorden onder de omslag. Te onderscheiden van 'touwen (boekbandonderdelen)'; dit zijn gedraaide strengen vezelig materiaal waarop de delen van een boek zijn vastgenaaid.
Uitstekende randen, meestal van metselwerk, die koepels of gewelven ondersteunen of versieren.
Verwijst naar een type pottenbakkersgereedschap; #ribs zijn kromme stukken hout of been, gekenmerkt door één platte en één ronde rand. #Ribs worden gebruikt voor het vormen, buigen, gladmaken, afsnijden of openen van natte klei; ze geven profiel aan de buitenkant van een bord of pot. Eén hand drukt naar buiten en naar boven aan de binnenkant van de bewerkte klei, terwijl aan de buitenkant de #rib wordt gebruikt om een glad oppervlak te maken.
Lijstwerk met een smalle, platte rand, vaak vierkant in doorsnede.
Brandweervoertuigen waarop waterpompen zijn geplaatst die met de hand bediend worden met behulp van houten stokken; worden vaak ook met de hand voortgetrokken of geduwd.
Gevormde ijzeren of stalen handgereedschappen die na verhitting worden gebruikt voor blind sierstempelen en om rechte en kromme lijnen te branden in leer.
Lampen met een cirkelvormig reservoir met een brander of branders in het midden, die op dezelfde hoogte of lager dan het reservoir zit. De branders zijn met het reservoir verbonden door twee buisjes waardoor de brandstof loopt.
Sluitingen die meestal bestaan uit twee rijen metalen of plastic tandjes bevestigd op stroken band langs de randen van een opening en voorzien van een glijdend gedeelte dat de opening sluit door de tandjes in een in elkaar grijpende positie te trekken.
Kroonluchters die door meerdere (meestal drie tot vijf) holle staven worden ondersteund, waardoor gas naar de branders kan worden aangevoerd.
Handbediende of automatische deuren die bestaan uit kleine horizontale metalen opstaande randen die grijpen in een rail die ze volgen.
Computergeheugen met daarin vaste, onveranderlijke informatie, bijvoorbeeld een programma, waarheen niet kan worden geschreven maar dat uitsluitend kan worden gelezen.
Ronde, driepotige tafels met veelal een schuingeplaatst blad met een gevormde schulprand die op de rand van een pastei lijkt.
Orde van ongeveer 270 soorten in 12 families. Het is de meest diverse orde van zoogdieren. De taxonomie van de grote categorieën is al meer dan een eeuw aan verandering onderhevig. Roofdieren hebben allemaal tanden en klauwen die geschikt zijn om andere dieren te vangen en op te eten. Sommige soorten eten voornamelijk of alleen maar vlees, terwijl andere soorten omnivoren zijn. Gewoonlijk zijn het jagende of aasetende zoogdieren, zoals honden, katten, wolven, vossen, beren en zeehonden. Omdat de orde taxonomisch gezien zo divers is, wordt deze voornamelijk onderscheiden van andere ordes van zoogdieren (en verder onderverdeeld) op grond van structurele kenmerken, met name de vorm van de schedel (bijvoorbeeld van de kaakgewrichten), de poten (aantal tenen, niet opponeerbare achterste teen, het soort klauwen en de vergroeiing van bepaalde botten) en tanden (zowel het algemene patroon van de tanden als de vorm van individuele tanden). Gebruik ���carnivoren (algemene betekenis)' voor dieren die uitsluitend vlees eten.
De afstand van de stoeprand of andere vastgestelde lijn waarbinnen geen gebouwen mogen worden gebouwd.
Verwijst naar de gasachtige uitwaseming van brandende materialen, vooral van organische oorsprong, die zichtbaar is gemaakt door de aanwezige koolstofhoudende materiaaldeeltjes.
Wordt gebruikt voor onderdelen van brandalarmsystemen die in werking worden gesteld door de aanwezigheid van rook.
Kammen gemaakt van rijen metalen tanden of zaagvormige randen; in het bijzonder gebruikt bij het verzorgen van paarden.
Halve boekbanden met een platte rug van groen of bruin kalfsleer die is bedrukt met vergulde letters, donkerrode stoffen of papieren omslagen op de borden, een vergulde kopsnede en ruw gesneden of geschepte zij- en onderranden. Dit type banden werd oorspronkelijk gebruikt voor uitgaven van de Roxburghe Club, een vereniging van bibliofielen die in 1812 in Engeland is opgericht en is genoemd naar de hertog van Roxburghe.
Reacties en interacties van personen of groepen personen in relatie tot de onmiddellijke omgeving, inclusief de levende of levenloze objecten binnen die omgeving. Waarneming van de omgeving zet aan tot bepaalde handelingen, bijvoorbeeld zelfbewegingen van de handelende persoon. Dit gedrag leidt vervolgens tot veranderingen in de waarneming, zodat bijvoorbeeld de omgeving verrassend anders wordt gezien.
Voegen die worden gevormd door twee planken met gewelfde randen. Ideaal voor tafels met opklapbare bladen omdat ze de opening tussen het tafelblad en het opklapbare blad in dichte positie minimaliseren.
Lampen, meestal van geverfd metaal en soms van koper, met een cilindrische, zuilvormige houder waarin een T-vormige pithouder zit met een platte pit en een tandradmechanisme om de pit mee omhoog en omlaag te draaien. Vanuit een plat, ovaal reservoir aan de zijkant wordt brandstof door een buisje naar de houder gevoerd. Ze hebben een cilindervormig, glazen rookkanaal en een geverfde gietijzeren kap. Ze zijn rond 1800 door graaf Rumford uitgevonden.
Bladstalen cilinders met een diameter van 20 tot 25 centimeter en een hoogte van ongeveer 30 centimeter, die over het gehele oppervlak zijn doorboord met op regelmatige afstanden van elkaar liggende gaten. Worden 's nachts ter beveiliging over brandende bieslampen of bieskaarsen geplaatst.
Het proces waarbij de randen boekblokken worden verguld die niet eerst glad zijn gesneden of een scheprand hebben. Te onderscheiden van #'rough gilt'; dit is het proces waarbij ongenaaide katernen worden verguld.
Verwijst naar de stijl van porselein dat werd gemaakt in China ten tijde van de T'ang-dynastie (618-906 v. Chr.), en wordt gekenmerkt door lijnen en stippen in drie kleuren, gewoonlijk donkerblauw, turkoois en aubergine. De term verwijst ook naar keramiek dat werd gemaakt ten tijde van de Ming- en Ching-dynastieën (1368-1912) en dat was geschilderd in dezelfde drie kleuren, van elkaar gescheiden door kleirandjes die het patroon aangeven.
Verwijst naar moderne afdrukken die zijn geproduceerd met het zandkorrelige mezzotintprocedé. Dergelijke afdrukken hebben de algemene eigenschappen van een mezzotint, maar vertonen in de lichtere gebieden niet de rechte lijnen van de zaagvormige randen van de wiegijzers.
Familie van grote tropische en groenblijvende bomen en struiken met 53 genera en ongeveer 1100 soorten. Het is echter moeilijk om de geslachtsgrenzen van deze familie aan te geven, en die veranderen daardoor nogal eens.
Genus van drie soorten bladverliezende bomen en struiken. Twee soorten komen voor in Azië (S. tzumu en S. randaiense) en één in het oosten van Noord-Amerika (S. albidum). Er is ook één uitgestorven soort. Ze zijn commercieel interessant vanwege hun geurige olie, die men gebruikt in parfum, limonade en thee. Het zachte, lichte hout wordt gebruikt als timmerhout. Uit het hout wint men een kleurstof voor textiel die rozebruin tot grijs is en een goede kleurvastheid heeft.
Te gebruiken voor kleinere stadskernen aan de rand van grootstedelijke gebieden met een zelfstandige jurisdictie ten opzichte van de grotere stad, maar wel met een zekere mate van economische en sociale afhankelijkheid van die stad. Gebruik 'nieuwe steden' voor gemeenschappen die zijn ontworpen om in sociaal of economisch opzicht onafhankelijk van grotere stedelijke gebieden te fungeren.
Een groep kleden die volgens dezelfde techniek als de Para-Mamluk kleden worden gemaakt, maar niet zo fijn geweven en van een verschillend kleurengamma. Ze hebben een kenmerkend patroon van zeshoekige of achthoekige vormen die vaak met een cartouche-rosette rand zijn begrensd.
Vijlen met ronde randen en taps toelopende of evenwijdige kanten. Worden gebruikt om de ruimten tussen de tanden van tandwielen en drijfwielen schoon te maken en te vormen.
Ondiepe houders voor het aanmaken en opvangen van scheerschuim bij het scheren door de kapper; aan één kant is van de rand een halve cirkel uitgespaard.
Esthetisch begrip of uitdrukking ontstaan eerst in de Europese schilderkunst van de 18e eeuw en later in de Europese architectuur van de 19e eeuw dat wordt gekenmerkt door ruwe, merkwaardige of ongewone vormen; het heeft vooral betrekking op rustieke landschappen en bouwvallige gebouwen die noch de ontzagwekkende grandeur van het verhevene hebben noch de rust en regelmaat van de schoonheid.
Het afbreken of afbrokkelen van metselwerk of plaveisel bij verbindingen, barsten of randen, wat meestal fragmenten met scherpe kanten tot gevolg heeft.
Informele groep schilders met als centrum het dorp Barbizon, aan de rand van het bos van Fontainebleau. De Barbizon-schilders waren beïnvloed door John Constable en door de Hollandse landschapsschilders van de 17de eeuw, en hielden zich vooral bezig met het afbeelden van natuurscènes en het boerenleven. Theodore Rousseau, officieus leider van de School, streek in 1841 neer in de omgeving van Fontainebleau en verzamelde daar een groep discipelen om zich heen. Een van hen was Jean-Francois Millet, die later het beroemdste lid van de School van Barbizon zou worden, en in wiens werk het socialistische gedachtegoed het sterkst doorklonk. Hun onconventionele benadering van de onderwerpen had tot gevolg dat het werk van de afzonderlijke leden van de School pas in de jaren 50 van de 19de eeuw genade zou vinden in de ogen van de critici. Het werk van Rousseau werd zelfs zo vaak door de Salons geweigerd dat het hem de bijnaam 'le grand refusé' bezorgde. De beweging was een aantal decennia lang succesvol, maar na de dood van Millet in 1875 taande de populariteit. De School van Barbizon wordt vaak beschouwd als een overgangsstroming tussen de academische landschapsschilderkunst en het impressionisme, maar het belang is vooral gelegen in het feit dat ze in de open lucht schilderden en hun onderwerpen op eenvoudige, pretentieloze wijze benaderden.
Geselecteerde, kleurvaste zwarte leisteen die gelijkmatig is van kleur en dikte, waarbij alle randen zijn geslepen en nauwkeurig gerecht zodat de voegen aaneensluitend, glad en in één vlak kunnen worden gemaakt.
Te gebruiken voor verticale, onbrandbare constructies met schoorsteenpijpen om verbrandingsproducten naar de buitenlucht te voeren vanuit, bijvoorbeeld, kachels, open haarden en ovens.
Bouwtechniek waarbij korte blokken hout, ter grootte van brandhout, loodrecht op de langste zijde van muren worden gestapeld, en op hun plaats worden gehouden door specie of houten raamwerken.
