Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Met de vorm of omtrek van een rechthoek, een vlakke figuur met vier zijden en vier rechte hoeken, waardoor de tegenoverliggende zijden gelijk en parallel zijn.
Platte, flexibele rechthoekige houders met een handvat die worden gebruikt worden voor het vervoeren van boeken, papieren en dergelijke, vaak vervaardigd van leer. Voor platte, harde, vierkante houders wordt 'diplomatenkoffertje' gebruikt.
Vroege met goud bewerkte boekbanden die in Venetië en andere plaatsen in Noord-Italië werden vervaardigd. De hoeken zijn vaak gedecoreerd met gestileerde arabesken of een kleine driepasvorm, een zogeheten 'Aldine-fleuron'. Kenmerkende decoraties voor deze banden zijn geometrische vlechtbandmotieven of rechthoekige panelen met gouden riemlijsten, met de titel van het boek of de naam van de schrijver in het midden gestempeld.
Verwijst naar de kunst en cultuur die zijn verbonden met de islamitische Berberdynastie die regeerde in Spanje en Noord-Afrika van 1054 tot 1147, toen deze dynastie werd opgevolgd door de Almohad-dynastie. De Almoravids ontwikkelden zich uit een puriteinse beweging in westelijk Afrika die Noord-Afrikaanse Berbers aansprak. De Almoravid-leider Yusuf b. Tashfin stichtte Marrakesh in 1069. Vanaf 1090 bestuurde de dynastie Andalusië en via deze connectie werd de Umayyad-kunst van Spanje overgebracht naar Noord-Afrika. Er was ook sprake van een Egyptische invloed. De Almoravids stonden bekend om hun puriteins fanatisme en waren vooral begunstigers van religieuze architectuur. Ze bouwden moskeeën in Tilimsen en Algiers die waren geïnspireerd op de moskee van Córdoba; andere opmerkelijke moskeeën werden gebouwd in Fez. Almoravid-architecten stonden bekend om hun vindingrijke manipulatie van driedimensionale ruimte waarbij gebruik werd gemaakt van ornamentele bogen en decoratieve gewelven, architecturale vormen die traditioneel gescheiden werden gehouden. Deze en andere architecturale vormen verlevendigen in plaats van toegepaste decoratie hun gebouwen. Het kenmerk van hun karakteristieke Maghribi-muqarnas is dat het exterieur niets onthult van de interne configuratie. Het muqarnas-gewelf van Fez is gebouwd over een rechthoekige ruimte en fungeert op deze manier visueel eerder als een hangend plafond dan als een traditionele koepel. Een fontein die eens deel uitmaakte van de Grote Moskee van Marrakesh is bekend om zijn gelobde en gekrulde boogvormen die een krachtig ritme in de beeldhouwwerken creëren.
Rechthoekige stukken witte stof, meestal linnen, die om de nek en gedeeltelijk onder de albe worden gedragen, bedoeld om andere kledingstukken te beschermen tegen transpiratie.
Versieringen of kozijnen aan de zijkanten en de bovenkant van rechthoekige openingen, met gemodelleerde vormen zoals bij een architraaf van een gebouw.
Oud-Romeinse wandkasten die meestal bestaan uit een rechthoekige kast op poten, deuren die min of meer van boven tot onder reiken, een puntige of platte bovenkant en planken aan de binnenkant.
De centrale ruimten in Romeinse huizen, met een compluvium (opening in het dak) voor doorlating van regenwater en een impluvium (rechthoekig bassin) om het regenwater in op te vangen.
Verwijst naar de periode rondom de oude stad Ayutthaya die duurde van het midden van de 14de eeuw tot de 18de eeuw. In de beeldhouwkunst wordt deze periode vooral gekenmerkt door afbeeldingen van Boeddha die zijn gegoten in brons, of die zijn gemaakt van steen of stucwerk. In de vroege 14de eeuw culmineerde een verfijning van beeldhouwkundige stijlen in de eThong-stijl die werd gekarakteriseerd door verschillende subtypen van Boeddhabeelden. Eén type wordt gekenmerkt door de Boeddhafiguur met een prominent voorhoofd, amandelvormige ogen, rechte, bijna gesloten oogleden en conische krullen op het hoofd. Een tweede type toont sterkere Khmer-invloeden die zichtbaar zijn in het vierkante gezicht en de strenge gelaatsuitdrukking. Het derde type Boeddha-beeldhouwstijl wordt gekenmerkt door een uitgerekt lichaam en een glimlachende gelaatsuitdrukking. In de architectuur wordt deze periode gekenmerkt door tempel-sancturariumcomplexen die bekend zijn onder de naam ‘wat’. De belangrijkste zijn: Wat Thanmikarat, welke een trap bevat die is versierd met leeuwen van stucwerk en een bai sema of grenssteen gemaakt van leisteen; Wat Phutthaisawan, met door de Khmer-stijl beïnvloede galerijen, stoepa's met redans en muurschilderingen; Wat Yai Chaimongkhol, met complexe stoepa's en wihans en rechthoekige galerijen; en Wat Phra Ram, met een vierkant grondplan, een constructie van baksteen en kunstmatige bassins. Keramiekstijlen komen in deze periode ook tot volledige ontwikkeling en worden gekenmerkt door heldere kleuren: jadegroen, licht grasgroen, blauwgroen, bruin, honingbruin en wit.
Grote, meestal rechthoekige maar soms ook ronde dooslieren met tien snaren die per twee in octaven zijn gestemd en met een plectrum worden bespeeld; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld in Ethiopië en Soedan.
Rechthoekige stukken stof die om een zuigeling werden gewikkeld en vastgespeld om de armen langs de zij te houden en de benen recht.
Variabele oranje kleuren die lijken op de kleuren van bakstenen, meestal rechthoekige kleiproducten die worden gebruikt voor de bouw.
Klei of kleiproducten waarvan een rechthoekig blok wordt gemaakt. Dit wordt gehard door drogen in de zon of bakken in een oven.
Consoleklokken uit het eind van de 18e eeuw met een rond bovenstuk, een smaller middenstuk en een rechthoekige basis, al dan niet met kleine voetjes, die een beetje lijken op luchtballonnen.
Verwijst naar de stijl die zich in de late 10de tot de 11de eeuw ontwikkelde in Angkor. De stijl wordt gekenmerkt door bladmotieven, het spaarzaam voorkomen van vrijstaande beeldhouwkunst, en jeugdig uitziende gebeeldhouwde figuren met dunne, nauwsluitende kleding zonder diadeem en met fijn gegraveerde plooien en versierd met scherp uitgesneden juwelen. De stijl is zichtbaar in monumentale beeldhouwwerken zoals de Khleangs, de Phimeanaka's en Ta Keo, en in reliëfwerk op lateien en timpanen. Timpanen in deze stijl zijn voorzien van rechthoekige reliëfpanelen met daarop taferelen uit het leven van Rama en Krishna, waarbij meer aandacht is besteed aan de levendige weergave van bewegingen dan aan anatomische details. De door het hindoeïsme beïnvloede boeddhistische beeldhouwwerken kwamen ook tot bloei onder deze stijl, waarbij het haar werd afgebeeld in fijne vlechten in plaats van krullen. Bronzen werken in deze stijl worden gekenmerkt door figuren met ingelegde ogen en wenkbrauwen en een gevarieerde onderwerpkeuze, uiteenlopend van decoratief tot religieus.
Wordt gebruikt voor religieuze of seculiere gebouwen die worden gekenmerkt door een rechthoekige plattegrond, onderverdeeld in een hoger schip met twee lagere zijbeuken, en verlicht door lichtbeukramen; meestal afgesloten met een apsis.
Wordt gebruikt voor middeleeuwse, methodisch ontworpen nederzettingen, gebouwd ter verdediging en vaak aangelegd in een rechthoekig patroon.
Te gebruiken voor kleine rechthoekige met lint bedekte spelden met onderscheidende kleuren, gedragen op militaire uniformen bij voorgeschreven gelegenheden; zij vertegenwoordigen de medailles of decoraties die op gala-uniformen worden gedragen bij zeer officiële gelegenheden.
Een steen van betrekkelijk kleine afmetingen met een vlak oppervlak, meestal vierkant of rechthoekig.
