Associaties voor spits

Toegevoegd op: 16-8-2017

Spitsen met acht zijden, waarvan vier zijden evenwijdig lopen aan de vier zijden van de torenromp.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Min of meer platte, gehouwen, prehistorische stenen werktuig, meestal aan twee kanten gepunt en scherp, waarvan het silhouet de vorm van bladeren oproept.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor spitsbogen waarvan de radii zich bevinden binnen de span van de boog, waarbij de centra al of niet boven, op of onder de aanzetlijn liggen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor spitsbogen waarbij de afstand van de aanzet naar het gepunte centrum gelijk is aan de afstand tussen de voetlijnen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor spitsbogen waarbij de gewelfstenen langer worden naarmate ze het centrum naderen, zodat de kromming van de extrados meer verticale proporties heeft dan de kromming van de intrados. Gebruik 'Florentijnse bogen' voor soortgelijke, maar ronde bogen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ramen of maaswerkvensters met een geronde of verzonken onderkant veroorzaakt door, bijvoorbeeld, de gebogen bovenkanten van ondergelegen vensters.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Torenspitsen die slank geconstrueerd zijn doordat ze ingesnoerd zijn; of die zich verheffen vanaf het midden van het platte dak van een toren, binnen een balustrade, die een looppad beschermt waarop steigers kunnen worden opgericht wanneer reparaties nodig zijn.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Spitsen, waarvan de dakvlakken geheel of gedeeltelijk open zijn.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Puntig toelopende bekroningen van torens. VWB.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor spitsbogen waarvan de krommingen beginnen in centra ver onder de aanzetlijn.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Torens die zijn afgewerkt met spitsen. Verwijst naar de volledige constructie van de toren, de spits en de lantaarn, wanneer deze aanwezig is.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken om vaartuigen te beschrijven die aan voor- en achterzijde op dezelfde wijze gebouwd zijn.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Tweesnijdend handgereedschap dat een bijlblad aan de ene kant heeft en een pikhouweel of grote beitel aan de andere kant.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Vuurstenen spits uit de steentijd, driehoekig of bladvormig, met een kleine steel aan de onderkant om het te kunnen vastmaken aan een houten steel en twee kerven van ongelijke diepte en lengte.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine amforen met een spitse hals, gebruikt voor geurende olie (parfum).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode die is genoemd naar de hoofdstad van Thailand, gesticht door Rama I (1782-1809) in 1782. In de architectuur wordt deze periode het best vertegenwoordigd door de verschillende constructies en latere renovaties in het Grote Paleis (Phra Borom Maha Ratchawang) waarin zich de Amarin Winichai Hall bevindt, met een T-vormige plattegrond, en de Dusit Maha Prasat Throne Hall (1789), met een vloerplan in de vorm van een Latijns Kruis, gelakte en vergulde deuren en vensters en vergulde, negenlaagse spitsen. Tempels in deze periode worden gekenmerkt door centrale heiligdommen die het palladium van het koninkrijk en andere vereerde Boeddhabeelden huisvesten, altaren die het Traiphum of bestaanswerelden afbeelden, friezen of vergulde garua's, ubosots of verlengde wijdingszalen, paarlemoeren ingelegde werken, bronzen leeuwen, wihans of gemeenschapszalen en daken met meerdere lagen. Later in de 19de eeuw weerspiegelden bouwstijlen Europese koloniale esthetica. In beeldhouwkunst en schilderkunst worden op werken uit deze periode taferelen afgebeeld uit de Ramakien en uit hindoeïstische teksten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van 22 soorten in 2 families. Hiertoe behoren de bandicoots en de langoorbuideldassen. Alle soorten hebben een rond lichaam met een boogvormige rug, een lange spitse snuit, zeer grote rechtopstaande oren, relatief lange, dunne pootjes, een dunne staart en diverse snijtanden in de onderkaak. De tweede en derde teen zijn met elkaar vergroeid.