Bovenste deklijst van metselwerk of ander onbrandbaar materiaal, bovenop schoorstenen. Voor extra onderdelen die bovenaan openingen van schoorsteenpijpen worden geplaatst en deze bedekken wordt 'schoorsteenkappen' gebruikt.
Wordt gebruikt voor doorgangen die zijn gemaakt om de luchtstroom in open haarden en ovens te regelen en de verbrandingsproducten te verwijderen.
Metalen strips of platen die zijn vastgemaakt aan de onderste lat van een deur als bescherming tegen beschadiging door bijvoorbeeld schoenen. Ook gebruikt voor platen, meestal van metaal, gebruikt om een rand of een ribbel te creëren bij een open rand van een trapbordes of vloer, of aan de achterrand of open uiteinde van een traptrede.
Schotels met een verwarmingsbron, zoals een olielamp of kaars, die worden gebruikt voor het koken of verwarmen van voedsel. Deze term is soms van toepassing op een vat met houtskool of andere brandstof waarop een schotel met voedsel kan worden geplaatst.
Deksels of doppen met schroefdraad die stevig vastgeschroefd kunnen worden op de schroefdraad die aan de bovenrand van de fles of pot zit.
U-vormige delen van een cilindrische buizen van koperen instrumenten, gemonteerd aan twee rechte delen van de buizen, zodanig dat het in en uitglijden wordt vergemakkelijkt. Hierdoor verandert de effectieve lengte van het instrument, en daarmee de basistoonhoogte.
Schaven waarbij de schaafopening en de rand van de beitel schuin op het oppervlak staan.
Hoeden met een brede rand die aan de zijkanten omhooggeslagen is en aan de voor- en achterkant uitsteekt.
Urinehouders voor vrouwen, ovaal, samengedrukt, ingebogen rand aan de voorkant.
De eigenschap of conditie om samen te gaan met bepaalde seizoenen van het jaar of daarmee te veranderen.
Vaasachtige houders, normaal gesproken vervaardigd van glas, die worden gebruikt op de eettafel voor het serveren van stengels bleekselderie. Voor relatief lage en smalle schalen voor het serveren van bleekselderie wordt 'selderieschalen' gebruikt. Voor soortgelijke vaasachtige houders die ook worden gebruikt op de eettafel maar die vaak een geschubde rand hebben en bedoeld zijn voor lepels wordt de term 'lepelvaasjes' gebruikt. Voor vaasachtige houders die vaak vervaardigd zijn van glas maar soms van hout of been en die bedoeld zijn om spaanders, stukjes hout of gedraaid papier te bevatten om een vuur aan te maken, gebruik 'spaanderhouders'.
Zij die zijn opgeleid of werken in de studie van de betekenissen in de taal en van veranderingen in die betekenissen.
Te gebruiken voor schepen die bedoeld zijn om bijna geheel, doch niet helemaal, onder water te opereren. De diepgang van de boot kan worden veranderd door middel van het vol of leeg laten lopen van stabiliseringstanks.
Te gebruiken voor in China en Japan ontwikkelde leporelloboeken, waarbij het boekblok bestaat uit losse gevouwen vellen, die zo zijn samengebracht dat de vouwen zich aan de achterzijde bevinden terwijl aan de snijzijde de rand van één blad van elk gevouwen vel is vastgelijmd aan de rand van het aangrenzende blad. Het boekblok is bedekt met één enkel vel dat is bevestigd aan het eerste en laatste blad maar niet aan de rug.
Wordt gebruikt voor verzamelingen voorwerpen, beelden of informatie-elementen die in een bepaalde volgorde zijn geplaatst. Gebruik 'momentopnamen' of 'ciné-afdrukken' voor foto's die op chronologische volgorde zijn genomen om beweging of verandering vast te leggen.
Zittekisten die in bedden kunnen worden veranderd.
Verwijst naar de stijl en periode in de kunst, voornamelijk in de beeldhouwkunst en architectuur, die samenviel met de heerschappij van Septimus Severus (193 tot 211) en zijn opvolgers, tot in het midden van de 3de eeuw. In de beeldhouwkunst geeft de stijl blijk van veranderingen in de mode, zoals kortgeknipte baarden en pijpenkrullen. Er werd ook uitgebreid gebouwd tijdens deze periode, zoals de thermen van Caracalla.
Verwijst naar de door John C. Stevens (1855-1940) aangevoerde stroming in Amerika tussen 1879 en 1890 die zich kenmerkt door het gebruik van houten dakspanen om hele gebouwen te bedekken en door een voorkeur voor het functionalisme boven historische, pretentieuze stijlen. Deze stijl, die voortkwam uit de Stick Style en de Queen Anne-stijl, werd vaker toegepast bij woonhuizen en hotels dan bij fabrieken of bedrijfscomplexen. Kenmerken van deze stijl zijn flexibele, open plattegronden met verbonden binnen- en buitenruimten, onregelmatige gevels, open veranda's en onregelmatige daklijnen ter versterking van een algeheel pastoraal karakter.
Verwijst naar een aantal keramiekstijlen die werden geproduceerd in de provincie Mino vanaf de 7de eeuw tot nu. Vroeg aardewerk kan worden getraceerd vanaf Sue-aardewerk, maar in de 12de eeuw omvatte de productie, als gevolg van het gebruik van Sanage-ovens, kruiken met grote monden, kruiken met kleine monden en vijzels. Vanaf de 15de tot het midden van de 16de eeuw werden asgeglazuurde en ijzergeglazuurde gebruiksvoorwerpen geproduceerd. Tegen het eind van de 16de eeuw onderging de productie een revolutionaire verandering door de introductie van ovens met meerdere kamers, resulterend in aardewerk voor theeceremonies dat groen glazuur en veldspaathoudend glazuur bevatte, met een grote verscheidenheid aan beschilderde vormen en decoraties. In het begin van de 19de eeuw werd er ondergeglazuurd blauw gedecoreerd aardewerk geproduceerd.
Defect aan keramiekglazuur, dat ontstaat door een slechte hechting van het glazuur of hoge compressie, waardoor stukjes van het glazuur afbreken of loslaten van het aardewerk; komt vaak voor bij ribbels en randen.
Verwijst naar de stijl in de Japanse residentiële architectuur die werd gebruikt voor de verblijven van militairen en tempelgasten tijdens de perioden Momoyama (1568-1600) en Edo (1600-1868). Deze stijl staat aan de basis van het hedendaagse traditionele Japanse huis, en kenmerkt zich door een overdekte galerij aan de ingang, verder een brede veranda op het zuiden en deuren bestaande uit jaloezieën met papieren schermen. De vloeren zijn bedekt met geweven matten.
Verwijst naar een reeks Chinese karakters die een lang leven symboliseren. Het meest voorkomende karakter is rond, maar er zijn ook verschillende langwerpige varianten in omloop. Het karakter wordt soms als centraal medaillon of doorlopende rand gebruikt in Chinese vloerkleden.
Grote scheppen,meestal gemonteerd op een voertuig, om te worden gebruikt in de bouw, groenvoorziening, brandbestrijding, en vele andere contexten om gaten te graven, herverdeling van grote hoeveelheden ruwe aarde, zand of grind. Zie voor de machine: 'laadschoppen'.
Verwijst naar de aardewerkstijl die zich ontwikkelde op het eiland Sicilië en die ook werd gevonden op andere plaatsen waaronder Campanië. De stijl dateert uit het begin van de 5de eeuw v. Chr. en loopt door tot in de 4de eeuw v. Chr. De stijl verschilt van schilder tot schilder, maar kenmerkt zich over het algemeen door het gebruik van de roodfigurige stijl, de toevoeging van andere kleuren, een voorkeur voor genreafbeeldingen boven mythologische onderwerpen en de toevoeging van kenmerkende Siciliaanse details, zoals bijvoorbeeld een krans van klimop rond de rand van een krater.
Het onbrandbare residu van iets dat is verbrand.
Lampen met Argandbranders en ringvormige reservoirs met een wigvormige dwarsdoorsnede, die zijn ontworpen om zo weinig mogelijk schaduw te creëren.
Verwijst naar de periode en stijl die samenviel met de heerschappij van keizer Hirohito, van 1926 tot 1989. De periode kenmerkt zich door complexe en tegenstrijdige veranderingen, van een parlementaire democratie naar militarisme en wereldoorlog en uiteindelijk naar een economisch herstel.
Kleine metalen kapjes in de ontwikkelde versie van het slagslot die slagsas bevatten dat wordt gebruikt om het voorstuwingsmiddel te doen ontbranden.
Te gebruiken voor vierwielige brandweervoertuigen, meestal door paarden getrokken, waarop grote haspels staan voor het vervoer van brandslangen.
Grote, ronde penselen, meestal gemaakt van dassenhaar, waarvan de haren plat uitwaaieren. Worden voornamelijk gebruikt bij het schilderen met olieverf om randen of patronen te verzachten of vermengen.
Te gebruiken voor keramiekglazuur met een hoog slipgehalte, dat als vloeistof wordt aangebracht voor het inbranden.
Voering die aan de rand van een kledingstuk is aangebracht als versiering of versteviging.
Fabrieken voor metaalverwerking waar erts wordt gesmolten of versmolten, hetgeen vaak gepaard gaat met chemische veranderingen, meestal om het metaal van een ander materiaal te scheiden.
Vuursteensloten waarbij een door een veer werkende haan, met daaraan een stuk vuursteen of pyriet, vonken maakt door in het verticale vlak te schampen langs het staal van het pandeksel, waardoor het kruit ontbrandt.
Toppelings geblazen fluiten waarbij de luchtstroom door een smal mondstuk wordt geleid naar de scherpe rand van een gat dat even onder het mondstuk in de buis is uitgesneden.
De techniek waarbij twee afzonderlijke afbeeldingen op de voorrand van een boek worden geschilderd, één met de vellen naar de ene kant uitgespreid, de andere met de vellen naar de andere kant uitgespreid, zodat de twee afbeeldingen los van elkaar te zien zijn.
De veranderlijke belasting die is toegestaan in lokale bouwvoorschriften bij het ontwerpen van daken in gebieden waar regelmatig sneeuwval voorkomt.
Te gebruiken voor gesneden, geometrische patronen van lijnen die elkaar snijden, zowel doorboord als in reliëf; in de late 19e eeuw vooral toegepast op ajourwerk, waarbij patronen uit dunne stukjes hout werden gesneden met een figuurzaag. Gebruik 'meander (patronen)' voor soortgelijke patronen die door een doorlopende rand zijn begrensd.
Koppen die achter de rand een bruggetje hebben om de snor te beschermen tijdens het drinken. Ingevoerd in de 19e eeuw.
Politieke ideologie die een geleidelijke overgang naar een socialistische samenleving bepleit via het democratische proces. De beweging, oorspronkelijk een vorm van marxisme, begon in 1869 met de oprichting van de Duitse Sociaal-Democratische Arbeiderspartij, die uiteindelijk heeft geleid tot de Sociaal-Democratische Partij van Duitsland. De bijbehorende filosofie evolueerde en verwierp uiteindelijk militarisme, totalitarisme en revolutie als methoden van politieke verandering. Een belangrijk pleitbezorger van de sociaaldemocratie was de theoreticus Eduard Bernstein, die zich afkeerde van Marx en Engels en in tegenstelling tot hen stelde dat de democratie moest worden omarmd teneinde socialistische veranderingen door te voeren. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen in verscheidene landen sociaaldemocratische regeringen aan de macht, onder meer in West-Duitsland en Zweden.
