Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Kleine spijkers, meestal van koper en vaak ter versiering, die worden gebruikt om een naamplaat (v.e. schip) te bevestigen.
Spijkers die bedekt zijn met cement om de draag- en wrijvingskracht te vergroten.
Het dicht op elkaar nagelen, waarbij de nagels in twee parallelle rijen worden gezet.
Spijkers met een lengte van 2½ cm en 4½ cm, die voornamelijk worden gebruikt voor het bevestigen van gipsplaten of stenen latten.
Spijkers, gelijk aan normale spijkers met dezelfde standaardlengte, maar met een smallere schacht.
Stofferingstechniek waarbij nagels vlak naast elkaar worden gezet om de randen van de bovenbekleding vast te zetten waarbij tevens een decoratief effect wordt verkregen.
Kleine, scherp gepunte spijkerachtige bevestigingsmiddelen gemaakt van ijzer of brons met een relatief grote kop die worden gebruikt om een licht of dun voorwerp aan iets stevigers te bevestigen.
Dunne, meestal puntige bevestigingsmiddelen met een kop, ontworpen om te worden ingeslagen.
Een constructie met houtblokken of pennen, meestal van metselwerk of staal, om het spijkeren te vergemakkelijken.
Voorwerpen in de vorm van een handvat met een bek en een verlengbare steel, die worden gebruikt om spijkers uit hout te trekken. Gebruik 'spijkertrekkers' voor handgereedschap met een gevorkt uiteinde dat voor soortgelijke doeleinden wordt gebruikt .
Nagelpistool waarin de stootkracht wordt geleverd door het afvuren van leeg magazijn.
Schrift dat oorspronkelijk werd ontwikkeld voor de Sumerische taal in het 3e millennium v.C., dat bestaat uit karakters die met een wigvormige stilet in klei zijn vervaardigd.
Klein handgereedschap met een handvat en een licht gebogen gaffelvormig uiteinde om duimspijkers of spijkers mee te verwijderen. Gebruik 'spijkertangen' voor gereedschap met een bek, dat voor soortgelijke doeleinden wordt gebruikt.
Idiofonen met een ronde, platte houten klankbodem met spijkers of ijzeren pennen van verschillende lengtes in de zijkanten geslagen, ook met sympathische snaren.; bespeeld door de spijkers aan te strijken met een geharste strijkstok.
Platkopspijker die met name wordt gebruikt voor het bevestigen van tapijten.
Dunne spijkers, met een smalle kop, die volledig in een houten oppervlakte kunnen worden geslagen, waarbij ze een klein gaatje achterlaten dat kan worden gevuld met plamuur of een gelijksoortige samenstelling.
Stalen spijkers met een vervormde schacht, meestal met spiraalvormige schroefdraad, een verzonken kop en een korte diamantvormige punt.
Metalen versnijdingsgereedschap dat wordt gebruikt om metselvoegen glad te maken of in te laten springen.
Lijsten die zijn vastgespijkerd, aangebracht of op een andere wijze aan het werk zijn bevestigd in plaats van ingesneden te zijn in het vaste materiaal.
Spijkers met ringvormige groeven rond de schacht voor meer grip.
Aan een object bevestigde platen, waaraan onderdelen en ander toebehoren van de structuur bevestigd kunnen worden door middel van solderen of het aanbrengen van schroeven, spijkers of bouten.
Korte schroefspijkers voor speciale doeleinden met een grote kop en meestal gegalvaniseerd of van aluminium, met een sluitring van neopreen of plastic, die als hulpmiddel dienen voor het bevestigen van dakbedekkingsmateriaal.
Soort crinolinestoel, ontwikkeld door het Afrikaanse Asantevolk naar het Europees prototype, versierd met koperen kopspijkers, met een lage schuin aflopende rug en meestal een lederen zitting; alleen gebruikt door hooggeplaatste of hooggeëerde personen.
Middeleeuwse Franse benaming voor draagbare koffers of kisten die voor persoonlijke bagage worden gebruikt. Ze zijn met leer bedekt en met spijkers beslagen en hebben meestal een afgeronde bovenkant. Uiteindelijk namen ze de vorm aan van een kist op poten die werd gebruikt om goederen in op te slaan. De huidige Franse vorm bestaat uit een decoratieve hoge kist of kast met een gewelfde ofgebogen bovenkant.
Spijkers met een grote platte kop, een ronde schacht en een lange geplette punt, die worden gebruikt op bladmetaal en droge bouwplaten.
Spijkers met twee koppen, de een boven de ander, die worden gebruikt voor tijdelijke constructies, zoals betonbekistingen en steigers. De spijkers kunnen het werk vastzetten en toch makkelijk worden verwijderd.
