Associaties voor rijkdom

Toegevoegd op: 16-8-2017

Alle eigendommen of bronnen die een geld- of ruilwaarde hebben of van economisch nut zijn.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Regeringsvorm waarbij de meeste macht ligt bij degenen die hun aanzien vooral ontlenen aan de familie waarin ze zijn geboren of hun rijkdom.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een religie die in de jaren 60 van de 19de eeuw is ontstaan uit de Perzische islamitische Babigemeenschap. Zij werd gesticht door Bahaullah, die zei dat hij de profeet was die door Ali Mohammed Shirazi, grondlegger van het Babigeloof, was voorzien. Het bahaïsme benadrukt niet alleen sociale doelen maar ook spirituele waarheden: de enkelvoudigheid van God, de eenheid van alle geloven, de harmonie van alle mensen, universeel onderwijs, trouw aan het wereldlijk gezag, het belang van een persoonlijk geweten en de onvermijdelijke eenwording van de mensheid. Vanwege dit vertrouwen in de eenheid van geloof en mensheid is elke vorm van vooroordeel onaanvaardbaar en wordt culturele diversiteit verwelkomd. Aanhangers worden aangemoedigd zelf op zoek te gaan naar de religieuze waarheid; daarom worden wetenschappelijke ontdekkingen niet onverenigbaar geacht met het geloof in het bahaïsme. Tot de bahaïstische doelstellingen behoort het streven naar een wereldregering die een einde maakt aan extreme armoede en rijkdom; dit doel zou dichterbij moeten worden gebracht met een universele hulptaal. Bahaullah verklaarde dat God zelf onkenbaar is maar zich heeft gemanifesteerd als Abraham, Mozes, Zoroaster, Boeddha, Jezus Christus, Mohammed en de Bab, met Bahaullah als de ultieme verschijning. Er bestaan geen sacramenten, pastors of initiatierituelen in het bahaïsme. De godsdienstoefening bestaat uit dagelijks gebed en schriftlezing. Op de hele wereld treft men bahaïstische godshuizen aan, vooral in de Derde Wereld, meestal bij een school, ziekenhuis, weeshuis of soortgelijke instelling. Het bestuurslichaam van het bahaïsme, het Universele Huis van Gerechtigheid, komt elke vijf jaar bijeen en heeft zijn hoofdkwartier in Haifa (Israël).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bijlen, vaak gestileerd van vorm of rijkelijk versierd, die worden gebruikt bij ceremoniële aangelegenheden zoals symbolen of uitingen van sociale positie, macht, rijkdom of andere kenmerken van prestige zoals goddelijkheid of gespecialiseerde kennis op het gebied van godsdienst en ritueel.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Het hindoefeest van het licht, een belangrijk feest dat in oktober/november overal in India wordt gevierd (vanaf de 13de dag van de donkere helft van de maanmaand Asvina tot aan de tweede dag van de lichte helft van Karttika). Bij dit feest vereert men Lakshmi, godin van rijkdom en geluk; het wordt met name enthousiast gevierd door handelaren, die op dat moment een nieuw boekjaar openen. (In Bengalen wordt de godin Kali vereerd.) De gelovigen plaatsen aardewerken lampjes in lange rijen op de balustrades van tempels en huizen; ook laten ze lichtjes op rivieren en beken met de stroom meevoeren. Zo herdenkt men de terugkeer uit ballingschap en de kroning van Rama, een incarnatie van de god Visjnoe. Op de vloer van de woonhuizen wordt dicht bij de deur een sierlijk patroon met lotussen aangebracht, om zo Lakshmi binnen te noden. Tijdens het feest gaan de mensen bij elkaar op bezoek, geven ze elkaar cadeaus, vieren ze feest en dragen ze nieuwe kleren. De vierde dag van het feest is tevens het begin van het nieuwe jaar volgens de Vikrama-kalender.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de laatste jaren van de Gotische periode en stijl in de architectuur en andere kunsten in Europa, beginnend aan het eind van de 13de eeuw. De stijl kenmerkt zich door een steeds grotere regionale verscheidenheid, die vaak gepaard gaat met een tendens naar extreme complexiteit, verrassings- en fantasie-effecten, een ambitieus spel van licht en schaduw en een overweldigende rijkdom aan lineaire vormen. Zie voor individuele regionale stijlen onder ‘Middeleeuwse regionale stijlen’.