Associaties voor schildering

Toegevoegd op: 16-8-2017

Schilderij waarbij de verf laag voor laag in omgekeerde volgorde, dat wil zeggen eerst de belangrijkste details en daarna de achtergrond, op een stuk glas wordt aangebracht. De voorstelling wordt aan de keerzijde bekeken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Techniek waarbij verf in de omgekeerde volgorde, dat wil zeggen eerst de meest opvallende details en daarna pas de achtergrond, op de binnenkant van een stuk glas wordt aangebracht. Uiteindelijk moet de beeltenis vanaf de buitenkant bekeken kunnen worden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Schilderingen gemaakt met acrylverf.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De term wordt gebruikt om een ​​breed scala aan decoratieve schildertechnieken oorspronkelijk bedoeld om materialen, zoals marmer en hout met verf na te bootsen te beschrijven. Gebruik omvat vele andere decoratieve afwerkingen voor wanden en meubels, en wordt algemeen gebruikt om verschillende technieken te beschrijven in de context van interieur inrichting. Voor illusionistische schilderingen in de context van beeldende kunst gebruik "trompe l'oeil".

Toegevoegd op: 16-8-2017

Twee afzonderlijke afbeeldingen, geschilderd op de frontsnede van een boek, de ene gemaakt met de bladzijden uitgespreid in één richting, de andere met de bladzijden uitgespreid in de andere richting, zodat de afbeeldingen onafhankelijk zichtbaar zijn.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Schilderingen vervaardigd met kleuren die zijn opgelost in gesmolten was.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Schilderingen op de voorkant of de achterkant van glas, al dan niet of de verf vervolgens gebakken wordt op het glas. Geschilderde glazen spiegels en andere glasdecoratie, en geschilderde werken op dezelfde manier geschilderd op doek of houten panelen zijn bekend sinds de oudheid. In de context van glas in lood ramen en panelen, verwijst het naar delen van de afbeelding die zijn geschilderd op glas (vaak gebrandschilderd), in het bijzonder de kleinere details.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Schilderingen en tekeningen op natuurlijke grotwanden, met name uit het Paleolithicum. Gebruik 'rotsgraveringen' voor tekeningen die in grotwanden zijn gegraveerd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verticaal afgebeelde banderollen met tekst, kunstzinnige afbeeldingen of beide.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Omvat zowel @Abstract Imagist-schilderkunst als het werk uit de jaren zestig dat daarvan is afgeleid.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beschildering van glaswerk of aardewerk dat daarna niet meer wordt gebakken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Schilderingen die een groot deel van een muur- of plafondoppervlak bedekken. Gebruik 'wandversieringen' voor werken in andere media die grote delen van muren danwel plafonds bedekken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Schilderingen in olieverf.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een voorbereidende laag in een schilderij waarin tekening, compositie, en tonale waarden uitgewerkt worden, of een oppervlakte in één kleur die vervolgens wordt bewerkt met glazuurlagen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verf aangebracht op een schilderij over de reeds opgedroogde oppervlakken. Wordt soms ook gebruikt voor het oorspronkelijke glazuurwerk en de lazuurkleuren die door de kunstenaar zijn gebruikt. In conservatie wordt de term meestal alleen gebruikt voor het latere restauratiewerk. Gebruik 'bijschilderen' voor restauratiewerk dat alleen verloren oppervlakken vult zonder de oorspronkelijke verf te bedekken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Schilderingen op natuurlijke rotsen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beeldende werken waarin de voorstelling hoofdzakelijk wordt gevormd door het direct aanbrengen van pigment, in de vorm van kleurmassa's, op een over het algemeen tweedimensionaal vlak.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de twee-dimensionale decoratie toegepast op aardewerk door gebruik te maken van verf gemaakt van metaaloxiden of andere pigmenten vloeibaar gehouden in slip of een ander medium. De pigmenten worden typisch toegepast met behulp van een penseel of andere gereedschap, ofwel onder een glazuur of eroverheen en worden over het algemeen aangebracht op een gebakken lichaam, behalve in het geval van hard porselein. Het geschilderde object wordt doorgaans weer gebakken om het pigment te fixeren. De term wordt vooral gebruikt om Oudgrieks rood-en zwart-figuur aardewerk aan te duiden..

Toegevoegd op: 16-8-2017

Handgemaakte tapijten die een van de vele ceremonies en zandschilderingen van de Navajo's afbeelden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Voorbereidende schetsen voor schilderijen die deel uitmaken van de onderschildering en die de tonale verhoudingen van een schilderij bepalen; ook driemensionale voorbereidende schetsen voor beeldhouwwerken, waarin de grote lijnen al zijn vastgelegd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor bepaalde abstract-expressionistische schilderijen. Gebruik de term 'kleurvlakschildering' voor Abstract Imagist-werken en de werken uit de zestiger jaren die daar van zijn afgeleid.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Techniek voor het vervaardigen van muurschilderingen, waarbij met sneldrogende, kalkbestendige waterverf op een nog natte laag pleisterkalk wordt geschilderd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de gereedschaps- en kunstcultuur van hoog-paleolithisch Europa die volgde op de Moustérien cultuur, gelijktijdig was met het Périgordien en is genoemd naar de opgravingen bij Aurignac in het zuiden van Frankrijk. De typische stijl kan wijzen op een invasie van nieuwe volkeren in West-Europa en onderscheidt zich van gelijktijdige culturen door een overdaad aan bewerkt hakgereedschap in plaats van snijgereedschap, de vervaardiging van lemmeten en burijnen door middel van ponstechniek, en dubbelkonische punten met gespleten basis. Deze cultuur heeft de burijn uitgevonden, die de graveerkunst mogelijk maakte. De kunst kenmerkt zich door gestileerde venusfiguren, kleine snijwerken en graveringen waarin verkort perspectief en schakering is toegepast door middel van kruisarcering, en grotschilderingen van mensenhanden die worden gebruikt als sjablonen en geschilderde meerkleurige dieren, vaak met een opvallend verdraaid perspectief, dat wil zeggen dat de dieren en profil zijn afgebeeld met hun hoorns gedraaid in een frontale weergave.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode rondom de oude stad Ayutthaya die duurde van het midden van de 14de eeuw tot de 18de eeuw. In de beeldhouwkunst wordt deze periode vooral gekenmerkt door afbeeldingen van Boeddha die zijn gegoten in brons, of die zijn gemaakt van steen of stucwerk. In de vroege 14de eeuw culmineerde een verfijning van beeldhouwkundige stijlen in de eThong-stijl die werd gekarakteriseerd door verschillende subtypen van Boeddhabeelden. Eén type wordt gekenmerkt door de Boeddhafiguur met een prominent voorhoofd, amandelvormige ogen, rechte, bijna gesloten oogleden en conische krullen op het hoofd. Een tweede type toont sterkere Khmer-invloeden die zichtbaar zijn in het vierkante gezicht en de strenge gelaatsuitdrukking. Het derde type Boeddha-beeldhouwstijl wordt gekenmerkt door een uitgerekt lichaam en een glimlachende gelaatsuitdrukking. In de architectuur wordt deze periode gekenmerkt door tempel-sancturariumcomplexen die bekend zijn onder de naam ‘wat’. De belangrijkste zijn: Wat Thanmikarat, welke een trap bevat die is versierd met leeuwen van stucwerk en een bai sema of grenssteen gemaakt van leisteen; Wat Phutthaisawan, met door de Khmer-stijl beïnvloede galerijen, stoepa's met redans en muurschilderingen; Wat Yai Chaimongkhol, met complexe stoepa's en wihans en rechthoekige galerijen; en Wat Phra Ram, met een vierkant grondplan, een constructie van baksteen en kunstmatige bassins. Keramiekstijlen komen in deze periode ook tot volledige ontwikkeling en worden gekenmerkt door heldere kleuren: jadegroen, licht grasgroen, blauwgroen, bruin, honingbruin en wit.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl die is geïnspireerd op de bouw van de tempel van Banteay Srei in het midden van de 10de eeuw en deels de wederopleving weerspiegelt van de beeldhouwstijlen van de 7de en 8ste eeuw, vóór het Angkor-tijdperk. De tempel is van roze zandsteen, versierd met kleinschalige, gedetailleerde, edelsteenachtige reliëfs, timpaanreliëfs met grote en kleine godheden te midden van een rijk gebladerte, geraffineerde verhalende reliëfpanelen waarin Shiva, Visjnoe en Krishna worden afgebeeld op verschillende niveaus, en muurschilderingen. Gebeeldhouwde figuren hebben een slanker lichaam, natuurlijkere verhoudingen, smallere hoofden, een jeugdigere uitstraling, en kleding zonder smalle verticale plooien die strak om het lichaam valt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een natuurlijke was die als nevenproduct wordt gemaakt door bijen bij de productie van honing; wordt voornamelijk gebruikt in poetsmiddelen, kaarsen, wasschilderingen, leerbereiding, hechtmiddelen en cosmetica, als een beschermingslaag bij het etsen en om verf te verzachten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Afbeeldingen of diagrammen die een verklarende functie hebben of dienen als voorbeeld of visualisatie, en meestal bij een tekst horen. De term wordt het meest gebruikt voor afbeeldingen in boeken of gepubliceerde tijdschriften. Gebruik 'studies (beeldmateriaal)' voor werken die een onderwerp bestuderen of een voorloper zijn op een apart en meer afgerond werk. Gebruik 'miniaturen' of 'verluchtingen' voor schilderingen in manuscripten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Het schrijven van opeenvolgende regels in tegengestelde richting, om beurten van links naar rechts en van rechts naar links, waarbij de letters van de regels die rechts beginnen gespiegeld worden geschreven. Aangetroffen in verschillende oude geschriften in het Grieks en andere talen. Wordt metaforisch gebruikt bij de analyse van verhalende schilderingen, als verwijzing naar compositie die eerst van rechts naar links en vervolgens van links naar rechts is geplaatst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De Bradshaw-stijl wordt tot de oudste gedocumenteerde rotskunststijlen gerekend. Deze monochromatische rotskunst wordt aangetroffen op afgelegen locaties in de Australische Kimberleys. Schilderingen in de Bradshaw-stijl beelden geanimeerde menselijke figuren in zwart, wit en rood oker af; de figuren zijn getekend alsof ze midden in een beweging zijn verstijfd. Er kunnen twee fasen worden geïdentificeerd bij de Bradshaw-kunst, welke worden gekenmerkt door verschillen in haartooi, artefacten en houding. Bradshaw-kunst van recentere datum uit de Kimberleys lijkt sterk op rotskunst uit de Lewis Stick-periode in het westelijke deel van Arnhem Land. Afbraak van het pigment bemoeilijkt de datering van deze kunst, maar bij recent onderzoek is vastgesteld dat de schilderingen circa 17.000 jaar oud zijn.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een productieve Indiase schilderschool die verbonden is met het vorstendom Bundi in het zuidoosten van Rajasthan. Het andere grote centrum van de Bundi-schilderschool was het naburige vorstendom Kotah, waarmee Bundi ook familiebetrekkingen onderhield. Andere idioomvormen van de Bundi-stijl, zoals Indargarh, Khatoli, Toda Rai Singh, Raghugarh, Uniara en Kapren, hebben zich eveneens ontwikkeld uit deze school, die aanvankelijk uitsluitend door de Bundi-heersers werd ondersteund. De Mogolinvloeden lieten zich met name gelden in de Rajasthan-school, die een periode vanaf de 17de eeuw tot het einde van de 19de eeuw omvat. Bundi-schilderijen vertonen ook overeenkomsten met de Deccan-schilderijen uit het zuiden, een regio waarmee de heersers van Bundi en Kotah intensieve contacten onderhielden. De schilderijen werden meestal uitgevoerd als wandschilderingen in het paleis of als miniatuurkunst. Kenmerken van de Bundi-school zijn bewegende figuren, ronde hoofdvormen, symmetrische, waaiervormige platanen, weelderige plantengroei, spectaculaire nachtluchten en een opvallende weergave van water (lichtgekleurde wervelende vormen tegen een donkere achtergrond). Met name de schilderijen die werden geproduceerd onder Rao Bhao Singh (heerste van 1658-81) en Rao Anurad Singh (heerste van 1681-95) hadden een herkenbaar, gerijpt en verfijnd karakter. Bovendien was de repertoirekeuze vergroot. De schilders in Kotah hadden belangrijke opdrachtgevers als Rao Jagan Singh (heerste van 1658-84), Maharao Umed Singh (heerste van 1770-1819), Maharao Ram Singh (heerste van 1827-66) en Maharao Shatru Sal (heerste van 1866-89); vooral populair waren de weelderige schilderijen van jachttaferelen waarin de heerser een rol speelde, uitgevoerd in de vorm van wandschilderingen of als miniaturen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een mesolithische gereedschapscultuur, vooral aangetroffen in de binnenlanden van Noord-Afrika en genoemd naar de opgravingen bij Jabal al-Maqta in de buurt van Qafsah of Capsa (Tunesië). Men vermoedt dat deze cultuur deels samenviel met de iets vroegere Oraanse cultuur die vaker werd aangetroffen in kustgebieden. De cultuur is schijnbaar verwant aan de oudere Gravettien cultuur in Europa en de gereedschappen zijn kenmerkend voor de laatglaciale Würmtijd, al lijkt deze cultuur vooral te hebben gebloeid in postglaciale tijden. De cultuur onderscheidt zich van de Oraanse cultuur door de diversiteit aan gereedschappen, waaronder grote pijlbladen en burijnen. Sommige Noord-Afrikaanse rotsschilderingen worden aan volkeren uit deze cultuur toegeschreven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Dubbelzijdige metalen spatels die worden verhit en gebruikt om kleuren in te branden in encaustische schilderingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de Hellenistische aardewerkstijl die bekend is van de opgravingen in Centuripe op Sicilië. De stijl kenmerkt zich door een gecombineerd gebruik van reliëfdecoratie en geschilderde afbeeldingen, waarin de figuren zijn geschilderd in verschillende kleuren en die lijken op muurschilderingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Metalen spatels met gepunte uiteinden, die worden gebruikt om kleur aan te brengen in encaustische schilderingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Boekbanden in een stijl uit de vroege 20ste eeuw, met op het omslag een miniatuurschildering ingelegd in met goud versierd leer. Historisch gezien verwijst de term naar banden die werden gemaakt in opdracht van J.H. Stonehouse, directeur van de Londense boekwinkel Henry Sotheran, gewoonlijk door de boekbinderij Rivière and Son. De stijl is genoemd naar Richard Cosway (ca.1742-1821), een Engelse miniatuurschilder die niets te maken had met de banden zelf.