Associaties voor resten

Toegevoegd op: 16-8-2017

Boeken die verslagen bevatten van praktijkvoorbeelden die algemene principes illustreren of een voorbeeld zijn van belangrijke situaties. Ze worden gebruikt als naslag of voor instructie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst in algemene zin naar stoffen van organische oorsprong die volledig of deels bewaard zijn gebleven, veelal in de aarde, in een conserveerde of gefossiliseerde vorm. Verwijst in specifieke zin naar datgene wat overblijft van een persoon of nader als het leven daaruit is geweken, met inbegrip van het dode lichaam of de delen daarvan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De as van een gecremeerd mens of dier.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kalksteen die grotendeels bestaat uit de resten van calciumcarbonaatproducerende algen, of waarin dergelijke algen dienen om de fragmenten van andere producenten van calciumcarbonaat te binden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zij die de menselijke geschiedenis bestuderen op basis van de overblijfselen van de materiële cultuur, de omgeving en dierlijke resten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De bestudering van botanische resten in archeologische context.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De bestudering van menselijke geschiedenis door middel van de overblijfselen van materiële cultuur, de omgeving en van dierlijke resten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Locaties waar ooit menselijke activiteiten hebben plaatsgevonden en waar materiële resten, in wat voor vorm dan ook, zijn achtergebleven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor magnetische resten die worden onderzocht of geanalyseerd op archeologische overblijfselen. Gebruik liever 'paleomagnetisme' voor het onderzoeken van geologische stoffen, vooral uit de periode voorafgaand aan de menselijke beschaving.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De studie van dierlijke resten, vooral botten, in een archeologische context.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Witachtige afwerking van hout, verkregen door verf af te schrapen terwijl de resten van de kalkonderlaag nog in de nerf zitten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Over het algemeen gebruikt voor resten van gebouwen of groepen van gebouwen die zijn vernietigd of in een staat van groot verval verkeren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Heuveltjes van vergruisde stenen en vaak houtskool, met een haard en een trog erbij. De troggen werden direct uit het gesteente gehouwen en waren daardoor waterdicht, of ze werden waterdicht gemaakt met hout of klei. Men vindt ze in Ierland en Groot-Brittannië en op verschillende plaatsen in Noord-Europa. Ze stammen uit de periode die loopt van het neolithicum en de ijzertijd tot de vroege Middeleeuwen; de meeste zijn ontstaan tussen 1900 en 800 v.Chr. Men denkt dat de vergruisde stenen de resten zijn van stenen die in de haard werden verhit en die men gebruikte om het water in de trog te verwarmen om voedsel te koken, dranken te brouwen, te baden, stoffen te verven of leer te bewerken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer achttien soorten loofbomen waarvan het hout en de noten worden gebruikt, en die inheems zijn in het oosten van Noord-Amerika en het oosten van Azië. In Europa en het westen van Noord-Amerika en op Groenland en IJsland zijn fossiele resten gevonden van soorten die tot dit genus behoorden. De bomen hebben sterk en zwaar hout en produceren steenvruchten (meestal met een harde, houtachtige schil of dop) waarin ���noten' zitten. De pitten in de ���noten' van diverse soorten zijn eetbaar.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Recentelijk uitgestorven vingerdier dat verwant was aan het vingerdieren. Er zijn alleen subfossielen bekend (gedeeltelijk gefossiliseerde resten). De dieren waren twee keer zo groot als de aye-ayes die op Madagaskar voorkomen en leken daar morfologisch gezien sterk op.