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de architectuur- en ontwerpstroming in de late jaren 60 en de jaren 70 van de 19de eeuw die werd gekenmerkt door een esthetiek van rijkdom en overvloed, door verfijnde versieringen, zoals gesneden houten traliewerk, en door de toevoeging van de veranda, die is ontleend aan de Pittoreske periode uit de Engelse architectuur van de jaren 30 van de 19de eeuw. De stijl werd vooral toegepast in vakantieoorden als Cape May en Martha's Vineyard, in operagebouwen en in herenhuizen in de explosief gegroeide mijnwerkerskoloniën van het Oude Westen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar het hoogtepunt van de hellenistische periode, van circa 220 tot circa 150 v. Chr., ingeluid door de Romeinse overwinning na Macedonische en Syrische pogingen een hegemonie te vestigen, en de verschuiving van macht en rijkdom van de oostelijke koninkrijken naar Rome. De periode wordt gekenmerkt door belangrijke programma’s in beeldhouwkunst en architectuur die meestal nostalgische verwijzingen bevatten naar de glorie en rijkdom van de klassieke periode. In kunst en architectuur wordt de periode gekenmerkt door neoklassieke stijlen en compositiepatronen die zijn aangevuld met actieve houdingen en nieuwe, emotionerende retoriek, zoals weergegeven in grote en invloedrijke werken als het altaar van Zeus bij Pergamon en de kunst aan het Ptolemeïsche hof in Alexandrië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ceremoniële feesten die gegeven worden door de Indianen die aan de noordwestelijke kust wonen om rijkdom ten toon te spreiden om zo individuele sociale status te bekrachtigen of te verhogen. De gastheer geeft hierbij overvloedig cadeaus.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De verdeling in kasten, klassen, voorrechten of status in een maatschappij. De maatschappelijke laag waartoe iemand behoort, kan bij de geboorte zijn bepaald of tijdens het leven worden bereikt. Factoren die een rol spelen bij het behoren tot een maatschappelijke laag, zijn onder meer geslacht, leeftijd, rijkdom, familierelaties, opleiding, beroep, echtelijke staat en taal.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor ontwerpoplossingen die rekening houden met de ozonafbrekende en vervuilende effecten van bouwmaterialen en bouwprocessen. Daarbij bevorderen ze het behoud van energiebronnen, natuurlijke rijkdommen en het recyclen en zijn over het algemeen ecologisch verantwoord.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode die is genoemd naar het gebied van Nakhon Pathom in het Dvaravati-koninkrijk. Op het terrein van keramiek wordt deze periode gekenmerkt door hardgebakken houders van aardewerk, begrafenisurnen, votieftabletten van klei, kendi of watervaten met een bolvormige tuit en een lange hals met gevlamde rand, en olielampen, versierd in rood pigment of ingesneden, gestempelde patronen. Sommige keramiekstukken, zoals terracotta beeldjes, dienden als bouwkundige versieringen. In de beeldhouwkunst wordt deze periode gekenmerkt door Boeddha-afbeeldingen met enkele elementen in Mon-stijl, zoals brede gelaatstrekken en lange haarkrullen. De beeldhouwkunst is strikt frontaal en symmetrisch en de handen bevinden zich in de vitarka mudr-positie, waarbij de twee handen samen een verenigd gebaar maken, zoals in Dvaravati-beeldhouwkunst. Deze periode wordt ook gekenmerkt door Boeddha die is gezeten op de 'Europese' manier, met de benen naar beneden hangend en de knieën uit elkaar. Beeldhouwkunst in bas-reliëf uit deze periode wordt gekenmerkt door narratieve panelen verdeeld in twee registers en wordt gebruikt voor het versieren van stoepa-monumenten. Andere artistieke producties