Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Branders die acetyleen-zuurstof-mengsels gebruiken. Worden voornamelijk gebruikt voor lassen.
Kleurstof gemaakt van aniline, een giftige, olieachtige vloeistof. Werd gebruikt voor de eerste synthetische verfstoffen.
Een van de vier belangrijkste soorten koolwaterstof die voorkomen in ruwe olie, behorend tot de groep organische verbindingen die een ring van onverzadigde koolstofatomen hebben. In het algemeen beschouwd als vluchtiger en actiever dan een alifatische koolwaterstof.
Geweven stof waarbij de hoofd- of aanvullende inslag wordt opgehaald om lussen op het oppervlak te vormen.
Materiaal dat wordt gebruikt om hitte of energie te leveren door verbranding.
Het zodanige gebruik van brandstoffen dat voorraden worden gespaard en efficiëntie wordt bevorderd.
Instrumenten die worden gebruikt om de gastoevoer naar een brander of lamp te regelen.
Brandstofhouders die een deel van de lamp vormen, die de brander steunen en waarin het onderste deel van de pit steekt.
Het gebruik van fossiele of nucleaire brandstoffen om energie te produceren.
Mengsel dat de oppervlaktespanning van een vloeistof waaraan het wordt toegevoegd kan verminderen.
Zeer giftig materiaal dat wordt gebruikt als een oplosmiddel voor vet, was, olie en plastic.
Wordt gebruikt voor bepaalde hellenistische zilveren munten, hoofdzakelijk van Pergamon, aangemunt in de 2e en 1e eeuw v.C.
Textiel gemaakt voor dekens en soortgelijke voorwerpen.
Techniek die wordt gebruikt in de Spaanse schilderkunst die betrekking heeft op het bewerken van een beschilderd oppervlak om een patroon te creëren; gebruikt om mantels van gebeeldhouwde en beschilderde figuren te verfraaien.
Een oplossing van Arabische gom en zuur die wordt gebruikt om lithografische platen en stenen te desensibiliseren.
Stof, meestal katoen, die is gecoat met een rubbermengsel en onder druk tussen rollers door wordt geleid. Het resulterende materiaal is waterbestendig en flexibel.
Te gebruiken voor een dun vel bestaande uit lagen plastic die bovenop elkaar zijn gelegd; de lagen worden met hars gehecht of geïmpregneerd en onder verhitting samengeperst. Te onderscheiden van 'plastic laminaat' dat wordt gebruikt voor met hars geïmpregneerde materialen zoals papier of stof die bij hoge temperaturen en hoge druk worden gemaakt.
Een felgele natuurlijke verfstof.
Een vlak product gemaakt van polymeer materiaal, dat wordt gebruikt met aarde, steen, grond of elke andere geotechnisch verwante stof, als een integraal deel van door mensen vervaardigde producten, structuren of systemen.
Het toepassen van verfstoffen op bepaalde gebieden van een zwart-witte fotografische afdruk.
Verwijst naar ruw of verwerkt materiaal dat door fabricage, verwerking of combinatie kan worden omgezet in een nieuw en nuttig product.
Textiel gemaakt voor handdoeken en soortgelijke voorwerpen; meestal gemaakt van absorberende vezels zoals katoen of linnen en geweven met een geringe breedte.
Onzuivere, kleurloze tot bruine kristallijne stof gevonden in hout; afkomstig uit de secundaire celwanden waar het de houtvaten ondersteunt.
Een materiaal dat, bij toevoeging aan een medicijn of een ander middel, de werking ervan bevordert of anderszins op een voorspelbare manier beïnvloedt.
Element dat de structuur bepaalt van alle plantaardige en dierlijke weefsels. Chemisch symbool C, atoomnummer 6. Koolstof kan in allerlei vormen voorkomen: als diamant, grafiet, steenkool, carbonzwart of fullereen. Koolstof komt in hoge concentraties voor in steenkool, cokes, benzine en aardgas. Ook eiwitten zoals haar, vlees en zijde bevatten koolstof, naast andere elementen. Er bestaan meer dan zes en een half miljoen verschillende koolstofverbindingen, waaronder suiker, zetmeel en papier.
Staal zonder vastgesteld minimumgehalte aan legeringelementen. De term kan ook verwijzen naar staal dat niet meer dan 0,4% koper bevat of naar staal met een maximumgehalte van 1,65% mangaan, 0,6% silicium en 0,6% koper.
Staal met een koolstofgehalte dat lager is dan 0,2%.
Kalksteen die rijk is aan koolstof.
Staal met een koolstofgehalte van meer dan 0,5%.
Lid van een grote groep organische stoffen die uitsluitend de elementen waterstof en koolstof bevatten. Het zijn de belangrijkste bestanddelen van ruwe aardolie en aardgas, waaruit bepaalde fracties worden onttrokken voor gebruik als brandstof of als grondstof voor de chemische industrie.
Stof gebruikt voor beddenlakens, kussenslopen en soortgelijke dingen.
Materiaal dat aan aarde of andere groeibodems wordt toegevoegd om chemische elementen te leveren die de belangrijkste voeding voor planten vormen.
Kleine kapzagen van ongeveer 23 cm lang, met smalle bladen, fijne tanden en rechte handvatten. Worden gebruikt voor secuur werk zoals het maken van kabinetten of het zagen van figuren.
Stoffen, zoals bepaalde chemische stoffen of afvalproducten, die schade toebrengen aan lucht, aarde, water of andere natuurlijke bronnen, of die deze ongeschikt maken voor gebruik voor een bepaald doel.
Middel dat wordt gebruikt in een aantal drukprocessen, zoals in de xerografie, om een beeld vast te leggen op een drager; bestaat uit fijne pigmentdeeltjes met andere materialen en wordt gemaakt in de vorm van een droog harsachtig poeder of een vloeistof.
Fijne, glanzende en doorzichtige stof uit de Filippijnen, geweven van ongesponnen zijdeachtig draad van de ananasplant. Wordt gebruikt voor decoratieve zakdoeken, versieringen en lingerie.
Dateringsmethode, die is gebaseerd op de bekende halfwaardetijd van koolstof-14, waarbij de hoeveelheid lage radioactiviteit wordt gemeten van koolstof die is achtergebleven in oud en dood, oorspronkelijk organisch materiaal, zodat kan worden bepaald wanneer een plant of dier is gestorven.
Een door micro-organismen geproduceerde chemische substantie die de capaciteit heeft om, in verdunde oplossingen, de groei van andere micro-organismen te remmen of ze te vernietigen.
Een reukloos, gasvormig element met atoomnummer 7 en symbool N. 78% van de atmosfeer van de aarde bestaat eruit. Het is een bestanddeel van elk levend weefsel en is in gasvorm bijna inert.
Methode voor relatieve ouderdomsbepaling van beenderen door de hoeveelheid stikstof te meten die overblijft in het collageen, dat over het algemeen met een vaste snelheid desintegreert.
Fijne, droge materiaaldeeltjes die als het resultaat van desintegratie worden beschouwd.
Textiel die is geweven, gevilt, gebreid, geknoopt, gevlochten, getwijnd, geklopt of op een andere manier tot een plat stuk gemaakt. Gebruik `garen' voor textiel in de vorm van doorlopende lange draden van fijne vezels door die te winden, te spinnen, te vlechten of te twisten.
Vakmensen die zachte bedekkingen voor meubels maken of repareren, vooral van zit- en ligmeubilair. De term verwees oorspronkelijk naar degenen die alle textielonderdelen van een kamer maakten.
De as van een gecremeerd mens of dier.
Kinderboekjes die bestaan uit bladzijden van stevig textiel; meestal bevatten ze voornamelijk afbeeldingen en weinig tekst.
Textielwerkers die een kleurstof in een oplossing of fijne dispersie toepassen zodat ten minste een deel van de kleurstof wordt opgenomen door het textiel.
Kleine bezems met korte handvatten. Worden met name gebruikt als kledingborstel of voor licht schoonmaakwerk.
Wordt gebruikt voor de vaste, zachte bedekking van meubels, vooral zit- en leunmeubelen. Verwees oorspronkelijk naar alle textielonderdelen van een kamer die worden aangeboden door stoffeerders, inclusief wandkleden, beddebehangsel, raamgordijnen en tafelkleden.
Officieel in omloop zijnde ruilmiddelen gemaakt van textiel, zoals de stroken of vierkanten van geweven raffia die veel werden gemaakt en gebruikt in West- en Centraal-Afrika vóór de 20ste eeuw, maar ook andere soorten die in het verleden zijn gebruikt in Japan en Indonesië.
Lange, lichte, jasachtige overkleding die aan het begin van de 20e eeuw werd gedragen om de drager te beschermen tegen stof, vooral bij het rijden in automobielen.
Kasten waarmee de kunstenaar de gelijkmatige verdeling van harsdeeltjes op de aquatint-plaat kunnen controleren.
Stoffen of plastic bedekkingen die worden gebruikt om meubilair en uitrusting te beschermen bijvoorbeeld tijdens een periode waarin het niet wordt gebruikt.
Wordt gebruikt voor afneembare, flexibele boekbanden, meestal van papier gemaakt, die gelijklopen met de boven- en benedenhoeken en om de voorste hoeken van de omslagen zijn gevouwen. Voor aangehechte buitenste vellen of kartonnen delen wordt de term 'meegenaaide omslagen' gebruikt.
Sluitkommen met een springveren plunjer die het gat volledig opvult als de deur open is.
Elektrische apparaten die door middel van zuigkracht voorwerpen of oppervlakken schoonmaken.
Een stof, vaak metaal, die testen of analyses ondergaat of moet ondergaan om gehaltes te bepalen.
Verwijst naar een stof die zich noch in de vloeibare, noch in de gasvormige toestand, maar in de vaste toestand bevindt. De vaste toestand is de toestand waarbij een stof niet merkbaar beweegt onder gemiddelde druk, de capaciteit heeft om krachten te weerstaan (zoals samenpersing of spanning) die dreigen de stof te vervormen, en onder normale condities een vaste grootte en vorm behoudt.
Een gekleurde stof die zich in een vloeistof verspreidt of erin oplost en die afstaat door te kleuren of te worden geabsorbeerd, of door als pigment te dienen.
Een gele verfstof uit verschillende bronnen, meestal de stengels en wortels van de gewone berberis (Berberis vulgaris). Berberis bevat de kleurstoffen berberine (berberinebisulfaat, berberinesulfaat, berberinehydrochloride), berbamine en oxyacanthine, met daarnaast enkele oplosbare looizuren. De gele kleur is substantief op wol, leer en zijde. De verfstof werd ook gebruikt als een geel karmijnpigment voor kleurenafdrukken. Behalve de berberis zijn andere bronnen van berberine de plant van de Canadese geelwortel (Hydrastis canadensis) en de schors van de kurkboom (Phellodendron amurense).
Een natuurlijke rode verfstof die wordt geproduceerd door heetwaterextractie uit een van verschillende tropische bomen van het geslacht Caesalpinia. Brazielhout werd al in de 12e eeuw in Europa gebruikt om textiel te verven. De voornaamste kleurstof is brasiline, een hydroxyanthraquinone. De kleur is niet lichtecht en wordt vaal bij verhitting.
Een rode verfstof die wordt gewonnen uit de boom Caesalpinia sappan, die inheems is in India en Sri Lanka.
Te gebruiken voor een substantie die kan worden gevolgd door een biologisch, chemisch of fysisch systeem, om dat systeem te bestuderen.
Verwijst naar een stof in vloeibare toestand. De vloeibare toestand is de toestand waarbij een stof een kenmerkende neiging tot vervloeien, weinig of geen neiging tot verspreiding en een relatief hoge onsamendrukbaarheid vertoont.
Chromatografiemethode waarbij een stof in de vloeibare fase en een stof in de vaste fase met elkaar in contact worden gebracht; de stof in de vaste fase is in dit geval de constante, de stof in de vloeibare fase kan steeds een andere zijn.
Instrumenten die de temperatuur meten door gebruik te maken van het gegeven dat de fysieke eigenschappen van stoffen veranderen al naar gelang met de mate van verwarming.
Substantie die wordt toegevoegd aan een product om bijvoorbeeld de massa, de viscositeit, het dekvermogen of de sterkte te vergroten; wordt ook gebruikt om gaten of andere ruimten op te vullen.
Het aanbrengen van een zwakke verbinding tussen moleculen, in het bijzonder tussen watermoleculen met een hydroxylgroep, zoals alcoholen.
Niet-metalen chemisch element (O). Het is een kleurloos, geurloos en smaakloos gas, het meest voorkomende element in de aardkorst; de belangrijkste samenstelling met zuurstof is water.
Leunstoelen, ontwikkeld in het midden van de 20ste eeuw, met stoffering van schuimrubber op rug en zitting, en een karakteristieke ‘zwevende’ zitting die slechts rust op twee voorpoten en een dwarsbalk tussen de zijlatten.
Een zware kam waarmee men weefdraden dichter tegen de eerdere rijen van de geweven stof kan aandrukken.
Hoe stof of leer aanvoelt; vooral de gladheid, soepelheid en zachtheid.
Een uitgebreide reeks bruinachtige, geelachtige of roodachtige kleuren die lijken op de kleuren van de pigmenten 'aardkleur', die ijzeroxide en andere stoffen bevatten.
Veranderingen van kleur en textuur van Oosterse tapijten of ander textiel, die in de loop van de tijd ontstaan door slijtage of het gebruik van verschillende verfstoffen.
Foto-elektrische instrumenten die zijn uitgerust om absorptie, door een gas of een vloeistof, te meten van licht dat bijna monochromatisch is, binnen het zichtbare spectrum, om zo achter de concentratie van de absorberende bestanddelen in het gas of de vloeistof te komen.
De eigenschap waarmee een stof vloeistoffen of gassen op kan nemen, op capillaire, osmotische, oplossende, chemische of andere wijze.
Verwijst naar een concept of idee dat geen verband houdt met een specifiek gegeven, en naar het proces waarbij algemene begrippen worden geformuleerd op basis van abstrahering van gemeenschappelijke kenmerken van het gegevene. Daaronder valt de beschouwing van een zaak welke zich los van bijbehorende associaties voltrekt, of van een stof die buiten de context van zijn kenmerken is geplaatst, of van een eigenschap of kwaliteit die buiten de context van de bijbehorende stof is geplaatst. Een abstractie is de idee van iets wat in zelfstandige vorm niet bestaat, een zaak die uitsluitend in de vorm van een idee bestaat. Gebruik 'Abstract' voor de moderne kunststromingen en de daaruit voortgekomen producten.
Een folie van celluloseacetaathars dat transparant, luchtdicht en hygiënisch is en bestendig tegen vet, olie en stof; wordt gebruikt voor fotografische film, magnetische banden en als beschermmateriaal.
Branders die werken op samengeperst acetyleengas en zuurstof. Worden gebruikt voor lassen en bewerken van staal.
Vorm van carbonzwart dat zuurstofloos wordt geproduceerd in vuurvaste kamers, door het uiteenvallen van acetyleengas dat tot 800 graden Celsius is voorverhit. Als pigment is het zachter, blauwer en intenser dan andere soorten carbonzwart. Het wordt ook gebruikt bij industriële toepassingen die een hoge elektrische geleiding vereisen, bijvoorbeeld in droge cellen.
Voorwerpen zoals stoffen, schermen, gordijnen of canvas, gebruikt als passende achtergrond achter de onderwerpen van foto's, schilderijen of andere beeldende media, of achter acteurs en rekwisieten in een theatervoorstelling of -toneel.
Procedé waarbij afbeeldingen worden overgebracht door het schilderen van nat acryl op een papieren afdruk, waarna het papier wordt weggewreven waardoor alleen de kleurstof, toner of inkt in het acryl resteert.
Onder handelsmerk gedeponeerde productnaam voor een thermoplastische kunsthars die na verloop van tijd niet broos wordt of verkleurt, met een vloeistofdichtheid van 1 kilo per liter, een vlampunt van 15 graden Celsius en een viscositeit van 3700-6200 cps. Het product wordt algemeen gebruikt bij conserveringsbehandelingen, en daarnaast in kleurloze en gepigmenteerde coatings, aërosols, drukinkten, productafwerkingsmiddelen en volgens specificatie gemaakte lakken.
Turbines waarin de rotor wordt aangedreven door vloeistofstralen die direct tegen de bladen aanstoten.
Neus- en mondstuk van zuurstofapparaten.
Bestempelde stof van de Ashanti in Ghana.
Door de Yoruba (Nigeria) met indigo geverfde stof, voorzien van gestempelde, geschilderde of gewikkelde motieven verkregen door uitsparing.
Fysieke krachten die verband houden met de beweging van de lucht en ander gasvormige vloeistoffen, waaronder ook de krachten die op lichamen worden uitgeoefend als ze door dergelijke vloeistoffen heen bewegen of als dergelijke vloeistoffen tegen of rondom andere lichamen heen bewegen.
Organismen die alleen kunnen leven en zich voortplanten in aanwezigheid van zuurstof. Ze hebben een op zuurstof gebaseerde stofwisseling, waarbij ze door cellulaire ademhaling zuurstof gebruiken om substraten (bijvoorbeeld suikers en vetten) te oxideren en zo energie te verkrijgen. Obligaat of strikt aerobe organismen kunnen alleen leven in de aanwezigheid van zuurstof; facultatief aerobe organismen kunnen zowel met als zonder zuurstof leven. Vooral gebruikt met betrekking tot micro-organismen.
Instrument voor het meten van de eigenschappen van de lucht en de stoffen die zich daarin bevinden.
Stoffen of materialen die zijn afgedankt en alleen nog geschikt zijn om te worden weggegooid.
Het verzamelen, verwerken, hergebruiken en afvoeren van afgedankte of overtollige apparatuur, producten of materialen in welke vorm ook maar, inclusief vaste stoffen, olie, chemicaliën, vloeistoffen en gassen.
Kunstmatige kanalen waarmee vloeistof of andere materie wordt geloosd of afgevoerd.
Een term die in de glashandel wordt gebruikt voor een soort kunstglas, dat voor het eerst werd gefabriceerd door de New England Glass Co. in 1886. Wordt gekenmerkt door een glanzend vlekkenpatroon, verkregen door eerst het object te bedekken met een metalen kleurstof en het daarna te besprenkelen met een vervliegende vloeistof. De afwerking wordt gefixeerd door te bakken op een lage temperatuur.
De vezels van deze plantensoort gebruikte men al in de precolumbiaanse tijd. De Azteken maakten er kledingstukken van. Vanaf het eind van de jaren dertig van de twintigste eeuw verbouwt men de plant commercieel in Zuid- en Midden-Amerika en tevens in Afrika. De vezels zijn sterk en stijf en licht crèmekleurig. Gewoonlijk verft men sisal met directe of zure kleurstoffen met heldere kleuren. Met de vezels maakt men touw, stoffen vulmateriaal, zakken, borstels, tapijten, matten, handtassen, hoeden en papier.
Verwijst naar werk dat is gemaakt van linnen of een andere stof, waarop een motief is aangebracht door een draad te trekken door het materiaal, waardoor een maaswerk ontstaat dat vervolgens met steken wordt bewerkt. Het werd vooral ontwikkeld in Italië en was een voorloper van de naaldkant uit de 16de eeuw. Het werd ook daarna nog in veel landen geproduceerd en is vaak te zien als standaard naaldwerk op borduurmerklappen uit de 17de eeuw en later.
Instrumenten die de versnelling en verzwakking meten van geluidsgolven in een gas of een vloestof door te kijken naar het interferentiepatroon dat wordt gevormd door twee golven die worden geproduceerd door dezelfde bron.
Verwijst naar opvallende medicijnpotten die tussen de 15de en 18de eeuw werden geproduceerd, hoofdzakelijk in het Midden-Oosten en in Spanje en Italië. Ze waren bedoeld als houder voor zalven en geneesmiddelen in droge poedervorm, of voor verfpigmenten. Ze zijn meestal 18 à 20 centimeter hoog, vaak van majolica of faience, en cilindrisch van vorm, met holle of verdiepte zijkanten om het vastpakken te vergemakkelijken; veelal zijn ze voorzien van een brede opening om de inhoud gemakkelijker bereikbaar te maken. Soms hebben ze dicht bij elkaar geplaatste handvatten. Ze zijn evenwel niet bedoeld voor het bewaren van vloeistof en zijn daarom niet voorzien van een tuit of rand en meestal niet van handvatten, en hebben evenmin een bolle vorm. Doorgaans hebben ze geen deksel, en werd een stukje papier of perkament rond de rand gebonden om de pot af te dekken.
Middelgrote boomsoort die inheems is in Bangladesh, China, India, Laos, Myanmar, Nepal, Pakistan, Sri Lanka, Thailand en Vietnam. Is als exoot aangetroffen in Burundi, Kenia, Malawi, Mozambique en Zimbabwe. De bladeren worden gebruikt als veevoer, de peulen worden door apen gegeten. Het hout wordt gebruikt voor meubilair en in de bouw. Afgevallen takken worden gebruikt als brandstof. De gom wordt gebruikt als versnijder voor andere gommen.
Drukproces waarbij gebruik wordt gemaakt van moederbladen waarop een kleurloze chemische vloeistof is aangebracht, zodat de ingeslagen letters op het moederblad een kleur krijgen.
Instrumenten die de hoeveelheid alcohol in een vloeistof meten.
Een oranje of rode kristallijne verbinding verkregen uit de meekrapplant, het belangrijkste kleurmiddel van meekrap; wordt tegenwoordig synthetisch gemaakt van antrachinon. Wordt hoofdzakelijk gebruikt om rode verfstoffen en pigmenten te verkrijgen.
Lid van de reeks verzadigde koolwaterstoffen met de algemene chemische formule CnH2n+2, waarbij 'n' een geheel getal is. Hoewel alkanen doorgaans niet reactief zijn, komen ze al snel tot verbranding; veel belangrijke brandstoffen zijn een alkaan, bijvoorbeeld methaan en butaan, of benzine en andere alkaanmengsels.
Instrumenten voor het meten van de hoeveelheid alkali in een vaste stof of vloeistof of de hoeveelheid kooldioxide die is gevormd in een reactie.
Een rode, natuurlijke verfstof gemaakt van de alkannawortel.
Abnormale reacties van het lichaam op een gevoeligmakende dosering van, of het blootstellen aan, een bepaalde vreemde stof.
Een algemene naam voor staal dat zijn onderscheidende eigenschappen dankt aan andere elementen dan koolstof. Soorten staallegering ontlenen hun naam meestal aan de elementen die de meeste invloed hebben op hun karakter. Gewoonlijk gebruikt voor het maken van gereedschappen en voor bouwwerkzaamheden.
Bedekkingen van stof, vaak met decoratieve randen en borduurwerk, gebruikt voor altaren.
Hangende constructies voor de bescherming van altaren in kerken. Als een altaarhemel van stof is gemaakt, bestaat het uit een dak met overhangende delen en soms met gordijnen.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Al en het atoomnummer 13. Het metaal is hard, sterk, en zilverwit van kleur. Wordt ook gebruikt voor dit metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, voorwerpen en materialen te maken.
Een hard thermoplastisch wit poeder dat wordt gebruikt als een droogmiddel, verdikkingsmiddel, emulgator en matteermiddel in verven en vernissen; bovenmatige hoeveelheden vormen een zachte, niet-bindende folie. Aluminiumstearaat wordt ook gebruikt om stoffen, touwen, papier, leer, beton en stucwerk waterdicht te maken. Het wordt gebruikt als een ingrediënt van fotografische emulsies. Het vormt gel met terpentijn, terpentine en oliën.
Variabele term die verwijst naar een imitatie van het pigment vermiljoen, dat bestaat uit een basisch loodchromaat, of een karmijn van synthetisch rode verfstof zoals eosine, of scharlaken verfstof op een rode basis zoals rood lood, oranje mineraal of chroomrood.
Grote en snel groeiende boom die inheems is in de koelere streken van Noord-Amerika. Door de platte bladstengels gaan de bladeren al bij een zeer zachte bries ritselen, vandaar de volksnaam. Men kan deze soort het eenvoudigst onderscheiden van P. tremula, een Europese boom die er veel op lijkt, door de vorm van de bladeren, waarvan de uiteinden puntiger zijn, en door de uitlopers van de wortels. De boom plant zichzelf voornamelijk voort via de wortels, waaruit nieuwe bomen kunnen groeien. Grote kolonies bomen die tot hetzelfde wortelstelsel behoren, zijn niet ongebruikelijk. De bladeren worden gegeten door diverse insecten. De indianen en de pioniers van het westen van Amerika extraheerden een stof uit de schors die diende als surrogaat voor kinine. Het zachte, slappe hout gebruikt men om papier te maken en voor andere doelen.
Een wit, geel of grijs (en in zeldzame gevallen groen of rood) serpentijn. Het is zo flexibel dat de oude Romeinen er lijkwaden van zouden hebben gemaakt om de as van de overledene en die van de brandstof gescheiden te houden.
Rechthoekige stukken witte stof, meestal linnen, die om de nek en gedeeltelijk onder de albe worden gedragen, bedoeld om andere kledingstukken te beschermen tegen transpiratie.
Alkalische oplossing die wordt gemaakt van ammonia en die zeer goed oplosbaar is in water, gewoonlijk met ongeveer 28,5 gewichtsprocent ammonia. Ammoniumhydroxide is een kleurloze, alkalische vloeistof met een doordringende ammoniakgeur. Huishoudelijk ammoniakwater bevat ongeveer 10 gewichtsprocent ammoniak. Ammoniumhydroxideoplossingen worden gebruikt als reinigingsmiddelen en wasmiddelen, afbijtmiddelen, voor het beitsen van hout en om kleur uit gras en korstmos te halen voor het produceren van een groene kleurstof.
Vaten van uiteenlopende vorm en grootte, gebruikt in kerken en bij kroningsplechtigheden voor het bevatten van vloeistoffen. Ook zijn het vaten uit de (Romeinse en vroeg-christelijke) Oudheid, vaak bolvormig, met een of twee handvatten, die werden gebruikt voor parfum, zalf of het serveren van dranken. Er bestaan ook zogenaamde pelgrimsampullen, in de vroeg-christelijke tijd gebruikt bij martelaarsgraven.
Verwijst naar een reeks donker blauwachtige of paarsachtig grijze kleuren die lijken op de kleur van een verfstof die is gemaakt van aniline, een koolteerderivaat.
Fotografisch proces, gewoonlijk gebruikt voor het reproduceren van technische tekeningen. Het beeld wordt gevormd met behulp van anilinekleurstoffen en oogt blauwzwart.
Verwijst naar een reeks gele kleuren die lijken op de kleur van een gele verfstof met aniline, een koolteerderivaat.
Te gebruiken voor het beschrijven van dingen die betrekking hebben op anodes, vooral verschijnselen die plaats vinden in de nabijheid van anodes of stoffen die worden gevormd door zulke verschijnselen.
Te gebruiken om materialen te beschrijven die geen koolwaterstoffen of daarvan afgeleide stoffen bevatten.
Grondstoffen die geen koolwaterstof of enige derivaten daarvan bevatten.
De studie van scheikundige reacties en eigenschappen van alle elementen en hun verbindingen, met uitzondering van koolwaterstoffen; omvat gewoonlijk echter wel koolstofmetalen, kooloxiden, metaalcarbonaten, koolstof-zwavelverbindingen en koolstof-stikstofverbindingen.
Kleine, vaak gehaakte kleedjes, die in de 19e eeuw werden gebruikt om de rug- en armleuningen van gestoffeerd zit- en ligmeubilair te beschermen tegen vlekken door makassarolie of andere haarproducten. Geen Nederlands equivalent. In het Nederlands zijn 'antimakassars' en 'leuningleggers' synoniemen. Zie 'antimakassars' .
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Sb en het atoomnummer 51. Het metaal is glimmend, hard en zilver tot blauwachtig wit van kleur. Wordt ook gebruikt voor dit metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, verscheidene voorwerpen en materialen te maken, vooral legeringen en pigmenten.
Een reeks paarsachtig blauwe kleuren die lijken op de kleuren van kleurmiddelen die worden gemaakt met antraceen, een chemische samenstelling die wordt gewonnen uit koolteer en wordt gebruikt voor de productie van het synthetische pigment alizarine en andere verfstoffen.
Een kleurloze, kristallijne verbinding die ontstaat door de gefractioneerde destillatie van koolteer en bestaat uit drie aan elkaar verbonden aromatische ringen. Het wordt gebruikt voor de productie van het synthetische pigment alizarine en andere organische kleurstoffen, harsen, weekmakers en looimiddelen.
Verwijst naar een reeks roodachtig tot blauwachtig grijsachtige of zwartachtige kleuren die lijken op de kleur van houtskool, dat wil zeggen grafietkoolstof gemaakt uit plantenmateriaal.
Prent of tekening met oplegwerk van uitgeknipte stukjes stof.
Te gebruiken voor magnetische resten die worden onderzocht of geanalyseerd op archeologische overblijfselen. Gebruik liever 'paleomagnetisme' voor het onderzoeken van geologische stoffen, vooral uit de periode voorafgaand aan de menselijke beschaving.
Lampen voorzien van een brander met een cilindrische pit welke zit vastgeklemd tussen twee metalen buisjes die een luchtstroom naar de binnenzijde van de vlam toevoeren, alsmede een schoorsteentje dat de vlam omhult en de lucht naar buiten toe afvoert; met name te gebruiken voor lampen van dit type met een afzonderlijk brandstofreservoir van waaruit de brandstof wordt toegevoerd naar het bekken en de brander, overeenkomstig het principe van de tuinfontein. Argandlampen zijn circa 1782 uitgevonden door Aimé Argand uit Genève. Ze werden in Engeland gefabriceerd door Boulton, in de Verenigde Staten door Cornelius & Co. en in Frankrijk door Quinquet, en worden daar soms ook aangeduid als ‘Quinquet-lampen’.
Penning, uitgedeeld door een burger- of kerkbestuur of de diaconie aan respectievelijk burgers of parochianen die hulpbehoevend waren. De penning kon ingewisseld worden tegen kleding, voedsel, brandstof, drank of een doodskist, al naar gelang het symbool, letter of tekst die erop voorkwam.
Geborduurde tapijten die zijn gemaakt in Arraiolos, Portugal en naar deze stad zijn vernoemd. De techniek bestaat uit een visgraat of kruissteek op een ondergrond van linnen stof.
Fijne draad van wol of chenille die bij borduurwerk werd gebruikt, met name in de 19de eeuw. De borduurdraad wordt op dezelfde wijze in stof verwerkt als crewelborduurwerk.
Holle projectielen die schadelijke middelen bevatten zoals springstof of lichtontvlambare of giftige chemicaliën, en die zijn ontworpen om te worden afgevuurd door geschut.
Residu van grond- of delfstoffen dat achterblijft nadat brandbare stoffen volledig zijn verbrand.
Donkerbruine of zwarte vaste tot halfvaste stof, het organische of koolwaterstofhoudende deel van asfalt. Het werd in de oudheid gebruikt als een dichtingsproduct, bijvoorbeeld in het oude Egypte. Het wordt momenteel gebruikt in smeltlijmen, coatings, verven, dichtingsproducten, dakbedekking en straatbedekking.
Cement dat wordt gemaakt door petroleum te raffineren tot er geen water of vreemde stoffen meer in aanwezig zijn, behalve de mineralen die van nature in het asfalt zitten. Asfaltcement bevat minder dan 1 procent as.
Natuurlijk voorkomende zwarte, vaste bitumen die oplosbaar zijn in koolstofdisulfide en die gaan smelten bij temperaturen boven de 110 graden Celsius.
Een reeks groenachtig of blauwachtig grijze kleuren die lijken op de kleur van as (residu van grond- of delfstoffen dat achterblijft nadat brandbare stoffen volledig zijn verbrand).
Genus van diverse soorten schimmels die voorkomen als aseksuele vorm (of anamorf) en die bij mensen pathogeen (ziekteverwekkend) zijn. Aspergillussoorten zijn sterk aeroob en komen voor in vrijwel alle zuurstofrijke omgevingen.
Kosmopolitische en osmofiele schimmelsoort die vaak wordt aangetroffen in huisstof, plantenmateriaal en in de grond.
Orde van elf families kruidachtige planten, bomen en struiken. Alle soorten uit deze familie slaan voedsel op in de vorm van een stof met een unieke chemische formule. Ook de vorm van de meeldraden is uniek.
Verwijst naar de periode en stijl die zich ontwikkelde tussen 552 en 645 v. Chr. en samenviel met de opkomst van het boeddhisme. In de beeldhouwkunst zien we figuren, meestal van godheden, in stijlen die variëren van een vroeg gebruik van platte vlakken, verlengde proporties en scherpe lijnen tot latere kleinere, vriendelijker figuren met de nadruk op verticale lijnen. In de schilderkunst wordt deze stijl gekenmerkt door het gebruik van rode en zwarte kleuren die worden verkregen door lak met kleurstof te mengen, en gele en groene kleuren die worden verkregen uit een mengsel van loodoxide en plantaardige olie. Schilderwerk uit deze periode omvat vooral lichte en elegante figuren en landschappen. In de bouwkunst wordt deze stijl gekenmerkt door de nadruk op symmetrie en axiale balans door het gebruik van paal- en latconstructies, daken met dakpannen en kraagstukken om gewicht en horizontale druk te verdelen.
Corrosie die wordt veroorzaakt door verontreinigende stoffen in de atmosfeer.
Radiografie waarmee wordt vastgesteld waar en in welke mate radioactieve stoffen of stoffen die radioactief zijn gemaakt om te kunnen worden opgespoord, zich in een bepaald object bevinden, wanneer de straling die door deze stoffen wordt uitgezonden, inwerkt op een fotografische emulsie die in nauw contact staat met het object. Wanneer autoradiografie op een schilderij wordt toegepast, kan op grond van de halveringstijden de plaatsing van bepaalde pigmenten worden vastgesteld.
Kleinere versie van iedere modieuze tas; meestal bestikt met kralen, lovertjes of borduursel of gemaakt van een mooie stof zoals glacé, zilver, brons of goud.
Een zure vloeistof die bestaat uit verdund en onzuiver azijnzuur. Het ontstaat door de zuurgisting van wijn, bier, cider of ale en het wordt gebruikt als smaakversterker of conserveringsmiddel.
Een kleurloze, bijtende vloeistof met een penetrante geur, CH3-COOH, die voor een groot aantal doeleinden wordt gebruikt, zoals voor etsen en solderen, het verwijderen van vlekken en voor bleken. Ook wordt deze vloeistof gebruikt als conserveermiddel in fotografische chemicaliën.
Wollen stof in effenbinding, sterk gevold en geruwd, afgewerkt met een lange vleug om vilt te imiteren. Het wordt in één kleur geverfd en gebruikt als beschermende afdekking voor meubelen en interieuronderdelen, b.v. in de 18e eeuw als deurbekleding, maar ook voor kleding, vooral als voeringstof van overkleding.
Rechthoekige stukken stof die om een zuigeling werden gewikkeld en vastgespeld om de armen langs de zij te houden en de benen recht.
Kleding bestaande uit dunne stroken stof die werden gebruikt om een zuigeling in te wikkelen om de bewegingen te beperken.
Repen stof van ongeveer 5 cm breed die om een zuigeling werden gewikkeld om de bakerdoeken op hun plaats te houden.
Stof gemaakt van de vezels onttrokken aan de omhulsels van de bananenboom.
Materiaal in de vorm van smalle, buigzame repen, bijvoorbeeld van stof, papier, plastic of metaal.
Bustehouder in de vorm van een smalle band stof die strak om de boezem wordt gedragen, gewoonlijk zonder schouderbandjes. De term kan worden gebruikt voor elke strapless top in deze stijl.
Amerikaanse getokkelde chordofonen met een lange, gitaarachtige hals met frets en een rond bovenblad van strak gespannen huid, perkament of kunststof waar de kam tegenaan wordt gedrukt door de vier, vijf of zes snaren.
Heesterachtige Afrikaanse boomsoort die wordt gekapt voor zijn hardhout en voor het produceren van een vluchtige rode verfstof die oplosbaar is in alkali.
Een witachtig, smeedbaar metaalelement uit de groep alkalische aarde, die vooral als een sulfaat (bariet) voorkomt en soms als een carbonaat (witheriet). Zouten van barium worden gebruikt als pigment in verf, keramiek, glas, kunststoffen en rubber, als vulstof, als pesticide en voor het maken van de groene kleur in vuurwerk.
Wijde en geplooide rokken van stof, vaak fluweel of brocaat, of van maliën of pantsermetaal, die aan het begin van de 16e eeuw in Europa werden gedragen over, of in plaats van, liesbeschermers.
Lagen grof geweven, zwaargewicht textiel dat gebruikt wordt bij het stofferen, vastgemaakt over een webbing om een zitholte te creëren en om te voorkomen dat het vulsel eruit valt.
Fijne, zachte, dunne stof in effenbinding, gemaakt van één van de belangrijkste vezelsoorten zoals katoen, linnen, rayon, zijde of wol.
Vaak gefronste strook stof met kant of linten die aan de achterzijde van een muts werd bevestigd zodat de nek van de draagster afgedekt werd, ter fatsoenlijkheid en als bescherming tegen de zon.
Beschermingsmaskers die worden gedragen als er in een gebied met gas, dampen, rook of hoge stofdichtheid wordt gewerkt.
Variant van een bruin fossiel hars met een hoog zuurstofgehalte. Het wordt aangetroffen in afzettingen in het Oostzeegebied en wordt gekenmerkt door de hoge dichtheid en het feit dat het slecht glanst. Voorheen werd het beschouwd als mineralogisch te onderscheiden van normaal Baltisch succiniet, op basis van fysische eigenschappen als dichtheid en chemische eigenschappen als het verzepingsgetal. Recent onderzoek heeft echter aangetoond dat dit niet klopt.
Bedekkingen voor bedden voor overdag, ter bescherming tegen stof en vuil en ter decoratie.
Zware, normaal geweven of gekeperde stof van kamgaren, katoen, wol of andere fibers, of een combinatie hiervan. Voor het eerst geproduceerd in Bedford, Engeland en gekenmerkt door zware, verdraaide koorden of stroken.
Gordijnen die aan of rondom een bed hangen en kunnen worden gesloten ten behoeve van privacy en lichttempering en ter bescherming tegen tocht of stof.
Een vorm van houtskool die wordt geproduceerd door dierlijke botten te verhitten met gebruikmaking van een beperkte hoeveelheid lucht. Dit materiaal wordt gebruikt als pigment en voor het verwijderen van gekleurde onzuiverheden uit vloeistoffen. Het bevat slechts 12 procent elementaire koolstof; de rest van het materiaal bestaat voornamelijk uit calciumfosfaat en calciumcarbonaat.
Beenbedekkingen van de enkel tot de knie bestaande uit een smalle reep stof die spiraalsgewijs om het been wordt gewikkeld of een nauwsluitende dunne leren broek die is vastgemaakt met een riempje, een drukker of veters.
Textiel dat is vervaardigd uit ongeverfde wol en dat bijzonder zacht en licht is, met een sierlijke plooival; werd vroeger veelvuldig toegepast bij dameskleding voor overdag. Aanvankelijk werd alleen de natuurlijke kleur gebruikt, maar later werd de stof ook in allerlei kleuren geverfd.
Een oplossing of dispersie van een kleurstof in een medium waardoor het materiaal zoals hout kan binnendringen, maar geen beschermend laagje kan vormen; ook een reagens die in de microscopie wordt gebruikt om minuscule structuren zichtbaar te maken.
Een kleurloze, vloeibare koolwaterstof, verkregen bij de gefractioneerde destillatie van aardolie; wordt voornamelijk gebruikt als motorbrandstof maar ook als oplosmiddel.
Genus van ongeveer 500 soorten bladverliezende en groenblijvende struiken met doornige spruiten die inheems zijn in de gematigde en subtropische streken in Europa, Azië, Afrika en Noord- en Zuid-Amerika. Ze zijn nauw verwant aan het genus Mahonia, dat in sommige classificaties is opgenomen in Berberis. Struiken uit Berberis hebben geel hout, gele bloemen met zes bloemblaadjes en in de meeste gevallen doorns met drie stekels aan het begin van de bladstengels. De vrucht is een rode, gele, blauwe, paarse of zwarte bes met één of enkele zaadjes. Van de vruchten van verschillende soorten maakt men jam. Het hout van de stam en de wortels kookt men in water om een geconcentreerde gele kleurstof te extraheren.
Gestoffeerde leunstoelen die verschillen van andere leunstoelen omdat ze tussen de armleuning en de zitting zijn gestoffeerd.
Elke stof die wordt gebruikt om een deel van een oppervlak tijdelijk te bedekken of te beschermen zodat er geen inwerking op kan plaatsvinden, bijvoorbeeld door een chemische stof.
Het ontstaan of bestaan van een toestand waarin het lichaam ongewenste biologische, chemische, fysieke of radiologische substanties of stoffen bevat.
Stoffen of papieren wandbekleding die op een fijn houten raamwerk, bespannen met jute of linnen en grondpapier, wordt aangebracht, waardoor direct contact met de wand wordt vermeden. Dit komt de duurzaamheid ten goede en er wordt een diepte-effect gecreëerd
Een ondergrond geheel of gedeeltelijk bedekken met een vloeistof, met schuim of soms met stof met behulp van een spuitbus.
Het aanbrengen van een kleurstof die doordringt in of zich mengt met de substantie waarop de kleurstof wordt aangebracht.
Vloeistof of chemische stof die aan een oplossing wordt toegevoegd om de oppervlaktespanning te verlagen en het mengen en stabiliseren te vergemakkelijken, bijvoorbeeld de vloeistof die aan aquarelverf wordt toegevoegd om de verf gemakkelijker en gelijkmatiger op het papier te laten vloeien.
Enige of alle processen die bij de productie van leer of ongelooide huid volgen op het verduurzamen en voorafgaan aan het looien of witlooien van vellen of huiden. Op deze manier worden de vellen of huiden ontdaan van stoffen die niet in het afgewerkte leer mogen zitten en zijn ze in de juiste chemische en fysieke staat om ze te looien of te witlooien.
Onderdeel van moderne rioolwaterzuiveringsinstallaties waarin afvalwater door een aantal tanks wordt geleid nadat de grotere objecten eruit zijn gehaald. In zandvangers haalt men eerst zand en kleideeltjes uit het water. Vervolgens worden in voorbezinktanks grotere organische deeltjes verwijderd. In beluchtingstanks wordt zuurstof toegevoegd en tevens aerobe micro-organismen, die het overgebleven organische materiaal snel afbreken. In nabezinktanks worden ten slotte de resterende zwevende vaste deeltjes uit het water gehaald.
Cilindervormige strook textiel, meestal diagonaal geknipt en eventueel met een koord erin, dat wordt gebruikt als garneersel voor randen en naden van kostuums, bekledingen en draperieën. Kan van een bijpassende of contrasterende stof zijn en soms ook van leer.
Verwijst naar boeken, perkamentrollen, schriftrollen of andere documentvormen die de heilige geschriften van het jodendom of het christendom bevatten. Bijbels kunnen daarnaast verluchtingen bevatten in de vorm van geschilderde scènes of decoraties. De Bijbel bestaat uit twee delen: de Hebreeuwse geschriften oftewel het Oude Testament, oorspronkelijk geschreven in het Hebreeuws (met enkele delen in het Aramees) inclusief de geschriften van het joodse volk, en het Nieuwe Testament, in het Grieks geschreven, waarin het verhaal van Jezus en de oorsprong van het christendom zijn opgetekend. De rooms-katholieke en oosters-orthodoxe versies van het Oude Testament zijn uitgebreider dan die van de protestantse bijbel, aangezien zij bepaalde boeken en delen van boeken accepteren die door de protestanten als apocrief worden beschouwd. De joodse Bijbel omvat alleen de boeken die de christenen kennen als het Oude Testament. De indeling van het joodse en christelijke canon toont grote verschillen. Van oudsher hebben de joden hun geschriften (het Oude Testament) in drie delen verdeeld: de Thora (de 'Wet') of Pentateuch; de Nevi'im (de 'Profeten'); en de Ketuvim (de 'Geschriften') of Hagiographa. De verhalen, de zedenleer en de theologische doctrines in de Bijbel leverden stof voor een immense hoeveelheid kunstwerken die zowel christelijke als joodse thema's verbeelden. Voor de christenen werd de canon van Bijbelboeken in de vroegchristelijke periode vastgelegd; ook nog lang daarna bleven er echter diverse apocriefe geschriften circuleren. Vanaf de late middeleeuwen genoten poëtische en dramatische interpretaties van Bijbelverhalen grote populariteit, wat aanleiding gaf tot een overvloed aan buitencanonieke literatuur die bijdroeg tot belangrijke thema's in de christelijke kunst.
Beschermende kunststof helmen meestal voorzien van een gezichtsbeschermer en aansluitpunten voor een gasmasker.
Chemische substantie die een verfstof fixeert in of op een substantie door zich te verbinden met de verfstof en een onoplosbare verbinding te vormen. Bij etsen verwijst het naar een bijtende substantie, zoals een salpeterzuuroplossing, die wordt gebruikt om de blootliggende gedeelten van een metalen plaat uit te bijten. Bij vergulden verwijst het naar een kleverige substantie waarmee het bladgoud aan de ondergrond wordt gehecht.