Torens die zijn bedoeld en ingericht voor klokken; ze kunnen vrijstaand zijn of deel uitmaken van gebouwen of andere structuren. Ze kunnen een ronde of rechthoekige (meestal vierkante) basis hebben. Gebruik 'klokkenzolders' voor de ruimten waarin klokken worden opgehangen.
Portemonnees gemaakt van twee rechthoekige stukken flexibel materiaal, gewoonlijk leer of stof, waarvan de twee korte kanten aan elkaar zijn genaaid. Eén lange kant is dichtgenaaid en de andere lange kant is open. Billfold portemonnees zijn maar iets groter dan de bankbiljetten waarvoor ze zijn bedoeld. Typische herenaccessoires, geschikt om in een broekzak te dragen of in een zak van een jasje.
Massieve treden, bijvoorbeeld gemaakt uit één stuk steen, die min of meer een doorsnede hebben als een rechthoekige driehoek, waarvan de hypotenusa deel uitmaakt van de hellende soffiet van de trap.
Ondiepe dichte schalen voor het serveren van brood aan tafel; ovaal of rechthoekig met opkrullende zijden.
Gesloten en vaak lichtdichte houders met film, microfilm, magnetische geluidsband of videoband op twee spoelen. Cassettes kan men in een geschikte taperecorder, camera, computer of videorecorder doen en direct gebruiken. Ze zijn meestal gemaakt van plastic of lichtgewichtmetaal en hebben een platte en rechthoekige vorm.
Verwijst naar een regionale school van Pahari-miniatuurschilderkunst die wordt geassocieerd met de grote staat Chamba in het heuvelgebied van Punjab. Het culturele erfgoed van Chamba is goed bewaard gebleven, een gevolg van de natuurlijk beschermde ligging van de staat. Door de gehele geschiedenis van de Chamba-schilderkunst heen hebben buitenlandse schilders er hun stempel op gedrukt. De schilderijen uit de tweede helft van de 17de eeuw zijn naturalistisch van aard, met een voorkeur voor lichte kleuren, een bijzondere weergave van de handen, en opvallend smalle polsen. In de 17de eeuw werden elementen uit de Basohli-schilderkunst geïntegreerd in de Chamba-schilderkunst, hetgeen leidde tot een warmer kleurgebruik en een meer gestileerde en decoratieve weergave van bomen. Aan het begin van de 18de eeuw kwamen sommige Chamba-schilders steeds meer onder invloed van de Basohli-kunst te staan, maar andere werken uit deze periode zijn in een overwegend inheemse stijl uitgevoerd. De aanwezigheid van kunstenaars uit Jamma wordt eveneens merkbaar aan het begin van de 18de eeuw, vooral in de gezichtstypen, die rechthoekiger van vorm worden. Andere invloeden zijn afkomstig uit de Mogol- en Guler-schilderkunst. Guler-kunstenaars, die vooral een grote invloed hebben gehad, trokken vanaf circa 1770 naar Chamba en brachten hun poëtische en expressieve stijl mee, alsmede een voorkeur voor romantische thema's. De Chamba-schilderstijl heeft zich ook in de eeuwen daarna weten te handhaven, maar in een verbrokkelde vorm.
Engelse schrijftafels uit de 18e eeuw met rechthoekig tafelblad waaronder ondiepe laden zitten en vier slanke, taps toelopende poten die zijn verbonden met een plank. Ze zijn vaak van satijnhout gemaakt.
Meanderpatronen die worden gekenmerkt door uitgerekte, rechthoekige, meanderachtige elementen die in de Chinese kunst zijn ontstaan en zijn aangepast aan chinoiserie in Europa in de 18e eeuw.
Wordt gebruikt voor graftombes die zijn gebouwd als ronde of rechthoekige torenachtige bouwwerken van steen of adobe, vooral stammend uit pre-Inca Peru en Bolivia.
Snaarinstrumenten met een rechthoekige klankkast met toetsenbord aan de lange kant. De snaren, meestal 2 per toon, lopen van hoge pennen aan de linkerkant over een kam naar de stemsleutels aan de rechterkant. De snaren worden van onderaf aangeslagen door koperen tangenten aan de achterzijde van elke toets.
Wordt gebruikt voor platen die bestaan uit twee platte rechthoekige stukken steen onder twee of meer zuilen of zuilen en een muur, waarvan er één naar binnen ligt in plaats van langs de omtrek, zodat de voeding geen balkachtige vorm aan kan nemen.
Plafonds die zijn verdeeld in compartimenten of panelen, van elkaar gescheiden door lijstwerk of ribben, vooral die waarbij de compartimenten of panelen niet allemaal uniform rechthoekig zijn.
Franse dressoirs met één of meerdere laden onder het blad en een plank tussen de poten. Ze hebben meestal de vorm van een D maar zijn soms rechthoekig. Ze worden gebruikt om voedsel te serveren.
Wordt gebruikt voor boeken die niet de gebruikelijke rechthoekige vorm hebben, zoals ronde, driehoekige of veelhoekige boeken.
Te gebruiken voor rechthoekige houders waarin corporalen worden bewaard. Gebruik ‘bursa’s’ voor vierkante houders van gesteven stof waarin tijdens een katholieke mis de corporale wordt bewaard.
Benaming die door verzamelaars wordt gebruikt voor rechthoekige stoelen met een lage rugleuning en vaak zonder armleuning. Ze hebben gedraaide poten en dwarsbalken. Dit type is bedekt met leer of marokijn en stamt uit een periode van ver voor Cromwell, maar werd zeer populair in Engeland in het midden van de 16e eeuw.
Verwijst naar een neolithische cultuur en stijl die begon in de Oekraïne rond 3000 v. Chr. in het gebied tussen de rivieren Bug en Seret en zich uitstrekte tot de Dnjepr. De cultuur kenmerkt zich door rood en oranje aardewerk, versierd met typische gegroefde of geschilderde kromlijnige ontwerpen. Ook kenmerkend zijn dorpen die bestaan uit lange, rechthoekige huizen met een centrale omheining voor vee, en een landbouwpraktijk waarbij velden en hele nederzettingen regelmatig werden verplaatst. Sommige geleerden beschouwen Cucuteni en Tripolye als afzonderlijke culturen.
Een dun, vaak rechthoekig, stuk van bepaalde soorten lei of ander gesteente welke makkelijk in dunne platen gespleten worden en kunnen worden gebruikt als dakbedekking.
Meestal rechthoekige decorstukken die bestaan uit een geraamte van lichtgewicht hout bedekt met doek, linnen of ander materiaal.
Grote rechthoekige dekkleden van dik, zacht materiaal ter beschutting tegen koude.
Verpakkingen, vaak rechthoekig, meestal met een klep of deksel, waarin iets niet-vloeibaars wordt bewaard of gedragen.
Verwijst naar een laat-neolithische stijl en cultuur, aangetroffen in Thessalië en genoemd naar een archeologische opgraving in het oosten van die streek, waar een regionale variant van de stijl is gevonden. Er bestaan chronologische en regionale varianten van de stijl, maar over het algemeen kenmerkt deze zich door aardewerk, in het bijzonder potten en kommen die rechthoekig van vorm zijn en versierd met twee- of veelkleurige geometrische patronen, waaronder spiralen en kromlijnige meanders, geschilderd in bruine slip op een crèmekleurige ondergrond. De beeldhouwkunst uit deze cultuur verbeeldt over het algemeen menselijke figuren volgens een schematisch ontwerp, al komen soms ook opvallend naturalistische beelden voor. De architectuur bestaat dikwijls uit kleine fortificaties met meerdere omheiningsmuren en een centrale megaron die uitkomt op een binnenplaats.
Platte, harde, rechthoekige houders met een handvat, die worden gebruikt voor het vervoeren van zakelijke papieren of andere relatief platte documenten. Voor platte, flexibele rechthoekige houders wordt 'aktentassen' gebruikt.
Platte, rechthoekige, duim-grote blokjes, meestal gemaakt van been, ivoor of hout, waarbij de bovenkant van elk stuk over de breedte in twee gelijke stukken is verdeeld door een lijn; elk deel is ofwel blanco of gemerkt met één tot zes stippen.
Witte liturgische doek, meestal rechthoekig en van versierd kant of tule, die tijdens de doopplechtigheid als symbool van zuiverheid over de dopeling wordt gelegd. Niet te verwarren met een communiedoek of een benedictiedoek die in vorm overeen kunnen komen. De versiering kan hierover uitsluitsel geven.