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van circa 2650 tot 2575 v. Chr.in Egypte. Onder de kunstwerken van die tijd bevinden zich beelden, reliëfs en muurschilderingen.Een toonbeeld van de architectuur uit deze periode is de trappiramide van koning Djoser in Saqqara. De periode kan worden beschouwd als een link tussen de vormingsperiode van de eerste twee dynastieën en de klassieke periode van het Oude Koninkrijk, beginnend ten tijde van de Vierde Dynastie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van muurschilderingen die voor het eerst werd ontwikkeld in Rome tijdens de heerschappij van Augustus en later ook in Pompeii. In de vroege fase kenmerkt deze stijl zich door fantasievolle, elegante, ranke ornamenten, partiële perspectieven en wisselende vlakken, gescheiden door effen zwarte, rode of gele vlakken. In de 1ste eeuw na Chr. toonde de volwassen Derde stijl zich in overdadige architectonische en mythologische scènes.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Stijl voor vaasbeschilderingen die is geïnspireerd op oriëntaliserende motieven, met name populair in Korinthe en het oosten van Griekenland. Als decor fungeren met name dieren, zowel bestaande (katachtigen, vogels, stieren, zwijnen, geiten, herten, honden en hazen) als fabeldieren (sirenen, sfinxen en griffioenen).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar componenten of verfraaiingen die tijdens de oudheid zowel in het oosten als in het westen werden gebruikt. Gemodelleerde dierkapitelen werden vaak toegepast bij oud vaatwerk, met name plastische vazen zoals rytons of kantharoi, maar ze komen ook bij andere typen vaatwerk zoals smeltkroezen en schouderhydria's. Dierkapitelen bestaan meestal uit een bovendeel (hoofd, borst en voorpoten) van een dier of mythologisch wezen, of het hoofd en bovenlichaam van een persoon. In Griekse vaasbeschilderingen worden dierkapitelen vaak ook als schildelementen afgebeeld. Dierkapitelen werden onder meer gebruikt als verfraaiing op oude Hettitische architectuur en Romeins meubilair. Met name in hun vroegste gedaanten hadden dierkapitelen vermoedelijk ook een functie als votiefbeeld. De term verwijst soms naar verfraaiingen van latere datum, met name in steen uitgevoerde architecturale verfraaiingen tijdens de Middeleeuwen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Schilderingen waarop het belangrijkste onderwerp een dier is, meestal een hond, paard of ander gezelschapsdier, een stuk vee of een exotisch wild dier. Het genre kwam tot grote bloei in de 18de-eeuwse Europese schilderkunst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Schilderingen meestal op een stevige ondergrond als een houten paneel of metaal, maar soms ook op canvas. Zowel aan de voor- als achterkant beschilderd en bedoeld om van beide zijden te bekijken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De Dynamische stijl behoort tot de oudste gedocumenteerde rotskunststijlen. De kunst wordt aangetroffen op afgelegen locaties in het westen van het Australische gebied Arnhem Land. Rotsschilderingen in de dynamische stijl beelden kleine, rode, geanimeerde lucifershoutachtige figuurtjes af die meestal bezig zijn met jagen, vechten of met ceremoniële handelingen. Deze geornamenteerde figuren worden afgebeeld met wapens, en een enkele keer met een dierenkop. Australische Aboriginals beschrijven deze figuren vaak als een uitbeelding van Mimi, een lange, dunne, bedrieglijke geest die zich ophoudt in spleten in grotten en andere afgelegen locaties. De hoogte van deze figuren varieert tussen 200 en 300 millimeter. De stijl kan niet precies worden gedateerd, maar het werk is naar schatting enkele duizenden jaren oud.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de vroegste fasen van de Free Style, vanaf circa 475 v. Chr. Deze onderscheidt zich van de latere Free Style-vaasschilderingen door een algeheel gevoel van experimenteerzucht en het ontbreken van de grandeur die later gewoon was.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van circa 2925 tot 2775 v. Chr. in Egypte. Kunstwerken uit deze periode zijn onder meer muurschilderingen, beeldhouwwerk, reliëfs en aardewerk, die worden gekenmerkt door enerzijds de introductie van artistieke conventies die de norm zijn geworden voor latere Egyptische kunst en anderzijds de voorstelling van het goddelijk koningschap.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van muurschilderingen die gangbaar was in de Late Republican periode. Deze stijl wordt gekenmerkt door toepassing van een mengsel van stucwerk en marmergruis op een oppervlak dat vervolgens in rode, groene en geelbruine vlakken werd geschilderd, omsloten door witte randen van geboetseerd stucwerk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleed van kostbaar weefsel, dat werd opgehangen achter belangrijke beelden om de bijzondere status van de afgebeelde persoon te benadrukken. Tot in de zestiende eeuw werden ook wel erekleden aangebracht in brokaatschildering of geperst brokaat.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van de artistieke voortbrengselen in Etrurië, het tegenwoordige Toscane en een deel van Umbrië, van de 7de tot de 3de eeuw v. Chr. Tot de kunstwerken van deze cultuur, deels herkenbaar aan de overdadige grafheuvels, behoren bronzen spiegels en stenen grafkisten, muurschilderingen, en beelden in terracotta en brons die zich van de Griekse archaïsche stijl onderscheiden door hun levendige suggestie van beweging en verfijnde versiering. Tot de ontwikkelingen in de architectuur behoren de bouw van leemstenen en houten tempels, gedecoreerd met dakpannen en standbeelden in terracotta. In sommige classificatiesystemen begint de Etruskische cultuur al met de Villanovastijl, die voor het eerst op het Italiaanse schiereiland wordt aangetroffen in de 9de eeuw v. Chr.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Oud-Griekse houders voor vloeistoffen, wellicht parfum (reukolie), met een zeer kenmerkende vorm: een afgeplatte bolvormige kom met een inwaarts gedraaide rand, een korte of lange voet en een deksel met fioel. De deksels zijn zelden bewaard gebleven. In vaasschilderingen komt de exaleiptron meestal voor in taferelen met badende vrouwen of vrouwen die deelnemen aan begrafenisrituelen. Ook andere antieke namen (‘kothon’, ‘plemochoa’ en ’smegmatothèkè’ of ‘smematothèkè’)zijn in de moderne tijd wel gebruikt om te verwijzen naar deze vaatwerkvorm.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt om onderscheid te kunnen maken tussen het schilderen van draagbare, relatief kleine schilderijen en andere vormen van schilderen, zoals het maken van muurschilderingen, het illumineren van manuscripten, of het decoratief beschilderen van voorwerpen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Attische vaasschilderstijl waarvan de vroegste vorm rond 475 v Chr. ontstond en die rond 420 v Chr. verdween, na de bloeiperiode van de Attische zwartfigurige stijl. De stijl wordt gekenmerkt door werk volgens de roodfigurige techniek, later door schildering op een witte achtergrond. De stijl stond oorspronkelijk bekend om een nieuwe mate van losheid en vrijheid in de compositie, en later om de invloed van het gelijktijdig uitgevoerde beeldhouwwerk aan het Parthenon. Het werk bestaat meestal uit ambitieuze composities op grote vazen en maakt, in de vroegere vormen, gebruik van Archaïsche conventies gecombineerd met vernieuwende vrije voorstellingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Schilderingen vervaardigd met hulp van de frescotechniek, een muurschildertechniek waarbij in water opgeloste, permanente pigmenten op een natte laag pleisterkalk worden aangebracht.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de kunst of het procedé van het illumineren, waarbij schilderingen en andere decoraties worden gebruikt in boeken, perkamentrollen of andere documenten ter illustratie of versiering van de tekst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hal of veranda die men passeert bij het binnengaan van een Japans gebouw, waar men wordt begroet door de gastheer of -vrouw en waar men de schoenen kan uitdoen. Vroeger gebruikte men deze term alleen voor alkoven in zenboeddhistische tempels, maar tegenwoordig wordt de term gebruikt voor alle soorten ontvangstruimtes. Ze zijn meestal versierd met schilderingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Het herstellen van een beschadiging in een bepleisterde muur of in muurschilderingen door het beschadigde gedeelte uit te graven en het gat te vullen met plastieke kalkmortel, Parijse kalk, Keene's cement of ander, soortgelijk materiaal.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar voorstellingen van plaatsen of dingen, doorgaans op vrijwel tweedimensionale media zoals prenten, tekeningen, schilderingen, foto's of bas-reliëfs. De term wordt meestal gebruikt om een voorstelling gemaakt vanuit een bepaald gezichtsveld te onderscheiden van andere informatievormen zoals diagrammen, werktekeningen of verbale beschrijvingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een stijl van vaasdecoratie, die is genoemd naar opgravingen te Gnathia in Apulië (Italië) en dateert van circa 350 v. Chr. tot het begin van de 3de eeuw v. Chr. De stijl wordt gekenmerkt door ornamentale rood-witte schildering op een zwarte ondergrond en vertoont enige verwantschap met de Westhellingstijl uit Attica.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en periode die ontstond in het noorden van Frankrijk in het midden van de 12de eeuw en zich in de honderd jaar daarna verspreidde over de rest van West-Europa. De stijl ging op verschillende tijden in verschillende delen van Europa over in de renaissance. De stijl kwam op in de kathedraalarchitectuur en wordt gekenmerkt door immense interieurs, torens, spitsen, complexe en gedetailleerde beelden in steen, schilderwerk en glas, en een steeds grotere hoogte, mogelijk gemaakt door spits- en luchtbogen. De stijl kwam ook tot bloei in gebrandschilderd glas, beeldhouwwerken, minutieus uitgewerkte altaarstukken, muurschilderingen en manuscriptverluchtingen die meestal worden gekenmerkt door helder kleurgebruik, verlengde proporties, ingewikkelde details en een emotionele verhalende inhoud.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Waterverfschilderingen gemaakt met gouache, dat is dekkende verf die wordt gemalen in water en gemengd met gom en honing. Gouaches kunnen worden geclassificeerd als tekeningen of schilderijen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst in de archeologie en kunstgeschiedenis naar vluchtige krabbels of pictogrammen op muren, stenen of andere oppervlakken. In de context van oude Griekse vaasschilderingen verwijst de term naar merktekens, doorgaans handelsmerken, die in de keramiek zijn gekerfd, meestal aan de onderkant van de voet van de vaas. Tegenwoordig is de term van toepassing op humoristische, satirische, obscene of bendegerelateerde geschriften of tekeningen die anoniem op openbare plaatsen worden aangebracht.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de cultuur van de Gupta-periode in Noord-Centraal-India vanaf de vroege 4de eeuw tot de late 5de eeuw, een periode die wordt beschouwd als de 'klassieke' periode van Indiase kunst. Tijdens de Gupta-periode was er sprake van een grote activiteit op het gebied van wetenschap, visuele kunsten, muziek en literatuur, en de periode had haar hoogtepunt tijdens de heerschappij van Chandra Gupta II (375-415 n. Chr.). Sommige van India's oudste bewaard gebleven schilderingen werden in deze periode gemaakt in de boeddhistische grotten van Ajanta in de Deccan; de schilderingen worden gekenmerkt door levendige kalligrafische lijnen en levensechte contemporaine details. De beroemde bouwkundige Gupta-stijl ontwikkelde zich mogelijk uit de Kushana-stijl; tegen het eind van de 4de eeuw had zich een duidelijke boeddha-icoon ontwikkeld, die werd gekenmerkt door monumentale eenvoud en een verfijnd realisme. De spanning van vroegere Mathuran-beeldhouwkunst is vervangen door een kalme en rustige atmosfeer die een spirituele andere wereldlijkheid aanduidt die een kenmerk is van de boeddhistische Gupta-stijl. Onder de vele beeldhouwkundige vondsten bij Sarnath is een groep sculpturen die bekend staat als de 'natte boeddha's' met nauwsluitende kleding en vliesachtige vingers als typische Gupta-kenmerken. Gedurende deze periode trad de hindoekunst op de voorgrond; het vroegste en opvallendste voorbeeld van Gupta-hindoekunst is de in rotssteen uitgehouwen schrijn van Udayagiri uit 401. De beeldhouwer van de reliëfs van de verwoeste Dashavatara-tempel bij Deogarh kopieerde de boeddhistische stijl van Sarnath en paste deze toe op een hindoemotief, met opmerkelijk resultaat. Er is echter heel weinig Gupta-kunst overgebleven, aangezien een groot deel van deze kunst, zowel boeddhistische als hindoeïstische kunst, werd vernietigd tijdens de invasies van de Hunnen en de komst van de islam.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Smalle, naar de zijkant uitlopende schilderingen, voornamelijk Japans of Chinees, die zich over vele decimeters uitstrekken en deel voor deel worden bekeken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van de artistieke voortbrengselen op het zuidelijke en centrale deel van het Griekse vasteland tijdens de Bronstijd tussen circa 3600 en 1050 v. Chr. Tot circa 1600 v. Chr. werd de artistieke productie gedomineerd door aardewerk, vooral in Minyen en matt-painted stijl. Na 1600 v. Chr. behoren tot de belangrijkste kunstwerken waarmee deze periode zich onderscheidt, naast het aardewerk, ook metaalwerk, zoals de bekers van Vapheio, muurschilderingen van oorlogs- en jachttaferelen, en de bouw van paleizen en doorwrochte koepelgraven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Schilderingen met verhalende voorstellingen, waarin meerdere personen een rol spelen; vooral die in academische stijl en met onderwerpen die van een hoge moraal getuigen; veel vervaardigd van de 17e tot de 19e eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar schilderingen en andere decoraties die zijn toegepast op boeken, rollen, of andere soorten documenten met als doel de tekst te illustreren of te versieren. Dit manifesteert zich in een van de volgende drie vormen: miniaturen, dit zijn kleine afbeeldingen die vaak apart staan van de tekst en omvatten een op zichzelf staand onderwerp; versierde beginletters, die zelf mogelijk een kleine scène bevatten; en in gedecoreerde randen, die ook mogelijk taferelen bevatten. Verluchtigingen zijn in het algemeen gemaakt met verf, inkt, en edele metalen op perkament, papier of zijde. Onder de oudste bewaard gebleven verluchte stukken bevinden zich de papyrus rollen van het oude Egyptische Dodenboek. Andere vroege voorbeelden zijn bewaard gebleven uit het klassieke Griekenland en Rome, alsook in de Azteekse picturale kaarten en in de handschriften van de Maya en de Chinezen. De kunstvorm kwam tot bloei in Bijbelse teksten en andere heilige boeken uit het middeleeuwse Europa, alwaar men meestal eitempera op perkament gebruikte. Ook werden verluchtingen toegepast in 19e eeuwse Indiase en islamitische miniaturen. Voor afbeeldingen die geen geschilderde miniaturen zijn,of die machinaal gedrukt zijn in boeken of reclame, gebruik dan "illustraties."