Collectieve actie die wordt ondernomen door al dan niet formeel georganiseerde mensen, met als doel een bepaald aspect van maatschappelijke verandering in een samenleving te bevorderen of tegen te houden.
Te gebruiken voor de veranderingen in sociale status van individuen of groepen.
Borden die voornamelijk bedoeld zijn voor het serveren van een individuele portie soep. Ze hebben een ondiepe holte en meestal een brede rand.
Grote, afgedekte terrines vooral bestemd voor het serveren van soep. Rust meestal op een uitstaande voetrand; soms hoort er een onderschotel bij.
Sofa's die in bedden kunnen worden veranderd.
De verandering van de lichttransmissie-eigenschappen van glas als gevolg van langdurige blootstelling aan zichtbaar of ultraviolet licht. Aantasting kan blijken uit een verandering van de kleur van het glas, doordat licht een reactie veroorzaakt tussen ijzer en mangaanoxiden in het glas. Deze onomkeerbare verandering kan een diepe paarse kleur zijn, maar is vaker een subtiele kleurverandering in roze, violet of geel. Gesolariseerd glas heeft meestal een kleur variërend van roze tot violet, omdat het mangaan bevat. In elk geval sinds de 2de eeuw voor Christus is mangaan gebruikt als een ontkleuringsmiddel voor glas, om de groenachtige tint als gevolg van ijzersporen te verminderen. Als mangaan echter wordt blootgesteld aan ultraviolet licht kan foto-oxidatie ontstaan, waardoor mangaandioxide wordt gevormd die violet van kleur is. Sinds de 20ste eeuw worden selenium en cerium ook gebruikt als bleekmiddelen, die bij foto-oxidatie een gele tot gouden tint afgeven.
Kleine, draagbare branders die vaak worden gebruikt voor solderen en verwijderen van verf.
Hoeden met een hoge bol, van vilt of stro met een zeer brede rand die meestal aan de zijkanten is opgerold. Worden vooral in het zuidwesten van Amerika en in Mexico gedragen.
Houders voor het bereiden en serveren van soufflé, rond, rechtopstaande rand.
Het geluidsdeel van een film of video-opname, in de vorm van een optische of magnetische band langs de rand van de archieffilm of videoband, waarop de dialoog, muziek of geluidseffecten zijn opgenomen.
Vaasachtige vormen die meestal van glas gemaakt zijn, maar soms van hout of been en die bedoeld zijn om spaanders, stukjes hout of gedraaid papier te bevatten om een vuur aan te maken. In vorm lijken ze op selderieglazen, hoewel ze niet bedoeld zijn om op de eettafel te gebruiken, maar eerder bij een open haard, olielamp of vergelijkbaar middel ter verlichting. Voor vergelijkbare vaasachtige vormen met een geschulpte rand die op de tafel gebruikt worden voor het bevatten van lepels wordt 'lepelhouders" gebruikt.
Middelen die spaanders kunnen vasthouden terwijl ze branden. Ze hebben meestal een eenvoudig smeedijzeren, U-vormig handvat waarbij sommige een veer of tang hebben.
Bemande ruimtevaartuigen die meestal bestaan uit een opnieuw te gebruiken satelliet, die na elke missie aan de grond komt op een landingsbaan, opnieuw bruikbare startraketten en een vervangbare brandstoftank.
Verwijst naar de stroming in de Colonial Revival-architectuur in de jaren 20 van de 20ste eeuw die zich manifesteerde in de bouwprogramma's in het westen en zuidwesten van de Verenigde Staten. Kenmerkend voor deze stroming zijn balkons, veranda's en arcades, torens, daken met S-vormige pannen, plaza's en binnenplaatsen. De belangrijkste kenmerken van deze stijl zijn het ontbreken van architectonisch lijstwerk en het intensieve gebruik van gesneden of gegoten ornamenten, op klassieke stijlen geënte zuilen, venstertralies, smeedijzer en gedraaide spijlen die doen denken aan de Spaanse koloniale architectuur in Mexico.
Het zich bezighouden met zakelijke transacties met de verwachting van winst door veranderingen in de economische situatie.
Gereedschappen die worden gebruikt om gaten ondiepe boorgaten in hout te maken. Ze zijn in een booromslag bevestigd en bestaan uit een scherpe punt (of een van schroefdraad voorziene middenpunt), een uitstekende snijrand en een scherpe rand om het hout binnen de draaicirkel weg te snijden.
Spiegels met verzilverde randen, soms twee lagen boven elkaar, bedoeld om beeldjes, kaarsenstandaards of vaatwerk op of in te zetten; gebruikt als pièces de milieu op tafel aan het eind van de 18e en het begin van de 19e eeuw.
Een soort band waarin dicht bij elkaar geplaatste gaten door de bladen zijn geboord of geperforeerd bij de rand van de band, waardoor als spiraal gevormd draad of plastic materiaal wordt getrokken om de bladen bijeen te houden.
Trommen om muziek te maken of signalente geven, gemaakt door in de wand van een uitgehold stuk hout een spleet te snijden, branden of steken.
Kernhout van naaldbomen of andere harshoudende boomsoorten dat in lange spaanders of splinters wordt gehakt om te verbranden.
Kleine stukjes glas, aardewerk, steen of ander bros materiaal met een scherpe of ruwe rand.
Timmermansgereedschap om de rand van een stuk hout af te schuinen
Machines die meestal op de randen van een bekisting staan of op rails die hier parallel aan lopen en worden gebruikt om opeengehoopt beton te verspreiden of om betonin te nemen en te verspreiden in een gelijkmatige laag.
Sprinklerinstallaties die in gebouwen worden geïnstalleerd om branden te blussen.
Voorwerpen waarin de kaars door een metalen buis met een pitgaatje bovenin wordt omsloten, met een springveer aan de voet van de kaars om hem omhoog te duwen tijdens het branden.
Houders om speeksel op te vangen, vooral van pruimtabakgebruikers; met een brede rand of trechtervormige mond, vaak van metaal.
Naden, in bladmetaal en dakbedekking, die zijn gemaakt door twee aangrenzende randen omhoog te buigen en de opstaande delen over zichzelf heen te buigen.
De onderste randen van boeken.
De eigenschap niet makkelijk mee te geven, te verslechteren, uiteen te vallen of op een andere manier te veranderen.
Diepe, halfronde, geperforeerde schalen met aan de ene kant één of twee lange handvatten en aan de andere kant een haak zodat ze op de rand van een punchkom kunnen rusten. Worden gebruikt voor het zeven van sinaasappel- of citroensap dat direct in de punchkom wordt gegoten.
Lenzen waarvan de brandpuntsafstanden ongeveer gelijk zijn aan de afmeting van de film waarmee ze worden gebruikt.
Hulp- of hoofdaandrijving van luchtvaartuigen, raketten of ruimtevaartuigen die wel of niet kunnen worden gescheiden van het moederschip wanneer hun brandstof is verbruikt.
Zware stukken wapenuitrusting die aan de borstplaat zijn geschroefd en zijn gevormd naar de contouren van de linkerschouder, om ook de linkerkant van de borst en bovenarm te bedekken. De onderste rand steekt uit om ook de rechteronderarm, die de teugels vasthoudt, gedeeltelijk te beschermen. Ze werden gebruikt als versterkingsstukken voor een toernooiuitrusting.
Schoenmakerswerktuig dat bestaat uit een metalen staafje (ca. 4-5cm lang) dat naar het uiteinde toe vaak breder uitloopt en dat aan het hoofdeinde voorzien is van een groef, bevestigd in een houten hecht. Met de steekzetter wordt er tussen elke steek op de bovenrand van de schoenzool een inkerving gemaakt om de steken vast te zetten en ze beter te laten doen uitkomen.
Afneembaar stuk buis dat in aërofonen wordt aangebracht, permanent of voor een speciale speelgelegenheid, met als doel het geluid van de buislengte te veranderen of het mondstuk gemakkelijker bereikbaar te maken voor de speler.
Drinkgerei zonder handvat of voet, dat op de rand rust als het niet worden gebruikt. Komt vaak voor in de vorm van een dierenkop; gemaakt naar de Griekse ryton; gebruikt voor het begin van de vossenjacht.
Wordt gebruikt voor skeletten die geen waarneembare vormveranderingen ondergaan onder invloed van variërende belastingen.
Timmermansgereedschap dat wordt gebruikt om gebogen randen te vormen. Het bestaat uit een blad wat tussen twee handvatten in is bevestigd en wordt gebruikt als een trekmes of schaafgereedschap.
Leden van een soort kleine, beweeglijke zoogdieren van de familie der mangoesten, met een spits gezicht, kleine oren en zwart omrande ogen, die in samenwerkende groepen van 20 tot 50 dieren leven, worden aangetroffen in het zuidwesten van Afrika en makkelijk herkenbaar zijn aan de rechtstandige wachters in de groep die op de uitkijk staan voor roofdieren.
Wordt gebruikt voor de uitrusting, ontworpen voor de productie van warmte door middel van verbranding.
Witlinnen kraagje, afgezet met een sierrandje van kant. Wordt aangebracht aan de halszijde in het midden van de stola ter bescherming tegen vuil.
Brandweervoertuigen waarop waterpompen zijn geplaatst die worden aangedreven met stoom; algemene vervanger van handpompen in de tweede helft van de 19e eeuw; oorspronkelijk getrokken door paarden.
Lampen die meestal één of twee verticale pithouders hebben, die uit een stevig afgesloten reservoir steken. Gepatenteerd in 1787 door John Miles uit Birmingham, Engeland. Ze worden zo genoemd omdat de brandstof er niet uit kan lopen wanneer er tegen wordt gestoten.
Geslagen lijstwerken die doorlopen tot vlak voor de rand van het constructiegedeelte waarin ze zijn ingevoegd.
Open helmen van ijzer of staal, met een horizontale of naar beneden aflopende brede rand rondom, soms met een oogspleet. Ze werden van de 12e tot de 17e eeuw gedragen door de infanterie en belegerende krijgsmachten, minder vaak door ridders.
Projectoren waarbij de lamp naar de reflector toe of ervan af kan worden bewogen zodat de lichtbundel kan worden veranderd.
Uitstekende randen of ringen nabij de top van de hals van een fles of pot.
Mechanismen voor het maken, verbreken of veranderen van verbindingen in elektrische circuits.
Koperen, soms vernikkelde, lampen met aparte branders en reservoirs, meestal cilindervormig en op een verticale standaard gezet zodat ze omhoog en omlaag kunnen worden gebracht. Ze hebben lange rookkanalen en glazen kegelvormige of halfronde kappen. Oorspronkelijk waren het olielampen met Argandbranders, later werd de naam gebruikt voor lampen van soortgelijke vorm die volgens andere principes werken.