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stroming in de neogotische periode in de architectuur die zich kenmerkt door het gebruik van gotische vormen in woonhuizen, voornamelijk in het noordoosten en midwesten van de Verenigde Staten in het midden van de 19de eeuw, en door het gebruik van ornamentzagen bij de bouw. De stijl behelsde een merkwaardige poging om originele gotische proporties en ornamenten, zoals arkels, spitsen en spitsbogen, te imiteren en toe te passen zonder dat deze in een logische ruimtelijke verhouding tot het huis stonden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode die is genoemd naar de stad Chiang Mai in noordelijk Thailand. De stijl van deze periode wordt beïnvloed door de lange politieke en religieuze geschiedenis van het gebied. In de architectuur wordt deze periode gekenmerkt door vele wat-tempelcomplexen die Birmese stilistische invloeden, Europese koloniale invloeden en de vernieuwingen van de monnik Khruba Srivijaya in de jaren 30 van de 20ste eeuw weerspiegelen. Prominente tempels uit deze periode zijn de Wat Chiang Man-tempel (1297 n. Chr.) met een vierkante stoepa die sterke Mon-invloeden weerspiegelt, de Wat Umong-tempel (1296 n. Chr.) met een stucwerkconstructie en eveneens zeer duidelijke Mon-invloeden, de Wat Phra Sing Luang-tempel (1345 n. Chr.), waarin een verguld bronzen Boeddhabeeld staat en de Wat Chedi Chet Yot-tempel (1455 n. Chr.), een grafmonument met zeven spitsen op een hoog basement van lateriet, dat is versierd met naar Sukhothai-stijlen gemodelleerde heiligenfiguren. Beeldhouwwerken uit deze periode weerspiegelen Sukhothai-methoden en ademen over het algemeen een sfeer van krachtige sereniteit. In deze periode zijn niet-vergulde bronzen beelden gemaakt en Boeddhabeelden in de m'ravijaya mudr-positie, met de rechterhand rustend op de rechterknie en gestrekt naar de grond wijzend, en gekenmerkt door brede torso's en grote haarkrullen die zijn versierd met de knop van een lotusbloem.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor Tibetaanse stoepa's die worden gekenmerkt door bolvormige koepels op vierkante voetstukken en een spits van op elkaar gestapelde schijfvormige voorwerpen erbovenop.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor de schelp van verschillende waterslakken van het genus Conus en de familie Conidae. Ze zijn meestal recht van stuk met een spits toelopende lichaamsspiraal, een nauwe opening, levendige kleuren en opvallende tekeningen. Het is hoogwaardig materiaal voor armbanden, schijven en andere versieringen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ceylonese en Singalese stoepa's, meestal met een driedelige basis en een koepel met daarop een kleine paviljoenachtige structuur en spits. Vaak dienen deze boeddhistische bouwwerken als bewaarplaats voor relieken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine torenspitsen op de nokken van daken of op de snijvlakken ervan, die op het dak lijken te rijden. Gebruik 'kruisingstorens' voor hogere en omvangrijkere torens op kruisingen van kerken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van het Thaise koninkrijk van Dvaravati, dat floreerde vanaf de 7de tot de 11de eeuw. De artistieke productie uit deze periode bestond voornamelijk uit Theravada-boeddhistische monumentale beeldhouwkunst die werd beeldgesneden uit schisteus zandsteen en beschilderd met rood pigment, vergulde bronzen beeldhouwwerken, beeldhouwwerk in bas-reliëf met stucwerkversieringen die taferelen afbeelden van de J'takas, vergezeld door bewakers en mythische dieren, stoepaconstructies die zijn gemodelleerd naar Indiase prototypen die worden gekenmerkt door een halve bol-constructie en een laag, vierkant basement waarbovenuit spitsen steken die zijn samengesteld uit platte ringen gekroond met een bol, en rechthoekige wihan gebouwd van baksteen met kleimortel op laterietbasementen. Voorbeelden van tempelcomplexen uit deze periode zijn te vinden op het terrein van Wat Kukut in Lamphun. De tempels uit deze periode worden gekenmerkt door laterietconstructies, terugwijkende vierkante verdiepingen, puntige spitsen die zijn samengesteld uit een groot aantal concentrische ringen en zijn versierd met kleine stoepa's, en nissen met staande Boeddhabeelden in stucwerk en terracotta.