Toegevoegd op: 16-8-2017

Die fase in de encaustiek waarin het oppervlak van een schildering wordt verhit, zodat de kleuren bewerkt en gemengd kunnen worden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl die zich ontwikkelde aan de Franse en Bourgondische hoven in het midden van de 14de eeuw en die zich rond 1425 over heel West-Europa verspreidde. De stijl is vooral zichtbaar in de niet- monumentale kunst, waaronder paneelschilderingen, miniaturen, verluchte handschriften, emaillewerk, borduurwerk en gebrandschilderd glas.De stijl kenmerkt zich door een vloeiende elegantie, verfijnde kromlijnigheid, een soepele, slanke weergave van menselijke onderwerpen, speelsheid en een nieuwe belangstelling voor wereldlijke onderwerpen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bewoners van Irian Jaya. De meeste kunstwerken zijn afkomstig van de kustgebieden van Irian Jaya. Belangrijke kunstvormen zijn vooral maskers, ceremoniële kostuums en ontwerpen voor lichaamsbeschildering.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar majolica met doorgaans veelkleurige voorstellingen van historische, mythologische, Bijbelse of allegorische aard die bijna het gehele oppervlak beslaan. Werd voor het eerst vervaardigd rond 1500 en wordt geassocieerd met Urbino. Bij de vroegste voorbeelden werd alleen het diepste gedeelte van borden en schalen beschilderd; later breidde de beschildering zich uit naar de gehele binnenkant. Afbeeldingen waren vaak ontleend aan kunstwerken uit die tijd, vooral kunstwerken die waren gereproduceerd in de gravures van Marcantonio Raimondi.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Liefdesinscripties die op sommige Oudgriekse vazen worden aangetroffen en die meestal een uiting van mannelijke homoseksuele liefde betreffen. Een kalosinscriptie heeft als vorm 'die-en-die [is] kalos," waarbij kalos mooi of knap betekent, met een erotische connotatie. De namen zijn in de regel die van aristocratische inwoners van Athene. De kalosinscripties die in verband kunnen worden gebracht met bekende historische figuren hebben een belangrijke rol gespeeld bij het vaststellen van de chronologie van Attische vaasschilderingen; ze werden namelijk vermoedelijk geschreven toen de betreffende persoon nog jong was. Voor vrouwen zijn ook kale-inscripties gevonden, maar de verhouding tussen kalos- en kale-inscripties is ruim 20 op 1; de vrouwen die in deze inscripties werden geprezen, waren waarschijnlijk courtisanes. Het merendeel van de kalosinscripties is tussen 550 en 450 v. Chr. geproduceerd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een aparte stijl die zich ontwikkelde in Vlaanderen en Noord-Frankrijk vanaf de late 10de eeuw tot in de 12de eeuw. De stijl is zichtbaar in verluchtingen van manuscripten, muurschilderingen en andere kunstvormen, en is gevormd door het samengaan van stijlen van het Europese vasteland met Angelsaksische stijlen van de overzijde van het Kanaal. De stijl kenmerkt zich door een dynamische evolutie en verschilt van omringende regionale stijlen door de intiemere schaal, lineaire vitaliteit, gebogen lijnen in vloeiende patronen, opgewekt dansende figuren en illusionisme.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van kunstvoorwerpen zoals voortgebracht door christelijke Egyptenaren, voornamelijk tussen de 4de en 7de eeuw, volgens sommige auteurs tussen de 5de en 8ste eeuw, al worden ook werken tot in de 12de eeuw tot deze stijl gerekend. De kunstwerken kenmerken zich door heldere, matte kleuren, statische figuren en decoratieve motieven afgeleid van bronnen uit Syrië, het Nabije Oosten en het oude Egypte. Ze omvatten ivoren en stenen beeldsnijwerk, boekillustraties, aardewerk, muurschilderingen en geweven textilia. De bouwkunst kenmerkt zich door de bouw van kerken, kloostercellen en grafmonumenten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar bepaalde geschilderde muurpanelen, meestal uit het Italië van de 15de en 16de eeuw. Ze werden meestal in een fries boven de houten kroonlijstlatten aangebracht, waardoor ze een apart register vormden tussen de houten lambrisering en de kale muur direct onder het plafond. Tegenwoordig zijn ze vaak verwijderd van hun oorspronkelijke locatie en worden ze gekenmerkt door hun lange, smalle proporties. Te onderscheiden van 'spalliere (schilderingen)', die lager op de muur werden aangebracht, net boven kisten of banken. Omdat de oorspronkelijke context niet meer duidelijk is nadat het paneel is verwijderd, wordt de term 'spalliere' vaak voor beide vormen gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een traditionele Noorse stoel die uit één massief houtblok is gemaakt door een stuk boomstam zodanig uit te hollen dat het onderste deel van de stoel de cilindervorm van de stam behoudt. De kubbestol wordt doorgaans versierd met traditionele Noorse beschilderingen en houtsnijwerken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor de schone of decoratieve kunsten wanneer hun esthetische of conceptuele aard wordt benadukt; gebruik 'kunstvoorwerpen' wanneer de nadruk ligt op het werk als voorwerp, zoals bij conservatie en inventarisatie. Een kunstwerk kan bestaan als een deel van een groter object, bijvoorbeeld een muurschildering of een schilderij op een meubelstuk. Gebruik 'kunst' met betrekking tot de studie of beoefening van de schone kunsten of schone en decoratieve kunsten samen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Illusionistische schilderingen uit de 16e tot de 18e eeuw die zich meestal op plafonds en soms op muren bevinden, en die de daadwerkelijke architectuur van het interieur lijken te vergroten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de laatste fase van de Grieks Archaïsche periode, van circa 540 tot circa 480 v. Chr. De periode kenmerkt zich met betrekking tot de beschildering van vazen door de introductie van de techniek voor rode figuren, en met betrekking tot zowel de beschildering van vazen als de beeldhouwkunst door de ontwikkeling van meer naturalistische figuren die vloeiender bewegen dan in voorgaande perioden het geval was.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de heropleving van de Byzantijnse stijl en de westerse invloed die ontstond na de kruistochten in Byzantium en Oost-Europa aan het eind van de 13de eeuw. De architectuur uit deze periode is opmerkelijk vanwege de veelkleurige materialen, de decoratieve details en de variatie in soorten, dikwijls variaties op oude thema's. In verluchtigingen van handschriften, in mozaïeken, wandschilderingen, paneelschilderingen, ivoren en luxe kunstvoorwerpen kenmerkt de stijl zich door de sterke kleuren, de naturalistische weergave van het licht op de vormen, en de vaak fantastische compositorische en stilistische oplossingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de late fase van de Corinthische aardewerkstijl, van circa 575 tot circa 425 v. Chr. Hierna was Corinthe geen belangrijke exporteur van aardewerk meer. De stijl kenmerkt zich door doorlopende grootschalige productie en zich herhalende ontwerpen met weinig detaillering, maar ook door vernieuwend werk dat ogenschijnlijk met veel zorg werd vervaardigd. De beschildering van deze vazen bestaat meestal uit verfijnde versieringen in vaste patronen, een levendige variatie in ontwerpen en verkleind afgebeelde dieren. In de loop van deze periode werden dierentaferelen allengs vervangen door meer taferelen met mensen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en artistieke productie op de Cycladische archipel tussen grofweg 1600 en 1050 v. Chr. De kunstwerken bestaan uit gedecoreerd aardewerk met abstracte en figuratieve motieven, muurschilderingen waarop feesten en natuurtaferelen worden weergegeven en een groep grote terracottabeelden. Al deze objecten tonen de invloed van de Minoïsche en later de Myceense cultuur.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de tweede helft van de Gerzeïsche periode in boven-Egypte. De periode kenmerkt zich door het ontstaan van artistieke gebruiken van de hierna volgende Eerste Dynastie, die zijn terug te vinden in de versierde stenen paletten en scepterkoppen, wandschilderingen en enkele van de eerste grote beeldhouwwerken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en artistieke productie op het zuidelijke en centrale deel van het Griekse vasteland tijdens de Bronstijd tussen circa 1600 en 1050 v. Chr. De Myceense cultuur domineerde de Egeïsche cultuur tijdens deze periode, waardoor de kunstwerken, hoewel deze ook nog Minoïsche invloeden tonen, in toenemende mate verfijnd en gevarieerd zijn. Er zijn onder andere metalen werken, zoals de gouden Vapheio-bekers en gouden gezichtsmaskers, en muurschilderingen waarop voornamelijk oorlogs- en jachttaferelen staan afgebeeld. Het aardewerk kenmerkt zich door de introductie van nieuwe vaste motieven geïnspireerd op het planten- en dierenrijk, terwijl de architectuur zich kenmerkt door de constructie van paleizen en verfijnde tholosgraven zoals de Schatkamer van Atreus.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de laatste fase van de Minoïsche kunst en cultuur, volgens het classificatiesysteem dat werd ontworpen door de archeoloog Arthur Evans. De fase kenmerkt zich door frescoschilderingen, de herbouw van paleizen en vooral door de versiering van aardewerk, dat werd aangebracht op een laag van vuurrode klei op een lichte ondergrond. Dit in tegenstelling tot eerdere versieringen, waarbij wit op een donkere kleilaag werd aangebracht. De ontwerpen bestaan meestal uit naturalistisch weergegeven planten en dieren in geometrische patronen of ontwerpen. De stijl overlapt met de tijd van de nieuwe paleizen en de Sub-Minoïsche perioden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de fase van de Nara-periode tussen circa 756 en 784 n. Chr. In de beeldhouwkunst wordt de stijl gekenmerkt door een zwaarder en voornamer ogend figuurtype, met een sterk versoberde uitwerking van de vormen en draperieën. Op het gebied van bronswerk vond deze periode zijn hoogtepunt in de Grote Boeddha van Tōdai-ji, welke overigens niet meer bestaat. De kleine bronzen die met Tōdai-ji worden geassocieerd, zoals de lantaarns, zijn fraaie voorbeelden van gietwerk in bas-reliëf. Kenmerkend zijn de afbeeldingen van wervelende draperieën en een fijne lijnvoering. Er resten ons nog slechts weinig schilderijen uit deze periode, maar documenten van de Shōsōin maken melding van kamerschermen waarvan de schilderingen een hoge graad van verfijning kenden. Kenmerkend voor de rolschilderingen uit deze periode is de weergave van een verhalende afbeelding pal boven een tekst, een stijl die in de 8ste eeuw reeds als verouderd werd beschouwd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de kunstperiode in Meso-Amerika van circa 600 n. Chr. tot 900 n. Chr. Beeldhouwkundige stijlen uit die periode varieerden al naar gelang de regio. In Tierra Blanca bevatten aardewerk en schalen van keramiek rituele taferelen in hoogreliëf die met een mal waren gemaakt. Figuren uit Nopiloa zijn meestal gemaakt met behulp van een mal, maar bedekt met een crèmekleurig engobe. In de meeste regio’s worden bij aardewerk en kleibeelden staande en zittende vrouwelijke figuren afgebeeld met sierlijke hoofdtooien, kralenkettingen en geknoopte slangenriemen. Het gaat onder andere om schalen met crèmekleurig engobe die gedetailleerd zijn beschilderd met realistische en imaginaire dierenfiguren en gekostumeerde figuren die zijn gerangschikt in paren of trio's. Edelsteenbewerking uit deze periode wordt gekenmerkt door drie vormen die zijn verbonden met een heilig balspel: yuog, palma en hacha. In de architectuur wordt deze stijl gekenmerkt door stèles en altaarconstructies met grote, zoömorfe frontale figuren in hoogreliëf, versierd met compacte kostuumontwerpen. Schilderstijlen uit deze periode beelden mensen af in een stedelijke context te midden van piramides, tronen, trappen en marktplaatsen en hebben rijke, symbolische kleuren. Tempels en gewelven uit deze periode zijn versierd met muurschilderingen waarop expressieve, historische, militaire en rituele afbeeldingen zijn weergegeven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Chinese dynastieke periode van 923 tot 937. Het jadewerk, de wandschilderingen, de reliëfsculpturen en het zilverwerk welke in de graftombe van de voormalige Shu-heerser Wang Chien zijn aangetroffen, zijn goede voorbeelden van kunstnijverheid uit de Late Tang-periode.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een laag onderschildering in een neutrale kleur, die de massa's licht en donker in de compositie vaststelt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een organische groene kleurstof die werd gewonnen uit de geplette bloemen van de iris of lelies, het produceren van een duidelijke groene kleur die geprecipiteerd op aluminatrihydraat en gebruikt in manuscriptschilderingen. Het wordt niet meer gebruikt. Leliegroen werd in de 17e eeuw vervangen door sapgroen , dat werd gemaakt van onrijpe Duindoornbessen. De kleur van de twee materialen waren vergelijkbaar en de naam, leliegroen, werd soms gebruikt voor het sapgroene extract.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verzamelnaam voor allerlei vormen van kunstzinnige decoraties en versieringen die op het menselijk lichaam worden aangebracht als een vorm van verfraaiing of zelfexpressie. Het betreft bijvoorbeeld insnijdingen, tatoeages, bodypiercing en lichaamsbeschilderingen, haarkunst en het dragen van sieraden. Te onderscheiden van 'body art', een term die verwijst naar werken die sinds de jaren 60 van de 20ste eeuw worden geproduceerd en waarbij het menselijk lichaam als expressiemedium dient; body art kan worden uitgevoerd als performance, of in een vorm waarbij de kunstenaar zijn eigen lichaam als aandachtspunt of thema gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar schilders, doorgaans alleen van miniaturen of portretten. Afhankelijk van de vermelde kunstperiode is er een klein verschil in gebruik van de term. Voor kunst uit de Europese middeleeuwen verwijst de term naar verluchters van manuscripten die miniatuurschilderingen en andere decoraties vervaardigden. Voor kunst uit de 16de tot de 19de eeuw verwijst de term meestal naar schilders van miniaturen, in het bijzonder miniatuurportretten. In het koloniale en 19de-eeuwse Amerika verwijst ‘limners’ doorgaans naar rondreizende schilders die getrainde vakmensen waren en naïeve portretschilders, die zowel miniaturen maakten als portretten op ware grootte.