Verwijst naar de stijl en periode die samenvielen met de heerschappij van Süleyman I, die in Turkije bekend stond als Kanuni (wetgever) en in het westen als 'de grote', van 1520 tot 1566. Het bewind van Süleyman wordt beschouwd als het hoogtepunt van de Osmaanse politieke, economische en culturele ontwikkeling. De kunstinstellingen en begunstigingsprogramma's die tijdens zijn bewind werden opgericht, vormden een basis waarop door de twee opvolgers van Süleyman, Selim II en Moerad III, kon worden voortgebouwd. Onder Süleyman ondergingen twee belangrijke kunstinstellingen belangrijke veranderingen. De functie van hoofdarchitect werd gedurende het grootste deel van zijn heerschappij ingenomen door Sinan, die toezag op de bouw van een groot aantal religieuze, educatieve en handelsgebouwen. Sinan herstructureerde de sobere buitengevel van de Osmaanse moskee met een scala aan uitgesproken elementen, zoals portieken met een of twee ingangen, met elkaar verbonden koepels en semikoepels en een nieuw type slanke, potloodachtige, hoge minaret. Deze stijl komt het beste tot uitdrukking in de Selimiye-moskee van Sinan in Edirne (1569-1575). Onder Süleyman brachten twee vestigingen van de koninklijke ontwerpstudio een synthese teweeg van de nieuwe Osmaanse keizerlijke stijl in decoraties en boekillustraties. Iznik-tegels uit deze periode worden als uniek beschouwd wat betreft de veelzijdigheid en de diepte van de kleuren, met de introductie van felrood, paars, blauw en olijfgroen. Tapijten die werden vervaardigd in Ushak in zuidelijk Anatolië, werden complexer en kregen een meer gecontroleerd patroon, met rijkere, fluweelachtige oppervlakken.
Inkt vervaardigd uit gebrand naaldhout of uit roet van raapzaadolie, dat met lijm of appret tot een blokvorm wordt gebonden. Het blok wordt vervolgens over een inktsteen gewreven en met water gemengd tot de gewenste opaciteit voor de inkt is bereikt.
Reddingsboten die zijn ontworpen om door de branding te water gelaten en op het strand neergezet te worden. Ze zijn over het algemeen aan voor- en achterzijde gelijk met een aanzienlijke zeeg, hoge stevens, een buitenboordroer en soms tuigage voor zeilen; vroegere modelen werden nog geroeid, maar nieuwere beschikken over een hulpmotor. Geen Nederlands equivalent. Zie 'reddingsboten'.
Lange, brede, drijvende planken van meestal zo'n 1,50 tot 1,80 m lang en 0,90 m breed op het breedste gedeelte en meestal met lichte rondingen, vooral aan de voorkant, om op de branding mee te surfen.
Verwijst naar de werktuigproducerende cultuur uit het Laat-Paleolithicum, die zich ten tijde van de Aurignac cultuur concentreerde in Oost-Europa. De cultuur kenmerkt zich door naalden, boorders, bladvormige punten, Levallois scherven, randschrabbers en kopschrabbers.
Kleine dameswerktafels in de klassieke uitvoering, met randen rondom het tafelblad en rondom de plank die de poten verbindt, zodat hier ondiepe 'bakjes' ontstonden waar chiffons (reepjes lint en stof) en ander naaiwerk kon worden bewaard. Ze waren vierkant of rond en hadden meestal drie laden, waarvan de bovenste soms met schrijfgerei was uitgerust.
Benaming voor Franse tafels met een diepe rand of strook rondom het tafelblad.
Cilinder- of spoelvormige ringen met doorboorde of opengewerkte kanten of randen die worden gebruikt voor het steunen van warme borden en het beschermen van de oppervlakte eronder.
Lampen met een tamelijk korte steel, waardoor ze makkelijk op tafels of andere meubels kunnen staan. De benaming wordt vooral gebruikt om te verwijzen naar de 18e-eeuwse lampen die op traanolie en samengestelde brandsoffen branden en meestal de traditionele glaswerk-op-steel verhoudingen van bovenstuk, steel en voet volgen, waardoor ze vaak lijken op drinkglazen met een voetje uit dezelfde periode.
Steenhouwersbeitels met een getande snijrand.
Getande schijven, kegels, cilinders of andere onderdelen van een mechaniek die zijn ontworpen om in soortgelijke getande onderdelen te passen voor bijvoorbeeld het overbrengen van kracht en het veranderen van snelheid of richting.
Beschermende hoofddeksels voor tankbemanningen. Metalen of kunststof bol met stootrand; soms voorzien van luchtgaten. Beschermen tegen stoten, projectielen en zijn voorzien van de mogelijkheid tot het aanbrengen van verbindingsapparatuur.
Sluitkommen bevestigd in de rand van een deurstijl en die een diepere nis in het raamwerk omsluiten.
Verwijst naar het procedé van het maken van zware wandtapijten, geweven stoffen die worden gekenmerkt door ornamentele of picturale dessins en die aan muren worden gehangen, gordijnen, stoffering, of stoffen om aan vensters of balkons te hangen. Het procedé wordt uitgevoerd op een weefgetouw voor tapijten en verschilt van het weven van overige stoffen doordat de inslag alleen naar de schering gaat aan de rand van een bepaalde kleur of een bepaald patroon in het dessin, en niet van de ene naar de andere rand van de hele stof gaat. Er wordt gebruik gemaakt van verschillende technieken voor het mengen en laten overlappen van kleuren om schaduwen en patronen te creëren. Details van het dessin worden vaak beschilderd of geborduurd.
Hout van de boom behorende tot de soort Tectona grandis, inheems in Birma en Thailand, en op Java. De kleur varieert van goudbruin tot donkerbruin met vrijwel zwarte vlekken, en het hout geurt vaag naar leder. Teak is hoogwaardig materiaal voor de scheepsbouw en voor schrijnwerk, en als fineer voor interieuronderdelen.
Wordt gebruikt voor de manier waarop een handeling wordt uitgevoerd of de methode waarmee dat gebeurt. Gebruik 'procédés' wanneer er in het algemeen wordt verwezen naar de verrichtingen die worden uitgevoerd of de procedures die worden gevolgd teneinde een bepaald resultaat te bereiken, en ook voor werkingen of veranderingen die plaats vinden in materialen of objecten.
Tekenhulpmiddelen met rechte kanten die, ten opzichte van de rand van een tekenbord, in ieder gewenste hoek kunnen worden gezet.
Voorwerpen die bestaan uit twee armen die aan elkaar vastzitten onder een loodrechte hoek. Meestal gemaakt van hout, metaal, plastic of een combinatie van deze materialen. Worden gebruikt om rechte hoeken te tekenen of om de haaksheid van de zijden, randen of oppervlakken te controleren.
Diverse lenzen waarvan de brandpuntsafstand aanzienlijk groter is dan de diagonaal van het negatief in de samenstelling waarin het wordt gebruikt.
Brandverklikkers die hitte waarnemen zodra die voldoende is om de aanwezigheid van open vuur aan te geven.
Apparaten die gebruik maken van de verandering van elektrische weerstand in metaaldraad om druk te meten.
Verwijst naar de periode van de Tagar-fase waarin de koergans aanzienlijk variëren. Er zijn grote constructies met monumentale grafgedeelten die zijn gebouwd van steen met muren van een meter dik en anderhalve meter hoog. In het midden bevindt zich een grote graftombe die bestaat uit een uitgebreide houten constructie van twee verdiepingen, met een dak van boomstammen, die de resten bevat van enkele tientallen lichamen. Alle graftomben zijn in brand gestoken, de constructies zijn verkoold en op de meeste plaatsen tot as vergaan. Andere graftomben hebben kleinere grafruimten van platte stenen die rechtop in de grond zijn geplaatst, en die ofwel tegen elkaar aan zijn gebouwd, ofwel van elkaar zijn gescheiden door middel van een smalle tussenruimte en slechts een enkele graftombe bevatten. Sommige graftomben kunnen in de ruimten tussen grafgedeelten zijn geplaatst of in de ruimte tussen de belangrijkste graftombe en de muur van het grafgedeelte. In beide gevallen zijn de schedels van de overledene doorboord, bedekt met een kleilaag en beschilderd.
Theeketels met een bijbehorend onderstel en brander om het water in de ketel warm te houden.
De vorm van boeddhisme die wordt beoefend in de Zuid-Aziatische landen Sri Lanka, Myanmar, Cambodja, Thailand en Laos. De leer van Theravada is relatief onveranderd sinds de 3de eeuw v. Chr. en is gebaseerd op de 'tipitaka' of Pali Canon, die een conservatieve interpretatie van de leer van Boeddha bevat. Theravada onderscheidt zich hoofdzakelijk van het latere Mahayana in de afwijzing van bodhisattva's. Hoewel het uiteindelijke doel van Theravada ligt in het worden van een 'perfecte heilige' of 'arhat', kunnen gewone gelovigen geen werkelijke verlichting bereiken. Werkelijke verlichting kan alleen worden bereikt door in te treden in een religieuze orde, en zelfs dan is het bijna onmogelijk om een Boeddha te worden.
Weerstand tegen blijvende veranderingen in eigenschap uitsluitend veroorzaakt door warmte.
De verandering van een stof of een lichaam in lengte of volume als gevolg van temperatuursverandering.
Kleine bekers met een klokvormige kom, waarvan het onderste gedeelte is versierd met een rand die doet denken aan een distel; oorspronkelijk afkomstig uit Schotland. Ook bekers op voet waarvan de cuppa de vorm heeft van een distel, vervaardigd in de 16e eeuw. Geen Nederlands equivalent.
Een oud-Grieks type wierookbranders of kleine wierookaltaars gemaakt van brons, zilver of terracotta; de geparfumeerde rook van de wierook ontsnapte door decoratieve openingen. Thymiateria waren functionele voorwerpen maar zijn misschien ook als offerandes in graftombes geplaatst.
Kaarsen met een schaalverdeling om het tijdsverloop weer te geven gedurende het branden van de kaars.
Lampen met houders of reservoirs met merktekens erop om het verloop van tijd weer te geven naar aanleiding van het dalen van het brandstofniveau. Het zijn meestal tinnen Cardanlampen met een glazen reservoir of kleine, glazen petroleumlampen met cilindervormige houders waarop de uren staan aangegeven.
Techniek van het nemen van een serie foto's met vastgestelde intervallen om veranderingen vast te leggen die langzaam in de tijd plaats hebben, zoals de groei van een plant. Worden meestal afgespeeld als film.
Wordt gebruikt voor de kleurvariatie die wordt geproduceerd door veranderingen in intensiteit of waarde.
Verschillende soorten hoeden gebaseerd op Beierse en Oostenrijkse Tiroler hoeden, gewoonlijk van vilt, met een rand en een enigszins spits toelopende bol, vaak met een lint of koord rond de bol met een veertje erin.
Verwijst naar een type stilleven met rookgerei, zoals tabakspijpen, smeulende henneppitten en komforen met brandende kolen. Meestal zijn ook kruiken bier of glazen wijn afgebeeld.
De hiërarchie Toestanden en Invloeden bevat descriptoren voor fysieke kenmerken die zichtbaar zijn in of op materialen of objecten en die het gevolg zijn van bepaalde fysieke omstandigheden of spontane fysische of chemische veranderingen. Relatie tot andere hiërarchieën: descriptoren voor processen van fysieke verandering zijn te vinden in de hiërarchie Procedures en Technieken. Sommige van die descriptoren kunnen zowel de procedure als het effect aanduiden (bijvoorbeeld corrosie). Descriptoren voor vormen of effecten die opzettelijk zijn toegevoegd aan objecten als ornament (bijvoorbeeld luchtkleppen) zijn te vinden in de hiërarchie Ontwerpelementen.