Verwijst naar tekeningen die zijn gemaakt vanuit het drie-puntsperspectief, een lineair perspectief met drie verdwijnpunten waarbij rechthoekige objecten in een hoek ten opzichte van het beeldvlak zijn weergegeven, of een afbeelding waarbij sprake is van drie gezichtspunten.
Verwijst naar lineair perspectief waarbij sprake is van drie verdwijnpunten, over het algemeen in de context van rechthoekige vormen die zodanig zijn afgebeeld dat geen van hun zijden parallel is aan het afbeeldingsvlak, maar dat elk van drie groepen van parallelle lijnen samenkomt in een eigen verdwijnpunt. Deze techniek werd populair in 17de-eeuws Europees toneelontwerp. Deze term kan ook verwijzen naar afbeeldingen waarin sprake is van drie gezichtspunten, zoals ook vaak het geval was bij Chinese hangende rolschilderijen, waarbij de kijker de voorgrond van boven ziet, het middenplan op oogniveau en de hoogste objecten van onderen.
Een rechthoekige baksteen waarvan een zijde diagonaal is afgesneden om de breedte van de baksteen te halveren. Wordt bij metselwerk gebruikt als klezoor.
Lijst met een afzaat of hellend bovenvlak waarlangs het hemelwater afvloeit. Van onderen voorzien van een waterhol om het regenwater vrij van de muur te laten neerdruipen. VWB. Algemeen in middeleeuwse architectuur. Voor rechthoekige druiplijsten wordt 'druiplijst'(lijstwerken) gebruikt.
Verwijst naar de periode van het Thaise koninkrijk van Dvaravati, dat floreerde vanaf de 7de tot de 11de eeuw. De artistieke productie uit deze periode bestond voornamelijk uit Theravada-boeddhistische monumentale beeldhouwkunst die werd beeldgesneden uit schisteus zandsteen en beschilderd met rood pigment, vergulde bronzen beeldhouwwerken, beeldhouwwerk in bas-reliëf met stucwerkversieringen die taferelen afbeelden van de J'takas, vergezeld door bewakers en mythische dieren, stoepaconstructies die zijn gemodelleerd naar Indiase prototypen die worden gekenmerkt door een halve bol-constructie en een laag, vierkant basement waarbovenuit spitsen steken die zijn samengesteld uit platte ringen gekroond met een bol, en rechthoekige wihan gebouwd van baksteen met kleimortel op laterietbasementen. Voorbeelden van tempelcomplexen uit deze periode zijn te vinden op het terrein van Wat Kukut in Lamphun. De tempels uit deze periode worden gekenmerkt door laterietconstructies, terugwijkende vierkante verdiepingen, puntige spitsen die zijn samengesteld uit een groot aantal concentrische ringen en zijn versierd met kleine stoepa's, en nissen met staande Boeddhabeelden in stucwerk en terracotta.
B Verwijst naar het begin van de Gotische architectuurstijl in Engeland. De term werd in het begin van de 19de eeuw voor het eerst gebruikt door architect en oudheidkundige Thomas Rickman. Verwees de term oorspronkelijk voornamelijk naar vensterwerk, tegenwoordig wordt hij over het algemeen breder toegepast. De stijl is vanaf de late 12de eeuw herkenbaar aan het gebruik van spitsbogen, lange smalle ramen zonder middelposten, een rechthoekig grondplan, en een lang, laag silhouet dat slechts wordt onderbroken door talrijke geveltoppen.
B Verwijst naar de vroegste fase van de oriëntaliserende periode, waarin kromlijnige patronen de rechthoekige patronen van de geometrische periode begonnen te verdringen.
Wordt gebruikt voor rechthoekige- of spiltrappen die rond een open trapgat lopen.
Rechthoekige schuren met puntdaken die van binnen zijn onderverdeeld in drie ongeveer gelijke vakken, waarvan de middelste de doorgang is die kan worden binnengegaan vanuit het midden van de twee lange zijkanten. Geen Nederlands equivalent.
Te gebruiken voor rechthoekige, platte houders gemaakt van buigzaam materiaal dat zo is gevouwen dat er overlappende randen ontstaan die op twee of drie punten aan elkaar gehecht worden; meestal af te sluiten met een klep en bedoeld voor kleine voorwerpen of documenten.
Vensters, enkel of in een reeks, die een nis of uitsparing in een kamer vormen en die uit de muur steken in een rechthoekige, gebogen of polygonale vorm.
Spaans-renaissancistische leunstoel met een rechthoekige, opgehangen zitting van leer en een leren of fluwelen rugleuning. Meestal zit er een brede dwarsbalk aan de voorkant die vaak is versierd met houtsnijwerk. Soms zijn ze voorzien van scharnieren zodat ze opklapbaar en makkelijk vervoerbaar zijn.
Bedden met een eenvoudig, houten raamwerk waaraan de bedbehangsels zijn opgehangen zodat ze een vlakke, rechthoekige 'doos' vormen. De houten onderdelen zijn onzichtbaar, zelfs de posten zijn met stof bekleed. Gebruik 'sledebedden' voor bedden waarvan de twee uiteindes dezelfde hoogte hebben.
Zilveren of gouden dozen of kistjes, meestal rechthoekig van vorm maar soms rond of ovaal, die worden gegeven aan een persoon aan wie de vrijheid wordt verleend of, bijvoorbeeld, aan een stad, stadje of college. Meestal gegraveerd, geciseleerd, of geëmailleerd met het wapenschild van de ontvanger en de gever, en vaak met een toepasselijke inscriptie.
Hangklokken die voor het eerst werden geïntroduceerd aan het begin van de 19e eeuw in de Verenigde Staten. Ze lijken op banjoklokken maar zijn rond van basis in plaats van rechthoekig en meestal zijn ze versierd met acanthusbladeren.
Kleine, rechthoekige schaven. De laatste schaaf die wordt gebruikt om het hout zo glad mogelijk te maken.
Een grote categorie rechthoekige gebouwen die worden bedekt door een enkel dak, met twee verschillende functies aan de beide uiteinden, maar vaak met een gemeenschappelijke ingang; de ene kant huisvest een familie en de andere kant vee. In gebruik sinds de neolithische periode, vooral in de koudere klimaten van Europa en Noord-Amerika.
Gevels waarvan het middendeel hoger is opgetrokken tot een rechthoekige top of hals, die meestal een zoldervenster omsluit. De hals is tussen gebeeldhouwde vleugelstukken gevat en wordt bekroond door een fronton. VWB.
Rechthoekige stukken stof, papier of ander absorberend materiaal voor afvegen of afdrogen.
Verwijst naar de Japanse stijl en periode die zich ontwikkelde van 794 tot 1185 n. Chr. en samenviel met de verplaatsing van de hoofdstad naar Heian (het tegenwoordige Kyoto) en de opkomst van het tantristisch boeddhisme, afkomstig uit China. De stijl wordt gekenmerkt door de nadruk op mandala’s in beelden en de komst van nieuwe figuurtypen, zoals boeddha’s met een kroon en sieraden, en godheden met meerdere ledematen en woeste gezichtsuitdrukkingen om bovennatuurlijke krachten aan te geven. De architectuur uit deze periode wordt gekenmerkt door grote woonhuizen gebouwd op rechthoekige stukken land. Deze huizen bestaan uit paviljoens en zalen, verbonden met overdekte gangen en omheind met aarden muren.
Heiaus zijn heilige eretempels van autochtone Hawaïanen. Deze constructies hebben doorgaans een rechthoekige vorm en staan op heuveltoppen of berghellingen. Heiaus hebben uitgesneden patronen met een diepe symboliek. Gebruik 'maraes' voor vergelijkbare constructies in Oost-Polynesië.
Griekse mantels, bestaande uit een grote, rechthoekige linnen of wollen en dikwijls bontgekleurde lap stof, die los werd omgeslagen; buiten over de peplos of chiton gedragen, zowel door mannen als door vrouwen, en soms ook als enige kledingstuk door de man.
Wordt gebruikt voor microgolfantennes met wijd uitstaande golfgeleiders. Ze kunnen rechthoekig, vierkant of cirkelvormig in doorsnede zijn en recht, gebogen of gevorkt in de lengte.
Draagbare, houten of metalen rechthoekige raamwerken die dienst doen als hindernissen waar hardlopers overheen moeten springen bij bepaalde baannummers.