Stalen spijkers met een diamantvormige punt die verhard is, zodat de spijker in beton kan worden geslagen zonder te verbuigen.
Voorwerpen om allerlei dingen op hun plaats te houden, zoals zoals haken, bouten of spijkers.
Lange, vierkante spijkers die gebruikt worden in zwaar timmerwerk.
Een bouwmateriaal bestaande uit overlappende gevelbeplating die van verschillende soorten loofverliezende bomen is gesplitst en direct tegen de stijlen van de dakdragende muren wordt gespijkerd; wellicht alleen toegepast in Kameroen.
Instrumenten, zoals mantelbuizen, schroefbouten, of spijkerblokken die worden vastgezet aan een betonvorm voordat het beton wordt gestort. Wanneer de vormen worden verwijderd, blijven de inzetstukken ingebed in het beton.
Bijlen met wijd uitlopende bladen en een kop waar spijkers mee kunnen worden ingeslagen. Worden gebruikt om houten dakspanen te splijten en vast te spijkeren.
Handgereedschap met aan beide zijden spijkers. Wordt gebruikt om een gipslaag af te krabben voordat de volgende laag wordt aangebracht.
Éénsnarige muziekbogen uit het zuiden van de Verenigde Staten, die bestaan uit een stuk ijzerdraad dat is bevestigd aan de muur van een houten huis dat als klankbodem dient; een katoenklos dient vaak als kam. Ze worden met glazen flessenhalzen of spijkers getokkeld. Bij de draagbare versies wordt het huis vervangen door een hek van paaltjes.
Speciale spijkers die aan beide zijden puntvormig zijn en die worden gebruikt om pen-en-gatverbindingen te bevestigen.
Algemeen gebruikte spijkers met een kop en een diamantvormige punt die worden gebruikt wanneer uiterlijk niet belangrijk is, zoals bij inlijsting.
Kleine, taps toelopende stalen staafjes die worden gebruikt om een spijker of verzinknagel onder of op gelijke hoogte met een houten oppervlak te drijven.
Wordt gebruikt voor de platte strips op Ionische en Corinthische architraven. Voor planken die over de uiteinden van dakspanten in houtconstructies zijn gespijkerd wordt 'sierborden' gebruikt.
T-vormig gereedschap met een stalen schacht en een houten greep, dat wordt gebruikt om kleine gaatjes te maken in hout zodat spijkers of schroeven makkelijker kunnen worden ingeslagen of ingedraaid.
De hiërarchie Gereedschap en Uitrusting bevat descriptoren voor uitrusting die wordt gebruikt bij de verwerking van materialen en de vervaardiging van objecten, naast descriptoren die worden geassocieerd met activiteiten en disciplines in de bouw, de ontwerpbranche, de kunst en kunstnijverheid, en andere aspecten van de materiële cultuur. Niet opgenomen zijn artefacten zoals meetinstrumenten en wapens, die wel als uitrusting worden beschouwd maar binnen het kader vallen van andere hiërarchieën in de sectie Interieurinrichting en Uitrusting van het facet Objecten. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor apparaten die worden gebruikt voor meting op basis van standaardeenheden of vaste hoeveelheden (bijvoorbeeld 'kalibers') verschijnen in de hiërarchie Meetinstrumenten. Descriptoren voor objecten die nodig zijn voor het verankeren of verbinden van materialen, objecten of componenten (bijvoorbeeld 'spijkers', 'gespen') zijn ingedeeld bij 'bevestigingsmiddelen' in de hiërarchie Componenten. Samenstellende delen van uitrusting (bijvoorbeeld 'handvatten') zijn eveneens opgenomen in de hiërarchie Componenten. W-systemen maken deel uit van de hiërarchie Objectgroepen en systemen, en de descriptoren voor W-uitrusting (bijvoorbeeld 'airconditioningsapparaten') treft u hier aan.
Te gebruiken voor een muziek- en kledingstijl die aan het eind van de 20ste eeuw ontstond onder alternatieve hardrockbands in Seattle in de Amerikaanse staat Washington, en die in de jaren 90 van invloed was op nationale modetrends, meestal gebaseerd op het kostuum van stadsjongeren bestaande uit een flanellen hemd, gescheurde spijkerbroek en gevechtslaarzen.
Chinese trommen, meestal in de vorm van een ton, die aan beide kanten een trommelvel hebben dat op de cilinder is vastgespijkerd in plaats van geregen; er wordt maar op één trommelvel geslagen, met twee kloppers.
Combinaties van bijl en hamer, met een breed lemmet en een gekerfd onderdeel om spijkers te trekken; berekend op zwaar werk. Worden gebruikt om hard pleisterwerk af te hakken en ander zwaar werk te verrichten.