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar kunstenaars die vanaf circa 1100 in China werkten, en later in Korea in Japan. Kenmerkend voor de literati is dat het vooral geleerden en edellieden betrof, waardoor ze zich onderscheidden van, en superieur achtten aan beroepsschilders en ambachtslieden. Zij waren van mening dat het karakter van de schilder zichtbaar is in zijn kunstwerken, en dat de kwaliteit van een kunstwerk bepaald wordt door de deugdzaamheid en het intellectuele niveau van de kunstenaar. Meestal combineerden ze gedichten, kalligrafie en eenvoudige monochromatische schilderingen binnen één werk. Hun werk bezat vaak een erudiet, literair gehalte. Ze prefereerden kalligrafisch expressionisme boven realistische, gedetailleerde afbeeldingen, en verwezen vaak subtiel naar antieke stijlen door opzettelijk primitieve of naïeve technieken te gebruiken. Ze spreidden hun virtuoze penseelvoering graag ten toon door te kiezen voor motieven als bamboe, pruimen of bloemen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode en stijl die bloeide tussen het eind van de iconoclastische controverse van 843 en de inname van Constantinopel door de Latijnen in 1204. De stijl ontwikkelde zich ten tijde van de dynastie die ontstond met Basilíus I de Macedoniër (867-886) en hield stand onder verschillende heersers, waaronder Constantijn VII (913-959) en de Comnenos-dynastie (1081-1185). Werd levendig gehouden door de intense culturele activiteit en vernieuwingscampagnes die werden gesteund door deze heersers, en die ertoe leidden dat er een behoefte was aan schilderingen, mozaïeken en ivoorsnijwerk om de verloren werken te vervangen. De stijl kenmerkt zich door een uitzonderlijk sterke hang naar het classicisme.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode en cultuur van het hoog-paleolithische Europa, die is vernoemd naar de grot van Madeleine in de Franse Dordogne en die van ruwweg 17.000 jaar geleden tot 11.000 jaar geleden bestond. De cultuur kenmerkt zich door het ontstaan van permanente of seizoensnederzettingen, het gebruik van een grote verscheidenheid aan planten en dieren, onder andere door het gebruik van strikken en vallen, en de ingenieuze vervaardiging van werktuigen, decoratieve vormen en kunstvoorwerpen. Gereedschappen werden gemaakt van bot en steen en hebben geometrisch gevormde snijbladen. Er zijn ook andere werktuigen van bot en geweien, graveerijzers, naalden, schrapers, boren, snijbladen met achterkanten, harpoenen en bladvormige punten voor projectielen. De artistieke productie bestond uit monumentale inscripties en schilderingen in grotten, bewerken van botten werktuigen, beeldhouwwerk en juwelen. Het vroegere thema van dieren wordt tijdens deze periode voortgezet in de kunst, maar de stijl wijkt bij muurschilderingen af van eerder kunst door het levendige realisme, de expressieve houdingen en de geslaagde weergave van volume, en in andere, verplaatsbare werken door het verfijnde, gedetailleerde snijwerk en de ontwikkeling van samenhangende composities door de gezamenlijke weergave van meerdere dieren, zoals in een tafereel.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar aardewerk met tinglazuur, met name aardewerk dat werd vervaardigd in Italië. De term verwees oorspronkelijk naar het eiland Mallorca (of, volgens een alternatieve theorie, naar Malaga), en sloeg alleen op Spaans-Moors lustrewerk; maar sinds de 16de eeuw verwijst de term vooral naar Italiaans aardewerk met tinglazuur en imitaties van het Italiaanse aardewerk. Het wordt gekenmerkt door schilderingen van hoge kwaliteit, uitgevoerd in verschillende kleuren in het droge maar nog niet gebakken tinglazuur, in het algemeen met een bovenlaag van doorzichtig loodglazuur. De gebruikte kleuren zijn gewoonlijk beperkt tot kobaltblauw, kopergroen, mangaanpaars, antimoniumgeel en ijzerrood, waarbij het tinglazuur voor een witte kleur zorgde. Wanneer wit wordt gebruikt voor de schilderingen, wordt het aangebracht op een blauwachtig-witte glazuurlaag of een blauwe basislaag. Het metaalglazuur heeft gewoonlijk een gouden kleur die het resultaat is van een zilver- of paarlemoereffect.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een type zwart- of roodfigurige vaasbeschildering met een zeer karakteristieke tekenstijl; maniëristische vazen hadden meestal een grote omvang, zoals amfora's, colonettenkraters, pelikai en hydriae. De benaming werd ontleend aan de aanduiding van 16de-eeuwse Italiaanse schilders. Tot de zwartfigurige schilders die in deze stijl werkten, behoorden de Affecter en Elbows-Out, die beiden in het derde kwart van de 6de eeuw v. Chr. actief waren. Deze benamingen waren door Beazley bedacht om te verwijzen naar hun stijve, ‘gekunstelde’ stijlen, die werden gekenmerkt door ongewone proporties en onnatuurlijke gebaren. Roodfigurige maniëristische vazen uit de vroeg-Klassieke periode hebben minder uitgesproken kenmerken; de Pan-schilder wordt als de begaafdste van alle roodfigurige maniëristen beschouwd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van het koninkrijk van Mataram van de 7de tot de 10de eeuw. De stijlen van deze periode worden bepaald door religieuze, ideologische twisten tussen de shivaïstische Sanjaya-dynastie en de Mahayana-boeddhistische dynastie van de Shailendra’s, die resulteerden in het verwoesten van bouwprogramma's van hindoeïstische candi’s en boeddhistische tempels in de hele Javaanse regio. Later resulteerde de heropleving van inheemse voorouder- en geestculturen die floreerde naast het shivaïsme in gecombineerde stijlen die boeddhistische, hindoeïstische en inheemse elementen incorporeerden in textielproductie, wapenontwerp, manuscriptbeschildering en kalligrafie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van het aardewerk dat werd vervaardigd op het Griekse vasteland vanaf de midden-Helladische tijd, en dat zich kenmerkt door de eenvoudige handgemaakte vormen waaronder veel gesloten kruiken, en door de decoratieve beschilderingen met geometrische en lineaire motieven. De stijl is ook te herkennen aan het matte uiterlijk van het oppervlak. Dit in contrast met het gepolijste en dus glanzende aardewerk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en cultuur van een groep Meso-Amerikaanse indianen die een vrijwel aaneengesloten gebied bewoonden in Zuid-Mexico, Guatemala en Noord-Belize. Circa 1500 v. Chr. begonnen de oude Maya zich in dorpen te vestigen. Ze gebruikten geavanceerde irrigatietechnieken en groeiden zo uit tot effectieve landbouwers. Hun kunst omvatte keramiek, beeldhouwwerken, architectuur, muurschilderingen en boeken. De hedendaagse Maya maken kunst waarin traditionele patronen zijn gecombineerd met Spaanse vormen en stijlen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gewijde voorwerpen van het Bemba-volk uit Afrika, die verband houden met de initiatie en het huwelijk van vrouwen. De voorwerpen hebben verschillende verschijningsvormen, zoals keramische modellen, aardewerken vaatwerk, muurschilderingen en samengebonden huishoudelijke goederen. Alle voorwerpen hebben symbolische betekenis of een geheime naam.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en periode die in verband worden gebracht met de heerschappij van Mehmed II, 'de overwinnaar'. Hij volgde zijn vader Moerad II op en was aan de macht gedurende diens troonsafstand van 1444 tot 1446 en later van 1451 tot 1481. Mehmed breidde het Osmaanse rijk uit in alle richtingen, maakte een eind aan het duizend jaar oude Byzantijnse Rijk door in 1453 Constantinopel te veroveren en in 1461 Morea en Trebizond. Na de inname van Constantinopel werd deze stad de hoofdstad van zijn nieuwe rijk, waarbij de naam werd gewijzigd in Istanboel. Tijdens zijn bewind ondersteunde hij grote bouwprojecten in de stad en legde hij de basis voor het keizerlijk hof dat kenmerkend zou worden voor het Osmaanse rijk in de 16de eeuw. Mehmed richtte het Oude paleis op, dat moest dienen als woonplaats voor de harems van voormalige sultans, en was verantwoordelijk voor het bouwplan van het Nieuwe Paleis, dat Topkapi werd genoemd. Hij beval ook de bouw van de Çinilli Kiosk, een gebouw naar Iraans ontwerp dat van schilderingen werd voorzien door de Venetiaanse schilder Gentili Bellini. Hij liet ook medailles maken door de Italiaanse kunstenaar en verzamelde een grote collectie boeken in Europese en islamitische talen. Tijdens zijn heerschappij werden bovendien diverse kunstnijverheidsgroeperingen opgericht, onder meer voor boekbinders, kalligrafeerders, zijde- en tapijtwevers en metaalwerkers.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst meestal specifiek naar een periode van culturele ontwikkeling in Europa die reeds 10.000 jaar v. Chr. begon, toen de ijskap zich aan het eind van het Pleistoceen begon terug te trekken, en die voortduurde tot circa 2.700 v. Chr. De term wordt soms ook algemeen gebruikt voor een periode die wordt geassocieerd met de overgangsfase tussen de paleolithische en neolithische cultuur in alle gebieden. De periode kenmerkt zich door grote veranderingen in omgeving en cultuur, en door verscheidene lokale aanpassingen aan specifieke omgevingsomstandigheden. De periode wordt doorgaans gemarkeerd door de vervaardiging van microlithen die op stokken, pijlen, botten, geweien, houten werktuigen, en af en toe een gepolijst stenen werktuig werden geplaatst. De artistieke producten die uit deze periode bewaard zijn gebleven omvatten gravures en grotschilderingen met relatief verfijnde afbeeldingen van menselijke en dierlijke voorstellingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van de eilanden in de Stille Zuidzee. De traditionele Micronesische kunst bestond uit lichaamsbeschildering en -ornamentatie, zingen, dansen en het vertellen van mythen en gedichten. Micronesiërs staan bekend om hun gemeenschapsarchitectuur en kanobouw. Ter bevordering van de toeristenindustrie zijn in de tegenwoordige Micronesische kunstvormen allerlei nieuwe materialen, technieken en thema's geïntegreerd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een fase van de Grieks Archaïsche periode, van circa 580 tot ongeveer 535 v. Chr. De stijl kenmerkt zich in de beeldhouwkunst en de beschildering van vazen door de afbeelding van naturalistischer figuren dan in de vroeg-Archaïsche fase.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl die volgde op de iconoclastische crisis, van het midden van de 9de tot het begin van de 13de eeuw. De stijl komt voornamelijk voor in het Oost-Romeinse rijk, en verspreidde zich samen met het Orthodoxe geloof naar de Balkan en Rusland na het verlies van Klein-Azië aan de Seljuk-Turken in 1071. De stijl kenmerkt zich door het voortborduren op en verder ontwikkelen van vroegere Byzantijnse kunst, bijvoorbeeld door een kleinere schaal van kerken en kloosters, het regelmatige gebruik van de Griekse kruisplattegrond, interieurs bedekt met weelderig marmer, mozaïeken, schilderingen en ivoorsnijwerk. Het betrof meestal eenvoudiger, meer lineaire en abstracte composities in een strak iconografisch systeem.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar zeer kleine schilderingen. De term wordt vaak specifiek gebruikt voor kleine taferelen in verluchtigde manuscripten of voor portretten op perkament of ivoor die populair waren in Europa en Amerika vanaf de Renaissance tot in de 19de eeuw. Op schilderingen in manuscripten kan ook de term 'verluchtingen' van toepassing zijn.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Afdruk gemaakt met de monoprintmethode, waarbij men directe schildering combineert met traditionele druktechnieken, zoals zijdezeefdrukken, etsen, houtsneden en lithografie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stroming in Mexico, aangevoerd door de kunstenaars Diego Rivera en Alfaro Siquieros, die ernaar streefde muurschilderingen op een hoger plan te brengen, zodat ze als geaccepteerde Mexicaanse kunstvorm zouden worden erkend. De Mexicaanse Muralismo-stroming, waarvan Rufino Tamayo, Juan Soriano en José Clemente Orozco deel uitmaakten, politiseerde de stroming door taferelen uit de Mexicaanse Revolutie, aspecten van de modernisering van het land, de aanhoudende sociale beroering en de klassenstrijd af te beelden in satirische en levensechte stijlen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar kunstenaars die schilderingen aanbrengen op een muur of plafond als onderdeel van een decoratieplan. Te onderscheiden van ‘huisschilders’, die verf aanbrengen om oppervlakken te beschermen of een kleur te geven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Aanduiding voor de kunst van het maken van muurschilderingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de cultuur en stijl die in de late Bronstijd bloeide op het Griekse vasteland en op verschillende eilanden, maar niet op Kreta, van circa 1600 tot circa 1100 v. Chr. De stijl is bekend door aardewerk, beeldhouwkunst, architectuur, metaalwerken en muurschilderingen, en door de invloed op verscheidene gelijktijdige culturen. De stijl kenmerkt zich door een combinatie van vroegere Minoïsche en midden-Helladische motieven met nieuwe elementen die ofwel werden ontwikkeld ofwel van onbekende oorsprong zijn, zoals gestileerde planten en verfijnde composities met levendige, naturalistische (zee-)dieren. In beperkte zin wordt de term gebruikt om specifiek te verwijzen naar de kunst en cultuur van de antieke stad Mycene. Het wordt echter ook gebruikt om te verwijzen naar plaatsen waar de Myceense taal werd gesproken of waar het Linear B-schrift werd gevonden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de laatste fase in de