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gepatenteerde techniek voor het aanbrengen van fotografische afbeeldingen op plexiglas, zonder dat er luchtbelletjes ontstaan of lijmresten achterblijven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Het onderscheid tussen de subfamilies van de echte herten (Cervinae) en schijnherten (subfamilie Capreolinae) betreft verschillen in voetstructuur. Bij de echte herten zijn het tweede en vijfde handbotje (metapodia) vrijwel volledig verdwenen, met uitzondering van proximale en terminale resten. Bij schijnherten bevinden de resten zich distaal.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Uitgestorven mensensoort die tussen 94.000 en 18.000 jaar geleden leefde, dus ruim binnen de periode van de moderne mens, vermoedelijk op het Indonesische eiland Flores en mogelijk ook elders. In 2004 vond een team van Australische en Indonesische antropologen de skeletresten van een volwassen vrouw en van andere personen in de Liang Bua-grot op Flores. Deze mensen van deze soort werden ongeveer een derde van de grootte van de moderne mens. Ze vervaardigden gereedschappen, jaagde op dwergolifanten en andere dieren en kookten voedsel. De Floresmens stamt mogelijk af van de H. erectus, een veel oudere en grotere mensensoort waarvan wellicht ook de moderne mens afstamt. De geringe lengte van H. floresiensis was mogelijk het gevolg van eilanddwerggroei. Aangezien er geen resten van H. erectus op Flores zijn aangetroffen, is een alternatieve theorie dat deze soort al een gering postuur had toen hij op het eiland kwam, mogelijk als gevolg van een veel vroegere afstamming van een gemeenschappelijke voorouder van H. erectus.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beeldvervaardigingstechniek waarbij gebruik wordt gemaakt van rook als expressiemiddel. Er wordt namelijk papier boven een kaarsvlam gehouden en men laat de zwarte koolstofresten op het papier vallen, ervoor zorgend dat een gelijkmatige, gladde textuur wordt gevormd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor het samenvoegen van twee smalle planken, waarbij beide planken glad zijn geschaafd, met lijm ingesmeerd en net zolang tegen elkaar gewreven tot alle luchtbellen en overtollige lijmresten uit de voeg zijn verdwenen. Klampen is niet nodig en de verbinding is bijzonder stevig.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ondiepe borden voor graten en andere voedselresten die naast de eetborden worden gezet; behoorden in de 19e eeuw vaak tot het couvert.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een hard en zeer kristallijn marmer uit Missouri dat veelvuldig wordt gebruikt voor binnen- en buitentoepassingen. Het heeft een grijsachtige kleur, een gesloten en gelijkmatige textuur en het glanst snel. De resten van crinoidea geven het een schetsachtig patroon. Dit zorgt voor de fraaie motieven die zichtbaar worden als het marmer overdwars wordt gesneden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Leden van een uitgestorven soort van zeer grote beren die zich kenmerkten doordat ze Europese grotten te bewoonden, waar hun resten vaak bewaard zijn gebleven. De holenbeer is het best bekend van vondsten in grotten uit het late Pleistoceen, hoewel hij kan worden getraceerd tot het late Plioceen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verpoederde restanten die door insecten worden geproduceerd tijdens het voeden en boren; vaak met uitwerpselen en etensresten erin.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Drank bestaande uit een infusie van warm of koud water en de blaadjes of bladresten van één of meer gedroogde of verse kruiden, soms met toevoeging van gemalen kruiden. Wordt vaak voor medicinale doeleinden gebruikt, maar ook als verversing.