Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Te gebruiken voor personen die bij evenementen aanwezig zijn en deze bekijken. Gebruik 'kijkers (personen)' voor personen die exposities, losse kunst- of architectonische werken, televisieprogramma's of bioscoopfilms bekijken. Gebruik 'publieksgroepen' voor groepen toeschouwers of kijkers.
Het oppervlakt of deel van een compositie dat het verste van de toeschouwer lijkt te zijn verwijderd en waartegen afgebeelde objecten of vormen kunnen worden waargenomen.
Gebruik deze term voor kunstwerken met sculptuur- en architectuurelementen, vooral populair na 1945, waarbij een ruimte wordt gevormd (meestal binnen; niet altijd een museum) die door de bezoekers kan worden betreden. Vaak worden verschillende materialen, licht, geluid en communicatiemiddelen gebruikt.Voor dit soort werken na 1970 gebruik 'installaties (beeldhouwwerken)'. Gebruik 'tableaus' voor beeldhouwwerken die zijn samengesteld uit figuren en objecten gerangschikt in een op een schilderij gelijkend tafereel dat de toeschouwer niet betreedt.
Gordijnen, meestal van geweven asbest en metaaldraad, die in theaters het toneel afsluiten van de toeschouwersruimte om bij brand te voorkomen dat vuur en rook zich verspreiden.
Wordt alleen gebruikt voor de meestal I-vormige speelvelden en aanverwante toeschouwerspodia van het oude Midden-Amerikaanse rituele balspel.
Te gebruiken voor artistieke dans waarin gestileerde poses en passen worden gecombineerd met licht en vloeiende figuren en bewegingen, zoals sprongen en draaiingen; vaak gecombineerd met muziek, decor, kostuums en soms pantomime of voordracht, om een verhaal, thema of sfeer aan de toeschouwer over te brengen.
Stoelen die hoger dan normaal zijn, vaak met een richel aan de voorkant die als voetensteun dient. Ze zijn speciaal voor toeschouwers van biljart bedoeld.
De afwezigheid van kleding, waarbij wordt geïmpliceerd dat de weggenomen kleding een gevoel van schaamte tot gevolg heeft, of waarbij het afbeelden van het bloot is bedoeld om gevoelens van schaamte of wellust op te roepen bij de toeschouwer.
Prulletjes en snuisterijen die naar de toeschouwers worden gegooid vanaf de praalwagens in de optochten tijdens carnaval.
Onderdelen van een beeldende compositie, zoals de zijstukken in een toneelopbouw, die het oog van de toeschouwer stap voor stap de diepte in leiden.
Te gebruiken voor het kunstgenre uit de 20e eeuw dat gebruik maakt van natuurlijke fysieke krachten, biologische organismen en processen, persoonlijke performance en andere media om de werking van ecosystemen te demonstreren, om milieu-problemen toe lichten en uit te leggen of om oplossing van deze problemen uit te voeren. Gebruik 'omgevingskunst' voor grootschalige werken in de openlucht die de toeschouwer omringen of laten meedoen, en die meestal aspecten van hun locatie daarbij betrekken.
Bouwwerken, vaak met daken en podia met rijen, waar toeschouwers op kunnen zitten of staan terwijl ze kijken naar sportevenementen of andere schouwspelen of voorstellingen.
Te gebruiken voor excentrieke, extravagante, of onconventionele architectonische ontwerpen die de toeschouwer choqueren of opwinden; ze worden in het algemeen gekenmerkt door een ongewone nevenschikking van vormen of materialen; kunnen spontaan geconstrueerd, incompleet of nog ongebouwd zijn.
Een driedimensionale figuur of groep figuren in een gedraaide houding, waardoor de indruk van beweging ontstaat en de toeschouwer wordt aangemoedigd het stuk van alle kanten te bekijken.
Concept dat betrekking heeft op kijken, toeschouwerschap, voyeurisme en sekse, dat impliceert dat de handeling van het kijken en bekeken worden het onderwerp wordt van een kunstwerk.
