Associaties voor terracotta

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een object van hardgebakken, geglazuurde of ongeglazuurde klei dat in de bouw wordt gebruikt en machinaal of met de hand wordt geperst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gebakken of in vuur gedroogde klei, normaal bruinachtig rood van kleur en sinds de oudheid vaak gebruikt voor pottenbakken, kleine beeldhouwwerken en dakpannen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een reeks roodachtige of oranjebruine kleuren die lijken op de kleur van het aardewerkproduct terracotta.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beeldhouwwerken van terracotta. Gebruik, indien mogelijk, de materiaalterm plus een meer specifieke objectnaam, zoals 'terracotta' + 'beeldjes'.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Betrekkelijk kleine Oudgriekse vaten met een bolvormige buik, een korte hals, een platte, schijfvormige flessenmond met een kleine opening, en een handvat (soms twee), uitlopend vanaf de schouder tot de rand; gebruikt om oliën, parfums en zalven in te doen. Deze uit terracotta vervaardigde vaten werden gedragen door atleten, die ze aan hun pols droegen, vastgemaakt aan een riem of een stuk touw. Aryballoi hadden ook een belangrijke functie bij funeraire rituelen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Elk niet-hardend of langzaam hardend vervormbaar materiaal dat wordt gebruikt voor het maken van beeldhouwwerken of een andere vorm, behalve terracotta of andere puur natuurlijke klei en materialen in poedervorm waar water aan moet worden toegevoegd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een matgeel, compact marmer met onregelmatige aderen en matte, terracottarode vlekken. Dit marmer bevat soms ook plekken met wit, kristallijnen calciet. Gevonden in Catalonië in Noord-Spanje en in Siena in Italië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst in algemene zin naar een laat-19de-eeuwse stroming onder architecten en ingenieurs, met als belangrijkste exponenten Daniel Burnham, William Le Baron Jenney, John Root en het bedrijf van Dankmar Adler en Louis Sullivan, die uiteindelijk zou leiden tot de ontwikkeling van de wolkenkrabber en een duidelijk moderne architectuurstijl; kenmerken waren skeletbouw in staal en ijzer bekleed met metselwerk, eenvoudige uitwendige decoraties, vaak uitgevoerd in rode baksteen of terracotta, afwijzing van historische vormen en toepassing van zware, hoekige geometrische volumes.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een schilderstijl op aardewerk uit de 6de eeuw v. Chr., aangetroffen op verschillende soorten vaatwerk en terracotta sarcofagen, genoemd naar opgravingen bij Klazomenai in Ionia (Turkije). De stijl kenmerkt zich door het gebruik van zwartfigurige schilderkunst en later door roodfigurige schilderkunst met typische elegante ontwerpen van menselijke figuren, sfinxen, dieren, monsters en sirenen, uitgevoerd in een techniek die soms gebruikmaakt van omtrektekenen met de toevoeging van wit of inkervingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een aardewerkstijl die ontstond in de stad en de regio Corinthe op de Peloponnesus in het zuiden van Griekenland en zich op grote schaal uitbreidde naar andere delen van Griekenland, Italië en Egypte, in het bijzonder in de tweede helft van de 7de eeuw en de eerste helft van de 6de eeuw v. Chr. De stijl kenmerkt zich door grote vaten en krachtige decoraties geordend in friezen die het grootste deel van het oppervlak bedekken. De ontwerpen zijn zwartfigurig op een lichte terracotta achtergrond, met rode, witte en ingekerfde toevoegingen. De motieven kunnen geïnspireerd zijn door oosterse stoffen. Kenmerkend zijn de dieren, monsters of menselijke figuren, met ornamenten zoals stippen, blad- of rozetmotieven verspreid op de achtergrond.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Boetseerder van wassen of terracotta figuren in het Oude Griekenland.