Verwijst naar kleine figuren, dieren en andere kleine details die worden toegevoegd om een schilderij of tekening van een landschap of architectuurcompositie te verlevendigen. Stoffering werd vaak aangebracht door gespecialiseerde kunstenaars, zoals in de 17de eeuw in de noordelijke Nederlanden. De term kan ook verwijzen naar geschilderde, vergulde of andere kleine accenten of verfraaiingen ter versiering van porselein, meubels of andere voortbrengselen van kunstnijverheid.
Tafels waarop het biljartspel wordt gespeeld en waarvan het oppervlak bestaat uit met stof beklede leistenen platen, omringd door een stootrand. Te onderscheiden van 'pooltafels' die qua vorm hetzelfde zijn maar zes zakken hebben.
Portemonnees gemaakt van twee rechthoekige stukken flexibel materiaal, gewoonlijk leer of stof, waarvan de twee korte kanten aan elkaar zijn genaaid. Eén lange kant is dichtgenaaid en de andere lange kant is open. Billfold portemonnees zijn maar iets groter dan de bankbiljetten waarvoor ze zijn bedoeld. Typische herenaccessoires, geschikt om in een broekzak te dragen of in een zak van een jasje.
Brede stroken stof die bijvoorbeeld om het middel van een baby worden gebonden ter ondersteuning van de rug en de buik.
Uitneembare voeringen van plastic of vezelstof, die in helmen passen maar soms ook los kunnen worden gedragen.
Voorstellingen, afbeeldingen of foto's van een gebouw, huis, vertrek van binnen, bepaaldelijk met de aankleding (stoffering en meubilering).
Wetenschappers die zijn opgeleid of werkzaam zijn op het gebied van de chemische eigenschappen van levende organismen en de reacties en methoden voor het identificeren van chemische stoffen binnen dit onderzoeksgebied.
Enige chemische stof die giftig of dodelijk is voor levende organismen.
Te gebruiken voor tuinieren dat is gebaseerd op manieren om de grond te bewerken, zonder gebruik te maken van kunstmatige of mogelijk giftige meststoffen, pesticiden of onkruidverdelgers.
Een reeks bruinachtig gele kleuren die lijken op de kleur van bitumen, het organische (koolwaterstof-)deel van asfalt.
Algemeen te gebruiken voor een aantal natuurlijke ontvlambare stoffen die rijk zijn aan koolstof en waterstof.
De vliezige zak van een dier die dient als een vergaarplaats voor vloeistof of gas; werd vroeger soms door mensen verwijderd en gebruikt om vloeistoffen in te bewaren.
Zwellingen aan een oppervlak, vaak in de vorm van een blaasje, meestal veroorzaakt doordat een aangebrachte stof loslaat of niet hecht.
Stoffen, zoals indigo, die worden gebruikt om materialen als textiel of papier te bleken of een blauwe tint te geven.
Vaste of vloeibare stof die wordt gebruikt om andere stoffen te bleken of de kleur eruit te verwijderen. Wordt vervaardigd uit diverse mengsels van chemische stoffen.
Textielfabrieksbouwwerken waar de stof wordt gebleekt.
Gesloten metalen verpakkingen voor voedsel of drank. Ook andere verpakkingen om vloeistoffen in te bewaren of dragen, zoals olievaten, en metalen of plastic verpakkingen om film op spoelen of rollen in te bewaren.
Middelgrote, snel groeiende eik die voorkomt op rotsachtige hellingen van heuvels en zanderige heuvelruggen in het oosten en middenwesten van de Verenigde Staten. De boom heeft een zwarte of donkerbruine schors. Incidenteel wordt de boom gebruikt voor timmerhout, maar het belangrijkste product is een gele kleurstof die men uit de schors wint.
Bedekkingen voor de ogen, gewoonlijk van stof, die dienen om het licht buiten te sluiten of het zicht te belemmeren.
Een vloeistof die bij gewervelde dieren door het belangrijkste vaatstelsel stroomt.
Het verlies of de verandering van kleuring door de inwerking van vloeistoffen, met name water; wordt in verband met schilderen ook gebruikt voor de manier waarop deklagen of de pigmenten daarin overlopen naar of vervloeien in de aangrenzende lagen of oppervlakken.
Quilts met blokken die uit repen stof bestaan en die zo zijn geordend dat ze de constructie van een blokhut imiteren; meestal geperst en geknoopt in plaats van doorgestikt en zelden opgevuld.
Ééndelige, zeer nauwaansluitende kledingstukken, van stretchstof of gebreid, die gewoonlijk de voeten, benen en romp bedekken, en soms de armen; wordt onder andere kleding gedragen.
Een kleed van grove stof of dierenhaar dat door een boeteling op het blote lijf onder de kleding werd gedragen.
Scapulier van ruwharige stof die door een boeteling op het lichaam gedragen werd.
Elk vervormbaar materiaal dat wordt gebruikt om een beeld of andere vorm te maken, inclusief materialen in poedervorm waaraan water of een andere vloeistof wordt toegevoegd om vervormbaar materiaal te creëren.
Te gebruiken voor zoömorfe beeldhouwwerken van de Bamana, die fungeren als draagbare altaren voor het Komogenootschap en gewoonlijk de vorm van een koe hebben. Van binnen bevatten ze materialen zoals dierbeenderen, plantaardige stoffen, honing en metaal, van buiten zijn ze bedekt met een dikke laag aarde.
Witte katoenen beddenspreien met geometrische patronen in boucléstof; oorspronkelijk vervaardigd in Bolton, Engeland en geïmiteerd in Noord-Amerika. Geen Nederlands equivalent.
Zachte, vettige kleisoorten in verscheidene kleuren die als kleurstoffen worden gebruikt.
Stevige stof geweven in uiteenlopende patronen; het werd van de 17e tot de 19e eeuw algemeen gebruikt voor beddengoed en voeringstof voor kleding. Vóór de 17e eeuw werd het gemaakt van kamgaren en daarna van zuivere katoen of van mengsels van katoen en linnen. Tegenwoordig is het meestal een katoenen keper met een korte vleug.
Elektrische lampen waarin de stroom door een luchtspleet tussen twee elektrodes, meestal van koolstof, wordt geleid. De twee elektroden en de lucht in de spleet worden zo warm dat ze helder opgloeien.
In algemene zin, elk zuur dat boron en zuurstof bevat. In specifieke zin verwijst de term naar de verbinding H3BO3, een witte of kleurloze vaste stof die oplosbaar is in water en ethanol. Boorzuur komt in natuurlijke vorm voor in het condensaat van vulkanische fumarolen; boorzuur wordt commercieel vervaardigd door behandeling van boraatmineralen met zwavelzuur, gevolgd door herkristallisatie. Het wordt toegepast bij de fabricage van glas, glazuur- en emailleerlagen, leer, papier, kleefmiddelen en springstoffen. Het wordt algemeen gebruikt (met name in de Verenigde Staten) in reinigingsmiddelen; aangezien gefuseerd boorzuur andere metaaloxiden kan oplossen, wordt het ook toegepast als verdunningsmiddel bij het solderen en lassen. Vanwege de milde antiseptische eigenschappen wordt boorzuur bovendien gebruikt in de farmaceutische industrie en als conserveermiddel in voedingsproducten.
Harde omslagen aan de voor- en achterkant van boeken, vervaardigd van verscheidene materialen en vaak bedekt met leer, stof of ander materiaal.
Verwijst naar werken die zich kenmerken door een patroon of ontwerp dat is uitgevoerd in met draad of fijn metaaldraad gemaakte steken. De patronen worden gewoonlijk uitgevoerd op stof, maar ook leer, papier of andere media kunnen worden gebruikt; de werken kunnen bedoeld zijn om ingelijst te worden of om kleding, bedtextiel, meubelbekleding, kussens, altaarkleden, ceremoniële voorhangen of andere zaken te versieren.
Een ongestandaardiseerde naam voor de heldere gele verfstof die wordt gewonnen uit de narcis, voornamelijk uit de oranje kern van de kleine witte narcis, of voor een licht en helder geel pigment dat wordt gemaakt van cadmiumsulfide.
Beddenspreien van boucléstof met patronen, meestal uitgevoerd met gekleurde wol; volgens Frans-Canadese traditie. Geen Nederlands equivalent.
Beddeveren die bestaan uit spiraalveren die zijn bevestigd op een basis en in een gestoffeerd geraamte zijn gevat.
Struik met zwarte of paarse vruchten. De vrucht is geen echte bes. Botanisch wordt het een ���verzamelvrucht' genoemd, een vrucht die bestaat uit allemaal kleine steenvruchtjes. Uit de bladeren en loten van de braam wint men een donkerbruine of zwarte kleurstof die rijk is aan tannines. Uit de wortels kan men een kleurstof extraheren met een oranje of groenige tint. Met rijpe bramen produceert men rode kleurstoffen (zonder bijtmiddel), groene kleurstoffen (met een bijtmiddel met chromium) en paarse kleurstoffen (met een bijtmiddel met aluminium of tin). De primaire kleurstoffen in de bramen zijn anthocyanen, zoals cyanidine, malvidine en chrysanthemine.
Projectielen voor draagbare vuurwapens of mitrailleurs, gevuld met brandbare stof, bedoeld om het doel te doen ontbranden.
Stoffen mouwbanden, vaak met tressen of kwastjes, die om de bovenarm worden gedragen door bijvoorbeeld militair personeel om een bepaald onderdeel of regiment aan te duiden.
Verwijst naar handwerken of materialen die worden gemaakt door het verbinden van lussen in een lang of doorlopend eind garen of draad met behulp van twee naalden; met verschillende soorten lussen of steken worden patronen of ontwerpen gemaakt. Sommige breiwerkvormen worden gemaakt met ronde naalden of meer dan twee naalden. Lussen in de lengterichting worden ribbels genoemd; lussen overdwars worden #courses genoemd. Breiwerk wordt meestal verwerkt tot kleding, spreien, kleden of andere huishoudelijke artikelen. De term kan ook verwijzen naar gebreide stoffen die met de hand of machinaal zijn gemaakt van onderling verbonden reeksen lussen van een of meer garens, waarbij elke rij in de voorgaande rij haakt.
Twee steunbanden van elastiek, leer of stof die over de schouders heen worden gedragen en bij de taille worden vastgemaakt aan een broek, een rok of een riem.
Verwijst naar een geborduurd ajourwerk met als belangrijkste ontwerpelement de oogjes, kleine gaatjes die zijn verbonden door satijnen lapjes. Het wordt meestal verwerkt in katoen als de randen van kleding of linnengoed. De gaatjes - of oogjes - zijn gegroepeerd in patronen die verder zijn afgebakend door eenvoudige borduursteken op het omliggende materiaal. Het werk wordt meestal uitgevoerd met witte draad op witte stof. De techniek ontstond in het 16de-eeuwse Europa en was niet beperkt tot Engeland, zoals de naam suggereert. In de 19de eeuw werd het veel gebruikt op nachtkleding en ondergoed. Moderne broderie anglaise wordt meestal machinaal vervaardigd.
Fenomeen waarbij de oppervlakte en de onderste lagen van de dampkring van een planeet blijvend een relatief hoge temperatuur hebben, omdat de dampkring meer zichtbare straling van de zon doorlaat dan infrarode straling van de planeet. Het wordt zo genoemd omdat de dampkring van de aarde enigszins is te vergelijken met het glas van een broeikas, dat licht binnenlaat maar geen warmte laat ontsnappen. De term wordt vaak gebruikt om specifiek te verwijzen naar de toegenomen omvang van dit effect in de moderne tijd, in samenhang met de opwarming van de aarde: gassen die vrijkomen na de verbranding van fossiele brandstoffen en andere bronnen - zoals waterdamp, koolstofdioxide, methaan en chloorfluorkoolstofverbindingen - absorberen infrarode straling, waardoor de vrijgekomen energie de aarde niet kan verlaten. Dit leidt tot een verhoging van de gemiddelde oppervlaktetemperatuur op aarde.
Gassen die bijdragen aan het broeikaseffect, zoals waterdamp, koolstofdioxide (CO2), methaan (CH4), ozon (O3), lachgas (N2O), fluorkoolwaterstoffen (HFK's), gehalogeneerde fluorkoolstoffen (HCFK's) en perfluorkoolstoffen (PFK's).
Een klem in hoefijzervorm in metaal of kunststof, die de broekspijp samenhoudt ter hoogte van de enkel om te verhinderen dat die bevuild wordt of verstrikt raakt bij het fietsen; is hetzelfde als een fietsklem.
Engelse en Amerikaanse krukken, respectievelijk uit de 16e en het begin van de 17e eeuw, die meestal waren gestoffeerd en bedekt met weelderige stoffen en franjes. De benaming wordt ook gebruikt voor verschillende kleine, lage krukken, meestal met gekraagde poten.
Platte buidels van stof met een omzoomde split aan de buitenkant, die worden gedragen hangend aan banden rond de taille.
Nauwsluitende, mouwloze jassen tot aan de heupen, meestal zonder kraag en met ceintuur, vooral die werden gedragen over een doublet in de 16e en 17e eeuw. Gebruik ook voor soortgelijke kledingstukken met sluitingen gemaakt van geweven of gebreide stof of leer en gedragen in de 20e eeuw als beschermende bovenkleding of om uitrusting te dragen door militair personeel.
Holle, meestal cilindervorige voorwerpen die lang zijn in verhouding tot de doorsnede en soms buigzaam zijn; meestal gebruikt voor het transporteren of bevatten van vloeistoffen.
Aanduiding voor in elkaar gedraaide bundels pijpleidingen of buizen die als koeling worden gebruikt, door warmte over te brengen tussen twee vloeistoffen, of tussen een ruimte en een koelinstallatie.
Beelden van rooms-katholieke heiligen en van Christus aan het kruis, gemaakt in Mexico en Spaanssprekende delen van de Verenigde Staten van de Spaanse koloniale tijd tot het heden, in grootte variërend van klein (5 à 10 cm) tot levensgroot, vrijstaand gebeeldhouwd uit hout, meestal populier of grenen, voorzien van een laagje gesso en beschilderd in heldere kleuren. Ze kunnen zijn gemaakt uit één stuk of uit verschillende delen, vaak geleed of met pinnen aan elkaar bevestigd met behulp van stof of stroken leer, en worden soms in kleding gehuld.
Branders met één of meer dunne, taps toelopende pithouders die boven de branderplaat doorlopen, maar direct eronder afgesneden zijn om te voorkomen dat ze warmte naar het brandstofreservoir met zeer vluchtige brandstof (een mix van alcohol en geherdestilleerde terpentine) leiden. Wanneer er meer dan één buis is divergeren ze van de onder- naar de bovenkant. Aan iedere buis zijn meestal kleine kapjes met kettingen bevestigd voor het doven van de vlam en ter voorkoming van het verdampen van de brandstof.
Lampen met hoge, smalle, meestal taps toelopende houders van metaal of glas, met één tot zes pithouders die uiteenlopen en een stuk boven de brander uitsteken. Er zitten kleine metalen kapjes aan kettingen bij om de vlam uit te doven en de verdamping van de vluchtige brandstof (alcohol en geherdestilleerde terpentijnolie of kamfer) te vertragen.
Heuveltjes van vergruisde stenen en vaak houtskool, met een haard en een trog erbij. De troggen werden direct uit het gesteente gehouwen en waren daardoor waterdicht, of ze werden waterdicht gemaakt met hout of klei. Men vindt ze in Ierland en Groot-Brittannië en op verschillende plaatsen in Noord-Europa. Ze stammen uit de periode die loopt van het neolithicum en de ijzertijd tot de vroege Middeleeuwen; de meeste zijn ontstaan tussen 1900 en 800 v.Chr. Men denkt dat de vergruisde stenen de resten zijn van stenen die in de haard werden verhit en die men gebruikte om het water in de trog te verwarmen om voedsel te koken, dranken te brouwen, te baden, stoffen te verven of leer te bewerken.
Een langwerpig inzetstuk, gemaakt van stroken band, weefsel of elastische stof, dat bij de borstlijn licht gebogen kan zijn. Wordt gedragen om de borsten plat te drukken.
Tapijten die bestaan uit kleine cirkeltjes van stof die in vieren zijn opgevouwen en in rijen op een basisstof zijn genaaid.
Vier soorten brandbare, vloeibare alcohol die vier koolstoffen bevatten en vooral worden gebruikt bij organische synthese en als oplosmiddel.
Vluchtig oplosmiddel dat als remmende stof wordt gebruikt in lakken en andere industriële dekmaterialen, om het verharden of opdrogen te vertragen.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Cd en het atoomnummer 48. Het is een zilverwit kristallijn metaal dat zeer kneedbaar is en gerold of geslagen kan worden tot dunne platen; het lijkt op tin maar is harder. Ook te gebruiken voor het metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, gewoonlijk in combinatie met andere stoffen, voorwerpen en materialen te maken.
Boomsoort, inheems in Sri Lanka, India en Maleisië, die wordt gebruikt als geneesmiddel, bactericide en antistollingsmiddel, voor de rode verfstof brasiline die wordt gebruikt voor het verven van stof en de productie van rode verf en inkt, en voor het hout, dat iets lichter van kleur is dan brazielhout.
Zoete, relatief vetrijke broden die voor het bakken niet hoeven te rijzen en al of niet bros zijn, die meestal worden gemaakt van bloem, suiker, gist, vloeistof en smaakstoffen en meestal gevormd zijn door het bakblik waarin ze zijn gebakken.
Soort paardenkastanje, inheems in Californië, waarvan de giftige vrucht vroeger door Native Americans werd gebruikt om vis te verdoven. De giftige stoffen worden eruit gekookt, waarna het wordt gebruikt als voedsel en veevoer. De licht giftige scheuten worden begraasd door vee en wilde dieren.
Lampen met houders die kunnen draaien op een spil zodat wanneer de brandstof is verbruikt de lamp automatisch of handmatig wordt gekanteld om meer brandstof naar de pit te voeren.
Een resultaat van oppervlaktespanning waardoor het deel van het oppervlak een vloeistof dat in contact komt met een massief lichaam stijgt of daalt, afhankelijk van de hechtende of bindende eigenschappen van de vloeistof.
Een kleurloos tot wit kristallijnen materiaal met een zoete geur, C6H5OH, verkregen uit de distillatie van koolteer, als bijproduct van cokesovens, en door benzeen te alkyleren met propyleen. Het is ruw chemisch materiaal dat wordt gebruikt bij de productie van plastics, kleurstoffen, geneesmiddelen en andere producten.
Instrumenten voor het meten van het koolstofgehalte van staal.
Lid van een groep van organische verbindingen, -COOH, waarin een koolstofatoom een dubbele binding heeft met een zuurstofatoom.
Verzamelnaam voor een groep intens zwarte, fijn verdeelde vormen van amorfe koolstof, meestal verkregen als roet na gedeeltelijke verbranding van koolwaterstoffen. De koolstof wordt gebruikt bij de vervaardiging van extreem zwarte, bijzonder goed dekkende pigmenten voor drukinkt, verf en carbonpapier, en ook bij de productie van beschermende coatings, plastics en weerstanden voor elektronische circuits. Bovendien komen de stoffen voor als versterkingsmiddelen in rubberen producten. Deeltjes carbonzwart hebben doorgaans een sferische vorm en zijn onregelmatiger kristallijn dan grafiet. Carbonzwart verandert in grafiet na langdurige verhitting op 3000 graden Celsius. Carbonzwart is, voorzover bekend, een van de meest fijn verdeelde materialen. De deeltjesgrootte en kleurintensiteit zijn afhankelijk van het fabricageproces.
Lampen die gebruik maken van Cardans (1550) aanpassing van het barometrische aanvoerprincipe, waarbij de brandstof vanuit een groot reservoir naar behoefte wordt aangevuld zonder dat gebruik hoeft te worden gemaakt van pompen of kantelen.
Surrogaat materiaal, gemaakt van lompen en andere vezelachtige stoffen vermengd met lijm; in toegepaste vorm vor de binnenversiering van huizen nauwelijks van papier-mach'e stucwerk te onderscheiden. LIT.
Boom uit het genus Carya die inheems is in de Verenigde Staten. De meest voorkomende soort uit dit genus. De boom leeft zeer lang en wordt soms wel 500 jaar oud. Men gebruikt de boom vanwege zijn harde, slijtvaste hout. Uit de schors wint men een kleurvaste kleurstof die met behulp van een bijtmiddel met aluin katoen donkergeel maakt en wol een goudkleur geeft. Met een bijtmiddel met chroom worden zowel wol als katoen koperkleurig.
Kleine stoffen mutsjes die door vrouwen en soms jonge meisjes hoog op het hoofd werden gedragen in de 17e en 18e eeuw. Oudere versies werden met kleppen gemaakt, latere versies waren vaak afgezet met ruches of kant.
Houders waarin aromatische tabletten kunnen worden verbrand of vloeibaar parfums kunnen worden verdampt. Vaak in de vorm van een vaas met deksel met gaten in de schouder of de deksel, of met een doorboorde of opengewerkte decoratie. Soms gemaakt in de vorm van een drievoet, vooral een athéniènne. Gebruik 'wierookbranders' voor andere houders van uiteenlopende vorm die worden gebruikt om wierook te branden om een ruimte te parfumeren. Gebruik 'potpourri-vazen' voor vaasachtige houders met deksel die voornamenlijk worden gebruikt voor het verbranden of het verdampen van resp. vaste of vloeibare reukstoffen.
Middeleeuwse rouwgebouwen bestaande uit hoge boogconstructies van hout of metaal met een aantal stijlen of zuilen die een of meer steile daken ondersteunen. Ze werden gebruikt om het stoffelijk overschot van een hooggeplaatst persoon in te plaatsen. De vorm was een voorloper van de katafalk.
Beddenspreien vervaardigd uit effen vierkante stukken stof die om kleinere vierkantjes van gekleurd of bedrukt textiel worden gevouwen zodat het geheel wel wat op glas-in-lood ramen lijkt. Geen Nederlands equivalent.
Korte pluizige vezels afkomstig van de cilindervormige bloemen van planten van het genus Typha. Wordt gebruikt voor het vullen van kussens, voor stoffering, reddingsvesten en als sorbentia; de vezel levert geluids- en warmte-isolatie en drijfvermogen.
Prenten gemaakt van oppervlakken opgebouwd met vloeibaar kunststof op hout, metaal, karton, of kunststof ondergrond. Deze kunnen in diepdruk of hoogdruk worden gedrukt.
Staal dat is gemaakt met smeedijzeren staven die worden verhit in houtskool voor koolstofimpregnatie.
Lange, smalle, soepele stroken linnen, staal of velijnstof met een schaalverdeling voor het meten van afstanden, die vaak opgerold worden bewaard in een beschermend omhulsel waarin ze na gebruik weer kunnen worden opgewonden.
Verwijst naar de regionale stijl van Centraal-Java. Decoratieve kunsten en kostuums uit dit gebied worden vaak gekenmerkt door het gebruik van teritik voor het omlijnen van motieven, textielproducten die worden gedragen als hoofddoeken, grote ceremoniële omslagdoeken en sjerpen en kain kembangan bloem- en plaidmotieven. De textielmethode van de productie die bekend staat als ‘ikat’ wordt gebruikt voor het aanbrengen van patronen, waarbij gedeelten van patronen van draad worden afgebonden om de verfstof tegen te houden. Hofkledingstijlen werden gekenmerkt door appliqué op geïmporteerde zijden textielstoffen die over het effen, centrale ruitvormige gebied van een borstkleed en ceremoniële omslagdoeken werden aangebracht. In de beeldhouwkunst wordt de stijl gekenmerkt door de vroegste voorbeelden van stenen monumenten en candi's, zeldzame afbeeldingen van hindoegoden, reliëfpanelen die rigide, kloksgewijze narratieve sequenties afbeelden en Boeddhabeelden gezeten op leeuwentronen. Centraal in religieuze beeldhouwkundige programma's staat het elitaire karakter van het boeddhisme, waardoor boeddhistische iconografie en kunst de overhand hadden. In tegenstelling tot stijlen in andere gebieden van Java, wordt deze stijl niet gekenmerkt door een traditie van gegraveerde stenen afbeeldingen. In de architectuur wordt de stijl gekenmerkt door getrapte sanctuaria, afgeknotte piramideconstructies en makara-ornamenten ter versiering van trappen.
Liturgische kleding die door bisschoppen en priesters worden gedragen, bestaande uit een lange, smalle reep stof die om de hals wordt gedragen en van de schouders naar beneden hangt.
Gestoffeerde stoelen met een vlakke rug. Te onderscheiden van de zogenoemde 'chaises en cabriolet', die een holle rugleuning hebben.
Gestoffeerde stoelen met een iets holle rugleuning, zodat die bij de omtrek van het menselijke lichaam past. Ze verschillen van de zogenoemde 'chaises à la reine', die een vlakke rugleuning hebben.
Stoelen die vaak zijn gestoffeerd, een volledige beensteun en meestal armleuningen hebben en zijn ontworpen om in te luieren. Gebruik 'ligstoelen' voor soortgelijke stoelen die buiten worden gebruikt.
Scrap quilts die in theorie bestaan uit 999 verschillend bedrukte stukjes katoen waarvan er geen twee hetzelfde mogen zijn; altijd uitgevoerd met stukjes stof in één vorm en maat, die in rijen zijn geplaatst.
Gestoffeerde stoelen met een lage zitting en zeer hoge rugleuning die naast of voor het haardvuur worden geplaatst
De wortel van een kruid uit Oost-India, waarvan een rode kleurstof wordt gemaakt.
Wetenschappers die onderzoek of werkzaamheden verrichten met betrekking tot de wetenschap die zich bezighoudt met de samenstelling en eigenschappen van de elementaire stoffen waaruit alle lichamen zijn opgebouwd, de wetten waaraan de combinaties zijn onderworpen, en de verschijnselen die gepaard gaan met de blootstelling van de deeltjes aan diverse fysieke omstandigheden.
Garen met franje, doorgaans vervaardigd door een slingerdraadweefsel te maken met de scheringdraden in gescheiden groepjes bij elkaar, waarna de stof in de lengte tot dunne repen wordt geknipt tussen de groepjes.
Overjassen, single- of doublebreasted, in geval van single-breasted soms met blinde knoopsluiting, meestal van effen, donkere wollen stof en vaak met een fluwelen kraag. Een type dat oorspronkelijk door mannen werd gedragen in de 18e eeuw en werd aangepast voor vrouwen in de 20e eeuw.
Een plantaardige verfstof die is gemaakt van extract van de schors van kastanjebomen. Het heeft een donkere kleur en werd in de 19e eeuw in Italië en Zuid-Frankrijk gebruikt voor het maken van een goedkope zwartachtige verfstof voor zijde. Looizuur van de kastanjeboomschors maakt leer zwaar en stevig, met een bleke roodachtige kleur. Kastanje-extract wordt meestal gemengd met andere looizuren, zoals quebracho, mimosa of myrobalans.
Verwijst naar medicijnpotten met een tuit, bedoeld voor vloeistoffen.
Elke keperstof waarbij de richting van de diagonale lijnen wordt omgekeerd in groepjes inslagdraden of in groepjes scheringdraden, waardoor een visgraatpatroon ontstaat.
Dunne, lichtgewicht stof in effenbinding, van fijn, strak getwist garen; werd oorspronkelijk van zijde gemaakt maar tegenwoordig van verscheidene synthetische vezels. Wordt bijvoorbeeld gebruikt voor sjaals, jurken, blouses, ondergoed en sluiers.
Uitsparingstechniek waarbij het garen voor het weven bedrukt is, zodat er vage dessins ontstaan in de stof. Gelijkend op ikat.
Verftechniek om draden in een stuk stof met verschillende kleuren te verven, zodat er een afbeelding ontstaat.
Een techniek voor lakdecoratie waarbij patronen worden gesneden in het gelakte oppervlak, waarna nog meer lak wordt aangebracht en goudfolie of goudstof wordt aangebracht in de ingesneden delen, die worden gecementeerd in de ontwerpen wanneer de lak opdroogt. Deze techniek werd tijdens de Muromachi-periode (1392-1573) in Japan ingevoerd vanuit China, waar zij 'ts'ang-chin' werd genoemd. De techniek was vooral populair in de 18e eeuw.
Element met symbool Cl en atoomnummer 17, bij normale temperaturen een geelgroen gas dat toxisch is en de ogen en het ademhalingssysteem aantast. Bij -34 graden Celsius wordt chloor vloeibaar. De stof komt veel voor in natuurlijke verbindingen, bijvoorbeeld in keukenzout. Vrije chloor wordt gebruikt voor sterilisatiedoeleinden, bijvoorbeeld van water.
Voedings- en genotmiddelen, m.n. versnaperingen uit cacao, suiker en cacaoboter bereid, eventueel met nog andere stoffen vermengd.
Nette herendassen die aan de voorkant zijn gevouwen of geknoopt met de uiteinden in het jasje gestopt. Ook stukken kant, zijde of ander fijn materiaal die om de hals worden gedragen door mannen en vooral in de mode waren in de 17e eeuw. Gebruik `stropdassen' voor lange, smalle stroken stof die om de hals onder de boord worden gedragen en in een knoop, lus of strik worden vastgemaakt.
Een koolvormige decoratie, vergelijkbaar met een stoffen rozet maar meestal groter, zachter en met meer diepte; wordt gebruikt om kostuums, bekledingen en draperieën te garneren.
Fotografische procédés waarin subtractieve verfstoffen worden gevormd door het oxidatieproduct van de ontwikkelagens (als resultaat van de ontwikkeling van het latente beeld) te laten reageren met een koppelmiddel, dat ofwel in de film, ofwel in de ontwikkelvloeistof aanwezig is.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Cr en het atoomnummer 24. Het is zeer hard en zilverachtig wit van kleur, met een blauwachtige tint. Wordt ook gebruikt voor het metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, verscheidene voorwerpen en materialen te maken zoals roestvrij staal, hittebestendige legeringen, zeer sterke staallegeringen en slijtvaste galvaniseringen.
(Wit)zijden, cirkelvormig velum van kostbare stof, dat de ciborie met de geconsacreerde hosties omhult. Het velum heeft een centraal gat dat over het kruisje op het deksel past.
Kleur- en geurloos zuur dat in het sap van de meeste vruchten zit, maar ook in andere planten, veel dierlijke weefsels en vloeistoffen.
Middelgrote subtropische citrusboom, met langwerpige elliptische bladeren met een fijn getande rand en een kleine bolvormige geelgroene vrucht. De boom is afkomstig uit Zuidoost-Azië en werd geïntroduceerd in het Midden-Oosten, Noord-Afrika, Sicilië en Spanje. Limoenen werden in Europa ingevoerd rond de twaalfde, dertiende eeuw. Columbus nam de citrusvrucht mee naar West-Indië, waar ze al snel op grote schaal werden verspreid, onder meer naar de Florida Keys (in het Engels wordt de vrucht 'key lime' genoemd) en Californië. Voor de handel plukt men de vrucht gewoonlijk als die groen is. De vrucht is iets zoeter dan andere soorten limoenen. Limoenolie wint men doorgaans met behulp van stoomdestillatie. De olie gebruikt men voor parfums en als smaakstof, insecticide en antisepticum. De vrucht gebruikt men als smaakmiddel en als een bron van vitamine C.
Wordt in het algemeen gebruikt voor blokken, meestal van hout, die zijn bewerkt om een afdruk op papier, stof of ander materiaal te drukken, of om andere materialen die het eigenlijke drukvlak vormen, te ondersteunen. Gebruik waar mogelijk een specifiekere benaming; geef de voorkeur aan 'drukplaten' voor metalen drukvlakken.
Benaming van Chippendale voor luie stoelen met een hoge rugleuning die helemaal zijn opgevuld en gestoffeerd met wol.
Zwaar gestoffeerde stoelen die zijn uitgerust met massieve zijkanten en lage rugleuningen.
Een rode, natuurlijke organische kleurstof die ook wordt gebruikt als substraatpigment, verkregen uit de lichamen van de vrouwelijke schildluis Dactylopius coccus Costa (voorheen de coccus Cacti). Het belangrijkste kleurcomponent is karmijn.
Schildinsect waaruit het helderrode pigment karmijn wordt gewonnen. Deze overwegend sessiele parasiet, die van nature voorkomt in de tropische en subtropische delen van Zuid-Amerika en Mexico, heeft een voorkeur voor cactussen van het genus Opuntia. Het insect produceert karmijnzuur, wat potentiële belagers afschrikt. Deze stof wordt gewonnen uit het lijf van gedroogde vrouwtjes en eitjes. De kleurstof werd doorgaans als rode oplossing gebruikt of neergeslagen voor de vervaardiging van karmijn, een pigment met aluminium of aluminium en tin. De luizenkolonies geven een kleverige afscheiding van webachtige wasvezels af, zichtbaar als wollig-witte vlokken op de cactus.
Het vaste residu dat overblijft wanneer steenkool zonder luchttoevoer of met beperkte luchttoevoer (carbonisatie) wordt verhit. Cokes worden hoofdzakelijk gebruikt als brandstof of als reduceermiddel in de ijzer- en staalindustrie, hoofdzakelijk in hoogovens.
Wordt gebruikt voor het maken van tweedimensionale composities of composities in zeer ondiep reliëf. Deze worden samengesteld door verschillende, heterogene voorwerpen (van papier, stof of andere materialen) aan elkaar vast te plakken op een plat oppervlak. Gebruik 'assemblage (beeldhouwtechniek)' indien grote, driedimensionale objecten overheersen. Gebruik 'montage' als de samengevoegde voorwerpen enigszins als een eenheid overkomen.
Ringvormige bevestigingen aan lampen, meestal van koper, die om de opening van het brandstofreservoir heen zitten en die aan de binnenkant een schroefdraad hebben om de schroef van de brander in te kunnen draaien.
Het aanbrengen van witkalk of koud-waterverf die met pigmentkleurstoffen is getint.
Een reeks zwartachtig blauwe tot zwartachtig rode kleuren die lijken op de kleur van het kleurmiddel compèchehout, een verfstof die wordt gemaakt van een Amerikaanse boom.
Te gebruiken voor diverse samengestelde materialen die op kunstmatige wijze worden vervaardigd uit twee of meer stoffen - bijvoorbeeld kalkmeel, hars en stijfsel voor het boetseren van ornamenten aan het einde van de 18e eeuw, of voor gips, zaagsel, zemelen en lijm die werden gebruikt voor het maken van poppen, of mortel op basis van plastische cement in de bouw.
Gesteente dat zich kenmerkt door of bestaat uit concreties, of concreties voortbrengt. Concreties zijn harde, compacte aggregaten van minerale materie. Ze zijn subsferisch of onregelmatig van vorm en ontstaan door neerslag van in water opgeloste stoffen rond een kern, zoals een schelp of bot, in afzettingsgesteente of pyroklastisch gesteente. Concreties verschillen doorgaans van het gesteente waarin ze voorkomen. Ze vormen concentraties van een bestanddeel dat in kleine hoeveelheden voorkomt in dat gesteente. Soorten concreties zijn onder andere vuursteen, hoornkiezel en klompen onzuivere kalksteen die soms in klei voorkomen.
In koelingssystemen, de warmtewisselaars die hitte aan het koelmiddel onttrekken en een heet gas onder druk veranderen in een koele vloeistof.
Een weerbestendig staal dat beter bestand is corrosie dan normaal koolstofstaal vanwege een beschermende oxidelaag op het staaloppervlak. De vloeigrens van minimaal 50.000 is kostenbesparend omdat lichtere delen kunnen worden ontwikkeld en opgebouwd tot structuren. Het is bedoeld voor gebruik in ongeschilderde toepassingen waar een besparing op onderhoudskosten, zoals schilderen, gewenst is. Cor-Ten is een merknaam voor corrosiebestendige producten die zijn ontwikkeld door United States Steel; Cor-Ten is vervolgens in licentie vrijgegeven voor productie door andere staalfabrikanten.
Kruidachtige plantensoort die in Azië voorkomt. Waarschijnlijk zijn de planten afkomstig uit het Middellandse Zeegebied en werden ze van daaruit meegenomen naar India en Zuidoost-Azië, waar ze gedijden. Van de vezels maakt men al sinds lange tijd kleding en stoffen.
Verwijst naar een dikke, los gesponnen draad of koord. Cordonnet wordt vaak gemaakt van zijde van mindere kwaliteit. Het wordt gebruikt voor contourpatronen bij het maken van kantwerk, voor garneersel of franje, en voor andere toepassingen waarbij de stof niet sterk hoeft te zijn.
Verwijst naar een aardewerkstijl die ontstond in de stad en de regio Corinthe op de Peloponnesus in het zuiden van Griekenland en zich op grote schaal uitbreidde naar andere delen van Griekenland, Italië en Egypte, in het bijzonder in de tweede helft van de 7de eeuw en de eerste helft van de 6de eeuw v. Chr. De stijl kenmerkt zich door grote vaten en krachtige decoraties geordend in friezen die het grootste deel van het oppervlak bedekken. De ontwerpen zijn zwartfigurig op een lichte terracotta achtergrond, met rode, witte en ingekerfde toevoegingen. De motieven kunnen geïnspireerd zijn door oosterse stoffen. Kenmerkend zijn de dieren, monsters of menselijke figuren, met ornamenten zoals stippen, blad- of rozetmotieven verspreid op de achtergrond.
Te gebruiken voor rechthoekige houders waarin corporalen worden bewaard. Gebruik ‘bursa’s’ voor vierkante houders van gesteven stof waarin tijdens een katholieke mis de corporale wordt bewaard.
Stoffen die worden gevormd als gevolg van het corrosieproces.
Kleine buisjes van glas, metaal, steen of een ander materiaal bedoeld om cosmetica in te bewaren. Veel gebruikt in het oude Egypte, Griekenland en Rome. De cosmetica werden uit de buisjes gehaald met een cosmeticastokje of een ander instrument. Tegenwoordig zijn ze gemaakt van buigzaam metaal of kunststof, en wordt de cosmetica eruit gehaald door erop te drukken.
Geweven bedovertrekken, vooral de overtrekken die zijn gemaakt uit één stuk stof, meestal wol of katoen. Geen Nederlands equivalent. Zie 'beddenspreien'.
Zwaar gestoffeerde, lage leunstoelen waarbij een franje meestal de poten en het houtwerk verbergt. Dit type werd geïntroduceerd in Frankrijk in de jaren veertig van de 19e eeuw.
Quilts bestaande uit stukjes stof van verschillend materiaal, vaak fluweel, satijn of brokaat en meestal in onregelmatige vormen en maten en versierd met fantasieborduursteken; geperst en meestal geknoopt in plaats van doorgestikt en zelden opgevuld.
Verwijst naar een warm gebroken wit dat in diverse tinten voorkomt en doet denken aan de kleur van room, de geelwitte vette stof die op het oppervlak van melk drijft.
Zeer lichte stof van verschillende vezelsoorten, met een ruw of gekrinkeld oppervlak dat wordt verkregen door het gebruik van overtorste draad of garen, door te bedrukken met caustische soda, te weven met wisselende trekspanningen of door persen in reliëf.
Het maken van kleine plooien of vouwen in papier met een mes, een proces dat zorgt voor een rekbaarheid, kracht, verdikking, vervormbaarheid en textuur die vergelijkbaar is met die in stoffen. Het verwijst ook naar het krullen of kroezen van haar of een soortgelijke behandeling van rubber of dunne stof.
Borduurtechniek waarbij met borduurwol meestal bloem- en krulmotieven in eenvoudige steken op effen stof worden aangebracht.
Verwijst naar borduurwerk dat wordt uitgevoerd met kenmerkende tweedraads, los getwijnde wollen garens die bekendstaan als ‘borduurwol’. Crewelborduurwerk is traditioneel gebaseerd op keperweefsel, met linnen schering en katoenen inslag; er kan echter ook zuiver linnen of katoen of een andere stof worden gebruikt. Het kan bedoeld zijn om te worden ingelijst of te worden verwerkt tot kledingstukken, bedbehangsels, meubelbekleding of andere zaken. Het kenmerkt zich door een lossere stijl dan andere typen boorduurwerk. Het maken van crewelborduurwerk bloeide in het bijzonder in het 16de- tot 18de-eeuwse Europa en zijn Amerikaanse kolonies, met ontwerpen die waren geïnspireerd door textiel uit India en het Midden-Oosten.
Onderrokken die oorspronkelijk werden gemaakt van stijve, geweven stof van paardenhaar, linnen, katoen of wol. Later veel gebruikt in combinatie met hoepels van balein of staal.
Kleine hanglampen van ijzer of aardewerk met een handvat aan één kant en een dunne tuit voor een pit aan de andere en met een rond reservoir ��� dat men een ���cruse' (���kruik') noemde ��� van ongeveer 7,5 cm in diameter waarin brandstof zat, gewoonlijk hard vet. Deze lampen ontstonden uit de panvormige lampen met drijvende pitten die mediterrane volken in voorchristelijke tijden gebruikten.
Historische term voor stoffen bedekkingen van kasten. Geen Nederlands equivalent.
Borduurwerk waarbij delen van de dragende stof worden weggeknipt of teruggetrokken, en waarbij steekjes worden gebruikt om rafelen te voorkomen en het geheel te verfraaiien door elementen opnieuw te bewerken en uitgeknipte delen weer op te vullen.
Familie van twee genera schildinsecten die op cactussen voorkomen. Het achterlijf is aan de achterzijde niet versmald. Op de rug bevinden zich wasklieropeningen. Een anale ring ontbreekt. De wasklierkanaaltjes zijn zeer klein en ontspringen uit het midden van een groepje sessiele poriën. De setae zijn stevig en afgesneden aan het uiteinde. Moleculaire gegevens duiden erop dat schildluisschilden feitelijk gespecialiseerde eriococcidae zijn (Gullan & Cook 2001). Deze insecten zijn naar alle delen van de wereld getransporteerd als potentiële bron van rode kleurstoffen, maar lijken inheems te zijn in de Nieuwe Wereld. Ze komen daar overwegend voor in de woestijngebieden van het zuidwesten van de Verenigde Staten, in Mexico en in Midden- en Zuid-Amerika. De cochenilleluis D. coccus wordt al enkele eeuwen gebruikt als bron voor rode kleurstoffen.
Verwijst naar de Griekse kunststijl tijdens de 7de eeuw v. Chr. die vooral wordt gekenmerkt door de figuratieve weergave en is genoemd naar Daedalus, een legendarische architect en beschermheer van handwerkslieden. De stijl wordt gekenmerkt door figuren met zuilvormige lichamen, versierd met ingekerfde patronen die de stof aanduiden, een vereenvoudigde anatomie, grote hoofden met brede platte gezichten, een starende uitdrukking en hoofdhaar in gestileerde strengen.
Beeldhouwtechniek die 'hol en droog lakwerk' wordt genoemd, waarbij lagen in lak gedrenkte stof worden aangebracht op een mal van klei. Zodra de lak opdroogt, wordt de mal verwijderd en wordt soms een houten armatuur ingebracht om kromtrekken te voorkomen. Deze techniek was populair tijdens de Hakuhou-periode (645-710) en de Nara-periode (710-749) en werd tegen het einde van de Nara-periode grotendeels vervangen door de droge houtkern-laktechniek ('mokushin kanshitsu').
Boomsoort van hardhout die inheems is in het Indiase subcontinent en die voornamelijk wordt aangetroffen langs rivieroevers. De soort is internationaal vooral bekend om zijn hoogwaardige palissanderhout, maar wordt lokaal vooral gebruikt voor de productie van het percussie-instrument kartaalsan, als een belangrijke brandstof en voor schaduw en beschutting.
Strook van watten of stof, door vrouwen gedragen om menstruaal bloed te absorberen.
Ruimzittende unisex-hemden met een Afrikaans ontwerp of gemaakt van Afrikaanse of op Afrika geïnspireerde stoffen. In de jaren zestig waren ze populair bij zwarte activisten van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging.
Deeg is het ongebakken basisproduct voor diverse soorten gebakken etenswaren, zoals brood, gebak en pasta. Het basisingrediënt van deeg is meel, aangevuld met een vloeistof en rijsmiddelen en smaakstoffen.
Accessoire bestaande uit stofachtige plooien of rolwerk, geschilderd achter of boven een heraldische verdienste.
Diverse instrumenten die de dichtheid of het soortelijk gewicht meten van vloeistoffen, vaste stoffen of gassen.
Sierhoofdbanden van metaal of stof; wordt vooral gebruikt voor het soort dat gedragen wordt als symbool van koninklijke waardigheid.
Procedés waarbij deeltjes selectief via membranen uit een vloeistof worden verwijderd, op basis van verschillen in diffusie.
Een zeer transparante en buitengewoon harde edelsteen van koolstof. Voorzover bekend is het de hardste stof.
Type carbonzwart dat voorkomt als anilinepigment, waarbij aniline, een primaire aromatische amine, wordt omgezet in een diazoniumzout dat als tussenstof fungeert bij de productie van kleurstoffen.
De verdeling van iets per oppervlakte-eenheid, bijvoorbeeld de maat van de massa van een stof per volume-eenheid of de hoeveelheid wooneenheden per km2 oppervlak.
Eigenschappen met betrekking tot, of gelijkend op diëlektrische eigenschappen, stoffen zoals lucht, keramiek of was, die als elektrische isolator fungeren en een elektrisch veld kunnen vasthouden.
Diep, doorzichtig, robijnrood karmijnpigment met een blauwige zweem, dat wordt gemaakt van kermes: een natuurlijke kleurstof afkomstig van insecten. Karmijn, een beter pigment dat in de 16e eeuw werd geïntroduceerd, werd de belangrijkste concurrent ervan.
Manier van knopen zetten, voor het eerst toegepast in de Victoriaanse tijd, waarbij er een diep geplooide, gerieflijke stoffering ontstaat.