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de fase van de Nara-periode tussen circa 756 en 784 n. Chr. In de beeldhouwkunst wordt de stijl gekenmerkt door een zwaarder en voornamer ogend figuurtype, met een sterk versoberde uitwerking van de vormen en draperieën. Op het gebied van bronswerk vond deze periode zijn hoogtepunt in de Grote Boeddha van Tōdai-ji, welke overigens niet meer bestaat. De kleine bronzen die met Tōdai-ji worden geassocieerd, zoals de lantaarns, zijn fraaie voorbeelden van gietwerk in bas-reliëf. Kenmerkend zijn de afbeeldingen van wervelende draperieën en een fijne lijnvoering. Er resten ons nog slechts weinig schilderijen uit deze periode, maar documenten van de Shōsōin maken melding van kamerschermen waarvan de schilderingen een hoge graad van verfijning kenden. Kenmerkend voor de rolschilderingen uit deze periode is de weergave van een verhalende afbeelding pal boven een tekst, een stijl die in de 8ste eeuw reeds als verouderd werd beschouwd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een van de drie hoofdfasen van de Gansu-cultuur, die dateert uit circa 2000 tot circa 1800 v. Chr. De naam is ontleend aan een vindplaats ten oosten van Ledu, in het oosten van de provincie Qinghai, die van 1921 tot 1923 is uitgegraven door de Zweedse archeoloog Johan Gunnar Andersson. Aardewerk uit de Machang-fase werd vervaardigd uit rode klei of uit zandgetemperde rode en grijze klei; de meest voorkomende vormen zijn potten, kommen en kruikachtig vaatwerk. Typerende decoratiemotieven zijn vier grote cirkels, ringetjes, spiralen, antropomorfe patronen en weef- of blokpatronen. Machang-aardewerk is veelal voorzien van geschilderde symbolen; tot dusverre zijn er 139 verschillende symbolen geïdentificeerd. Sommige grote potten zijn voorzien van een deksel in de vorm van een menselijk hoofd, en op één opvallend vat is een menselijke figuur met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken en borsten afgebeeld. Dergelijke figuren kunnen waarschijnlijk in verband worden gebracht met sjamanistische rituelen. De best bewaarde resten van Machang-huizen zijn opgegraven in Majiawan, in Yongjing.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Afdrukken die zijn gemaakt van een drukplaat zonder deze na de vorige druk opnieuw te inkten, bedoeld om de inktresten van de drukplaat te verwijderen. De term kan ook verwijzen naar vloeipapier en naar oud papier dat als versteviging werd gebruikt voor de stof van middeleeuws borduurwerk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De resten, sintels of slakken die overblijven na het smelten of uitsmelten van metaal.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Klasse van circa 1800 soorten overwegend hermafrodiete aard- en zoetwaterwormen met permanente geslachtsorganen, die zich voeden met afvalresten en algen. In het water levende wormen hebben kieuwen en zijn volledig ontwikkeld, wat inhoudt dat de jongen eruitzien als zeer kleine versies van volwassen wormen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Het procédé waarbij resten haar, vuil, vet en ongebluste kalkmengsels worden verwijderd van een huid of vel na ontharing en ontvlezing.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Locaties waar wordt gegraven of op een andere wijze grondonderzoek wordt gedaan naar sporen van oude bewoning, zoals artefacten van menselijke activiteiten, fossielen, bevroren overblijfselen of andere geconserveerde resten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Schrift in de oudste tot nu toe ontdekte Chinese geschriften; de karakters zijn gegraveerd op schildpadschilden of dierlijke beenderen als verslagen van profetieën die werden gedaan door koningen in de tweede helft van de Shang-dynastie (14de tot 11de eeuw v.Chr.). De overgrote meerderheid van de orakelbeenderen is opgegraven in het tegenwoordige dorp Xiaotun bij de stad Anyang in de provincie Henan (of in de resten van Yinxu, de laatste hoofdstad van de Shang-dynastie).