Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Doopsuiker is een traditioneel geschenk bij de geboorte van een kind. Oorspronkelijk gaat het over een suikerboon. Dit is een amandelnoot, omgeven door een laagje (gekleurde) suikerglazuur. Een variant is de suikerboon waar de noot vervangen is door chocolade.
Een drukprocedé waarbij kleurstof aan een groot deel van de afdruk wordt toegevoegd door suikerkristallen op de etsgrond te strooien terwijl deze nog heet en vloeibaar is. Wanneer de plaat is afgekoeld en de suiker wordt weggespoeld, blijft een willekeurig putjespatroon van uiteenlopende diepte achter, wat overeenkomstige groepen zwarte puntjes op de betreffende afdruk oplevert.
Een zoet kristallijn koolhydraat. In zuivere toestand is het wit. Het wordt verkregen uit een grote verscheidenheid aan plantensappen, maar vooral uit de sappen van suikerriet en suikerbieten. Het is een belangrijk bestanddeel van menselijke voeding.
Hard, fijnnerfig hout van de soort Acer saccharum, afkomstig uit de Verenigde Staten en Canada. Het is licht roodbruin van kleur en heeft de neiging 'bird's eye' patronen te hebben. Het wordt gebruikt voor meubels, kasten, vloeren (dansvloeren, bowlingbanen), muziekinstrumenten, en fineer.
Kommen variërend in vorm vooral bestemd voor het bevatten en serveren van suiker; gemaakt als los stuk serviesgoed dat samengaat met een melkkannetje, of als onderdeel van een thee- of koffieservies. Gebruik voor exemplaren met deksel 'suikerpotten'.
Noord-Amerikaanse soort sier- en productieboom, meestal zo'n 18 meter hoog. Op minder vruchtbare bodems kan de soort kleiner en struikachtig zijn. De gladde, glanzende, niet-afbladderende buitenste schors is roodbruin op jongere stammen en bijna zwart op oudere stammen en diep gegroefd in onregelmatige lagen. De takjes en de binnenste schors hebben de geur en smaak van wintergroene planten. Het harde hout met de dichte nerfstructuur is vergelijkbaar met dat van de gele berk, maar is massiever en dieper van kleur. De suikerberk is een bron van berkenolie en was vroeger een vervanger van wintergroenolie. Van het sap wordt berkenbier gemaakt.
Hout van de boom behorende tot het genus Betula lenta, inheems in de zuidelijke Appalachen. Het lijkt op yellow birch en commercieel wordt er geen onderscheid gemaakt tussen de twee. Suikerberkenhout heeft echter een hogere densiteit en is dieper van kleur. Het hout wordt gebruikt voor het maken van fineer, vloeren, meubilair, deuren, triplex en voertuigonderdelen.
Dennenboom die inheems is in de bergen van de Amerikaanse staten Oregon en Californië en de Mexicaanse staat Baja California. De reuzenden kan 40 tot 60 meter hoog worden en is daarmee een van de grootste dennensoorten. De soort speelt een belangrijke rol in de mythe van de Achomawi-indianen over het ontstaan van de mens. Volgens die mythe liet de schepper een zaadje van de boom vallen om een van de eerste mensen te maken.
Afdrukken die zijn geproduceerd met behulp van het suikeretsproces.
Een van de twee canonieke feesten van de islam. Het feest valt in de eerste drie dagen van de maand Shawwal, direct na de vastenmaand ramadan, en wordt gevierd met de gezamenlijke recitatie van het speciale Id-gebed en het afstaan van speciale aalmoezen. Deze drie dagen worden gebruikt om vrienden te bezoeken, geschenken te geven, nieuwe kleren te dragen, uitbundige maaltijden te gebruiken, elkaar te feliciteren en de graven van verwanten te bezoeken, Ook worden officiële recepties ter ere van dit feest gehouden. Dit feest is in grote delen van de islamitische wereld tevens een nationale vakantieperiode.