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van de achtste en negende eeuw die is genoemd naar de hoofdstad van de Chinese provincie Dai-Lai. De stijl van deze periode wordt bepaald door de bloei van het boeddhisme, die van invloed was op de ontwikkeling van beeldhouwkunst en architectuur en door de inbreng van Chinese stijl en Cham-stijl. In de beeldhouwkunst wordt deze periode gekenmerkt door afbeeldingen van het boeddhistische godendom en van boeddhistische monniken, geconstrueerd in hout of steen, stenen pilaren, mythische kinnarafiguren, beschermende lokapala-figuren beïnvloed door Indiase en Chinese decoraties, en beeldsnijwerken in bas-reliëf van planten en figuren die doen denken aan grotsculpturen van Yungang en Longmen in China. In de architectuur wordt deze periode gekenmerkt door terracotta lijstwerk op tempels, stoepa's gebouwd van baksteen en motieven op constructies met gestileerde draken, wolken en planten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beschermende kappen, afdekkingen of beschuttingen van muren of andere bouwwerken, vaak van steen, terracotta of metaal.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Door hedendaagse wetenschappers gebruikte term die verwijst naar Oud-Griekse grote schalen met bolvormige bodem en een gewelfde vorm die eindigt in een grote opening, die vaak op een standaard stonden. Metalen schalen met deze vorm werden waarschijnlijk gebruikt om in te koken, terwijl de schalen van terracotta werden gebruikt om wijn in te mengen. Dinoi dateren uit de periode van het midden van de 7de eeuw tot eind 5de eeuw v.Chr. en onderscheiden zich van ‘lebetes’ door hun grotere afmetingen. Oude geschreven bronnen suggereren dat de term oorspronkelijk niet werd gebruikt voor schalen maar voor drinkkommen, en dat dergelijke schalen in die tijd ‘lebetes’ werden genoemd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van het Thaise koninkrijk van Dvaravati, dat floreerde vanaf de 7de tot de 11de eeuw. De artistieke productie uit deze periode bestond voornamelijk uit Theravada-boeddhistische monumentale beeldhouwkunst die werd beeldgesneden uit schisteus zandsteen en beschilderd met rood pigment, vergulde bronzen beeldhouwwerken, beeldhouwwerk in bas-reliëf met stucwerkversieringen die taferelen afbeelden van de J'takas, vergezeld door bewakers en mythische dieren, stoepaconstructies die zijn gemodelleerd naar Indiase prototypen die worden gekenmerkt door een halve bol-constructie en een laag, vierkant basement waarbovenuit spitsen steken die zijn samengesteld uit platte ringen gekroond met een bol, en rechthoekige wihan gebouwd van baksteen met kleimortel op laterietbasementen. Voorbeelden van tempelcomplexen uit deze periode zijn te vinden op het terrein van Wat Kukut in Lamphun. De tempels uit deze periode worden gekenmerkt door laterietconstructies, terugwijkende vierkante verdiepingen, puntige spitsen die zijn samengesteld uit een groot aantal concentrische ringen en zijn versierd met kleine stoepa's, en nissen met staande Boeddhabeelden in stucwerk en terracotta.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar oude Griekse dij- en kniebeschermers van wolbewerkers. Zij hebben de vorm van een halve cilinder van dik terracotta, aan één uiteinde open en aan het andere gesloten, waarvan het gesloten einde aansluit op de knie. Het precieze gebruik is onzeker, maar op enig moment tijdens de wolmakerij, na het kaarden en wellicht voor het spinnen, werden de vezels langs de bovenkant van een epinetron, ruw gemaakt met een ingesneden patroon, gewreven. Het knie-einde was soms versierd met een geperst vrouwenhoofd, toepasselijk aangezien weven en wolbewerking werden beoefend door vrouwen. Sommige van de met figuren versierde en uitvoeriger beschilderde epinetra werden waarschijnlijk als huwelijksgeschenken aan jonge vrouwen gegeven. Hoewel de term ‘onos’ vaak als synoniem van epinetron wordt gebruikt, was een onos een voetsteun voor wolbewerkers.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van de artistieke voortbrengselen in Etrurië, het tegenwoordige Toscane en een deel van Umbrië, van de 7de tot de 3de eeuw v. Chr. Tot de kunstwerken van deze cultuur, deels herkenbaar aan de overdadige grafheuvels, behoren bronzen spiegels en stenen grafkisten, muurschilderingen, en beelden in terracotta en brons die zich van de Griekse archaïsche stijl onderscheiden door hun levendige suggestie van beweging en verfijnde versiering. Tot de ontwikkelingen in de architectuur behoren de bouw van leemstenen en houten tempels, gedecoreerd met dakpannen en standbeelden in terracotta. In sommige classificatiesystemen begint de Etruskische cultuur al met de Villanovastijl, die voor het eerst op het Italiaanse schiereiland wordt aangetroffen in de 9de eeuw v. Chr.