Verwijst naar een systeem dat is gebaseerd op geometrisch projectie en dat in de kunst, architectuur, cartografie en andere disciplines wordt gebruikt voor het weergeven van driedimensionale voorwerpen in een tweedimensionaal oppervlak, waarbij bepaalde regels strikt worden nageleefd, waarin uiteen wordt gezet dat er denkbeeldige gezichtslijnen lopen van het oog van de toeschouwer naar het voorwerp, die het mogelijk maken om een beeld van het voorwerp over te dragen naar een transparant oppervlak (het beeldvlak). De rekenkundige voorwaarde van een projectie is dat elk punt in het voorwerp en de overeenkomende punt in de afbeelding zijn verbonden door een rechte lijn, de projectiestraal. Projectiestralen lopen doorgaans door het midden van de projectie. In veel gevallen wordt ervan uitgegaan dat het midden van de projectie oneindig ver is verwijderd van het voorwerp, waardoor alle projectiestralen parallel zijn en niet samenkomen om de suggestie te wekken dat ze terugwijken in diepte. Hoewel de betekenis enigszins overeenkomt met 'perspectief', wordt 'projectie' gebruikt voor technische en architectonische tekeningen die de nadruk leggen op de rekenkundige eigenschappen van de afgebeelde voorwerpen. 'Perspectief' wordt gebruikt voor kunstwerken en weergaven met vervormingen van lengte, hoeken, vormen en de rechtheid van lijnen die zich optisch voordoen als voorwerpen die terugwijken in de diepte.
Filmgenre dat poogt schrikreacties en angstgevoelens teweeg te brengen bij de toeschouwer, als emotionele uitlaatklep en als entertainment. De onderwerpen variëren van geweld en dood, door de mens gecreëerde monsters en buitenaardse wezens tot waanzin en kern- of natuurrampen. In de filmgeschiedenis zien we dat het horrorgenre de geschiedenis van de mensheid volgt, omdat actuele gebeurtenissen en angsten worden gebruikt. Sinds eind jaren 70 groeiden bepaalde horrorfilms uit tot complete filmseries - zoals 'Halloween' en 'Nightmare on Elm Street' - waarin de verhalen van de populaire personages verder worden gevolgd.
Beschrijft werken die voor een volledige expressie afhankelijk zijn van de interactie met de toeschouwer. Deze term verwijst meestal naar werken waarin computers of andere technologieën een rol spelen. Gebruik 'copy art' voor werken die elementen van ruimte en tijd kunnen bevatten, maar waarvoor de medewerking van de toeschouwer niet is vereist.
Te gebruiken voor personen die exposities, losse kunst- of architectonische werken, televisieprogramma's of bioscoopfilms bekijken. Gebruik 'toeschouwers' voor personen die bij evenementen aanwezig zijn en deze bekijken . Gebruik 'publieksgroepen' voor groepen toeschouwers of kijkers.
Symbolen, vaak objecten zoals schedels of zandlopers, maar soms ook inscripties, bedoeld om de toeschouwer te wijzen op de betrekkelijkheid van het aardse.
De afwezigheid van kleding, die de delen van het lichaam zichtbaar laat die in de culturele tradities van de toeschouwer gewoonlijk bedekt zijn.
20e-eeuwse kunstwerken, meestal in de open lucht en op grote schaal, die de toeschouwer omringen of erbij betrekken, en vooral de natuurlijke kenmerken van de locatie benutten. Voor soortgelijke werken die het land zelf gebruiken wordt 'earthworks' gebruikt. Voor inrichtingen binnenshuis waar de toeschouwer naar binnen kan gaan wordt 'environments' gebruikt. Voor beeldhouwwerken die zijn ontworpen om buiten te worden geplaatst maar niet locatie-gebonden zijn, gebruik 'openluchtsculpturen'. Voor kunstwerken die natuurlijke fysische krachten, biologische organismen en processen benutten en het medium performance om ecologische en milieu-kwesties te illustreren, ter discussie te stellen en uit te leggen, gebruik 'ecologische kunst'.