Toegevoegd op: 16-8-2017

B Verwijst naar het begin van de Gotische architectuurstijl in Engeland. De term werd in het begin van de 19de eeuw voor het eerst gebruikt door architect en oudheidkundige Thomas Rickman. Verwees de term oorspronkelijk voornamelijk naar vensterwerk, tegenwoordig wordt hij over het algemeen breder toegepast. De stijl is vanaf de late 12de eeuw herkenbaar aan het gebruik van spitsbogen, lange smalle ramen zonder middelposten, een rechthoekig grondplan, en een lang, laag silhouet dat slechts wordt onderbroken door talrijke geveltoppen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Spitsmuisachtige, insectenetende zoogdieren van boven met stijve korte borstels bezet; in gevaar rolt hij zich als een bal tezamen en zet de stekels overeind.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een overgangsfase tussen paleolithische en neolithische culturen. Dit concept verschilt van ‘mesolithisch’ doordat het meestal wordt toegespitst op de cultuur in het oosten van Europa en veeleer de nadruk legt op de continuïteit van eerder begonnen processen dan op uitgesproken vernieuwingen die zich in deze periode hebben ontwikkeld.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ornamenten aan het uiteinde van een torenspits, pinakel, of andere verticale structuur. Worden zowel op meubelen als in de architectuur gevonden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor ronde bogen waarbij de gewelfstenen langer worden naarmate ze het centrum naderen, zodat de kromming van de extrados meer verticaal van proportie is dan de kromming van de intrados. Voor soortgelijke, gepunte bogen wordt 'Italiaanse spitsbogen' gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en periode die ontstond in het noorden van Frankrijk in het midden van de 12de eeuw en zich in de honderd jaar daarna verspreidde over de rest van West-Europa. De stijl ging op verschillende tijden in verschillende delen van Europa over in de renaissance. De stijl kwam op in de kathedraalarchitectuur en wordt gekenmerkt door immense interieurs, torens, spitsen, complexe en gedetailleerde beelden in steen, schilderwerk en glas, en een steeds grotere hoogte, mogelijk gemaakt door spits- en luchtbogen. De stijl kwam ook tot bloei in gebrandschilderd glas, beeldhouwwerken, minutieus uitgewerkte altaarstukken, muurschilderingen en manuscriptverluchtingen die meestal worden gekenmerkt door helder kleurgebruik, verlengde proporties, ingewikkelde details en een emotionele verhalende inhoud.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kroonlijsten die de helling van een gevelspits, fronton of dak volgen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor het muurgedeelte boven het lijstwerk, dat er niet toe behoort, en onder de toren of spits van een hindoetempel. Kan als synoniem voor 'kati' worden gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor kleine, open constructies op een dak, muur of spits van een kerk of ander gebouw, waarin klokken worden bevestigd en beschermd. Gebruik ook 'klokkenstoelen' voor de houten raamwerken waarmee klokken worden ondersteund teneinde de trillingen te dempen die het gevolg zijn van hun slingerbewegingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor het getimmerde houten raamwerk van een klok of klokken, zoals in klokkentorens of torenspitsen, ontworpen om het grootste deel van de trillingen te dempen die het gevolg zijn van de slingerbewegingen. Gebruik ook 'klokkenstoelen' voor kleine open constructies op daken waarin klokken worden bevestigd en beschermd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Dunne, gemodelleerde staafjes van ivoor, been, hout of plastic of spits toelopende stokjes, die worden gebruikt in het knibbelspel.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genre waaronder theater-, literatuur- en improvisatievormen vallen waarvan het belangrijkste doel is mensen te amuseren en aan het lachen te maken. Tragedie wordt in het algemeen vaak ter contrastering gebruikt. Komedie kan een maatschappijkritische vorm krijgen door middel van satire en politieke of intellectuele spitsvondigheid, of kan puur spektakel zijn in de vorm van klucht of burleske.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Sabels met sterk gebogen klingen die spits toelopen in een scherpe punt. Traditioneel geassocieerd met het Midden Oosten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor fioelen die zich op hoekkepers van daken of op gevelspitsen bevinden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor spitsbogen waarvan de zijden voortkomen uit centra die verder uit elkaar liggen dan de spanwijdte van de boog.