ontwikkeling van een menselijke cultuur tijdens het stenen tijdperk. De fase kenmerkt zich door het hoogwaardige stenen gereedschap dat werd vervaardigd door middel van polijsten en malen, de wijdverbreide domesticatie van dieren en planten, de vestiging in permanente nederzettingen en de introductie van aardewerk en geweven stof. Neolithische culturen ontstonden voor het eerst tijdens het Holoceen, ongeveer 9.000 v. Chr., en hielden in bepaalde afgelegen gebieden van de wereld stand tot in de 19de eeuw. De artistieke voorwerpen zijn houten en stenen huizen, religieuze monumenten, forten en fortificaties, houtsnijwerk, schilderingen, textiel en aardewerk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een noordelijke Chinese dynastie uit de periode 550-577 n. Chr. De dynastie ontstond toen Gao Yang, zoon van de stichter van de Oostelijke Wei-dynastie, in 550 aan de macht kwam en de naam van de dynastie wijzigde. Ye bleef de hoofdstad. Het boeddhisme bleef een belangrijk stempel drukken op de kunst, met invloeden uit India, Centraal-Azië en West-Azië. De grottempels van de Noordelijke Qi bevatten beeldhouwwerk dat tot de hoogtepunten van de Chinese boeddhistische beeldhouwkunst wordt gerekend. Dit beeldhouwwerk vormt een bewijs van de productiviteit in deze periode en van de ingrijpende stijlontwikkelingen die zich sinds de Noordelijke Wei hebben voorgedaan. Sommige massieve, sculpturale keramiekvormen dateren eveneens uit de periode van de Noordelijke Qi. Op de keramiek van de Noordelijke Qi werden twee of meer gekleurde glazuurlagen aangebracht, en ook ontwikkelde men aardewerk met een witte romp. Voorbeelden van het kwalitatief hoogstaande werk dat in deze periode tot stand kwam, zijn de wandschilderingen in de graftombe van de aristocraat Lou Rui en Taiyuan. Het bewind van Gao Yang werd gevolgd door een periode van tirannie, waarin bijna twee miljoen mannen werden te werk gesteld bij de bouw van de Grote Muur. Nadat de heersende elite verzwakt was geraakt, wist keizer Wudi van de Noordelijke Zhou in 577 de Noordelijke Qi te veroveren, waardoor noordelijk China feitelijk weer één werd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de Chinese dynastieperiode en cultuur vanaf 386 tot 534 n. Chr. De hoofdstad bevond zich oorspronkelijk te Pingcheng, maar werd in de periode 493-494 door Keizer Xiaowendi (regeerde 471-499) in zuidelijke richting verplaatst naar Luoyang. Hier werd een nieuwe, prachtige stad gebouwd op de ruïnes van de oude Chinese hoofdstad; in het jaar 534 was de populatie meer dan een half miljoen. Boeddhistische kunst floreerde onder een staats- en een particulier patronaat gedurende het grootste gedeelte van deze periode. In circa 460 werd een begin gemaakt met de bouw van grottempels in Yungang; duizenden handwerkslieden werkten ongeveer 35 jaar aan het maken van de tempels en het versieren ervan met beeldhouwwerken en schilderingen. Op instigatie van Xiaowendi werden later andere grottempels gemaakt bij Longmen. Yungang wordt gekenmerkt door statische iconen in een Gandharan-stijl, terwijl de beeldhouwkunst in Longmen meer lineair is en de in opkomst zijnde Chinese stijl demonstreert. Grafaardewerk van Noordelijk Wei, dat tevens is beïnvloed door het boeddhisme, benadrukt frontaliteit en symmetrie. Het nomadische Touba-volk begon op Chinese instellingen te vertrouwen voor het organiseren en besturen van hun staat en raakte ook bekend met Chinese cultuur en luxeartikelen; onder Xiaowendi werd Chinees de officiële taal en werd het gebruik van Tuoba-taal verboden. Het onderscheid tussen het 'barbaarse' noorden en het 'geciviliseerde' zuiden werd minder duidelijk; niettemin begonnen noordelijke grensbewoners zich verwaarloosd te voelen en in opstand te komen, wat leidde tot de ineenstorting van de Noordelijke Wei-dynastie. Noordelijk China werd in 534 verdeeld in de Oosterse en Westerse Wei-dynastieën.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een noordelijke Chinese dynastie uit de periode 557 tot 581 n. Chr. De Yuwen-familie van de Xianbei-stam stichtte de Noordelijke Zhou-dynastie vanuit de marionettenstaat van de Westelijke Wei. De dynastie had haar machtscentrum in de vallei van de rivier de Wei, met als hoofdstad Chang'an, in de provincie Shaanxi. Tijdens het regime van keizer Wudi (heerste van 561-577) werden boeddhisten vervolgd, omdat de kloosters de staatskas te zwaar zouden belasten. De verovering door Wudi van de Noordelijke Qi-dynastie, waardoor het noorden van China tijdelijk werd verenigd, werd grotendeels gefinancierd uit de geconfisqueerde kloosterbezittingen; miljoenen monniken en nonnen verloren hun status en moesten dwangarbeid verrichten. Niettemin werd er nog wel boeddhistische kunst geproduceerd gedurende deze periode, met name in Chang'an. Indiase Gupta-modellen dienden als voorbeeld voor diverse Boeddhabeelden, en ook zijn er enkele wandschilderingen in de Noordelijke Zhou-stijl vervaardigd, in de Duizend Boeddhagrotten in Dunhuang. In dergelijke schilderingen neemt het landschap wel een voorname plaats in, maar blijft het ondergeschikt aan de figuren. De Noordelijke Zhou-dynastie werd opgevolgd door de Sui-dynastie, die in 1581 werd gesticht door Yang Jian, een lid van het koningshuis van de moederlijke tak.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een type kylix dat zich kenmerkt door een diepe kom, een lip die niet uitsteekt en een voet met korte steel. Deze vorm overheerste de zwartfigurige vaasschildering na circa 540 v. Chr. maar bleef ook roodfigurig bestaan. De gewone kylix type A is een ogenschaal.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Schilderingen in olieverf, bedoeld als voorbereidende studies voor meer uitgewerkte, meestal grotere olieverfschilderingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

In algemene zin verwijst deze term naar diverse schilderstijlen uit Oost-India die een langdurige periode omvatten. Vaak wordt er specifiek mee verwezen naar een Indiase schilderstijl die hoofdzakelijk beperkt bleef tot de boeddhistische kloosters van Bihar, Bengalen en Orissa, in de 11de en 12de eeuw. Er is een groot aantal palmbladmanuscripten met miniaturen bewaard gebleven; de vaakst gedecoreerde tekst is de 'Astasahasrika Prajnaparamita' ('Vervolmaking van de wijsheid in 8000 delen'). Er wordt meestal een frontaal aanzicht gekozen, en afgezien van een paar bomen is de achtergrond doorgaans leeg. Vanwege het kleine formaat (nooit groter dan 80x80 mm) is de iconografie niet complex; meestal is de afbeelding een conventioneel icoon van boeddhistische goden en godinnen, met een gering verhalend element. De stijl van de nog resterende manuscripten is verwant met de Palastijl. De kloosters zelf werden vermoedelijk voorzien van fresco's en gedecoreerd met vaandelschilderingen, die niet bewaard zijn gebleven. Na de islamitische invasie en de verwoesting van de boeddhistische centra in Oost-India in de 13de eeuw raakte de stijl in verval.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van de Zhou-dynastie van 771 tot 256 v. Chr. Deze periode heeft twee subdivisies, de periode van de Lente en Herfst-annalen en de periode van de Strijdende Staten. De exacte datering van deze perioden is onderwerp van debat onder onderzoekers. Men zegt wel dat de Oostelijke Zhou-periode is begonnen toen de Zhou, die op de vlucht waren voor aanvallende stammen, hun hoofdstad verplaatsten van Xi'an naar Luoyang in 771 v. Chr. Deze geografische breuk met de voorafgaande Shang-dynastie werd weerspiegeld in de kunst van de Oostelijke Zhou-periode. Met name late Oostelijke Zhou-kunst wordt gekenmerkt door een opmerkelijke variatie en vakbekwaamheid. Op een laag vuur gebakken grafbeeldjes (mingqi) werden vaker gebruikt, mogelijk onder invloed van een Confuciaans dictum tegen menselijke offers. Op een laag vuur gebakken groen, loodgeglazuurd aardewerk, zacht, gepolijst zwart aardewerk en op een hoog vuur gebakken geglazuurd aardewerk werd vervaardigd tijdens de Oostelijke Zhou-periode. Helder beschilderd keramiek werd vervaardigd als imitatie van het in die periode recentelijk populair geworden lakwerk, terwijl ander keramiek werd vervaardigd als imitatie van bronzen voorwerpen. Er werden met behulp van een mal vervaardigde en versierde keramiektegels en stenen geproduceerd. Jadesnijwerk, dat minder werd toegepast tijdens de Westerse Zhou-periode, werd weer belangrijk bij grafobjecten en objecten voor persoonlijke versiering. Bronzen kregen een wereldlijker karakter en werden vaak als huwelijkscadeau gegeven ter verfraaiing van het woonhuis. Bronzen bellen en spiegels werden populair. Totemistische dieren en monsters werden verdrongen door kleurrijke, geformaliseerde decoratieve ontwerpen. De vroegste voorbeelden van schilderingen op zijde zijn ontdekt in graftomben uit de Oostelijke Zhou-periode. Voorlopers van het grafaardewerk van de Han- en Tang-dynastieën zijn eveneens aangetroffen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar schilderijen uit Orissa in oostelijk India vanaf het midden van de 16de eeuw tot en met de 19de eeuw. De stijl omvat miniatuurschilderingen, beschilderde wandkleden en manuscripten van palmblad. De stijl is geïnspireerd op middeleeuwse kunst, maar wordt tevens gekenmerkt door Mogol-, Deccani- en Vijayanagara-invloeden. De krachtige lijn, weelderige kleuren en het fijne lijnontwerp die kenmerkend zijn voor Orissaanse miniatuurschilderingen zijn uniek in contemporaine Indiase schilderkunst. Ook de wandkleden zijn eclectisch in stijl en beelden gewoonlijk in verfijnde aardetinten symbolische plattegronden van heilige complexen uit.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de heropleving van de Byzantijnse stijl in Byzantium en Oost-Europa onder de Paleologische Dynastie (1261-1453). De stijl wijkt af van eerdere stijlen doordat formaliteit plaatsmaakt voor meer vrijheid, en valt op door een voorkeur voor wandschilderingen boven mozaïeken, complexere composities die vaak hele wanden bedekken, en een verandering in de iconografie ten gunste van thema’s uit de apocriefe gospels.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een periode in de stijl van Corinthisch aardewerk, die zich manifesteerde van circa 630 tot 625 v. Chr., tussen de Proto-Corinthische en de Vroeg-Corinthische stijl in. Deze stijl kenmerkt zich door een voorkeur voor slankere vormen dan de wat plompe Proto-Corinthische ontwerpen. De beschildering van de vazen verschilt van de eerdere stijl door de ontwikkeling van een minder spontane, gestandaardiseerde herhaling van motieven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een brede periode in Meso-Amerika, van 40.000 tot 15.000 v. Chr. De periode wordt doorgaans onderverdeeld in twee chronologische subperioden. Voorbeelden van archeologische en paleontologische sites uit de eerste periode, van circa 30.000 tot 15.000 v. Chr., zijn El Cedral en Valsequillo. Centraal in de daaropvolgende periode, van circa 15.000 tot 9000 v. Chr., staat de opkomst van jager-verzamelaarculturen, met een overvloed aan rotsschilderingen met afbeeldingen van negatieve of positieve handafdrukken, geometrische motieven en silhouetten van mensen en dieren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode en cultuur waaraan het eerste gebruik van bewerkte stenen gereedschap in een bepaald gebied wordt toegeschreven. Het tijdskader van deze periode kan sterk uiteenlopen in verschillende delen van de wereld, maar het wordt ongeveer 2.500.000 jaar geleden voor het eerst aangetroffen bij mensachtigen. De vroegst bewaard gebleven artistieke productie van een cultuur is meestal afkomstig uit de paleolithische periode, en kan bestaan uit kleine gesneden of gehakte stenen en botten beeldjes, maar ook uit grote schilderingen en gegraveerde afbeeldingen in grotten. De Paleolithische artistieke productie in de westerse kunst vond plaats tussen ongeveer 30.000 tot 10.000 v. Chr.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst doorgaans naar schilderingen op houten dragers, waaronder ook kleinere draagbare schilderingen en middelgrote schilderingen vallen zoals altaarstukken, waarbij verschillende houten planken zijn samengevoegd om een groter paneel te vormen. De term wordt dikwijls gebruikt om specifiek te verwijzen naar schilderingen op een houten drager in de westerse kunst, die doorgaans dateren uit het oude Griekenland en Rome tot in de renaissance. Pas daarna werd canvas standaard als drager gebruikt voor schilderingen in deze formaten. Bij het vervaardigen van Griekse en Russisch-orthodoxe iconen zijn paneelschilderingen nog steeds heel gebruikelijk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt om onderscheid te maken tussen het schilderen van draagbare schilderijen op hout en andere vormen van schilderen, zoals het maken van muurschilderingen en het illumineren van manuscripten. De term paneelschilderkunst wordt vooral gebruikt in verband met de schilderkunst uit de Middeleeuwen en de vroege Renaissance.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Oud-Griekse peervormige opslagvaten met een brede opening die een doorlopende welving vormt met de romp. Aan het eind van de 6de eeuw v. Chr. geïntroduceerd in de Attische zwartfigurige keramiek, hoewel beschildering voornamelijk in de roodfigurige techniek plaatsvond. Ze werden doorgaans gebruikt voor de opslag van vloeistoffen, maar waren ook geschikt voor andere toepassingen. Vanaf circa 450 v. Chr. werden pelikai eveneens gebruikt als houder voor de as van overledenen. De vorm lijkt op die van amfoortype C.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lange stroken van buigzaam materiaal die worden gebruikt voor geschreven documenten en worden opgerold om makkelijker te kunnen hanteren en opslaan. Voor schilderijen op hangende perkamentrollen of handrollen wordt 'rolschilderingen' gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Personen die pleisterwerk – meestal een mengsel van kalk, zand en water – aanbrengen op muren, plafonds of andere oppervlakken, waarop vervolgens eventueel muurschilderingen worden aangebracht.