Kleine, hardhouten trommen, meestal rechthoekig, met één of twee lange, uitgeholde sleuven, die worden bespeeld met t trommelstokjes of hamertjes.
Een type Chinees ritueel vat van brons, rechthoekig van vorm en met een deksel, gebruikt voor het bewaren van voedsel. Dit type verscheen tijdens de late Westerse Zhouperiode.
Wordt gebruikt voor moskeeën met een grote rechthoekige zaal, meestal een plat dak en een binnenruimte die is opgedeeld door vele rijen pilaren.
Meestal rechthoekige bassins in het midden van het atrium van een Romeins huis, bedoeld om water op te vangen van de omringende daken.
Het vormgeven van een object, met name een juweel, zonder facetten, zodat een ovale, ronde, rechthoekige of veelhoekige steen met een vlakke basis en koepelvormige bovenkant ontstaat.
Plaatvormige, gewoonlijk rechthoekige broches; kunnen dienen als sieraad of als ordeteken.
Rechthoekige dienbladen met scharnierende zijkanten met een golvend profiel, die kunnen worden neergeklapt zodat ze een platte ovaal vormen; er kunnen opklapbare poten aanzitten of een bijbehorende standaard.
Gietijzeren rechthoekige platen die, wanneer met bouten of op andere wijze aan elkaar gemonteerd, deel uitmaken van een vijf-plaat, zes-plaat, of tien-plaats houtkachel. Kachelplaten bestemd voor de voor-en zijkanten van de kachels werden vaak versierd in bas-reliëf, vooral met Bijbelse scènes of tekst.
Oost-Afrikaans rechthoekig katoentextiel, bedrukt met opvallende ontwerpen en felle kleuren, met randen om een strook die vaak een inscriptie in Swahili bevat. Het wordt onder meer gebruikt voor dagelijkse kleding, rokken, sjaals, hoeden en soms zelfs als tafelkleed.
Verwijst naar rechthoekige panden die worden gebruikt om alben, amicten, dalmatieken en tunica's te versieren. Ze zijn gemaakt van kostbare materialen, in brokaat, appliqué of verschillende soorten borduurtechnieken. Soms werden parels en juwelen toegevoegd.
Kamers (vaak rechthoekig) die zich aan de achterkant bevinden van koloniale huizen in New England en die dienden als een combinatie van keuken, woonkamer, en werkkamer.
Zessnarige schaallieren uit Ethiopië, met een ronde of rechthoekige klankkast, een onderblad van vel, houten armen en een dwarsbalk.
Hekjes die in een halfronde, rechthoekige, trapezium-, U- of V-vormige afscheiding heen en weer kunnen bewegen, waardoor er iedere keer maar één persoon door het hek kan gaan en schapen en ander vee worden tegengehouden.
Citerachtige instrumenten, bestaande uit een uitgeholde, in de lengte gespleten of soms ook ongespleten magueystengel, bespannen met één of twee snaren van paardenhaar over kleine rechthoekige kammetjes, aan elke kant een; bespeeld met een strijkstok bespannen met paardenhaar, terwijl het instrument rechtop tegen borst of onderbuik wordt gehouden; vervaardigd en bespeeld door de White Mountain- en San Carlos Apache-Indianen in Arizona en de Diegueño in Californië.
Schaven die worden gebruikt om langs de randen van planken vierkante of rechthoekige groeven te maken.
Verwijst naar de cultuur en aardewerkstijl van de ‘bekermensen’ uit het late neolithicum en de vroege Bronstijd, die leefden in het 4de millennium v. Chr. en zijn vernoemd naar de typische klokvormige bekers die met horizontale banden versierd waren met behulp van fijn getande stempels. De cultuur is waarschijnlijk oorspronkelijk afkomstig uit Spanje en heeft zich verspreid over Centraal- en West-Europa, daarbij de techniek van het werken met brons naar de Britse eilanden brengend. De cultuur wordt gekenmerkt door aardewerk, een voorkeur voor individuele graven, snelle expansie op zoek naar koper en goud, het ontstaan van talrijke wapens, waaronder bogen, koperen speerpunten, platte, getande dolken en opvallende gebogen, rechthoekige polsbeschermers.
Galerijen die doorgaans in drie of vier armen of panden rechthoekig de kloosterhof omzomen. Kloostergangen zijn omgeven door de belangrijkste kloostergebouwen, waardoor zij als verbindingsgangen dienst doen. Hier werd de kloosterlingen een plaats van verpozing en voor meditatie geboden, beschut tegen weer en wind, respectievelijk zonnehitte.
Stukken bagage; meestal rechthoekig, stevig en plat met name voor het op reis vervoeren van kleding.
Wordt gebruikt voor samengestelde holle liggers met rechthoekige doorsnede, van metaal of van hout.
Wordt in de bouwkunde gebruikt om te verwijzen naar cilindrische of enigszins taps toelopende, rechtopstaande metselwerken, die meestal een dragende functie hebben of lijken te hebben. Ze bestaan uit drie onderdelen: voetstuk, kapiteel en schacht. De term kan ook verwijzen naar alle rechtopstaande delen in een stalen of betonnen raamwerk. Ook komen zuilen soms ook voor als vrijstaand monument, bijvoorbeeld de Zuil van Trajanus in Rome of de Zuil van Nelson in Londen. Zuilen kunnen voorts als decoratief element in meubilair worden toegepast. Zie 'pijlers (dragende elementen)' voor vierkante of rechthoekige delen, in metselwerk of klassiek bewerkt, en voor de massieve rechtopstaande delen uit de middeleeuwse architectuur. Zie 'palen' voor vierkante, rechtopstaande stutten van hout.
Verwijst naar de pre-Angkor stijl die is genoemd naar een monument dat werd opgericht in de periode van de late 7de eeuw tot de 8ste eeuw. Bouwkundige ontwerpen in deze stijl worden voornamelijk gekenmerkt door bakstenen constructies, Indiase Gupta-bouwplannen met kleine rechthoekige cellae die heilige beelden herbergen, torens met gewelfsystemen die zijn voorzien van een draagsteen en terugkerende patronen van bladeren en reliëfbanden met gebladerte ter versiering van colonnetten. De stijl benadrukt de verering van hindoeïstische goden, met name Shiva. De beeldhouwstijl vertoont overeenkomsten met hindoeïstische en boeddhistische beeldhouwkunst.
Houders met een deksel voor koken of verhitten, meestal ovaal of rechthoekig en vaak gemaakt van koper gevoerd met tin.
Rechthoekige stukken hout met één of meerdere diagonale bladen die worden gebruikt voor het snijden of schaven van kool.
Bolvormige lijstwerken waarbij schijven afwisselend alleen of in paren met rechthoekige kralen voorkomen.
Citerachtige snaarinstrumenten met een lange, rechthoekige klankbodem of een cilindrische klankkast met een licht gewelfd oppervlak en meestal, maar niet altijd, met beweegbare kammen. Ze worden met de vingers getokkeld.
Noorse citerachtige chordofonen. Ze hebben fretten en zijn rechthoekig.
Verwijst naar de stijl die in verband wordt gebracht met Laos, in het dal van de bovenloop van de Mekong. In de hybride stijl zijn Thaise, Myanmarese, en Khmer-invloeden te herkennen. De basis van de kunststijl van deze regio ligt in de religie en traditie, met boeddhistische en hindoeïstische iconografie en verhalende reliëfpanelen die wortelen in Theravada-boeddhistische en hindoeïstische principes. Kenmerkend voor volkskunst in deze stijl zijn manden, hout- en ivoorsnijwerk en zilver- en goudwerk. Kenmerkend voor architectuur in deze stijl zijn tempels naar model van Khmer-tempelbergen met schuine, trapvormige daken met kleine vlakke dakpannen, en de wihan, een rechthoekig gebouw met een altaar met boeddhistische afbeeldingen. In de beeldhouwkunst is deze stijl grotendeels toegepast voor het afbeelden van Boeddha in koninklijke gewaden. Beeldhouwwerken zijn vervaardigd uit brons, gelakt hout en soms steen en zijn versierd met ingelegd glas of paarlemoer. Bas-reliëfs zijn zeldzaam en worden meestal aangetroffen als houten wandbekleding, hoewel er ook muurtaferelen bekend zijn in kalkmortel, pleisterwerk of cement. Kenmerkend voor textielkunst in deze stijl zijn zijden stoffen met ikat- en ingeweven patronen met stippen en geometrische en zoömorfe motieven.