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lepels ter grootte van theelepels met een kom met gaatjes in een decoratief patroon. Daarnaast zijn ze voorzien van een lang handvat dat spits toeloopt en waarvan de functie nog onderwerp van discussie is. Ze worden gebruikt om stukjes theeblad en stofdeeltjes weg te scheppen van het oppervlak in een kop thee. Gebruik 'olijflepels' voor lepels met doorboorde kom die specifiek zijn bedoeld voor het opdienen van olijven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Architectuurstijl die verwijst naar de tempeltypen van Noord-India welke vanaf de 6de eeuw tot ontwikkeling kwamen; de letterlijke betekenis van het woord is 'behorend bij de stad', hetgeen mogelijk verwijst naar de oorsprong van de vorm. Kenmerkend voor een vroege versie van deze stijl waren de hoekprojecties (bhadra) die als hoofdnis van de kubusvormige cella uitkraagden; de nissen bevatten doorgaans afbeeldingen van de in het heiligdom vereerde godheid. De projecties liepen langs de kromlijnige toren omhoog tot aan het hoogste altaar (uttaravedi), dat werd bekroond met een amalaka; tijdens de wijding werd een fioel, gesneden in de vorm van lustervaas, soms met bladerwerk, boven op de amalaka geplaatst. Nissen met wakende godheden (dikpala's) werden op de hoeken geplaatst en extra hoekprojecties werden toegevoegd. Uit deze basisstijl hebben zich diverse regionale vormen ontwikkeld, de zogeheten latina, zo genoemd vanwege de verticale 'klimplanten' of latas. Vanaf de 11de eeuw groeide de populariteit van vormen met meerdere spitsen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Spitsbogen bestaande uit twee omgekeerde krommingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lepels, in het bijzonder met doorboorde kom, die specifiek zijn bedoeld voor het opdienen van olijven. Gebruik 'mote spoons' voor lepels met doorboorde kom en een lang, spits toelopend handvat die worden gebruikt bij het serveren van thee.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van buideldieren met zes levende soorten in één familie. Ze hebben dunne ledematen, een lange spitse snuit en een dunne harige staart. De dieren eten overwegend vlees.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Spitsen die bestaan uit vier steile, ruitvormige dakvlakken, die diagonaal staan op de vier hoeken van de torenromp.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ondergeschikte verticale structuren die over het algemeen min of meer taps toelopen, en die uitsteken boven de naburige onderdelen van een gebouw, en soms een torenspits ondersteunen. Gewoonlijk in gotische architectuur.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Spits toelopend buisje om kleine hoeveelheden vloeistof met grote nauwkeurigheid op te nemen en over te brengen of af te meten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bajonetten met spits toelopende greep die in de mond van het vuurwapen gestoken kan worden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Vizier met een spits toelopend mondstuk, die op bacinetten werden gemonteerd in de 14e eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Snaarinstrumenten met een slanke, rechthoekige klankkast met frets langs de lange linkerkant en spits toelopend aan de bovenkant, om daar uit te lopen in een sleutelkast, 1-4 melodiesnaren en meerdere bourdonsnaren; bespeeld door er op te tokkelen, Duitsland.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gebogen, spits kegelvormige bladen met een handvat en een haak aan de tapse kant. Ze worden gebruikt om de gaten voor de naven van wielen groter te maken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Schotse architectuurstijl in het midden van de 19de eeuw, waarin vormen terugkeerden van de traditionele Schotse torenwoning, zoals machicoulis, spitse daken, torentjes, erkertorentjes en kantelen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