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar reeds gebrand, fijn gemalen aardewerk dat wordt toegevoegd aan terracottaklei om de poriën open te maken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beelden in de vorm van een leeuw of een leeuw-hond, gewoonlijk van terracotta, steen of hout, met name dergelijke beelden die in paren zijn opgesteld als bewakers bij de ingang van tombes, paleizen en overheidsgebouwen in China en andere boeddhistische locaties in Azië en elders. Ze representeren ���Fo-honden', een mythisch dier dat half leeuw, half hond was. Dit soort beelden verschenen voor het eerst aan het eind van de derde eeuw v.Chr. in Han-China. Waarschijnlijk waren ze gebaseerd op Indiase afbeeldingen van de leeuw als de beschermer van dharma.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Japanse cilinders van klei of terracotta overdekt met geboetseerde figuren of hoofden, als afscheiding rondom grafheuvels geplaatst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Oud-Griekse of Romeinse vaten voor water met drie handvatten: twee horizontale handvatten aan de zijkant om ze op te tillen en één verticaal handvat aan de achterkant om ze vast te houden en ermee te schenken. Hydria's zijn vaak niet alleen in terracotta maar ook in brons vervaardigd; in tegenstelling tot de metalen uitvoeringen van andere vormen zijn er vrij veel van bewaard gebleven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een type hydria waarvan de romp in één vloeiende lijn in de hals overgaat. Deze vorm heeft ook een kleinere opening en een smallere hals dan de schouderhydria. Dit type was het meest voorkomende roodfigurige hydria. Hoewel de kalpis na de uitvinding van de roodfigurige techniek werd geïntroduceerd, bestaan er ook zwartfigurige kalpides. Kalpides zijn vaak niet alleen in terracotta maar ook in brons vervaardigd; in tegenstelling tot de metalen uitvoeringen van andere vormen zijn er vrij veel van bewaard gebleven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Terracotta of aardewerken komvormige vaten uit de Bronstijd met een reeks kleinere kopachtige vormen die rond de bovenrand zijn bevestigd. Het doel ervan is onzeker, maar lijkt ritueel te zijn.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en artistieke productie op de Cycladische archipel tussen grofweg 1600 en 1050 v. Chr. De kunstwerken bestaan uit gedecoreerd aardewerk met abstracte en figuratieve motieven, muurschilderingen waarop feesten en natuurtaferelen worden weergegeven en een groep grote terracottabeelden. Al deze objecten tonen de invloed van de Minoïsche en later de Myceense cultuur.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en periode rondom de cultuur die een bloeitijd beleefde in het Cambodjaanse koninkrijk Lan Xang (1353-1707 n. Chr.). De stijl van deze periode is gebaseerd op inheemse innovaties en Thaise en Khmer-invloeden. In de religieuze architectuur is de stijl terug te zien in de Vat Visum (1503 n. Chr.) en de Vat Xieng Thong (1561 n. Chr.), met grootse stoepa's of monumenten, schuine, overlappende daken met dakpannen, dakranden die worden ondersteund door kraagstenen of door vergulde of gelakte consoles en houtconstructies. Seculiere bouwwerken zijn gebouwd van hout en zijn ook voorzien van vergulde bas-reliëfs. In deze periode kwam het tot de ontwikkeling en uitbreiding van een structuur met een heiligdom en ontmoetingsplaats, waar heilige beelden werden ondergebracht. In de beeldhouwkunst in deze stijl staan boeddhistische thema's en iconografie centraal, hoewel er ook wel enige hindoeïstische beeldhouwwerken zijn. Typerend zijn figuren in brons, steen, edelmetaal, droog lakwerk en terracotta.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Oud-Griekse sarcofagen in de vorm van een kist, gewoonlijk gemaakt van terracotta en beschilderd met versieringen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar Oud-Griekse kleine, diepe schalen die bij de schouder sterk versmallen en een duidelijke hals hebben met een overhangende lip, en een bolle bodem, zodat de schalen op een standaard konden staan. Een lebes is bij de schouder voorzien van twee hoge, staande handvatten en vaak van een bol deksel met een lange steelvormige handgreep. Bronzen lebetes werden gebruikt om in te koken en in de terracotta exemplaren werd wijn gemengd. Ze onderscheiden zich van ‘dinoi’ door hun kleinere afmetingen. In het verleden gebruikten veel wetenschappers de term om te verwijzen naar zowel de dinos als de lebes, omdat zij meenden dat de term ‘dinos’ verwees naar een drinkkom.