Hamers met een achthoekig of rond slagvlak, afgekante nek en een pen met dikke ronde randen. Wordt gebruikt als aambeeld wanneer hij achter de kop van een klinknagel of spijker wordt gehouden om deze recht te houden terwijl de punt wordt geslagen.
Wordt gebruikt voor ronde lijsten waarbij het voornaamste lijstwerk bestaat uit een slinger die helemaal rondloopt, of uit een ornamentele lijst die vaak is versierd met een plat lijstwerk of decoratieve staven aan de binnen- en buitenrand.
Kleine hoofddeksels die door mannen en vrouwen zijn gedragen in diverse perioden en landen. Ook gebruikt voor kleine randloze hoeden.
De gedraaide strengen vezelig materiaal waarop de katernen van een boek zijn genaaid. Te onderscheiden van 'naairiemen'; dit zijn smalle stroken ongelooide of bewerkte huid die voor hetzelfde doel gebruikt werden tot tegen het einde van de zestiende eeuw. Ook te onderscheiden van 'naaibanden'; dit zijn smalle stroken dicht geweven stof die voor hetzelfde doel geschikt zijn. Tevens onderscheiden van 'ribben (boekbandonderdelen)'; dit zijn de opstaande randen over de rug van een boek, die de plaats aangeven van de koorden onder de omslag.
Verwijst naar de periode die de Trân-dynastie markeert (1225-1400 CE) en die wordt gekenmerkt door een sterke heropleving van boeddhistisch geïnspireerde kunst en politieke stabiliteit. In de beeldhouwkunst laat deze periode een combinatie zien van Chinese stijlen, zoals weerspiegeld in het gebruik van het lotusvoetstuk en draperieën, en van Cham-stijlen, zoals weerspiegeld in de overheersing van symmetrie en ranke, ritmische constructies, en in gelaatstrekken zoals grote ogen, een hoge neus en dikke lippen. Naturalistische stenen figuren van dieren op graflocaties komen veel voor in deze periode. Een voorbeeld is de graftombe van koning Tran Hien Tong (1329-1341 n. Chr.) met een rustende waterbuffel en een hond. De architectuur van deze periode imiteert de vormen die werden gebruikt tijdens de Ly-dynastie en wordt gekenmerkt door (bak)stenen constructies, lage buitenmuren die zijn versierd met beeldsnijwerken in bas-reliëf van bloemen, bladeren, golven en wolken, hogere buitenmuren met afbeeldingen van draken, heiligdommen, deuren van ijzerhout en zalen waarin wierrook wordt gebrand.
Een patroon waarin een serie kleine rechte hoeken een tredeachtige rand produceren, meestal een paar treden omhoog en daarna omlaag.
Stoelen die in een trapje kunnen worden veranderd.
Weefgetouwen waarbij men de vakken kan veranderen door op een pedaal te trappen.
Genre dat doorgaans te vinden is in de literatuur en in het theater. Menselijke gebeurtenissen, zoals geboorte, dood, aftakeling, veroudering, rampspoed, liefde, huwelijk en familie, waarmee individuen en groepen te maken krijgen, worden op serieuze wijze behandeld. Het genre, dat zijn oorsprong vindt in het oude Griekenland, ontwikkelde zich in een strakke vorm, met een koor, een heroïsch personage en mythen, waarbij de nadruk zwaar op universele ethiek of thema's lag. In de loop der tijd is het criterium voor wat een tragedie is, veranderd. In de 19de en 20ste eeuw wordt een tragedie gekenmerkt door psychologische corruptie, ontgoocheling, isolatie en persoonlijke verantwoordelijkheid.
Verwijst naar de kunst en bepaalde artefacten van kleinschalige gemeenschappen. Met deze categorie bedoelt men meestal het werk van Native Americans en inwoners van Oceanië en Afrika ten zuiden de Sahara. Makers van inheemse kunst zijn als volgt te definiëren: 1. ze zijn politiek en economisch geïsoleerd van geavanceerde beschavingen; 2. ze maken gebruik van mondelinge overlevering en niet van schriftelijke; 3. ze leven in kleine, onafhankelijke bevolkingsgroepen, meestal in dorpen met niet meer dan een paar honderd inwoners in een sfeer van persoonlijke sociale interactie en informele sociale controle; 4. ze hebben een laag arbeidsniveau en weinig ambachtelijke specialisatie; 5. ze voorzien in hun levensonderhoud door jacht, visserij, het verzamelen van eetbare producten en/of kleinschalige landbouw; 6. ze gebruiken weinig technologie, behalve handgereedschap, vaak van steen en niet van metaal, en 7. culturele veranderingen verliepen traag tot het contact met Europeanen.
Dameswerktafels met een blad met verhoogde rand, soms ook met planken. De naam komt van tricoter, breien, maar de tafel wordt gebruikt voor verschillende soorten naaiwerk. Een 19e-eeuwse term die voornamelijk voor 18e-eeuwse meubels wordt gebruikt.
Blaasinstrumenten met een telescopische schuif waarmee de lengte van de buis veranderd kan worden, cilindrische boring, cupmondstuk.
Blokken of platen van steen of beton die op hun kant worden geplaatst, waardoor een opstaande rand ontstaat die als stoeprand kan worden gebruikt. Kan recht of gebogen zijn.
Glazen tafellampen met dubbele houders en branders op een enkele standaard en voetstuk.
Russische kopjes voor wodka, vaak met een horizontaal handvat op gelijke hoogte met de rand.
Schrijfplanken, kenmerkend voor shoin-architectuur, die naar buiten staken over de aangrenzende veranda, soms vanuit een erkerraam.
Verwijst naar de stijl in de Engelse architectuur en binnenhuisarchitectuur in de eerste helft van de 19de eeuw en opnieuw in het begin van de 20ste eeuw. De architectonische vormen en decoratieve motieven, voortgekomen uit de binnenlandse architectuur van de Tudor-periode (1485-1547), bevatten onder meer in ruitjespatronen aangebracht metselwerk, vakwerk, gebrandschilderd glas en tudorrozen,dikwijls gecombineerd met gotische elementen.
Anatolische bidkleden die worden gekenmerkt door twee achthoekige vormen in het patroon die aan de boven- en onderkant vanaf de rand het kleed opkomen.
Marmerpapier dat zo is geprepareerd dat rond de kleurvlekjes schelpachtige ringen ontstaan, in het midden donkerder dan rond de randen; het effect ontstaat door toevoeging van olie aan de kleur.
Camera's met twee lenzen die dezelfde brandpuntsafstand hebben. Eén wordt gebruikt om te zoeken en scherp te stellen, de andere wordt gebruikt om de film te belichten. De lenzen zijn boven elkaar geplaatst.
Het vergroten van een rond gat, zoals bijvoorbeeld in een stuk metaal, met een werktuig met een roterende snijrand.
Het smelten of samensmelten van erts, hetgeen vaak gepaard gaat met een chemische verandering, meestal om het metaal te scheiden.
Cement dat wanneer het wordt gemengd met water, in een pasta massa verandert die de neiging heeft om na gebruik in volume toe te nemen, in grotere mate dan portlandcement. Het wordt gebruikt als compensatie voor de vermindering in omvang die ontstaat door krimpen of voor het creëren van rekspanning in wapening van beton.
Verwijst naar de paleolithische stijl en cultuur die is genoemd naar de Baai van Uluzzo aan de hiel van Italië, en die voorkwam van het zuiden tot aan het noorden van het schiereiland. Deze stijl wordt gekarakteriseerd door kenmerkende randschrabbers, en (minder vaak voorkomend) kopschrabbers en naalden. Sommige onderzoekers brengen deze cultuur in verband met de Homo sapiens neanderthalensis.
Archeologische term die verwijst naar stenen gereedschappen waarbij slechts aan één zijde flinters (afslagen) van een rand zijn geslagen.
Een standaardinterface voor randapparatuur, voor het aansluiten van apparaten als muizen, toetsenborden en camera's op personal computers. De term 'USB' wordt gebruikt om te verwijzen naar zowel de standaard als het aan te sluiten apparaat en de poort.
Verwijst naar een cultuur uit de Late Bronstijd die zich voordeed in de 12de eeuw v. Chr. in het oosten van Midden-Europa en Noord-Italië, en die zich verspreidde over Oekraïne, Sicilië, Scandinavië, Frankrijk en het Iberisch schiereiland.Deze cultuur is genoemd naar de gewoonte om de verbrande resten van de overledenen te bewaren in urnen, in zowel vlakke graven als ronde grafheuvels. De cultuur kenmerkt zich door versterkte nederzettingen, opvallend aardewerk en metalen gietvormen, gesmeed bronzen wapentuig, en slagzwaarden met opstaande randen om het handvat te beschermen.
Aanduiding voor oude Romeinse plaatsen voor het verbranden van lijken.
Wordt gebruikt voor de lokale stijl van bouwen waarin de ruimten die tussen het zware ondersteunende constructiehout zitten worden gevuld met baksteen, horde en lik of ander materiaal. Wordt ook gebruikt als omschrijving voor gebouwen met een kunsthouten rand aan de buitenste muur, zodat het een vakwerk constructie lijkt.
De betrekkelijke onafhankelijkheid van de waargenomen kleur van het voorwerp van veranderingen in kleur van de lichtbron.
Beschermende brillen voor de ogen die speciale lenzen hebben met beschermdelen aan de zijkanten en soms beschermranden of oogbuizen. Kunnen bestaan uit twee lenzen of een enkel frame dat op zijn plaats wordt gehouden door twee zijstukken die achter de oren worden geplaatst of door een riem die om het hoofd wordt gedaan.
Fotografische film met een ondergrond van celluloseacetaat, triacetaat of polyester, die niet spontaan kan ontbranden.
Lampen met eigenschappen die ervoor zorgen dat vluchtige brandstoffen veilig kunnen branden.
Randloze hoofddeksels met klep; gemaakt van textiel, vaak kaki van kleur. De bol sluit strak om het hoofd aan. Gedragen te velde, naast de helm.
Verwijst naar een grote groep 15de- en 16de-eeuwse metalen voorwerpen, hoofdzakelijk afkomstig uit Europese verzamelingen, die ooit werden toegeschreven aan moslimkunstenaars die in Venetië werkten. Veneto-Saraceense metaalproducten werden vooral in het huishouden gebruikt. Voorbeelden zijn kommen, bolvormige wierookbranders, kandelaars en dienbladen. Ze zijn vervaardigd uit koper of brons en ingelegd met geometrische of arabeske motieven in zilver, soms met sporen van goud. Vaak werd er ook een zwarte stof aan toegevoegd. De term wordt soms onnauwkeurig gebruikt om te verwijzen naar voorwerpen die zijn gedecoreerd met figuratieve ornamenten en westerse heraldische wapens. In de 19de eeuw duidde Lavoix de voorwerpen populair aan als Veneto-Saraceens. Zijn theorie dat islamitische metaalwerkers in Venetië werkten en Italiaanse ambachtslieden hadden geleerd te werken in de islamitische stijl werd evenwel bestreden in 1970, toen Huth in twijfel trok dat gildebepalingen buitenlandse ambachtslieden zouden hebben toegestaan om op Venetiaans grondgebied te werken. Er zijn nog geen documenten boven water gekomen die een van deze theorieën bevestigen of weerleggen, en het is vaak lastig om islamitische originelen van westerse kopieën te onderscheiden. Auld heeft drie subgroepen geïdentificeerd: Turkmeens, mammeluks en westers.