Olie verkregen uit dierlijke stoffen.
Instrumenten waarmee de hoek wordt gemeten waarmee röntgenstralen, neutronen of elektronen worden afgebogen door een stof; wordt gebruikt om atomaire kristalstructuren te bestuderen.
Algemene term voor fysieke afdrukken van digitale afbeeldingsbestanden die men maakt door kleurstoffen aan te brengen op het te bedrukken materiaal, zonder daarbij een fysieke matrijs te gebruiken. Dit in tegenstelling tot de traditionele manier van drukken, waarbij afdrukken worden gemaakt met matrijzen, drukplaten, drukblokken, negatieven of dia's. Bij digitaal drukken wordt de drukmachine aangestuurd door elektronische signalen.
Instrumenten voor het meten van de uitzetting of verwijding van vloeistoffen of vaste stoffen onder invloed van warmte.
Een kleurloze, vluchtige, zeer brandbare vloeistof die mengbaar is met water.
Vloeibare terpeenkoolwaterstof die voorkomt in vele etherische oliën. Wordt meestal samen met andere terpeenachtigen verkregen uit bepaalde soorten terpentijn, en wordt vooral gebruikt als oplosmiddel en dispergeermiddel voor bijvoorbeeld hars en vernis.
Een stof die ervoor zorgt dat fijn gemalen stoffen zich fijn verdelen en niet vlokken, door de benodigde oppervlakte-energie van de deeltjes te doorbreken; wordt gebruikt als specieverdunner of slijpmiddel.
Een suspensie in een vloeistof, van relatief kleine stofdeeltjes die geen bijzondere neiging hebben om op te lossen in of te combineren met de vloeistof.
Verf waarbij water meestal de vluchtige stof is, met de verschillende niet-vluchtige substanties (zoals lijnolievernis) in een emulsie als het bindmiddel.
Het vervluchtigen of verdampen en bijgevolg het condenseren van een vloeistof, zoals wanneer water wordt gekookt en de stoom wordt gecondenseerd, voor bijvoorbeeld reiniging, concentratie of ontmenging van stoffen.
bon om te ruilen tegen een specifiek beperkt te verkrijgen product, meestal levensmiddelen of brandstof.
Lange, lage, gestoffeerde stoelen van Turkse afkomst, meestal zonder rug- of armleuningen.
Dichtgeweven stof in verschillende gewichten; wordt meestal gemaakt van vlas, hennep, jute of katoen en vooral gebruikt voor zeilen, dekkleden en stoffering en als ondergrond voor olieverfschilderijen. Het wordt ook gebruikt voor rasterachtig gaas dat van soortgelijke materialen is gemaakt en wordt gebruikt als ondergrond voor borduurwerk.
Wordt gebruikt voor een stuk stof waarin een lijk wordt gewikkeld voor de begrafenis.
Het op elkaar naaien van twee of meer lagen stof, waarbij de steken meestal patronen vormen.
De mate waarin gassen, vloeistoffen of wortels van planten een grondlaag binnendringen of doorboren.
Vellen papier of stof, meestal leeg, die tussen bladen met tekst of illustraties worden geplaatst, geplakt of gebonden met een beschermende of decoratieve functie, of om aantekeningen op te maken.
De eigenschap of toestand van een stof of voorwerp om licht door te laten maar zonder duidelijk zicht toe te staan.
Kopieën van documenten die tegelijk met het originele manuscript of de getypte tekst worden gemaakt door middel van een tussenliggend stuk papier dat is bedekt met koolstof.
De eigenschap of toestand van een stof of voorwerp om onbelemmerd licht door te laten, waardoor dingen die erachter liggen volledig zichtbaar zijn.
Slappe, stoffen mutsen met een gerimpelde bol, die in de 18e eeuw door vrouwen binnenshuis werden gedragen.
'Crusies' met twee bekkens, waarvan de bovenste de brandstof en pit bevat en de onderste de druppels opvangt.
Wordt gebruikt voor het geven van een tweede, vaak binnenste, laag, zoals bijvoorbeeld het aanhechten van een extra ondersteunende laag op de primaire ondergrond van een kunstwerk op papier of stof. Wordt ook wel 'doubleren' genoemd.
Draagbare stoelen die op twee lange palen steunen en meestal uitvoerig zijn gestoffeerd en gedecoreerd. Gebruik 'brancards' voor het vervoer van één persoon die meestal bestaan uit canvas of soortgelijk materiaal dat over een draagstel wordt gespannen of gelegd om zo zieken, gewonden of doden te vervoeren. Gebruik 'draagkoetsen' voor meer uitgebreid vervoer dat doosvormig is, vaak door gordijnen wordt omsloten en door mensen of dieren op palen wordt gedragen.
Elke vloeistof of substantie waarin pigment is gedispergeerd, waarbij het geheel een gepigmenteerde deklaag vormt, zoals verf of inkt.
Complex zijden weefsel met één kettingstelsel en twee gelijkwaardige inslagstelsels, vervaardigd in Spanje in de 13de en 14de eeuw op een trekgetouw zonder voorkam. De stof dankt zijn naam aan het visgraateffect dat hiermee bereikt wordt.
Voorstellingen van afhangende stof, zoals weergegeven in de beeldende kunst.
Studies, meestal tekeningen, gericht op de afbeelding van in plooien vallende stof.
Behang met patronen die gedrapeerde stoffen imiteren.
Doorlopende band van stevig, flexibel materiaal, zoals leer, stof, rubber of dikke draad, die wordt gebruikt voor het overbrengen van beweging of kracht van de ene katrol naar de andere of voor het transporteren van goederen.
Ruwe, stevige linnen of katoenen stof in verschillende gewichten, oorspronkelijk alleen in keperbinding, later ook in satijnbinding, waarbij aan het oppervlak vooral de schering is te zien; wordt gebruikt voor duurzame kleren en bekledingen.
Houders gebruikt om vloeistoffen uit te drinken.
Een op papier gemaakte tekening, prent, foto of ander kunstwerk op karton of een ander achterstuk bevestigen door een thermoplastische stof als bevestigingsmiddel te gebruiken.
Middelen voor het verwijderen van vervuilende stoffen uit de lucht van een systeem, door de lucht door verschillende roosters en droge poreuze materialen te leiden.
Wordt gebruikt voor bouwwerken van uiteenlopend ontwerp die zijn bestemd zijn om iets, bijvoorbeeld papier, tabak of stoffen in te drogen.
Instrumenten voor het meten van druk, meestal van gassen of vloeistoffen.
Wordt gebruikt voor onderdelen van een instrument die de druk van vloeistoffen meten en een elektrisch signaal voortbrengen dat in verhouding staat tot die druk.
Gordijnen, vaak in paren, vervaardigd uit rechte stukken stof waarop ringen en koorden bevestigd zijn die aan de achterkant op diagonale wijze van het midden van de onderkant naar de buitenste zijde van de bovenkant lopen. Als er aan de koorden wordt getrokken, rimpelt de stof op in twee bundels aan de zijkant, waarbij de punten aan weerszijden afhangen.
Wijde dubbele plooien waarbij de stof naar beide kanten naar onder gevouwen is. Gebruik 'inverted pleats' voor wijde dubbele plooien waarvan de platte vouw naar binnen in plaats van naar buiten gevouwen is.
Stof die de achterzijde van iets vormt of aan de achterzijde van een voorwerp is geplaatst of bevestigd om het te ondersteunen, versterken, verstevigen of te beschermen.
Fotografische procédés waarbij de afbeelding wordt verkregen door een bichromaatcolloïde oppervlak dat aan het licht wordt blootgesteld door een transparant materiaal te bestuiven met een kleurstof. De gedeelten die zijn blootgesteld verliezen hun kleverigheid en houden minder pigment vast. Meestal gebruikt voor afdrukken op glas of keramiek, waarbij de kleurstof er als een glazuurlaag op wordt gebrand.
Ontwikkeling die bedoeld is om te verzekeren dat het huidige gebruik van grondstoffen en het milieu de mogelijkheid van hun gebruik door toekomstige generaties niet schaadt.
Tak van de landbouw die tot doel heeft de productiviteit te behouden of verhogen op een economisch haalbaar, milieuvriendelijk en cultureel acceptabel niveau, door middel van een efficiënt behoud en gebruik van grondstoffen, waarbij ondertussen het milieu en de gezondheid van mens en dier wordt beschermd.
Procedé waarbij een beeld van een reliëf of gegraveerd oppervlak wordt overgebracht op een materiaal zoals papier of stof, hetzij door het materiaal op het oppervlak te leggen en druk en wrijving toe te passen met, bijvoorbeeld, krijt of potlood, hetzij door het oppervlak te inkten, het materiaal vervolgens op dat oppervlak te plaatsen, en daarna druk en wrijving uit te oefenen.
Houders om eetstokjes in te bewaren en te vervoeren. Vaak gemaakt van bamboe, ivoor, metaal, stof, hout of een ander materiaal. Soms is de houder gelakt en voorzien van gravures, maar vaak zijn ze ook onbewerkt.
Fluweel waarvan de pool het gehele oppervlak van de eigenlijke stof bedekt.
Ronddraaiende kloppers die met de hand worden bediend voor het beluchten van eieren of vloeistoffen, zoals room.
Verwijst meestal naar kenmerken die suggereren hoe een stof, of soms een groepering van onderdelen of eenheden, zal reageren onder bepaalde omstandigheden. Vaak kwantificeerbaar, hoewel vaak niet duidelijk zonder analyse of toetsing.
Een benaderingsmethode voor het analyseren van continue fysieke systemen, die wordt gebruikt in constructiemechanica, veldtheorie en vloeistofmechanica.
Het witte gedeelte van een ei, te onderscheiden van het eigeel. Wordt onder andere gebruikt als bindmiddel voor pigment en in vernissen en stijfsel. Gebruik liever 'albumine' voor dezelfde stof binnen de context van fotografische materialen.
Een subtractief kleurveranderingsprocédé waarbij gebruik wordt gemaakt van een film met een integraal tripack, waarbij elke laag verfstoffen bevat die passen bij de kleurgevoeligheid van de laag. Het beeld wordt gevormd door het chromogene procédé.
Synthetische elastomerische vezels of stoffen die grotendeels bestaan uit afwisselend starre en flexibele segmenten van polyurethaan. Het wordt in de kledingindustrie vooral gebruikt voor kousen, ondergoed, zwemkleding en andere nauwsluitende kleding. Spandex is de algemene naam in de Verenigde Staten en Canada. Elasthaan is de algemene naam die elders wordt gebruikt. Lycra is een handelsmerk van dit materiaal.
Pleistergereedschap van zeer flexibel koolstofstaal. Worden gebruikt bij het afwerken van pleister.
Typisch cilindrische of bijna cilindrische vaten, meestal van metaal of plastic, voor het opvangen, bevatten of dragen van vloeistoffen of vaste stoffen, en die meestal een beugelhandvat hebben en soms een los deksel.
De suspensie van druppeltjes van een vloeistof in een andere vloeistof, waarbij de eerste vloeistof niet oplosbaar is. Het kan ook een mengsel zijn van een vaste of halfvaste substantie met een vloeistof, soms met behulp van een emulgator. In de fotografie duidt het op het mengsel van bindmiddel en uiteindelijk afbeeldingsmateriaal.
Beschikbare voorraden of productiemiddelen voor energie, zowel natuurlijke - zoals fossiele brandstoffen of waterkracht - als kunstmatige, zoals kernbrandstof.
Gelaagde ruches van kant of ander stof die dienst doen als manchetten; waren vooral in de mode aan het eind van de 17e eeuw. Ook afneembare ondermouwen afgezet met kant of borduurwerk, die halverwege de 19e eeuw in de mode waren.
Bode of gezant van God, onstoffelijke hemelgeesten.
Fijne klei die, wanneer gemengd met water, resulteert in een romige vloeistof; wordt gebruikt bij het gieten, glazuren, versieren en repareren van keramiek. In de oorspronkelijke staat is het flexibel genoeg om te kunnen worden gebruikt voor glazuren en versieren zonder de hulp van toevoegsels. Gebruik 'slibglazuur' voor keramisch glazuur met een hoog gehalte aan slib.
Bedekkingen van stof, leer of soortgelijk materiaal die over de enkel en soms het onderbeen worden gedragen en een (halfhoge) laars of schoen bedekken.
Tassen zonder hengsel of riem, gewoonlijk met een knip, die door hun grootte gemakkelijk in de hand kunnen worden gedragen; gemaakt van uiteenlopende stof- of leersoorten.
Een uit een groep van complexe organische stoffen gevormd in de levende cellen van planten en dieren; het is een noodzakelijke katalysator voor de chemische reacties van biologische processen.
Liturgisch kledingstuk dat in sommige Oosters-orthodoxe kerken wordt gedragen als teken van onderscheiding of autoriteit. Het bestaat uit een ruitvormig, stijf stuk stof dat langs de rechterkant van het lichaam hangt onder het middel.
Oosters-orthodoxe religieuze stola waarvan de twee uiteinden aan elkaar zijn vastgenaaid en recht naar beneden hangen, tot op de knieën of tot de grond, met een opening aan de bovenkant voor het hoofd. De voorkant kan ook van één stuk stof zijn gemaakt in plaats van twee aparte stukken. De sticharion en epitrachelion worden bijeengehouden door de zone (gordel), een smalle riem van wollen stof met gespen. Het verschil met stola's uit de westerse kerk is erin gelegen dat het epitrachelion recht hangt en niet gekruist over de borst.
Een in de natuur voorkomende grondstof waar mineralen uit kunnen worden gewonnen. De term wordt doorgaans, maar niet altijd gebruikt met betrekking tot metaalhoudende materialen en wordt vaak voorafgegaan door de naam van het waardevolle bestanddeel, bijvoorbeeld ijzererts.
Grote vaten bestaande uit drie bolvormige flessen, bedoeld om gevuld te worden met verschillend gekleurde vloeistof (meestal water). Werden in de 19e eeuw geplaatst in het raam of op de toonbank van apothekerswinkels om de aandacht van klanten te trekken.
Aromatische olie die in ongemengde vorm wordt gevonden in verscheidene plantendelen; wordt gebruikt voor smaakstoffen, parfums, ontsmettingsmiddelen en medicijnen.
Een kleurloze, vluchtige, brandbare en met water vermengbare vloeistof, die gegiste en gedistilleerde dranken hun giftige eigenschappen geeft.
Een kleurloze vloeistof die bijvoorbeeld wordt gebruikt als bron voor colloïdaal silica in hitte- en zuurbestendige coatings, of als beschermlaag voor industriële gebouwen en gietvormen, als hechter voor steen en als bindmiddel.
Stukken papier, leer, stof of kleine tabletten waarop is geschreven en die ergens aan zijn bevestigd ter identificatie of beschrijving. Verwijst in de context van boekbinden specifiek naar papier of ander materiaal, anders dan de kaft van een boek, waarop de naam van de auteur en de titel zijn afgedrukt, die zijn vastgelijmd aan de rug of voorkaft. Voor grotere, meer algemeen identificerende aankondigingen wordt 'herkenningsborden' gebruikt.
Hout van de boom behorende tot het genus Eucalyptus uit de mirtefamilie (Myrtaceae), inheems in Australië, Nieuw-Zeeland, Tasmanië en nabije eilanden. Het wordt gebruikt als brandstof en voor omheiningen.
Oud-Griekse houders voor vloeistoffen, wellicht parfum (reukolie), met een zeer kenmerkende vorm: een afgeplatte bolvormige kom met een inwaarts gedraaide rand, een korte of lange voet en een deksel met fioel. De deksels zijn zelden bewaard gebleven. In vaasschilderingen komt de exaleiptron meestal voor in taferelen met badende vrouwen of vrouwen die deelnemen aan begrafenisrituelen. Ook andere antieke namen (‘kothon’, ‘plemochoa’ en ’smegmatothèkè’ of ‘smematothèkè’)zijn in de moderne tijd wel gebruikt om te verwijzen naar deze vaatwerkvorm.
Enkelvoudige stof of mengsel van stoffen; bij de ontleding plant zich een vlam- of schokgolffront door de stof voort met een snelheid van resp. enkele honderden meters tot enkele kilometers per seconde.
Te gebruiken voor grondstoffen, handelswaar of materialen die worden verscheept, verstuurd of op een andere manier getransporteerd van het ene land naar het andere en die zijn bestemd voor gebruik, verkoop, recycling, ruil of doorvoer.
Het facet Materialen behelst fysieke stoffen, van zowel natuurlijke als synthetische oorsprong: van specifieke materialen die op functie zijn ingedeeld, zoals 'kleurmiddelen', tot grondstoffen die zijn gevormd of verwerkt tot producten die bij de vervaardiging van structuren of objecten worden gebruikt.
Stof in kettingribsbinding, oorspronkelijk van zijde, maar tegenwoordig ook van wol, katoen en synthetische vezels. Het wordt gekenmerkt door lichte platte ribbels in de inslag en gebruikt voor bijvoorbeeld mantelpakken en jurken, hoeden, garneersels en stoffering.
Lichten die meestal in de hand worden gedragen. Ze bestaan uit een stuk harshoudend hout of bundels van vezels die met pek, was, hars, talk of een andere brandbare stof worden doordrenkt. De naam wordt ook gebruikt voor lampen op stokken die als fakkels worden gedragen.
Doorstiktechniek waarbij lagen stof zonder vulling ertussen met achtersteek zijn genaaid, en waarbij de spanning zodanig is dat de bovenlaag iets is toegegeven ten opzichte van de onderlaag, wat een indruk geeft van vulling.
Borstvullingen, vaak gemaakt van kunststof, die in de b.h. worden gestoken om de borsten groter te laten lijken.
Raamopeningen die afgesloten worden met stof of doorzichtig papier in plaats van glas.
Donkerblauwe verfstof die een phenylimidederivaat van een chinoline is.
Damessjaals van een lichte stof, vaak wit en doorschijnend, die om de hals en schouders worden gedrapeerd en worden vastgeknoopt, waarbij de uiteinden loshangen.
Inzetstukken in velerlei vormen zoals een ruit of een driehoek van bijvoorbeeld stofof leer, die in een naad worden geplaatst zoals in een mouw of handschoen om meer bewegingsvrijheid te bewerkstelligen. Wordt ook gebruikt voor de maliën of plaatstukjes voor de openingen van scharnierpunten in een harnas. Gebruik 'geren' voor panden die het gehele kledingstuk aan de bovenzijde versmallen.
Elk poreus materiaal, zoals papier of zand, waar een gas of vloeistof door wordt gezeefd om stof in suspensie eruit af te scheiden.
Een substantie die wordt gebruikt om de duurzaamheid of stabiliteit van een andere substantie te vergroten, zoals pigment op papier of verfstof in textiel.
Geruwde stof in effen- of keperbinding, gemaakt van wol in verschillende gewichten of zacht katoengaren, vaak in combinatie met synthetisch garen.
Vaten waarvan hals en mond aanzienlijk smaller zijn dan de buik; om er vloeibare en droge stoffen in te doen.
Grofgebreide matten met een ruige pool van korte stroken stof die tijdens het breien worden ingevoegd.
Verzamelnaam voor weefsels waarvan het oppervlak bedekt is door korte, recht opstaande garenuiteinden, die pool of floers heten. De pool is geschoren en geeft daardoor een glad uiterlijk aan de stof. Is de pool langer dan 1.5 mm dan spreekt met van pluche. Fluweel wordt uit vele verschillende materialen vervaardigd, meestal echter uit katoen. Indien men een hoge glans wenst wordt zijde, mohair en ook celluloseacetaat gebruikt. Elastische vezels die niet pletten geven echte de beste kwaliteit.
Een plantaardig sap dat van nature rood van kleur is en in de Middeleeuwen werd gebruikt als kleurstof; waarschijnlijk verkregen uit de zonnebloem.
Lampen waarbij het stijgen van de olie wordt beïnvloed doordat een vloeistof met een grotere dichtheid druk uitoefent op een luchtkolom. Dit principe is gebaseerd op een bewerking van Hero's pompen (220 v.C.). Gebruik 'Cardanlampen' voor lampen die volgens het 'bird-fountain' principle werken.
Brons dat fosfor bevat, of waaraan zuurstof is onttrokken door toevoeging van fosfor in de laatste bewerkingsfase; er blijft weinig of geen fosfor over in de uiteindelijke legering.
Lichtemissie die het gevolg is van energieabsorptie door een stof uit bronnen zoals zichtbaar licht, infrarood licht, ultraviolet licht, elektriciteit, kathodestraling of röntgenstraling, en die vrij lang na het stopzetten van de energievoorziening aanhoudt.
Het verschijnsel van dubbele breking van gepolariseerd licht door een doorzichtige stof die onder elastische spanning staat, gebruikt voor het meten van de belasting van elastische, doorzichtige materialen.
Bedden met een eenvoudig, houten raamwerk waaraan de bedbehangsels zijn opgehangen zodat ze een vlakke, rechthoekige 'doos' vormen. De houten onderdelen zijn onzichtbaar, zelfs de posten zijn met stof bekleed. Gebruik 'sledebedden' voor bedden waarvan de twee uiteindes dezelfde hoogte hebben.
Term die tijdens het midden van de 18e eeuw werd gebruikt voor leunstoelen met een gestoffeerde zitting en rug, een frame met houtsnijwerk en cabrioolpoten.
Verpulverd materiaal dat is gemaakt van verdunningsmiddel, zand of ander vuurvast materiaal. Het is halfgesmolten, maar niet volledig verglast. Wordt vaak gebruikt voor het maken van glazuren en kan een kleurstof bevatten die het glazuur kleurt.
Banden van stof die over het voorhoofd of over de hoofdbedekking worden gedragen en vaak versierd zijn met parels, edelstenen of andere soortgelijke versieringen.
Beeldvervaardigingstechniek waarbij gebruik wordt gemaakt van rook als expressiemiddel. Er wordt namelijk papier boven een kaarsvlam gehouden en men laat de zwarte koolstofresten op het papier vallen, ervoor zorgend dat een gelijkmatige, gladde textuur wordt gevormd.
Wordt algemeen gebruikt voor voorwerpen die worden geassocieerd met of gebruikt bij rituelen met betrekking tot begraven en cremeren. Soms is de definitie ervan beperkter en duidt dan alleen op de voorwerpen die bij een menselijk stoffelijk overschot worden geplaatst op het moment van sterven of daarna, als deel van een overlijdensrite of ceremonie.
Vorm van rapid prototyping met geleidelijke extrusie van draadvormig thermoplastisch kunststof op een platform, waardoor dwarsdoorsneden van een object worden gecreëerd en uiteindelijk een driedimensionaal prototype van kunststof resulteert.
Houders in de vorm van een vat, vooral die welke sterker en groter zijn dan vaten, gemaakt van duigen, bodems, deksels en hoepels, en meestal stevig in elkaar gezet zodat er vloeistoffen in kunnen worden bewaard.
Hout van de boom Chlorafora tinctoria; het vloeibare extract geeft de gele verfstof morine.
De studie van de relatie tussen de fysische en chemische eigenschappen van stoffen.
Repen stof die van voren naar achteren tussen de benen lopen en aan een koord of band om het middel zijn vastgemaakt en daardoor gesteund worden.
Natuurlijke, bijna permanente kleurstof die vooral wordt verkregen van verschillende soorten acacia en mimosa. Wordt gebruikt om bruine, zwarte en olijfkleurige tinten te maken en wordt ook toegepast bij het leerlooien.
Banken die vaak bijpassend met stoelen of halspiegels worden gemaakt, meestal zonder opvulling en stoffering. Ze zijn bedoeld om in hallen en gallerijen te gebruiken.
Genus met 240 soorten bomen en heesters die algemeen voorkomen in tropische gebieden, met name de tropische regio's van Afrika, Azië en Oceanië (met inbegrip van Australië). Sommige soorten worden gekenmerkt door stugge bladeren en kleine oranje vruchten met een dikke schil en sappig, zurig en sterk geurend vruchtvlees. De hars wordt voor allerlei kleurstoffen gebruikt.
Verwijst naar een stof in gasvormige toestand. De gasvormige toestand is de toestand die zich onderscheidt van de vloeibare en vaste toestand door een zeer lage dichtheid en viscositeit, relatief hoge uitzetting en inkrimping bij wijzigingen in druk en temperatuur, de mogelijkheid om zich snel te verspreiden en de spontane tendens om zich evenwichtig te verdelen over elke willekeurige houder.
Chromatografie toegepast op vluchtige stoffen die reeds verdampt zijn of die men laat verdampen.
Grote cilindrische of bolvormige tanks met gas dat men als brandstof gebruikt.
Gebruik voor interne verbrandingsmotoren aangedreven door een mengsel van gasvormige brandstof en lucht.
Lampen die branden door het vergassen van een vluchtige vloeistof.
Het opnemen van gasmoleculen, opgeloste substanties of vloeistoffen door de oppervlakken van vaste stoffen en vloeistoffen waar ze mee in contact komen.
Het procédé waarbij een vloeistof of een mengsel van gassen en vloeistoffen binnen een poreus vast materiaal wordt getrokken en de doordringbare poriën daarvan vult. Gaat meestal samen met een fysieke en/of chemische verandering.
Het veroorzaken van oxydatie door zuurstof uit de lucht of spontane oxydatie ten gevolge van zelfkatalysatie.
Verwijst naar het proces waarbij klei of een ander materiaal door hitte op een open vuur of in een speciale vuurkuil wordt geprepareerd, behandeld of omgevormd. Wordt gekenmerkt door de vrije circulatie van zuurstof - waardoor het ijzer en andere onderdelen van het materiaal oxideren - en de relatief lage temperatuur. Het verschil met bakken in een oven is dat dit laatste een hogere temperatuur mogelijk maakt en dat de bakruimte kan worden afgesloten voor zuurstof.
Verwijst naar het procedé waarbij een naald en een draad of een dunne metaaldraad worden gebruikt voor het stikken van decoratieve patronen in stof, leer, papier of ander materiaal. Gebruik 'brocheren' voor de techniek van het aanbrengen van inslagpatronen, waarmee verhoogde patronen worden ingeweven in een geweven stof.
Boekbanden met stoffen kaften, meestal van fluweel, zijde of canvas, bewerkt met gouden, zilveren of zijden draad. Deze boekbandkunst kende zijn hoogtepunt in Europa in de 16de en 17de eeuw.
Techniek voor het aanbrengen van lancé-patronen, waarbij hoger liggende patronen op geweven textiel worden geweven. Gebruik 'borduren' voor het met de hand of machinaal stikken van decoratieve ontwerpen op stof, leer of papier.
Elke keperstof waarbij de diagonale lijnen met opzet zijn onderbroken. De bindingspunten schuiven niet regelmatig één scheringdraad op bij elke volgende inslagdraad, maar de onderbrekingen keren terug met regelmatige tussenpozen.
Handeling of procédé waardoor gassen of dampen worden verdicht tot een vloeistof of een vaste vorm.
In algemene zin, het uitvoeren van handelingen die erop gericht zijn een voorwerp, materiaal of systeem tegen beschadiging of teloorgang te beschermen. In specifieke zin verwijst de term naar handelingen die bedoeld zijn om voedsel of andere organische stoffen of ecosystemen voor teloorgang te behoeden. Gebruik 'behoud' voor de functie of discipline van het conserveren van bouwwerken, of gebruik anders een specifieke vorm van behoud, bijvoorbeeld 'monumentenzorg'.
Water ergens uit verwijderen of water ergens aan onttrekken. Hierbij kunnen andere vloeistoffen achterblijven. Gebruik 'drogen' voor het procédé van het volledig of vrijwel volledig vrijmaken van vloeistoffen.
Het doen ronddraaien van huiden, vellen of vellen in een trommel om bijvoorbeeld water of andere vloeistoffen eruit te verwijderen, om bijvoorbeeld verf- of looistoffen eraan toe te voegen of om ze te wassen.
Valletjes waarbij de stof stof die rondom een roede, stang of bevestigingslat gedrapeerd of hiervan afhangt. Ze worden zowel zelfstandig als bij gordijnen gebruikt.
Iets volledig of vrijwel volledig vrijmaken van vloeistoffen. Gebruik 'dehydreren' voor het verwijderen of onttrekken van water, waarbij andere vloeistoffen kunnen achterblijven.
Wordt gebruikt voor procédés waarbij een beeldende of tekstuele voorstelling wordt overgebracht op papier of stof, meestal door middel van een plaat, blok, steen of rooster. Wordt ook gebruikt voor het maken van fotografische afdrukken. Gebruik liever 'drukkunst' voor het drukken als schone kunst.
Wordt gebruikt voor de diepdruktechniek waarbij een ontwerp wordt gemaakt met een zuurbestendige stof die de metalen drukplaat beschermt. De plaat wordt blootgesteld aan zuur, dat in de plaat inbijt, zodat de delen van de metalen plaat die aan het zuur blootstaan, worden geëtst.. Gebruik 'bijten' voor het inwerken zelf (van zuren op een drukplaat ten gevolge van blootstelling).
Het samenvoegen van twee oppervlakken met behulp van een in het algemeen kleverig, plakkerig mengsel zoals een kleefstof, of door middel van fysieke of chemische kracht.
De chemische reactie van water en een andere stof, waardoor twee of meerdere nieuwe stoffen ontstaan. Hierbij worden de watermoleculen geïoniseerd en wordt de gehydrolyseerde stof gesplitst. Door de hydrolyse van zout ontstaat bijvoorbeeld een licht zure of alkaline oplossing.
De krachtige toediening van een vloeistof of andere, meestal vloeibare substantie in objecten of constructies om deze te verduurzamen, stabiliseren, versterken of repareren.
Het proces waarbij papier of stof van een plat, glad, glanzend of gegaufreerd oppervlak wordt voorzien door de stof of het papier onder hoge druk tussen rollers door te halen.
Het veranderen van de kleur van een voorwerp of het geven van kleur door het aanbrengen van kleurstof, zoals verf.
Een halfstijf colloïdaal systeem van een vloeistof in een vaste stof.
Te gebruiken voor met hars geïmpregneerde materialen zoals papier of stof, die zijn vervaardigd onder hoge temperaturen en druk. Te onderscheiden van 'gelamineerde kunststof' die bestaat uit een dun vel van op elkaar gelegde lagen plastic, gehecht of geïmpregneerd met hars en onder verhitting samengeperst.
Het aan elkaar naaien van kleine stukken stof om een groter geheel te vormen.
Een in water oplosbare, smakeloze, kleverige vorm van behandeld collageen dat is verkregen uit botten, hoeven of huiden en wordt gebruikt als dispersiemiddel, stijfsel, kleefstof of deklaag voor fotografische films en als stabilisator voor levensmiddelen en farmaceutische preparaten. Heeft een hoog moleculair gewicht na verwerking, in tegenstelling tot het intensiever bewerkte collageen waarvan dierlijke lijm wordt gemaakt.
De mechanische stralingsenergie die wordt overgeseind door golven in de lucht of andere stoffelijke media en de feitelijke oorzaak is van het zintuiglijke horen.
Verwijst naar een techniek waarbij touwtjes of dikke garens worden geknoopt tot een grof soort kant of tot decoratieve franje. Het wordt doorgaans uitgevoerd met behulp van een gevuld kussen op een houten lijst waarop de knoopdragende steuntouwen of de zoom van een stuk stof worden vastgezet. Vanaf de zoom of een lijn met knoopdragende touwen worden lange garens of touwen met knopen vastgezet en de lange garens worden vervolgens aan elkaar geknoopt met diverse knopen om zo patronen of ontwerpen te vormen. Tijdens het werken kunnen pennen worden gebruikt om de garens op het kussen vast te zetten. De techniek werd in het 19e-eeuwse Genua (Italië) ontwikkeld, maar de term is afgeleid van het Turkse woord voor 'handdoek' omdat het proces is geïnspireerd op de decoratieve franje op Turkse handdoeken en andere stoffen. het is ook gebaseerd op de technieken van 16de-eeuwse Italiaanse handwerkslieden bij het maken van 'punto a groppo'.
Een mengsel van de ongesmolten grondstoffen, bijvoorbeeld zand en glasscherven, in de juiste verhoudingen en klaar om tot glas te worden versmolten.
Wordt gebruikt voor procédés waarbij mineralen in een andere stof worden ingebracht, bijvoorbeeld in een gesteente om ertsaanzetting te veroorzaken, of in organisch materiaal om fossielvorming te veroorzaken.
Wordt in de chemie gebruikt als aanduiding voor procédés waarbij zuren en basische stoffen betrokken zijn en waarbij uiteindelijk noch alkali noch alkaline wordt gevormd.
Elk doordringbare textiel dat wordt gebruikt met fundering, aarde, steen, grond of elke andere stof verwant aan de geotechniek, als een integraal deel van door de mens vervaardigde producten, structuren of systemen.
Wordt gebruikt om aan te geven dat iets met zuurstof in aanraking is geweest, maar ook om aan te geven waartoe dat contact heeft geleid. Soms draagt oxyderen bij aan de aantasting van een oppervlak, zoals bij corrosie.
Het bevestigen van stoffering door middel van knopen, meestal in een vierkant of diamantvormig patroon, voor een decoratief effect.
Conserveringsmethode voor vergankelijke biologische preparaten, waarvan de structuurelementen worden gefixeerd, bij voorkeur met aceton ontwaterd, met reactiekunststof zoals siliconerubber in vacuüm doordrenkt een vervolgens worden gehard
Het op vastgestelde, regelmatige afstanden dubbelvouwen van stof, waarna de plooien worden geperst en eventueel vastgenaaid.
Geeft aan dat papier, karton, velijn of stof gekreukt, samengetrokken, krom getrokken of geribbeld is.
Geknoopte poolweefsels, opgehangen aan een stok in een deuropening ongeveer 25 cm boven de drempel om stof en dieren buiten te houden circa 30 cm lang en 90 cm breed.
Een baksteen van hoge kwaliteit waarvan de blauwe kleur wordt verkregen door het bakken in een bakoven met een vlam die een laag gehalte aan zuurstof bevat.
Verwijst naar het procedé voor het bevestigen, afsluiten, samenvoegen, repareren of creëren van versieringen door stiksels, de gedeelten van draden van stof of een ander materiaal die door middel van een in-en-uit-beweging met een naald en draad door de dikte of het oppervlakte van het materiaal worden gehaald, of de lussen van draad die op een naald worden gecreëerd bij breiwerk en ander handwerk. Stikken wordt gebruikt voor het vastmaken, verbinden, sluiten, verenigen, herstellen, of het creëren van versiering. De betekenis overlapt met 'naaien (naaldwerkprocedé)'.
Een drukprocedé waarbij kleurstof aan een groot deel van de afdruk wordt toegevoegd door suikerkristallen op de etsgrond te strooien terwijl deze nog heet en vloeibaar is. Wanneer de plaat is afgekoeld en de suiker wordt weggespoeld, blijft een willekeurig putjespatroon van uiteenlopende diepte achter, wat overeenkomstige groepen zwarte puntjes op de betreffende afdruk oplevert.
Behandeling waarbij de huid wordt getekend of gekleurd door die met kleurstof in te prikken of door het maken van littekens, zodat onuitwisbare tekens ontstaan.
Fotografische ontwikkeltechniek waarbij het zilver of een deel daarvan wordt omgezet in een zwart-wit beeld met behulp van anorganische zouten of bijtende kleurstoffen, waardoor meestal de gehele toon van het beeld verandert.
Gebruik voor lange of wijde delen van het land van waaruit de aarde is verwijderd, meestal door het graven van sleuven of afgraving. Voor verticale diepe holtes in de aarde om vloeistoffen naar boven te halen, gebruik "putten." Voor ondiepe grote uithollingen in de aarde om materialen te winnne of te begraven, gebruik 'groeven'.
Een donkere, prettig ruikende oleohars verkregen van bomen van het geslacht Styrax, waaronder S. benzoë en S. officinalis, deze groeien in Thailand, Maleisië en Indonesië. Benzoë hars werd gebruikt door de 16e eeuw als een gedistilleerde vernis voor schilderijen. Het wordt ook gebruikt als een weekmaker voor vernissen en lakken, een parfum, als een antiseptisch middel, en een deodorant. Benzoë hars is niet hetzelfde als de chemische stof genaamd "benzoë," dat is een poeder verkregen uit benzaldehyde. Voor de bruine, kleverige, aromatische hars verkregen van bomen van het geslacht Liquidambar, gebruik "styrax."
Het aanbrengen van een kleurstof die zich in een solutie of een fijne colloïde bevindt, zodat in ieder geval iets van de kleurvloeistof door de substantie wordt opgenomen.
Iets, bijvoorbeeld stof of papier, over zichzelf heen buigen. De term wordt ook als meervoudsvorm gebruikt van het zelfstandig naamwoord 'vouwen' waarmee de delen die over elkaar zijn gevouwen worden aangeduid. Gebruik 'plooien' voor de ribbels of rimpels die door het vouwen ontstaan. Gebruik het adjectief 'opvouwbaar' voor voorwerpen die zijn ontworpen om klein te worden opgevouwen.
Reinigen met water of een andere vloeistof.
Levende structuren die deel uitmaken van het plantenrijk; doorgaans zijn ze niet in staat tot voortbeweging en bezitten ze geen specifiek gevoels- of denkorgaan of spijsverteringskanaal, en kunnen ze zich volledig in leven houden op anorganische stoffen.
Wordt algemeen gebruikt voor harnas dat bestaat uit leer en stof, meestal gewatteerd of doorgestikt, en dat niet is onderworpen aan een hardingsproces van welke soort dan ook.
Wordt gewoonlijk gebruikt voor het dooreenvlechten van draden of stroken van verschillend materiaal, zoals riet, textiel of twijgen, om materialen of objecten zoals vlechtwerk, stof, manden of bloemkransen te maken. Wordt met name gebruikt voor het maken van textiel op een weefgetouw of een ander weefapparaat door middel van het ineenvlechten van schering en inslag in een bepaalde volgorde.
Een drukprocedé waarbij kleurstof aan een groot deel van de afdruk wordt toegevoegd door zoutkristallen op de etsgrond te strooien terwijl deze nog heet en vloeibaar is. Wanneer de plaat is afgekoeld en het zout wordt weggespoeld, blijft een willekeurig putjespatroon van uiteenlopende diepte achter, wat overeenkomstige groepen zwarte puntjes op de betreffende afdruk oplevert.
Te gebruiken voor excrement van bepaalde dieren, voornamelijk vee. Kan ook worden gebruikt voor excrement dat vaak is verrijkt met verschillende chemicaliën en wordt gebruikt als meststof.
Een ijzerlegering die koolstof en silicium bevat, met een hoge compressiesterkte maar een lage treksterkte. Er worden zeer veel verschillende objecten van gietijzer gemaakt door het gesmolten metaal in zandvormen te gieten en vervolgens machinaal verder te verwerken. De objecten worden gebruikt in de bouw en als decoratieve en gebruiksvoorwerpen.
Lepelvormig gerei met een diep komvormig gedeelte en een relatief lang handvat dat wordt gebruikt voor het optillen, overbrengen of opdienen van room, soep, bowl of andere vloeibare stoffen.
Koffer om een gitaar in te bewaren en te vervoeren. Vaak gemaakt van leer of kunststof en van binnen gevoerd met fluweel of een ander zacht materiaal.
Geweven stof met een glad, glimmend oppervlak, gekenmerkt door een hoofdbindingssysteem, de satijnbinding. Bij deze binding loopt elke kettingdraad over vier of meer opeenvolgende inslagdraden heen en onder de volgende door, het bindingspunt. De bindingspunten van de naast elkaar liggende kettingdraden zijn van tenminste twee inslagdraden verschoven, zodat nooit keperlijnen gevormd worden.
Een amorfe, anorganische substantie die wordt gemaakt door silica (siliciumdioxide) te fuseren met een basisoxide, meestal transparant maar vaak ook doorschijnend of ondoorschijnend. Kenmerkende eigenschappen zijn de hardheid en stijfheid bij normale temperaturen, de plastische eigenschappen bij verhoogde temperaturen en de weersbestendigheid en bestendigheid tegen de meeste chemische stoffen, behalve waterstoffluoride. Het wordt gebruikt voor zowel gebruiksdoeleinden als decoratieve doeleinden, en kan worden gemaakt in diverse vormen, gekleurd en gedecoreerd. Glas is ontstaan als glazuur in Mesopotamië in ongeveer 3500 v. Chr. De eerste voorwerpen die geheel van glas zijn vervaardigd, dateren van ongeveer 2500 v. Chr.
Glas dat tot een vezelachtige vorm is getrokken, die in stof kan worden verweven. Het is sterk, licht, niet brandbaar en heeft een grote treksterkte.
Klokvormige glazen potten of deksels om gevoelige instrumenten of voorwerpen te beschermen tegen stof of beschadiging. Ook vaten voor gassen of vacuüms bij chemische experimenten.
Een kleurloze, zware, zoete vloeistof die is afgeleid van natuurlijke vetten en oliën. Het kan worden gebruikt als weekmaker in bepaalde (oplos)middelen.
Te gebruiken voor diverse treinstellen die zijn ontworpen om goederen, koopwaar en delfstoffen te vervoeren, of voor wagons van goederentreinen die worden gebruikt om personeel te vervoeren of huisvesten.
Wordt verkregen door de distillatie van oliehoudende terpentijnharsen en wordt vooral gebruikt als oplosmiddel en verdunner, als grondstof voor bepaalde chemicaliën, zoals synthetische kamfer, en in de geneeskunde.
Behangsels van stof voor ramen, deuropeningen of andere openingen, meestal met zomen, omslagen voor de gordijnroede, plooien of franjes en aan de bovenzijnde van de openingen opgehangen; ter bescherming tegen licht, tocht of inkijk, of ter decoratie.
Wordt gebruikt voor decoratieve stroken of lussen, vervaardigd van stof, koord of metaal, die ontworpen zijn om een gordijn of draperie aan één kant vast te zetten waardoor het gedeeltelijk open wordt gedrapeerd.
Handelsnaam van Teflon-gebaseerd membraan, dat is gevuld met talrijke minuscule poriën. Hierdoor laat het zuurstof door, maar is het tevens damp- en waterdicht. Het wordt vooral gebruikt als een laminaat tussen stoflagen in weerbestendige kleding en schoeisel.
Ondoorzichtige verf op waterbasis, meestal samengesteld uit pigment in Arabische gom met een witte stof die dekking bevordert; kan worden gebruikt voor accenten in aquarellen of voor hele schilderijen.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Au en het atoomnummer 79. Het is een zacht, zwaar, chemisch inactief en geel metaal en wordt al sinds de oudheid als edel beschouwd. Het dient in vele culturen als de basis voor materiële handelswaarden. Ook te gebruiken voor het metaal wanneer het wordt bewerkt en vervormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, verschillende voorwerpen en materialen te maken.
De kleefstof die bij vergulden wordt gebruikt om het bladgoud aan de grondlaag te hechten.
Een in de natuur voorkomende gekristalliseerde vorm van koolstof, dimorf met diamant. Grafiet heeft een gelaagde structuur die bestaat uit ringen met zes koolstofatomen die zijn gerangschikt in horizontale lagen die relatief ver van elkaar af liggen, en kristalliseert in het zesvlakkige systeem, anders dan diamant, waarbij koolstofatomen kristalliseren in het achtvlakkige of viervlakkige systeem. Hierdoor hebben diamant en grafiet zeer verschillende eigenschappen. Grafiet is ondoorzichtig en zacht, voelt vettig aan en is ijzerzwart tot staalgrijs van kleur; het komt voor als kristallen, vlokken, schilfers, aders, bodemlagen of verspreid in metamorfe gesteenten.
Gedenkteken op een graf in de vorm van een tekstbordje van hardsteen, van een bloem, een vogel, een vaas etc. van geglazuurd aardewerk, kunststof of ander materiaal.
Familie van meer dan 8000 genera en 10.000 soorten overblijvende planten met lange cilindrische bladeren die men gebruikt voor het maken van papier, touw, manden en stoffen. Daarnaast produceren vele soorten eetbare granen, de belangrijkste voedselbron in de wereld.
Verwijst naar een fase in de hoog-paleolithische vervaardiging van stenen gereedschap, die wordt aangetroffen in Italië, Frankrijk en Rusland. Aanvankelijk werd aangenomen dat het een late fase van de Aurignacien-cultuur betrof, maar tegenwoordig wordt het Gravettien beschouwd als gedeeltelijk samenvallend met het hoog-Perigordien. Het kan in verband worden gebracht met de Cro-Magnonmens en wordt gekenmerkt door de paardenjacht in het westen en de mammoetjacht in het oosten, het gebruik van rode oker als kleurstof en de vervaardiging van Venusfiguren, sierraden en verschillende werktuigen. De Gravettien-nijverheid verschilt van die van het Aurignacien in het gebruik van zogenaamde pijlbladen: werktuigen die zijn vervaardigd met een afwerktechniek waardoor er één botte kant ontstaat. De Gravettien-nijverheid in Rusland wordt vaak aangeduid als Oost-Gravettien.
Hout van de boom behorende tot het genus Betula populifolia, te vinden in bosjes op vochtig terrein in het noordoosten van Noord-Amerika. Het wordt gebruikt voor het maken van draaiwerk en als brandstof.
Boomsoort die voorkomt in de oostelijke helft van Noord-Amerika, van Canada tot Alabama en tot de rivier de Mississippi. Het hout van de boom gebruikt men voor houtsnijwerk en meubels. Uit de schors, wortels, bladeren en de schillen van de zaden wint men kleurstoffen. Met de kleurstof uit de schillen van de zaden en een bijtmiddel met aluminium kan men wol kleurvast bruin verven en katoen grijsgroen. De kleuren kan men donkerder maken door ijzersulfaat toe te voegen. Tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog gebruikte men de kleurstof uit grijze walnoten voor de uniformen van het leger van de zuidelijke staten.