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst in hoofdzaak naar de periode van de belangrijke Late Ly-dynastie (1010-1225 n. Chr.), die in de delta van de Rode Rivier tot ontwikkeling kwam, maar kan ook verwijzen naar de stijl en periode van de minder ontwikkelde Vroege Ly-dynastie (544-603 n. Chr.). De stijl van de Late Ly-dynastie ontstond in een sfeer van dynastieke stabiliteit en heeft de stijl van de moderne Vietnamese staat mede beïnvloed, zo wordt algemeen gedacht. In de architectuur wordt de periode gekenmerkt door boeddhistische tempels met inheemse innovaties zoals het gebruik van steen, bovengeplaatste spanten, balken en halfzuilen, en het gebruik van overhangende dakranden met symbolen in terracotta. Een voorbeeld bij uitstek van de architectuur uit deze periode is de Lotustempel (1049 n. Chr.) in Hanoi, met decoratieve motieven in terracotta langs de dakranden, een duidelijk lotusvormige constructie en een complex spantensysteem met elkaar kruisende balken en zuilen. In de beeldhouwkunst wordt de periode gekenmerkt door Boeddhafiguren gezeten op verhogingen die gedecoreerd zijn met draken- en bloemmotieven, reliëfpanelen uitgevoerd in een Cham-stijl of Chinese stijl, stoepa's met gebeeldhouwde motieven van eiken- en druivenbladeren, en beelden van leeuwen, olifanten, buffels en paarden die afzonderlijk op een lotusvoetstuk zijn geplaatst en zijn beeldgesneden uit één blok steen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van circa 1900 tot 1600 v. Chr. op het eiland Cyprus. De kunst uit deze periode kenmerkt zich door een voortzetting van de vroeg-Cypriotische stijlen zoals roodgepolijst aardewerk en de vervaardiging van platte geschilderde of gegraveerde terracotta figuurtjes, waarvan sommige met gemodelleerde armen en benen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Akan terracotta hoofden, in Afrika gebruikt bij begrafenissen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode die is genoemd naar het gebied van Nakhon Pathom in het Dvaravati-koninkrijk. Op het terrein van keramiek wordt deze periode gekenmerkt door hardgebakken houders van aardewerk, begrafenisurnen, votieftabletten van klei, kendi of watervaten met een bolvormige tuit en een lange hals met gevlamde rand, en olielampen, versierd in rood pigment of ingesneden, gestempelde patronen. Sommige keramiekstukken, zoals terracotta beeldjes, dienden als bouwkundige versieringen. In de beeldhouwkunst wordt deze periode gekenmerkt door Boeddha-afbeeldingen met enkele elementen in Mon-stijl, zoals brede gelaatstrekken en lange haarkrullen. De beeldhouwkunst is strikt frontaal en symmetrisch en de handen bevinden zich in de vitarka mudr-positie, waarbij de twee handen samen een verenigd gebaar maken, zoals in Dvaravati-beeldhouwkunst. Deze periode wordt ook gekenmerkt door Boeddha die is gezeten op de 'Europese' manier, met de benen naar beneden hangend en de knieën uit elkaar. Beeldhouwkunst in bas-reliëf uit deze periode wordt gekenmerkt door narratieve panelen verdeeld in twee registers en wordt gebruikt voor het versieren van stoepa-monumenten. Andere artistieke producties zijn gouden en zilveren votieftabletten die rijkdom en macht aanduiden, nek- en borstversieringen gemaakt van platte goudplaten, gouden betelsets, gouden plaquettes in reliëf, uit bladgoud gesneden afbeeldingen van Boeddha en ornamenten en beeldjes die zijn versierd met repoussé, filigreinwerk, emailleerwerk en niellowerk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van de 14de tot de 17de eeuw, genoemd naar de provincie Nakhon si Thammarat aan de oostkust van Thailand. In de architectuur wordt deze periode gekenmerkt door tempels met belvormige en lotusvormige stupa's van lateriet of baksteen die op vierkante voetstukken zijn geplaatst, vrijstaande beeldhouwwerken van olifanten, wihan, mondop, dubbele trappen en versierde frontons met naar binnen gekeerde makara's. In de beeldhouwkunst wordt de periode gekenmerkt door bronzen beelden van Boeddha, terracotta