zijn gouden en zilveren votieftabletten die rijkdom en macht aanduiden, nek- en borstversieringen gemaakt van platte goudplaten, gouden betelsets, gouden plaquettes in reliëf, uit bladgoud gesneden afbeeldingen van Boeddha en ornamenten en beeldjes die zijn versierd met repoussé, filigreinwerk, emailleerwerk en niellowerk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Mantelachtige mannenbovenkleding van katoen of zijde, meestal met zware borduursels van symbolische beelden rond de hals en aan de voorzijde; oorspronkelijk gedragen door de Hausa, voornamelijk door de aristocratie, als teken van status, macht of rijkdom.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de midden-neolithische stijl en cultuur die voortkwam uit de Proto-Sesklocultuur en die werd aangetroffen van het westen van Macedonië tot aan het zuiden van Phthiotis. De stijl is genoemd naar de archeologische vindplaats in Magnesië, en verschilt van de voorgaande cultuur door een grotere uniformiteit, eenvormiger, rijkdom en complexiteit. De stijl kenmerkt zich door gedetailleerd rood op wit gedecoreerd aardewerk, vaak met zigzag- of vlammotief, monochroom rood geëngobeerd aardewerk, en opvallende architectuurkenmerken, waaronder rechthoekige ontwerpen, geteerde daken, en inpandige steunberen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lagen in de bevolking onderscheiden door mate van rijkdom of voorrechten, het soort werk, de levenswijze, of andere sociale, economische of culturele factoren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar stillevens waarin de afgebeelde objecten overduidelijk refereren aan de sterfelijkheid, de vergankelijkheid van het menselijke leven en de uiteindelijke nutteloosheid van aardse bezittingen. Afgebeeld zijn bijvoorbeeld zandlopers, weegschalen, spiegels en doodshoofden, en symbolen van rijkdom, kennisverwerving en macht, zoals juwelen, boeken en wapens. Dergelijke stillevens zijn, in tegenstelling tot de meeste andere, religieus getint. Deze soort stillevens, die in Leiden ontstond, was vooral populair in de 17de-eeuwse Nederlandse schilderkunst. De naam is afkomstig uit een passage in het Bijbelboek Prediker.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Rijkdom of succes.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de cultuur van de Zhou-dynastie, een periode die duurde van circa 1050 tot 256 v. Chr. De Zhou-dynastie volgde de Shang-dynastie op. Het gebied waarover de Zhous regeerden, was erg groot, maar hun heerschappij was indirect en werd daarom vaak betwist. De Zhou-periode wordt verdeeld in de Westelijke Zhou (circa 1050-771 v. Chr.) en de Oostelijke Zhou (771-256 v. Chr.). Er was sprake van een grote regionale diversiteit in de Zhou-periode, maar over het algemeen was het een tijd van opmerkelijke, politieke, filosofische, religieuze en sociale veranderingen. Veel elementaire Chinese tradities werden gevestigd en de vroegste Chinese literatuur dateert uit de Zhou-periode, onder andere de geschriften van Confucius. De bevolking nam toe in deze periode en het gebruik van ijzeren gereedschap raakte wijder verbreid, wat leidde tot landbouwkundige vooruitgang. De opkomst van een koopmansklasse en de ontwikkeling van geld creëerde een grotere markt voor artistieke producten, waarvan bronzen voorwerpen het belangrijkst bleven. Deze voorwerpen werden wereldlijker en dienden als symbolen van status, rijkdom en autoriteit. Op Zhou-bronzen worden langere inscripties aangetroffen, die nu waardevolle getuigenissen zijn van vroege Chinese geschiedenis. Het decoreren van bronzen werd abstracter, geometrischer en kleurrijker, en werd gekenmerkt door een toegenomen gebruik van reliëf en kostbaar inlegsel. De vele kleine staten van de Zhou-dynastie werden praktisch onafhankelijk van het centrale gezag en de Qin versloeg uiteindelijk de overige staten en vestigde de eerste verenigde Chinese heerschappij.