Verwijst naar kruissteekborduurwerk waarin het ontwerp wordt uitgevoerd op canvas of stof met circa drie tot zes mazen per strekkende centimeter, waardoor betrekkelijk grote en dikke steken mogelijk zijn.
Een substantie die wordt gevonden op bepaalde eilanden en kustgebieden die vaak worden bezocht door zeevogels; bestaat voornamelijk uit hun deels ontbonden excrement. Het is rijk aan fosfaten en stikstofhoudende stoffen en wordt veelvuldig gebruikt als meststof. Wordt ook gebruikt voor excrement van vleermuizen.
een doorschijnende goudkleurige hars die bestaat uit een gele harsachtige component en een heldere in water oplosbare gom, geproduceerd door verschillende bomen van het geslacht Garcinia afkomstig uit India, Thailand, Cambodja, Vietnam en Sri Lanka. Guttegom werd als een gele pigment al in de 8e eeuw in Azië en Japan. Het werd regelmatig naar Europa geïmporteerd in de 17e eeuw. Het wordt verkocht in de vorm van doffe, bruin-gele cakes of klontjes die, wanneer in poedervorm, een rijke gouden kleur hebben. De gom uit koolhydraat fungeert als een natuurlijke bindmiddel. Guttegom wordt gebruikt als een transparante kleurstof in glazuren, vernissen en waterverven. De gele kleur verdwijnt bij blootstelling aan licht of ozon. In sommige gevallen kan de kleur herstellen wanneer in het donker geplaatst wordt.
De vezelachtige uitgroeiïngen op de huid van allerlei dieren, die bestaan uit het eiwit keratine en onder andere worden gebruikt voor het maken van stoffen, als opvulling en voor het maken van kwasten en borstels.
Stukken stof, waarvan de lengte en breedte variëert, die voor de sier of voor de warmte om de schouders, de hals, over het hoofd of om het middel worden gedragen.
Banden waarin de rug en ongeveer een derde van de breedte van het plat bedekt zijn, meestal met leer of stof, gecombineerd met onevenredig grote hoeken van hetzelfde materiaal.
Rechthoekige stukken stof, papier of ander absorberend materiaal voor afvegen of afdrogen.
Een lus van draad, garen of stof door een ondersteunende maas trekken, meestal om een tapijt of een wandkleed te maken en doorgaans naar een patroon.
Tafels waarin werkmateriaal en gereedschap wordt opgeborgen, met name de kleine tafeltjes met laatjes en vaak een neerhangende stoffen zak voor naaiwerk.
Een vaste of halfvaste organische stof die meestal wordt verkregen uit plantenuitscheidingen maar soms ook van insekten of synthetisch materiaal; het is oplosbaar in organische oplosmiddelen maar niet in water en wordt doorgaans gebruikt in vernis, drukinkt en stijfsel.
Stoelen met een driehoekige zitting en drie gedraaide poten, populair in de zeventiende eeuw in Amerika en Groot-Brittannië. De zitting is soms gestoffeerd. Dit type stoel is in hoge mate geïnspireerd op de driehoekige stoelen die in de late gotiek en vroege Renaissance populair waren op het Europese vasteland.
Hemden van felgekleurde bedrukte stof met afbeeldingen van de Hawaïaanse eilanden: palmbomen, kano's met outriggers, vissen, bloemen, surftaferelen en hoeladansers. Worden doorgaans verkocht aan en gedragen door toeristen. Ze werden voor het eerst in de jaren 30 van de 20ste eeuw gemaakt van goedkope, uit Japan geïmporteerde stoffen en beleefden hun hoogtijdagen in de jaren 50 van de 20ste eeuw.
Quilts, meestal in slechts twee kleuren, bestaande uit één symmetrische vorm die uit een gevouwen stuk effen stof wordt geknipt en geappliqueerd op een meestal witte, effen ondergrond; veel vervaardigd op Hawaii en door Duitse kolonisten in Pennsylvania. Geen Nederlands equivalent.
Een substantie, in de vorm van een vloeistof, lijm, poeder of droge film. Wordt gebruikt voor het hechten van het ene oppervlak aan het andere.
Procedé vooral gebruikt voor het kopiëren van brieven, uitgevonden in de 19e eeuw, waarbij iets dat met anilinekleurstof was geschreven of getekend wordt overgebracht op een geprepareerd gelatineoppervlak, waarvan dan een aantal kopieën kunnen worden gemaakt; later vervangen door spirit duplicatie.
Kleine beeldjes gesneden uit groen nefriet die de Maori's van Nieuw-Zeeland dragen als hangers. Het zijn vruchtbaarheidssymbolen met de vorm van een menselijke foetus. Traditioneel worden ze alleen gedragen door vrouwen en gaan ze over van generatie op generatie. Tegenwoordig produceert men ook kunststof hei tiki's in massa als souvenirs of talismans voor toeristen.
Bomen met een rituele betekenis of veronderstelde bovennatuurlijke of helende krachten, vaak aangegeven door lappen stof of andere objecten aan hun takken te hangen. In vele culturen en periodes zijn bomen als heilig vereerd.
Lichte helmen van het merg van een plant of van kurk bedekt met stof, met een ronde hoedenbol en een vaste rand die naar beneden afloopt; gedragen in tropische gebieden ter bescherming tegen de zon. Werden voor het eerst gedragen door het Britse leger, halverwege de 19e eeuw in India, en werden gemaakt met het merg van de solaplant.
Nauwsluitende stoffen schedelkap, meestal gewatteerd, met een gestoffeerde band en oorflappen die uitlopen in veters om het geheel onder de kin vast te binden. In de Middeleeuwen werden ze gedragen onder helmen, hetzij onder of over de maliënkolder om schuren te voorkomen en als een buffer te werken tegen de inslag van slagen.
Een ijzerhoudend proteïnepigment dat voorkomt in de rode bloedcellen van gewervelde dieren en hoofdzakelijk zorgt voor de toevoer van zuurstof vanuit de longen naar de lichaamsweefsels.
Houders van gevlochten materiaal, rond of ovaal, voor het bevatten en transporteren van vaste stoffen; inhoud tussen 1 en 5 liter; aan de rand is over de grootste breedte van de mand een beugel bevestigd, meestal van het zelfde materiaal, waaraan de mand gedragen kan worden.
Plantaardige roodbruine verfstof gemaakt van het blad van de Lawsonia inermis (hennastruik) uit de Lyctracea-familie (kattenstaartfamilie). Henna wordt vooral gebruikt als cosmetische verfstof voor haar, handen of nagels of als kleurpigment voor het kleuren van leder of andere stoffen. De kleur kan variëren van donkerbruin tot lichtoranje.
Een vezel afkomstig van de stengel van de Cannabis sativa-plant; wordt vooral gebruikt voor touw, stof, paklinnen en verpakkingsmateriaal en als een vezel voor papier of plastic vulmateriaal.
Een samenstellende koolwaterstof van benzine.
Het repareren van gaten en scheuren in geweven stoffen door toevoeging van draden, om het weefpatroon en de strakheid van de originele stof zo dicht mogelijk te benaderen.
Griekse mantels, bestaande uit een grote, rechthoekige linnen of wollen en dikwijls bontgekleurde lap stof, die los werd omgeslagen; buiten over de peplos of chiton gedragen, zowel door mannen als door vrouwen, en soms ook als enige kledingstuk door de man.
Rond gemaakte stroken hout, leisteen, metaal of kunststof die worden gebruikt om de graatsparren van een dak af te dekken en af te werken.
Dichtgeweven linnen stof in effenbinding die voor het eerst werd vervaardigd in Nederland; term in deze betekenis gebruikt in de 18de en het begin van de 19de eeuw. Gedurende de tweede helft van de 19de eeuw werd de term ook gebruikt voor een glanzende, gesteven katoenen stof die veel werd gebruikt voor overgordijnen. Geen Nederlands equivalent. Zie 'linnen' en [.].
Zoete, stroperige vloeistof die door bijen wordt gemaakt van nectar die ze verzamelen uit bloemen.
Zakken of soortgelijke houders van stof die met veren, dons, spons of ander zacht materiaal zijn gevuld en die als ondersteuning van het hoofd tijdens het slapen of rusten worden gebruikt.
Een ongestandaardiseerde pigmentnaam voor diverse gele pigmenten, waaronder Napels geel, een mengsel van cadmiumgeel met loodwit of zinkwit en een synthetische disazo-verfstof.
Grote, verticale structuren voor het smelten van ijzer uit erts, met behulp van een vaste brandstof, zo ontworpen om een continue luchtstroom door de brandstof te sturen om zo om een hoog percentage van de verbranding te garanderen.
Goederenwagons met open of dichte daken, die grondstofreservoirs bevatten voor het vervoer van vrachtgoederen, zoals kolen of graan, die snel kunnen worden gelost door de bodem.
Een van de talrijke organische verbindingen die als chemische boodschapper fungeren. Hormonen worden via een klier of orgaan uitgescheiden in de lichaamsvloeistoffen van dieren, in het bijzonder de bloedbaan, worden vervolgens naar een ander deel van het organisme getransporteerd en initiëren of reguleren daar specifieke functies, zoals de groei, de stofwisseling, de voortplanting en de werking van diverse organen. De term kan ook verwijzen naar soortgelijke verbindingen die door planten worden geproduceerd of kunstmatig worden vervaardigd. De term werd in 1905 bedacht en is afgeleid van het Griekse 'horman', dat 'in werking stellen' betekent.
Zeer korte broeken, vaak gemaakt van luxe stoffen zoals leer of suède en soms met banden of een bovenstuk, die in de jaren '60 en '70 van de 20e eeuw populair waren als dagelijkse kleding voor modieuze jonge vrouwen.
Objecten dan wel voorgevormde of buigzame bedekkingen, bedoeld om voorwerpen of stoffen te bevatten, te bewaren of te verschepen.
De hiërarchie Houders bevat descriptoren voor artefacten die zijn bedoeld als houder voor stoffen of objecten. Hieronder vallen descriptoren voor houders bedoeld voor gebruik in de keuken, voor de tuinbouw, voor persoonlijke verzorging, hygiëne en soortgelijke persoonlijke behoeften, evenals descriptoren voor houders die worden geassocieerd met liturgische handelingen, begrafenissen en andere ceremoniële activiteiten. Een descriptor voor een houder wordt opgenomen met betrekking tot het vroegste historische gebruik van het object, of daar waar de descriptor de breedste betekenis heeft. Oude vaasvormen zijn evenwel ondergebracht op basis van hun klassieke functie of context, hoewel de descriptor in sommige gevallen ook op pre- of postklassiek vaatwerk kan worden toegepast. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor apparaten die worden gebruikt voor metingen in descriptoren van standaardeenheden of vaste eenheden (bijvoorbeeld 'maatlepels') zijn opgenomen in de hiërarchie Meetinstrumenten. Grote en kleine keukenbenodigdheden en andere keukenapparatuur (bijvoorbeeld 'ijskasten', 'koffiezetapparaten') verschijnen in de hiërarchie Gereedschap en Uitrusting. Descriptoren voor artefacten die in sommige gevallen als houder kunnen worden beschouwd (bijvoorbeeld 'ladekasten') maar die binnen het kader van andere hiërarchieën vallen, bijvoorbeeld Interieurinrichting of Gereedschap en Uitrusting, zijn hier buiten beschouwing gelaten.
Het belangrijkste weefsel van bomen en andere planten dat zowel in stevigheid als een middel voor het opnemen van voedingsstoffen voorziet. Hout is een van de bekenste en meest veelzijdige materialen die de mens gebruikt.
Blokken hout waarop ontwerpen, woorden, of andere afbeeldingen worden gesneden, om af te drukken. Meestal als reliëf beelden, hetzij op papier, stof, of ander materiaal.
Verwijst naar een onzuivere vorm van grafietkoolstof die ontstaat als reststof bij de gedeeltelijke verbranding van koolstofhoudend materiaal, of bij verhitting van dit materiaal waarbij zuurstof in beperkte hoeveelheid aanwezig is. Het wordt gebruikt als tekenmateriaal, voor het filteren van vloeistoffen of lucht, en voor andere doeleinden.
Te gebruiken voor vaartuigen gemaakt van een flexibele, waterdicht vlies, bijvoorbeeld van huid of darm, dat over meestal lichte houten spanten wordt gespannen; bij sommige versies is gebruik gemaakt van een stuk stof dat waterdicht is gemaakt met een erop aangebrachte substantie, zoals pek.
Toestellen die door brandstof of elektriciteit worden aangedreven en die in het huishouden worden gebruikt voor het vergemakkelijken van taken zoals het bereiden van een maaltijd, het opslaan van voeding, schoonmaken en verzorging.
Losvallende herenjasjes, daterend van omstreeks 1900, vaak van stevige stof en afgezet met een passement, in huis gedragen tijdens het luieren en roken.
Wetenschap die zich bezighoudt met praktische toepassingen van water of andere in beweging zijnde vloeistoffen, bijvoorbeeld het overbrengen van energie of de effecten van stroming.
Het aanbrengen van een vulmiddel dat bestaat uit vaste deeltjes, vloeistoffen en, meestal, water. Na het aanbrengen vloeit het water weg zodat er een vaste vulling overblijft.
Liften, aangedreven door de werking van een vloeistof die onder druk staat in een cilinder met daarin een zuiger, ook een piston.
Instrumenten voor het meten van de dichtheid of het soortelijk gewicht van vloeistoffen.
Gewoon gietpleister bestaande uit 100 delen vaste stof en 45 delen water.
Tak van weg- en waterbouwkunde die zich bezighoudt met het ontwerpen en produceren van systemen, apparatuur en bouwwerken, die water of andere vloeistoffen reguleren of transporteren, of er kracht uit genereren, of die hun kracht gedeeltelijk of volledig uit het stromen van water verkrijgen, zoals bijvoorbeeld hydraulische machines, rioolwaterzuiveringsinrichtingen, waterleidingbedrijven, dammen, pijpleidingen, en waterkrachtcentrales.
De eigenschap van een stof om water uit de lucht te absorberen of aan te trekken.
Instrumenten die de luchtdruk meten, en daarmee soms de hoogte, door het effect daarvan op het kookpunt van vloeistoffen.
Religieuze maskerades van het Afrikaanse Igbovolk, uitgevoerd in de noordelijk-centrale Igboregio bij heel speciale gelegenheden zoals yamfeesten en belangrijke gebeurtenissen rond het koningschap. Daarbij worden monumentale maskerkostuums gebruikt in de vorm van een enorme cilinder of kegel versierd met een ingewikkeld tableau van miniatuurfiguren van mensen, dieren, vogels en geesten die zijn gemaakt van felgekleurde stoffen gevuld met gras.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Fe en het atoomnummer 26; een glimmend, zilverachtig zacht metaal dat roest wanneer het aan vochtige lucht wordt blootgesteld. Gebruik ook voor dit metaal als het wordt verwerkt en gevormd, meestal in combinatie met andere stoffen, om diverse objecten en materialen te maken.
Tekenmateriaal dat is vervaardigd door binding van koolstofdeeltjes in galnotenextract, en dat na het aanbrengen op papier verkleurt als gevolg van oxidatie.
Het maken van secundaire afdrukken met commerciële fotografische kleurenafdrukken zoals Polaroid afdrukfilm. Het originele negatief drukt men op een nat vel, bijvoorbeeld aquarelpapier, waardoor de kleurstoffen uit de fotografische reagens vrijkomen en er een tweede afdruk ontstaat.
Een materiaal, zoals stof, papier, plastic of rubber dat vaak met een speciale laag is bedekt of verwerkt om op echt leer te lijken.
Te gebruiken voor grondstoffen, handelswaar of materialen die een land worden binnengebracht vanuit een ander land en die zijn bestemd voor gebruik, verkoop, recycling, ruil of doorvoer.
Een nikkel- en chroomlegering, ontwikkeld door International Nickel Co. en gebruikt voor voedsel- en zuivelapparatuur. Het bevat 79,5% nikkel, 13% chroom, 6,5% ijzer, 0,08% koolstof en kleine hoeveelheden koper, mangaan en silicium.
Een dieprood karmijnkleur die wordt gemaakt door lakverfstof geprecipiteerd met aluminiumtrihydraat. Indian lake was ooit een belangrijk kleurmiddel dat al sinds de oudheid werd gebruikt. Het is inmiddels vervangen door synthetische kleuren.
Een blauwe plantaardige kleurstof die als verfstof of pigment wordt gebruikt; enigszins vergelijkbaar met wede.
Reeks diep roodachtige blauwe kleuren die lijken op de kleur van de kleurstof indigo, een verfstof die wordt gewonnen uit indigoplanten of kunstmatig wordt geproduceerd.
Een niet-gestandaardiseerde naam voor diverse rode verfstoffen.
Wordt gebruikt voor het lijstwerk, vaak van metaal, hout of met stof bedekt hout, dat geplaatst wordt tussen de lijst en het schilderij wanneer het schilderij is gekrompen of als de lijst net iets groter is dan het schilderij.
Een stuk stof bijeenhalen door het langs twee of meer evenwijdige lijnen steken of omringde draden te trekken, door het met draad, eventueel elastisch, te stikken of door er gespannen rubberen draden doorheen te weven.
Een vloeibare stof die wordt gebruikt voor tekeningenof overtrektekeningen. Een ondoorzichtig, doorgaans zwart pigment wordt vermengd met een oplosmiddel, zoals water, om een vloeistof te verkrijgen die met een pen of inkt kan worden aangebracht. Tot het eind van de 19de eeuw werd inkt droog aangeleverd, in de vorm van een tablet of staafje dat naar behoeven werd vermalen en opgelost in water. Aan het begin van de 20ste eeuw ging men over op bereide inkt.
Wordt gebruikt voor openingen waardoor lucht of een vloeistof een met gecomprimeerde lucht gevulde ruimte, een pijp of een systeem binnen komt.
Ingelegde decoratieve en beschermende rand van hout, kunststof of een ander materiaal langs de rand van de kast, achterblad of hals van snaarinstrumenten. Voornamelijk gebruikt voor violen en gitaren.
Giftige of dodelijke stoffen die worden gebruikt om insecten te doden.
Inslagpoolweefsel, vaak van katoen, waarvan de pool op één lengte is afgeknipt. Inslagfluweel kan op gewone weefgetouwen worden vervaardigd, waarbij de inslag aan de goede kant lussen vormt, die met roterende messen worden opengesneden. De pool vormt een glad oppervlak of duidelijke ribbels in de kettingrichting. Kenmerken: 1) de floerspluisjes zitten altijd aan de kettingdraden; 2) bij snijden van de pool blijft de zelfkant onbeschadigd; 3) doordat de stof bijna altijd in het stuk wordt geverfd, hebben alle bestanddelen dezelfde kleur; 4) de achterkant is vaak iets geruwd (manchester).
Wordt gebruikt voor iets dat is ingevoegd in een groter geheel, zoals een lap stof in een kledingstuk of een vervangend gedeelte van een tekening.
Chromatografiemethode waarbij een hars of een andere geschikte vaste of dikvloeibare stof in een vloeistof wordt gebracht en daarin bepaalde ionen afgeeft en tegelijkertijd weer andere ionen daaruit opneemt.
Tape met een coating van rubber, pvc of ander materiaal, die is ontworpen voor het leveren van elektrische isolatie en bescherming tegen vloeistoffen en corrosie.
Afneembare geplooide draperieën van zachte stof, vaak kant, die in het midden aan de voorkant van de halslijn over andere kledingstukken worden gedragen.
Stof met ingeweven patronen, vervaardigd op een Jacquardgetouw.
Perzische term die wordt gebruikt voor omslagen die zijn gemaakt van samengevoegde stroken stof met kettingkeperbinding.
Smalle elastieken of stoffen banden die rond de taille of de heupen worden gedragen met hangende riempjes en sluitingen om kousen op te houden. Gebruik 'taillecorsetten' voor korte gordels die worden gedragen om het middel in te snoeren en die vaak ook kousophouders hebben.
Broeken van zware keperstof, vooral katoenen denim, vaak blauw, waarvan sommige delen zoals b.v. de zakken bij de hoeken worden versterkt met klinknagels.
Ruimvallende broeken van lichtgewicht of zachte, absorberende stof, meestal met een koord in de tailleband en nauwsluitende of elastische boorden rond de enkels; wordt vaak gecombineerd met een sweatshirt of een trainingsjack om zo een trainingspak te vormen.
Gom dat wordt geproduceerd door de zaden van de johannesbroodboom te vermalen tot een fijn poeder, die oplost in warm water en afkoelt tot een stabiele gel die uitstekend is geschikt om folie mee te maken. De gom wordt gebruikt als verdikkingsmiddel voor verfstof en als appret voor voedsel, cosmetica, textiel en papier. Johannesbroodpitmeel is aangetroffen in de windselen van Egyptische mummies.
Eéndelige kledingstukken, vergelijkbaar met de 'overall', maar van andere stof. Oorspronkelijk gedragen door vliegeniers in de Eerste Wereldoorlog, later door parachutisten in de Tweede Wereldoorlog. Na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde dit kledingstuk zich tot vrijetijdskleding en was vooral in de jaren '60 en '70 van de 20e eeuw populair. Vanaf die tijd kon een 'jumpsuit' ook een ééndelig kledingstuk zijn bestaande uit een lijfje en een korte broek.
Personen die verslaafd zijn aan een activiteit, gewoonte of stof.
Grassoort die inheems is in Noord-Afrika, maar op grote schaal wordt verbouwd vanwege zijn eetbare graan. Men kweekt Sorghum al sinds de oudheid vanwege zijn graan (couscous) en om er stroop van te maken. Men gebruikt de soort ook voor alcoholische dranken en biobrandstoffen. De lange stijve stengels vol merg gebruikt men voor bezems, manden en constructies. Uit de bladeren en stengels kan men een roodpaarse kleurstof winnen (���guineense'), die men gebruikt om geitenleer uit Niger te verven.
Matte, geelbruine kleur, vaak met groene boventonen, ontleend aan het Hindi voor 'stofkleurig', en verwijzend naar de kleur van de uniformen van het Britse koloniale leger in de jaren 80 van de 19de eeuw.
Kalfsleer dat is gelooid met plantaardige looivloeistof, die wordt ingebracht in de poriën van een vel of huid. Het wordt vaak op de vleeszijde gedragen als een fijn nappa-achtig suède.
Katoenen stof die zwaarder is dan mousseline; nu vaak ongebleekt en geappreteerd, of - vooral in Amerikaanse context - bedrukt met kleine gestileerde motieven; in de 18e en 19e eeuw handbeschilderd of bedrukt en vervaardigd in India.
Een elementair metaal met het symbool K en atoomnummer 19. Het is zilverwit van kleur, maar oxideert snel wanneer het in contact komt met zuurstof. Het moet bewaard worden in ether of kerosine. Het is oplosbaar in zuren en alcohol en reageert heftig met water.
Een witte of kleurloze kristallijnen vaste of poedervormige stof, met als formule KCI, die wordt gebruikt als smeltzout in de raffinage van metalen, als meststof en in explosieven.
Een caustische, vervloeiende vaste stof met de formule KOH, gebruikt als bleekmiddel en bij de productie van vloeibare zepen en wasmiddelen, oxaalzuur, lucifers en veel kaliumverbindingen.
Een donkerpaarse kristallijnen verbinding met de formule KmNO4, gebruikt in geurverdrijvers en kleurstoffen en als oxidatiemiddel en ontsmettingsmiddel.
Witte kristallijnen samengestelde stof die oplosbaar is in water en niet oplosbaar in alcohol. Wordt onder andere gebruik als reductiemiddel in de fotografie, als oxidatiemiddel, als ontsmettingsmiddel, bij het maken van zeep en als ontsterkingsmiddel voor textiel.
Stopverf die bestaat uit kalk die met water is geblust en gerijpt, vaak vermengd met zand of marmerstof om de verschillende morteltypen te maken die worden gebruikt voor de pleisterondergrond voor fresco's.
Ruime, informele kleding die wordt gedragen wanneer men niet of slechts gedeeltelijk is gekleed, over het algemeen warm en vaak tot op de grond reikend, met een ceintuur van stof.
Cycladische vaten met een bolvormige buik, een lange hals, een voetstuk en vier doorboorde oren aan de buik. De doorboorde oren dienden voor koorden waarmee een deksel op het vat werd vastgezet. Kandilai danken hun naam aan hun gelijkenis met modern-Griekse kerklampen; ze zijn waarschijnlijk gebruikt voor vloeistoffen als olie of wijn. De kandilavorm kwam zeer veel voor en werd gemaakt van marmer of klei en in uiteenlopende formaten. De geleidelijke verdwijning van een voet of basis kan een stap zijn in de overgang van de kandila naar de bolle pyxis, een vorm die later populair werd.
Beeldhouwtechniek waarbij stof wordt gedrenkt in lak en daarna wordt gedrapeerd over een mal die wordt verwijderd zodra de lak is opgedroogd. De techniek werd in de 8e eeuw in Japan vanuit China geïntroduceerd en wordt nog steeds gebruikt. Zie 'dakkatsu kanshitsu' voor de holle droge laktechniek; zie 'mokushin kanshitsu' voor de droge houtkern-laktechniek.
Verwijst naar fijn, decoratief ajourwerk in textiel, gemaakt door draden van linnen, katoen, zijde, haar, metaal of een andere vezel in lussen te leggen, in te rijgen, samen te draaien of te vervlechten om ontwerpen of patronen te vormen. Bij het maken van kant wordt gewerkt met een naald of met klossen. Het toevoegen van borduursels is niet ongewoon. Modern kant kan machinaal zijn vervaardigd. Ajourstoffen die op een weefgetouw zijn gemaakt en decoratief ajourbreiwerk worden doorgaans niet als kant geclassificeerd. Kant is vaak wit of effen van kleur. Echt kant ontstond in de veertiende eeuw in Europa en het Midden-Oosten, hoewel oude culturen bekend waren met gedecoreerde ajourstoffen, waaronder de Egyptische cultuur. Kant is te gebruiken als rand, boord of inzetstuk voor linnengoed of apparels. Ook wordt het samengevoegd tot grotere stukken textiel en dan gebruikt als voorhang, draperie, apparel of iets anders.
Accessoires van glas, metaal of stof die de lichtbron omgeven en het licht verminderen of afbuigen.
Handschoenen gemaakt van stof of leder met een lange manchet die een gedeelte van de onderarm bedekt. Geënt op soortgelijk onderdeel van een harnas.
Kleine stoffen bandjes die bevestigd zijn aan de boven- en onderkant van de rug van het tekstblok van een boek en die enigszins boven en onder het tekstblok uitsteken.
Grote tropische boomsoort die inheems is in Amerika en Afrika en naar Azië is vervoerd. Tegenwoordig wordt de boom voornamelijk gekweekt in Afrika, Brazilië, India en Midden-Amerika en op Java. De zachte vezels die de zaden bedekken gebruikt men als vulmateriaal. Uit de zaden kan olie worden gewonnen waarmee men zeep maakt. Het residu gebruikt men als meststof en veevoer. In het hout blijven spijkers en schroeven niet goed vastzitten, maar men gebruikt het voor papier en andere producten. Lokale volkeren gebruiken de stam van de kapokboom al sinds lange tijd voor het uithakken van kano's.
Lange wijde capes, meestal met capuchon, of overjassen van ruige stof of dierenvellen; wordt vooral gebruikt voor de jassen die in de Middeleeuwen en later werden gedragen door soldaten en reizigers.
Te gebruiken voor de stijl, vorm en schikking van menselijk haar, vaak mooier gemaakt door toevoeging van materialen of stoffen aan het haar. Kapsels kunnen een sociale en religieuze betekenis hebben maar ook esthetische en artistieke kenmerken.
Een reeks paarsachtig rode of roze kleuren die lijken op de kleur van karmijnroodachtige pigmenten, organische pigmenten die worden gemaakt door het laten bezinken van een verfstof in een anorganisch substraat in poedervorm. De kleurenterm 'karmijn' verwijst met name naar de kleuren van cochenille, kermes, meekraprood, lak, etc., allen roodachtig van kleur en gebruikt bij schilderen met olieverf.
Te gebruiken voor elk pigment dat wordt gevormd door een organische kleur- of verfstof te doen neerslaan op een basis zoals aluminiumhydraat.
Een rode, natuurlijke organische verfstof, die ook wordt gebruikt als substraatpigment, en hoofdzakelijk wordt verkregen uit twee soorten schildluis, cochenille en kermes.
Tonnen waarin melk of room wordt omgeroerd, geklopt of geschud door een draaiende karnstok waardoor de vetbolletjes worden gescheiden van de vloeistof en men op deze manier boter verkrijgt.
Fijne, zachte, lichte wol van de ondervacht van de kasjmiergeit. Ook garen of stof gemaakt van deze wol.
Genus van ongeveer tien soorten hoge bladverliezende sier- en productiebomen met een gerimpelde schors en lansvormige bladeren. Kastanjes zijn inheems in de gematigde gebieden van Noord-Amerika, Europa, Afrika en Azië. Sommige soorten produceren lichtroodbruin hout dat men gebruikt voor bouwwerken en andere doelen. Ook kan men uit een aantal soorten een plantaardige kleurstof winnen.
Een reeks donker roodachtige of paarsachtige bruine kleuren die lijken op de kleuren van verfstoffen of kleurmiddelen die zijn gemaakt van de schors van de kastanjeboom (bomen of heesters van het geslacht Castanea uit de beukenhoutfamilie).
Te gebruiken voor het beschrijven van dingen die betrekking hebben op kathodes, vooral verschijnselen die plaats vinden in de nabijheid van kathodes of stoffen die worden gevormd door zulke verschijnselen.
Genus van ongeveer 50 soorten struiken die inheems zijn in de meeste subtropische gebieden van de wereld en al heel lang worden verbouwd vanwege hun vezels en olie. Veel variëteiten katoenplanten zijn ontstaan door veredeling en kruising van diverse soorten. Al in 5000 v.Chr. maakte men in India doeken van katoen. In 3000 v.Chr. weefde men katoenen stoffen in Egypte, China en Peru. In Europa begon men in de Middeleeuwen op grote schaal katoen te verbouwen.
Vloerbedekking zonder pool dat op een weefgetouw is gemaakt door twee verschillend gekleurde stoffen gelijktijdig door elkaar heen te weven, zodat eerst de ene stof en daarna de andere aan het oppervlak verschijnt. Het resultaat is een effen, omkeerbare vloerbedekking.
Een zijden stof van verfijnd weefsel uit Ghana. De lange, smalle stroken worden handmatig geweven en aan elkaar genaaid om een patroon te vormen. Kente heeft meestal zachte kleuren.
Geweven stof die wordt gekenmerkt door parallelle diagonale richels of ribbels die ontstaan door elke scheringdraad over één en onder twee of meer aangrenzende inslagdraden heen te laten lopen in plaats van afwisselend over en onder een inslagdraad, zoals bij gangbare weefsels. Keperweefsel heeft normaal gesproken een diagonale lijn die regelmatig wordt herhaald en gewoonlijk omhoog loopt van links naar rechts onder een hoek van 45 graden. Het weefpatroon kan op verschillende manieren worden gevarieerd, bijvoorbeeld door de hoek of de richting van de keperlijn te veranderen, zoals bij een visgraatmotief.
Een van de oudste typen van rode natuurlijke organische verfstof, die ook wordt gebruikt als substraatpigment, gemaakt van de lichaampjes van de vrouwelijke schildluis, Kermes vermillo Planch; voorheen onjuist aangemerkt als te zijn gemaakt van Coccus ilicis. Het is de belangrijkste kleurende component van karmijn.
Metalen vaten om vloeistoffen in te koken, inhoud tussen 1 en 50 liter, wijde opening, beugelhandvat, soms een deksel, soms op pootjes.
Wordt gebruikt voor een groot scala aan drukvaten waarin water of een andere vloeistof wordt verhit, en die vervolgens heet water afgeven voor verwarmingsdoeleinden of stoom voor verwarming of het opwekken van energie.
Kledingstukken met lichte baleinen of zonder baleinen, meestal gemaakt van stevige stof, met schouderbanden en knopen aan de zijkant om ze aan een kledingstuk voor het onderlichaam te bevestigen; gedragen door vrouwen en kinderen.
Funeraire beelden, soortgelijk aan de met stof omwikkelde funeraire beelden van de Bwende die bekend zijn als ‘niombo’, maar kleiner en op minder grote schaal gebruikt.
Fotografische techniek waarbij de kenmerken van de oppervlakteconductie van een voorwerp of een stof vast te leggen door het op een fotografische film te leggen, die dan wordt blootgesteld aan het blauwe en ultraviolette licht van een corona die door een hoogspannings- en hoogfrequentiestroom wordt voortgebracht.
Grote bedekkingen van stof tijdens de periode van de bedevaart gebruikt voor de Ka'ba bij de de Grote Moskee in Mekka en waarop citaten uit de Koran zijn ingeweven of geborduurd. Ze worden elk jaar vervangen en na de ceremonies in stukken gesneden en uitgedeeld als relikwieën.
Keukenkasten waarin voedsel wordt bewaard, met ventilatieopeningen aan de voorkant die meestal uit geperforeerd tin en soms metaalgaas of stof bestaat.
Variabele paarse of roodachtige kleuren die lijken op de kleding die is geverfd met de verfstof klassiek purper, die wordt verkregen uit zeeweekdieren van het genus Murex.
Borstels die worden gebruikt voor het verwijderen van losse haren en vuil of voor het afstoffen van een kostuum.
Zakken voor kledingstukken aan klerenhangers gedurende opslag of reis. Gemaakt van stof, papier of plastic, vaak met een rits van boven naar beneden aan de voorkant en een dichte onderkant.
Grove stoffen gebruikt als goedkope vloerbedekking en apart of in combinatie met een ander vloerkleed toegepast.
Bedekkingen, vaak van stof, als decoratie of ter bescherming tegen hitte of krassen op meubilair gelegd.
Voorwerpen die bestaand uit een band van stof, met een sluiting die met een moersleutel of schroevendraaier wordt vastgemaakt; worden gebruikt om timmerwerk vast te houden tijdens het lijmen.
De hiërarchie onder Kleur bevat descriptoren voor de namen van de kleuren, en voor kleur in de betekenis van eigenschappen die worden waargenomen door het oog, als reactie op de verschillende golflengten van het licht. Daarnaast zijn descriptoren opgenomen voor typen kleuren (bijvoorbeeld koele kleuren) en met kleur verwante verschijnselen (bijvoorbeeld kleurmenging). De descriptoren voor kleurnamen zijn afkomstig van de UCL (Universal Color Language), zoals opgenomen in Kenneth L. Kelly & Deane B. Judd, Color: Universal Language en de Dictionary of Color Names, (Washington, D.C.: U.S. Department of Commerce, National Bureau of Standards, 1976). Varianten op kleurnamen afkomstig uit andere bekende systemen voor kleurenrangschikking en methoden voor het benoemen van kleuren zijn eveneens opgenomen. Voorts zijn opgenomen de centroïde kleurengetallen, welke de gebruiker doorverwijzen naar de overeenkomstige kleurblokken op de kleurennaamkaarten in de Dictionary of Color Names van de Inter-Society Color Council (ISCC) en het National Bureau of Standards. Ook zijn Munsellnotaties opgenomen; een gebruiker die de kleur van een object uiterst nauwkeurig wil beschrijven, kan echter het beste het Munsell Book of Color raadplegen (Baltimore: Munsell Color Company, 1976) en de kleur vergelijken met de opgenomen monsters, om zo de specifieke notatie te kunnen bepalen. Kleurbenamingen die als bijna-synoniem maar niet als werkelijk synoniem worden beschouwd, zijn gekoppeld in de vorm van Associatieve relaties. Relaties met andere hiërarchieën: descriptoren voor inherente fysieke kenmerken die geen kleur zijn maar wel een relatie met kleur hebben (bijvoorbeeld onvergankelijkheid) zijn opgenomen in de hiërarchie Attributen en eigenschappen. Descriptoren voor fysieke verschijnselen die in kleur waarneembaar zijn (bijvoorbeeld abrash, kleurverloop) zijn opgenomen in de hiërarchie Omstandigheden en effecten. Descriptoren voor afzonderlijke en herhalende ontwerpelementen zoals tekens en symbolen, motieven, patronen en decoratiegebieden zijn opgenomen in de hiërarchie Ontwerpelementen (bijvoorbeeld kruisen, tudorrozen, fretten). Descriptoren voor materialen die gebruikt worden om fysieke zaken kleur te geven (bijvoorbeeld kleurstof, pigment) zijn opgenomen in de hiërarchie Materialen.
De eigenschap van een kleurstof of een materiaal dat een kleurstof bevat zijn originele tint of intensiteit te behouden.Verwijst vooral naar het vermogen niet door te lopen of te verschieten, wat meestal het gevolg is van reiningen of blootstelling aan licht.
Drukproces, waarvoor meestal gebruik wordt gemaakt van materialen als verfstoffen en inkten, dat een verscheidenheid aan schakeringen van het zichtbaar spectrum produceert.
De kleur van een kleurstof, gezien als een stapel droog poeder of door een geleidingsstof verspreid en uitgespreid in een dikke, ondoorzichtige laag.
Een van de twee belangrijkste soorten met de hand vervaardigde kant; 'naaldkant' is de tweede soort. Kloskant kenmerkt zich door de manier waarop de kant wordt gemaakt: door draden die op spoelen of klossen zijn gewonden, om elkaar heen te draaien en in elkaar te vlechten. Het werk wordt met spelden vastgehecht op een kussen, waarop meestal een patroon met voorgeprikte gaatjes is aangebracht. Door met beide handen de klossen om elkaar heen te slaan en van de ene kant naar de andere te werken, ontstaat een twist, passement of stof, tule genaamd. Gewichten van lood of been worden gebruikt. Kloskant is waarschijnlijk aan het begin van de 16de eeuw ontstaan in Vlaanderen. In die tijd werd kloskant vaak gebruikt voor fraises en halsboorden, en kenmerkt deze zich door rijen scherpe punten op een smalle band.
Branders die zuurstof en waterstof gebruiken. Worden voornamelijk gebruikt voor lassen.
Een stuk stof dat de bisschop tijdens de hoogmis en priesterwijdingen op de schoot draagt.
Stofferingstechniek waarbij nagels vlak naast elkaar worden gezet om de randen van de bovenbekleding vast te zetten waarbij tevens een decoratief effect wordt verkregen.
Laat-negentiende-eeuwse kostuums voor jongetjes, bestaande uit een overhemd en korte broek vervaardigd van bij elkaar passende of op elkaar afgestemde stoffen en met bretels. In de Eerste Wereldoorlog ontstond een afgeleide vorm, zonder bretels, waarbij overhemd en broek bij elkaar gehouden werden door knopen bij de taille.
Te gebruiken voor het metaalelement met het symbool Co en het atoomnummer 27; een wit metaal dat lijkt op nikkel maar met een blauwachtige tint in plaats van een gele. Ook te gebruiken voor het metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, gewoonlijk in combinatie met andere stoffen, verscheidene voorwerpen en materialen te maken.
Webben die worden gesponnen door spinnen en zijn gemaakt van verweven draden van een kleverige proteïnevloeistof die bij blootstelling aan lucht hard worden.
Een subtractief kleurveranderingsproces waarbij gebruik wordt gemaakt van een film met een integraal tripack van zwart-wit emulsies, waarbij elke laag gevoelig is gemaakt voor een andere primaire kleur. De film bevat geen verfstoffen; de kleurenontwikkelagens en kleurenkoppelaars worden bij de ontwikkeling toegevoegd, waarbij elke laag apart wordt geverfd en gebleekt door zorgvuldig gecontroleerde ontwikkeling door drie machines, met aparte droging tussen elke machine. Gebruik 'tweekleurenprocédés' voor het tweekleuren-Kodachrome procédé.
Brede, ondiepe open kuipen of vaten, vooral die welke werden gebruikt voor het afkoelen van vloeistoffen.
Kogelvormige schuifafsluiters die zorgen voor een zeer nauwe afsluiting voor vloeistoffen in een hogedrukbuizensysteem.
Kledingstukken die worden gedragen op de torso als bescherming tegen kogels. In de 20e eeuw bestaan ze gewoonlijk uit platen van staal, aluminium, glasvezel of keramiek of uit verscheidene lagen zwaargeweven stof van polymeervezel.
Een stijve, ruwe vezel van de buitenbast van de kokosnoot; wordt gebruikt voor het maken van borstels, matten, touw en grove stof.
Beschermende kledingstukken van stof of leder die de romp en bovenbenen bedekken. Meestal doorgestikt of gewatteerd. Ze werden in Europa gebruikt van de 12e tot de 14e eeuw en gedragen over of onder harnassen of als op zichzelf staande bescherming. Ze waren vaak gemaakt van zware stoffen met heraldische emblemen erop geborduurd.
Harnas van gewone soldaten, dat werd gedragen in de 15e en 16e eeuw, bestaande uit een canvas jack met kleine overlappende ijzeren of hoornen plaatjes die aan de binnenkant waren bevestigd tussen lagen van stof, door middel van stiksel in een rasterpatroon.
Elektriciteitscentrales op stoom, waarbij kolen als voornaamste brandstof wordt gebruikt.
Houders voor vloeistoffen, in de vorm van bijna een halve bol, zonder deksel aan de bovenkant; inhoud tot ca. 5 liter
Instrumenten voor het meten van de hoeveelheid stof in de lucht, bijvoorbeeld in fabrieken of mijnen.
Te gebruiken voor de elektrische bogen die worden geproduceerd tussen twee elektroden waarvan er minstens één van koolstof is.
Verbinding die wordt gemaakt door koolstof en zwavel samen te verhitten; wordt gebruikt als een oplosmiddel voor rubber en andere producten.
Fotografische afdrukken vervaardigd volgens de kooldruktechniek. Hierbij wordt gelatine, dat door middel van een dichromaat lichtgevoelig is gemaakt, samen met een pigment, b.v. koolstof, op pigmentpapier aangebracht. Tijdens de belichting wordt de gelatine in meerdere of mindere mate gelooid, afhankelijk van de zwarting in het negatief. Deze gelooide gelatine is onoplosbaar in water. Om het beeld te kunnen ontwikkelen (waarbij de niet-gelooide gelatine, die zich onder het gelooide laagje bevindt, verwijderd moet worden) moet het belichte pigmentpapier overgedragen worden op een tijdelijke drager. Na de ontwikkeling (in warm water) wordt het beeld, dat spiegelbeeldig op deze tijdelijke drager is aangebracht, nogmaals overgedragen op het uiteindelijke papier. Veel toegepast voor kunstreprodukties.
Fotografische procédés waarbij gelatine, dat door middel van dichromaat lichtgevoelig is gemaakt, samen met een pigment, b.v. koolstof, op pigmentpapier wordt aangebracht. Tijdens de belichting wordt de gelatine in meerdere of mindere mate gelooid, afhankelijk van de zwarting in het negatief. Deze gelooide gelatine is niet oplosbaar in water. Om het beeld te kunnen ontwikkelen (waarbij de niet-gelooide gelatine, die zich onder het gelooide laagje bevindt, verwijderd moet worden) moet het belichte pigmentpapier overgedragen worden op een tijdelijke drager. Na de ontwikkeling in warm water, wordt het beeld, dat spiegelbeeldig op deze tijdelijke drager is aangebracht, nogmaals overgedragen op het uiteindelijke papier. Veel toegepast voor kunstreproducties.
Een verbinding uit een grote groep chemische verbindingen met de elementen koolstof, waterstof en zuurstof.
Beursgebouwen waar contracten voor de toekomstige levering van veredelde grondstoffen (zoals graan, katoen, suiker, koffie, wol) worden gekocht en verkocht.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Cu en het atoomnummer 29; het is roodachtig van kleur en is zeer smeedbaar en kneedbaar. Ook te gebruiken voor het metaal wanneer het woirdt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, verschillende voorwerpen en materialen te maken.
Kopersulfide komt voor in de vorm van zwart poeder of zwarte brokken, en wordt aangetroffen als het mineraal chalcociet. Grote hoeveelheden van deze verbinding worden verkregen door verhitting van kopersulfide (CuS) in een stroom waterstof. Kopersulfide is niet oplosbaar in water, maar wel in ammoniumhydroxide en stikstofzuur. De verbinding wordt toegepast in zonnecellen, lichtgevende verf, elektroden en bepaalde vaste smeermiddelen.
Wordt gebruikt voor elk type binding waarbij de band niet hard is; kan gemaakt zijn van verscheidene materialen inclusief velijn, papier, stof of plastic.
Militaire riemen van zware, geweven katoenen stof met metalen haken waaraan te velde uitrusting kan worden gedragen, voor het eerst gebruikt tijdens de Eerste Wereldoorlog en later aangepast voor burgerlijk gebruik. Ook lichte katoenen riemen die om het middel worden gedragen onder militaire tunieken of sjerpen, waaraan zwaardstroppen kunnen worden bevestigd, voor het eerst gebruikt rond 1900.
Flessen gevat in gevlochten tenen met een volume ongeveer tussen de 4 en 38 liter; bestemd voor het bevatten van niet-agressieve en milde vloeistoffen. Gebruik 'mandflessen' voor soortgelijke grote flessen die in gevlochten tenen, hout of ander beschermend materiaal zijn gehuld en bestemd zijn voor agressieve stoffen, zuren of gedistilleerd water.