In de tempelarchitectuur van India, torens of torenspitsen, die meestal op convexe wijze taps toelopen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Chinese dynastieke stijl en periode tussen 960 en 1279 n. Chr. Het was een overgangsperiode met tal van maatschappelijke, economische en kunstzinnige vernieuwingen; met name in allerlei kunstvormen werd een onovertroffen graad van verfijning bereikt. Er was een maatschappelijke ontwikkeling gaande waarbij de aristocraten geleidelijk hun macht verloren aan de gegoede burgerij, hetgeen ertoe leidde dat de heersende klasse zijn machtspositie probeerde te versterken. Zo bevorderden de keizers het verbeelden van thema's die de legitieme status en stabiliteit van de dynastie moesten uitdrukken. De Song-keizers behoorden tot de meest verlichte heersers van China, en vaak waren ze zelf verdienstelijk kunstenaar. Aangezien de Song-keizers minder macht bezaten dan hun voorgangers uit de Han- en Tang-dynastie en zij bovendien een wankele vrede met vijandige buurlanden in stand moesten houden, is de kunst uit deze periode introspectief van aard. De Song-periode is vooral bekend om de landschapsschilderingen, hoewel ook de keramiek, beeldhouwkunst en architectuur een bloeiperiode beleefden. In de beeldhouwkunst werd steen vaak vervangen door klei en hout, materialen die zachtere, levensechtere figuren mogelijk maakten. Een opvallend kenmerk van de Song-architectuur is de langwerpige, slanke vormentaal, met gebogen daken en een duidelijk herkenbare Song-spits. Tijdens deze periode werden de pagodes aanvankelijk opgetrokken uit metselwerk. De stijl en periode kunnen worden onderverdeeld in Noordelijke Song, van 960 tot 1127, en Zuidelijke Song, van 1127 tot 1279.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van 3 families met ongeveer 370 soorten spitsmuizen, mollen en verwante dieren. Mollen (familie Talpidae) classificeert men soms met egels onder de familie Erinaceomorpha. Nu beschouwt men de orde vaak als een biologische clade binnen de klasse der zoogdieren, omdat de leden ervan blijkbaar parafyletisch zijn (dat wil zeggen: ze vormen een taxonomische groep die niet alle afstammelingen van een oertaxon bevatten).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Stokken, gewoonlijk aan beide uiteinden spits toelopend, die als as worden gebruikt bij het handspinnen. Draden worden op de spindel getrokken en gedraaid vanuit een op het spinrok gestoken massa wol of ander materiaal. Het beeld van spindel en spinrok wordt van oudsher in verband gebracht met vrouwelijke kracht of deugd. Gebruik ‘spoelen’ voor soortgelijke cilindrische objecten die worden gebruikt om de draad na het spinnen te vergaren en bij het spinnen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor boeddhistische relikwieheuvels van aarde, baksteen of steen, die bestaan uit een halfronde of bolvormige koepel die staat op een vierkant of rond voetstuk, met bovenop een klein paviljoenachtig bouwwerkje met een spits.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Leden van een soort kleine, beweeglijke zoogdieren van de familie der mangoesten, met een spits gezicht, kleine oren en zwart omrande ogen, die in samenwerkende groepen van 20 tot 50 dieren leven, worden aangetroffen in het zuidwesten van Afrika en makkelijk herkenbaar zijn aan de rechtstandige wachters in de groep die op de uitkijk staan voor roofdieren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor platte planken of andere oppervlakken, gewoonlijk bedekt met stof en aan één zijde spits toelopend, waarop kleding en dergelijke worden gestreken; kunnen vrijstaand zijn met een inklapbaar onderstel of bevestigd aan een verticaal oppervlak.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verschillende soorten hoeden gebaseerd op Beierse en Oostenrijkse Tiroler hoeden, gewoonlijk van vilt, met een rand en een enigszins spits toelopende bol, vaak met een lint of koord rond de bol met een veertje erin.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bogen met toten of neuzen (spitse raakpunten) en/of waarbij het binnenwelfvlak bewerkt is met bladmotieven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Monstrans met een verticale, cilindervormige theca die is gevat in een hoge, torenachtige vorm met versierende architecturale elementen zoals spitsen en bogen met hogels, wimbergen en bladvormen. Van oorsprong laatgotische vormgeving.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Snaarinstrumenten met een slanke, driekantige, spitstoelopende klankkast van dunne plankjes, kam waarvan één van de voeten een fractie boven het bovenblad hangt, waardoor de kam daartegenaan roffelt tijdens het bespelen, 1 snaar; 15de eeuw tot midden 18de eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor spitsbogen met vier centra.