Stukken grond, meestal middelgroot, vaak met één eigenaar, vaak rechthoekig of met een andere regelmatige vorm, afgebakend door precieze grenzen. Te onderscheiden van 'percelen', die meestal kleiner zijn, bij één gebouw horen, en vaker in een stad of stedelijke omgeving voorkomen dan op het platteland.
Wordt gebruikt voor series gedrukte karakters, die alfabetten, numerieken en andere symbolen omvatten die overeenkomen in bepaalde stijl- en ontwerpkenmerken. Voor de rechthoekige, meestal metalen stukken die aan een kant een karakter hebben waarmee een tekst wordt vervaardigd en klaargemaakt om gedrukt te worden, wordt 'losse gegoten letters' gebruikt.
Wordt gebruikt voor grote, rechthoekige meergezinswoningen waarin verwante families in aparte ruimten wonen die toegankelijk zijn vanaf lange gangen; voorzien van individuele of gemeenschappelijke haarden.
De rechthoekige stukken die meestal van metaal zijn en aan één kant een letter of ander teken hebben, waarvan een tekst wordt samengesteld en gezet om te drukken. Gebruik 'lettertypen' voor series van druktekens die overeenkomsten tonen op het gebied van stijl of ontwerp.
Doosjes voor het bevatten van lucifers. Wordt vooral gebruikt met betrekking tot kleine, metalen, rechthoekige dozen in zakformaat met afgeronde hoeken en drukke versieringen, hetzij gemaakt met een scharnierend deksel of met een glijdend vakje, als een lade.
Verwijst naar de kunst en architectuur in de periode van de heerschappij van Mahmoed I, die regeerde van 1730 tot 1754. Tijdens zijn heerschappij bouwde hij verschillende fonteinen, waaronder de grote op India geïnspireerde fontein van Tophane. Onder zijn supervisie viel ook de Nuruosmaniye-moskee, die brak met de Ottomaanse traditie en die was gebouwd op basis van rechthoekige grondplannen in een meer westerse stijl.
Beschrijft werken die zijn vervaardigd door het Mangareva-volk. Er zijn nog maar weinig Mangareva-kunstwerken bewaard gebleven, aangezien de meeste in de 19de eeuw op last van missionarissen zijn vernietigd. De weinige nog resterende beeldhouwwerken en fragmenten laten zien dat de Mangareva-figuren rechthoekige contouren hadden.
Term die over het algemeen wordt gebruikt voor verschillende soorten ovale of rechthoekige open manden met één handvat, vooral bedoeld om producten in naar de markt te brengen of aankopen mee naar huis te nemen.
Aanduiding voor rechthoekige woningen uit de oudheid die bestaan uit een grote voornaamste ruimte en een lager voorportaal omringd door uitstekende antae; kan ook worden gebruikt voor op een zelfde manier gevormde centrale kenmerken binnen complexere gebouwen uit de oudheid.
Accordeons met knoppenklavier en blaasbalg, rechthoekig van vorm.
Mondorgels met een rechthoekige romp die eindigt in een plastic mondstuk. Ze worden bespeeld als een blokfluit.
Metaal dat is gewalst tot elke gewenste dikte tussen 1,5 en 6,3 mm en in rechthoekige stukken is gesneden.
Snaarinstrumenten met 1 metalen snaar, bestaande uit een rechthoekige klankkast met úítstekend toetsenbord, eindigend in een ovale klankkast op opvouwbare poten.
Platte, vaak rechthoekige of ovale platen waarop een meestal gedrukte of ingegraveerde naam van bijvoorbeeld een persoon of bedrijf staat.
Houten, rechthoekige hamer met korte steel, gewoonlijk van beuken- of azijnhout gemaakt. Soms kan het hoofd lichtjes gebogen zijn. De schrijnwerker gebruikt deze hamer voor klopwerk of voor hakwerk met beitels, om pen-en-gat verbindingen te sluiten.
Mandolines met een peervormige klankkast van smalle houten repen, sterk gewelfd aan het ondereind, hals met frets, rond of langwerpig open klankgat, 4 stalen dubbele snaren, lage kam op het bovenblad gelijmd, platte, rechthoekige sleutelschijf onder een stompe hoek op de hals, stemsleutels aan de achterkant; Italië, midden 18de eeuw.
Verwijst naar een type glas dat tijdens de neogotische periode van de 19de eeuw werd uitgevonden, en dat wordt gekenmerkt door een ongelijke dikte: dikker in het midden en dunner aan de randen. Dit type glas wordt gemaakt door het gesmolten mengsel in een rechthoekige mal te blazen, of door een bel glas in een vierkante vorm te blazen en vervolgens de zijden van het vierkant af te knippen, waardoor rechthoekige vormen van glas ontstaan. Het glas kan helder of gekleurd zijn.
Grote vierkante, rechthoekige of driehoekige stukken stof die worden gedragen over de bovenkleding om schouders en armen te bedekken.
Trappen die in hun gang naar boven door vier rechthoekige bochten gaan.
Platen, meestal met rechthoekig uitstekend deel aan één kant, gebruikt om de zijden en snijkanten van een boek dat van platten is voorziente beschermen tijdens het opbinden.
Rechthoekige raamwerken meestal gemaakt van hout of aluminium. Ontworpen om op de rug van een persoon te worden gedragen om een last te ondersteunen.
Grote, rechthoekige lappen stof die om het lichaam werden gedrapeerd en werden gedragen door vrouwen in het oude Rome.
Grote, rechthoekige mantels die werden gedragen door mannen in het oude Griekenland en Rome.
Gebieden binnen een decoratief ontwerp die vaak rechthoekig en omlijst zijn. In de boekbinderij omvat het ook de ruimten op de zijden van een boek of tussen de banden op de rug.
Gepantserde mouwloze jacks die werden gebruikt door de infanterie vanaf halverwege de 14e eeuw tot begin 17e eeuw; ze bestaan uit kleine rechthoekige metalen plaatjes die elkaar in de vorm van verticale stroken overlappen, in parallelle rijen aangebracht op een ondergrond van stof of huid. Dit geheel werd op een gewatteerd jack genaaid waardoor de kledingstukken hun uiteindelijke vorm kregen.
Objecten zoals schilden, kokers of andere houders, gemaakt door de Indianen van de Plains van ongelooid leer van bizons of ander groot wild. term vooral gebruikt voor grote, rechthoekige op een enveloppe gelijkende houders, gewoonlijk maar niet uitsluitend van ongelooide bisonhuid, met karakteristieke geschilderde patronen, gebruikt voor het verpakken van gedroogd vlees en ander gedroogd voedsel, dekens of kleding.
Grote schilden die meestal rechthoekig zijn en worden gekenmerkt door een centrale verticale groef aan de binnenzijde waarin een stok was bevestigd om het schild rechtop te houden. Ze werden van de 14e tot de 16e eeuw veel gebruikt om boogschutters te voet te beschermen.
Rechthoekige vooruitspringende onderdelen van grote gebouwen op de hoeken of in het midden van de gevel gelegen. Ook enigszins afzonderlijk gelegen afdelingen van ziekenhuizen of gestichten.
Te gebruiken voor kleine vrachtwagentjes met afgesloten bestuurderscabines en rechthoekige, open achterbakken met lage zijkanten, waarmee lichte vrachten kunnen worden vervoerd.
Rechthoekige kleden die zijn bedoeld om een zuil of paal in Lamaistische tempels te omcirkelen. Zij hebben geen zijranden en hun ontwerp is niet compleet tenzij de uiteinden van de kleden elkaar raken.
Verwijst naar relatief geïsoleerde, stevige dragende elementen van metselwerk of ander materiaal, ontworpen om verticale druk te dragen, waaronder een vierkante of rechthoekige pilaar of pilaster, het massieve metselwerk tussen deuren en ramen, de pilaren waarop een boog rust of de pilaren of stijlen van een poort of deur. Een pijler kan ook een massieve structuur van metselwerk of ijzerwerk zijn die een telescoop of een ander groot instrument ondersteunt. Worden soms onderscheiden van zuilen of palen doordat ze massiever zijn en vaak vierkant of rechthoekig in dwarsdoorsnede. Gebruik 'zuilen (bouwelementen)' voor cilindervormige stutten en voor alle stutten in staal- en betonconstructies; gebruik 'palen' voor houten stutten die vierkant zijn in dwarsdoorsnede.