Dunne staven van gegoten lood, met of zonder groeven, die worden gebruikt in openslaande ramen of gebrandschilderde ramen om de verschillende stukken glas op hun plaats te houden.
Apparaten die toegepast zijn op aërofonen en hoofdzakelijk op koperen instrumenten, om de lengte van de buis met een vastgestelde hoeveelheid te veranderen tijdens het spelen.
Een of verscheidene bedrukte bladen of stroken die zijn ingevoegd om een gedeelte van het oorspronkelijke gedrukte materiaal te vervangen die als gevolg van fouten of gebreken zijn veranderd. Te onderscheiden zich van 'cancellandums', ofwel het blad of de bladen die zijn verwijderd.
Elke verandering in de kleur van een voorwerp.
Formele documenten die aangeven dat persoonlijk eigendom van eigenaar verandert.
Een methode om metaal of glas in een vorm te gieten. De holte hiervan, ook wel het positief van de te maken vorm genoemd, wordt in was gevormd en deze was wordt vervolgens gesmolten of weggebrand en tenslotte vervangen door gesmolten metaal of glas.
Een groep glimmerachtige kleimineralen die nauw zijn verwant aan chloriet en montmorilloniet. Vermiculiet ontstaat door de veranderingen van biotiet en flogopiet op de plaats waar het verweert.
Voorwerpen die de identiteit verbergen of het uiterlijk veranderen van een object of persoon.
Tekenhaken waarvan één rand een hoek heeft van 45 graden. Worden gebruikt om verstekverbindingen te ontwerpen.
Voegen die worden gevormd door twee planken met schuin aflopende randen.
De verhouding tussen de verandering in grootte of vorm van elementen onder spanning tot de oorspronkelijke grootte of vorm van die elementen.
Het beïnvloeden door weersomstandigheden van veranderingen in de kleur, de textuur, de samenstelling of de vorm van een voorwerp.
Trapvormige veranderingen in de contouren van een object, zoals het overgangsgedeelte van een fles tussen de smalle hals en de bredere buik.
Borgstellingen waarmee een aannemer zijn opdrachtgever garandeert dat de bouw overeenkomstig de contractvoorwaarden zal worden opgeleverd.
Wonderbaarlijke verandering waarbij, volgens de rooms-katholieke en de oosters-orthodoxe dogmata, de eucharistische elementen tijdens de consecratie veranderen in het lichaam en het bloed van Christus terwijl ze alleen het uiterlijk van brood en wijn behouden.
Lampen met een Argandbrander waarin de centrale luchtstroom door een gleuf in de cirkelvormige pit wordt geleid in plaats van door een buis, met een glazen houder om de hitte van de vlam van het zeer vluchtige kamfermengsel waar deze lampen op branden, weg te houden. De brander heeft zowel zonne- als knoopdeflectoren. Ze zijn in Engeland ontworpen door James Young.
Elke lamp die op vet brandt.
Kleine slaapkamertafels, vaak geschraagd, met een tafelblad met brede rand en soms één of meerdere planken, waar een man de inhoud van zijn zakken op kan legen wanneer hij zich uitkleedt. Ze werden voor het eerst gemaakt in Frankrijk, rond 1720, en werden tegen het einde van de 18e eeuw eveneens populair in Frankrijk.
Passe-partouts voor het maken van gravures, tekeningen, foto's of andere afbeeldingen met vervloeiende omtrek. Term ook gebruikt voor die afdrukken zelf en voor andere tweedimensionale beeldende werken met vervloeiende randen.
Stalen handgereedschap met tanden of opgerichte schuine randen. Worden gebruikt voor uitschuren, herstellen of gladmaken van metaal of hout.
Basalt waarvan de chemische samenstelling na verloop van tijd is veranderd in een type zeepsteen dat zwartachtig groen is wanneer het wordt opengespleten. Het wordt gevonden in de regio's Blue Ridge en Piedmont in Virginia.
Verwijst naar oud-Griekse schotels met een voet, versierd met realistische afbeeldingen van zeedieren. Deze populaire borden werden gebruikt om vis op tafel te serveren en zijn gemaakt van de vroege 4de eeuw v. Chr. tot ver in de hellenistische periode, niet alleen in Attica maar ook in de Griekse kolonies in het zuiden van Italië. Atheense schilders richtten de buik van de vissen altijd naar de rand van het bord terwijl Zuid-Italiaanse schilders ze juist met hun buik naar het midden afbeeldden. Sommige visborden bevatten afbeeldingen van zeevoedsel die zijn gerangschikt rond een centraal sausbakje. Androkydes van Kyzikos was een van de weinige visbordschilders die hun werk signeerden.
Lampen die op visolie branden, meestal met een eenvoudig model zoals '@pan lamps' en '@crusies'.
De mate waarin het uiterlijk van de zichtbare omgeving verandertt door een ontwikkelingsproject of planningbeleid. Omvat ook de reactie van de toeschouwer hierop.
Verf die is vermengd met metaaloxiden en vaak ook met azijn, en opgelost met een verdunningsmiddel op basis van alcohol of Arabische gom. Wordt gebruikt voor het maken van gebrandschilderd glas.
Platte, poreuse dakpan met 2 evenwijdige randen, waarvan de één convex is en de ander concaaf, zodat er een aantal met de randen aan elkaar kunnen worden gezet tussen daksparren, binten en dergelijke.
Draagbare of vervoerbare wapens die lange, brandende stralen vloeibare of halfvloeibare brandstof onder druk kunnen afschieten.
Type carbonzwart dat wordt gemaakt door verbranding van koolteer, minerale oliën of een ander soortgelijk materiaal, hetgeen resulteert in een carbonzwart van tamelijk inferieure kwaliteit. Als pigment is het bruinachtig van kleur en bevat het vaak olieachtige onzuiverheden.
Bijl uit de Midden Bronstijd, opvolger van de hielbijl. Een houten steel werd met touwen bevestigd tussen twee opstaande, gevleugelde randen.
Wordt gebruikt voor ondoordringbare, vaste barrières die uit de oever van een rivier zijn gebouwd om de stroom een andere richting te geven waardoor de bodem minder of juist meer wordt weggespoeld. Gebruik 'strandhoofden (erosiebeschermingswerken)' voor dergelijke bouwconstructies langs de kust; gebruik 'havendammen (erosiebeshermingswerken)' wanneer zulke constructies zijn gebouwd om dichtslibben te voorkomen.
Fijnstof dat ontstaat door fijne scheiding na de verbranding van verpulverde steenkool of hout, vaak uitgestoten als luchtverontreiniging bij elektriciteitscentrales en fabrieken. In de Verenigde Staten wordt vliegas tegenwoordig ingesloten en opgevangen; wordt gebruikt als vulstof in baksteen en beton.
Wordt gebruikt voor daken waarbij twee hellende dakvlakken met overhangende randen onder dezelfde hoek naar beneden lopen en een kiel vormen.
In de werktuigbouwkunde de belasting waarbij een vast stof die wordt uitgerekt, begint te vloeien of permanent van vorm begint te veranderen, gedeeld door de oppervlakte van zijn oorspronkelijke dwarsdoorsnede; ook de hoeveelheid belasting in een vast lichaam bij het begin van permanente vervorming.
Instrumenten die de temperatuur meten door gebruik te maken van het gegeven dat de fysieke eigenschappen van stoffen veranderen al naar gelang met de mate van verwarming.
Term die wordt gebruikt voor het beschrijven van pigmenten of verfstoffen die vervagen of van kleur veranderen als gevolg van de werking van licht. De term verwijst niet naar kleurveranderingen die worden veroorzaakt door chemische reacties met de atmosfeer of omgevingsmaterialen.
De zijkanten of randen langs een weg, onverschillig aan welke kant, met name dat gedeelte waar voertuigen kunnen parkeren in noodsituaties.
De eigenschap van een kleurstof niet te veranderen als die nat wordt.
Bij dakdekking, stroken hout die bevestigd worden aan de bovenkant van daksparren bij de dakranden; hierdoor wordt de zoom van de dakrand verhoogd en ontstaat er een onderbreking van de daklijn.
Een set '@striplights' op de voorste rand van het toneel, bedoeld om schaduwen op gezichten die door de bovenverlichting worden veroorzaakt, te verzachten en sfeerlicht van onderen te geven.
Waterdichte membranen langs daken of andere vlakke oppervlakken, die tegen de intersectie met verticale oppervlakken liggen en deze overdekken, zoals schoorstenen of balustraden, de blootliggende bovenste rand is gewoonlijk bedekt door loodslabbe.
Kraters met handvatten in de vorm van een voluut, die vanaf de schouders tot boven de rand lopen. In de zwartfigurige stijl zijn deze kraters zeldzaam, maar in de roodfigurige komen ze veel voor.
Handlampen met zeer kleine houders van geblazen glas met druppel- of kurken drijfbranders, of van metaal op schotels met dunne traanoliebranders.
Metalen platen op bepaalde salades en gesloten helmen, die over de schedel heen buigen tot aan de rand van de wenkbrauwen en die dienen als extra bescherming van het voorhoofd. De eerste typen uit de eerste helft van de 15e eeuw bestonden uit één zware, gebogen, gepunte plaat, die was vastgeklonken aan de schedel van de helm. Tegen het einde van de 15e eeuw werd een afneembare vorm, gemaakt van twee platen, ingevoerd die tot halverwege de 16e eeuw in gebruik bleef op Duitse toernooihelmen.
Grote manden die gebruikt worden om iets in te bewaren. Wordt vooral gebruikt met betrekking tot manden met een deksel en met vierkante of ronde bodem en bovenrand.
Explosieve brandstof of andere energiebron waarmee een kogel, granaat, raket of ander projectiel wordt voortgestuwd.
Wordt gebruikt voor delen van een object of materiaal die gevouwen zijn, dat wil zeggen dat deze delen van het object of materiaal over elkaar heen vallen. Gebruik 'kreuken' voor randen of groeven die door middel van vouwen in een materiaal zijn aangebracht.
Smalle, dunne instrumenten, gewoonlijk met spits toelopende randen en ronde of spits toelopende uiteinden, gebruikt voor vouwen, gladstrijken, polijsten en andere bewerkingen.
Scharnieren die met een pen-en-gat verbinding vastgezet zijn in de rand van een deur en de rand van de stijl waar de rand van de deur tegenaan zal komen als deze dicht is.
Een recht of vrijheid die door een grondwet of fundamentele wet wordt gegarandeerd en die het vrij zijn van of de bevrijding uit slavernij, gevangenschap of onderdrukking door een despotische macht verzekert.