Patronen die op een natuurlijke manier ontstaan op het oppervlak van materialen als stof, leer, hout of steen door de ordening van hun samenstellende vezels of deeltjes. Ook: patronen die kunstmatig worden geproduceerd, onder meer door bosseleren, op het oppervlak van materialen als boekbinderslinnen om een bepaalde korrel te laten ontstaan. Dit kunnen imitaties van natuurlijke korrels zijn of kunstmatige ontwerpen als een ruitjesmotief. Gebruik 'korrel (structuur)' voor de ordening en stratificatie van samenstellende vezels of deeltjes.
Beenbedeksels die soms verwoven zijn met het slipje,die tot aan de enkel reiken en meestal de voet bedekken; zijn over het algemeen gebreid of gewoven, doorzichtig of ondoorzichtig en van dikke of dunne stof. Wordt onderscheiden van `schoeisel' dat primair als bedekking voor de voeten wordt gedragen.
Schikkingen van kralen, vaak bevestigd op stoffen.
Een proces dat voorkomt bij materialen als papier, karton, velijn of stof, waarbij het materiaal gekreukt, gevouwen, scheef getrokken of geribbeld wordt.
Een zeer smalle, zich herhalende streep, meestal aanwezig op geweven of bedrukte stof, maar ook gebruikt voor een dergelijke streep op schilderijen en andere werken.
In de beeldende kunst, techniek van het tekenen met krijt, een voorbereide natuursteen of aarde stof die doorgaans verkrijgbaar in zwart (gemaakt of van zachte zwarte steen of uit een samenstelling die lampzwart bevat), wit (gemaakt van verschillende soorten kalksteen), en rood, of sanguine (gemaakt van rode aarde zoals rode oker). De vroegste krijttekeningen dateren uit het Paleolithicum.
De bloemknop van de Indonesische groenblijvende boom Eugenia caryophyllata. De olie van de kruidnagel wordt gebruikt als antiseptisch middel en smaakstof, en in gedroogde en gemalen vorm om voedsel te kruiden. De gemalen bloem wordt ook gebruikt als milieuvriendelijk verdelgingsmiddel.
Verwijst naar werken die zijn versierd met kruissteekborduurwerk, een vorm van naaldwerk waarbij ontwerpen worden opgebouwd uit kleine kruisjes die worden gemaakt door twee steken te laten kruisen. De werken kunnen worden uitgevoerd op fijne stoffen zoals linnen, maar ook op zwaar canvas of tapijten.
Verwijst naar werken die met naald en draad zijn gemaakt op stof of canvasgaas. De werken kenmerken zich door patronen die worden uitgevoerd door met behulp van het raster van de stof de gewenste positie voor de verschillende steken of kleuren te bepalen.
Verwijst naar het procedé van het creëren van werken met naald en draad op stof of op canvas. Het raster van de stof wordt gebruikt om de gewenste positie van de diverse steken of de kleuren in het ontwerp te bepalen.
Verwijst naar het proces waarbij garen wordt gebruikt om twee steken van gelijke lengte te maken die elkaar kruisen om zo kruisjes of X-vormen te maken. Het wordt vaak gebruikt om patronen te maken op fijne stoffen of zwaar canvas of tapijt. Tevens wordt het gebruikt om zomen of naden in lappen stof vast te zetten.
Stof in linnen of katoen met diagonale kepermotieven, gebruikt voor handdoeken, servetten, tafellakens.
Grote houders gebruikt voor het bewaren of opslaan van vloeistoffen.
Te gebruiken voor papier of bord met een bijzonder glad oppervlak aan één of beide zijden, dat wordt verkregen door een coating met een minerale stof of drukken met rollers.
Een gele tot roodbruine verfstof verkregen uit de Oost-Indiase overblijvende plant, de kurkuma.
Zakken of soortgelijke houders die meestal van stof, leer of rubber zijn gemaakt, met veerkrachtig materiaal zijn gevuld en ter ondersteuning of ontspanning voor het lichaam dienen tijdens het zitten, liggen of knielen.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Hg en het atoomnummer 80. Het is een glanzend zilverachtig metaal dat vloeibaar is bij normale temperaturen. Ook te gebruiken voor het metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, verscheidene voorwerpen en materialen te maken.
Instrumenten voor het meten en grafisch vastleggen van variaties in de druk van een vloeistof, bijvoorbeeld van de menselijke hartslag.
Staal dat koolstof, mangaan en kleine hoeveelheden van andere elementen bevat, en zeer sterk en corrosiebestendig is. Door contact met de lucht ontstaat een kiezelachtig, roestig uitziend oppervlak dat helpt corrosie te verminderen; deze oppervlaktelaag verkleurt na een aantal jaar naar een diep paarsbruin, waardoor deze staalsoort soms wordt gebruikt voor zichtbare structuuronderdelen van gebouwen.
Een rode natuurlijke kleurstof die wordt verkregen uit de larven van de schildluis Laccifera lacca Kerr, voorheen de Coccus laccae genoemd.
Natuurlijke verfstof die wordt gebruikt om de zuurgraad van chemische oplossingen te meten; wordt tevens gebruikt als textielverf, houtbeits en als kleurstof in levensmiddelen.
Malagassische lijkwade van geweven zijde, katoen, bast of raffia en vaak versierd met borduursel of kralen, gebruikt om stoffelijke overschotten in te wikkelen voor herbegrafenisrituelen. Letterlijk betekent de term 'rode stof', hoewel rood niet de dominante kleur hoeft te zijn.
Kleine, dunne, buigzame plaatjes of reepjes metaal met verschillende toepassingsmogelijkheden; de plaatjes kunnen bijvoorbeeld in overlappende rijen worden vastgezet op een lederen of stoffen ondergrond om een wapenrusting te vormen; voorts kunnen zij als snoer dienen of worden gebruikt als de belangrijkste klinkende delen van een @lamellofoon.
Flexibel materiaal dat wordt gemaakt door twee of meer lagen materiaal aan elkaar te lijmen. Gebruik 'gelaagd plastic' voor met hars geïmpregneerd laminaat, zoals papier of stof. Gebruik 'gelamineerde kunststof' voor dunne vellen gelaagd plastic. Laminaatmerken zijn onder meer Formica (TM), Micarta (TM) en Bakelite (TM).
Verlichtingsmiddelen met een houder voor de brandstof voor de verlichting, meestal vet of olie. De benaming wordt ook gebruikt voor lampen die met een aparte energiebron zijn verbonden, zoals gas of elektriciteit.
Weefsel met een toegevoegd inslagstelsel; het lancé-inslagstelsel. De draden van dit stelsel lopen van zelfkant tot zelfkant en zorgen voor simpele, kleine patronen op de stof, zoals stippels of bloemetjes.
Verwijst naar de stijl die in verband wordt gebracht met Laos, in het dal van de bovenloop van de Mekong. In de hybride stijl zijn Thaise, Myanmarese, en Khmer-invloeden te herkennen. De basis van de kunststijl van deze regio ligt in de religie en traditie, met boeddhistische en hindoeïstische iconografie en verhalende reliëfpanelen die wortelen in Theravada-boeddhistische en hindoeïstische principes. Kenmerkend voor volkskunst in deze stijl zijn manden, hout- en ivoorsnijwerk en zilver- en goudwerk. Kenmerkend voor architectuur in deze stijl zijn tempels naar model van Khmer-tempelbergen met schuine, trapvormige daken met kleine vlakke dakpannen, en de wihan, een rechthoekig gebouw met een altaar met boeddhistische afbeeldingen. In de beeldhouwkunst is deze stijl grotendeels toegepast voor het afbeelden van Boeddha in koninklijke gewaden. Beeldhouwwerken zijn vervaardigd uit brons, gelakt hout en soms steen en zijn versierd met ingelegd glas of paarlemoer. Bas-reliëfs zijn zeldzaam en worden meestal aangetroffen als houten wandbekleding, hoewel er ook muurtaferelen bekend zijn in kalkmortel, pleisterwerk of cement. Kenmerkend voor textielkunst in deze stijl zijn zijden stoffen met ikat- en ingeweven patronen met stippen en geometrische en zoömorfe motieven.
Te gebruik voor poppen met lichamen van stof of stof opgevuld metverschillend materiaal, bijvoorbeeld vodden, zaagsel of papyrusbladeren.
Apparaten die bestaan uit twee platte, houten stokken die aan één kant aan elkaar vastzitten met een leren riem of metalen scharnier. Worden gebruikt voor het bijeenhouden van reuzel door een stoffen tas met daarin het verzamelde vet tussen de twee stokken te drukken.
Te gebruiken voor een stroperige, melkachtige vloeistof bestaande uit hars of was in de vorm van zeer kleine druppels in waterige suspensie, die wordt verkregen van rubberbomen; gebruikt voor vele rubbertoepassingen, zoals hechtmiddel. Ook te gebruiken voor een waterige dispersie van synthetisch rubber en van rubberachtig plastic.
Een vetachtige substantie die voorkomt in eidooiers en andere dierlijke en plantaardige stoffen; wordt onder andere gebruikt als een emulgator in caseïneverf en om de viscositeit van drukinkt te reguleren.
Sterk, onbuigzaam leer dat wordt gebruikt voor duurzame artikelen zoals kruithoorns, potten of wapenrusting. Het wordt gemaakt door de vellen te looien in een hete looistof en het in vorm te buigen of persen.
Voetvormig gereedschap waarover schoenen of laarzen worden gevormd bij het maken en repareren door schoenmakers. Leesten worden in meerdere materialen gemaakt, zoals hardhout, gietijzer en harde kunststoffen.
Een stof met metallieke eigenschappen, bestaande uit twee of meer metaalelementen of uit metalen en niet-metalen elementen, die in gesmolten toestand mengbaar zijn en niet uiteenvallen in aparte lagen wanneer ze stollen.
Banden die kinderen leiden en ondersteunen bij het leren lopen. Soms van versterkte stof die is bevestigd aan de schouders en tot de enkels hangt.
Een organische groene kleurstof die werd gewonnen uit de geplette bloemen van de iris of lelies, het produceren van een duidelijke groene kleur die geprecipiteerd op aluminatrihydraat en gebruikt in manuscriptschilderingen. Het wordt niet meer gebruikt. Leliegroen werd in de 17e eeuw vervangen door sapgroen , dat werd gemaakt van onrijpe Duindoornbessen. De kleur van de twee materialen waren vergelijkbaar en de naam, leliegroen, werd soms gebruikt voor het sapgroene extract.
Britse mouwloze onderlijfjes, meestal met een knoopsluiting aan de voorkant, van tricotstof, verstevigd met stroken geweven stof; voor het eerst in de handel in 1908 en vooral gedragen door jonge meisjes. Geen Nederlands equivalent.
De kleur van een kleurstof of verf als die wordt belicht, dun wordt uitgespreid of gemengd met veel wit.
De mogelijkheid of neiging van een stof te reageren op licht of een soortgelijk straling.
Een zachte kool, meestal donkerbruin van kleur, met vaak een kenmerkende houtachtige structuur; ligt qua dichtheid en koolstofinhoud tussen turf en bitumineuze kool in.
Kostbare stukken stof die op of over iets worden gespreid.
Bleekgroene etherische olie die wordt verkregen uit de schillen van limoenen. Limoenolie wordt meestal bereid door stoomdestillatie; de bestanddelen zijn limoneen en citral. de olie wordt gebruikt in smaakstof, parfums, insecticiden, ontsmettingsmiddelen, reinigingsproducten, aromatherapie en als bron van vitamine C.
Veel gebruikte benaming voor Amerikaanse schommelstoelen uit het midden van de 19e eeuw met een hoge, gestoffeerde rugleuning en zitting en open armleuningen met beklede, opgevulde armen.
Muurbedekkingen met reliëfwerk bestaande uit een opgedrukt mengsel van lijnzaadolie, zaagsel en kalk dat op een stoffen ondergrond is aangebracht. Werkwijze gepatenteerd door Frederick Walton in 1877.
Korte katoenvezel die nuttig is voor het maken van papier en bekledingsstof.
Bedden met een gestoffeerde achterkant en uiteindes die op gelijke hoogte zitten.
Een dikke, zware, waterdichte wollen stof die vooral wordt gebruikt voor het maken van overkleding.
Een groene, natuurlijke verfstof afkomstig uit China.
Historische benaming voor Amerikaanse stoelen met open armleuningen uit de 19e eeuw met een gestoffeerde zitting en rugleuning. De zittingen zijn meestal laag en ondiep en de rugleuningen zijn hoog en hebben vaak een slingerende rand.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Pb en het atoomnummer 82; het metaal is zacht, kneedbaar en vaalgrijs van kleur. Ook te gebruiken voor het metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, verscheidene voorwerpen en materialen te maken.
Een wolachtige stof van dunne looddraden; wordt soms gebruikt om pijpnaden te breeuwen.
In het algemeen elk voorwerp dat door soldaten, krijgsgevangenen of burgers is gemaakt van ongeacht welk materiaal, mits het voorwerp en de maker in tijd of plaats verbonden zijn met een gewapend conflict of de gevolgen daarvan. In het bijzonder voorwerpen van metaal, stof, been of hout die als aandenken zijn gemaakt tijdens of na de Eerste en de Tweede Wereldoorlog.
Lange, smalle stukken stof om op meubels te leggen als decoratie en ter bescherming van gepolijste oppervlakken.
Loricae die zijn gemaakt van overlappende bronzen of ijzeren schubben bevestigd op een basis van leer of stevige stof, veelal in horizontale rijen en dakpansgewijs gerangschikt om gaten te voorkomen. Ze werden op zijn laatst in de 4e eeuw v.C. door de Romeinen in gebruik genomen en bleven in gebruik tot in de 4e eeuw n.C.
Pasta of vloeistof die wordt gebruikt bij het gieten, om de binnenkant van een mal af te dekken zodat het gegoten gips er niet aan blijft vastkleven.
Twee- of driedelige herenpakken, bestaande uit bij elkaar passende stoffen, die in Groot-Brittannië vanaf de zestiger jaren van de 19e eeuw bij informele gelegenheden werden gedragen.
Keperstof waarbij de richting van de diagonalen, die wordt gevormd door de bindingspunten, wordt omgekeerd in groepjes scheringdraden en ook in groepjes inslagdraden, waardoor er een ingeweven ruitpatroon ontstaat. Geen Nederlands equivalent.
Apparaten die stof- en vuildeeltjes uit de lucht halen.
Delen van airconditioningsystemen waarin de lucht wordt gezuiverd van stof en de gewenste vochtigheidsgraad krijgt door middel van verneveld water.
Smalle strookjes hout, karton of was die aan één uiteinde zijn bekleed met een stof die gemakkelijk ontbrandt door wrijving.
Egyptisch marmer dat door koolstof zwart van kleur is.
Leunstoelen met een gestoffeerd frame en uitstekende oren voor bescherming tegen tocht.
Babykledingstukken die men over de luier aantrekt, meestal driehoekige doeken van flanel, gekookte wol of dicht gebreide wol, gebruikt in westerse landen tot de jaren negentig van de negentiende eeuw, toen er materiaal beschikbaar kwam dat vocht beter tegenhield, zoals met rubber beklede stof. Tegenwoordig wordt de term soms gebruikt voor kleurrijke broekjes gevoerd met plastic of een ander waterdicht materiaal.
Stofferingstechniek waarbij het meubelstuk wordt voorzien van een overdaad aan opvulsel.
Instrumenten voor het meten van de hoeveelheid in water oplosbare stoffen in de grond, bijvoorbeeld voor het testen van de doorsijpelingskwaliteit van het grondwater.
Gladde houten voorwerpen, vaak in de vorm van een ei, waarover stof wordt gespannen die moet worden gerepareerd.
Paddenstoelvormige voorwerpen waarover stof wordt gespannen die moet worden gerepareerd.
Cilindrische of kegelvormige glazen die zijn voorzien van een schaalverdeling in mililiters voor het meten van het volume van vloeistoffen.
Houders met schaalverdeling voor het afmeten van vloeistoffen, bekervormig.
Staal met een koolstofgehalte tussen 0,2 en 0,5%.
Korte jassen, meestal double-breasted en met een ceintuur, die zijn gemaakt van dikke, wollen stof, vaak met ruitpatroon. Term afgeleid van Mackinaw City, Michigan. Geen Nederlands equivalent.
Regenjassen gemaakt van een met een rubberlaag bedekte stof; wordt vooral gebruikt voor jassen die zijn gemaakt van een rubberbewerking die ontwikkeld is door Charles Mackintosh (1766-1843). Geen Nederlands equivalent.
Gecoate stof die is vervaardigd door twee lagen textiel te voorzien van een laagje rubber dat in nafta is opgelost, en de lagen vervolgens op elkaar te drukken. Deze dubbele laag textiel was de eerste gecoate stof die ooit is geproduceerd. De Schot Charles Macintosh ontwikkelde het procedé voor regenkleding.
Afdrukken die zijn gemaakt van een drukplaat zonder deze na de vorige druk opnieuw te inkten, bedoeld om de inktresten van de drukplaat te verwijderen. De term kan ook verwijzen naar vloeipapier en naar oud papier dat als versteviging werd gebruikt voor de stof van middeleeuws borduurwerk.
Een reeks paarsachtige rode kleuren die lijken op de kleuren van de verfstof magenta of fuchsine, een synthetische anilinekleurstof.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Mg en het atoomnummer 12. Het is het lichtste metaal dat stabiel blijft onder normale omstandigheden en is zilverachtig wit van kleur. Ook te gebruiken voor het metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, verscheidene voorwerpen en materialen te maken.
Graangewas dat afkomstig is uit Amerika, maar in de zestiende eeuw werd geïntroduceerd in de rest van de wereld. Het is een hoge eenjarige grassoort met een stevige steel. De vrucht bestaat uit rijen eetbare pitten op langwerpige aren die aan de dikke steel groeien. Er zijn veel verschillende variëteiten met gele, rode, blauwe, roze en zwarte kolven, vaak met spikkels of strepen. Mais gebruikt men als voedsel voor mensen en dieren, als grondstof in de industrie, voor het maken van brandstof, maisolie, maissiroop, maizena, maisbloem en ethanol (whisky, benzine). De stengels gebruikt men als biomassa om brandstof te maken, maar ook voor systeemplafonds. Uit maiskolven sneed men vroeger tabakspijpen. De kolven en het vlies eromheen gebruikte men om poppen te maken.
Een vloeistof die bestaat uit moleculen van waterstof en zuurstof in een verhouding van 2 tot 1. In pure vorm is het kleur-, smaak- en reukloos. Het kan in gasvormige, vloeibare en vaste staat voorkomen. Op kamertemperatuur is het een vloeistof. Het is de vloeistof waaruit zeeën, meren en rivieren bestaan en die valt in de vorm van regen. Water is een van de meest overvloedige en essentiële verbindingen. Zonder water kan geen leven bestaan en het komt voor in vrijwel elk proces dat zich in de planten- en dierenwereld voltrekt. Een van de belangrijkste eigenschappen is de mogelijkheid om andere stoffen op te lossen. De veelzijdigheid van water als oplosmiddel is van essentieel belang voor levende organismen. De term 'water' wordt meestal gebruikt om te verwijzen naar de vloeibare vorm van deze verbinding. Gebruik 'ijs' en 'waterdamp' voor respectievelijk de vaste vorm en de gasvorm.
Een synthetische organische verfstof op basis van aniline (een trifenylmethaan zout) die vanwege de groene kleur is vernoemd naar het mineraal malachiet. Het werd in 1877 voor het eerst gemaakt door Dobner en Fisher. Het wordt gebruikt voor het verven van onbewerkte zijde, wol, jute en leer, voor het verven van katoen na het beitsen, bij chemische tests voor het opsporen van zwaveligzuur en cerium, als een indicator op zuurbasis en voor het doden van parasieten en schimmels in aquaria.
Verwijst naar de culturen die floreerden in de regio van de moderne natie Maleisië die bestond uit het Maleisisch Schiereiland en de oostelijke regio van het eiland Borneo. De kunststijl in deze regio is een synthese van inheemse en uitheemse invloeden vanuit China, India, de Arabische wereld en het westen, die mogelijk werd gemaakt door middel van kolonisatie en handel. In de schilder- en beeldhouwkunst in deze regio worden vanwege islamitische voorschriften zelden menselijke figuren afgebeeld. De productie in decoratieve kunsten is breder en omvat batikstoffen en andere verfijnde weefsels, zilverwerk, handgemaakte krissen, houtsnijwerk, mandenwerk en verschillende andere handgemaakte producten.
Stoffering die over de leuningen van een zetel is gemaakt.
Flessen omhuld met gevlochten tenen, hout of ander beschermend materiaal, met een volume tussen de 4 en 75 liter; bedoeld om agressieve vloeistoffen, zuren, of gedistilleerd water te bevatten. Gebruik 'demi-johns' voor hetzelfde soort grote flessen omhuld met gevlochten tenen die bestemd zijn voor niet-agressieve vloeistoffen.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Mn en het atoomnummer 25. Het zilverachtige metaal is hard en broos.Ook te gebruiken voor het metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, diverse voorwerpen en materialen te maken.
Instrumenten die zijn ontworpen om het verschil in de hoeveelheid druk van twee vloeistoffen te meten en die meestal bestaan uit een U-vormige buis met een vloeistof erin.
Argandlampen die meestal van koper of brons zijn met één of twee branders op armen die door buisjes zijn verbonden aan een reservoir van waaruit de brandstof naar de branders wordt gevoerd volgens het @bird-fountain principle. Ze zijn vaak versierd met prisma's die aan ringen rond het reservoir en de branders hangen. De benaming is afkomstig van het gebruik om de lampen alleen of met drie op de schoorsteenmantel te zetten.
Verwijst naar een type glas dat wordt geblazen uit twee kleuren welke in gesmolten toestand worden gecombineerd, waardoor banen in verschillende kleuren ontstaan. De techniek wordt toegepast bij de vervaardiging van vensterruiten, maar ook wel bij glazen vaatwerk. Het verschil met #'reamy glas' is dat dit laatste type meestal witte banen bevat en onmiskenbaar doet denken aan room die met een gekleurde vloeistof is vermengd.
Fijn gemalen schilfers die worden gebruikt als vulstof of schuurmiddel in handzeep en bij het vormgieten.
Te gebruiken voor poppen die in de hand worden gehouden of popachtige figuren die op stokken zitten, met een stuk stof eromheen om de muziekmechanieken eronder verbergen, die muziek maken wanneer de stokken rond worden gedraaid.
Roestvrij staal met naar verhouding veel chroom, varierend van 12 tot 17%, en naar verhouding veel koolstof.
Stijf karton met decoratief papier, folie of stof daarop en soms met een textuuroppervlak; wordt gebruikt voor het matteren van tweedimensionale kunstwerken of documenten.
Dubbelgeweven stof die er doorgestikt uitziet door het gebruik van een opvullende inslag om het reliëf te vergroten.
De hiërarchie Materialen bevat beschrijvingen van een groot aantal stoffen, van natuurlijke en synthetische ruwe materialen tot materiaalproducten. Materiaalproducten zijn hier opgenomen in plaats van in de sectie Objecten, omdat ze kunnen worden gebruikt bij de constructie van diverse objecten (bijvoorbeeld 'plank' voor vloeren of muren) en omdat ze niet een noodzakelijk onderdeel van een object zijn (bijvoorbeeld: 'dakspaan' is niet essentieel voor daken op dezelfde manier als overhangende dakranden of boeiboorden). Relatie met andere hiërarchieën: beschrijvingen van activiteiten die op of met materialen worden uitgevoerd zijn te vinden in de hiërarchie Procedés en technieken (bijvoorbeeld 'glasbewerking'). Beschrijvingen van objecttypen die worden gedefinieerd door het materiaal waaruit ze zijn gemaakt staan in de hiërarchie Objectgenres (bijvoorbeeld 'metaalwerk', 'textilia', terwijl de beschrijving van de materialen zelf in deze hiërarchie staan ('metaal', 'textiel'). Beschrijvingen van gereedschap dat wordt gebruikt om afbeeldingen te maken (bijvoorbeeld 'houtskoolpotloden', 'pennen') zijn opgenomen in de hiërarchie Gereedschap en Uitrusting, terwijl beschrijvingen van de materialen waarvan ze zijn gemaakt of die ze gebruiken, hier te vinden zijn ('houtskool', 'inkt').
Verwijst naar de cultuur, met name de beeldhouwkunst, van Mathura, een kosmopolitische stad aan de rivier de Jumna, gedurende de Kushana-periode van oud India; Mathura lijkt een tweede hoofdstad van de Kushana-dynastie te zijn geweest, en het was een van de twee belangrijkste artistieke centra van de dynastie, naast Gandhara. Tot de boeddhistische Mathura-beeldhouwkunst behoren Boeddha-portretten die zijn gebaseerd op yaksha-modellen (mannelijke aardegeest), en enkele van de vroegste voorbeelden van geheel Indiase boeddhafiguren. De vele levendige en openlijk seksuele yakshi-figuren (vrouwelijke aardegeesten) zijn welbekende voorbeelden van Mathuran-beeldhouwkunst. Een van de meest opmerkelijke prestaties uit deze periode was de assimilatie van de staande kolos in Maurya-stijl voor boeddhistische doeleinden. Kenmerken van Mathura-beeldhouwkunst zijn monumentale frontaliteit, de weergave van omgeslagen, transparante stoffen als kleine, ringvormige plooien; en later boeddhafiguren met grote aureolen, versierd met rolwerk voorzien van bladpatronen. Diep reliëf wordt veel toegepast in de 2de eeuw, terwijl een gelijkmatigere en meer lineaire stijl wordt aangetroffen in de 5de eeuw. Veel Mathura-beeldhouwkunst wordt gehakt uit plaatselijke Sikri-zandsteen, dat roze is of gespikkeld rood in combinatie met geelachtig wit. Mathura-iconen werden geëxporteerd naar andere delen van India en werden ook gekopieerd door andere werkplaatsen. De Kushana-dynastie raakte in de 3de eeuw in verval, maar de Kushana-kunststijl van Mathura bleef bestaan en leidde later tot de verdere ontwikkeling van het Boeddha-icoon in de Gupta-periode.
De kleur van textiel die is geverfd met mauve kleurstof, meestal een lichte tint paars variërend tussen lila en violet, maar het kan ook verwijzen naar donkerpaarse tonen.
Een zachtpaarse anilinekleurstof, een van de eerste synthetische kleurstoffen. Toen scheikundige William Henry Perkin werkte aan het maken van kunstmatige kinine, merkte hij een residu op, dat vervolgens de eerste anilinekleurstof (mauveïne) werd, soms anilinepaars genoemd.
Verwijst naar farmaceutisch keramiek dat gewoonlijk de vorm aanneemt van middelgrote potten, vaak cilindrisch met een korte hals en een glazen stop, al komen ook andere vormen en maten voor. Medicijnpotten worden gemaakt om geneesmiddelen, specerijen, kruiden, pigmenten of andere zalven, poeders en vloeistoffen te bevatten. De term kan soms specifiek verwijzen naar sets van vier of meer potten die oorspronkelijk aan een apotheek zijn verkocht en voorzien zijn van de naam van een standaardmedicijn.
Een rode, natuurlijke organische kleurstof, die ook als substraatpigment wordt gebruikt en wordt verkregen uit de wortel van de meekrapplant, Rubia tinctorum, en uit verschillende andere planten; het belangrijkste kleurcomponent is alizarine. Als verfstof en pigment grotendeels vervangen door synthetisch alizarine.
De hiërarchie Meetinstrumenten bevat descriptoren voor instrumenten of houders die zijn bedoeld en vaak gekalibreerd zijn voor het meten van bijvoorbeeld omvang, hoeveelheid, capaciteit, massa of positie, op basis van een standaardeenheid of vaste hoeveelheid. Instrumenten die zijn bedoeld voor de weergave of registratie van de verkregen gegevens zijn eveneens opgenomen. Opgenomen zijn descriptoren voor instrumenten bestemd voor de waarneming en meting van licht, warmte, universele basiskrachten en het weer, alsmede tijdregistratie-instrumenten en weegschalen. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor de componenten van meetinstrumenten (bijvoorbeeld 'balansveren', 'gnomons') zijn ondergebracht in de hiërarchie Componenten. Instrumenten die kunnen worden gebruikt voor meting of registratie, maar die voornamelijk zijn bedoeld om mee te tekenen (bijvoorbeeld 'stokpassers') of iets te vervaardigen (bijvoorbeeld 'dividing engines') vindt u in de hiërarchie Gereedschap en Uitrusting. Vaten zonder een vaste maat die vloeistoffen of vaste stoffen kunnen bevatten (bijvoorbeeld 'lampetkannen') en waarmee weliswaar hoeveelheden kunnen worden vergeleken maar waarvan de functie als houder belangrijker is dan de maatfunctie, zijn ingedeeld bij de hiërarchie Houders.
Een witte, kristallijne vaste stof die enigszins oplosbaar is in water en voornamelijk wordt gebruikt bij organische synthese en de productie van hars, met name melaminehars.
Witte of geelachtig witte vloeistof die wordt afgescheiden door de borstklieren van vrouwelijke zoogdieren.
De kunstgroepering Memphis werd op 11 december 1980 opgericht door Ettore Sottsass, Barbara Radice, Marco Zanini, Aldo Cibic, Matteo Thun, Michele De Lucchi en Martine Bedin. Andere kunstenaars die de Memphis-stijl overnamen, waren Peter Shire, Shiro Kuramata en Michael Graves. Kenmerkend voor de Memphis-stijl zijn voorwerpen zoals meubels en verlichtingsobjecten in felle kleuren en met uitbundige geometrische vormen, vervaardigd uit kunststoflaminaat of andere industriële materialen. De groepering ontstond als reactie op de overheersing van modernistische ontwerpen, en werkte met vormen die waren ontleend aan de volkscultuur en de kitsch. De stijl die met Memphis in verband werd gebracht, was invloedrijk en vond internationaal veel navolging.
De toestand of eigenschap van stoffen te kunnen worden vermengd met andere, meestal gespecificeerde, stoffen.
Mechanische combinaties van twee of meer substanties zonder vaste verhoudingen, waarbij de bestanddelen hun individuele eigenschappen behouden en met gewone fysische middelen kunnen worden gescheiden. Gebruik 'verbindingen' voor complexe zuivere substanties die zijn gemaakt van twee of meer afzonderlijke stoffen die hun afzonderlijke eigenschappen verliezen en bij elkaar worden gehouden door chemische bindingen.
Familie van elf soorten in vier genera, waaronder die van de gestreepte skunks en stinkdassen. Ze hebben redelijk lange lichamen met tamelijk korte, gespierde poten, een gestreepte vacht en extreem goed ontwikkelde anale geurklieren. Daarmee produceren ze stinkende geurstoffen waarmee ze vijanden afschrikken. De lange klauwen aan de voorpoten gebruiken ze om mee te graven.
Textielwerken, meestal van fijne stof, waarop door vrouwen en meisjes in verschillende steken is geborduurd en die bedoeld zijn om in te lijsten. Ze werden doorgaans gemaakt door beginnelingen om hun vaardigheden te tonen. Kenmerkend zijn een combinatie van steken, motieven, letters en verzen, en vaak de voltooiingsdatum en de naam van de borduurster.
Alle leden van een grote groep stoffen die meestal een kenmerkende glans vertonen. Het zijn goede geleiders van elektriciteit en warmte, ze zijn ondoorschijnend, kunnen smelten en zijn meestal pletbaar of kneedbaar.
Een doffe, vlekkerige toplaag, ontstaan door blootstelling aan schadelijke chemische stoffen, zoals het laagje zilversulfide dat zich vaak op zilver vormt.
Wordt gebruikt voor instrumenten die de waarde van een hoeveelheid van iets meten en aangeven, bijvoorbeeld van gassen, vloeistoffen, kilometers of tijd.
Stof geweven in lengten en per meter verkocht.
Uit hout gedestilleerde alcohol die wordt gebruikt als brandstof en oplosmiddel.
Reeks heldere blauwe of violette kleuren die lijken op de kleuren van de blauwe en violette varianten van de verfstof methyl.
Bouwconstructies die zijn opgebouwd uit gevormde of gemodelleerde eenheden van steen, keramische baksteen of tegel, beton, glas, adobe of andere grondstoffen.
Handelsmerk voor een soort commercieel geproduceerd plastic laminaat dat wordt gemaakt door lagen stof of papier bij hoge temperaturen en onder druk te hechten met hars; wordt vervaardigd in de vorm van platen, staven en buizen of andere vormen.
Hardheid van een stof, gemeten met een druklichaam zoals een stift met een diamanten punt, die microscopische gebiedjes doordringt.
Gekleurde lichten op voertuigen, bestemd om het effect van mist, stof of rook in de lucht te verminderen.
Effen of decoratieve repen stof die worden gedragen om een lage hals, vooral van een jurk, op te vullen.
Hoeveelheden leerstof met betrekking tot bepaalde onderwerpen, inclusief doelstellingen, gebruiksaanwijzingen en toetsingsonderdelen.
Meestal zijden weefsel met een gewaterd, golvend effect dat op verschillende wijzen gecreëerd kan worden: door de stof te kalanderen, door de stof door geribbelde persen te vervormen of door de weeftechniek zelf.
Visueel verschijnsel, afgeleid van het Franse woord voor 'waterachtig', dat ontstaat wanneer een set rechte of gebogen lijnen met gelijke afstand in een bepaalde hoek bovenop een andere set wordt geplaatst, resulterend in een specifiek geometrisch patroon. Wordt gebruikt voor de weergave en aanduiding van vloeistofstromen, golfbewegingen en patronen en stromen van optische en magnetische velden.
Beeldhouwtechniek die 'droge houtkern-lakwerk' wordt genoemd, waarbij lagen in lak gedrenkte stof worden aangebracht op een massief houten mal. Deze techniek was populair tijdens de laatste helft van de Nara-periode (710-749) en verving de holle droge laktechniek 'dakkatsu kanshitsu'. Naarmate de techniek zich verder ontwikkelde, werden meer details toegevoegd aan de houtvorm en werden de lagen stof dunner.
De kleinste componenten van een stof die zelfstandig kunnen bestaan en daarbij alle eigenschappen van die stof behouden. De atomen waaruit een molecuul bestaat, worden covalent gebonden, zoals bij kooldioxide, of elektrovalent, zoals natriumchloride.
Verwijst naar eenvoudige of complexe machines of mechanische apparaten die worden gebruikt om vaste stoffen, zoals graan of kruiden, te verpulveren of tot poeder of pulp te vermalen. Gebruik 'molens (gebouwen)' om te verwijzen naar de combinatie van een gebouw en de daarin ondergebrachte maalinrichting.
Openingen van voorwerpen waarin met name vloeistof bewaard wordt, waardoor de inhoud de holte bereikt.
Zwarte, stoffen hoeden in de vorm van twee hoorns die zo zijn gemaakt dat ze op een stierenkop lijken; worden door matadors gedragen bij stierengevechten.
Zachte, stoffen dormeuses met een hoge, ruime bol, die vaak onder de kin werden vastgemaakt en soms voorzien waren van slippen aan de zijkanten; werden binnenshuis gedragen door vrouwen in de 18e en 19e eeuw.
Zuiver wollen kamgaren stof met dwarsribben en moiré finish, in Nederland vervaardigd, later met jute inslag en nog later volledig katoen geweven; gebruikt voor onderrokken. (van Gorp).
Een gele, natuurlijke verfstof verkregen uit verschillende Oost-Indische moerbeibomen en struiken van het genus Morinda.
Gebouwen waarin zich voorzieningen voor de opvang, planning en voorbereiding, van stoffelijke overschotten voor begraving of crematie bevinden. Terwijl de betekenis kan overlappen met "rouwcentra," hebben mortuaria in het algemeen meer uitgebreide faciliteiten voor de preparatie van het lichaam en rouwtcentra beschikken over een salon of een andere ruimte voor opbaren en andere diensten voor de overledene. In het hedendaags gebruik, kan de term "mortuaria" ook verwijzen naar voorzieningen die de lichamen van huisdieren voorbereiden voor de begrafenis of crematie.
Scherp geel poeder van de zaden van een aantal gewone mosterdplanten, dat wordt gebruikt als specerij, kleurstof of in de geneeskunde als een opwekkend middel en diureticum, een braakmiddel of een revulsivum.
Lepels ter grootte van theelepels met een kom met gaatjes in een decoratief patroon. Daarnaast zijn ze voorzien van een lang handvat dat spits toeloopt en waarvan de functie nog onderwerp van discussie is. Ze worden gebruikt om stukjes theeblad en stofdeeltjes weg te scheppen van het oppervlak in een kop thee. Gebruik 'olijflepels' voor lepels met doorboorde kom die specifiek zijn bedoeld voor het opdienen van olijven.
Stofbrillen voor motorrijders.
Een natuurlijke oranjerode verfstof die wordt gewonnen uit de wortel van de Indische meekrap (Rubia cordifolia), afkomstig uit de bergachtige gebieden van Azië. Munjeet is een lichtechte verfstof die vroeger in Azië werd gebruikt voor het verven van katoen. Het belangrijkste kleurmiddel is munjistin, een anthrachinon, en het bevat ook kleinere hoeveelheden purpurine, pseudopurpurine, alizarine en xanthopurpurine.
Kleine bankjes die meestal een gestoffeerde zitting hebben. Ze lijken op een verlengde taboeret met zes of meer poten.
Grote boomsoort, inheems in Zuid-Amerika en gekweekt in West-Indië. De hars wordt in hoestsiropen, voor de behandeling van astma, in parfums, als smaakstof, voor verf en als een geneesmiddel tegen huiduitslag, hoewel het contact met de hars bij veel mensen juist huidontsteking veroorzaakt.
Smalle stroken dicht geweven stof, aangebracht tegen de rug van een boek, waaraan de boekdelen vastgenaaid worden. Onderscheiden van 'naairiemen'; dit zijn smalle stroken ongelooide of bewerkte huid die voor hetzelfde doel gebruikt werden in de vroege stadia van het flexibel naaien. Tevens onderscheiden van 'touwen (boekbandonderdelen)'; dit zijn strengen van vezelig materiaal die riempjes vervingen tegen het einde van de zestiende eeuw.
Houders van zakformaat, zoals tasjes of rolletjes stof, voor het meenemen van kleine voorwerpen zoals draad, naald en schaar.
Manden die voornamelijk zijn bedoeld om naaigerei in te bewaren; over het algemeen klein, rond en meestal met een deksel. Kunnen een voering van stof hebben.
Smalle stroken ongelooide of bewerkte huid zoals leer of met aluin witgelooide huid waarmee de delen van een boek achter de rug langs werden vastgenaaid in de vroege stadia van flexibel naaien. Onderscheiden van 'touwen (boekbandonderdelen)'; dit zijn gedraaide stroken vezelig materiaal die riempjes vervingen tegen het einde van de zestiende eeuw. Tevens onderscheiden van 'naaibanden'; dit zijn smalle stroken dicht geweven stof die voor hetzelfde doel geschikt zijn.
Een van de twee belangrijkste typen handgemaakte kant, naast 'kloskant'. Het wordt gekenmerkt door de werkwijze, waarbij een patroon van draad met naald en draad wordt bewerkt. Er wordt in principe maar één steek gebruikt, de knoopsgatsteek en de geknoopte knoopsgatsteek. Het procedé zou in de 15de eeuw in Italië zijn ontwikkeld, geïnspireerd door ajourwerk en cutwork op linnen. Meestal wordt het ontwerp uitgetekend op papier of perkament, waaronder stof of een ander materiaal ligt. Het ontwerp wordt geschetst met een stiksel dat dient als het ondersteunende raamwerk voor het stuk. De opvulling en het patroon worden aangebracht met naald en enkele draad, met een reeks knoopsgatsteken die niet door de ondergrond worden gehaald. De steken worden in dicht bij elkaar liggende rijen aangebracht om het patroon op te vullen of verder uit elkaar om een maaswerk te vormen. Ook kunnen er rechte rijen steken worden toegevoegd. Een geklost of geweven lint wordt soms gebruikt voor onderdelen van het ontwerp. Het ontwerp wordt met een mes van de ondergrond losgemaakt.
Een kristallijne geurige verbinding (C10H8) die wordt verkregen uit koolteer, met een molecuul dat bestaat uit twee geconjugeerde zesringen. Het heeft een penetrante mottenballengeur en wordt gebruikt in verfstoffen, synthetische harsen, explosieven, insecticiden, schimmeldodende middelen en mottenverdelger. Het wordt niet aanbevolen voor algemeen gebruik als insecticide, omdat rekristallisatie mogelijk is op specimens en omdat het onder vochtige omstandigheden wol kan verkleuren. Bovendien is de werking tegen insecten twijfelachtig. Het fluoresceert paars in kwiklicht.
Licht ontvlambare stof, in 1943 ontwikkeld voor militaire doeleinden, bestaande uit benzine die met nafteen en palmitinezuur is ingedikt tot een gel; wordt vooral gebruikt in vlammenwerpers en brandbommen.
Variabele donkerpaarsachtige kleur die lijkt op verfstoffen die worden gemaakt met nigrosine, een koolteerderivaat.
Een vloeistof over een bepaald oppervlak doen verspreiden of een vloeistof in een bepaald materiaal doen doordringen.
Het toekennen van het beheer of eigendomsrecht van iets dat zich binnen een land bevindt, zoals natuurlijke grondstoffen of industriële ondernemingen, aan de nationale regering.
Zacht, wasachtig, licht, zeer kneedbaar, zilverwit, instabiel metaalhoudend element uit de alkaligroep. Natrium heeft symbool Na in het periodiek systeem, en atoomnummer 11. Natrium is het meest voorkomende alkalimetaal, en is het op vijf na meest voorkomende element op aarde. In de natuur komt natrium uitsluitend in verbindingen met andere stoffen voor. De stof heeft een sterke affiniteit voor zuurstof en andere niet-metaalhoudende elementen. Natrium is sterk reactief, verbrandt met een gele vlam, oxideert bij blootstelling aan lucht en reageert heftig met water. Natrium is het belangrijkste kation (positief ion) van extracellulaire lichaamsvloeistoffen. Natrium is een essentiële voedingsstof voor dieren; het draagt bij tot de instandhouding van het bloedvolume, reguleert de waterbalans in cellen en zorgt ervoor dat zenuwen blijven functioneren.
Een witte, vervloeiende, in water oplosbare vaste stof (NaOH), meestal in de vorm van klontjes, staafjes, chips of pellets, die bij oplossing in water voor warmteontwikkeling zorgen. Het wordt gebruikt bij de vervaardiging van andere chemicaliën, rayon, film, en voor medische toepassingen als caustische stof.
Algemene term voor materialen die worden verkregen uit de afscheiding van bepaalde bomen of struiken. Natuurlijke harsen zijn aromatische koolwaterstoffen die doorgaans oplosbaar zijn in alcohol of terpentijn en niet in water.
Grondstoffen of goederen met enige economische waarde die niet door mensen worden geproduceerd. Natuurlijke hulpbronnen zijn er in drie soorten. De eerste is niet-herwinbaar, bijvoorbeeld olie en kolen, waarvan de voorraad uiteindelijk uitgeput raakt. De tweede soort is herwinbaar, zoals water en vis, die reproduceerbaar is. De derde is onuitputtelijk en kan dus niet uitgeput raken door consumptie. Een voorbeeld is een landschap van een buitengewone schoonheid, waarvan zij die het zien gebruikmaken, terwijl de eigenaar verdient aan het toerisme.
Een sterke soort stof die is bedekt met een laag vinyl en er uitziet als leer. Geen Nederlands equivalent. Zie 'imitatieleer'.
Personen die vloeistof op fotografische negatieven aanbrengen om onvolkomenheden af te bedekken, wordt voornamelijk gebruikt voor het maken van drukplaten.
Lange, soepelvallende damesochtendjassen of -badjassen, veelal gemaakt van zachte of dunne stof, decoratief afgezet met kant, bont of ruches.
Verwijst naar de laatste fase in de ontwikkeling van een menselijke cultuur tijdens het stenen tijdperk. De fase kenmerkt zich door het hoogwaardige stenen gereedschap dat werd vervaardigd door middel van polijsten en malen, de wijdverbreide domesticatie van dieren en planten, de vestiging in permanente nederzettingen en de introductie van aardewerk en geweven stof. Neolithische culturen ontstonden voor het eerst tijdens het Holoceen, ongeveer 9.000 v. Chr., en hielden in bepaalde afgelegen gebieden van de wereld stand tot in de 19de eeuw. De artistieke voorwerpen zijn houten en stenen huizen, religieuze monumenten, forten en fortificaties, houtsnijwerk, schilderingen, textiel en aardewerk.
Wordt gebruikt voor voorwerpen die bestaan uit ineengrijpende schikkingen van draden, koorden of touwen die zijn samengedraaid, geknoopt of geweven op regelmatige afstanden. Gebruik de term 'net (textiel)' voor open geweven stof gemaakt van twijn, sterke draad of garen, meestal van zijde, katoen, nylon of rayon, met fijne of grove mazen van vaste afmetingen, die wordt gebruikt om verschillende dingen te maken, van sluiers en garneersel op kleding tot tennisnetten en visnetten.
Variabele zwartachtige of donkerpaarsachtige kleur die lijkt op nigrosine, een donkere verfstof die ontstaat door de oxidatie van aniline.