Toegevoegd op: 16-8-2017

In de context van kunst en architectuur het aanbrengen van pleisterkalk - dat hoofdzakelijk bestaat uit kalk, zand en water - op een oppervlak. In de context van architectuur in het algemeen wordt de pleisterkalk met weidse elegante streken aangebracht op muren of plafonds, om te komen tot een dichte, stevige en snel drogende bedekking. In de context van fresco's of andere muurschilderingen wordt de pleisterkalk met kracht aangebracht met korte, stampende slagen, om te komen tot een meer poreuze bedekking als voorbereidende ondergrond voor schilderwerk of extra lagen pleisterkalk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van circa 4.000 tot 3.000 of 2925 v. Chr. in Egypte, hoewel sommige schrijvers de periode dateren vanaf 6.000 v. Chr. De kunstvoorwerpen bestaan uit aardewerk zoals de geschilderde producten uit de Amratische en de Gerzian periode, stenen vazen, beeldjes van klei en ivoor, stenen paletten en wandschilderingen zoals gevonden in Hierankonpolis, waarop dieren, boten, rouwende vrouwen en vechtende mannen staan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van kunst die werd verzameld en vervaardigd door de keizer, kunstenaar Ch'ien-lung (aan de macht van 1736 tot 1795). Zijn verzameling bestond voornamelijk uit porselein, bronzen en jade voorwerpen, kalligrafie en zeldzame boeken. Kenmerkend voor keramiek in deze stijl is fine-famille-roseporselein. In de schilderkunst wordt de stijl gekenmerkt door gedetailleerde vogel- en bloemschilderingen die zowel werden vervaardigd door de keizer zelf als door hofschilders. De fascinatie van de keizer voor Europa leidde tot de ontwikkeling van een Chinese rococostijl in de architectuur.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gedeelten van illusionistische plafondschilderingen die zo zijn vervaardigd dat ze op ingelijste schilderijen lijken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De drie buitenste uiteinden van de gevouwen katernen van een boek, meestal ingesneden zodat het boek kan worden geopend en soms ook bijgesneden. Ze kunnen zijn gedecoreerd door vergulding, beschildering, besprenkeling of op een andere manier.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Dunne, complexe, uit kruisarceringen opgebouwde patronen die zijn aangetroffen op schors en bij lichaamsbeschilderingen in Arnhem Land. Het patroon vormt niet alleen een decoratief element bij het beschilderen van schors of als lichaamsbeschildering, maar symboliseert tevens trots op de voorouders en een vorm van identificatie met de groep.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar relatief grote versierde muren, schermen of andere constructies boven en achter het hoogaltaar van een christelijke kerk. Een reredos kan tegen de apsismuur of direct achter het altaar zijn geplaatst. Ook kan een reredos deel uitmaken van een altaarscherm. De term is afgeleid van een Anglo-Frans woord dat 'achter' of 'achterkant' betekende en raakte ingeburgerd in de 15de eeuw. De reredos ontstond uit de dorsaal, een tapisserie of schildering op de muur achter het altaar. In het kerkinterieur werden vanaf de late 11de eeuw de zetel van de bisschop en het koorgestoelte naar voren gebracht ten opzichte van de altaarmuur, en kwam de reredos als een scherm tussen hen en de congregatie in te staan. In bepaalde Engelse kerken diende de reredos als afscheiding tussen het koor en het achterkoor. In de loop van de tijd ging men voor het maken van de reredos kostbare materialen gebruiken en werd deze overdadig gedecoreerd, vaak met beeldsnijwerken, nissen, beeldhouwwerken, schilderingen en tapisserieën. De reredoses in Spaanse kerken werden in de loop der tijd zo breed als het schip en zo hoog als het dakgewelf. Een 'retabel' is iets anders. Dit is kleiner en staat achter op het altaar zelf of op een sokkel achter het altaar. Dit in tegenstelling tot reredoses die meestal vanaf de grond verrijzen achter het altaar. Veel altaren hebben zowel een reredos als een retabel. In de architectuur kan de term 'reredos' ook verwijzen naar een scherm of scheidingswand in een andere context, bijvoorbeeld naar de muur die de achterkant vormt van een open haard in een oude zaal.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar toevoegingen geplaatst op de altaartafel in een christelijke kerk. Een retabel kan bestaan uit een eenvoudige plank of rand die is aangebracht boven de achterkant van het altaar en die wordt gebruikt als kaarsenhouder. Er kan ook een raamwerk of een andere constructie aan verbonden zijn waarin beschilderde of beeldgesneden panelen zijn gemonteerd, met of zonder een plank voor kaarsen. Een 'reredos' is iets anders; deze verrijst meestal vanaf de grond achter het altaar. Het retabel is kleiner en staat achter op het altaar zelf of op een sokkel achter het altaar. Veel altaren hebben zowel een reredos als een retabel. Gebruik 'retablo's' voor de kleinere Mexicaanse en Spaans-Amerikaanse schilderingen van christelijke heiligen en andere heilige figuren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar relatief kleine paneelschilderingen met rooms-katholieke religieuze onderwerpen, gemaakt in Mexico, andere Latijns-Amerikaanse landen en de Spaanssprekende delen van de Verenigde Staten vanaf de Spaanse koloniale tijd tot nu. De onderwerpen kunnen heiligen zijn of wonderbaarlijke gebeurtenissen waarbij de opdrachtgevers van de schilderingen hulp krijgen door hemelse tussenkomst van de afgebeelde heilige personages. Ze zijn meestal geschilderd in heldere kleuren, gewoonlijk in olieverf of tempera, op panelen van grenenhout, zink, koper of vertind ijzer. De schilderingen maakten deel uit van huisaltaren of dienden als religieuze dank- of toewijdingsoffers.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Griekse stijl van aardewerkbeschildering die zich voordeed op Rhodos rond 650 v. Chr. Deze kenmerkt zich door een spontane vrije penseelvoering en thema’s die vaak dieren bevatten. In sommige classificatieschema’s wordt deze stijl gezien als een variant van de wilde-geitenstijl.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor het aanbrengen van een beschermende deklaag en een decoratieve schildering op landvoertuigen, meestal de voertuigen die door dieren worden voortgetrokken, zoals rijtuigen, goederenwagens en arrensleden. Omvat het aanbrengen van grondverf, de grondkleur, vernis, de belettering, strepen en andere decoraties, en de schildering van afbeeldingen als familiewapens en bloemkransen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt over het algemeen gebruikt voor Chinese en Japanse schilderingen op hetzij hangende perkamenten rollen (kakemono indien Japans), of handrollen (emakimono indien Japans). Voor geschreven documenten op een lange, opgerolde strook wordt simpelweg 'perkamentrol' gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en de periode die in West-Europa de boventoon voerde in de 11e en 12e eeuw. De stijl floreerde in de architectuur met de nieuwe groei van de steden, de bijbehorende kerken en de wederopbouw van kloosters. De stijl heeft kenmerkende regionale verschillen, maar over het algemeen wordt het gekarakteriseerd door de invloed en de interpretatie van de Romeinse en daaropvolgende bouwkunst. De grote omvang, ronde bogen, gewelven van metselwerk en innovaties in de constructie om voldoende verlichting te bieden. De stijl ontwikkelde zich ook in monumentale reliëfsculpturen, glas-in- lood, boekverluchting, muurschildering, ivoor-snijwerk en kostbaar metaalwerk. Het wordt gekenmerkt door vlakke gestileerde vormen, en de zeer gedetailleerde ornamenten. Periode 950-1250.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en cultuur genoemd naar de archeologische vindplaats bij Grotta Romanelli in het Italiaanse Calabrië, die stamt uit circa 6000 v. Chr. Deze kenmerkt zich door grotschilderingen die bestaan uit gestileerde en geometrische ingekerfde patronen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Geschilderde voorstellingen op panelen of opgespannen doek, meestal van draagbaar formaat. Vooral te onderscheiden van 'muurschilderingen' en 'verluchtingen' in manuscripten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar altaarstukken die voornamelijk werden geproduceerd in Duitsland, Oostenrijk en Tirol in de 15de en 16de eeuw. De term is Duits voor 'gebeeldhouwd altaarstuk'. Schnitzaltaren werden geplaatst op de hoogaltaren of de zijaltaren. Ze worden gekenmerkt door de overdadige kleuring en vergulding, en de vier secties: een centraal heiligdom met beeldhouwwerk, met daaronder een kleiner heiligdom dat meestal werd aangeduid met de Italiaanse term 'predella' en twee beweegbare paren luiken of vleugels met schilderingen of reliëfversieringen aan de voor- en achterkant. Het openen en sluiten van de vleugels zorgde voor afwisseling, meestal met betrekking tot de liturgische kalender. Het heiligdom ging meestal schuil onder een architecturale bovenbouw van gesneden maaswerk en nissen voor beeldhouwwerken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een type Europees en met name Frans ornament waarbij apen in mensenkleding worden afgebeeld terwijl ze bijvoorbeeld drinken, dansen, jagen of een muziekinstrument bespelen. De apen worden vaak gesitueerd in een setting van lofwerk of vlechtbandmotieven. Apen werden reeds sinds de Middeleeuwen als decoratie gebruikt voor het parodiëren en bespotten van vulgaire menselijke activiteiten, maar pas aan het eind van de 17de eeuw, met het werk van Jean Bérain I en Claude Audran III, raakte een elegantere vorm van singerie in zwang. Dankzij de associatie met chinoiserie beleefde de singerie-decoratie zijn hoogtepunt in de 18de eeuw (in het werk van Christophe Huet), maar na de opkomst van het neoclassicisme verdween zij langzaam van het toneel. Singerie werd in de 19de eeuw opnieuw populair dankzij de op de 18de eeuw geënte neostijlen. Het ornament ontwikkelde zich als parodievorm op de buitenmatige voorliefde onder de adel en rijke burgerij voor neo-Chinese vormen, die door sommige kunstenaars als pretentieus werd beschouwd. Singerie wordt aangetroffen op porselein, faience en marqueterie, maar ook op geborduurd en bedrukt textiel, en op wandschilderingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Voortekeningen voor frescoschilderingen gemaakt met het rode aardepigment sinopia, dat op de arricciolaag wordt gestreken en waarover de intonaco wordt aangebracht vóór het schilderen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Chinese dynastieke stijl en periode tussen 960 en 1279 n. Chr. Het was een overgangsperiode met tal van maatschappelijke, economische en kunstzinnige vernieuwingen; met name in allerlei kunstvormen werd een onovertroffen graad van verfijning bereikt. Er was een maatschappelijke ontwikkeling gaande waarbij de aristocraten geleidelijk hun macht verloren aan de gegoede burgerij, hetgeen ertoe leidde dat de heersende klasse zijn machtspositie probeerde te versterken. Zo bevorderden de keizers het verbeelden van thema's die de legitieme status en stabiliteit van de dynastie moesten uitdrukken. De Song-keizers behoorden tot de meest verlichte heersers van China, en vaak waren ze zelf verdienstelijk kunstenaar. Aangezien de Song-keizers minder macht bezaten dan hun voorgangers uit de Han- en Tang-dynastie en zij bovendien een wankele vrede met vijandige buurlanden in stand moesten houden, is de kunst uit deze periode introspectief van aard. De Song-periode is vooral bekend om de landschapsschilderingen, hoewel ook de keramiek, beeldhouwkunst en architectuur een bloeiperiode beleefden. In de beeldhouwkunst werd steen vaak vervangen door klei en hout, materialen die zachtere, levensechtere figuren mogelijk maakten. Een opvallend kenmerk van de Song-architectuur is de langwerpige, slanke vormentaal, met gebogen daken en een duidelijk herkenbare Song-spits. Tijdens deze periode werden de pagodes aanvankelijk opgetrokken uit metselwerk. De stijl en periode kunnen worden onderverdeeld in Noordelijke Song, van 960 tot 1127, en Zuidelijke Song, van 1127 tot 1279.