Weinig uitspringende pijlers of rechthoekige zuilen die slechts gering uit een muur steken en die zich, bij klassieke architectuur, voegen naar een van de (bouw)orden. Ook algemeen bij meubels.
Monumentale poorten of deuren uit de islamitische architectuur, vooral die met een rechthoekige afdekkende muur erboven die boven het dak uitsteekt van het achterliggende gebouw, meestal moskeeën, madrassen of karavanserais.
Bovenkleding bestaande uit lange, rechthoekige stukken stof die vaak, maar niet altijd, van Schotsgeruite wollen stof zijn gemaakt; traditionele kleding van de Schotse Hooglanden, later overgenomen door de Hooglandregimenten van het Britse leger als onderdeel van het uniform.
Eenvoudige stoelen die bestaan uit een platte, rechthoekige zitting, vier dunne rechte poten en een rugleuning die bestaat uit een plank die in een gleuf in de zitting wordt gevoegd.
Platte, rechthoekige, horizontale lijsten.
Grote schotels, meestal rond of ovaal en vaak van aardewerk of metaal, die worden gebruikt voor het serveren van vlees. Gebruik 'voorsnijplanken' voor ronde of rechthoekige houten planken, waarop vlees of ander voedsel wordt gesneden of geserveerd.
Rechthoekig en schuin ijzeren plaatje dat onder één kant van een bord wordt geplaatst zodat de jus naar de tegenovergestelde kant stroomt.
Rechthoekige of vierkante voetstukken voor zuilen, pilasters of deurlijsten. Wordt ook gebruikt voor stevige, vaak versierde voetstukken van monumentale beelden of gedenktekens ondersteunen, of voor de onderste gedeelten van buitenmuren en de platformachtige onderlaag van gebouwen.
Dekenachtige kledingstukken, meestal vierkant of rechthoekig met in het midden een opening voor het hoofd, oorspronkelijk uit Zuid-Amerika. Ook gebruikt voor soortgelijke kledingstukken die elders worden gebruikt, inclusief die van waterafstotend materiaal met een capuchon die als regenkleding worden gedragen.
Wijde lange cape die werd gedragen door een prelaat, de geestelijke met een eigen rechtsgebied: kardinaal (in het rood), (aarts)bisschop (in het paars), abt, prior. De mantel bedekte vrijwel alleen de rug, had een rechthoekige kraag en werd bij de hals gesloten met twee linten. Bij de prelatenmantel werd de prelatenhoed gedragen.
Platte ronde, vierkante, rechthoekige of ovale bladen, soms op een standring of op pootjes; voor verschillende doeleinden gebruikt, vooral het presenteren van voedsel of drank. Gebruik 'tazza's' voor drinkschalen met een wijde platte kom, vooral die uit de 16e eeuw.
Drinkschalen bestaande uit een wijde, platte of ondiepe cuppa, steunend op een stam met een knop in het midden, gemaakt met of zonder oren en zelden met een deksel; wordt vooral gebruikt voor 16e eeuwse typen. Gebruik 'presenteerbladen' voor platte, ronde, vierkante, rechthoekige of ovale bladen vooral gebruikt voor het serveren van voedsel en drank.
Vaandels die men aan het hoofd van een processie draagt, gewoonlijk op een lange staf of steel. Doorgaans zijn ze rechthoekig, maar ze kunnen ook driehoekig zijn of een andere vorm hebben. Gewoonlijk zijn ze alleen aan de bovenkant bevestigd, maar soms zijn ze aan alle kanten vastgemaakt aan een stijf frame. Ze kunnen zijn beschilderd of zijn voorzien van rijk borduurwerk. Men gebruikt ze bij religieuze en koninklijke processies en andere gelegenheden.
Verwijst naar de Vroeg-Neolithische stijl en cultuur die overheerste in Thessalië en een gedeelte van Macedonië. Deze kenmerkt zich door artefacten uit de overvloedige archeologische vindplaats bij Nea Nikomedia in het zuidwesten van Macedonië.De stijl kenmerkt zich door aardewerk dat beter is vervaardigd en gevarieerder is dan voorafgaande stijlen, vaak is voorzien van een overdadige voet, en in het algemeen een rode of roze engobe heeft, of rood op wit is beschilderd. De cultuur is ook bekend door de open nederzettingen met vrijstaande en rechthoekige gebouwen, doorgaans opgebouwd uit een eiken geraamte, met muren van gevlochten riet bedekt met modder.
Wordt gebruikt voor rechthoekige door (overheids- of universiteits)gebouwen omgeven, bestrate of met gras begroeide ruimten. Te onderscheiden van 'binnenplaatsen' die door een enkel gebouw omsloten worden.
Slaginstrumenten met rechthoekige, gootvormige klankbodem op 4 pootjes, 21 ijzeren of stalen staafjes die rusten op smalle houten sporen bovenaan langs de kanten van de klankbodem, hoge klank, bereik van 3 octaven; bespeeld met 2 kloppers; Thailand, Cambodja.Gebruik: 'ranat ek' voor slaginstrumenten met hetzelfde bereik en dezelfde stemming met hardhouden of bamboe staafjes.
Slaginstrumenten, met een rechthoekige doosvormige klankbodem op korte pootjes, aan haakjes aan de zijkanten van de klankbodem zijn 17 aan koorden geregen staafjes bamboe of hardhout, bevestigd , lage klank, bereik van 2¼ octaaf, gestemd met behulp van stempasta aan de onderkanten van de staafjes, bespeeld met 2 kloppers; Thailand, Cambodja.Gebruik: 'ranat thum lek' voor soortgelijke slaginstrumenten met metalen staafjes.
Slaginstrumenten met rechthoekige, gootvormige klankbodem op 4 pootjes, 17 ijzeren of stalen staafjes die rusten op smalle houten sporen bovenaan langs de kanten van de klankbodem, lage klank, bereik van 2¼ octaaf; bespeeld met 2 kloppers; Thailand, Cambodja.Gebruik: 'ranat thum' voor slaginstrumenten met hetzelfde bereik en dezelfde stemming met hardhouden of bamboe staafjes.
Halsdoeken gedragen bij gevechtsuniformen of het dagelijks tenue van militairen. De vorm is vierkant/rechthoekig met twee linten om om de nek de worden gebonden. Soms in onderdeelskleur met daarop centraal aangebracht het onderdeelsembleem.
Reliekhouders in de vorm van een rechthoekige kist. Soms zien ze eruit als een gebouw en hebben ze een dakvormige bovenkant.
Relatief kleine reliekhouder in de vorm van een rechthoekige kist. De bovenkant heeft de vorm van een puntdak.
Metalen plaatjes, in het algemeen plat en rechthoekig of ovaal van vorm, die gewoonlijk insignes van rang of eenheid aanduiden; omvat plaatjes die worden gedragen op tailleriemen, schouderriemen en degenkoppels.
Kleine, draagbare klokken die werden geïntroduceerd in de 16e eeuw voor gebruik op reis; meestal zijn ze gezet in een koperen rechthoekig kastje en met een scharnierend handvat bovenop.
Boren met een scherpe, spiraalvormige snijkant die rechthoekig, halfrond, halfrond en hol, of vijf- tot achtzijdig en taps toelopend kunnen zijn; worden gebruikt om bestaande gaten te vergroten of om oneffenheden aan de binnenkant van buizen weg te werken.
Simpele vierkante of rechthoekige mantel gemaakt van ruwe wol. Werd gedragen door Romeinse soldaten, over de wapenuitrusting en vastgemaakt aan de rechterschouder. Werd ook beschouwd als een symbool voor oorlog, zoals de toga een symbool voor vrede was.
Snaarinstrumenten met een ovale, rechthoekige of vierkante klankkast, waarvan boven- en achterblad bedekt zijn met slangenleer, lange hals, 3 snaren van zijde of nylon, 3 schroeven aan de zijkant van de hals voor het stemmen; bespeeld met de nagels of met een plectrum; China.
Rechthoekige stukken hout, plastic of aluminium op rolschaatswieltjes, waarop berijders staan en zichzelf voortbewegen.