Een klasse van donkerblauwe en zwarte verfstoffen die worden gemaakt door de oxidatie van aniline en worden gebruikt voor het verven van textiel, hout, leer, bont, inkt, schoensmeer en verf.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Ni en het atoomnummer 28. Het metaal is zilverachtig wit van kleur met een geelachtige zweem; het is bestand tegen roest en de meeste zuren behalve salpeterzuur. Wordt ook gebruikt voor het metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, verscheidene voorwerpen en materialen te maken.
Te gebruiken voor grote antropomorfe funeraire beelden, gemaakt door het gedroogde lichaam van een dorpshoofd of een andere hooggeplaatste persoon te omwikkelen met rode stof tijdens begrafenisriten van de Afrikaanse volken Bwendi en Kamba.
Vloeibare springstof, zeer gevoelig.
Pakken bestaande uit een Norfolkjasje met knickerbockers, een lange broek of een rok in bijpassende stof.
Boomsoort die voorkomt in vochtige gebieden in het oosten van de VS, van de staat Maine in het noorden tot de kust van de Mexicaanse golf in het zuiden en de staat Oklahoma in het westen. Het hout is licht en zacht, maar sterk. Deze boom wordt soms als sierboom gekweekt. In de herfst krijgen de bladeren een schitterende scharlakenrode kleur. De kleurstof in de schors heeft een goede kleurvastheid voor wassen en een redelijke kleurvastheid voor blootstelling aan licht.
Bolvormige fluiten met een aanblaasrand, acht vingergaten en twee duimgaten; van klei, porselein, hout of kunststof.
Te gebruiken voor afbeeldingen of vlekken die ontstaan als gevolg van een onopzettelijke afdruk van inkt of een andere vloeistof. Voor afbeeldingen die met opzet van de ene prent of tekening op een ander vel papier worden afgedrukt wordt 'tegenafdrukken' gebruikt.
Aarde die silica en alumina en ijzeroxides bevat; bevat vaak verbindingen van barium of calcium. Komt voor in geelachtige, bruine of roodachtige kleuren. Wordt vaak gebruikt als pigment of als vulstof voor linoleum.
Een suspensie van een harsachtig, olieachtig, vettig of wasachtig materiaal in een waterachtig stof.
Scharnieren waarin een veer zit om een compressiekamer dicht te houden waaruit de vloeistof langzaam ontsnapt. De sluitende beweging wordt afgeremd om het dichtslaan van de deur te voorkomen.
Ruimvallende regenjassen; wordt vooral gebruikt voor jassen van wasdoek of van een met een rubberlaag bedekte stof, vaak in felle kleuren vervaardigd.
Beschermende bovenkleding bestaande uit een jas en een broek gemaakt van geoliede, waterdichte stof.
Een verfstof waarin drogende olie als drager voor het pigment fungeert.
Het gebruik van een, twee of drie draden voor het vastzetten van een ruwe rand van stof, of het maken van een decoratieve rand, afwerking of zoom.
Grote vierkante, rechthoekige of driehoekige stukken stof die worden gedragen over de bovenkleding om schouders en armen te bedekken.
Het hier en daar aanbrengen van een vloeistof zoals inkt of verf in een meestal) willekeurig patroon. Gebruik 'bespatten' wanneer door toepassing van dezelfde techniek een ondergrond met fijne vlekjes wordt bedekt.
De ondoordringbaarheid van een stof of voorwerp voor lichtstralen.
Patchwork quilts bestaande uit stukjes stof in één maat en vorm, die vervolgens in rijen zijn geplaatst. Geen Nederlands equivalent.
Te gebruiken om verzameld materiaal te beschrijven dat is gecollationeerd, maar nooit gebonden, zoals stukken die in bladen of katernen zijn gelaten. Gebruik @'pulled' (ALT of 'pulling') om verzamelde stof te beschrijven die uit zijn boekband is genomen om opnieuw te worden ingebonden. Gebruik 'disbinding' voor verzameld materiaal uit een samengesteld werk, dat is verwijderd om op zichzelf te staan.
Duurzame, dichtgeweven stof in effenbinding, oorspronkelijk gemaakt van linnen maar tegenwoordig meestal van katoen. Het komt voor in verschillende gewichten en lijkt erg op canvas maar dan fijner en lichter. Het wordt veel gebruikt voor tenten, riemen en kleding. Geen Nederlands equivalent. Zie 'zeildoek'.
De toestand of eigenschap van een stof niet te kunnen worden opgelost in een andere, meestal gespecificeerde, stof.
Wordt gebruikt voor de initiële handeling of het moment van branden en voor chemische procédés waarbij licht of warmte wordt geproduceerd door de verbinding van verschillende stoffen met zuurstof.
Constructie waardoor ontplofbare stoffen in een granaat of bom op het gewenste ogenblik tot ontploffing kan gebracht worden. Het mechanisme kan chemisch, mechanisch of elektrisch in gang gestoken worden.
Fijnkorrelig poeder, meestal buskruit of primaire springstof, dat wordt gebruikt om het voortstuwingsmiddel of de hoofdspringstof van een vuurwapen of ontploffingsmiddel te ontsteken.
De laagste temperatuur waarbij dampen van een vluchtige vloeistof ogenblikkelijk zullen ontbranden wanneer er een vlammetje bij wordt gehouden.
Procedé voor het verspreiden van deeltjes en het afbreken van klonten in een stof om deze vloeibaarder te maken; vaak gebruikt in keramiek om klei om te zetten in slip.
Het verwijderen van zuren of het verminderen van een zuurgehalte, bijvoorbeeld door middel van neutralisatie, waaronder het behandelen van papier met een bufferstof om het tegen zuuraantasting te beschermen.
De toestand of eigenschap van stoffen niet te kunnen worden gemengd.
Een vreemde stof, vooral van minderwaardige kwaliteit of verontreinigend, die met de gewenste stof is gemengd.
Kleine gaatjes, meestal rond en afgewerkt aan de randen, in bijvoorbeeld stof of leer om er een veter of koord door te kunnen steken, of in borduurwerk waar het een versierende functie heeft.
Optioneel onderdeel van het hoofdstel bestaande uit leren of kunststoffen kleppen die naast de ogen worden bevestigd om het gezichtsveld van het paard te beperken.
Voorwerpen die visuele afwijkingen corrigeren of de ogen beschermen tegen licht, stof en soortgelijke dingen; bestaan meestal uit twee lenzen in een frame met een neusdeel dat op de neusrug leunt of heeft twee zijstukken die over en om de oren worden geplaatst.
Verwijst naar de hoog-paleolithische Gravettiencultuur waarvan gereedschappen zijn aangetroffen in Rusland. Deze onderscheidt zich van de overige Gravettiencultuur door een voorkeur voor de jacht op mammoeten, waarvan het vet als brandstof en het gebeente als bouwmateriaal werd gebruikt.
Inkt gemaakt van gemalen, zwart koolstofpigment opgelost in water, waaraan hars is toegevoegd; wordt gebruikt als een vloeibaar tekenmateriaal.
Verwijst naar de regionale stijl van Oost-Java. Beeldhouwkundige werken volgen overwegend de Wajang-stijl die de Balinese volkstraditie van wajangpoppentheater weerspiegelt, en die wordt weergegeven op reliëfpanelen in Oost-Javaanse tempels uit de 13de en 14de eeuw. In textielproducten, met name in batik, wordt deze stijl gekarakteriseerd door het veelvuldige gebruik van een rode verfstof die bekend is als Turks rood. Na de komst van de islam op Java representeerde de bouwstijl een synthese tussen Oost-Javaanse en oude, pre-hindoeïstische Balinese tradities, gekenmerkt door iconografie, gelaagde daken en de candi bentar-ingang tot de externe binnenhof van een tempel. Decoratieve kunsten in deze stijl worden gekenmerkt door verse en gedroogde bloemen als versiering op kleding, vergulde kammen en complexe sieraadontwerpen.
Geplooide gordijnen die permanent zowel in de breedte als in de lengte bij elkaar zijn gebonden en met koorden en ringen worden opgetrokken of neergelaten. Ze bestaan meestal uit lichte en vaak dunne stof die goed kan worden gedrapeerd en het effect geeft van vele rijen horizontale guirlandes.
Foto-elektrische instrumenten voor het meten van de hoeveelheid bezinksel in vloeistoffen.
Doorstiktechniek waarbij twee parallelle stiklijnen worden gemaakt door twee lagen stof heen, waarna zwaar garen of koord tussen de twee lagen wordt gevoegd binnen de stiklijnen, wat een verhoogd lijnenpatroon creëert op een overigens vlakke ondergrond.
Het toenemen in omvang of grootte, bijvoorbeeld door opblazen of door opeenhopingen van vloeistof.
Kruidachtige plantensoort die inheems is in Turkije. De verdovende middelen opium, morfine, codeïne en heroïne worden gewonnen uit de melkachtige vloeistof dat zich in de onrijpe zaaddoos bevindt. Het is ook een veel voorkomende tuinplant die gewaardeerd wordt om zijn opzichtige blauwpaarse of witte bloemen. Hij wordt voorts gekweekt om zijn zeer kleine, zwarte of blauwe niervormige, niet-verdovende rijpe zaden, voor bakkersproducten, voor het kruiden van gerechten, als olie en als vogelzaad.
Het overeind zetten van vezels aan het oppervlak van een stof, om het een poolachtig oppervlak te geven, vooral om het zachter, warmer en absorberender te maken.
De mate waarin één stof kan oplossen in een andere, meestal gespecificeerde, stof.
Keukengerei dat bestaat uit een hol lepelgedeelte met daaraan een lang handvat en voornamelijk wordt gebruikt voor het overbrengen van vloeistoffen, zoals drinkwater.
In de schilderkunst is dit de techniek met behulp waarvan een speciaal structuureffect wordt gecreëerd dat doet denken aan het patroon dat ontstaat door het licht strijken, het zogenaamde 'trekken', van een kwast over een oppervlak. Dit effect wordt bereikt door een stuk papier of stof op het pas geschilderde, nog natte oppervlak te leggen, er zachtjes over te wrijven en het dan weg te halen.
Fijndradige, lichte, gladde en semitransparante katoenen stof. Het is een stof in effenbinding van fijn gekamd garen.
Verwijst in algemene zin naar stoffen die koolstofverbindingen bevatten, en zaken die verband houden met, of afgeleid zijn van levende organismen. Verwijst in meer specifieke zin naar etenswaren en andere consumptieproducten die zijn geproduceerd zonder kunstmatige stoffen, kunstmest of kunstmatige toevoegingen en, met betrekking tot levende have, in een niet-bioindustriële omgeving, met voldoende bewegingsvrijheid.
Materiaal dat koolstof bevat, inclusief de materialen die afkomstig zijn van levende organismen.
Tak van de scheikunde die zich bezighoudt met koolwaterstoffen en hun afgeleiden, gevonden in organische structuren.
Een samenstelling die bestaat uit een metaal dat direct is verbonden met een koolstof.
Fijndradige gladde stof met een losse effenbinding, meestal gemaakt van zijde of synthetische stoffen als kunstzijde, nylon, acryl of polyester. Het is fijn tot lichtgewicht, sterk, stabiel en duurzaam. Te onderscheiden van organdie, dat van katoen is gemaakt.
Hoofdkap uit de ijzertijd. Het enige bekende exemplaar is in de negentiende eeuw gevonden in veengrond op de Orcaden. Uit koolstofdatering door het National Museum of Scotland is gebleken dat de kap dateert uit de periode 250-615 n.Chr. Het wordt beschouwd als het oudste en best bewaarde stuk textiel dat in Groot-Brittannië is gevonden. Voor bestudering ervan is ten minste één replica gemaakt.
Hard, helder oranje gekleurd hout waar een verfstof uit wordt gewonnen.
Verwijst naar de stijl en periode die in verband worden gebracht met de heerschappij van de islamitische dynastie die aan de macht kwam in Anatolië in 1281 tot de afkondiging van de grondwet van de republiek Turkije in 1924. Met ondersteuning van de Osmaanse sultans ontwikkelde zich een opvallende architectuurstijl waarin de islamitische tradities van Anatolië, Iran en Syrië werden gecombineerd met de tradities van de klassieke wereld en Byzantium. Het resultaat was een rationalistische benadering met een hoofdrol voor ruimtelijke eenheid en helderheid, met als belangrijkste structuur de kulliye, een complex met gebouwen voor religieuze, educatieve en charitatieve doeleinden. Het belangrijkste bouwkundige thema van dit complex was een overkoepelde vierkante ruimte en combinaties van uiteenlopende ruimtelijke en architectonische expressies. De moskee, en in sommige gevallen het moskee-klooster, vormde het hoogtepunt. Na de verovering van Constantinopel en de vestiging van nieuwe administratieve paleizen in het hele rijk, werd de relatie tussen Osmaanse beschermheren en de kunstenaar gecentraliseerd. Een staf van hofarchitecten nam architecten van verschillende rangen en standen in dienst en controleerde alle bouwactivieiten in het rijk. Een gemeenschap van kunstenaars en ambachtslieden werkte voor de centrale ontwerpstudio, waar versierde manuscripten, tegelwerk, houtsnijwerk, beeldhouwwerk, jade en metalen voorwerpen werden vervaardigd, evenals tapijten en stoffen. Met deze werken werden gewoonlijk de belangrijke momenten tijdens de heerschappij van de sultan gememoreerd. In de 18de en 19de eeuw raakte de Osmaanse kunst steeds meer verwesterd, vaak met elementen van de Europese barokstijl.
Te gebruiken voor voetenbankjes met een dik gestoffeerde, gevulde bovenzijde.
Verwijst naar de stijl en cultuur van een Noord-Amerikaanse beschaving die heeft bestaan in het Four Corners-gebied, waar de grenzen van de staten Arizona, New Mexico, Colorado en Utah samenkomen. De bloeitijd duurde van de 1ste eeuw tot circa 1300 n. Chr. Tot de afstammelingen van de dragers van deze cultuur behoren waarschijnlijk de huidige Pueblo-indianen in New Mexico en Arizona. De stijl is bekend vanwege verfijnd mand- en aardewerk, stoffen, decoraties, gereedschappen en indrukwekkende bouwkundige prestaties zoals klifwoningen en dorpen of pueblo’s die lijken op flatgebouwen. In sommige classificaties worden de moderne Puebloculturen beschouwd als latere fasen van de Anasazi, hoewel deze cultuur volgens de meeste classificaties eindigt met het verlaten van de klifwoningen rond 1300 n. Chr.
Kostuum dat bestaat uit één of meerdere kledingstukken van bij elkaar passende of gecoördineerde stoffen, vooral wanneer die zijn ontworpen voor een bepaalde bezigheid of gelegenheid, zoals een tennisoutfit.
Hopperwagons met een vast dak, luiken in het dak en een opening in de bodem voor het lossen van stortgrondstoffen.
Het kopiëren van een origineel door er overheen te tekenen op doorschijnend of doorzichtig papier, stof of een ander materiaal.
Kleine, platte overhandse steken die een diagonaal vormen. Gebruikt om lappen stof met elkaar te verbinden of om kleine zomen vast te zetten.
Een sterk en hard cement van gecalcineerde magnesia en magnesiumchloride. Samen met verschillende vulstoffen wordt het vaak gebruikt voor stucwerk en vloeren.
Een allotropische vorm van zuurstof (O3), een blauwachtig giftig gas met een kenmerkende scherpe geur. Het is een sterk oxiderend middel, dat ontstaat uit moleculaire zuurstof door elektrische ontlading en in de bovenste atmosfeer door ultraviolet licht.
Vermindering van de concentratie ozon in de ozonlaag als gevolg van luchtverontreiniging. De verdunning van de ozonlaag en het verschijnen van een zichtbaar 'gat' boven het zuidpoolgebied zijn onderwerp van uitvoerige openbare beleidsdiscussies, media-aandacht, nationale wetgeving en internationale verdragen. Ozon in de stratosfeer beschermt levende organismen op aarde tegen de schadelijke gevolgen van de ultraviolette straling van de zon. Zelfs een relatief kleine vermindering van de hoeveelheid ozon kan resulteren in de toename van het aantal gevallen van huidkanker bij mensen en in genetische schade aan vele organismen. Het verbod op de productie of het gebruik van chloorfluorkoolstofverbindingen in de Verenigde Staten en veel andere landen is tot nu toe wellicht het meest zichtbare positieve gevolg van dit debat.
Boom die hard en fijn gestructureerd hout produceert en voorkomt op zanderige gebieden in het midden en zuiden van de Verenigde Staten. De soort is taai en rotbestendig. Van de bomen maakt men palen voor omheiningen. Het hout wordt ook gebruikt voor grove constructies en als brandstof voor barbecues.
Klein ornament van glimmend metaal of kunststof in allerlei vormen, maar meestal rond, met een gat in het midden ter bevestiging op kleding; bedoeld om decoratieve effecten te creëren.
Twee- of meerdelige bovenkledingstukken, vervaardigd van bij elkaar passende stoffen. Ook één- of meerdelige pakken, ontworpen om te worden dragen bij bepaalde beroepen of lichamelijke activiteiten.
Ringvormige stukjes metaal of plastic ter versterking van een gat in materiaal, zoals stof of leer, wat anders zou kunnen scheuren door de druk die op het gat wordt uitgeoefend wanneer er een sluiting of ander bevestigingsmiddel doorheen wordt gehaald of aan vast gemaakt.
Te gebruiken voor de resten die worden onderzocht en geanalyseerd op geologische stoffen, zoals sedimenten en lavastromen, vooral uit de periode voorafgaand aan de menselijke beschaving. Gebruik liever 'archeomagnetisme' voor het onderzoeken van archeologische overblijfselen.
Omvat het geheel van kleuren die een artiest gebruikt, het typerende kleurbereik van een stijl of groep of het geheel van kleuren die mogelijk zijn als er een groep van voorgeschreven kleurstoffen wordt gemengd.
Grote, rechthoekige lappen stof die om het lichaam werden gedrapeerd en werden gedragen door vrouwen in het oude Rome.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Pd en het atoomnummer 46. Het is een zeldzaam, glanzend, zilverachtig wit metaal dat voorkomt in platinaerts. Ookte gebruiken voor het metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, diverse voorwerpen en materialen te maken.
Omslagen voor pamfletten, waarbij elke omslag bestaat uit twee platten die aan elkaar zijn verbonden door een stoffen scharnier, met daaraan een extra band of strook materiaal. Het pamflet wordt vervolgens aan de strook vastgenaaid of vastgelijmd.
Delen van een kledingstuk die verticaal worden ingezet en meestal aan twee kanten worden vastgenaaid, of stroken stof die bovenaan het kledingstuk worden vastgemaakt en los kunnen hangen.
Lampen die bestaan uit eenvoudige, open, ondiepe bekkens waarin brandstof wordt gedaan. De pit rust in de brandstof op de bodem van het bekken. Soms zijn ze uitgerust met hangers waarmee ze aan een plafond, wand of lamphouder kunnen worden gehangen.
Dikke, buigzame stukken stof, bijvoorbeeld gewatteerde of gehaakte lappen, ter bescherming van de handen bij het oppakken van heet kookgerei.
Gepantserde mouwloze jacks die werden gebruikt door de infanterie vanaf halverwege de 14e eeuw tot begin 17e eeuw; ze bestaan uit kleine rechthoekige metalen plaatjes die elkaar in de vorm van verticale stroken overlappen, in parallelle rijen aangebracht op een ondergrond van stof of huid. Dit geheel werd op een gewatteerd jack genaaid waardoor de kledingstukken hun uiteindelijke vorm kregen.
Het procedé van het handmatig of machinaal vervaardigen van een vel of papierrol op basis van gematteerde en samengeperste vezels, meestal plantaardig, vaak met toevoeging van appret, vulstof en kleurstof.
Waterige pap van fijngemalen papier met een klevend bindmiddel. Kan ook stroken papier bevatten en is soms versterkt met textiel, samengeplakt met een natte kleefstof. Met deze pap wordt een object gevormd, dat een vaste vorm aanneemt zodra de kleefstof opdroogt. Het object kan dan worden geschuurd, geglazuurd en geschilderd. Dergelijke objecten zijn zeer duurzaam; ze kwamen tot ontwikkeling in Azië en waren vanaf de 17de eeuw gemeengoed in Europa en daarbuiten.
Soort snel groeiende, kortlevende sier-, schaduw- of productieboom, inheems in het noorden en midden van Noord-Amerika. De soort is meestal zo'n 18 meter hoog, heeft een bruine schors die na verloop van tijd wit wordt en produceert flinterdunne lagen met smalle horizontale poriën of lenticellen. Op de koperkleurige binnenste schors zijn de poriën fel oranje. De korte hangende takken en de talloze buigzame takjes geven de boom in de winter een kantachtige aanblik. Het bijna witte hout met de dichte nerfstructuur wordt gebruikt voor houtgedraaide artikelen, vloeren, meubels, houtwaren, pulp en brandstof. Native Americans gebruikten de dunne waterdichte schors voor dakbedekking, kano's en schrijfmateriaal (vandaar de naam 'papierberk'). Het is een van de eerste soorten die weer groeien na brand. Het sap wordt gekookt voor de productie van berkensiroop. De boom komt voor in verschillende variëteiten.
Een dispersie van cellulosevezels in water, die wordt gebruikt als grondstof bij de productie van papier. Deze bevat plantaardige, minerale of kunstmatige vezels en vormt een matte of vervilte laag op een plaat als het vocht wordt verwijderd.
Leden van een superfamilie bestaande uit circa 14.000 soorten insecten die behoren tot vier families. De vleugels, rompen en poten van vlinders zijn, net als die van motten, bezet met stofachtige schubben. Anders dan motten zijn vlinders overdag actief en gewoonlijk helder gekleurd of voorzien van een opvallend patroon. Misschien wel de meest onderscheidende lichamelijke kenmerken van de vlinder zijn de antennes met knotsvormig uiteinde en de gewoonte om de vleugels in rust verticaal boven de rug te houden.
Helmen gemaakt uit aluminium of kunststof in de vorm van een gevechtshelm, speciaal voor parades.
Houders vervaardigd uit twee vierkante delen van gesteven stof, meestal in verschillende kleuren, afhankelijk van het kerkelijk jaar, waarin doeken worden bewaard die gebruikt worden in de christelijke liturgie.
Een verflak of organische kleurstof met een felle, kersenrode kleur met een vrij blauwige getemperde tint. Wordt gemaakt van paranitraniline, een koolteerderivaat.
Apparaten met een schaalverdeling voor het meten van de stroming van vloeistoffen in open leidingen, door te letten op de verschillen in de golfkoppen aan beide zijdes van een gedeeltelijke versperring.
Kunstenaars die zijn gespecialiseerd in het maken van pastels: kunstwerken die worden gemaakt met kleurkrijt van droge kleurstof vermengd met een kleine hoeveelheid bindmiddel van olie of van water en gom.
Handwerktechniek waarbij een groot aantal kleine delen worden samengevoegd, over het algemeen door het aan elkaar naaien van stukjes stof of leer in verschillende kleuren en patronen voor bedekkingen, kussens of quilts.
Trommen met een komvormige, resonerende cilinder, meestal van koper, het trommelvel van kalfsleer of kunststof en uitgerust met een mechanisme voor het stemmen van het instrument.
Verwijst naar een paleolithische periode en cultuur die is genoemd naar de archeologische vindplaats Pavolov in het huidige Tsjechië. Het kenmerkt zich door afwijkende vuurstenen werktuigen, vervaardigd van grondstoffen die over relatief grote afstanden werden aangevoerd, in plaats van met de verschillende lokale Moravische vuursteensoorten die door andere groepen werden gebruikt.
Boom uit het genus Carya die inheems is in het midden en zuiden van de Verenigde Staten en in Mexico. Elders wordt de boom gekweekt. Het roodachtige hout gebruikt men voor deuren en kozijnen binnenshuis. Uit de schillen wint men een kleurstof waarmee men wol donkerbruin of katoen grijs kan verven als een bijtmiddel met aluin wordt gebruikt. De kleurstof is redelijk kleurvast. De noot heeft een rijke en kenmerkende smaak en structuur. Het vetgehalte is voor een plantaardig product zeer hoog, waardoor de calorische waarde dicht bij die van boter ligt. Op de productie ervan is een belangrijke industrie gebaseerd in het zuidoosten van de Verenigde Staten.
Sjaalachtige capes van bont of stof die om de hals worden vastgemaakt en aan de voorkant naar beneden afhangen. Gebruik 'stolen (liturgische kleding)' voor de bandstroken die over liturgische gewaden van geestelijken worden gedragen.
Stof gemaakt volgens de methode van gesneden of getrokken draad, gemaakt en gebruikt door de Kalabri-volken in de Niger-delta, Nigeria, Afrika.
Oud-Griekse peervormige opslagvaten met een brede opening die een doorlopende welving vormt met de romp. Aan het eind van de 6de eeuw v. Chr. geïntroduceerd in de Attische zwartfigurige keramiek, hoewel beschildering voornamelijk in de roodfigurige techniek plaatsvond. Ze werden doorgaans gebruikt voor de opslag van vloeistoffen, maar waren ook geschikt voor andere toepassingen. Vanaf circa 450 v. Chr. werden pelikai eveneens gebruikt als houder voor de as van overledenen. De vorm lijkt op die van amfoortype C.
Vloeistof die wordt toegevoegd aan een materiaal dat een deklaagje moet vormen, zodat het beter in het oppervlak doordringt.
Fluiten van goedkoop materiaal, meestal metaal of kunststof, met 6 vingergaten.
Elk van drie soorten isometrische alkaankoolwaterstof die voorkomen in aardolie en aardgas.
Vulkaanglas dat circa 75% silica bevat en gewoonlijk een hoger watergehalte heeft dan obsidiaan; aangetroffen in Oregon en Californië. In commercieel opzicht verwijst de term naar vulkaanglas dat uitzet of ploft wanneer het wordt verwarmd, waarbij een samengestelde stof ontstaat met een laag gewicht.
Eigenschap van poreuze materialen die wordt gemeten aan de hand van de snelheid per volume waarin een vloeistof door een representatief proefstukje van het materiaal gaat.
18e-eeuwse vorm van applicatiewerk, waarbij motieven zoals bloemen en dieren uit katoenen stoffen, vooral chintz, worden geknipt en op een effen ondergrond worden genaaid.
Giftige of dodelijke stoffen die worden gebruikt om ongedierte te doden.
Verwijst naar kruissteekborduurwerk waarin het ontwerp wordt uitgevoerd op canvas of stof met circa zes tot twintig mazen per strekkende centimeter, waardoor kleine, fijne steken mogelijk zijn.
Een reeks blauwe kleuren die lijken op de kleur van de verfstof fenylblauw, een donkerblauwe verfstof die een fenylamidederivaat van een chinon is.
Fotografisch procedé uitgevonden door Nièpce en Daguerre in 1832, waarbij beelden worden geproduceerd door middel van in alcohol opgeloste lavendel als lichtgevoelige stof. De daaruit ontstane oplossing werd vervolgens op een zilverplaat aangebracht en daarna een aantal uren in een camera obscura belicht.
Bedekkingen van stof die ter decoratie en bescherming over de voorkant van een piano worden gelegd.
Garneersel van stof of leer dat vanaf halverwege de 16e tot vroeg in de 17e eeuw zowel op burgerkleding als op wapenrusting werd gedragen. Op wapenrusting werd het gedragen aan de randen van de metalen platen, waar de losse onderdelen over elkaar heen schoven, om het geluid en wrijving te verminderen.
Een onregelmatig ruitpatroon, meestal gebruikt voor geweven stoffen.
Instrumenten voor het meten van de samendrukbaarheid van vloeistoffen, bijvoorbeeld van water in een put.
Fotografische procédés waarbij het beeld wordt gevormd door pigmenten en niet door zilver of andere metalen. Veel gebruikte pigmenten zijn lampzwart, waterkleurpigment, olieverven en inkt op oliebasis. De pigmenten zelf zijn niet lichtgevoelig, maar het fotochemische procédé van een andere doorzichtige stof creëert een hulpbinding, waarbij pigment kan worden aangetrokken of ontvangen.
Buisvormige leidingen, meestal waterdicht, voor het transport van vloeistoffen of gassen. Gebruik 'pijpwerk (onderdelen van loodgietersystemen)' voor het geheel van pijpen, buizen en hulpstukken in afvoersystemen.
Rookgerei dat wordt gebruikt om pijpen aan de binnenzijde te reinigen, gewoonlijk bestaande uit buigzaam draad dat is omwikkeld met plukjes stof.
Procedé om met behulp van separatienegatieven tot kleurenafdrukken te komen. Met de negatieven worden drie fotografische drukvormen gemaakt, waarin een reliëf van gelooide gelatine is gevormd. Deze worden ingekleurd met zure kleurstoffen en op elkaar gedrukt op een gelatinedrager, die de kleuren opzuigt. Ontwikkeld door Leon Didier, 1903.
Korte, verticale schikking van gedrapeerde stof, met een onderzoom die taps toeloopt en in een gebroken diagonaal naar beneden hangt; vaak gebruikt als centraal ornament van een guirlande gordijn.
Spits toelopend buisje om kleine hoeveelheden vloeistof met grote nauwkeurigheid op te nemen en over te brengen of af te meten.
Cirkelvormige of geplette eivormige hulzen die zich uitstrekken door de bodemplaat van een lamp en die de pit bevatten. Verbranding van brandstof en pit vindt plaats bovenaan de huls.
Grote klassieke Griekse vaten voor het in grote hoeveelheden opslaan van vloeistoffen en vaste stoffen.
Instrumenten die zijn ontworpen om de relatieve snelheid van vloeistoffen te meten en die bestaan uit een smalle buis waarvan één eind naar de stroom toe is gedraaid, die is verbonden met een toestel dat de druk aangeeft.
Bovenkleding bestaande uit lange, rechthoekige stukken stof die vaak, maar niet altijd, van Schotsgeruite wollen stof zijn gemaakt; traditionele kleding van de Schotse Hooglanden, later overgenomen door de Hooglandregimenten van het Britse leger als onderdeel van het uniform.
Een smalle strook papier, plastic, stof of ander materiaal die aan een of beide zijden is bewerkt met een hechtmiddel dat, afhankelijk van het type, wordt geactiveerd door water, oplosmiddelen, warmte of druk.
Poppen met bewegende delen, vergelijkbaar met ‘trekpoppen’, in het bijzonder die voor kinderen in het oude Griekenland. Ze werden meestal gemaakt van hout, been, ivoor, marmer, stof, was, albast of terracotta, met scharnierende armen en benen die apart werden gemaakt en aan de romp van de pop werden bevestigd met koorden, waardoor de ledematen konden bewegen. De vroegste voorbeelden dateren uit circa 800 v. Chr.
Thermohardende deklaag van kunstof die wordt aangebracht op metaal; zorgt voor een harde en sterke lak.
Een zachte, plastic, kleiachtige stof die wordt gebruikt om te boetseren. Hij is gemaakt van calciumzouten, petrolatum en alifatische zuren. Plasticine werd in 1897 uitgevonden door William Harbutt, een Engelse kunstdocent.
Kleine stoffen inzetstukken die bij de basiskleding worden gedragen om het effect van een gilet te krijgen.
Blazoenen van stof of leder waarbij metalen platen aan de binnenzijde zijn bevestigd, veelvuldig gebruikt in het Europa van de 14e eeuw.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Pt en het atoomnummer 78. Het metaal is glanzend, smeedbaar, vormbaar en zilverachtig wit van kleur en wordt als edel beschouwd. Ook te gebruiken voor het metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, voorwerpen en materialen te maken.
Altaar gebruikt tijdens religieuze ceremonies om vloeibare offers te brengen, die erover worden gegoten, vaak met rytons. Het altaar helt soms af naar één kant, waar aan het uiteinde een bekken de vloeistof terug opvangt.
Vaten gebruikt tijdens libatie, een ritueel waarbij een vloeistof uitgegoten wordt als offer voor een godheid. Deze hadden vaak een zeer specifieke vorm, afwijkend van de vorm van alledaagse vaten.
Grote cilindervormige tassen, vaak van canvas of een met rubber beklede stof, gebruikt om persoonlijke bezittingen in te dragen.
Verwijst doorgaans naar een stof die bestaat uit vermalen, verpulverde of op andere wijze fijn gedispergeerde vaste deeltjes.
Polijstborstels die door boekbinders na verhitting worden gebruikt om leer te polijsten, korrels in leer vlak te strijken en blaren in stofomslagen te verwijderen.
Shirts die over het hoofd worden aangetrokken, met korte of lange mouwen en een omslagkraag met een splitopening, soms met enkele knopen of een hals met een ronde boord. Meestal gemaakt van een zachte, absorberende stof zoals katoenen tricot.
Een taaie, lichte, stijve kunststof die wordt vervaardigd door de polymerisering van zeer zuiver propyleengas met een metaalorganische katalysator bij een relatief lage druk en temperatuur.
Een term gebruikt voor een soort glas dat werd gemaakt door de New England Glass Company in 1885; het is helder glas, vergroot door het herhaaldelijk in een vorm te blazen en versierd met een netwerk van met zuur geëtste lijnen of soms met een gespikkelde oppervlak dat is ontstaan door het glas rond te draaien in een zuurbestendige stof en daarna in een zuurbad.
Apparaten of machines die vloeistoffen samenpersen en verplaatsen, meestal door middel van druk, zuigkracht of beide.
Algemene term die verwijst naar een modern blauw pigment dat in chemisch opzicht vergelijkbaar is met Egyptisch blauw, maar meestal zuiverder en fijner is dan het oude pigment, of met commerciële producten met een verfstof in dezelfde kleurschakering.
Tafels met een oppervlak van met stof beklede leistenen platen, met zes zakken en een stootrand rondom. Te onderscheiden van 'biljarttafels' die geen zakken hebben.
Stof, waarbij de grondweefsels naar buiten uitstekende lusjes of gareneindjes bevatten, gevormd door toepassing van een poolketting danwel een poolinslag.
Beeldjes die mensen of dieren voorstellen, inclusief maar niet uitsluitend de figuurtjes die bedoeld zijn als speelgoed voor kinderen, vooral meisjes, of als verzamelobjecten voor volwassenen. Poppen stellen vaak een baby of vrouw voor en hebben soms beweegbare armen en benen. Dikwijls is het mogelijk ze andere kleding aan te trekken. Een pop kan gemaakt zijn van stof (lappenpoppen), hout, klei, porselein, was, papier, plastic, celluloid, maïsvliezen of andere materialen. Poppen kunnen ook figuurtjes zijn die worden gebruikt voor ceremoniële, religieuze of decoratieve doeleinden. Er is archeologisch bewijs dat poppen de eerste speeltjes waren; ze zijn aangetroffen in Babylonische en Egyptische graftomben uit circa 3000 v. Chr. In het oude Griekenland en Rome wijdden meisjes als ze volwassen werden de poppen uit hun kindertijd aan de godinnen. Poppen van stof in de vorm van dieren worden meestal 'pluchen speelgoed' genoemd.
Spaans drinkgerei van glas met één lange tuit waaruit vloeistof (meestal wijn) in de mond van de drinker kan worden geschonken zonder dat het glas de lippen raakt.
Gestoffeerde leunstoelen van een Engels type met oren en een gewelfde bovenkant zodat er een nis ontstaat die de zittende persoon tegen tocht beschermt. Ze werden gemaakt vanaf het midden van de 18e eeuw.
Verwijst naar een mengsel van bloemen, kruiden, vruchtensappen of andere aromatische stoffen die meestal in een pot worden bewaard om te rijpen of te gisten, en dat als geurmiddel wordt gebruikt. De term verwees ooit naar de pot waarin het gistende mengsel werd bewaard, maar tegenwoordig vaak naar het geurige mengsel zelf.
Houders met deksel, in de vorm van een pot of vaas, die zich kenmerken door doorboorde versieringen op de schouder en/of het deksel. Ze werden voornamelijk gebruikt voor vloeibare of gedroogde potpourri, een mengsel van bloembladeren, kruiden, vruchtensap of andere aromatische stoffen. Gebruik ‘cassolettes’ voor soortgelijke houders, in vorm vaak op een vaas gelijkend, waarin aromatische tabletten kunnen worden verbrand of vloeibare parfums kunnen worden verdampt.
Zware, losjes geweven Navajo dekens van grove, handgesponnen draden met een synthetische kleurstof die rond 1900 aan handelaren per pond werden verkocht. Geen Nederlands equivalent.
Kleine, lage leunstoelen of schemels die vaak zijn gestoffeerd en een brede voorkant, een zeer smalle achterkant en een trapezoïde zitting hebben.
Verwijst naar de inheemse Amerikaanse culturen die zich ontwikkelden in Noord-, Zuid- en Centraal-Amerika voor de komst van Christoffel Columbus en andere Europeanen laat in de 15de eeuw n. Chr. De term wordt soms in een nauwere betekenis gebruikt en verwijst dan slechts naar vroege culturen uit Mexico en Centraal- en Zuid-Amerika.
Parasol die dient als processiebaldakijn. Veelal vervaardigd uit kostbare stof die overeenkomt met die van het kazuifel, versierd met figuren of ornamenten. Middenboven is vaak een kruisje aangebracht.
Stof die in zeer kleine hoeveelheden in staat is de activiteit van een katalysator te verhogen.
Verwijst naar een zeldzaam vattype met een hybride vorm. Het is in wezen een psykter met een klaverbladmond in plaats van een ronde mond en een verticaal schenkhandvat. Dit vat werd meer voor wijn dan voor koelvloeistof gebruikt.
Te gebruiken voor tulbanden die vooral in India worden gedragen, vaak van licht materiaal en met één uiteinde afhangend aan de achterzijde. Ook te gebruiken voor smalle repen stof, gewoonlijk van licht materiaal, die rond een helm of pet worden gedragen, vaak met één uiteinde afhangend aan de achterzijde om de nek tegen de zon te beschermen.
Verschillende gekleurde samenstellingen die worden verkregen uit bladgroen of verwante verbindingen, door de werking van koude alcoholhoudende alkali en zuurstof; nauw verwant aan chloriden.
Gaten, kuilen of andere meestal verticale uitgravingen die in de aarde worden uitgeboord, geslagen, gedrild of op een andere manier gebouwd om diverse vloeistoffen omhoog te halen, bijvoorbeeld water, brijn, aardolie of aardgas.
Kenmerkende, ronde houten vaten om water uit een put te halen; ook een vergelijkbaar vat voor het vangen, vasthouden of dragen van vloeibare of vaste stoffen.
Flessen waarvan het volume precies bekend is; worden gebruikt om de dichtheid of het soortelijk gewicht van vloeistoffen te meten.
Een brandbaar mengsel van cellulose-nitraten, dat meestal minder dan 12,5% stikstof bevat.
Psalters met 50-100 snaren van darm, metaal of kunststof in bundels van 3 gespannen over een platte, trapeziumvormige klankkast, met dierenhuid over de bodem; 20ste eeuwse modellen hebben soms koperen knoppen voor het spannen; Nabije-Oosten, Turkije, Noord-Afrika, delen van Azië en Zuidoost-Europa.
Hout van de soort Aspidosperma quebracho-blanco. Het is zeer hard, geel van kleur, zwaar en goed bestand tegen buigen en schokken. Als het droogproces niet langzaam verloopt, zal het hout barsten. Het wordt gebruikt voor vloeren, karren, wielen, handvatten van gereedschap, meubels, schaakstukken en ski's. Het wordt soms gebruikt als brandstof, omdat het langzaam verbrandt en daarbij geen vonken of grote hoeveelheden as produceert.
Een reeks gele kleuren die lijken op de kleur van quercitron, een gele natuurlijke verfstof die wordt verkregen uit de schors van de verfeik.
Gele verfstof die wordt verkregen uit de schors van de zwarte eik, Quercus velutina, afkomstig uit de oostelijke en midwestelijke delen van de Verenigde Staten. De buitenste laag van de schors bevat een helder gele verfstof, terwijl die in de binnenste schors donkerder oranje en geelbruin is. Wordt gebruikt om wol felgeel of oranje te verven. Ooit werd dit kleurmiddel gebruikt met cochenille om scharlaken met een bijzondere helderheid te produceren. Quercitron werd in 1775 in Engeland geïntroduceerd door Edward Bancroft ter vervanging van gele verfstof uit de wouw.
Een verouderd geel karmijnpigment gemaakt van quercitrine, een natuurlijke verfstof.
Handweefgetouw voor het weven van rechthoeken stof, in verticale stand. Het garen wordt op spijkers in het raamwerk gewonden, en met weefstokken worden vakken gemaakt.
Horizontale behangsels van stof die over de bovenkant van een opening zijn bevestigd om de bovenkant van gordijnen en hun ophang- en open- en sluitmechanisme aan het oog te onttrekken.
Het verschijnsel, vertoond door of een eigenschap van een stof, van het spontaan uitzenden van straling veroorzaakt door veranderingen in de kern van atomen van het element.
Garen dat opzettelijk uit een afgewerkte stof wordt gehaald met als doel het opnieuw te gebruiken.
Beddenspreien, geweven met een inslag van in repen geknipte, al voor andere doeleinden gebruikte stof.
Kruidachtige overblijvende plant die inheems is in Oost-Azië, maar ook elders wordt gekweekt. Ramie is een van de oudste vezelgewassen. Men gebruikt de plant al circa 6000 jaar om stoffen en andere producten te maken. De vezels zijn teruggevonden in de doeken van mummies in China en Egypte. De soort heeft diverse variëteiten, met vezels variërend in kleur van wit tot groen.
Processen en bijbehorende technologieën voor het construeren van fysieke modellen op basis van driedimensionale ontwerpgegevens. Rapid prototyping is een additief proces waarbij telkens laagjes papier, was of kunststof worden toegevoegd totdat een vast driedimensionaal object resulteert. Rapid prototyping-processen worden meestal toegepast door industriële ontwerpers die prototypen van hun ontwerpen willen vervaardigen om ze te vervolgens te kunnen tonen of testen.
De eigenschap of conditie om gemakkelijk te reageren, vooral de neiging van een stof om chemische reacties te ondergaan.
Gordijnen die bestaan uit rechte stukken stof die aan de bovenkant van het raamkozijn zijn gespijkerd of soms aan een roede hangen met ringen of lussen die aan de bovenzijde van het gordijn vastzitten.
Instrumenten die op verschillende manieren de brekingsindex van stoffen meten.
De magnetische flux die in een magnetische kring overblijft nadat een toegepaste magnetomotorische kracht is verwijderd. Gebruik 'archeomagnetisme' of 'paleomagnetisme' voor magnetische resten die worden onderzocht en geanalyseerd op archeologische of oeroude geologische stoffen.
Verfmethode waarbij stof, garenstrengen of soms ook papier in hun geheel in een verfbad worden gedompeld, nadat eerst bepaalde door het patroon vereiste delen zodanig zijn behandeld, dat zij tegen het binnendringen van de kleurstof zijn beschermd.
Wordt gebruikt voor plaatsen of vergaarbakken waar vloeistoffen worden verzameld en vastgehouden tot ze nodig zijn.
Brandstofhouders die geen branders dragen. Voor brandstofhouders waarop zich wel branders bevinden wordt 'brandstofreservoirs (onderdelen van verlichtingsmiddelen)' gebruikt. Sommige lampen hebben zowel een houder als een reservoir; in dat geval wordt brandstof automatisch of handmatig van het reservoir naar de houder wordt geleid.
Verwijst in algemene zin naar stoffen van organische oorsprong die volledig of deels bewaard zijn gebleven, veelal in de aarde, in een conserveerde of gefossiliseerde vorm. Verwijst in specifieke zin naar datgene wat overblijft van een persoon of nader als het leven daaruit is geweken, met inbegrip van het dode lichaam of de delen daarvan.
Vloeistof die met een oplosmiddel wordt gebruikt bij het schoonmaken of afkrabben van olieverfschilderijen om de kracht te verminderen en om de werking van het oplosmiddel te vertragen.
Type kant uit de 15de eeuw dat wordt gezien als de overgang van kantvoorloper naar echte naaldkant. Oorspronkelijk vanuit een stoffen basis gewerkt waarop de motieven werden geborduurd, later op een basis van gevlochten draden.
Het vermogen tot het waarnemen van geur wanneer chemische stoffen in de omringende lucht worden ontvangen in het reukorgaan.
Lampen die op reuzel of reuzelolie branden en één of ander principe gebruiken om de halfvaste brandstof naar de pit te voeren, hetzij door de brandstof te verhitten zodat die vloeibaar wordt, hetzij door middel van uitgeoefende druk of zwaartekracht. De benaming wordt vooral gebruikt voor de lampen van vertind plaatijzer, al dan niet geverfd, uit de jaren veertig en vijftig van de 19e eeuw.
Applicatietechniek waarbij twee of meer lagen stof over elkaar zijn gelegd, waarna om en om een laag wordt weggesneden zodat de laag eronder te zien is.
Hoeden, meestal van vilt maar soms ook van stro of stof, met een rand die op verschillende wijzen kan worden opgezet; vooral populair in de tweede kwart van de 20e eeuw.
Genus dat circa 100 soorten heesters en bomen omvat die voorkomen in de gematigde temperatuurzones van het noordelijk halfrond. De schors heeft een donkere kleur en is vaak voorzien van stekels, en de bladeren zijn donkergroen en ovaal. Veel soorten hebben een schors waaruit een gele kleurstof wordt gewonnen, terwijl de kleine zwarte vruchten als laxeermiddel worden gebruikt.
Stroken leer, stof of ander materiaal voorzien van een sluithaak of gesp, die worden gebruikt als sluiting.
