Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Een vaste stof omzetten naar een vloeibare toestand, meestal door verhitting.
Het smelten of samensmelten van erts, hetgeen vaak gepaard gaat met een chemische verandering, meestal om het metaal te scheiden.
Natuurlijk voorkomende zwarte, vaste bitumen die oplosbaar zijn in koolstofdisulfide en die gaan smelten bij temperaturen boven de 110 graden Celsius.
Houders bestaande uit twee potten, waarvan één gedeeltelijk in de andere past; in het onderste deel wordt water gekookt om de inhoud van het bovenste deel te verwarmen, smelten of koken.
Verwijst naar de periode en cultuur die wordt geassocieerd met de overgangsfase tussen Steentijd en Bronstijd en die zich kenmerkt door het beslaan, smelten en gieten van koper voor versieringen en gereedschappen, te onderscheiden van de technieken in de Bronstijd omdat het koper niet of zelden in een legering werd gecombineerd met tin of een ander metaal. In deze periode werden stenen gereedschappen gebruikt naast metalen gereedschappen. Deze culturen ontwikkelden zich op verschillende tijden in verschillende delen van de wereld, van het vroege, spaarzame gebruik van koper rond 7000 v. Chr. in het Nabije Oosten tot het wijdverbreide gebruik rond 1900 v. Chr. in Brittannië.
Kleine kroesjes die worden gebruikt voor gehaltebepaling en gemaakt van een poreus, vuurvast materiaal, zoals beenderas, die worden gebruikt om kleine hoeveelheden metaal te smelten - meestal zilver - voor het onttrekken van lood of goud ter keuring.
Een kalksteensoort met een calciumcarbonaatgehalte dat tegen de 45% loopt; wordt gebruikt als vloeimiddel bij het smelten van ijzer, als bekleding voor gewone staalsmeltovens, voor de productie van magnesiummetaal, om mee te filteren en als bouwsteen.
Variant van de cloisonné-techniek waarbij de tekening wordt uitgevoerd in metalen draden die aan een ondergrond worden vastgesoldeerd. Emailpoeder wordt in de ruimten tussen de draden aangebracht en wanneer dat poeder na het smelten is samengetrokken verheft het door de metalen draden gevormde patroon zich boven het oppervlakte van het email.
Te gebruiken voor de schildertechniek met pigmenten die zijn opgelost in gesmolten was. Het wordt warm aangebracht op panelen of muren met een borstel of een spatel en gefixeerd door met een warmtebron over het oppervlak te gaan om de verf permanent te smelten en vast te zetten. Deze oude techniek was vooral populair in het oude Griekenland. De Engelse term is afgeleid van het Grieks en betekent 'ingebrand'. Hoewel de techniek in de 8ste en 9de eeuw in onbruik raakte, zijn er ook tegenwoordig nog exponenten ervan. Gebruik 'versieringen inbranden' voor de techniek van het versieren van klei.
Verf die wordt gemaakt door droge pigmenten te vermengen met gesmolten, geraffineerde was en hars. Het wordt warm aangebracht op panelen of muren met een borstel of een spatel en gefixeerd door met een warmtebron over het oppervlak te gaan om de verf permanent te smelten en vast te zetten.
Werkers in een smeltoven die ijzererts smelten, gewoonlijk om het metaal af te scheiden.
Het smelten (in verband met glas ook het fuseren) en in een vorm gieten van materialen, bijvoorbeeld metaal of glas.
Wordt gebruikt voor het procédé waarbij twee stukken metaal aan elkaar worden bevestigd door de te verbinden oppervlakken te ontharden en te smelten door middel van warmte, met of zonder toegevoegd lasmetaal en met of zonder gebruik van druk. Als bij het verbinden van metaal soldeer moet worden toegevoegd, maar de te verbinden oppervlakken niet noodzakelijkerwijs week hoeven te worden gemaakt of gesmolten hoeven te worden, dan kan men de term 'solderen' gebruiken wanneer de verhittingstemperatuur onder de 750 graden Celsius ligt.
Een procédé voor het maken van smeedijzer of staal uit ruw ijzer door het ijzer te smelten en onder te dompelen in een bad, en het vervolgens te bewerken en te smeden.
Vervaardigd of gevormd door het beslaan met een hamer, zoals ijzeren of zilveren voorwerpen. Gebruik 'smeedijzer' voor commercieel zuiver ijzer van een vezelige soort dat wordt gemaakt door het smelten van wit gietijzer.