De leer en praktijken van de broederschap van de 'Vrije en geaccepteerde metselaars', 's werelds grootste geheime genootschap. De vrijmetselarij verspreidde zich door de opmars van het Britse Rijk en is nog steeds het meest populair op de Britse eilanden en in andere landen die banden hadden met het rijk. Het genootschap zou zijn opgericht voor wederzijdse hulp en vriendschap. De leden geloven dat het historische wortels heeft die zijn terug te voeren op de Romeinen, de Egyptenaren en de bouw van de piramides. De vrijmetselarij bevat tradities en rituelen die symbolen gebruiken van of verwijzen naar de gereedschappen van middeleeuwse steenhouwers, met name de winkelhaak en de passer. Net als andere ambachtsgilden in het middeleeuwse Europa ontwikkelden veel metselaarsgilden die vrijmetselaars in hun gelederen hadden uitgebreide geheime rituelen voor het overbrengen van de kennis van hun ambacht en voor de inwijding van nieuwe leden. Deze rituelen veranderden in de loop van de vroegmoderne tijd. In het 16e-eeuwse Schotland nam de vrijmetselarij elementen over van het hermetisme uit die tijd. Vanaf het begin van de 17e eeuw laten de loges ook leden toe die niet zijn betrokken bij de bouwsector.
Verwijst naar de periode van circa 2300 tot 1900 v. Chr. op het eiland Cyprus. De kunst van deze periode kenmerkt zich door platte beschilderde of ingekerfde terracottabeeldjes, vaatwerk met beelden uit het dagelijks leven langs de buitenrand, en de overheersing van roodgepolijst aardewerk.
Verwijst naar de vroegste fasen van de stijl en de periode die opbloeide in Ile-de-France ten tijde van de opkomst van een sterke Franse monarchie en de daaruit voortkomende bouwactiviteiten in het midden van de 12de eeuw en die zich verspreidde naar andere Europese centra. De stijl kenmerkt zich door de introductie van lichtere constructies, dunnere muren en meer interieurverlichting, in tegenstelling tot de zware en massieve Romaanse steunmuren.In de architectuur maakt men gebruik van spitsbogen, kruisribgewelven, meer open binnenruimtes en enorme gebrandschilderde ramen.
Archeologische term die verwijst naar stenen gereedschappen waarbij flinters zijn verwijderd aan beide zijden van een rand.
Blanke wapens die in de hand worden gedragen om de vuist en het effect van een slag te versterken door bijvoorbeeld gewicht of scherpe randen toe te voegen.
Pannen, vaak met poten, die worden gebruikt om veilig hete kolen van een plek naar de andere te bewegen, of die passen onder het rooster van een kolenkachel en als asvangers fungeren. Voor kleine emmers, meestal gemaakt van metaal, voor het bergen of dragen van kolen, gebruiken 'kolenkitten'. Voor soortgelijke gerei voor bewaren van (brandende) kolen, maar ook voor de verwarming van een kamer of het bereiden van voedsel, gebruik 'komforen'.
Houders, meestal van metaal of terracotta, in diverse vormen met een bodem bestemd voor brandende kolen. Soms met een rooster of deksel met gaatjes voor het bereiden of warmhouden van voedsel, maar soms ook voor het verwarmen van ruimten.
Wapens die de gasdruk van brandend kruit gebruiken om projectielen voort te stuwen.
Explosieve voorwerpen die meestal bestaan uit een papieren omhulsel dat een brandbaar mengsel van stoffen bevat, ontworpen om licht, geluid, rook en/of gasdruk voort te brengen. Gebruik 'siervuurwerken' voor feestelijke vertoningen van licht, geluid en rook.
Beeldende of ornamentele vertoningen van licht, geluid of rook die worden voortgebracht bij het gebruik van explosief materiaal dat meestal is opgebouwd uit een papieren huls die een brandbare stof bevat, een oxyderend middel en soms een metaalzout voor kleureffect. Voor het explosieve gedeelte wordt de term 'vuurwerk' gebruikt.
Weefsels die als voorbeeld zijn gemaakt om verschillende randen, patronen en kleuren te laten zien.
Orde van ongeveer 80 soorten in 10 bestaande families. De leden van deze orde zijn bijna volledig aangepast aan het leven in het water. Ze hebben een spoelvormig (gestroomlijnd) lichaam, voorste ledematen die in flippers zijn veranderd, zeer kleine rudimentaire achterste ledematen die niet aan de ruggengraat vastzitten en verborgen liggen in het lichaam en een staart met een horizontale vin. De dieren hebben bijna geen haar. Een dikke laag blubber zorgt voor isolatie. De meeste soorten hebben een grote intelligentie.
Lampen die op walvisolie branden, met name de kleine metalen of glazen lampjes met walvisoliebranders.
Verwijst naar ambachtslieden die wandtapijten vervaardigen: zware stoffen wandbekledingen versierd met karakteristieke decoratieve patronen of voorstellingen, en geweven via een procedé dat afwijkt van het gewone textielweven; de weefdraad loopt namelijk slechts tot aan de schering langs de rand van een bepaalde kleur of een bepaald patroon in het ontwerp, en dus niet van rand tot rand over de gehele lengte of breedte van de stof.
Verwijst naar zwaar, geweven textiel dat als wandbekleding, gordijn of meubelbekleding wordt gebruikt, of vanaf een raam of balkon omlaag hangt. Kenmerkend voor tapisserieën is het decoratieve karakter, met ornamentele of picturale thema's; vaak zijn ze voorzien van geschilderde of geborduurde details. Meestal zijn tapisserieën van wol en met de hand geweven op een weefgetouw, met een procedé dat afwijkt van het normale textielweven: de inslag reikt slechts over een gedeelte van de schering, namelijk tot de rand van een bepaalde kleur of patroon in het ontwerp, en dus niet van rand tot rand. Voor het mengen en combineren van kleuren van schaduwpartijen en patronen worden diverse technieken gebruikt. De term verwijst tevens naar machinaal vervaardigde imitaties van met de hand gemaakte wandkleden.
Spanning die in een bepaalde hoeveelheid materiaal wordt ontwikkeld ten gevolge van temperatuurveranderingen wanneer het materiaal niet in de vereiste mate kan uitzetten of inkrimpen.
(Ondiepe) kommen met een ronde verhoging of knop in het midden, waardoor de vloeistof bij de rand wordt gehouden, bijvoorbeeld voor libaties. Soms past er een lampetkan met een holte in de bodem op het uitstekende gedeelte.
Manden of mandachtige houders die voornamelijk zijn bestemd om wasgoed in te dragen; vaak ovaal of rechthoekig, en meestal met twee hengsels aan de rand.
Lage strooien dameshoeden met een omhoogstaande rand aan de achterkant, die op hun plaats worden gehouden door een hoedenband die meestal met bloemen is versierd. Ze figureren regelmatig op schilderijen van Watteau.
Wordt gebruikt voor weegschalen met een vast draaipunt en een verschuifbaar tegenwicht waarvan de afstand langs een horizontale balk met een schaalverdeling kan worden veranderd, om een voorwerp in evenwicht te houden dat aan een punt uit het midden is opgehangen, meestal op een schaal of aan een haak; gebruik 'desemers' voor weegschalen met een vergelijkbare vorm maar met een vast tegenwicht en een verschuifbaar draaipunt.
Verwijst naar een effect bij textiel dat ontstaat door het weven van scheringdraden in één kleur en inslagdraden in een contrasterende kleur. Gevolg is dat de stof, vaak zijde of een andere glimmende stof, van kleur verandert wanneer deze vanuit een ander gezichtspunt wordt bekeken.
In het algemeen te gebruiken voor het verwijderen of verkleinen van een laag of rand van een materiaal of object. In verband met het boekbinden specifiek te gebruiken voor het proces waarbij de vleeszijde van het leer dat de platten bedekt, wordt weggesneden of geschoren, of waarbij de randen van dat leer worden afgeschuind zodat het netjes om de platten valt.
Fototoestellen voor eenmalig gebruik met een lens met vast brandpunt en een beperkt aantal opnames. De film, meestal 35 mm, is op voorhand in de camera geïnstalleerd. Sommige wegwerpcamera’s beschikken ook over een ingebouwde flits.
De meestal halfronde, overhangende randen van aantreden.
Verwijst naar de periode en cultuur uit de Vroege Bronstijd die tot ontwikkeling kwam in het Engelse Wessex, en die wordt gekarakteriseerd door kenmerkende grafheuvels waarin begraven of verbrande overledenen, en overvloedige, gevarieerde grafgeschenken, met name gedecoreerd aardewerk, metaalwerk, wapens, waaronder dolken, en persoonlijke sieraden, gemaakt van niet-lokale materialen.
Zeer grote loofbomen die inheems zijn in het noordwesten van Noord-Amerika. Elders plant men ze tegenwoordig als sierbomen. In sommige classificaties een ondersoort van Populus balsamifera. Het is de eerste boom waarvan het genoom volledig is gesequencet. Van de boom maakt men timmerhout, en extracten van de geurige knoppen gebruikt men in parfums, medicijnen en cosmetica. De indianen uit de noordelijke gebieden aan de westkust van Noord-Amerika gebruikten de binnenbast als voedsel en medicijn; de salicoside in de bast is een ontstekingsremmer waarmee men o.a. wonden kan verzorgen. Het hout, de wortels en de schors van de boom gebruikte men als brandhout en om kano's, touw, visfuiken, manden en bouwconstructies te maken. Het gomachtige sap werd als lijm gebruikt en om voorwerpen waterdicht te maken.
Verwijst naar de aardewerkstijl die werd gevonden op Cyprus, van de Vroeg-Cypriotische periode die begon rond 2.300 v. Chr. tot aan de Geometrische periode die eindigde rond 750 v. Chr. Hoewel de stijl in de loop der tijd veranderingen onderging, kenmerkt deze zich in het algemeen door met donkere verf op een witte of lichte achtergrond gedecoreerd aardewerk.
Quilts waarvan de bovenkant uit een enkel stuk stof is vervaardigd - dus geen patchwork of appliquéwerk - en uitsluitend met doorstikwerk is versierd; soms is een andere stof als rand of achterkant gebruikt. Geen Nederlands equivalent.
De elementen van verlichtingsmiddelen, meestal koorden, linten of hulzen van los geweven, gedraaide of gevlochten vezels, die brandstof naar de vlam voeren door middel van capillaire werking.
Ronde raamwerken van hout, metaal of een ander hard materiaal, meestal met nokken of tanden op de rand om bij machinerie of een mechanisch apparaat kracht en beweging over te brengen of te wijzigen.
Korrels van gom en soms van kruiden die bij verbranding een welriekende geur verspreiden. Wierook wordt vaak gebruikt als offerande, of bij geloofsrituelen. De term kan ook verwijzen naar de rook die wordt geproduceerd bij het verbranden van wierook.
Soort, inheems in het westen van Noord-Amerika, in het gebied dat reikt van het midden van West-Oregon tot het noordwesten van Mexico. De soort wordt 40-60 meter hoog en heeft een stamdiameter van maximaal 3 meter, met een conische kruin van afstaande takken. Deze boom is de favoriete gastheer van de houtwesp Syntexis libocedrii, die eieren legt in het smeulende hout direct na een bosbrand.
Staafjes bedekt met een laag wierook (gewoonlijk gemaakt van gom en geurstoffen), die worden gebrand om een welriekende geur op te wekken. Ze worden soms gebruikt tijdens godsdienstige ceremoniën of rituelen.
Vaten waarin men gloeiende kolen doet en die men gebruikt om wierook te branden tijdens rooms-katholieke diensten en om op Stille Zaterdag de paaskaars aan te steken. Gewoonlijk staat het vat op een driepoot of een standaard met drie poten. Vaak vergezeld van een speciale tang en een schepje.