De handvaten die uitsteken van snaarinstrumenten zoals luiten, violen, viola's en gitaren, die de toets dragen en die door de speler met één hand worden vastgehouden terwijl de andere hand de snaren tokkelt of aanstrijkt. Het kunnen aparte stukken zijn die zijn aangehecht door lijm of spijkers, of ze kunnen deel uitmaken van het voornaamste gedeelte van het instrument.
Handgereedschap met een handvat dat loodrecht op de kop is geplaatst. Wordt gebruikt om spijkers in te slaan, of andere toepassingen waarvoor kloppen of slaan nodig is.
Gereedschap met een houten steel en een stalen kop die aan één kant is afgeplat zodat er mee kan worden geslagen. Aan de andere kant heeft hij een breed, scherp blad waarmee kan worden gehakt. Het onderste deel van het blad kan zijn ingekerfd om spijkers mee te trekken.
U-vormige metalen platen, met of zonder ijssporen, die aan een paardenhoef zijn vastgespijkerd om deze te beschermen tegen verwondingen die door harde of ruwe oppervlakken kunnen worden veroorzaakt.
In de vorm van een hoefijzer. Meestal betreft het een U-vorm, waarbij de armen van de 'U' in verschillende mate naar binnen zijn gebogen. Genoemd naar de smalle ijzeren beschermingsplaat die in de vorm van een paardenhoef is gebogen en op de hoef van het dier wordt vastgespijkerd.
Versterkende blokken die in de hoek van een geraamte van een stoel of sofa zijn gelijmd, gespijkerd of geschroefd om de poot en de regel van de zitting bij elkaar te houden.
Grote tropische boomsoort die inheems is in Amerika en Afrika en naar Azië is vervoerd. Tegenwoordig wordt de boom voornamelijk gekweekt in Afrika, Brazilië, India en Midden-Amerika en op Java. De zachte vezels die de zaden bedekken gebruikt men als vulmateriaal. Uit de zaden kan olie worden gewonnen waarmee men zeep maakt. Het residu gebruikt men als meststof en veevoer. In het hout blijven spijkers en schroeven niet goed vastzitten, maar men gebruikt het voor papier en andere producten. Lokale volkeren gebruiken de stam van de kapokboom al sinds lange tijd voor het uithakken van kano's.
Bouwwijze van een schip waarbij de huidplanken met de zijkanten door middel van bouten, spijkers of houten pennen naast elkaar tegen de spanten worden bevestigd, wat een glad uitwendig oppervlak als resultaat heeft.
Middelgrote hamerbijlen met een kop waar spijkers mee kunnen worden ingeslagen, met aan de zijkant een klauw om spijkers uit te trekken.
Hamers met een verhard slagvlak aan de ene kant van de kop om spijkers in te hameren, en een gebogen, gevorkt uitsteeksel aan de andere kant om spijkers uit te trekken.
Stalen staven die een rechte beitelpunt aan de ene kant hebben en gebogen zijn aan de andere kant, met een inkeping waarmee spijkers kunnen worden getrokken. Worden gebruikt voor sloopwerkzaamheden.
Harde, wigvormige spijkers gebruikt om hardhouten vloeren, zoals eiken vloeren, vast te nagelen.
Versieringen van metaal of hout die men in de traditionele Japanse architectuur gebruikte om de houten pinnen te bedekken waarmee lateien en stijlen aan elkaar werden vastgezet. De versieringen gebruikte men ook om grote spijkerkoppen in deuren te maskeren.
Gereedschap met een bijlblad en het slagvlak van een hamer. Worden gebruikt om houten latten te hakken en vast te spijkeren.
Leidekkershamers met een punt aan de achterkant van de kop. Worden gebruikt om spijkergaten in leisteen te maken.
Lichte hamers waarbij meestal één slagvlak is gemagnetiseerd en wordt gebruikt om kopspijkers vast te houden en in te slaan.
Geschreven of geschilderd symbolen die een heel woord voorstellen. Schriftsystemen die gebruik maken van logogrammen zijn onder meer het Chinees, Egyptische hiërogliefen en vroege spijkerschriften. Er is geen schriftsysteem bekend dat volledig logografisch is: alle logografische systemen bestaan zowel uit logogrammen als symbolen die bepaalde geluiden of lettergrepen representeren. In stenografie is een logogram een letter of een enkel streepje waarmee men op een korte manier een woord representeert.
Keltische verdedigingsmuren uit de late ijzertijd, die over het algemeen zijn gemaakt van dikke lagen steen die bijeen worden gehouden en versterkt door een kern van houten geraamtes, aan elkaar gezet met ijzeren spijkers en bedekt met een hellende aarden borstwering. Soms met gekapte steen aan de voorkant en afgedekt met een parapet.