Gespecialiseerde meubelstukken die vooral voorkomen in het zuiden van de Verenigde Staten. Ze hebben meestal een scharnierende deksel bovenop een grote, verdeelde opslagkamer voor bruine en witte suiker.
Potten met deksels voor het bewaren en serveren van suiker; worden vaak gemaakt als set met één of twee theebusjes. Soms bevatten ze een suikerschep voor het opdienen.
Materiaal dat bestaat uit de bladeren en stengels van verschillende soorten gras van het geslacht Saccharum.
Gereedschappen die worden gebruikt voor het verkleinen van grote suikerbroden in kleinere, handzame stukken.
Lepels die voornamelijk worden gebruikt om kristalsuiker uit een suikerpot of suikerbus te scheppen. Lijken op theelepeltjes maar hebben een grotere kom die schelpvormig kan zijn.
Strooiers die met name bedoeld zijn voor het serveren van suiker op tafel, meestal cylinder- of balustervormig met een geperforeerd, bol deksel dat soms op de strooier zelf moet worden geschroefd.
Tangen, meestal van zilver gemaakt, met klauwvormige of lepelvormige uiteinden waarmee suikerklontjes worden opgepakt.
Liftgroundtechniek waarbij een suikeroplossing wordt gebruikt.
Kleine vorken met lange tanden die speciaal zijn ontworpen om door een aardbei te steken, die in suiker of room te dippen en het naar de mond te brengen.
Esdoorn die nauw verwant is aan de suikeresdoorn (A. saccharum) en in sommige classificaties wordt beschouwd als een ondersoort daarvan. De situatie wordt gecompliceerd doordat de twee soorten soms kruisingen vormen. De twee soorten kan men onderscheiden aan het aantal lobben van de bladeren: de bladeren van Acer nigrum hebben drie lobben en die van de suikeresdoorn vijf.
Organismen die alleen kunnen leven en zich voortplanten in aanwezigheid van zuurstof. Ze hebben een op zuurstof gebaseerde stofwisseling, waarbij ze door cellulaire ademhaling zuurstof gebruiken om substraten (bijvoorbeeld suikers en vetten) te oxideren en zo energie te verkrijgen. Obligaat of strikt aerobe organismen kunnen alleen leven in de aanwezigheid van zuurstof; facultatief aerobe organismen kunnen zowel met als zonder zuurstof leven. Vooral gebruikt met betrekking tot micro-organismen.
Hout van de boom behorende tot de soort Acer nigrum, vergelijkbaar met suikerahornhout en vaak samen hiermee verhandeld.
Het residu dat achterblijft na het malen van suikerriet waaraan het sap wordt onttrokken; wordt gebruikt voor het maken van papier en vezelbouwplaten.
Winkels waar zoetigheden als snoep, taart, gebakjes, suikerglazuur en ijs worden gemaakt of verkocht.
Een soort bardiglio dat suikerachtig en grijs of blauwachtig is. Het wordt beschouwd als inferieur aan bardiglio fiorito.
Zoete, relatief vetrijke broden die voor het bakken niet hoeven te rijzen en al of niet bros zijn, die meestal worden gemaakt van bloem, suiker, gist, vloeistof en smaakstoffen en meestal gevormd zijn door het bakblik waarin ze zijn gebakken.
Verwijst naar een marmersoort die wordt gedolven in het gebied rond Carrara in Toscane in Italië. Het kenmerkt zich door een fijne, compacte structuur en varieert in kleur van zuiver wit tot romig wit met soms blauwige nuances. Het is een suikerachtig gesteente waarvan de betere kwaliteiten soms doorschijnend lijken. Vanaf de antieke oudheid tot de tegenwoordige tijd is het een favoriete steen geweest van beeldhouwers, onder wie Michelangelo Buonarotti. In het oude Rome stond deze marmersoort bekend onder de naam Luna marmer.
Een groep koolhydraten die bestaan uit lange ketens van enkelvoudige suikers (polysachariden genaamd), de belangrijkste koolhydraatverbinding in planten.
Voedings- en genotmiddelen, m.n. versnaperingen uit cacao, suiker en cacaoboter bereid, eventueel met nog andere stoffen vermengd.