Het bijeenhalen van stof door het samen te trekken met verdubbelde rijen van afwisselende korte en lange steken om vlakke, evenwijdige vouwen te maken. Vooral gebruikt bij jurken.
Lampen met een cirkelvormig reservoir met een brander of branders in het midden, die op dezelfde hoogte of lager dan het reservoir zit. De branders zijn met het reservoir verbonden door twee buisjes waardoor de brandstof loopt.
Lijsttrommen met ondiepe ring, aan één kant bedekt met een trommelvel van perkament, dierenhuid of kunststof, voorzien van rinkelende metalen schijfjes of kleine belletjes, bespeeld met de hand; Nabije-Oosten.
Ellipsvormige stukken stof van fijne witte wol, in plooien over de linkerschouder geworpen, onder de rechterarm doorgetrokken en opnieuw over de linkerschouder gedrapeerd; het officiële kledingstuk van de Romeinse burger, oorspronkelijk ook gedragen door vrouwen. Ook soortgelijke ruimvallende gewaden - ook in andere stoffen - gedragen in verscheidene andere historische perioden. Zie voor de ambtelijke toga: 'gewaden'.
Naam van een variabele kleur die verwijst naar heldere blauwachtig rode kleuren die vergelijkbaar zijn met kleuren die worden geproduceerd door de verfstof rodamine.
Alle verfstoffen in een klasse van meestal rode synthetische xanthenen, die worden verkregen door het smelten van een aminoderivaat van fenol met ftaalzuuranhydride. Ze worden vooral gebruikt in kleurpapier en als biologische kleurstof.
Trommen die bespeeld worden door wrijving van het trommelvel met de hand, een stuk leer of stof, of door een koord of stok die door een gat in het trommelvel word getrokken. Bij sommige types wordt dit bereikt door het trommelvel te wrijven, maar niet te doorboren.
Term uit de 18e eeuw voor luie stoelen met een halfronde rugleuning die een gestoffeerd geheel vormt met de oren en armleuningen. Gebruik 'tonstoelen' voor stoelen met een stevige, ronde rugleuning van hout of stoelen die uit een ton zijn gemaakt.
Diffractie van röntgestralen door de regelmatig geplaatste atomen van een substantie. Dit is nuttig bij het vaststellen van de plaatsing van atomen en dus de aard of opbouw van een stof.
Door röntgenstralen opgewekte fluorescentie; nuttig bij het vaststellen van de chemische samenstelling van een stof als de stralingen door spectrometrie worden onderzocht.
Verwijst naar de gasachtige uitwaseming van brandende materialen, vooral van organische oorsprong, die zichtbaar is gemaakt door de aanwezige koolstofhoudende materiaaldeeltjes.
Zuivelproduct dat wordt gemaakt van room, smaakstoffen en suiker. Het wordt tijdens het invriezen langzaam geroerd om te voorkomen dat er grote ijskristallen ontstaan, waardoor het glad en halfvast wordt.
Instrumenten voor het meten van de stroomsnelheid van vloeistoffen, die bestaan uit een taps toelopende buis waarin een kleine drijver naar binnen wordt geduwd tot het gewicht van de drijverr en de kracht van de vloeistof in evenwicht zijn.
Vaandel van zwarte stof meegedragen in de rouwstoet en opgesteld in de kerk tijdens begrafenismis.
Halve boekbanden met een platte rug van groen of bruin kalfsleer die is bedrukt met vergulde letters, donkerrode stoffen of papieren omslagen op de borden, een vergulde kopsnede en ruw gesneden of geschepte zij- en onderranden. Dit type banden werd oorspronkelijk gebruikt voor uitgaven van de Roxburghe Club, een vereniging van bibliofielen die in 1812 in Engeland is opgericht en is genoemd naar de hertog van Roxburghe.
Strook stof die aan één kant is gerimpeld om een golving te geven; wordt met die kant vastgezet als garneersel.
Geplooide en gerimpelde stroken doorgaans in dezelfde stof als het kledingstuk waaraan ze zijn toegevoegd, bijvoorbeeld een japon, onderrok of tabier, of sjaal, in de vorm van een rechte strook of guirlande.
Lampen, meestal van geverfd metaal en soms van koper, met een cilindrische, zuilvormige houder waarin een T-vormige pithouder zit met een platte pit en een tandradmechanisme om de pit mee omhoog en omlaag te draaien. Vanuit een plat, ovaal reservoir aan de zijkant wordt brandstof door een buisje naar de houder gevoerd. Ze hebben een cilindervormig, glazen rookkanaal en een geverfde gietijzeren kap. Ze zijn rond 1800 door graaf Rumford uitgevonden.
Leer dat is gelooid door plantaardige looivloeistof, die wordt ingebracht in de poriën van een vel of huid. Het wordt vaak op de vleeszijde gedragen als een fijn nappa-achtig suède.
Een rode, natuurlijke verfstof die ook als pigment wordt gebruikt; wordt verkregen uit de gedroogde bloemblaadjes van de saffloerplant, Carthamus tinctorius; wordt hoofdzakelijk gebruikt in Oost-Azië.
Een vergankelijke, gele, natuurlijke verfstof die wordt verkregen uit de gedroogde bloemen van de Crocus sativus.
Middelgrote boom die inheems is in het oosten van Noord-Amerika. Men gebruikt het hout van de boom als timmerhout en uit de wortels wordt een bittere stof gewonnen die dient als vervanging van kinine. Met de schors maakt men een bittere thee met chemische bestanddelen die op aspirine lijken. Native Americans gebruikten de jonge takken en twijgen om manden te vlechten.
Sierlijke petroleumtafellampen uit het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw met een bol- of eivormig voetstuk van glas en koper of alleen koper waarin een metalen houder en een glazen kap pasten die vaak rond of halfrond waren. Het voetstuk en de kap pasten vaak bij elkaar, vooral als ze van geverfd glas waren. De benaming wordt ook gebruikt voor soortgelijke lampen met versierde stoffen kappen.
Een kleurloze of geelachtige rokende, bijtende, in water oplosbare vloeistof, HNO3, die krachtige oxiderende eigenschappen heeft, en die gewoonlijk wordt verkregen uit ammoniak of uit chilisalpeter. Deze vloeistof wordt voornamelijk gebruikt tijdens de fabricage van explosieven en kunstmest.
De fysiochemische samenstelling of opbouw van een stof of een mengsel.
Genus van houtige bloeiende planten, voorkomend als bomen of heesters. Meestal betreft het wortelparasieten die zich voeden door fotosynthese, terwijl ze water en anorganische voedingstoffen aan de wortels van andere soorten onttrekken. Diverse soorten, met name S. album, produceren sterk geurend hout, dat gebruikt wordt als geurstof en voor parfums, en als kruidengeneesmiddel.
Wordt gebruikt voor riolen die vloeistoffen of vast afval afvoeren van industrieën of woningen, maar geen grond-, oppervlakte- of regenwater. Gebruik 'sanitaire afvoersystemen' voor delen van het afvoersysteem in huizen die voor soortgelijk afval zijn bestemd.
De systemen binnen een gebouw die de bewoners voorzien van water en die vloeibaar afval of door vloeibare stoffen vastgehouden afval afvoeren; omvat pijpleidingen, sifons, openingen en bijbehorende vaste onderdelen, maar niet de bronnen of plaatsen van bestemming buiten het gebouw zoals putten of septictanks.
Verwijst naar kleine houten of ivoren beeldsnijwerken van heiligen en andere vereerde figuren, die werden gemaakt voor rooms-katholieken in Spaanse kolonies in Amerika, het Caribisch gebied en elders. De term kan ook verwijzen naar latere imitaties van deze vroege beeldsnijwerken. Ze kenmerken zich in het algemeen door een stijl die doet denken aan de 17de-eeuwse Spaanse barokstijl maar met een minder verfijnde techniek en primitieve voorstellingen van gelaatstrekken en anatomie. Ze werden waarschijnlijk oorspronkelijk gesneden door priesters die geïmporteerde beeldhouwwerken imiteerden en zijn uiteindelijk beïnvloed door inheemse stijlen. Ze werden uiterst populair in de Spaanse kolonies, konden worden aangetroffen in elk typisch christelijk huis en werden in kerken geplaatst, waar sommige de bestemming van bedevaarten werden. Het was gebruikelijk de santo’s te hullen in kleding van stof die vaak versierd was met complex borduurwerk. De term kan ook verwijzen naar tweedimensionale voorstellingen van heiligen die in Mexico en het zuidwesten van de Verenigde Staten ‘retablo’s’ worden genoemd. Driedimensionale beelden van heiligen worden vaak ‘bulto’s’ genoemd in Mexico en het zuidwesten van de Verenigde Staten.
Van oorsprong Indiase bovenkleding bestaande uit een aantal meters dunne stof die zo om het lichaam wordt gedrapeerd dat het ene eind een rok vormt en het andere een hoofd- of schouderbedekking.
Bovenkleding gevormd door een stuk stof rond het onderlichaam te wikkelen; voornamelijk gedragen door mannen en vrouwen uit de Maleisische Archipel en de eilanden in de Stille Zuidzee. Wordt ook gebruikt voor soortgelijke, vaak voorgevormde kleding gedragen door westerse vrouwen.
Genus van drie soorten bladverliezende bomen en struiken. Twee soorten komen voor in Azië (S. tzumu en S. randaiense) en één in het oosten van Noord-Amerika (S. albidum). Er is ook één uitgestorven soort. Ze zijn commercieel interessant vanwege hun geurige olie, die men gebruikt in parfum, limonade en thee. Het zachte, lichte hout wordt gebruikt als timmerhout. Uit het hout wint men een kleurstof voor textiel die rozebruin tot grijs is en een goede kleurvastheid heeft.
Olie die wordt gewonnen uit de wortelschors van sassafrasbomen, inheems in Noord-Amerika en Azië. Sassafrasolie wordt gebruikt als geurstof in weefsels, als smaakstof en als ingrediënt van zeep en medicijnen.
Lange, brede stukken stof ter bescherming of als decoratie op meubilair gelegd; langer en breder dan 'lopers'. Geen Nederlands equivalent. Voor relatief kleine vierkante, ronde of ovale bedekkingen voor meubilair, zie 'kleedjes'; voor modellen die langer zijn, zie 'lopers'.
Wordt gebruikt voor de bakjes van een weegschaal waarin gewichten of te wegen voorwerpen of stoffen kunnen worden geplaatst.
Schaapsleer dat is gelooid door plantaardige looivloeistof, die wordt ingebracht in de poriën van een vel of huid. Het wordt vaak op de vleeszijde gedragen als een fijn nappa-achtig suède.
Doorstiktechniek waarbij voor de bovenkant dunne, doorzichtige stof wordt gebruikt en waarbij ofwel gekleurd garen voor de achtersteek wordt gebruikt, ofwel een gekleurde vulling die vaag zichtbaar is door de bovenkant.
Korte capes die de schouders bedekken; dienen monniken volgens de orderegel van Sint Benedictus te dragen tijdens handarbeid en zijn door bepaalde andere geestelijke orden overgenomen als onderdeel van hun gewone kleding. De term wordt ook gebruikt voor twee lapjes gewijde stof, door linten verbonden, die onder de kleren over borst en rug worden gedragen.
Flexibele stukken stof, papier of ander materiaal die twee aparte delen bijeenvoegen en waarvan een of beide delen een draaiende beweging kunnen maken langs een enkele as. In boekbinden, geplaatst tussen de twee helften van een schutblad, waar het boek aan zijn kaft is bevestigd. Onderscheiden van 'verbindingen (verbindingsstukken)', de buigende buitenste voegen van de rug en kaft van boeken.
Tak van fysische wetenschap die zich bezighoudt met de samenstelling en eigenschappen van de elementaire stoffen waaruit alle lichamen zijn opgebouwd, de wetten die hun samenstelling regelen en de verschillende verschijnselen die samengaan met hun blootstelling aan diverse fysische omstandigheden.
Beweegbare bedekkingen, meestal van papier, stof, bamboe of soortgelijke materialen en soms op een rolwiel bevestigd. Ze worden gebruikt voor de regulatie van buitenlicht of om het zicht van binnen of buiten te verhinderen. Geef de voorkeur aan de term 'jaloezieën (bedekkingen)' voor beweegbare bedekkingen bestaande uit horizontale of verticale stroken die kunnen worden geopend of gesloten, gebruikt voor de regulatie van licht of zicht.
Het aanbrengen van een verflaag op een ondergrond, in de eerste plaats voor bescherming. Gebruik 'schilderen' voor met behulp van verfstoffen gemaakte afbeeldingen die een expressieve of een communicatieve functie hebben.
Verwijst naar personen die de schilderkunst beoefenen, hetgeen wil zeggen dat zij in vloeistof gesuspendeerd pigment aanbrengen op een oppervlak om daarmee een expressief of communicatief beeld te scheppen. Gebruik ‘huisschilders’ voor personen die verf aanbrengen om oppervlakken te beschermen of een kleur te geven.
Tassen die gebruikt worden om schoenen te beschermen tijdens het bewaren of reizen. Vaak in paren gemaakt en in het algemeen van een zachte stof en met een trekkoord als sluiting.
Schotels met een verwarmingsbron, zoals een olielamp of kaars, die worden gebruikt voor het koken of verwarmen van voedsel. Deze term is soms van toepassing op een vat met houtskool of andere brandstof waarop een schotel met voedsel kan worden geplaatst.
Geplooide overslagrokken tot op of net boven of onder de knie, meestal van Schotsgeruite wollen stof, halverwege de 18e eeuw ontwikkeld in de Schotse Hooglanden als een vereenvoudigde versie van de plaid. Later overgenomen door de Hooglandregimenten van het Britse leger als onderdeel van het uniform. Wordt in Schotland door mannen en jongens gedragen als deel van de nationale klederdracht. Wordt ook gebruikt voor geruite rokken gedragen door vrouwen en meisjes.
Stroken leer, stof of ander materiaal die om de schouder worden gedragen en waaraan een voorwerp hangt of waarmee een kledingstuk wordt opgehouden. Gebruik 'riemen' voor stroken die als sluiting worden gebruikt.
Gesteven, in het algemeen rechthoekige stukken stof, op de schouder gedragen op een militair uniform met de rangordetekens; voornamelijk gedragen in de zeestrijdkrachten van de Verenigde Staten.
Lange, smalle en ongevormde kledingstukken gemaakt van stof of bont, die worden gebruikt als bedekking voor schouders en armen.
Een continuüm met gas en vloeistof, waarin gasbellen zich bevinden in veel minder vloeistof, die zich uitzet en zo celwanden vormt.
Het verwijderen van een substantie van het oppervlak van een vloeistof.
Geperforeerd gerei, meestal met een handvat, dat wordt gebruikt voor het afromen van vloeistoffen.
Verwijst naar gebouwen met open zijkanten die tegen een schuur of een ander groot boerderijgebouw zijn aangebouwd, om beschutting te bieden aan runderen of om mesthopen tegen het weer te beschermen om zo de voedingsstoffen daarin te behouden. Kan ook verwijzen naar een schuur met een open zijde die beschutting biedt aan vee dat op het erf wordt gehouden; met één, twee of drie muren en vrijstaand of als aanbouw tegen een schuur. Van oorsprong maakten dergelijke schuren deel uit van een groep agrarische opstallen, met schuren en stallen rondom een centraal erf. Gebruik 'veestallen' of 'koeienstallen' voor gebouwen die zijn bedoeld om runderen te huisvesten.
Tekentechniek waarbij houtskool of, minder gebruikelijk, pastelkrijt wordt gebruikt op een witgeverfd paneel dat is bedekt met marmerstof dat de tekening een schuurpapierachtige glinstering en structuur geeft en licht-en-donker-effecten die vergelijkbaar zijn met een gravure. Midden 19e eeuw populair in de Verenigde Staten.
Patchwork quilts vervaardigd uit kleine stukjes overgebleven stof.
Rapid prototyping-proces waarbij laagjes kunststof, metaal of keramiekpoeder met een kooldioxidelaser worden versmolten of versinterd.
Een stof met een witte tot lichtgrijze of lichtgele kleur, zeer licht in gewicht, absorberend en compact; wordt gevonden in Klein-Azië en gebruikt voor het maken van tabakspijpen en decoratieve beeldhouwwerken.
Een voornamelijk in interieurontwerp gehanteerde stijl die wordt gekenmerkt door Europees of Amerikaans antiek of replica's van antiek die sporen vertonen van slijtage en ouderdom, zoals afgebladderde verflagen en gescheurde en verbleekte of gedempte stoffen. De stijl ontstond in Groot-Brittannië. De term werd in de jaren tachtig van de 20ste eeuw bedacht door het tijdschrift 'World of Interiors' en is inmiddels een geregistreerd handelsmerk van een Amerikaans bedrijf.
Japanse uitsparingstechnieken om patronen aan te brengen op textiel door het op verschillende wijzen af te binden. De stof kan onder andere gevouwen, afgebonden, verdraaid of genaaid worden alvorens in verf gedompeld te worden. Deze technieken werden eerst gebruikt in de achtste eeuw.
Een stof, vaak een verbinding van lood, ijzer, mangaan of kobalt, die wordt gebruikt voor het versnellen van het droogproces van verf of vernis.
Etherische olie die wordt verkregen uit de schil van de sinaasappel en wordt gebruikt in parfum, als smaakstof, in de kruidengeneeskunde, in reinigingsproducten en insecticiden, en als eetlustremmer.
Sterke banden van compact geweven stof die zijn ontworpen om gewicht te dragen; wordt algemeen gebruikt als de eerste steunende laag bij zitmeubels.
Kleine houten werktuigen die worden gebruikt om het weefsel dat de basis vormt in de meeste soorten stofferingen, onder spanning te zetten.
Apparaten voor het produceren van waarschuwingssignalen, ook voor het maken van muziek bestaande uit een cirkelvormig geperforeerde schijf, draaibaar boven een stroom van samengeperste lucht, stoom of vloeistof.
Een stroperige en plakkerige vloeistof op basis van suiker en water. Het kan worden gearomatiseerd of tot een geneeskrachtige stof worden verwerkt.
Textiel, meestal katoen of linnen, geverfd en meestal geglansd; tegenwoordig machinaal vervaardigd, effen of gedessineerd en voornamelijk toegepast als interieurtextiel en kledingstof; in de 17e eeuw bontgedecoreerde handbeschilderde of bedrukte stof uit India, die zeer populair was in Europa.
Lange banden of repen stof die om het middel, de borst of de heupen worden gewikkeld en vastgemaakt; zonder sluitingen.
Stroken stof, simpel of decoratief, die de bovenkant van de gewatteerde deken horizontaal, verticaal of diagonaal kruisen, waarbij ze de onderdelen waar de deken uit bestaat aan elkaar verbinden.
Een- of tweedelige kostuums die bestaan uit een nauwsluitende broek en een jasje gemaakt van warme, lichte, weerbestendige stof. Soms gemaakt als een ensemble met een bijpassende trui, muts of pet, handschoenen of nog andere accessoires.
Gestoffeerde leunstoelen met een rugleuning met oren die door middel van een palmechanisme in elke gewenste stand kan worden ingesteld. Ze kwamen voor het eerst voor ten tijde van de Restauratie.
Glasachtige stof die bestaat uit vuil of afvalstoffen die tijdens het uitsmelten worden gescheiden van metalen.
Heuvels van gesmolten afval of metaalslakken die zijn gescheiden van metaal in het smeltproces. Verwijst ook naar heuvels (bergen) ongewenst afval of residu die de bijproducten zijn van de mijnbouw erts, kolen, of andere grondstoffen.
Gestoffeerde leunstoelen, vaak met een sterk hellende 'button-tufted' rugleuning uit een stuk en een concave zitting. Dit type werd in het midden van de 19e en het begin van de 20e eeuw in Amerika gemaakt.
Te gebruiken voor keramiekglazuur met een hoog slipgehalte, dat als vloeistof wordt aangebracht voor het inbranden.
Behangsels bestaande uit stukken stof die ter decoratie losjes, op twee of meer plekken bevestigd, naar beneden hangen om zachte, golvende, halvemaanvormige plooien te vormen. Ze verschillen van 'guirlandes', waarmee bloemen, fruit of gebladerte die op dezelfde manier hangen, worden aangeduid.
Geweven stof met verplaatste kettingdraden die zijn vastgezet met de inslag, wat meestal resulteert in een zeer open weefsel; wordt vooral gebruikt voor glasgordijnen en kledingaccessoires. Gebruik `gaas' voor weefsels in effenbinding met een open structuur, zoals b.v. toegepast als verbandmiddelen.
Werpwapens die eigenlijk alleen bestaan uit een strook leer, stof of een ander soepel materiaal die in het midden wijder wordt om een zak te vormen voor het projectiel. Ze werden bij de beide uiteinden vastgehouden en snel rondgedraaid, waarna één eind los werd gelaten om het projectiel weg te slingeren.
Stoelen met een hoge rugleuning en een lage zitting, zonder armleuningen. Ze zijn vaak gestoffeerd en zijn bedoeld voor gebruik in de slaapkamer.
Een vaste stof omzetten naar een vloeibare toestand, meestal door verhitting.
Een thermoplastisch hechtmiddel dat in gesmolten staat wordt aangebracht en zich tijdens de afkoeling hecht als vaste stof. Te onderscheiden van 'heat-seal adhesive', dat al in een dunne laag op het te plakken oppervlak aanwezig is waar het, door aanwending van warmte en druk, de binding vormt.
De temperatuur waarop een vaste stof vloeibaar begint te worden.
Verwijst naar het proces dat wordt toegepast op een kledingstuk of een ander stuk stof, waarbij plooien worden bijeen worden gehouden en bewerkt met een eenvoudige of decoratieve steek.
Verwijst naar steken of decoratieve patronen, die worden gevormd door het borduren of smokken van parallelle plooien of regelmatig geplaatste ronde stukken stof.
Etenswaren gemaakt van suiker of andere zoete eetbare stoffen, vaak verrijkt en gevarieerd met kleurstoffen, smaakstoffen zoals chocola en vullingen zoals vruchten of noten, en vervaardigd in allerlei vormen.
Stukken stof, meestal vierkant, van verschillende afmetingen en materialen, die worden meegenomen als gebruiksvoorwerp of als kostuumaccessoire.
De verhouding van de massa van een gegeven volume van een stof tot de massa van datzelfde volume water bij 4 graden Celcius.
Instrumenten, machines en andere toestellen die worden gebruikt bij het vaststellen van de hoeveelheid kracht die de zwaartekracht uitgeoefent op een voorwerp of een stof, of de hoeveelheid kracht die nodig is om een voorwerp of stof te dragen.
De hoeveelheid calorieën die nodig is om 1 gram van een stof 1 graad Celsius in temperatuur te laten stijgen.
Enkellange of driekwartjassen, meestal vervaardigd van verfijnde stoffen, gedragen bij formele of semiformele gelegenheden; vooral populair aan het begin van de 20e eeuw.
Tapisserietechniek waarbij de inslagdraden, die de motieven definiëren, langs de achterzijde van de stof hangen.
Pigment dat bestaat uit elementaire koperacetaat en met een donker blauw-groene kleur. Spaans groen, ook wel 'verdegris' en 'groenspaan'genoemd, werd vervaardigd sinds de oudheid door het plaatsen van koperen platen over vaten fermenterende druivenschillen, het azijnzuur reageert snel en vormt koperacetaat. Bij rechtstreeks gebruik als pigment, verkleurt het van groen naar zwart in olieverf, vervaagt in waterverf, en gaat een reactie aan met een papieren drager. Het wordt gebruikt om koperresinaat maken, als droger voor lijnolie, om stoffen te verven en als kleurstof en als schimmeldoder in aangroeiwerende verf.
Bemande ruimtevaartuigen die meestal bestaan uit een opnieuw te gebruiken satelliet, die na elke missie aan de grond komt op een landingsbaan, opnieuw bruikbare startraketten en een vervangbare brandstoftank.
Voorwerpen of apparaten die worden gebruikt voor het strekken van stof zodat deze wordt gespannen, de kreukels worden verwijderd en dergelijke. De benaming wordt vooral gebruiktom te verwijzen naar frames waarop canvas of ander textiel wordt gespannen om erop te schilderen, waarbij de verstek gezaagde hoeken uit elkaar kunnen worden geduwd door wiggen of andere voorwerpen om het textiel goed te kunnen strekken. Gebruik 'spanklemmen' voor frames die canvas of ander textiel ondersteunen, zonder verstelbare hoeken.
Onderdelen of panelen in een keuken of badkamer die zijn bedoeld om muren en apparaten te beschermen tegen vloeistofspetters of voedselresten.
Aromatische, plantaardige stof die in kleine hoeveelheid als smaak- of reukgevend toevoegsel bij spijzen en dranken gebruikt wordt
Fotometers die de relatieve intensiteit meten van de stralingsenergie van bepaalde golflengtes, die door een bepaalde stof wordt uitgezonden of gereflecteerd.
Methode om een stof te analyseren aan de hand van de manier waarop deze verschillende golflengten in het elektromagnetisch energiespectrum doorgeeft of uitstraalt of op grond van de wijze waarop deze reageert op dergelijke golflengten.
Te gebruiken voor elke stof die kan worden verteerd of geabsorbeerd door een menselijk of dierlijk lichaam. Dient als bron voor energie of een essentiële voedingsstof, om weefsel aan te maken of te vervangen of om de honger te stillen.
Het sap of de circulerende vloeistoffen in een plant.
Gestoffeerde zittingen met binnenin springveren van spiraaldraad.
Een doordringende, in alcohol oplosbare verfstof die hout een diepe kleur geeft, en de vezel nauwelijks doet uitzetten.
Bij fresco's, het overbrengen van een uitgeprikte tekening op de uiteindelijke kalklaag door die te bestuiven met een met houtskoolpoeder gevulde, stoffen zak, waardoor de contouren van het ontwerp op de pas aangebrachte intonaco te zien zijn
Kleine gaatjes, meestal nabij de basis van een vat, waardoor vloeistof geschonken kan worden; komt meestal voor in wijnvaten en waterkoelers.
Houders met een vernevelaar om vloeistoffen te verstuiven.
Alle harde, sterke, duurzame, plooibare legeringen van ijzer en koolstof, vaak met andere materialen zoals mangaan, chroom, nikkel, molybdeen, koper, wolfraam, kobalt of silicium. Wordt algemeen gebruikt als constructiemateriaal.
Klassiek Griekse vaten voor het opslaan van vloeistoffen en met meestal een eivormige buik met hoge schouders, een korte hals, twee handvatten, en soms een deksel. Meestal kleiner dan een amfora.
Gereedschappen van hard materiaal, meestal steen, komvormig, waarin (verf)stoffen met een stamper worden fijngewreven.
Een kiezelachtige zandsteen uit het Engelse Derbyshire. Het wordt ook beschouwd als een grove zandsteen, meer bepaald als een grove Darley Dale-zandsteen. Het is gelijkmatig geaderd en buitengewoon hard, waardoor het bij uitstek geschikt is als hardsteen en voor bestrating. Door het hoge silicagehalte wordt het vaak verboden op last van vakbonden, omdat het stoflongen kan veroorzaken. Stancliffe-zandsteen wordt zo mogelijk alleen op een natte manier bewerkt.
Hulp- of hoofdaandrijving van luchtvaartuigen, raketten of ruimtevaartuigen die wel of niet kunnen worden gescheiden van het moederschip wanneer hun brandstof is verbruikt.
De verhouding tussen krachten die een evenwicht tussen stoffelijke voorwerpen teweegbrengen.
Een reep stof die over het hoofd van een ingezwachtelde baby zit en aan diens bovenkleding wordt gespeld. Bedoeld om het hoofd recht te houden en ter ondersteuning van de nek.
Verwijst naar ambachtslieden die de techniek van het stencilen toepassen; dit is een techniek waarbij een patroon wordt uitgesneden uit een dun vel koper, kunststof of ander materiaal, waarna inkt, verf of een andere kleurstof door middel van tamponneren, strooien, spuiten of wrijven door de openingen wordt gedrukt.
Gestoffeerde of met snijwerk versierde zittingen die een eigen geraamte hebben en die losjes in het geraamte van de stoel passen.
Sjaalachtige stroken van stof of bont die losjes rond de nek worden gedragen, waarbij men de uiteinden aan de voorzijde laat hangen. Gebruik 'lamfers' voor lange verlengstukken van een capuchon in de vorm van buisjes.
Lampen die meestal één of twee verticale pithouders hebben, die uit een stevig afgesloten reservoir steken. Gepatenteerd in 1787 door John Miles uit Birmingham, Engeland. Ze worden zo genoemd omdat de brandstof er niet uit kan lopen wanneer er tegen wordt gestoten.
Te gebruiken voor vliegtuigen die worden voortgestuwd door motoren die stralen of stromen gas of vloeistof uitstoten en hun stuwkracht volledig of grotendeels verkrijgen als reactie op dat uitstoten.
Uitrusting, handbediend, gemotoriseerd of door een paard voortgetrokken, die wordt gebruikt om stof en rommel van de straat te verwijderen.
Apparaten, meestal met een tamelijk zware, platte metalen basis, die kunnen worden verhit en gebruikt om stukken stof glad te maken, af te werken of te persen.
Te gebruiken voor platte planken of andere oppervlakken, gewoonlijk bedekt met stof en aan één zijde spits toelopend, waarop kleding en dergelijke worden gestreken; kunnen vrijstaand zijn met een inklapbaar onderstel of bevestigd aan een verticaal oppervlak.
De beweging van elektrische ladingen, gassen, vloeistoffen of andere materialen of hoeveelheden.
Afvalstoffen die door het lichaam worden afgescheiden.
Stroken papier of stof die in een boek gebonden worden en worden gebruikt om bladzijden of illustraties aan te bevestigen, of om de vouwen van katernen te repareren of te verstevigen.
Instrumenten die worden gebruikt om de stroomsnelheid, de ontladingssnelheid of de druk te meten van vloeistoffen, gassen of dampen in een buis of een andere gesloten houder.
De eigenschap van een vloeistof die zich verzet tegen de kracht die de vloeistof zou laten stromen.
Pleistergereedschap zoals stoffen of kurken schuurborden. Worden gebruikt om structuur aan te brengen in pleister.
Benaming die aan het eind van de 19e eeuw werd gebruikt voor een soort gestoffeerde leunstoel die bedoeld was om als leesstoel in slaapzalen te gebruiken.
Een geurende, vloeibare, onverzadigde koolwaterstof die vooral wordt gebruikt bij het maken van synthetisch rubber, plastic en synthetische hars, en bij het verbeteren van drogende olie.
Fotografische procédés waarbij gebruik wordt gemaakt van cyaan, magenta en gele kleurenstoffen of inkt om een kleurenafdruk te maken. Elke kleurstof laat slechts twee van de drie hoofdkleuren door, terwijl de derde wordt tegengehouden. Een combinatie van twee kleurstoffen (op afzonderlijke filters) zal slechts één hoofdkleur doorlaten.
Verwijst naar een procedé of toestand waarbij kleuren ontstaan door vermenging van pigmenten, verven, kleurstoffen of inkten. De waarneming van deze kleuren wordt bepaald door de mate waarin ze sommige golflengten van licht absorberen en andere golflengten weerkaatsen; het verschil met een additief kleursysteem is dat het object zelf geen kleur of licht uitstraalt. De kleur die het object zelf lijkt te bezitten, wordt bepaald door het specifieke deel van het elektromagnetisch spectrum dat erdoor wordt weerkaatst, in samenhang met de geabsorbeerde delen van het spectrum. Een subtractief kleurensysteem verwijst naar het licht dat wordt geabsorbeerd of weerkaatst door de primaire pigmentkleuren, waarmee vervolgens de andere kleuren worden geproduceerd, overeenkomstig het CYMK-kleurenmodel. Door het combineren van één of twee van deze subtractieve primaire kleuren met gelijke hoeveelheden van een andere primaire kleur ontstaat een subtractieve secundaire kleur, een secundaire kleur samen met een primaire kleur geeft een tertiaire kleur, en door het combineren van twee complementaire kleuren ontstaat zwart.
Verwijst naar de stijl en periode die in verband worden gebracht met de regio Sumatra van de 11de tot de 14de eeuw. De stijl staat bekend om zijn rijke, gevarieerde textieltradities die worden gebruikt in uiteenlopende rituele contexten en worden gekenmerkt door ontwerpen met geweven zijde en katoen, tapijten, borduurwerk, werken met goudlaken en mantelstoffen in blauwe en aardrode kleuren met 'warp ikat'-ontwerpen van in elkaar grijpende ruiten. Kenmerkend voor de edelsteenproductie in deze stijl zijn gouden medaillons, armbanden en halssieraden versierd met juwelen en haarlokken en slagtanden en klauwen van dieren, en met edelstenen bezette, halvemaanvormige hoofdtooien met kleine modellen van traditionele huizen hangend aan haarspelden. De beeldhouwkunst in deze stijl wordt gekenmerkt door bronzen en stenen Boeddhabeelden die doen denken aan werk uit de Srivijaya- en Majapahit-periode.
Verwijst naar de stijl die is vernoemd naar het eiland Sumbawa. In de edelsteenbewerking zijn de ontwerpen vergelijkbaar met die in andere regio's van Indonesië, afgezien van één onderscheidend element: het veelvoorkomende gebruik van zwarte vierkante plaatjes in halskettingen, als amulet. Kenmerkend voor textielkunst in deze stijl zijn sarongs, hoofddoeken en stoffen die zijn versierd met zijde en edelmetaaldraad. In de schilderkunst komt de stijl tot uitdrukking in verluchte manuscripten van de Koran.
Repen stof, door Brits legerpersoneel om de nek gedragen in combinatie met overhemden met een open hals om transpiratievocht op te vangen, vooral in warme streken.
Ruimvallende kleding voor het bovenlichaam, vaak met lange mouwen en zonder kraag, gemaakt van een zachte, absorberende stof en met een boord bij de hals, manchetten en tailleband; in trui- of vestmodel en soms met een capuchon; vaak gedragen met een trainingsbroek om een trainingspak te vormen.
Hars met een polymere structuur dat wordt gevormd door een chemische reactie tussen twee of meer stoffen. Het wordt vooral gebruikt in kunststoffen.
Te gebruiken om dingen te beschrijven die op synthetische wijze worden vervaardigd, door het vermengen van elementen, stoffen of entiteiten in een verenigde eenheid. Wanneer de nadruk ligt op het onderscheid met natuurlijke dingen, geef dan de voorkeur aan 'kunstmatig'.
Synthetisch kleurmiddel dat wordt gemaakt van antranilzuur en dat in chemisch opzicht identiek is aan natuurlijke indigo. Synthetische indigo werd in 1880 voor het eerst geproduceerd door Adolf von Baeyer. Het heeft de natuurlijke verfstof vrijwel volledig vervangen.
Bedekkingen van stof voor de tabernakel.
Kleine dameswerktafels in de klassieke uitvoering, met randen rondom het tafelblad en rondom de plank die de poten verbindt, zodat hier ondiepe 'bakjes' ontstonden waar chiffons (reepjes lint en stof) en ander naaiwerk kon worden bewaard. Ze waren vierkant of rond en hadden meestal drie laden, waarvan de bovenste soms met schrijfgerei was uitgerust.
Fijne, gladde stof, in effenbinding en soms met een licht kettingrips-effect, met een glad en glanzend oppervlak aan beide zijden. Het werd aanvankelijk van zijde gemaakt maar tegenwoordig van verschillende vezels.
Verticale schikkingen van stof in regelmatige vouwen, die over elkaar lijken te vallen, met een zoom die taps toeloopt en in een gebroken diagonaal naar één kant hangt.
Korte step-ins, bedoeld om een smalle taille te accentueren, die beginnen bij de ribben en doorlopen tot boven de heupen, soms met jarretels eraan bevestigd om kousen op te houden. Gebruik 'jarretelgordels' voor de smalle elastieken of stoffen banden die rond het middel of de heupen worden gedragen, met jarretels voor kousen.
Voorwerpen die worden gebruikt om een plaat met inkt te overtrekken of een etsgrond te leggen; meestal bestaande uit een katoenen kussentje dat met zijde of leer is bedekt, maar soms ook een stuk opgerold vilt of andere stof.
Grote houders of constructies voor het opslaan van vloeistoffen of gassen.
Tibetaanse stoffen vaandels met religieuze afbeeldingen, die meestal zijn geschilderd maar soms ook geborduurd of geappliqueerd; ze worden opgehangen in tempels of gedragen tijdens processies.
Vrachtwagens met een achterstuk in de vorm van een tank voor het vervoeren van poeders, gassen of vloeistoffen in grote hoeveelheden.
Beschermende hoofddeksels voor tankbemanningen. Metalen of kunststof bol met stootrand; soms voorzien van luchtgaten. Beschermen tegen stoten, projectielen en zijn voorzien van de mogelijkheid tot het aanbrengen van verbindingsapparatuur.
Te gebruiken voor vrachtvoertuigen voor op het spoor, die voor het grootste gedeelte bestaan uit tanks voor het vervoer van vloeistoffen, gassen of korrelige vaste stoffen.
Baststof afkomstig uit Hawaï en andere Polynesische eilanden, dat wordt vervaardigd door de bast van de papiermoerbeiboom (Broussonetia papyrifera), de broodboom (Artocarpus sp) of andere planten te stampen.
Verwijst naar het procedé van het maken van zware wandtapijten, geweven stoffen die worden gekenmerkt door ornamentele of picturale dessins en die aan muren worden gehangen, gordijnen, stoffering, of stoffen om aan vensters of balkons te hangen. Het procedé wordt uitgevoerd op een weefgetouw voor tapijten en verschilt van het weven van overige stoffen doordat de inslag alleen naar de schering gaat aan de rand van een bepaalde kleur of een bepaald patroon in het dessin, en niet van de ene naar de andere rand van de hele stof gaat. Er wordt gebruik gemaakt van verschillende technieken voor het mengen en laten overlappen van kleuren om schaduwen en patronen te creëren. Details van het dessin worden vaak beschilderd of geborduurd.
Type ventiel of haan gebruikt om de stroming van vloeistof door een kraan te reguleren, bijvoorbeeld in koffie- of theekannen, wijnfonteinen en dergelijke.
Een techniek waarbij kleurstoffen worden gecombineerd om karakteristieke vervagingseffecten te bereiken. Met een natte kwast wordt een kleur aangebracht en vervolgens wordt een tweede kleur aangebracht voordat de eerste is opgedroogd. De techniek wordt meestal aangetroffen in de Japanse rimpa-school.
Doorschijnende, dunne, zwaar gesteven en los geweven katoenen stof. Het wordt gebruikt voor voeringen en als veegdoek bij het maken van drukken. Wordt ook gebruikt voor een bepaald soort mousseline die uit India naar Engeland is gebracht in de 18e eeuw en in de 19e eeuw in Schotland werd geproduceerd, meestal voor baljurken.
Houders of verpakkingen van leer, stof, papier of ander flexibel materialen die bij de opening kunnen worden gesloten.
Eéndelige avondjaponnen van fraaie stoffen gedragen bij evenementen in de middag bij de draagster thuis, vooral in de periode omstreeks 1900. Geen Nederlands equivalent. Zie 'middagjaponnen'.
Een dik, stroperig, bruinachtig tot zwart asfaltresidu dat ontstaat door de gedeeltelijke verdamping of destillatie van petroleum of andere koolwaterstoffen op asfaltbasis of van hout; de samenstelling ervan varieert.
Fijne dunne katoen of linnen stof, aan een of beide zijden gecoat met stijfsel of een stijfselmengsel, gebruikt met name door architecten en ontwerpers bij het maken van overtreksels in inkt of pen.
Instrumenten voor het meten van trekspanning, bijvoorbeeld in staaldraden of balken, of voor het meten van de negatieve druk of oppervlaktespanning van vloeistoffen.
Kasten van elke omvang, meestal gemaakt van glas, ontworpen om te boeken, museale voorwerpen, of andere objecten tentoon te stellen en hen te beschermen tegen stof en insecten; ze hebben vaak een gecontroleerde luchtvochtigheid.
Kunstenaars die vezelige stoffen gebruiken bij het creëren van schilder- of beeldhouwwerken.
Kunstenaars of ambachtslieden die rechtstreeks op weefsel schilderen, voor het decoreren van draperieën, vaandels of ander textiel. De term verwijst niet naar kunstenaars die in olieverf of een ander medium op linnen of een andere stof schilderen, met als het doel het creëren van een tafereel of ander kunstwerk dat wordt ingelijst en tentoongesteld of aan de muur wordt gehangen.
Textielfabrieken of ruimten in textielfabrieken voor het verven en schoonmaken van stof.
Sjablonen die worden gebruikt om schilderingen op stof of papier te maken. Vaak worden er meerdere sjablonen gebruikt om een afbeelding, gewoonlijk van fruit of bloemen, te maken. Waren in de 19e eeuw vooral in de Verenigde Staten populair.
Onderzoeksmethoden waarbij een monster van een stof wordt verhit, vaak tot hoge temperaturen.
Afdrukken die worden gemaakt door kleurstof aan te brengen met behulp van een lint dat wordt verhit. Dergelijke afdrukken hebben bijna dezelfde beeldkwaliteit als foto's en er kunnen verschillende materialen voor worden gebruikt, zoals papier, aardewerk en textiel.
De verandering van een stof of een lichaam in lengte of volume als gevolg van temperatuursverandering.
Lampen met houders of reservoirs met merktekens erop om het verloop van tijd weer te geven naar aanleiding van het dalen van het brandstofniveau. Het zijn meestal tinnen Cardanlampen met een glazen reservoir of kleine, glazen petroleumlampen met cilindervormige houders waarop de uren staan aangegeven.
Stoffen omhulsels, meestal van tijk, gebruikt voor peluwen, matrassen of beddenkussens.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Sn en het atoomnummer 50. Het zilverachtig witte metaal is zacht en buigzaam. Ook te gebruiken voor dit metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, diverse voorwerpen en materialen te maken.
Stroken dierenhuid of stof die aan de palen van de tipi zijn vastgemaakt, vaak met een koord van ongelooide huid of touw van bizonhaar. Om de tipi helemaal af te sluiten, gebruikte men meerdere stroken, die gedeeltelijk over elkaar vielen. De stroken werden vaak geschilderd of versierd met kralen of veren.
Verwijst naar een Neolithische stijl en cultuur die zich ontwikkelde in de vallei van de rivier de Tisza in Oost-Europa in het 5de en 4de millennium v. Chr., en die zich kenmerkt door een nadruk op vissen en jagen als aanvulling op landbouw, het weven van stoffen, en opvallende kleifiguurtjes die zijn versierd met complexe abstracte vormen, en die eerder gedraaid lijken dan gemodelleerd.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Ti en het atoomnummer 22. Dit zilverkleurig metaal is hard en glanzend. Ook te gebruiken voor het metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, diverse voorwerpen en materialen te maken.
Wordt gebruikt voor allerlei methoden om de concentratie van een gewenste stof in een oplossing volumetrisch te bepalen door tijdens de reactie een vastgestelde hoeveelheid van een standaardoplossing met een vaste werking aan de oplossing toe te voegen.
Een los geweven katoenen stof, vooral gebruikt voor het afdekken van groeiende tabaksplanten om schaduw te geven. Geen Nederlands equivalent. Zie 'kaasdoek'.
Een fluweelzwarte variant van cryptokristallijnkwarts, kiezelschalie of een dergelijke stof die door juweliers wordt gebruikt voor het keuren van de zuiverheid van edelmetalen, voornamelijk goud.
Verwijst naar grote doeken van zwaar linnen of een andere stof waarop een motief is geschilderd. Toile werd oorspronkelijk gebruikt voor beeldverhalen in het zestiende-eeuwse Frankrijk, en vervolgens als wandkleden opgehangen. In Reims is nog een grote collectie te vinden. De term verwijst ook naar achttiende-eeuwse Franse kleden die waren geïnspireerd op deze geschilderde motieven, maar waren bedrukt met behulp van kopergravures. De term kan ook verwijzen naar een willekeurige andere stof in de stijl van 18de-eeuwse koperplaatmotieven.
Verwijst naar dunne, transparante, gaasstof, vaak van linnen of katoen, met een 'hele kantsteek'. Wordt vaak gebruikt als ondergrond voor kant. De term kan ook verwijzen naar dunne, transparante stof die lijkt op stof welke met de hele kantsteek is vervaardigd.
Verwijst naar opvallend bedrukt textiel dat werd geproduceerd door Oberkampf in Jouy-en-Josas, nabij Versailles in Frankrijk vanaf 1760. De motieven werden in eerste instantie met houtblokken gedrukt op katoen of linnen; voor latere werken werd ook gebruikgemaakt van koperplaatgravures. Toile de Jouy wordt gekenmerkt door omvangrijke, monochrome figuratieve motieven of bloemen, en hoofdzakelijk toegepast als stoffering.
Gele, vaste, kristallijne stof, vrij ongevoelig voor schok of stoot.
Grote fusten voor het opslaan van vloeibare stoffen, vooral wijn, ale of bier.
Kamvormig onderdeel ��� gewoonlijk van hout, ivoor, kunststof of metaal ��� aan het eind van de hals van snaarinstrumenten (met name gitaren) waarover de snaren zijn gespannen, waardoor ze op een goede afstand van elkaar en op de juiste hoogte boven de hals worden gehouden.
Beschermende bedekking in de vorm van een mouw of mantel, die wordt gebruikt om de thorarol te bedekken. De stof is vaak rijkelijk geborduurd.