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor de resten die worden onderzocht en geanalyseerd op geologische stoffen, zoals sedimenten en lavastromen, vooral uit de periode voorafgaand aan de menselijke beschaving. Gebruik liever 'archeomagnetisme' voor het onderzoeken van archeologische overblijfselen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Tak van de biologie die zich bezighoudt met de levensvormen in vroegere geologische perioden, gebaseerd op het bestuderen van fossielen en andere bewaarde resten (zoals zeer oude bevroren resten) van planten en dieren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Chinese Neolithische cultuur en periode die zijn naam ontleent aan een in 1951 ontdekte archeologische site in het gewest Huai'an in de Chinese provincie Jiangsu. Globaal omvatte Qingliangang de periode tussen 4500 en circa 2300 v. Chr., en het gehele kustgebied vanaf de provincie Shandong in het noorden tot aan de grens met de provincie Fujian in het zuiden. In meer specifieke zin wordt er de periode tussen circa 4500 en circa 3200 v. Chr. mee bedoeld, en uitsluitend het gebied van de provincie Shandong en het noordelijk deel van de provincie Jiangsu. De weinige Neolithische resten die in Qingliangang zijn opgegraven, omvatten hoofdzakelijk geavanceerde stenen gereedschappen, aardewerken houders en potscherven. Het aardewerk van Qingliangang bestaat overwegend uit roodbakken steengoed, hoewel ook grijs en zwart aardewerk is aangetroffen. Vaatwerk is gevonden in de vorm van borden of schalen van het pan- en pen-type, kommen van het bo-type, statieven van het ding- en li-type, kopjes van het bei- en dou-type, alsmede zeng-stoompannen. Sierontwerpen komen uitsluitend voor in de vorm van eenvoudige geometrische patronen, meestal bestaande uit gebogen of rechte parallelle lijnen. Het decor is doorgaans ingestempeld en geschilderd; ook zijn technieken als insnijden en appliqué gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beschrijft werken die zijn vervaardigd door bewoners van de Polynesische eilanden. De Polynesiërs staan bekend om hun traditionele houtsnijwerk, schorsdoek, matten, tatoeages en andere vormen van lichaamskunst. De Polynesische kunst was ooit hoog ontwikkeld, maar er is weinig uit het verleden bewaard gebleven, als gevolg van het vergankelijke karakter van de gebruikte materialen: schorsdoek, gevlochten manden en verenwerk. Hoewel de architectuur overal in Polynesië tot grote bloei kwam, vormen nog slechts de resten van stenen structuren op de Oost-Polynesische eilanden het bewijs van de uitzonderlijke architecturale vaardigheden van de Polynesiërs.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De magnetische flux die in een magnetische kring overblijft nadat een toegepaste magnetomotorische kracht is verwijderd. Gebruik 'archeomagnetisme' of 'paleomagnetisme' voor magnetische resten die worden onderzocht en geanalyseerd op archeologische of oeroude geologische stoffen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Het onderscheid tussen de subfamilies van de echte herten (Cervinae) en schijnherten (subfamilie Capreolinae) betreft verschillen in voetstructuur. Bij de echte herten zijn het tweede en vijfde handbotje (metapodia) vrijwel volledig verdwenen, met uitzondering van proximale en terminale resten. Bij schijnherten bevinden de resten zich distaal.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van coniferen uit de cipresfamilie, bestaande uit één levende soort, Sequoia sempervirens. De reuzensequoia werd voorheen ook tot dit genus gerekend. De sequoia komt voor in de mistgordel van de kustgebieden in het zuiden van de provincie Monterey in Californië tot aan het zuiden van Oregon, en op de verspreid liggende boomgroepen op de westelijke hellingen van de Sierra Nevada, van de county's Placer tot Tulare in Californië. Zeer oude fossiele resten van de sequoia uit de Juraperiode (circa 200 tot 145,5 miljoen jaar geleden) komen wijd verspreid voor op het noordelijk halfrond. De moerascipres en watercipres zijn nauw verwant met de sequoia. De naam van het genus verwijst naar de beroemde Cherokee-indiaan Sequoyah (of Sequoya).