Glaasjes voor zoetigheden, meestal ongeveer 10 cm hoog, gebruikt voor het serveren van suikergoed of andere zoetigheden.
De lange, holle, mergachtige, van knopen voorziene stam van sommige planten, zoals bamboe, rotan, suikerriet of bepaalde palmen.
Soort sier- en productieboom, inheems in het noordoostelijke deel van Noord-Amerika. Het is een van de grootste berken; hij kan 30 meter hoog worden en groeit op koele, vochtige rivieroevers en op drogere gronden tot een hoogte van 1950 meter. Op de takken en jonge stammen bestaat de zilverachtig gele schors uit flinterdunne krullen. Op oude boomstammen is de schors roodbruin, diep gegroefd en verdeeld in onregelmatige lagen. De lichtgroene twijgen zijn licht geurend. Het harde, bleke roodbruine hout wordt in de handel meestal niet onderscheiden van het hout van de suikerberk.
Hout van de boom behorende tot het genus Betula alleghaniensis, inheems in het noordoostelijk deel van Noord-Amerika, met lichtgeel spinthout en roodachtig bruin kernhout. Het lijkt op suikerberkenhout en commercieel wordt er geen onderscheid gemaakt tussen de twee. Het hout wordt gebruikt voor het maken van kwaliteitsmeubilair, schrijnwerk, spoelen, klossen en triplex.
Kleine, houten vaten in de vorm van een emmer, maar zijn voorzien van een uitstekende staaf die als handvat dient. Ook gebruikt voor glazen, zilveren en andere schalen in deze vorm die worden gebruikt voor boter, suiker, melk of room.
Schaarvormige tangen die worden gebruikt om van een suikerbrood stukjes suiker af te breken.
Groepen van bij elkaar passend eetgerei, in verschillende maten, voor het serveren van koffie (koffiepot, roomkan, suikerpot, soms dienblad), het gebruiken van koffie (kop en schotels, koffiekan) en het serveren van een koffiegarnituur (dessertborden, gebakschotels).
Element dat de structuur bepaalt van alle plantaardige en dierlijke weefsels. Chemisch symbool C, atoomnummer 6. Koolstof kan in allerlei vormen voorkomen: als diamant, grafiet, steenkool, carbonzwart of fullereen. Koolstof komt in hoge concentraties voor in steenkool, cokes, benzine en aardgas. Ook eiwitten zoals haar, vlees en zijde bevatten koolstof, naast andere elementen. Er bestaan meer dan zes en een half miljoen verschillende koolstofverbindingen, waaronder suiker, zetmeel en papier.
Beursgebouwen waar contracten voor de toekomstige levering van veredelde grondstoffen (zoals graan, katoen, suiker, koffie, wol) worden gekocht en verkocht.
Snoepgoed bestaande uit een dikke pasta van gemalen amandelen, suiker en eiwit of eigeel. De pasta wordt tot kleine snoepjes of petit fours gevormd. Ook kan marsepein in decoratieve vormen worden gekneed en als glazuurlaag op taarten of cakes worden aangebracht.
Zacht, zoet snoepgoed dat oorspronkelijk werd gemaakt uit de wortel van de marshmallowplant (heemst), en later uit albumine, gelatine, suiker en andere ingrediënten.
De dikke, bruine, ongekristalliseerde stroop uit ruwe suiker, met name de geconcentreerde stroop die wordt verkregen uit suiker tijdens het raffineren van suikerriet of bietensap.
Houders voor bevatten en serveren van room, meestal een kleine kan, die een set kan vormen met een suikerkom. Wordt soms gemaakt als onderdeel van een koffie- of theeservies.
Zilveren of tinnen bekers, traditioneel gebruikt voor mint julep, een populaire cocktail in het zuiden van de VS. Deze bevat munt, bourbon, suiker en water. Het is een beker zonder oor die men aan de onderkant en de bovenrand vasthoudt. Aan de buitenkant kan zich een ijslaagje vormen wanneer de beker is gevuld met het ijskoude drankje. Mint julep serveert men tegenwoordig ook vaak in andere soorten glazen.