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Italiaanse term die letterlijk 'van beneden naar boven toe' betekent en die verwijst naar het toepassen van verkorting, meestal in de tweedimensionale kunst, om een realistisch effect te bereiken in de weergave van architectonische elementen en van figuren en objecten die vanaf een lager standpunt dan het kunstwerk zelf worden beschouwd, en dus niet vanuit een positie recht tegenover het kunstwerk. De term wordt soms ook gebruikt om te verwijzen naar Oud-Romeinse muurschilderingen, maar wordt vooral gebruikt voor westerse kunst uit de renaissance en later. Meestal verwijst de term dan naar plafondschilderingen, wandschilderingen hoog op een muur en andere schilderijen of bas-reliëfs die van onderaf moeten worden bekeken. Sommige 'di sotto in su'-afbeeldingen zijn getekend vanuit een 'kikkerperspectief' of 'wormperspectief', waarbij het de bedoeling is dat de beschouwer vanuit een liggende houding op de vloer omhoog kijkt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar geschilderde muurpanelen, meestal naar een bepaald soort geschilderd paneel dat in de 15de eeuw en de vroege 16de eeuw werd geproduceerd in Toscane. Tegenwoordig zijn ze meestal verwijderd van hun oorspronkelijke locatie en worden ze gekenmerkt door hun grootte en vorm. Hun lengte is twee tot drie keer groter dan hun hoogte en ze zijn groter en naar verhouding hoger dan cassone-panelen. De term betekende oorspronkelijk 'ruggensteun (voor meubelstuk)' en verwees naar decoratieve panelen op hoofd- en schouderhoogte in lambriseringen boven de ruggensteun van een meubelstuk zoals een cassone, bed of een bank met een hoge rug, met een kist onder de zitting die eveneens fungeerde als een smal bed (een 'lettuccio'). Het kan ook verwijzen naar paneelschilderingen die als integraal onderdeel van de beschotten in de muur waren aangebracht. Ze zijn vaak te onderscheiden van 'kroonlijstschilderijen', die hoger in de muur in een fries boven de houten kroonlijstlatten waren aangebracht, waardoor ze een apart register vormden tussen de houten lambrisering en de kale muur direct onder het plafond. Omdat het onderscheid niet meer duidelijk is nadat het paneel is verwijderd, wordt de term 'spalliere' vaak voor beide vormen gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Procedé voor het verwijderen van een frescoschildering van de muur door de pigmentlaag en een intonacolaag te verwijderen. Doek wordt vastgelijmd op het geschilderde oppervlak en wanneer het droog is worden doek, schildering en bepleistering van de muur gehaald.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Methode voor het verwijderen van wandschilderingen, waarbij zowel het arricciato als de dragende laag van de muur wordt verwijderd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Afbeeldingen waarin de nadruk ligt op de weergave van levenloze voorwerpen, in tegenstelling tot kunst waarin zulke voorwerpen ondergeschikte elementen in een compositie zijn. De term wordt in het algemeen gebruikt voor voorstellingen van vruchten, bloemen, vlees of dode prooidieren, kruiken, eetgerei en andere voorwerpen, waaronder ook schedels, kandelaars en zandlopers, op bepaalde wijze gerangschikt op een tafel. Zulke afbeeldingen zijn bekend sinds de tijd van de oude Grieken en Romeinen, maar het onderwerp werd pas uitgewerkt door enkele 16de-eeuwse Italiaanse schilders en in hoge mate verfijnd in de 17de-eeuwse Nederlandse schilderkunst waar de kenmerken van vorm, kleur, materiaal en compositie werden gewaardeerd en de beelden vooral werden gebruikt om een allegorische boodschap over te brengen.Stillevens worden vooral aangetroffen in olieverfschilderingen, maar ook in mozaïeken, aquarellen, prenten, collages en foto’s. De term omvatte oorspronkelijk ook schilderijen waarbij de nadruk lag op rustende levende dieren, maar zulke afbeeldingen worden nu ‘dierenschilderingen’genoemd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beschrijft werken die zijn vervaardigd door de bewoners van de eilanden in de Straat van Torres. De bekendste werken uit de Straat van Torres zijn de double-outrigger, een zeilkano die 12 passagiers of meer kan vervoeren. De kano's zijn gedecoreerd met gravures en beschilderingen. Er is geen enkel exemplaar van een gedecoreerde kano uit de Straat van Torres bewaard gebleven, behalve op foto's en tekeningen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor muurschilderingen in de 20e eeuw die de buitenkant van gebouwen in straten en wegen versieren en soms zijn bedoeld om de aandacht te vestigen op problemen van de stad, zoals die van drugs, discriminatie van minderheden of geweld van de politie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Schildering die volledig in zwarte inkt wordt uitgevoerd, dus zonder toegevoegde kleur, maar waarin wel vaak de indruk van gekleurdheid wordt gewekt door het gebruik van verschillende tinten zwart.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de cultuur die ontstond tijdens de Sunga-dynastie van de 2de en 1ste eeuw v. Chr. in India. De Sunga's wierpen het Maurya-keizerrijk omver in 185 v. Chr. Het Sunga-keizerrijk was niet zo uitgebreid als dat van de Maurya's. Hoewel van kunstwerken die gedurende deze periode zijn gemaakt kan worden gezegd dat ze behoren tot de Sunga-periode, impliceert deze term niet altijd dat er sprake was van een patronaat of dat Sunga de controle had over een bepaald gebied. Met de Sunga-periode brak een onafgebroken continuüm van Indiase kunst en architectuur aan. De vroegste overgebleven stoepa-balustrade, samen met een gedeelte van een poort, werd gevonden in Bharhut in oostelijk Madhya Pradesh en dateert van deze periode. Evenals het geval was met andere vroege stoepa-balustrades, werden figuren en reliëfs gedoneerd door personen van wie de namen erop werden gegraveerd. Vaak worden de afgebeelde scènes aangeduid met labels, aangezien boeddhistische iconografie nog in de kinderschoenen stond. In het algemeen werd de nadruk in Sunga-kunst gelegd op het overbrengen van een religieuze boodschap, ten koste van naturalisme; dit wordt ook een dominant kenmerk van latere Indiase kunst. Vaak worden gebeeldhouwde yakshi- en yaksha-figuren aangetroffen, en andere pre-boeddhistische heiligen die een plaats kregen binnen het boeddhisme. Een belangrijk verschil tussen deze en vroegere figuren is dat vele ervan een meer ontspannen linkerbeen hebben. De figuren zijn nog steeds stijf en zwaar zoals Maurya-figuren, maar de dikke kleding en hoge polijstingsgraad zijn verdwenen. Andere belangrijke sites zijn de in rotssteen uitgehouwen grotten in de westerse Ghats, met name die van Bhaja en Pitalkhora. Deze boeddhistische grotnederzettingen bestonden uit een caitya-zaal en verblijven voor de monniken (vihara's). De façades werden gewoonlijk gedecoreerd met hoefijzervormige bogen, terwijl de gebeeldhouwde versiering aan de binnenkant over het algemeen eenvoudig was; schilderingen en houten toevoegingen maakten waarschijnlijk ooit deel uit van de iconografische en decoratieve ontwerpen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor horizontale, rechthoekige, omlijste panelen in de architectuur van Midden-Amerika, waarvan het inspringende oppervlak vaak is versierd met schilderingen of beeldhouwwerk, en waarbij het geheel vaak als een cantilever uitsteekt over hellende muren om talud-tableros te vormen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Chinese dynastie die heeft bestaan van 618 tot 907 n. Chr., een periode welke tot de hoogtijdagen van de Chinese geschiedenis wordt gerekend. China bloeide als een stabiel en tot een eenheid gesmeed rijk, en de welvaart en het actieve mecenaat welke daaruit voortvloeiden, leidden tot een Gouden Eeuw op het gebied van Chinese schilderkunst, metaalwerk, keramiek, muziek en poëzie. Chang'an, een briljant stedelijk ontwerp, bleef de hoofdstad van de Tang en was de metropool van zijn tijd. Belangrijke Tang-heersers en opdrachtgevers waren Taizong (heerste van 626-649) en Xuanzong (heerste van 712-756). Het boeddhisme bleef invloedrijk, maar de Tang-dynastie kende ook perioden van vervolging. Grotschilderingen in Dunhuang en stenen pagodes zoals de Grote Wilde Gans-pagode (circa 652) en de Kleine Wilde Gans-pagode (circa 707) in Chang'an zijn bewaard gebleven. Monumentale stenen beeldhouwwerken in de noordelijke provincies geven blijk van een nieuwe ontwikkeling in de richting van volumineuzere, sensuelere figuren. Deze ontwikkeling is eveneens te herkennen in de wereldlijke Tang-beeldhouwwerken, zowel in steen als in keramiek. Een voorbeeld van synthese tussen Indiase en Chinese beeldhouwstijlen is te vinden in de grot van de berg Tianlong, in een reeks werken die tot stand kwam onder het mecenaat van keizerin Wu Zetian (heerste van 690-705). De schilderkunst beleefde een bloeiperiode tijdens de Tang-periode en werd gedomineerd door de wereldlijke landschapstraditie. Li Sixum en Li Zhaodao, vader en zoon, en Wang Wei zijn de namen van drie schilders die ons zijn overgeleverd, en er zijn vermoedelijk ook exemplaren van hun werk bewaard gebleven. Het werk van Wang Wei, dat latere kunstenaars heeft beïnvloed, had een intieme, melancholische uitstraling, terwijl het werk van Li Sixum en Li Zhaodao wordt gekenmerkt door de heldere tinten groen en blauw die wij kennen van de talrijke Tang-landschappen. De Chinese portretschilderkunst, welke zijn oorsprong heeft in de Han-dynastie, bereikte tijdens de Tang-periode een hogere graad van verfijning dankzij kunstenaars als Wu Daozi. De Tang-keramiek omvatte beeldjes en vaten van sancai-aardewerk, meestal als grafgift bedoeld, wit porselein, zoals het bekende Xing-aardewerk uit de provincie Henan, en de jadeachtige Yue-celadons uit de provincie Zhejiang. Het gebruik van metaaloxiden voor ondergeglazuurde decoraties werd ontwikkeld in de provincie Hunan en Sechuan, terwijl het porselein - dat overigens pas later op grote schaal werd toegepast - zijn oorsprong heeft in de Tang-periode. De decoratieve kunsten tijdens de Tang-dynastie stonden onder invloed van het Midden-Oosten en andere verre streken, hetgeen leidde tot nieuwe stijlen op het gebied van keramiek en metaalwerk. Zo werden er kleurige geglazuurde objecten van aardewerk vervaardigd, bijvoorbeeld kannen en rytons, als bewuste imitaties van Perzisch zilverwerk, terwijl Perzische inslagpatronen hun intrede deden in de Chinese textielindustrie. China voerde op zijn beurt aardewerk, zijde en druk- en papiertechnieken uit. De Tang-dynastie werd opgevolgd door de Late Liang-dynastie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode en stijl van de artistieke productie in de Etruskische stad Tarquinia in het bijzonder tussen de 7de en de 2de eeuw v. Chr. toen de stad zich ontwikkelde tot een economisch, politiek en cultureel centrum. De kunstwerken, die meestal in verband worden gebracht met graftomben, bestaan voornamelijk uit muurschilderingen, sarcofagen en reliëfs op deuren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Schilderingen op doek, meestal fluweel, of papier, gemaakt met gebruik van sjablonen; vaak stillevens van fruit of bloemen; veel vervaardigd in de 19e eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Sjablonen die worden gebruikt om schilderingen op stof of papier te maken. Vaak worden er meerdere sjablonen gebruikt om een afbeelding, gewoonlijk van fruit of bloemen, te maken. Waren in de 19e eeuw vooral in de Verenigde Staten populair.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode die wordt geassocieerd met de stad Thonburi, die in 1767 werd gesticht door de militaire leider Taskin nadat deze binnenvallende legers had verslagen en de politieke macht had gegrepen. In de stijl van deze periode staat het hernieuwde gevoel van militaire macht en politieke eenwording centraal. In de schilderkunst manifesteerde de stijl zich op muurschilderingen waarop boeddhistische onderwerpen, Thaise landschappen en details over de plattegronden en de constructie van gebouwen worden afgebeeld. Muurschilderingen decoreerden meestal de interieuren van koninklijke gebouwen of tempels. In deze periode floreerden bouwprogramma's voor tempels en paleizen, onder andere voor de Chakri Maha Prasat en de Wat Arun, een Chinees geïnspireerde tempel die wordt gekenmerkt door klokkentorens en met porselein bedekte timpanen, en door Thaise details zoals teakwoningen voor monniken. In de beeldhouwkunst manifesteert deze periode zich in grote beelden van Boeddha in koninklijke kledij die zijn gemaakt van verguld en gelakt stucwerk en gedecoreerd met ingelegd paarlemoer. Reusachtige bewakers zoals mythische half-menselijke, half-vogelachtige figuren en apsarasa's en Chinese stenen beelden verfraaien de binnenhoven van tempels in deze periode.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een fase in de Minoïsche kunst en cultuur, volgens het classificatiesysteem dat werd ontwikkeld door de archeoloog Nikolas Platon. De periode begon rond 1600 v. Chr. en eindigde rond 1400 v. Chr. met klaarblijkelijke maatschappelijke onrust of oorlog. De periode kenmerkt zich door hernieuwde macht en welvaart en een ogenschijnlijk autoritair gezag, de herbouw van eerder verwoeste paleizen, en de bloei van fresco- schilderkunst, beschildering van aardewerk, gebeeldhouwd aardewerk en beeldhouwwerk in het algemeen. De periode overlapt met de laat- Minoïsche periode.