Gereedschappen die worden gebruikt om spijkerschachten vast te houden terwijl de spijkerkoppen worden gemaakt tijdens het smeden van spijkers.
Houten beeldhouwwerken waarop medicijnen worden gelegd en geactiveerd tijdens bezweringsriten, soms door spijkers, messen of houten punten in de sculptuur te steken.
Te gebruiken om de romp van houten vaartuigen te beschrijven waarvan het onderste einde van elke plank het bovenste eind van de plank eronder overlapt; de plek van overlapping wordt meestal vastgenageld, gespijkerd of geklonken.
Relatief kleine kanonnen, meestal achterladers, waarmee van oorsprong stenen maar later ook spijkers, schroot en diverse soorten lading werden afgevuurd.
Eenvoudige kisten uit zes platen die samen zijn gevoegd, gelapt, gespijkerd en van scharnieren voorzien. Ze vormen een goedkoop alternatief voor kisten van schrijnwerk.
Gereedschap dat op een ijspriem lijkt en wordt gebruikt om gaten te maken voor koploze spijkers en houtschroeven.
Handweefgetouw voor het weven van rechthoeken stof, in verticale stand. Het garen wordt op spijkers in het raamwerk gewonden, en met weefstokken worden vakken gemaakt.
Cirkelvormige ringspijkers die worden gebruikt om in metalen steunbouten te worden genageld om gipsplaat vast te zetten in stapelmuurbouw.
Gordijnen die bestaan uit rechte stukken stof die aan de bovenkant van het raamkozijn zijn gespijkerd of soms aan een roede hangen met ringen of lussen die aan de bovenzijde van het gordijn vastzitten.
Draadnagels met een wijd uitlopende kop, die worden gebruikt voor buitenafwerking en het spijkeren van vloeren.
Gesmede spijkers met een kegelvormige kop.
Hamers met een rond slagvlak, een afgekante nek en een sterk taps toelopende pen; wordt door scheepsbouwers gebruikt om spijkers en nagels in te slaan.
Zeer brede, platte bijlen die een priem of een drevel aan de achterkant van de kop hebben die dienst kan doen om gaten voor spijkers te maken.
Een graniet waarvan het gepolijste uiterlijk markeringen vertoont die een effect teweegbrengen alsof het inscripties in Hebreeuws of spijkerschrift bevat.
Spijkers van gegalvaniseerd staal, aluminium legering, of staal met een coating, vaak met schroefdraad.
Knoppen, klinknagels of spijkers met grote kop die worden gebruikt ter versiering of bescherming.
Platen die over de uiteinden van daksparren worden gespijkerd en soms een dakgoot dragen.
Grote spijkers en nagels waarvan de kop aan een kant uitsteekt.
Hard-stalen spijkers die voornamelijk worden gebruikt om hout aan metselwerk te bevestigen.
Trommen, tonvormig met 2 trommelvellen waarvan er slechts één wordt aangeslagen; de vellen worden op de klankkast vastgespijkerd of eraan geregen, waarbij ze soms eerst over metalen ringen worden geslagen; grootte en verhouding diameter : lengte lopen sterk uiteen; Japan.
Hamers met een achthoekig of rond slagvlak, afgekante nek en een pen met dikke ronde randen. Wordt gebruikt als aambeeld wanneer hij achter de kop van een klinknagel of spijker wordt gehouden om deze recht te houden terwijl de punt wordt geslagen.
Korte, houten constructie-elementen die tegen de zijkanten van binten of daksparren worden gespijkerd om een dak of een verdieping aan de buitenkant te laten uitspringen ten opzichte van de muur.
Doornige boomsoort die inheems is in bepaalde regio's in Noord- en Zuid-Amerika, Afrika en Azië. De soort produceert hout van een hoge kwaliteit. De lange doornen werden ooit gebruikt als spijkers. Op dit moment wordt de valse christusdoorn voornamelijk geteeld als sierboom. Zijn langzame groei beperkt de mogelijkheden voor commercieel gebruik.
Tapijten die de hele vloer in een ruimte bedekken en daarop zijn vastgespijkerd of op een andere manier zijn bevestigd.
Dunne, gladde spijkers met een kleine verzonken kop, die worden gebruikt om timmerwerk af te werken.
Bodemstuk van een schoen dat direct contact met de grond verhindert. Meestal gemaakt uit stevige maar flexibele materialen zoals leer of rubber en aan de schoen vastgelijmd, -gespijkerd of -genaaid.
Schoenmakerswerktuigen waarmee het leer van de schoen om de leest kan worden gespannen en vastgespijkerd. De tang heeft een geribde en soms gebogen bek om een betere greep te krijgen.