Snaarinstrumenten met een slanke, rechthoekige klankkast met frets langs de lange linkerkant en spits toelopend aan de bovenkant, om daar uit te lopen in een sleutelkast, 1-4 melodiesnaren en meerdere bourdonsnaren; bespeeld door er op te tokkelen, Duitsland.
Wordt gebruikt voor grote spiegels met verschillende vormen die boven schoorsteenmantels worden gehangen. Meestal zijn er twee hoofdtypen: spiegels die horizontaal hangen en meestal bestaan uit drie, soms uit vier glazen, waarvan de middelste zo'n twee keer zo breed is als de buitenste twee, en spiegels die verticaal hangen, meestal met een enkel vierkant of rechthoekig glas, soms met een schilderij binnenin de omlijsting, boven het bovenste gedeelte van de spiegel. Eventueel kunnen er kaarsenhouders aan zijn bevestigd.
Orgels, draagbaar, in de vorm van een diepe rechthoekige doos met aan de bovenzijde een toetsenbord met ivoren toetsen, dubbele blaasbalg die met één hand wordt bediend; Amerika.
Een ruitvormige figuur met uitstekende haken aan de buitenste ruit; een rechthoekige figuur met uitstekende haken aan de zijkant of een driehoekige figuur met een uitstekende haak die de staart vormt.
Gesteven, in het algemeen rechthoekige stukken stof, op de schouder gedragen op een militair uniform met de rangordetekens; voornamelijk gedragen in de zeestrijdkrachten van de Verenigde Staten.
Te gebruiken voor ruwweg driehoekige lappen textiel op elk van beide schouders van het dienstuniform van een officier, die naar binnen doorlopen bij de zoom van de mouw, met een knoop zijn bevestigd bij de kraag en een rangonderscheidingsteken dragen. Gedragen door land- lucht- en zeemachtofficieren in de Verenigde Staten. Gebruik ‘schouderkleppen’ voor over het algemeen rechthoekige stroken textiel, bij de schouder gedragen op militaire uniformen en voorzien van een rangonderscheidingsteken.
Te gebruiken voor smalle, over het algemeen rechthoekige stroken textiel, bij de schouder gedragen op militaire uniformen en voorzien van rangonderscheidingstekens. Gebruik ‘schouderlappen‘ voor ruwweg driehoekige lappen textiel op de schouders van dienstuniformen van Amerikaanse officieren, die naar binnen doorlopen bij de zoom van de mouw en met een knoop zijn bevestigd bij de kraag.
Verwijst naar een perspectiefsysteem waarbij rechthoekige vormen in een hoek ten opzichte van het afbeeldingsvlak worden geplaatst in plaats van parallel aan het vlak; mogelijke technieken zijn tweepunts- en driepuntsperspectief.
Verwijst naar tekeningen die worden gemaakt met schuin perspectief, dat wil zeggen een lineair perspectiefstelsel waarin rechthoekige objecten in een hoek ten opzichte van het beeldvlak worden getekend in plaats van parallel daaraan. Het schuine perspectief kan een tweepunts- of driepuntsperspectief zijn of gebruikmaken van een ander stelsel. Gebruik ‘planimetrische tekeningen’ voor tekeningen met schuine projectie waarin parallelle lijnen parallel blijven in plaats van te convergeren in een verdwijnpunt.
Grote, meestal rechthoekige borden op sportterreinen, die voornamelijk worden gebruikt om de score en andere relevante feiten, cijfers of beelden aan te geven.
Lange schilden die oorspronkelijk uit Italië kwamen en gebruikt werden door de Romeinse zware infanterie vanaf de 8e eeuw v.C. tot de 5e eeuw n.C. Ze waren rechthoekig of ovaal van vorm, oorspronkelijk van hout of riet maar later van met leer bedekt hout, met een centrale metalen schildknop en een richel over de lengte van de achterkant.
Chinese lange citers met een rechthoekig klankbodem met een gebold oppervlak en meestal 25 zijden snaren, elk door een beweegbare, driehoekige kam ondersteund. De kammen dienen ook als een fijnstemmechanisme, waarbij elke kam relatief tot de aangrenzende kammen wordt geplaatst, in een diagonale rij dwars over de klankbodem.
Architectonisch motief, kenmerkend voor de Renaissance en latere stijlen die de klassieke stijl imiteerden, bestaande uit een grote centrale opening onder een halfronde boog, geflankeerd door twee kleinere, rechthoekige openingen. Weergegeven in ���Architettura' (1537) van Serlio en beschouwd als een kenmerkend element van de Palladiaanse architectuur.
Verwijst naar de midden-neolithische stijl en cultuur die voortkwam uit de Proto-Sesklocultuur en die werd aangetroffen van het westen van Macedonië tot aan het zuiden van Phthiotis. De stijl is genoemd naar de archeologische vindplaats in Magnesië, en verschilt van de voorgaande cultuur door een grotere uniformiteit, eenvormiger, rijkdom en complexiteit. De stijl kenmerkt zich door gedetailleerd rood op wit gedecoreerd aardewerk, vaak met zigzag- of vlammotief, monochroom rood geëngobeerd aardewerk, en opvallende architectuurkenmerken, waaronder rechthoekige ontwerpen, geteerde daken, en inpandige steunberen.
Een klein, rechthoekige blok, meestal van graniet, dat wordt gebruikt voor het plaveien van straten en wandelwegen.
Voornamelijk 20e-eeuwse prenten, waarbij de omtrek van de afbeelding geen van de traditionele vormen heeft, dat wil zeggen, rechthoekig, cirkelvormig of ovaal.
Platte, vaak rechthoekige omhulsels, die lijken op pakjes sigaretten maar dan groter, en die worden gebruikt om sigaren in mee te dragen. Gebruik 'sigarendozen' voor dozen met deksel die op tafel, bureau of iets dergelijks gezet worden en waar sigaren in zitten.
Platte, meestal rechthoekige omhulsels die worden gebruikt om sigaretten in mee te dragen, lijkend op sigarendoosjes maar dan kleiner. Gebruik 'sigarettendozen' voor de doosjes met sigaretten met deksel die op tafel, bureau of iets dergelijks gezet worden.
Te gebruiken voor bedden met twee uiteinden op dezelfde hoogte die in de lengte tegen de muur dienen te staan. Gebruik 'Franse bedden' voor bedden met een eenvoudig houten raamwerk waaraan de bedbehangsels zijn opgehangen zodat ze een vlakke, rechthoekige 'doos' vormen.
Kleppers van de Thongavolkeren in Zuid-Afrika. Ze bestaan uit rechthoekige stukken hout die als handschoenen worden gedragen om het klepgeluid te versterken.
Verwijst in de architectuur of de bouw in het algemeen naar stevige, verticale, relatief geïsoleerde constructiedelen van aanzienlijke lengte. Palen zijn in doorsnede gewoonlijk rond, vierkant of rechthoekig en worden gebruikt ter ondersteuning van een grotere constructie of als vast punt voor zijwaartse bevestiging. Ze zijn gewoonlijk relatief weinig versierd en gemaakt van één houtsoort, maar kunnen ook van steen, metaal of een ander materiaal zijn of van een samenstelling van materialen. De term wordt voornamelijk gebruikt voor verticale stutten in een houten balkenconstructie. Gebruik 'pijlers (dragende elementen)' voor vierkante staanders in klassieke stijl en voor vierkante en rechthoekige gemetselde staanders. Gebruik 'zuilen (architecturale elementen)' voor cilindrische staanders in staal- en betonconstructies.
Wordt gebruikt voor doosvormige graven, meestal rechthoekig en bestemd als enkel graf, welke zijn uitgegraven in de grond en vaak langs alle kanten zijn afgedekt met stenen platen.
Rechthoekige verbindingen tussen twee onderdelen die met elkaar in een rechte hoek staan. Het contactoppervlak van het uitstaande onderdeel is rechthoekig gesneden en past precies op het oppervlak van het andere onderdeel.
Verwijst naar de stijl in de Shinto architectuur die zich ontwikkelde rond 300 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door een rechthoekig type tempel die uit twee delen bestaat en die is gemaakt van hout dat niet is ontschorst. Het dak heeft een puntgevel met aan de uiteinden een kruisconstructie en wordt gedragen door grote ronde palen.
Romeinse rechthoekige kamers die direct vanaf de straat toegankelijk zijn en die vooral worden gebruikt als winkels of kraampjes.