Wordt gebruikt voor het procédé waarbij twee stukken metaal aan elkaar worden bevestigd door er soldeer tussen te voegen en hitte te gebruiken, en waarbij de te verbinden oppervlakken soms, maar niet noodzakelijkerwijs, worden onthard of verhit. Deze toepassing vindt meestal plaats bij een temperatuur tussen 183 en 310 graden Celsius, met een maximum van 750 graden Celsius. Gebruik 'hardsolderen' voor hetzelfde procédé waarbij de temperatuur tussen de 750 en 900 graden Celsius ligt. Gebruik 'lassen' voor het procédé waarbij twee stukken metaal worden verbonden en waarbij het nodig is de oppervlakken te ontharden of te smelten en waarbij lasmetaal wel of niet gebruikt kan worden.
Werkers die materiaal, zoals metaal of glas, smelten en in een mal gieten; gieters die glaswerkers zijn, doen ook samensmeltwerk.
Iets door verhitten en smelten in glas of een glasachtige substantie doen veranderen. De term wordt met name gebruikt voor het veroorzaken van dichte kristallisatie, zoals bij keramiek, die wordt verkregen door een substantie heet te bakken, zodat deze niet meer poreus is.
Wordt gebruikt voor het procédé waarbij twee stukken metaal aan elkaar worden bevestigd door er een lasmetaal als hard soldeer tussen te voegen en hitte aan te wenden, bij temperaturen tussen de 750 en 900 graden Celsius; soms, maar niet noodzakelijkerwijs, worden de te verbinden oppervlakken week gemaakt of gesmolten. Gebruik 'solderen' voor hetzelfde procédé, wanneer de temperatuur onder de 750 graden Celsius ligt. Gebruik 'lassen' voor het procédé waarbij twee stukken metaal worden verbonden en waarbij het nodig is de oppervlakken te ontharden of te smelten en waarbij lasmetaal wel of niet gebruikt kan worden.
Soldeerlegering die gaat smelten bij hogere temperaturen; typisch is het koper met zilver, waarbij voor het smelten temperaturen nodig zijn tussen de 750 en 900 graden Celsius.
Grote, verticale structuren voor het smelten van ijzer uit erts, met behulp van een vaste brandstof, zo ontworpen om een continue luchtstroom door de brandstof te sturen om zo om een hoog percentage van de verbranding te garanderen.
Metaalbewerkers die twee stukken metaal samenvoegen door beide oppervlakken zachter te maken of te smelten door middel van hitte, al dan niet met tussenvoeging van vulmateriaal en al dan niet met uitoefening van druk.
Een legering van koper, zink en tin, soms ook wel met lood. Het wordt gemaakt door gemalen kalamijnerts met houtskool en koper te smelten; werd in de Middeleeuwen gebruikt voor gewichten en gereedschap.
Gele pigmenten die bestaan uit loodstannaat en die van het begin van de 14e eeuw tot de vroege 18e eeuw werden gebruikt in de Europese schilderkunst, waarna het grotendeels werd vervangen door Napels geel (loodantimonaatgeel). Er zijn twee verschillende varianten bekend, beide gemaakt door lood en tinoxiden samen te laten smelten in een oven. Bij de ene soort wordt zand (siliciumdioxide) toegevoegd. Beide pigmenten zijn stabiel en worden gebruikt als opacifieermiddelen, kleurmiddelen in glas- en keramiekglazuur en in alle verfmiddelen. Loodtingeel werd vaak gebruikt in mengsels met andere pigmenten, zoals loodwit, vermiljoen, azuriet, patina en indigo.
Alle leden van een grote groep stoffen die meestal een kenmerkende glans vertonen. Het zijn goede geleiders van elektriciteit en warmte, ze zijn ondoorschijnend, kunnen smelten en zijn meestal pletbaar of kneedbaar.
De resten, sintels of slakken die overblijven na het smelten of uitsmelten van metaal.
Verschuivende massa's aarde die door regen of smeltende sneeuw vloeibaar zijn gemaakt of massa's vulkanische deeltjes gemengd met water die net zoals lava uit vulkanen vloeien.