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Onderdelen of panelen in een keuken of badkamer die zijn bedoeld om muren en apparaten te beschermen tegen vloeistofspetters of voedselresten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van de Tagar-fase waarin de koergans aanzienlijk variëren. Er zijn grote constructies met monumentale grafgedeelten die zijn gebouwd van steen met muren van een meter dik en anderhalve meter hoog. In het midden bevindt zich een grote graftombe die bestaat uit een uitgebreide houten constructie van twee verdiepingen, met een dak van boomstammen, die de resten bevat van enkele tientallen lichamen. Alle graftomben zijn in brand gestoken, de constructies zijn verkoold en op de meeste plaatsen tot as vergaan. Andere graftomben hebben kleinere grafruimten van platte stenen die rechtop in de grond zijn geplaatst, en die ofwel tegen elkaar aan zijn gebouwd, ofwel van elkaar zijn gescheiden door middel van een smalle tussenruimte en slechts een enkele graftombe bevatten. Sommige graftomben kunnen in de ruimten tussen grafgedeelten zijn geplaatst of in de ruimte tussen de belangrijkste graftombe en de muur van het grafgedeelte. In beide gevallen zijn de schedels van de overledene doorboord, bedekt met een kleilaag en beschilderd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Schimmelfamilie met een kosmopolitische verspreiding die algemeen voorkomt in de bodem, op rottende planten- en voedselresten. Ze kunnen zich aan extreme omgevingsomstandigheden aanpassen en hanteren agressieve kolonisatiestrategieën. De familie bevat een aantal van de bekendste schimmels uit de genera Penicillium en Aspergillus.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gebouwen waarin voorzieningen voor de voorbereiding van stoffelijke resten voor de begrafenis of crematie en voor formele opbaring van en diensten voor de overledene. Hoewel het concept overlappingen heeft met 'mortuaria', wordt ze hiervan onderscheiden omdat die doorgaans geen vertrekken of ruimten voor opbaringen en diensten hebben.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een cultuur uit de Late Bronstijd die zich voordeed in de 12de eeuw v. Chr. in het oosten van Midden-Europa en Noord-Italië, en die zich verspreidde over Oekraïne, Sicilië, Scandinavië, Frankrijk en het Iberisch schiereiland.Deze cultuur is genoemd naar de gewoonte om de verbrande resten van de overledenen te bewaren in urnen, in zowel vlakke graven als ronde grafheuvels. De cultuur kenmerkt zich door versterkte nederzettingen, opvallend aardewerk en metalen gietvormen, gesmeed bronzen wapentuig, en slagzwaarden met opstaande randen om het handvat te beschermen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

In algemene zin, objecten die zijn gemaakt of bewerkt door mensen, gewoonlijk handgereedschap, gebruiksvoorwerpen, sieraden of kunst. In de archeologie is een artefact een object dat is vervaardigd door een menselijke cultuur en wordt onderscheiden van natuurlijke resten, en later is aangetroffen bij archeologische werkzaamheden. Zie ook 'culturele artefacten' voor de context van objecten die specifiek worden verzameld door musea. Gebruik de term niet in de technische en medische betekenis, dat wil zeggen voor een product of effect dat niet aanwezig is in de natuurlijke toestand van een organisme of een systeem, maar optreedt wegens het onderzoek zelf of het gevolg is van een andere externe activiteit.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Personen die de vaardigheid bezitten om water, mineralen, schatten, archeologische resten en zelfs lijken onder de grond op te sporen met behulp van een wichelroede. Wichelroedelopers houden de wichelroede bij de twee gevorkte uiteinden vast en lijken dan energie op te vangen vanuit het object of de substantie onder de grond, met als gevolg onwillekeurige spierbewegingen waardoor de wichelroede gaat krom staan of hevig gaat draaien of trillen. Sommige wichelroedelopers beweren dat ze al een begraven substantie kunnen opsporen door de wichelroede over een kaart van het betreffende gebied te bewegen. Voor deze gave bestaat nog geen wetenschappelijke verklaring, maar wichelroedelopers ontkennen meestal dat hun methode deels op giswerk berust.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar glas dat oorspronkelijk, in de Middeleeuwen, werd vervaardigd in de bosgebieden van Frankrijk en Duitsland. Het glas heeft meestal een groenige, gelige of bruinige kleur, en is doorgaans nogal dik, eenvoudig van vorm, vormgeblazen en gedecoreerd met pipet en prunts. Kenmerkend voor het glas is het alkali-bestanddeel: potas uit de asresten van gebrand beukenhout, varen (adelaarsvaren) of van andere houtsoorten.