of tinnen votieftabletten waarop rijen identieke Boeddha-afbeeldingen waren weergegeven, en houten beelden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een term uit de oude Griekse architectuur voor de platte dakpan of Hollandse pan met een decoratieve neus, gebruikt voor de overhangende dakranden (met antefixen) als vervanger van de neuslijsten (terracotta of marmeren dakgoot van een gebouw). In de tegenwoordige bouwkunst is de onderpan een dakpan die doorgaans korter of eenvoudiger is dan andere dakpannen, en wordt gebruikt in de eerste rij pannen langs de dakranden van een gebouw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een stijl die zijn naam ontleent aan de voormalige hoofdstad van het oude Birma in de periode van de 11de eeuw tot aan het einde van de 13de eeuw. Pagán werd gezien als het religieuze en intellectuele hart van het land, met boeddhistische heiligdommen en ommuurde citadels van beeldgesneden baksteen, stucwerk en terracotta, en met tempels en heiligdommen die waren gewijd aan goddelijke geesten met een animistische oorsprong.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Plaatje in witte pijpaarde of rode terracotta met reliëf en meestal beschilderd, aangebracht op de koek die kinderen kregen met nieuwjaar of bij kinderfeesten in de zuidelijke Nederlanden. De patakon verving vemoedelijk een geldstuk met dezelfde naam dat op de koek werd bevestigd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Poppen met bewegende delen, vergelijkbaar met ‘trekpoppen’, in het bijzonder die voor kinderen in het oude Griekenland. Ze werden meestal gemaakt van hout, been, ivoor, marmer, stof, was, albast of terracotta, met scharnierende armen en benen die apart werden gemaakt en aan de romp van de pop werden bevestigd met koorden, waardoor de ledematen konden bewegen. De vroegste voorbeelden dateren uit circa 800 v. Chr.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Term die wordt gebruikt om oude vaten uit het Middellandse Zee gebied aan te duiden, in de vorm van een hoofd of een dier, of groepen die gedeeltelijk gevormd zijn in mallen, net als terracotta beeldjes.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de cultuur die werd gecreëerd onder de Saisunaga-dynastie (circa 642-413 v. Chr.) en de Nanda-dynastie (circa 413-322 v. Chr.) in India. Informatie over deze cultuur is gevonden in latere Vedische literatuur; er wordt melding gemaakt van metaalwerk, ivoorsnijwerk, gebouwen met meerdere verdiepingen en handwerksgilden. Zeer weinig is overgebleven van pre-Maurya-datum: enkele cyclopische muren, er zijn graftombes en kleinere antiquiteiten zoals terracotta reliëfs en glas aangetroffen. Het hakken en polijsten van harde stenen bereikte een hoogtepunt in de 4de en 5de eeuw, dat niet werd overtroffen in latere oude Indiase kunst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode die is genoemd naar het Sukhothai-koninkrijk, dat floreerde in de regio van Thailand vanaf de late 13de eeuw tot het midden van de 15de eeuw. Deze periode wordt beschouwd als de gouden eeuw van de Thaise beschaving, en is van grote invloed geweest op alle latere perioden. In de beeldhouwkunst manifesteerde deze periode zich in religieuze orthodoxie en wordt ze gekenmerkt door verfijnde boeddhistische en hindoeïstische beelden in brons en stucwerk. Een vaak terugkerend iconografisch thema in de beeldhouwkunst was Boeddha's Voetafdruk, vaak uitgehakt in stucwerk of steen, versierd met inscripties van het Wiel van de Wet en met figuren van godheden en boeddha's, en alom aangetroffen in wat-tempels in het hele gebied. Boeddhabeelden in deze stijl hebben meestal een vlamachtige stralenkrans, haar dat wordt weergegeven in kleine, puntige krullen en een hoekige neus en mond. Sukhothai-beeldhouwers waren de eersten die Boeddha afbeeldden in alle vier de fysieke manifestaties: zittend, liggend, staand en lopend. Producties in bas-reliëf beelden indrukwekkende religieuze gebeurtenissen uit en zijn gewoonlijk geconstrueerd in stucwerk. Architectuur uit deze periode wordt gekenmerkt door constructies in baksteen en lateriet, houten daken die zijn bedekt met geglazuurde terracotta tegels, de unieke stoepa's in de vorm van knoppen van de lotusbloem, conventionele structuren zoals de prang, mondop en wihan, stenen pilaren met beeldgesneden kapitelen, nissen met Boeddhabeelden, torens in Khmer-stijl en makara-beeldhouwwerken in de frontons van nissen, en een stilistische neiging naar stroomlijning in bouwkundige constructies.