Een zich niet herhalend, vaak vlak, rechthoekig oppervlak van steen, of een plaat of paneel, in een muur of sokkel aangebracht, met daarin een inscriptie, schilderij of reliëfsculptuur. Gebruik 'tablet' voor soortgelijke objecten die verplaatsbaar zijn of die niet structureel deel uitmaken van een muur of postament.
Wordt gebruikt voor horizontale, rechthoekige, omlijste panelen in de architectuur van Midden-Amerika, waarvan het inspringende oppervlak vaak is versierd met schilderingen of beeldhouwwerk, en waarbij het geheel vaak als een cantilever uitsteekt over hellende muren om talud-tableros te vormen.
Piano's met een horizontale, rechthoekige kast.
Verwijst naar de cultuur van de Vroege Nomaden die zich ontwikkelde op de steppen van het Minoesinsk-bekken. De cultuur wordt gekenmerkt door een karakteristiek type koergan, vaak met een kleine grafheuvel en een lage, rechthoekige stenen omheining met hoge, pilaarachtige stenen platen op de vier hoekpunten. Er is ook het type zonder grafheuvel en met een begraafplaats die is gemarkeerd met stenen pilaren in groepen van enkele tientallen tot een paar honderd.
Architectonische elementen van sommige Midden-Amerikaanse gebouwen, bestaande uit een horizontaal, rechthoekig paneel (tablero) dat uitkraagt over een omhoog hellende muur (talud). Wordt vaak herhaald op trapvormige piramides die ongeveer na 300 v.C zijn gebouwd.
Tamboerijnen met een rechthoekige klankkast waarover een wisselend aantal snaren loopt; bespeeld door de snaren allemaal tegelijk aan te slaan met een stokje; ook bespeeld in combinatie met een éénhandsfluit; Europa.
Banden die bestaan uit smalle, rechthoekige, tandachtige blokken die zich meestal langs de onderzijde van een kroonlijst bevinden. Een karakteristiek element van zowel de klassieke stijlen als van de stijlen die de klassieke stijl imiteren.
Vlak, compact en relatief dun, duurzaam materiaal dat over het algemeen wordt gebruikt voor dakbedekking, vloerbedekking of muur- en plafondbedekking; meestal rechthoekig of vierkant van vorm. Gebruik eerder 'keramische tegels' voor gebakken kleimaterialen in diverse vormen en dikten die, naast bedekking, voor verscheidene doeleinden worden gebruikt.
Te gebruiken voor oud-Griekse tronen, gewoonlijk versierd, met een verhoogde zetel en vaak met een hoge rug en armleuningen. Ze hebben soms poten in de vorm van dierenpoten, gedraaid of rechthoekig, en soms zijkanten uit één stuk. Gebruikt door rijke of belangrijke personen en te zien op afbeeldingen van de Griekse goden.
Muziekbogen met een halve kalebas als klankbodem, 1 snaar; bespeeld door te tokkelen met de rechterhand en de snaren te verkorten met een rechthoekig plaatje in de linkerhand; Yowabu, Benin.
Rechthoekige schaven, die lijken op gladschaven maar een in alle richtingen gekromede zool hebben en een enkele of dubbele steunbeugel van 5 centimeter doorsnede. Deze steunbeugel is op maat gemaakt om op het vat te passen dat wordt schoongemaakt en geschaafd.
Wolkenkrabbers, meestal in de vorm van een toren, met appartementen of kantoren die zijn gesitueerd rond een centrale kern. Te gebruiken om ze te onderscheiden van 'slab blocks', die meer rechthoekig zijn.
Wordt gebruikt voor oude Romeinse begrafenisbouwwerken van enkele verdiepingen hoog, die meestal oprijzen vanaf een vierkante of een rechthoekige basis met trappen en met bovenop een piramidevormig, koepelvormig of plat dak.
Rechthoekige kussentjes, meestal gevuld met paardenhaar, bovenaan in de achterkant van de rok genaaid, fungerend als opvulling.
Cilindervormige of rechthoekige ruimten waarin de trappen van huizen zijn gebouwd, minder ruim van opzet dan 'trappenhuizen' (VWB).
Sloten met een kast waarvoor een geboord, rond gat nodig is in plaats van een rechthoekig tapgat. De slotplaat en de slotkast zijn samengevoegd en vormen een eenheid.
Kleden met rechthoekige vakjes met bloemetjes of botanische motieven die mogelijk de bloembedden en stroompjes in Perzische tuinen voorstellen.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 2775 tot 2650 v. Chr. Kunstwerken bestaan uit muurschilderingen, reliëfs, beeldhouwwerk en aardewerk en getuigen van toenemende formele artistieke conventies.De architectuur onderscheidt zich door de constructie van rechthoekige mastaba’s, opgericht om de ondergrondse tombes te beschermen en de status van de overledene te benadrukken.
Kleine rechthoekige koffers voorzien van scharnieren, die open gaan in twee delen van gelijke grootte.
Verwijst naar een perspectiefsysteem waarbij sprake is van twee verdwijnpunten en dat over het algemeen wordt gekenmerkt door een rechthoekige vorm die wordt weergegeven onder een hoek ten opzichte van het afbeeldingsvlak, zodat de horizontale parallelle lijnen samenkomen in punten aan de rechter- en linkerzijde, maar zodat verticale lijnen parallel blijven aan het afbeeldingsvlak.
Rechthoekige, meestal leren reistassen, met zijkanten die bij elkaar komen en vast worden gemaakt aan de bovenkant, of die over de gehele breedte van de tas open zijn met twee riempjes die rond de tas worden gebonden om die dicht te maken.
Spaanse uitklapbare schrijfkabinetten in de vorm van een rechthoekige kist die op een decoratieve pie de puente of schraag steunt. De binnenkant is vaak uitbundig versierd en bevat meestal een rij laden, soms aangevuld met vakjes en een klein kastje. De naam dateert uit het einde van de 19de eeuw en verwijst foutief naar de plaats waar dit type kast zou zijn gemaakt, namelijk het dorp Vargas in de provincie Toledo.
Klavecimbels, meestal rechthoekig, met 1 toetsenbord, waarbij de snaren in een rechte hoek tot de toetsen lopen.
Cilindrische of rechthoekige verpakkingen, meestal van lichtgewicht metaal, plastic of gelaagd karton, bedoeld om droge producten in te bewaren.
Ronde of rechthoekige platte schalen, in het algemeen gemaakt van hout, keramiek of metaal, waarin vlees of ander voedsel wordt gesneden of opgediend. Vroege houten exemplaren hebben vaak een dieper gedeelte voor het voedsel en een tweede kleinere uitsparing voor zout. Gebruik 'platte schotels' voor grote borden, meestal rond of ovaal en vaak van aardewerk of metaal, die worden gebruikt voor het serveren van vlees.
Wordt gebruikt voor smalle, rechthoekige, houten staven die in lengte variëren van rond de 42 tot 61cm, met een klein koperen uitsteekseltje om de staaf mee in het spongat van een vat te plaatsen, bedoeld om het tekort van gedeeltelijk gevulde vaten te meten; meestal voorzien van schaalverdelingen voor vaten met verschillende capaciteiten.
Rechthoekige stukken vuursteen met één scherpe kant die worden gebruikt in een vuursteenslot om vonken te maken voor het ontsteken van de ontstekingslading.
Manden of mandachtige houders die voornamelijk zijn bestemd om wasgoed in te dragen; vaak ovaal of rechthoekig, en meestal met twee hengsels aan de rand.
Rechthoekige manden waarvan de ene kant hoger is geweven dan de andere, waarmee ze werden opgehangen aan een paal van het weefgetouw om ongebruikte spoelen voor het weven in te doen.
Chroomgelooid kalfsleer dat oorspronkelijk bruin werd geverfd en in één richting werd gezoomd (van hoofd naar staart). Zo ontstond het karakteristieke wilgenmotief. Het verschil met boxcalf is dat dit laatste meestal zwart is geverfd en in twee richtingen is gezoomd, waardoor een rechthoekig gekruist patroon ontstaat.
Grote en flexibele houders van vlas, jute, een andere stof of plastic, gewoonlijk rechthoekig, open aan één kant en bedoeld voor het bewaren en vervoeren van bijvoorbeeld maïs, meel, fruit, aardappels, hout, kolen of andere producten. Gebruik 'tassen (algemene houders)' voor houders van leer, stof, papier waarvan de opening kan worden afgesloten.