Houders in verschillende vorm, waarin voor kerkelijk gebruik wierook wordt gebrand. Gebruik 'wierookbranders' voor houders waarin wierook wordt gebrand om een geur in een niet kerkelijke ruimte te verspreiden.
Kleine vaatjes met ijsgekoeld water om een wijnglas op tafel te koelen of te spoelen; gemaakt van zilver, glas, aardewerk of porselein, met een of twee inkepingen in de rand waaraan een omgekeerd wijnglas kan worden gehangen. Gebruik ‘monteiths’ voor grote ronde of ovale kommen met schulpranden, die worden gebruikt om zes of meer glazen te koelen.
Schriftelijke en ondertekende documenten waarin een officiële volmacht wordt gegeven om van de oorspronkelijke plannen, het oorspronkelijk bestek of van andere contractdocumenten af te wijken, of waarin een verandering in de kosten van het project wordt goedgekeurd.
Dieren behorend tot soorten die niet gedomesticeerd zijn en niet door middel van selectief fokken door de mens zijn veranderd om hun gedrag of uiterlijk aan te passen; inclusief wilde diersoorten die door mensen worden verzorgd in een dierentuin of -park of elders, zelfs als het dier in gevangenschap is geboren en opgegroeid.
Soort middelgroot, algemeen voorkomend Amerikaans hert met een enorm verspreidingsgebied, vanaf de Poolcirkel in het westen van Canada tot in Peru en Bolivia, 18 graden ten zuiden van de evenaar. De naam witstaarthert is ontleend aan de lange witte haren op de onderzijde van de staart en het achterdeel, die goed zichtbaar zijn als het dier vlucht. Het witstaarthert bestond reeds voor de IJstijd en is daarmee de oudste nog bestaande hertensoort. De soort werd pas talrijk na de laatste ijsvorming, toen de inheemse IJstijdfauna van Noord- en Zuid-Amerika uitstierf, waardoor concurrerende en belagende diersoorten wegvielen. De hoge rensnelheid, het uitzonderlijk goed vermogen om zich te verbergen en de geruisloze manier van voortbewegen geven aan dat het dier in Amerika tijdens de IJstijd zwaar te lijden had van predatoren. Hoewel het witstaarthert van Noord- en Zuid-Amerika momenteel als één soort (met diverse ondersoorten) wordt geclassificeerd, duidt genetisch onderzoek erop dat deze herten verder van elkaar staan dan het witstaart- en zwartstaarthert in Noord-Amerika. De kans is dan ook groot dat de classificatie in de toekomst nog zal veranderen.
Het klimaat dat wordt gekenmerkt door de zeer geringe hoeveelheid neerslag en de extreme hoge tot lage temperaturen, met vrij grote dagelijkse veranderingen in temperatuur, behalve in de kustgebieden.
Karakteristieke Chinese motieven uit de Han Dynastie die bestaan uit lange, kronkelende, lintachtige vormen met diepe krullen en bogen die steeds van richting veranderen en zich op zulke punten verwijden tot groteske vormen.
Beschermde woongebieden waarin het meeste verkeer bestemmingsverkeer is, waar er geen afscheiding is tussen de straat en het trottoir door een stoeprand, en waar straten worden gedeeld door voetgangers en voertuigen; idee afkomstig uit Nederland.
Verwijst naar glas dat oorspronkelijk, in de Middeleeuwen, werd vervaardigd in de bosgebieden van Frankrijk en Duitsland. Het glas heeft meestal een groenige, gelige of bruinige kleur, en is doorgaans nogal dik, eenvoudig van vorm, vormgeblazen en gedecoreerd met pipet en prunts. Kenmerkend voor het glas is het alkali-bestanddeel: potas uit de asresten van gebrand beukenhout, varen (adelaarsvaren) of van andere houtsoorten.
Rechte fluiten van een enkele bamboebuis met een inkeping aan het einde, met een rand waartegen de speler blaast; in verschillende maten met verschillende aantallen en schikkingen van de vingergaten; vervaardigd en bespeeld door de Han-Chinezen.
Lichtgewicht spreien samengesteld uit kleine ronde stukjes stof die net een maatje kleiner zijn dan jojo's en waarvan de randen naar het midden zijn gevouwen. Geen Nederlands equivalent.
Een afdektegel met een schuin aflopend bovenste vlak. Het hoogste punt bevindt zich langs de middenrand, zodat regenwater aan beide zijden wegstroomt.
Stoelzittingen die de vorm hebben van de holte van een zadel met een enigszins centrale richel aan de voorste rand. Voornamelijk gebruikt op Windsorstoelen.
Zandlopertrommen met nauw middel, met koorden over de lengte voor het bevestigen en spannen van de trommelvellen; bespeeld door erin te knijpen, waardoor de stemming verandert.
De meer ondiepe zoutwatergebieden van de aarde die langs de randen van continenten liggen. Los gebruikt als een eigennaam voor elk specifiek waterlichaam. Gebruik 'oceanen' voor de belangrijkste watergebieden van de aarde, gelegen in bekkens.
Verwijst naar een periode in de Chinese geschiedenis die vier eeuwen omvat, na de val de Han-dynastie in 220 n. Chr., en voorafgaand aan de Sui-dynastie (circa 589 n. Chr.). Gedurende deze periode probeerden rivaliserende families delen van het Han-rijk in hun macht te krijgen. De Chinese kunst stond onder invloed van nieuwe ideeën, met name ontwikkelingen op religieus gebied. Het boeddhisme, een religie die zich vanuit het naburige India naar China had verspreid, heeft de kunst van de Zes Dynastieën het sterkst beïnvloed; in de 4de eeuw had de Chinese boeddhistische kunst zich inmiddels als categorie gevestigd. In het klooster in Dunhuang, in het westen van China, zijn belangrijke wandschilderingen bewaard gebleven. Monumentale beeldhouwkunst, een traditie die vanuit het noorden naar China was overgebracht, werd populair, zoals blijkt uit de imposante, in steen uitgehouwen beelden van boeddhistische godheden in de bergen van de provincies Shaanxi en Henan. Houten pagodes, afgeleid van zowel de Indiase stoepa's als de torens van de Han-dynastie, vormden een belangrijke architecturale ontwikkeling in deze periode. Ook de inheemse geloofsstelsels van het confucianisme en taoïsme bleken een voedingsbodem voor nieuwe thema's en stijlen. Het confuciaanse ideaal kwam tot expressie in de populaire taferelen die respect voor de ouders uitdrukten, terwijl taoïstische kunstenaars een voorkeur aan de dag legden voor landschappen en volkslegenden. Ook wereldlijke kunsttradities waren aan verandering onderhevig, met name in de schilderkunst. Gu Kaizhi, die als de vader van de Chinese landschapsschilderkunst wordt beschouwd, was eveneens werkzaam in deze periode. In Zuid-China werden ook belangrijke vorderingen gemaakt op keramisch gebied, met name in het steengoed met groen glazuur Yueh-yao of 'Yueh-aardewerk', een duurzaam soort keramiek dat uiteindelijk zou worden uitgevoerd naar verre streken als Egypte en de Filippijnen. Gedurende deze periode zien we voor het eerst gentleman-schilders, kalligrafen en belangrijke privékunstcollecties in China. Ook de literaire kritiek en kunstkritiek kregen in deze periode vorm.
Verwijst naar de cultuur van de Zhou-dynastie, een periode die duurde van circa 1050 tot 256 v. Chr. De Zhou-dynastie volgde de Shang-dynastie op. Het gebied waarover de Zhous regeerden, was erg groot, maar hun heerschappij was indirect en werd daarom vaak betwist. De Zhou-periode wordt verdeeld in de Westelijke Zhou (circa 1050-771 v. Chr.) en de Oostelijke Zhou (771-256 v. Chr.). Er was sprake van een grote regionale diversiteit in de Zhou-periode, maar over het algemeen was het een tijd van opmerkelijke, politieke, filosofische, religieuze en sociale veranderingen. Veel elementaire Chinese tradities werden gevestigd en de vroegste Chinese literatuur dateert uit de Zhou-periode, onder andere de geschriften van Confucius. De bevolking nam toe in deze periode en het gebruik van ijzeren gereedschap raakte wijder verbreid, wat leidde tot landbouwkundige vooruitgang. De opkomst van een koopmansklasse en de ontwikkeling van geld creëerde een grotere markt voor artistieke producten, waarvan bronzen voorwerpen het belangrijkst bleven. Deze voorwerpen werden wereldlijker en dienden als symbolen van status, rijkdom en autoriteit. Op Zhou-bronzen worden langere inscripties aangetroffen, die nu waardevolle getuigenissen zijn van vroege Chinese geschiedenis. Het decoreren van bronzen werd abstracter, geometrischer en kleurrijker, en werd gekenmerkt door een toegenomen gebruik van reliëf en kostbaar inlegsel. De vele kleine staten van de Zhou-dynastie werden praktisch onafhankelijk van het centrale gezag en de Qin versloeg uiteindelijk de overige staten en vestigde de eerste verenigde Chinese heerschappij.
Oplossing van zilverzouten die wordt gebruikt om plaatselijk de kleur van gebrandschild glas te wijzigen.
Lichtgewicht bedovertrekken gebruikt bij warm weer, vaak gelijkend op de bovenkanten van quilts, maar dan met omgestikte randen en afgewerkte naden.
Astraallampen met branders die zonnedeflectoren hebben.
Bonnetten van stof of stro met een brede rand om het gezicht tegen de zon te beschermen, vaak met een ruche rond de voor- en zijkanten en soms een capeachtig uitsteeksel aan de achterkant ter bescherming van de nek.
Argandlampen zonder een apart reservoir en met branders die lage, koepelvormige deflectoren hebben met ronde openingen. De houder, soms de hele lamp, is van metaal gemaakt, meestal koper.
Lenzen die zijn gemaakt om de brandpuntsafstanden - binnen een bepaald bereik - continu te kunnen variëren. De effectieve lensopening en scherpstelling blijven onveranderd door zulke afstellingen.
Waterafstotende hoeden die als regenkleding worden gedragen of door matrozen bij slecht weer; met een brede schuin aflopende rand die aan de achterkant breder is ter bescherming van de nek en soms met oorkleppen die onder de kin vastgemaakt worden.
Stijf, taai hout van de soort Nyssa sylvatica, groeit van New Hampshire tot Texas in de Verenigde Staten. Het is moeilijk te splijten. Wit tot geelachtig van kleur, wordt gebruikt voor hamers, meubels, flessen, pallets, manden, dozen, fineer, vaten, en brandhout.
Middelgrote loofboom die inheems is in Europa, Zuidwest- en Centraal-Azië en Noordwest-Afrika. Er zijn drie of vier ondersoorten bekend. De boom heeft ovale bladeren met een fijn getande rand. De stam is lang en de boom kan 35 meter hoog worden. Het hout gebruikt men voornamelijk voor lambrisering en andere doeleinden. Uit jonge bladeren kan men een gelige kleurstof extraheren. Wol wordt koperkleurig als men een bijtmiddel met chromium gebruikt en geelbruin met een bijtmiddel met aluin. Met het extract kan men geen katoen verven.