Te gebruiken voor de geïmpliceerde plaats van het oog van de toeschouwer in een perspectivische compositie.
Verwijst naar een aardwerkstijl die waarschijnlijk werd ontwikkeld bij Paestum, in de buurt van Salerno in Italië. De stijl kenmerkt zich door een opvallende eenheid in schilderstijl, onderwerpkeuze en versiering. Er werden vazen in verschillende vormen gemaakt, waarvan vooral de bell krater en de lebes gamikos, met een ingewikkelde deksel dat uit meerdere delen bestond, moeten worden opgemerkt. De taferelen geven vaak het dagelijks leven van vrouwen weer of hebben Dionysische onderwerpen. Er werden uiteenlopende motieven gebruikt, waaronder verschillende bloemen, draperieën met een rand van punten en strepen, ongebruikelijke afbeeldingen van rijen toeschouwers, en palmetten die onder het handvat werden aangebracht als kader voor de taferelen met figuren.
Zij-ingangen in antieke Griekse theaters, tussen het publiek en scaena, die toegang verschaffen aan de toeschouwers.
In moderne theaters, de volledige hoofdvloerruimte voor toeschouwers.
Te gebruiken voor groepen toeschouwers of kijkers.
Een onderdeel dat op de directe voorgrond van een beeldende compositie is geplaatst om zo het oog van de toeschouwer naar de afbeelding te trekken.
Verwijst naar de groep avant-gardistische kunstenaars die actief waren in verschillende Europese landen, en die eerder bekend waren onder de naam Internationale-Situationisten, actief van 1957 tot 1972. De stijl, die werd beïnvloed door dada, surrealisme, marxisme en anarchisme, benadrukte het creëren van onvoorspelbare ‘situaties’ voor de toeschouwer, wat leidde tot het bekladden van bestaande kunstwerken met revolutionaire kreten, spotprenten, het gebruik van strips, en de creatie van environments die bestonden uit levensgrote schilderijen.
Te gebruiken voor uitgestrekte, meestal vlakke open ruimten die voornamelijk zijn bedoeld voor georganiseerde spellen en sporten, vaak voorzien van een zitgelegenheid voor toeschouwers en hekken of muren als omheining. Gebruik 'stadions' voor gebouwen met tribunes voor toeschouwers.
Duidt gebouwen die faciliteiten bieden voor sportieve evenementen of opleidingen en, meestal, ondersteunende faciliteiten voor de deelnemers en toeschouwers.
Grote gebouwen, meestal zonder dak, met tribunes voor toeschouwers; zijn gebouwd in diverse vormen en worden gebruikt voor sportevenementen.
20e-eeuwse beeldhouwwerken samengesteld uit figuren en objecten die zijn gerangschikt in een schilderachtig tafereel dat door de toeschouwer niet wordt betreden. Gebruik 'environments' voor werken die omgevingen creëren die de toeschouwer kan betreden. Gebruik 'tableaux vivants' voor de stille onbeweeglijke arrangementen van een of meer gekostumeerde artiesten die scènes uit de kunstwereld, toneel, literatuur, geschiedenis of de verbeelding weergeven.
Wordt gebruikt voor bankachtige zitplaatsen in rijen, voor toeschouwers van bijvoorbeeld sportevenementen in de buitenlucht, meestal zonder overkapping en met minder goed uitzicht dan de hoofdtribunes; kan ook worden gebruikt voor soortgelijk opgebouwde, meestal inschuifbare zitplaatsen binnen.
De mate waarin het uiterlijk van de zichtbare omgeving verandertt door een ontwikkelingsproject of planningbeleid. Omvat ook de reactie van de toeschouwer hierop.
Dat gedeelte van een beeldende compositie dat het dichtste bij de toeschouwer lijkt te zijn.