Repen stof die onder thoramantels worden gebruikt om de thorarol bij elkaar te houden. Bij de Asjkenaziem-joden wordt het doek dat bij een besnijdenis wordt gebruikt in repen gesneden, aan elkaar genaaid, geborduurd en van toepasselijke inscripties voorzien om later als thorariem te dienen.
De gedraaide strengen vezelig materiaal waarop de katernen van een boek zijn genaaid. Te onderscheiden van 'naairiemen'; dit zijn smalle stroken ongelooide of bewerkte huid die voor hetzelfde doel gebruikt werden tot tegen het einde van de zestiende eeuw. Ook te onderscheiden van 'naaibanden'; dit zijn smalle stroken dicht geweven stof die voor hetzelfde doel geschikt zijn. Tevens onderscheiden van 'ribben (boekbandonderdelen)'; dit zijn de opstaande randen over de rug van een boek, die de plaats aangeven van de koorden onder de omslag.
Vloeistof die wordt afgescheiden door het traanapparaat. Samen met andere afscheidingen vormen tranen een beschermende, precorneale laag aan de buitenkant van het oog. Tranen kunnen reflexmatig worden afgescheiden als reactie op verschillende stimuli (zoals fel licht). De afscheiding van tranen als gevolg van emotionele verstoring wordt 'huilen' genoemd.
Velijn dat is behandeld om het doorzichtig te maken. Deze behandelingen bestaan uit het coaten van de huid met verschillende stoffen, zoals oliën, lijmen, stijfsels en kaliumcarbonaat, waarna het onder druk wordt opgerekt.
Constructies bestaande uit een omgekeerde kegel met een nauwe buis aan de top; gebruikt voor het geleiden van vloeistoffen of andere substanties van de ene opvangbak naar de andere, meestal met een nauwere opening, soms gecombineerd met filters
Kettingfluweel met een korte pool uit wol (meestal mohair). Deze kostbare stof werd omwille van zijn warme en rijke aanzien veel gebruikt om wandkleden, galakleding en meubelkleding uit te maken wegens zijn.
De temperatuur waarop een vloeistof gaat vertroebelen.
Stokken om op trommen te slaan, van hout, kunststof; ook aan een uiteinde bekleed met stof of een ander min of meer zacht materiaal.
Hoofdtooien, meestal van zwarte stof, gekenmerkt door een puntig gedeelte boven het voorhoofd en gedragen door ijzerdraad of een verstevigd gedecoreerd geraamte. Meestal met geborduurde stroken die het gezicht omlijsten en hetzij een sluier van stof die tot onder de schouders hangt, of twee hangende slippen die aan de zijkanten omhooggespeld kunnen zijn. Werden met een onderkap gedragen door vrouwen vanaf het eind van de 15e eeuw tot halverwege de 16e eeuw.
Diverse machines die de kinetische energie van een bewegende vloeistof omzetten in mechanische energie. Worden vaak gebruikt om een elektrische generator aan te drijven.
Wordt gebruikt voor rijk gestoffeerde leunstoelen uit het eind van de 19e eeuw die weinig tot niets van het frame laten zien en meestal op een bodem van springveren zijn gezet of een rugleuning van springveren hebben.
De vettige vloeistof die met een pen of kwast wordt aangebracht; gebruikt in de lithografie.
Extra laag materiaal die tussen stof en voering wordt gelegd voor stevigheid, warmte, pasvorm of om te zorgen dat het uiteindelijke product beter valt.
Wollen stof met een ruwe en ambachtelijke textuur.
Greppelsystemen die ruwe aggregaten en distributiepijpleidingen bevatten, waardoor afvoervloeistof uit septische tanks in de omringende grond kan sijpelen.
Iets vloeibaars, een vloeistof of iets anders in losse deeltjes uiteen doen vloeien of vallen.
Vormen of figuren die zijn uitgesneden, of bedoeld zijn om te worden uitgesneden uit materiaal zoals papier, karton, hout of stof.
Gebouwen waarin voorzieningen voor de voorbereiding van stoffelijke resten voor de begrafenis of crematie en voor formele opbaring van en diensten voor de overledene. Hoewel het concept overlappingen heeft met 'mortuaria', wordt ze hiervan onderscheiden omdat die doorgaans geen vertrekken of ruimten voor opbaringen en diensten hebben.
Rituele Afrikaanse stof, die wordt geassocieerd met de mannenvereniging Ekpe, aan te treffen bij de Igbo en andere volkeren uit de regio Cross River in het zuiden van Nigeria. Het wordt geverfd met de kleurstof indigo en bedekt met symbolen, waaronder nsibidi. Meestal wordt het gedragen als een omslagdoek en het dragen ervan is het hoogste voorrecht bij Ekpe.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool U en het atoomnummer 92. Het is zilverkleurig en radioactief. Ook te gebruiken voor dit metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, diverse voorwerpen en materialen te maken.
Verwijst naar kunstenaars die zijn gespecialiseerd in het beschilderen van aardewerk door het aanbrengen van tweedimensionale ontwerpen, waarbij gebruik wordt gemaakt van verf die is gemaakt van metaaloxiden of andere in slip of een ander medium gesuspendeerde kleurstoffen. De term wordt vooral gebruikt voor kunstenaars uit het oude Griekenland die met deze middelen werkten.
Houders in de vorm van een vat, die worden gebruikt om vloeistoffen in te bewaren met een inhoud tot ongeveer 115 liter, een tapgat aan de bovenkant en een spongat in de buik.
Houders voor het bevatten van een vloeistof of andere substantie, meestal rond van doorsnede en gemaakt van duurzaam materiaal; met name houders van dit type voor huishoudelijk gebruik, worden gebruikt voor het bereiden of opdienen van voedsel of drank, en zijn meestal van draagbaar formaat.
Reistassen, met name diegene die van tapijt of van imitatietapijtstof zijn gemaakt; van een type en stijl die populair waren in de 19e eeuw.
Eikensoort die inheems is in het zuidelijke Middellandse Zeegebied, Marokko en Klein-Azië. In de achttiende eeuw gebruikte men de tannine in de grote doppen van de eikels voor het looien van leer en voor kleurstoffen. De eetbare eikels zelf noemt men in het Engels ���valonia'.
Wordt gebruikt voor gevouwen, parapluvormige, stoffen voorwerpen met draden die een veiligheidstuig of riemen ondersteunen, waarmee een voorwerp veilig door de lucht naar beneden kan zweven.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool V en het atoomnummer 23. Het metaal is lichtblauw met een zilveren glans. Ook te gebruiken voor dit metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, verschillende voorwerpen en materialen te maken, met name staal.
Verwijst naar het tijdelijk aan elkaar bevestigen van twee of meerdere stukken stof of ander materiaal door een losse of tijdelijke bevestiging, anders dan opeenvolgende stiksels van een draad of ander filament. Ze kunnen worden vastgezet met enkele losse steken en met behulp van lijm of een ander kleefmiddel. Gebruik 'rijgen' voor het tijdelijk aan elkaar bevestigen van materiaal door lange, losse steken te naaien.
Buisvormige voorwerpen die in een vat worden aangebracht om het wegstromen van de vloeistof in het vat mogelijk te maken, meestal voorzien van een spon om de stroomsnelheid te reguleren.
Lampen met eigenschappen die ervoor zorgen dat vluchtige brandstoffen veilig kunnen branden.
Merknaam voor een bevestigingssysteem bestaande uit tegenover elkaar geplaatste stukjes stof, waarvan de één bedekt is met kleine, dicht op elkaar geplaatste nylon haakjes, en de ander met compact nylon dons, die in elkaar grijpen wanneer ze op elkaar gedrukt worden.
Flesachtige houders om water of andere vloeistoffen in te vervoeren, bijvoorbeeld voor wandelaars of soldaten; meestal gemaakt van metaal en gedragen in een omhulsel van stof.
Wollen stof met een fluwelen pool.
Behang waarvan de structuur bestaat uit verpulverde stofvezels die op het papieroppervlak zijn gelijmd.
Bouwwerken die zijn bedoeld of worden gebruikt voor de opslag van grondstoffen of handelswaar.
Verwijst naar een grote groep 15de- en 16de-eeuwse metalen voorwerpen, hoofdzakelijk afkomstig uit Europese verzamelingen, die ooit werden toegeschreven aan moslimkunstenaars die in Venetië werkten. Veneto-Saraceense metaalproducten werden vooral in het huishouden gebruikt. Voorbeelden zijn kommen, bolvormige wierookbranders, kandelaars en dienbladen. Ze zijn vervaardigd uit koper of brons en ingelegd met geometrische of arabeske motieven in zilver, soms met sporen van goud. Vaak werd er ook een zwarte stof aan toegevoegd. De term wordt soms onnauwkeurig gebruikt om te verwijzen naar voorwerpen die zijn gedecoreerd met figuratieve ornamenten en westerse heraldische wapens. In de 19de eeuw duidde Lavoix de voorwerpen populair aan als Veneto-Saraceens. Zijn theorie dat islamitische metaalwerkers in Venetië werkten en Italiaanse ambachtslieden hadden geleerd te werken in de islamitische stijl werd evenwel bestreden in 1970, toen Huth in twijfel trok dat gildebepalingen buitenlandse ambachtslieden zouden hebben toegestaan om op Venetiaans grondgebied te werken. Er zijn nog geen documenten boven water gekomen die een van deze theorieën bevestigen of weerleggen, en het is vaak lastig om islamitische originelen van westerse kopieën te onderscheiden. Auld heeft drie subgroepen geïdentificeerd: Turkmeens, mammeluks en westers.
Complexe, zuivere stoffen, opgebouwd uit twee of meer elementen in vaste verhoudingen wat betreft het aantal en de soorten atomen, die bij elkaar worden gehouden door chemische bindingen. Ze hebben totaal andere eigenschappen dan de samenstellende elementen, die hun individuele karakter hebben verloren. Gebruik 'mengsels' voor combinaties van twee of meer stoffen zonder vastgestelde verhoudingen, die alleen fysisch zijn vermengd en waarbij de samenstellende substanties hun individuele eigenschappen behouden en scheidbaar zijn door gewone fysische eigenschappen.
Vluchtige vloeistoffen die worden gebruikt om verf en vernis te verdunnen of aan te lengen.
Een substantie die wordt toegevoegd aan een vaste stof om de smeltbaarheid ervan te vergroten.
Iedere dispersie van een pigment in een oplosmiddel van water, olie of een andere organische stof.
Werktuigen die worden gebruikt om verf of andere stoffen op grote vlakken te spuiten
Het geel worden, zoals bij stof of papier ten gevolge van veroudering of de invloed van de omgeving.
Verwijst naar kaarten waarop het reliëf van fysieke kenmerken daadwerkelijk driedimensionaal is verhoogd. Deze kaarten werden voor het eerst op grote schaal geproduceerd tijdens de Eerste Wereldoorlog, middels een procedé waarbij een aluminium plaat met daarop een getekende kaart werd bewerkt met een repoussé-techniek: de fysieke kenmerken aan de voorzijde werden in reliëf aangebracht door de achterzijde te bekloppen. De metalen plaat werd vervolgens gebruikt als mal voor kaarten die op kunststof vellen waren gedrukt.
De invoering of aanwezigheid van schadelijke of andere ongewenste stoffen of producten in het milieu; gebruik 'milieuverontreinigende stoffen' voor de stoffen zelf.
Het afbreken van de structuur, de organische verschijningsvorm of de toestand van stoffelijke of onstoffelijke voorwerpen.
Het opzettelijk beladen met extra gewicht. In verband met vezels en weefsels betreft het de toevoeging van een stof om het gewicht of de massa van de vezels te verhogen.
Een zuur van een groep alifatische zuren, in het bijzonder palmitinezuur, stearinezuur of oliezuur. Deze vetzuren bestaan uit een lange hydrokoolstofketen die eindigt in een carboxylgroep en in verbinding met glycerol een vet vormt.
Een ongestandaardiseerde term voor diverse groene pigmenten, waaronder de groene verfstof malachiet, pigmentmengsels van loodchromaat en Pruisisch blauw, mengsels van zinkgeel en Pruisisch blauw, mengsels van zinkchroomgroen en gehydrateerd chroomoxide, mengsels van chroomoxydehydraatgroen en zinkgeel en een keramische kleur die in chemisch opzicht overeenkomt met vernalis.
Een wijnkleurig organisch pigment dat oorspronkelijk werd gemaakt met verfstof uit cochenille of brazielhout. In de 19e eeuw werden er anilineverfstoffen gebruikt om dit pigment te maken. Geen van de kleurmiddelen zijn permanent en ze worden vrijwel alleen gebruikt voor verf voor binnenschilderwerk.
Gereedschappen van hard materiaal, meestal steen, om (verf)stoffen in een vijzel fijn te wrijven.
Stof die meestal wordt vervaardigd uit wol of andere dierenharen, vaak vermengd met natuurlijke of synthetische vezels; de losse vezels worden met elkaar verbonden door de inwerking van warmte, vocht, chemicaliën en druk, zonder te spinnen, weven of breien.
Elk lid van een familie van thermoplastische synthetische harsen - variërend van vloeistoffen tot vaste stoffen - die worden gemaakt door de polymerisatie van ethyleenderivaten of vinylverbindingen; meestal vinylacetaat, vinylchloride en vinylideenchloride. Vinylharsen produceren een heldere, harde laag en worden ook gebruikt als deklaag en hechtmiddel.
Koffer om een viool in te bewaren en te vervoeren. Vaak gemaakt van leer of kunststof en van binnen gevoerd met fluweel of een ander zacht materiaal.
Instrumenten voor het meten van de viscositeit van vloeistoffen.
Wordt gebruikt voor de luchtzuiveringsfilters die gebruik maken van een oppervlak bedekt met kleverige olie of vloeistof waaraan vuildeeltjes en andere door de lucht overgedragen onzuiverheden blijven kleven wanneer de lucht erdoorheen wordt geleid.
Een heldere, kleurloze tot bruinachtige, dikke, olieachtige, bijtende, met water vermengbare vloeistof, H2SO4, die meestal wordt geproduceerd door zwaveldioxide. Zwavelzuur wordt voornamelijk gebruikt bij de productie van kunstmesten, chemicaliën, explosieven en petroleumraffinage. Een integrale component van sulfaat.
Wordt gebruikt voor stukken stof of ander buigzaam materiaal dat meestal langs één kant aan een paal of een koord is bevestigd, en die zijn bedoeld als symbool van een land of organisatie, of als een signaal.
Draagbare of vervoerbare wapens die lange, brandende stralen vloeibare of halfvloeibare brandstof onder druk kunnen afschieten.
Kruidachtige eenjarige plant, inheems in het gebied dat zich uitstrekt van het oosten van het Middellandse Zeegebied tot India. Waarschijnlijk voor het eerst gekweekt in de Vruchtbare Sikkel. De plant wordt 4 meter hoog en heeft blauwe bloemen waaruit peulen met zaadjes ontstaan. De plant wordt verbouwd vanwege de vezels, waar men vlasdraad en linnen van kan maken, en vanwege de zaadjes, waar men lijnzaadolie uit wint, een eetbare olie die wordt gebruikt als voedingssupplement en als bestanddeel van verf en een groot aantal producten waarmee men hout afwerkt. In Georgië en Zwitserland zijn bewijzen gevonden dat vlas al in de prehistorie werd gebruikt, en in Egyptische tombes heeft men geregeld fijne linnen stoffen gevonden. Fenicische handelaren introduceerden linnen in Gallië en Groot-Brittannië. De Romeinen verspreidden linnen producten over hun hele rijk. In West-Europa werd de productie van linnen in de zeventiende eeuw een belangrijke industrie.
Fijnstof dat ontstaat door fijne scheiding na de verbranding van verpulverde steenkool of hout, vaak uitgestoten als luchtverontreiniging bij elektriciteitscentrales en fabrieken. In de Verenigde Staten wordt vliegas tegenwoordig ingesloten en opgevangen; wordt gebruikt als vulstof in baksteen en beton.
Beschermende helmen gebuikt door straaljagerpiloten, voorzien van vizier en de mogelijkheid tot het aanbrengen van verbindingsapparatuur en zuurstofmaskers of radioapparatuur; soms met geïntegreerde kaakbescherming (integraal).
In de werktuigbouwkunde de belasting waarbij een vast stof die wordt uitgerekt, begint te vloeien of permanent van vorm begint te veranderen, gedeeld door de oppervlakte van zijn oorspronkelijke dwarsdoorsnede; ook de hoeveelheid belasting in een vast lichaam bij het begin van permanente vervorming.
Een hoog corroderende, caustische en toxische oplossing in water van waterstoffluoride waarin bijna alle metalen oplossen, behalve goud, platina, glas en keramische en organische materialen; wordt gebruikt om glas te etsen en metalen schoon te maken.
Term die wordt gebruikt voor het beschrijven van pigmenten of verfstoffen die vervagen of van kleur veranderen als gevolg van de werking van licht. De term verwijst niet naar kleurveranderingen die worden veroorzaakt door chemische reacties met de atmosfeer of omgevingsmaterialen.
De eigenschap van een stof om snel te verdampen.
De eigenschap van een kleurstof niet te veranderen als die nat wordt.
Diazotypie waarbij de diazozouten de basis zijn en het verborgen beeld wordt ontwikkeld door middel van bevochtiging met een vloeistof die de koppelaar bevat.
Het aanbrengen van een doordringende vloeistof om poriën te vullen, om deklagen te isoleren, of om oppervlakken geschikt te maken voor het aanbrengen van deklagen.
Driehoekige stukken stof die over het voorhoofd worden gedragen.
Explosieve brandstof of andere energiebron waarmee een kogel, granaat, raket of ander projectiel wordt voortgestuwd.
Behorend tot de vloeistofmechanica, de verhoudingen tussen drukkracht en viskeuze kracht.
Wordt gebruikt voor de handeling van het maken van gietvormen of het vormen met behulp van een gietvorm; meestal wordt de vorm gevuld met een vloeibare of vloeibaar gemaakte stof. De uitdrukking "in een vorm gieten" dient te worden onderscheiden van 'modelleren' waarbij een materiaal door drukken in een bepaalde vorm wordt gebracht.
Schermen die meestal van stof zijn en in brede, horizontale plooien omhoog worden getrokken. Gebruik 'plissé gordijnen' voor schermen met smalle, scherp gevouwen plooien.
B Verwijst voornamelijk naar de stijl en periode van de Christelijke kunst in Italië en het westelijke Middellandse-Zeegebied, ruwweg vanaf de derde tot het midden van de negende eeuw n. Chr. Kenmerkt zich door bewerking van de artistieke taal en symbolen van de klassieke Oudheid, maar offert klassieke idealen van lichamelijke schoonheid en technische volmaaktheid veelal op om de spiritualiteit en de onstoffelijke wereld te benadrukken. Gebruik ‘Byzantijns’ voor de stijl en periode van de christelijke kunst in het oostelijk Middellandse-Zeegebied vanaf de 4de tot aan het midden van de 15de eeuw.
Het afdanken of weggooien van onnodig of overtollig materiaal, inclusief apparatuur, producten of materialen in welke vorm ook, olie, chemicaliën, gassen en vloeistoffen inbegrepen.
Explosieve voorwerpen die meestal bestaan uit een papieren omhulsel dat een brandbaar mengsel van stoffen bevat, ontworpen om licht, geluid, rook en/of gasdruk voort te brengen. Gebruik 'siervuurwerken' voor feestelijke vertoningen van licht, geluid en rook.
Beeldende of ornamentele vertoningen van licht, geluid of rook die worden voortgebracht bij het gebruik van explosief materiaal dat meestal is opgebouwd uit een papieren huls die een brandbare stof bevat, een oxyderend middel en soms een metaalzout voor kleureffect. Voor het explosieve gedeelte wordt de term 'vuurwerk' gebruikt.
Afwerkingsprocédé bij textielverwerking waarbij gebruik wordt gemaakt van gereguleerde krimp om een stof te produceren die dikker, compacter en stevig is. Bij zwaar gevold textiel worden de structuur en de afzonderlijke draden helemaal onzichtbaar, wat een viltachtig effect geeft. Gebruik 'vervilten' voor het toepassen van hitte, druk en vocht op weefsel om het samen te drukken.
Grote loofboom die inheems is in de Himalaya, Iran, Libanon, Klein-Azië en Griekenland. Sinds ongeveer het midden van de vijftiende eeuw komt de boom ook voor in Groot-Brittannië en elders. De boom kan 35 meter hoog worden en de stam 2 meter dik. De walnoot heeft een korte stam en een brede kroon, maar is in dichte bossen langer en dunner. De boom gedijt in de volle zon en wordt gewaardeerd vanwege zijn timmerhout. Andere delen van de boom hebben ook een commerciële waarde. Walnoten zijn een culinair product, en uit de noten extraheert men een lichtgele en snel drogende olie die men voor schildersverf gebruikt. Uit de schillen en doppen van de noot wint men tannines en kleurstoffen die zorgen voor een bruine kleur. Gemalen doppen gebruikt men soms als een zacht schuurmiddel en als vulmateriaal voor plastic.
Branders die bestaan uit metalen schijven met luchtgaten en één, twee of soms drie vertinde pithouders van 0,6 mm of minder in diameter, die rechtop zijn gesoldeerd en die in de zijkant een gat voor de pit hebben. De pithouders lopen verder door onder de schijf, het brandstofreservoir in, dan erboven.
Stoffen zakken waarin bloem of meel wordt geschud als een wijze van zeven.
Kunstvoorwerpen, vaak stoffen, die aan muren worden gehangen en vooral voor bescherming, warmte of versiering worden gebruikt.
Verwijst naar ambachtslieden die wandtapijten vervaardigen: zware stoffen wandbekledingen versierd met karakteristieke decoratieve patronen of voorstellingen, en geweven via een procedé dat afwijkt van het gewone textielweven; de weefdraad loopt namelijk slechts tot aan de schering langs de rand van een bepaalde kleur of een bepaald patroon in het ontwerp, en dus niet van rand tot rand over de gehele lengte of breedte van de stof.
De hiërarchie Wapens en Munitie bevat descriptoren voor gereedschappen en materialen die zijn bedoeld als fysiek aanvals- of verdedigingsmiddel. Hieronder vallen handwapens zoals 'zwaarden', grondwapens of op rijdend materieel vervoerde wapens zoals 'artillerie', componenten van wapens (bijvoorbeeld 'pijlpunten') en projectielen die met vuurwapens worden afgevuurd (bijvoorbeeld 'patronen'). Tevens opgenomen zijn descriptoren voor jachtwapens (bijvoorbeeld 'zwijnssprieten') en voor objecten die wel van wapens zijn afgeleid maar slechts voor ceremoniële doeleinden worden gebruikt (bijvoorbeeld 'staatsiezwaarden'). Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor materialen die zelf als wapen of munitie kunnen fungeren, vindt u in de hiërarchie Materialen (bijvoorbeeld 'springstoffen', 'buskruit'). Descriptoren voor harnassen of andere vormen van persoonsbeschermende middelen (bijvoorbeeld 'schilden', 'kogelvrije vesten') zijn ondergebracht in de hiërarchie Kleding. Descriptoren voor pantservoertuigen of voertuigen waarop wapens worden vervoerd (bijvoorbeeld 'oorlogsschepen', 'tanks (militaire voertuigen)') zijn opgenomen in de hiërarchie Vervoermiddelen. Descriptoren voor objecten die als wapen of als gereedschap kunnen dienen, vindt u in de hiërarchie Gereedschap en Uitrusting (bijvoorbeeld 'hamers'). Descriptoren voor houders van wapens en munitie (bijvoorbeeld 'schedes', 'kruitbusjes') zijn ondergebracht in de hiërarchie Houders. Descriptoren voor vuurwapens die uitsluitend voor schijfschieten worden gebruikt, maken deel uit van de hiërarchie Ontspanningsmiddelen, terwijl descriptoren voor vuurwapens die worden gebruikt tijdens de gewapende strijd of de jacht hier te vinden zijn. Descriptoren voor onderdelen van wapens (bijvoorbeeld 'trekkers') en componenten die onderdeel vormen van zowel wapens als gereedschappen (bijvoorbeeld 'blades') zijn in de hiërarchie Componenten ondergebracht.
Apparaten die de hitte tussen twee fysiek gescheiden vloeistoffen overdragen. Bestaat in het algemeen uit een cilindrische huls met buizen in de lengte. Eén vloeistof stroomt binnenin, de andere aan de buitenkant.
Stoffen muurbedekkingen doordrenkt met gesmolten was en olie en vervolgens beschilderd. Ze zijn gemaakt in Duitsland en omliggende streken in de 18e eeuw.
(Ondiepe) kommen met een ronde verhoging of knop in het midden, waardoor de vloeistof bij de rand wordt gehouden, bijvoorbeeld voor libaties. Soms past er een lampetkan met een holte in de bodem op het uitstekende gedeelte.
De reinigingscapaciteit of -kracht van een stof.
Te gebruiken om stoffen, oplossingen of behandelingen te beschrijven waarbij water is betrokken.
Bedden die een met vloeistof gevuld matras van rubber of plastic hebben in een onbuigzaam, vaak verwarmd, waterbestendig frame. Het oppervlak vormt zich naar elke positie van het lichaam van de slapende persoon.
Civiel ingenieurs die zijn gespecialiseerd in het ontwerpen en produceren van systemen, apparatuur en bouwwerken, die water of andere vloeistoffen reguleren of transporteren, of er kracht uit genereren, of die hun kracht gedeeltelijk of volledig uit het stromen van water verkrijgen, zoals hydraulische machines, rioolwaterzuiveringsinrichtingen, waterleidingbedrijven, dammen, pijpleidingen en waterkrachtcentrales.
Te gebruiken voor speelgoedpistolen waarmee stralen vloeistof worden geschoten, meestal water.
Chemische verbinding die wordt gebruikt om oplosbare aanslagvormende vaste stoffen in water om te zetten tot onoplosbare vorm.
De binnenste, van kunststof vervaardigde gedeelten van een uit twee delen bestaande helm.
Blauwe verfstof die lijkt op indigo, verkregen uit de bladeren van de wedeplant, een tweejarige kruidachtige plant; werd in de Middeleeuwen gebruikt als pigment.
Diagrammen aan de hand waarvan schachten op een weefgetouw worden gezet om bepaalde weefpatronen te maken, van oudsher getekend op patroonpapier of ander papier met voorgedrukte lijnen. Ze tonen ten minste één weefeenheid van de te weven stof. Een complete serie diagrammen laat de wever zien hoe hij de ketting moet uitleggen, de schachten en pedalen met elkaar moet verbinden, in welke volgorde de pedalen moeten worden gebruikt, op welke manier de schering en de inslag vervlochten moeten worden, en toont het kruiselingse profiel van het weefpatroon.
Instrumenten voor het vaststellen van het gewicht van voorwerpen of stoffen.
Verwijst naar een effect bij textiel dat ontstaat door het weven van scheringdraden in één kleur en inslagdraden in een contrasterende kleur. Gevolg is dat de stof, vaak zijde of een andere glimmende stof, van kleur verandert wanneer deze vanuit een ander gezichtspunt wordt bekeken.
Kleine boom of grote struik die inheems is in Midden- en Zuid-Europa, West- en Centraal-Azië en Noordwest-Afrika. De boom produceert een kleine steenvrucht die lijkt op een kers met een dunne laag vruchtvlees. De pit gebruikt men voor het maken van parfums, kleurstoffen en smaakstoffen die doen denken aan bittere amandel. Het harde hout van de boom wordt gebruikt voor het maken van kleine objecten. In Afrika en Azië maakt men kralen van de vruchten. De boom gebruikt men ook als dwergonderstam waarop men takken van gekweekte kersenbomen ent die eetbare vruchten produceren.
Kleine en dunne kersenboom, oorspronkelijk uit Eurazië, met kleine vruchten waarvan een verfstof en vruchtensap kan worden gemaakt en hout dat wordt gebruikt voor het vervaardigen van kleine voorwerpen als notenkrakers en tabaksraspen. Wordt gekweekt als entstam voor het kweken van gecultiveerde kersenboomsoorten.
Verwijst naar de Egyptische aardewerkstijl die werd vervaardigd tijdens de Amratische periode van circa 4.000 tot 3.200 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door kruiken van gepolijste Nijlklei, met een laag oker, en versierd met geometrische vormen die mandenwerk of geweven stof nabootsten, of met dierenfiguren, mensen, en planten in wit gipspigment.
Quilts waarvan de bovenkant uit een enkel stuk stof is vervaardigd - dus geen patchwork of appliquéwerk - en uitsluitend met doorstikwerk is versierd; soms is een andere stof als rand of achterkant gebruikt. Geen Nederlands equivalent.
Hulpmiddelen die worden gebruikt door mensen die boven de grond zoeken naar water, mineralen, kostbaarheden, archeologische vondsten en zelfs lijken onder de grond. Traditioneel bestaat een wichelroede uit een Y-vormige twijg, vaak van de hazelaar, lijsterbes of wilg, die wanneer de beide vertakkingen in de hand worden gehouden door een wichelroedeloper, draait en omlaag wijst zodra de gezochte stoffen of voorwerpen naderbij komen. De roeden kunnen ook bestaan uit twee metalen staven die evenwijdig aan elkaar worden gehouden met een paar centimeter tussenruimte en die over elkaar draaien wanneer het gezochte nadert.
De elementen van verlichtingsmiddelen, meestal koorden, linten of hulzen van los geweven, gedraaide of gevlochten vezels, die brandstof naar de vlam voeren door middel van capillaire werking.
Staafjes bedekt met een laag wierook (gewoonlijk gemaakt van gom en geurstoffen), die worden gebrand om een welriekende geur op te wekken. Ze worden soms gebruikt tijdens godsdienstige ceremoniën of rituelen.
Instrumenten voor het besprenkelen met wijwater, meestal van metaal dat is bevestigd aan een absorberend materiaal. In de westerse kerk bestaat de wijwaterkwast uit een steel met daarop een geperforeerde bol, spons of borstelachtig uiteinde dat het water bevat. Sommige wijwaterkwasten hebben sponzen of interne reservoirs die wijwater afgeven als ermee wordt geschud, terwijl andere regelmatig moeten worden ondergedompeld in 'wijwatervaten (vaten)'. Het werktuig werd oorspronkelijk gemaakt van takken van hysop-, palm- of bukshout, een bosje stro of de staart van een vos (in het oud-Frans heet een vos een 'goupil'). In de 13de eeuw nam de wijwaterkwast zijn moderne westerse vorm aan van een steel met daarop een met haren bedekte rozenvorm. De stelen van het sprenkelgedeelte werden zeer rijk versierd. In de Grieks-orthodoxe kerk is de wijwaterkwast een rechtopstaand vat met een taps deksel, waarin gaten zijn aangebracht voor de besprenkeling. In de Russisch-orthodoxe Kerk is het een kwast die is gemaakt van stof, haar of takjes basilicum. Het werktuig is gebaseerd op oude bronnen, waarbij takken werden gebruikt om tijdens rituelen water, bloed of een andere vloeistof te sprenkelen. Dergelijke werktuigen werden gebruikt in het oude Rome, in het Midden-Oosten, bij oude Noorse rituelen en elders.
Stoffen of andere materialen die gebruikt worden als verpakkingsmaterialen voor pakjes, of artikelen die opgeborgen moeten worden of van de ene plaats naar de andere gebracht.
Hoofddoeken, meestal van fijne stof, die om het vrouwenhoofd gewikkeld worden gedragen en gewoonlijk op het hoofd worden vastgeknoopt, waarbij de einden vaak loshangen; gedragen als onderdeel van de traditionele vrouwenkleding in West-Afrika.
Plaatsen waar men iets wint,voornamelijk delfstoffen.
Lakens van extra warme stof, om in de winter te gebruiken.
Hard, zilverachtig wit gietijzer of piekijzer waarvan de koolstof vrijwel volledig is gebonden. Kan ook verwijzen naar dunne ijzerplaten met een laag tin.
Stof gemaakt van dierenhaar.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool W en het atoomnummer 74; dit witte metaal is zwaar, met een soortelijk gewicht van 19,6 en het hoogste smeltpunt van alle metalen. Ook te gebruiken voor dit metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, diverse voorwerpen en materialen te maken, vooral gelegeerd staal en magneten en in elektronische toepassingen.
Grote familie van ongeveer 275 genera en ongeveer 7500 soorten bloeiende planten, waaronder kruiden, struiken en bomen en vetplanten die op cactussen lijken. Veel soorten zijn belangrijke voedselbronnen en andere zijn nuttig vanwege hun was en oliën en als grondstof voor medicijnen. Weer andere zijn gevaarlijk door hun giftige vruchten, bladeren of sap, of aantrekkelijk door hun kleurrijke bracteeën (bladachtige structuren net onder de bloementrosjes) en hun ongewone vormen. In de hele wereld, behalve in koude alpine of Arctische gebieden, komen soorten uit deze familie voor, maar men vindt ze voornamelijk in gematigde en tropische streken.
Brede, ronde stoelen bestaande uit een voorgevormd plastic geraamte, met schuimrubber gevulde bekleding van wollen stof, op een buisvormig frame; ontworpen door Eero Saarinen en geïntroduceerd in het midden van de jaren 40 van de 20ste eeuw; gewoonlijk gecombineerd met een bijpassend gestoffeerd voetenbankje.
Het selecteren en organiseren van vloerbedekkingen, stoffering, meubilair en meubilering van architectonische interieurs.
Deel van een plant dat uit de kiem omlaag groeit in de grond of andere bodem, waardoor de plant wordt verankerd en voedingsstoffen en vocht kan opzuigen.
Bloeiende plant die inheems is in Eurazië en geïntroduceerd is in Noord-Amerika, waar het een onkruid is geworden. Bron van een natuurlijke gele kleurstof.
Beeldende werken gemaakt door een materiaal zoals papier of stof op een reliëf te leggen en er vervolgens met een schrijfmateriaal over heen te wrijven.
Een droog, niet-chemisch fotokopieerprocédé waarbij een elektrostatisch beeld na blootstelling achterblijft en ontwikkeld wordt door het afzetten van een kleurstof.
Lichtgewicht spreien samengesteld uit kleine ronde stukjes stof die net een maatje kleiner zijn dan jojo's en waarvan de randen naar het midden zijn gevouwen. Geen Nederlands equivalent.
Borduurwerk bestaande uit tenminste twee lagen stof die volgens een patroon met borduursteken aan elkaar gehecht worden. Dit kan met de hand of machinaal gebeuren. Door toevoegen van een wattering of koordjes krijgt borduurwerk een reliëfeffect.
Vloeistof of vaste stof die oplost in of verenigbaar is met een hars, gom of ander materiaal en die het kneedbaar en soepel maakt of gemakkelijker om mee te werken.
Verwijst naar de meest invloedrijke stijl in de paneel-, muur- en glasschilderkunst en miniaturen in de Duitstalige gebieden van de 13de eeuw. De term is Duits voor ‘Tandenstijl’, en kenmerkt zich door een karakteristiek gebruik van draperie, waarin stoffen een nerveuze, levende vitaliteit lijken te hebben, en zigzag- of gebroken plooivormen.
Hamers met zeer kleine, smalle banen die worden gebruikt bij stoffering voor decoratief houtwerk of precisiewerk.
Zadeltassen van leer of stof, die aan een kant van een zadel hangen of over de rug van het paard achter het zadel gelegd worden en meestal onderdeel van een paar zijn, verbonden door een band of een riem. Tevens soortgelijke tassen die aan weerskanten van het achterwiel van een fiets, motorfiets en dergelijke hangen.
Grote en flexibele houders van vlas, jute, een andere stof of plastic, gewoonlijk rechthoekig, open aan één kant en bedoeld voor het bewaren en vervoeren van bijvoorbeeld maïs, meel, fruit, aardappels, hout, kolen of andere producten. Gebruik 'tassen (algemene houders)' voor houders van leer, stof, papier waarvan de opening kan worden afgesloten.
Stukken stof bevestigd aan de binnen- of buitenkant van kledingstukken, gebruikt voor decoratieve doeleinden of om kleine voorwerpen mee te dragen.
Dozen die voornamelijk zijn bedoeld voor het bewaren van zakdoeken; vaak van stof en vrij decoratief
Gebruiksvoorwerpen of apparaten die worden gebruikt voor het vast- of tegenhouden van vaste stoffen of deeltjes terwijl een vloeistof erlangs loopt. Gebruik 'vergieten' voor schaal- of kegelvormige pannen met geperforeerde of doorboorde kanten die worden gebruikt voor het uitdruipen of afgieten van voedsel.
De apparatuur die wordt gebruikt om te zeefdrukken, bestaande uit een stoffen scherm dat op een frame is gespannen dat met een scharnier vastzit aan een grondplaat van hout of ander materiaal.
Stevige stof meestal van zijde, geweven in diverse maasgrootten voor verschillende toepassingen, zoals het zeven van meel, zeefdrukken of borduurwerk.
Lepels die meestal maar niet altijd zijn geperforeerd en die worden gebruikt voor het afromen van vloeistoffen.
Hoofddeksels van witte of marineblauwe stof met een platte hoedenbol en een onbuigzame donkere klep; meestal versierd met een insigne en een tres aan de voorkant en gemaakt naar voorbeeld van de petten van marineofficiers.
Vloeibare tot halfvaste stof die wordt gemaakt in de nier en wordt afgevoerd door de urineorganen.
Duurzame vloerbedekking die voornamelijk bestaat uit lijnzaadolie met een vulling van kurkstof of houtpoeder en vlas, met pigmenten om de gewenste kleuren en patronen te maken. De naam wordt ook gebruikt voor soortgelijke vloerbedekkingen die worden gemaakt met een vervanger voor de lijnzaadolie of de vulling of beide.
Stevige, zware canvas, hoofdzakelijk gebruikt voor zeilen, tenten en stoffering.
Een zelfklevend hechtmiddel dat vaak wordt gebruikt op tape, labels en postzegels, en dat wordt gekenmerkt door de hechting aan een ander oppervlak onder lichte druk bij kamertemperatuur. Dergelijke hechtmiddelen zijn te onderscheiden van andere hechtmiddelen doordat ze geen oplosmiddelverdamping of een chemische reactie nodig hebben om zich te hechten. Ze worden gebruikt voor doek, papier, film, folie en schuimsubstraten. Ze kunnen worden gemaakt van natuurlijk rubber, butylrubber, styreenbutatieenrubber, nitrilrubber, acryl, polyvinylalkylether of siliconensamenstellingen. Ze bevatten meestal additieven als kleefmiddelen, weekmakers, vulstoffen en antioxidanten. Ze worden gebruikt voor de industrie en op de commerciële markt in de vorm van plakband en folies die zijn bedoeld voor verpakking, montage en bevestiging, en maskering, en voor elektrische en chirurgische toepassingen.
Stroperige, kleurloze, enigszins glanzende afscheiding die meestal enigszins reageert als een base; bevat water, slijmstoffen, proteïne, zouten en vaak ook zetmeelafbrekende enzymen.
Bootvormige houders, meestal van zilver, tin of aardewerk, met een lange tuit; gebruikt om vloeistoffen en zacht voedsel aan kinderen en eventueel aan invaliden toe te dienen.
Netachtige of geperforeerde apparaten of keukengerei waardoor droog, los materiaal zoals bloem wordt gewannen of verfijnd. Wordt ook gebruikt voor stoffen die vloeistof bevatten en in dit gerei kunnen uitdruipen of waarin zachte, vaste stoffen, zoals hardgekookte eieren, door een stamper worden fijngemalen.
Stof gemaakt van zijdevezels.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Ag en het atoomnummer 47. Het metaal is smeedbaar, vervormbaar en wit van kleur met een kenmerkende glans en wordt als edel beschouwd. Ook te gebruiken voor dit metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, diverse voorwerpen en materialen te maken.
Een subtractief kleurfotografisch procédé waarbij kleurstoffen die in de emulsie aanwezig zijn, worden gebleekt, waardoor alleen die kleurstoffen achterblijven die overeenkomen met de kleur van de afbeelding.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Zn en het atoomnummer 30; het is een blauwachtig wit, kristallijn metaal. Ook te gebruiken voor dit metaal wanneer het wordt bewerkt en gevormd om, meestal in combinatie met andere stoffen, diverse voorwerpen en materialen te maken.
Grote, zachte stoelen zonder frame die op een zak met bonen lijken en meestal bestaan uit een zak van een soort stofachtig plastic dat met stukjes plastic wordt gevuld. Ze vormen zich gemakkelijk naar de omtrek van de zittende persoon.
Bonnetten van stof of stro met een brede rand om het gezicht tegen de zon te beschermen, vaak met een ruche rond de voor- en zijkanten en soms een capeachtig uitsteeksel aan de achterkant ter bescherming van de nek.
Zeer kleine poppetjes gemaakt van stof, been en hout waarbij restjes stof uit kledingateliers worden gebruikt. Kinderen en volwassenen vertellen hun problemen aan het poppetje, waarna het de problemen zou overnemen zodat de gebruiker rustig kan slapen. Zijn doorgaans uit Guatemala afkomstig, maar hebben hun oorsprong vermoedelijk in de Mayacultuur.
Elke stof die het resultaat is van de combinatie van negatieve ionen van zuren en meestal metaalionen. Gebruik 'keukenzout' voor natriumchloride of NaCl.
Een kleurloze of lichtgele bijtende, rokende vloeistof, HCl, die wordt gebruikt bij chemische en industriële processen.
Flessen waaraan een rubber speen is bevestigd, waaruit een baby melk of een andere vloeistof zuigt.
Middelgrote subtropische citrusboom die in het hele Middellandse Zeegebied wordt gekweekt. De sappige vrucht heeft een dikke oranje (roodgele) schil en is zuur in vergelijking met de zoete sinaasappel (C. sinensis). Uit veel variëteiten wint men etherische olie die men gebruikt in parfums of als smaakstof, plantaardig medicijn en eetlustremmer. De geraspte schil gebruikt men om marmelade de kenmerkende bitter smaak te geven. Het harde witte of lichtgele hout wordt gebruikt voor houtbewerking en op Cuba voor honkbalknuppels.
Een substantie die waterstofionen produceert wanneer het in water wordt opgelost.
Algemeen te gebruiken voor het zuurgehalte van een stof. Wordt vooral gebruikt met betrekking tot oplossingen met een pH-waarde lager dan 7.
Te gebruiken om stoffen te beschrijven met een pH-waarde van 7 of hoger, als het van belang is dat er weinig of geen zuur aanwezig is dat veroudering of aantasting kan versnellen.
Rouwdrachten die de hoogste graad van rouwbetoon tot uitdrukking brengen; verwijst in het algemeen naar kledij die niet alleen zwart is, maar ook van sobere, niet-glanzende stof.
Natuurlijk krijt dat koolstof of schalie bevat en wordt gebruikt om te tekenen, vooral sinds de Renaissance.
Grondig mengsel van salpeter, zwavel en houtskool, dat wordt gebruikt als springstof, ontstekingslading en voortstuwingsmiddel.
Fluorescerende lampen, beschikbaar in twee soorten, met fosforescerende stoffen die ultraviolet licht uitstralen. Gebruikt voor het met ultraviolet licht onderzoeken van voorwerpen en voor een groot aantal wetenschappelijke experimenten. Zwarte lampen met filters produceren donkerviolet licht met een golflengte van rond de 404,7 nm. Zwarte lampen zonder filter produceren lichtblauw licht met een golflengte van rond de 360 nm.
Middelgrote loofboom die inheems is in Europa, Zuidwest- en Centraal-Azië en Noordwest-Afrika. Er zijn drie of vier ondersoorten bekend. De boom heeft ovale bladeren met een fijn getande rand. De stam is lang en de boom kan 35 meter hoog worden. Het hout gebruikt men voornamelijk voor lambrisering en andere doeleinden. Uit jonge bladeren kan men een gelige kleurstof extraheren. Wol wordt koperkleurig als men een bijtmiddel met chromium gebruikt en geelbruin met een bijtmiddel met aluin. Met het extract kan men geen katoen verven.
Lange bladverliezende walnootboomsoort die inheems is in het oosten en middenwesten van Noord-Amerika. De bomen produceren eetbare noten en sterk en duurzaam hout dat men gebruikt voor meubels en andere producten. Van de vliezen van de noten en de bladeren van de boom wordt een donkerbruine kleurstof gemaakt. Door de kern van de noot samen te persen kan men drogende olie winnen die wordt gebruikt voor schilderverf. Gemalen walnootschillen gebruikt men als vulstof in plastics. Waar het verspreidingsgebied van J. nigra dat van J. microcarpa (de Texaanse zwarte walnoot) overlapt, ontstaan er soms kruisingen met kenmerken tussen die van de twee soorten in.
Verwijst naar de stijl in de Griekse vaasschilderkunst die zich ontwikkelde vanuit de geometrische en de oriëntaliserende stijl. Deze stijl ontstond in Korinthe circa 720 v. Chr., bloeide in Attica circa 600 v. Chr. en werd ook in Sparta (oostelijk Griekenland) en elders aangetroffen totdat hij geleidelijk werd verdrongen door de roodfigurige stijl in de late 6de eeuw v. Chr. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van verfijnde slip, een bakproces in twee stappen en sintering om zwarte figuren in silhouet aan te brengen op een rode achtergrond. Details werden in de zwarte figuren ingekerfd of aangebracht met een purperen of witte kleurstof.
Een cement van klei of andere kleverige, hittebestendige substantie, meestal met toevoegingen van zwavel, metaaloxiden, silica of koolstof. Dit cement wordt gebruikt voor hittebestendige coatings of afdekkingen en voor het afdichten van naden en verbindingspunten.