Te gebruiken voor vaartuigen waarvan beide uiteinden spits toelopen of in een ronde voor- en achtersteven eindigen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een vroeg-Minoïsche aardewerkstijl, genoemd naar een archeologische vindplaats in het oosten van Kreta. Het aardewerk kenmerkt zich door de ontdekking van nieuwe ongebruikelijke vormen, waaronder ‘theepotten’ met overdreven lange tuit, en kruiken met lange, spitse tuiten. De kenmerkende decoratie ontstond door de pot volledig met een sliblaag te bedekken, die tijdens het bakken werd gemarmerd, om op die manier een bont geschakeerd effect in rood en zwart te verkrijgen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Algemene term voor verschillende soorten uit de familie van de Canidae, met name voor die van het genus Vulpes, zoals de rode of gewone vos (V. vulpes), die zowel in de Oude als de Nieuwe Wereld voorkomt. Een aantal andere vossensoorten behoren tot andere genera dan Vulpes, zoals de Noord-Amerikaanse grijze vos, de poolvos, de grootoorvos en de krabetende vos. Vossen lijken op kleine honden. Ze hebben een spitse snuit, grote oren en een dikke, ruige staart.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Smalle, dunne instrumenten, gewoonlijk met spits toelopende randen en ronde of spits toelopende uiteinden, gebruikt voor vouwen, gladstrijken, polijsten en andere bewerkingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de vroegste fasen van de stijl en de periode die opbloeide in Ile-de-France ten tijde van de opkomst van een sterke Franse monarchie en de daaruit voortkomende bouwactiviteiten in het midden van de 12de eeuw en die zich verspreidde naar andere Europese centra. De stijl kenmerkt zich door de introductie van lichtere constructies, dunnere muren en meer interieurverlichting, in tegenstelling tot de zware en massieve Romaanse steunmuren.In de architectuur maakt men gebruik van spitsbogen, kruisribgewelven, meer open binnenruimtes en enorme gebrandschilderde ramen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bogen gevormd met twee centra, met als resultaat een spitsboog.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode die wordt geassocieerd met het tempelterrein van Wat Kukut in de regio Lamphun dat werd gevestigd in de 13de eeuw. De stijl van deze periode is gebaseerd op de bouwkundige kenmerken van de tempel, zoals de twee grote stupa's die waren gemaakt van lateriet en geconstrueerd in de late Dvaravati-stijl: een groot vierkant monument met een hoge basis en vijf vierkante, terugwijkende lagen die worden overdekt door puntige spitsen en versierd met miniatuurstupa's en met nissen waarin zich Boeddhabeelden bevinden in stucwerk en terracotta. In de beeldhouwkunst omvat de artistieke productie uit deze periode een achthoekig gevormd monument dat is gekroond met een kleine, ronde stupa en versierd met panelen die een staand Boeddhabeeld in stucwerk bevatten. Rond het voetstuk van de stupa tonen zittende Boeddhabeelden de handeling van het onderwerpen van Mara.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grauwgeel roofdier uit de familie van de hondachtigen met spitse snuit, rechtopstaande oren en neerhangende staart; zonder staart 1 à 1,4 m lang.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van kunstvoorwerpen die zijn gevonden bij Hsiao-t'un en afkomstig zijn uit de late neolithische periode. Bij opgravingen op deze locatie is grijs aardewerk gevonden met versieringen van touwindrukken, en met name de drievoet, een bronzen voorwerp met drie kelken waarvan de spitse onderzijden aan elkaar waren bevestigd. In het latere Chinese bronzen tijdperk kreeg de drievoet holle poten voor een meer rechtstreekse warmteoverdracht.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Maaigereedschap voor het maaien van graan, peulvruchten en dergelijke. Bestaat uit een ongeveer 70 cm lang licht gebogen, spits toelopend mes met haaks hierop een vrij korte steel. Aan het einde van de steel zit een handvat, waarachter zich soms een brede plaat bevindt om steun aan de pols te geven.