Kleine strooier die bedoeld is voor het strooien van kleine korreltjes, zoals sommige kruiden en zwarte peper, hoewel wordt aangenomen dat ze soms ook werden gebruikt voor zout, suiker en verschillende kruiden die op warme muffins werden gestrooid. Geen Nederlands equivalent.
Groepen van bij elkaar passend serviesgoed in verschillende maten, voor het gebruiken van een ontbijt (theepot, koffiepot, chocolademelkkan, roomkan, suikerpot, kop en schotels, borden, rekje voor geroosterd brood, soms ook tafelgerei en bestek).
Zuivelproduct dat wordt gemaakt van room, smaakstoffen en suiker. Het wordt tijdens het invriezen langzaam geroerd om te voorkomen dat er grote ijskristallen ontstaan, waardoor het glad en halfvast wordt.
Genus van 6 tot 40 soorten (afhankelijk van de classificatie) overblijvende grassen die men vanwege het sap verbouwt in tropische gebieden. De huidige commerciële rietsoorten die tot dit genus behoren, zijn hybriden van de soort Saccharum officinarum (suikerriet). Deze soort is gekweekt uit een wilde rietsoort (Saccharum robustom) en werd verbouwd door inheemse volkeren die op de zuidelijke eilanden in de Stille Oceaan leefden. Suikerrietproducten zijn onder meer tafelsuiker, falernum, stroop, rum, cachaça, bagasse en ethanol.
Een stroperige en plakkerige vloeistof op basis van suiker en water. Het kan worden gearomatiseerd of tot een geneeskrachtige stof worden verwerkt.
Etenswaren gemaakt van suiker of andere zoete eetbare stoffen, vaak verrijkt en gevarieerd met kleurstoffen, smaakstoffen zoals chocola en vullingen zoals vruchten of noten, en vervaardigd in allerlei vormen.
Cilindervormige houders, vaak van metaal met een sluitend deksel dat geperforeerd is met een aantal grove of fijne gaatjes, om meel, suiker of kruiden mee te strooien, met name bij het koken. Meestal niet gedecoreerd afgezien van wat horizontale vorming, en vaak met één eenvoudige ronding of een ringvormig handvat.
Kleine geperforeerde vaatjes in verschillende grootten, vormen en materialen, met afneembaar geperforeerd deksel of gemaakt uit één stuk met gaatjes in de bovenkant en vulbaar door een gekurkt of anderszins afsluitbaar gat in de bodem, of samengesteld uit twee delen met een stop met schroefdraad of draaideksel; wordt gebruikt voor het strooien van suiker, zout, mosterd of andere kruiden, met name aan tafel.
Wordt gebruikt voor bijgebouwen voor de landbouw waar suiker wordt gezuiverd (geraffineerd). Geen Nederlands equivalent. Zie 'suikerfabrieken'.
Groepen van bij elkaar passend eetgerei, in verschillende maten, voor het bereiden en serveren van thee (theepot, roomkan, suikerpot, soms dienblad); inbegrepen kunnen zijn koffiepot, kop en schotels, dessertborden.
Stokjes met een knobbelig of plat uiteinde waarmee suiker en citroen worden geplet voor het maken van grog.
Apparaten of constructies, vrijstaand dan wel aan bomen of gebouwen bevestigd, die zo zijn ontworpen dat wilde vogels er voedsel, zoals zaden, vet en suikerwater, uit kunnen halen.
In de natuur voorkomend mineraal dat bestaat uit bariumcarbonaat en meestal wordt aangetroffen in de hydrothermale aders van bariet. Het wordt gewonnen in Duitsland, Engeland, Schotland, Canada (Ontario) en de VS (Illinois, Californië, Arizona). Witheriet wordt gebruikt voor het verharden van staal en bij het raffineren van suiker. Het wordt ook gebruikt als pigment bij de productie van verven, vernissen en synthetisch marmer.