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl die is vernoemd naar het Indonesische eiland Sulawesi. Beeldhouwwerken in deze stijl zijn onder meer bronzen beelden in de Indiase Amaravati-stijl, beelden van een in een gewaad gehulde Boeddha met één ontblote schouder, terracotta figuren, monolieten met de omtrekken van mannelijke figuren, tau-tau houten beelden van voorouders, levensgrote figuren gekleed in ceremoniële kledij in grotten, en verbeeldingen van de offerbuffel en de levensboom die vruchtbaarheid symboliseert. Kenmerkend voor kunstnijverheid in deze stijl zijn mandjes van bamboe en lontarpalmbladeren afgewerkt met lagen rode en groene lak en bladgoud. In combinatie met edelstenen komt deze stijl tot uitdrukking in armbanden, oorringen in een open ovaalvorm met omgebogen uiteinden en haarsieraden met parels, goud, zilver en versierd metaal. In de huizenbouw komt deze stijl tot uitdrukking in compacte huizen met boogvormige daken, ondersteund door twee verticale palen buiten het huis.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Dunne gewelven van een of meer lagen terracotta tegels die zij aan zij plat worden neergelegd en hun onbuigzaamheid ontlenen aan cohesie en kromming in plaats van aan massiviteit of samendrukking; kunnen worden opgericht zonder te centreren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine Griekse beschilderde terracotta figuurtjes, van een type dat voor het eerst werd gevonden in Boeotische tombes uit de 3e en 4e eeuw v. Chr..

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een oud-Grieks type wierookbranders of kleine wierookaltaars gemaakt van brons, zilver of terracotta; de geparfumeerde rook van de wierook ontsnapte door decoratieve openingen. Thymiateria waren functionele voorwerpen maar zijn misschien ook als offerandes in graftombes geplaatst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een funeraire aardewerkstijl uit de regio Akan in Zuid-Ghana, gekenmerkt door terracotta hoofden en ritueel aardewerk, gevonden in graven uit de 17de eeuw en later. De naam Hemang verwijst naar de plaats in de regio Akan in het zuiden van Ghana, waar dit aardewerk werd gevonden. Voorafgaand aan de kolonisatie was hier de staat Twifo gevestigd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De tegels die de open brug tussen twee rijen van dakpannen overbruggen. Bijvoorbeeld in de Oudgriekse architectuur, de dakpan (imbrex) van terracotta of marmer, meestal halfcirkelvormig (Laconisch) of driehoekig (Korinthisch) in doorsnede, die de open voeg tussen twee rijen 'vlakke dakpannen' of 'holle pannen' (tegulae) overbrugt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van circa 2300 tot 1900 v. Chr. op het eiland Cyprus. De kunst van deze periode kenmerkt zich door platte beschilderde of ingekerfde terracottabeeldjes, vaatwerk met beelden uit het dagelijks leven langs de buitenrand, en de overheersing van roodgepolijst aardewerk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Houders, meestal van metaal of terracotta, in diverse vormen met een bodem bestemd voor brandende kolen. Soms met een rooster of deksel met gaatjes voor het bereiden of warmhouden van voedsel, maar soms ook voor het verwarmen van ruimten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode die wordt geassocieerd met het tempelterrein van Wat Kukut in de regio Lamphun dat werd gevestigd in de 13de eeuw. De stijl van deze periode is gebaseerd op de bouwkundige kenmerken van de tempel, zoals de twee grote stupa's die waren gemaakt van lateriet en geconstrueerd in de late Dvaravati-stijl: een groot vierkant monument met een hoge basis en vijf vierkante, terugwijkende lagen die worden overdekt door puntige spitsen en versierd met miniatuurstupa's en met nissen waarin zich Boeddhabeelden bevinden in stucwerk en terracotta. In de beeldhouwkunst omvat de artistieke productie uit deze periode een achthoekig gevormd monument dat is gekroond met een kleine, ronde stupa en versierd met panelen die een staand Boeddhabeeld in stucwerk bevatten. Rond het voetstuk van de stupa tonen zittende Boeddhabeelden de handeling van het onderwerpen van Mara.