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bel met een specifieke betekenis tijdens oude of rooms-katholieke ceremonies. Het kan een klokje zijn op een steel dat men tijdens een processie meedraagt of op een andere manier uitstalt en dat een kathedraal (de zetel van een bisschop) symboliseert en de band daarvan met de paus. Het gebruik ervan gaat terug tot de Middeleeuwen, toen men tijdens pauselijke processies voorbijgangers met een bel waarschuwde dat de paus eraan kwam. De term kan ook verwijzen naar versierde Etruskische en Romeinse begrafenisklokken en ceremoniële klokken of voor afbeeldingen daarvan in twee dimensies op reliëfs of muurschilderingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode in Egypte van circa 2775 tot 2650 v. Chr. Kunstwerken bestaan uit muurschilderingen, reliëfs, beeldhouwwerk en aardewerk en getuigen van toenemende formele artistieke conventies.De architectuur onderscheidt zich door de constructie van rechthoekige mastaba’s, opgericht om de ondergrondse tombes te beschermen en de status van de overledene te benadrukken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar gedetailleerde, grotendeels feitelijke, topografische aanzichten, in het bijzonder 18de-eeuwse Italiaanse schilderingen, tekeningen of prenten van steden. De eerste vedute werden waarschijnlijk geschilderd door Noord-Europese kunstenaars die in de 16de eeuw in Italië werkzaam waren. De term verwijst meer in het algemeen naar schilderingen, tekeningen of prenten waarop een landschap of stadsgezicht is afgebeeld met een hoofdzakelijk topografische karakter.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Schilderingen op de frontsnede van een boek, met een massieve snede zodat de afbeelding zichtbaar is als het boek is gesloten, of, meer gebruikelijk voor deze term, met uitgespreide sneden zodat de afbeelding alleen zichtbaar is als het boek is geopend.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar niet-fotografische voorstellingen waarvan het gezichtspunt ver boven normale ooghoogte ligt. Op deze afdrukken, tekeningen of schilderingen is het gezichtspunt doorgaans zo gekozen, dat het lijkt alsof de kijker vanaf de wolken naar beneden kijkt. Het voordeel van dit gezichtspunt is dat de voorstelling gedetailleerder kan zijn, omdat de voorgrond de achtergrond niet aan het zicht onttrekt. Dit perspectief wordt al toegepast sinds de oude Romeinse tijd, toen het werd gebruikt om slagvelden af te beelden. Het is ook een veelgebruikt perspectief voor het afbeelden van stadsontwikkelingen, ontwerpen van landschapstuinen, en paleizen en steden. De observatiepositie van een vogelvlucht ligt boven dakniveau, maar onder dat van kaarten. Gebruik 'vogelvluchten (tekeningen)' voor bouwtekeningen in nauwkeurig perspectief. Gebruik voor foto's 'luchtaanzichten' of 'luchtfoto's'. Gebruik 'map views' voor geïllustreerde landkaarten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van de artistieke voortbrengselen van de archipel der Cycladen tussen grofweg 3500 à 3000 en 2000 v. Chr., hoewel sommige auteurs de periode dateren op circa 2500 tot 1900 v.Chr. Tot de kunstwerken behoren stenen vazen, muurschilderingen en, het meest typerend voor deze stijl, aardewerk en marmeren figuren. Het vroege aardewerk is gepolijst, voorzien van ingekerfde recht- en kromlijnige motieven en heeft de vorm van een braadpan, terwijl latere werken mat geschilderd zijn. De marmeren figuren zijn sober, elegant en geometrisch van vorm en zijn meestal uitgebeeld met gevouwen arm.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode in Egypte van circa 2925 tot 2650 v. Chr., ten tijde van de eerste en tweede dynastie; sommige bronnen rekenen tot deze periode ook de derde dynastie, die eindigde in circa 2575 v. Chr. Tot de kunstwerken behoren aardewerk, muurschilderingen, beeldhouwwerk en reliëfs. Tijdens deze periode werden artistieke conventies geformaliseerd. Deze hadden betrekking op de lichaamshouding van menselijke afbeeldingen, de rangschikking van beeldelementen in register en, in de beeldhouwkunst, een strenge formele weergave van de figuur waarbij de kwaliteit van de steen en de vorm van het blok behouden blijven. De architectuur onderscheidt zich door de ontwikkeling van de bovenbouw van graftomben.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de kunstperiode in Meso-Amerika van ongeveer 250 v. Chr. tot 600 n. Chr. die bij keramiek wordt gekenmerkt door figuren in hoogreliëf ter versiering van cilindrische potten en het gebruik van chapopote (zwart asfalt) voor het beschilderen van de gezichten en lichamen van geelbruine of bruine figuren van klei. Edelsteenbewerking uit deze periode werd gekenmerkt doordat men steeds minder vuistbijlen gebruikte en steeds meer verfijnde beeldjes maakte met ingelegde ogen en tanden. Het gebruik van hardsteen overheerst, terwijl voor grotere beeldsnijwerken vaak gebruik wordt gemaakt van tecali. Tot de decoratieve werken uit deze periode behoren grote oorsieraden en kralenkettingen. In de beeldhouwkunst wordt deze periode gekenmerkt door complexe altaarconstructies, beeldgesneden stèles die een staande heerser afbeelden en die zijn versierd met inscripties en datumaanduidingen volgens de Lange Telling, beeldgesneden dakkammen van stucwerk, beeldgesneden houten lateien en versierde schrijnen op de toppen van piramides. Schilderstijlen uit deze periode worden gekenmerkt door muurschilderingen met rode en zwarte lijnen op wit stucwerk en hiërogliefen die zijn omkaderd door figuren of symbolen van godheden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

The Wandjina-stijl wordt gerekend tot de oudste gedocumenteerde rotskunststijlen. Werken in deze stijl worden aangetroffen in het centrale noorden van de Australische Kimberleys, op afgelegen locaties. Rotsschilderingen in de Wandjina-stijl beelden menselijke figuren met een rond hoofd af, met daaromheen een contourlijn in rood oker, in het bijzonder rond het hoofd. De figuren hebben meestal opvallend grote ogen en neuzen, maar de mond ontbreekt. Figuren in de Wandjina-stijl variëren in grootte tussen minder dan 40 centimeter tot meer dan drie meter hoogte. Er zijn ook dierlijke figuren afgebeeld in deze stijl.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Decoraties die een groot deel van een muur- of plafondoppervlak bedekken; meestal rechtstreeks op muur of plafond aangebracht. Gebruik 'muurschilderingen' voor schilderingen die en groot deel van een muur of plafond bedekken; gebruik 'wandsculpturen' voor beeldhouwwerken vanaf ca. 1950 die op een wand zijn aangebracht.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de cultuur die in verband wordt gebracht met de Noord-Chinese dynastie die van 386 tot 556 n. Chr. dateert en die werd gesticht door het Tuoba-volk. De Wei-dynastie kwam na de Zestien Koninkrijken (310-439) die Noord-China beheersten na de val van de Westelijke Jin-dynastie, die eenheid nastreefde. De Noordelijke Wei-dynastie heerste van 386 tot 534 en slaagde erin opnieuw het noorden te verenigen. In 534 kwamen grensstreken in opstand, en de Noordelijke Wei-dynastie werd opgevolgd door de twee overlappende staten Oostelijke Wei (534-550) en Westelijke Wei (535-556). China was destijds geografisch sterk verdeeld, maar wist wel te profiteren van buitenlandse invloeden. Onder Wei ingevoerde instellingen zoals landhervorming, belastingheffing en militiestelsels werden verder ontwikkeld door latere Chinese dynastieën. Tijdens de Wei-periode vond het boeddhisme algemeen ingang en zou deze godsdienst uitgroeien tot de belangrijkste inspiratiebron voor figuratieve kunst. De Wei-heersers vormden een krachtig mecenaat voor de boeddhistische kunst, en gaven opdrachten voor de bouw van enorme uit de rotsen uitgehouwen tempels met beeldhouwwerk en schilderingen in Longmen, op de berg Maiji en in Dunhuang. Talloze bronzen beeldhouwwerken werden vervaardigd, waarvan de meeste inmiddels zijn omgesmolten. De landschapsschilderkunst werd belangrijker, zoals blijkt uit de gesneden stenen sarcofagen en uit de wandschilderingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de Chinese dynastieperiode en cultuur vanaf 535 tot 556 n. Chr. die werd gesticht door Yuwen Tai (regeerde 535-551). De hoofdstad van de dynastie was in Chang'an in de provincie Shaanxi en regeerde het land ten westen van Luoyang; het gebied van de hedendaagse provincie Sichuan werd in 553 geannexeerd. Deze dynastie was kleiner dan de Oostelijke Wei-dynastie maar zeer goed georganiseerd en efficiënt. De Dunhuang-grotten in de provincie Gansu worden gekenmerkt door boeddhistische muurschilderingen en stucwerk uit de Westerse Wei-periode. Funeraire figuren kregen meer gelaatsuitdrukking dan vroegere voorbeelden; de vele etnische typen die in deze figuren werden aangetroffen weerspiegelen de interculturele invloeden van die periode. De zoon van Yuwen Tai vestigde in 557 de Noordelijke Zhou-dynastie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Quasi-ceremoniële, handgemaakte tapijten met afbeeldingen van de yei, het heilige Navajo-volk, zoals die in zandschilderingen werden afgebeeld.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een periode in de Chinese geschiedenis die vier eeuwen omvat, na de val de Han-dynastie in 220 n. Chr., en voorafgaand aan de Sui-dynastie (circa 589 n. Chr.). Gedurende deze periode probeerden rivaliserende families delen van het Han-rijk in hun macht te krijgen. De Chinese kunst stond onder invloed van nieuwe ideeën, met name ontwikkelingen op religieus gebied. Het boeddhisme, een religie die zich vanuit het naburige India naar China had verspreid, heeft de kunst van de Zes Dynastieën het sterkst beïnvloed; in de 4de eeuw had de Chinese boeddhistische kunst zich inmiddels als categorie gevestigd. In het klooster in Dunhuang, in het westen van China, zijn belangrijke wandschilderingen bewaard gebleven. Monumentale beeldhouwkunst, een traditie die vanuit het noorden naar China was overgebracht, werd populair, zoals blijkt uit de imposante, in steen uitgehouwen beelden van boeddhistische godheden in de bergen van de provincies Shaanxi en Henan. Houten pagodes, afgeleid van zowel de Indiase stoepa's als de torens van de Han-dynastie, vormden een belangrijke architecturale ontwikkeling in deze periode. Ook de inheemse geloofsstelsels van het confucianisme en taoïsme bleken een voedingsbodem voor nieuwe thema's en stijlen. Het confuciaanse ideaal kwam tot expressie in de populaire taferelen die respect voor de ouders uitdrukten, terwijl taoïstische kunstenaars een voorkeur aan de dag legden voor landschappen en volkslegenden. Ook wereldlijke kunsttradities waren aan verandering onderhevig, met name in de schilderkunst. Gu Kaizhi, die als de vader van de Chinese landschapsschilderkunst wordt beschouwd, was eveneens werkzaam in deze periode. In Zuid-China werden ook belangrijke vorderingen gemaakt op keramisch gebied, met name in het steengoed met groen glazuur Yueh-yao of 'Yueh-aardewerk', een duurzaam soort keramiek dat uiteindelijk zou worden uitgevoerd naar verre streken als Egypte en de Filippijnen. Gedurende deze periode zien we voor het eerst gentleman-schilders, kalligrafen en belangrijke privékunstcollecties in China. Ook de literaire kritiek en kunstkritiek kregen in deze periode vorm.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de culturen van de regio van Azië die is gesitueerd ten oosten van het Indiase subcontinent en ten zuiden van China, en die de oude, etnisch diverse culturen omvat van een continentaal vasteland en een reeks archipels ruim 11 kilometer ten oosten en zuiden van het vasteland. In het algemeen weerspiegelen de kunsten in de regio voornamelijk religieuze aspecten, met name de persoonlijkheid en het karakter van Boeddha en van de hindoegoden, en geschiedenis, met name verheerlijkte helden uit een nationaal en mythisch verleden. De Boeddha-voorstelling blijft het centrale motief in beeldhouwkundige en schilderkundige stijlen, terwijl andere, minder belangrijke of inheemse figuren uit boeddhistische, islamitische en hindoeïstische heilige geschriften soms worden weerspiegeld in muurschilderingen. Kunst in de regio wordt gekenmerkt door tribale geometrische en spiraalachtige patronen, Indiase bloemmotieven en dierenvoorstellingen die zijn gebaseerd op plaatselijke mythologieën. Een algemene voorliefde voor thema's die betrekking hebben op fantasie, menselijke en goddelijke schoonheid en feestelijke sensualiteit is prominent aanwezig in de kunst van deze regio.