Verwijst naar een type glas dat wordt gekenmerkt door het feit dat het één donkere kleur door en door heeft. Het vervaardigingsprocedé is al oud en is gebaseerd op een combinatie van silica, potas en kalk, waarbij de kleur ontstaat door toevoeging van metaaloxiden aan het gesmolten glas. De naam verwijst naar de metaaloxiden en naar de gewoonte om de verbinding in een pot van klei in de oven te smelten. Dit type glas werd doorgaans gebruikt bij de vervaardigd van glas-in-loodvensters, met als karakteristiek effect de betrekkelijk geringe hoeveelheid licht die door de warme, verzadigde kleuren van het glas heen dringt. Later werd een techniek ontwikkeld die 'cameeglas' werd genoemd, waarbij gekleurde lagen over helder of wit glas werden aangebracht, zodat het venster meer licht doorliet.
Oude munten opnieuw slaan met behulp van een stempel in plaats van ze te smelten en ze met nieuwe opdrukken opnieuw te slaan.
Alle verfstoffen in een klasse van meestal rode synthetische xanthenen, die worden verkregen door het smelten van een aminoderivaat van fenol met ftaalzuuranhydride. Ze worden vooral gebruikt in kleurpapier en als biologische kleurstof.
Kleine piramide- of kegelvormige objecten van vuurvast materiaal die bij een bepaalde temperatuur smelten. Men gebruikt ze in ovens zonder automatische temperatuurregeling.
Verwijst naar de aardewerkstijl uit verschillende dorpen in de Shigaraki-vallei in het zuiden van de Shiga-prefectuur. De fabricage begon in de Kamakura-periode (1185-1333) en vindt nog altijd plaats. In de begintijd bestond de productie voornamelijk uit vaatwerk voor huishoudelijk gebruik, zoals potten met een smalle mond en vijzelkommen. In 1632 werden het Shigaraki-vaatwerk het officiële vaatwerk voor de opslag van thee voor het Tokugawa-shogunaat. Vanaf de 19de eeuw verschoof het accent naar andere producten, bijvoorbeeld plantenbakken, komforen en sakekruiken. De stijl kenmerkt zich in het algemeen door roodbruin en grofkorrelig aardewerk met witte stippeltjes veldspaat of kwarts die tijdens het bakken smelten en door het oppervlak steken.
Glasachtige stof die bestaat uit vuil of afvalstoffen die tijdens het uitsmelten worden gescheiden van metalen.
Houders met een inhoud tussen de 50 en 100 liter voor het smelten, calcineren (door gloeiing oxideren) of filteren van een substantie bij hoge temperaturen; gemaakt van hittebestendig materiaal o.m. klei, grafiet, porselein, dat slechts smelt bij hoge temperaturen.
Ijzerlegering die van nature vezelachtig is; wordt gemaakt door wit gietijzer te smelten, er met een oxiderende vlam overheen te gaan en het tot een massa te rollen; wordt gewaardeerd om de roestbestendigheid en kneedbaarheid. Gebruik 'gesmeed' wanneer er objecten worden beschreven die zijn gemaakt of gevormd door het slaan met een hamer.
Houders meestal gebruikt om in te koken; ook om er sauzen in te maken, boter in te smelten; metaal, ca. 1 tot 2 liter, platte bodem, lange rechte steel, soms met deksel, soms met schenktuit. Ook benaming van pannen met verticale, bollende of ojiefvorrmige zijden.
Een reeks gele kleuren die lijken op de kleur van het pigment Turner's yellow, dat werd gemaakt door loodchloride in poedervorm te vermengen met loodcarbonaat en daarna te smelten.
Het proces en de techniek voor het maken tweedimensionale decoratie op aardewerk met verf die is gemaakt van metaaloxiden of andere pigmenten, die in engobe of een ander middel in suspensie worden gehouden. De pigmenten worden meestal met een kwast of een ander gereedschap aangebracht, onder of op een glazuur, en worden gewoonlijk aangebracht op een gebakken object, behalve bij hard porselein. Het geschilderde object wordt meestal opnieuw gebakken om het pigment te laten samensmelten.
Techniek voor het maken van kleine, nauwkeurige gietvormen van legeringen die een hoog smeltpunt hebben, waarbij de vorm wordt gemaakt door om een patroon van was of een soortgelijk materiaal dat door het te smelten van het omhulsel kan worden verwijderd, binnen een omhulsel te plaatsen.