Associaties voor toy

Toegevoegd op: 16-8-2017

Schotse hoofdtooien van linnen of wol met flappen die tot de schouders reiken en die vroeger door oudere vrouwen uit de lagere klassen werden gedragen. Geen Nederlands equivalent.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Soort prentenboeken die in het midden van de negentiende eeuw in Groot-Brittannië populair waren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Poppen, typisch meer door jongens dan door meisjes als speelgoed gebruikt of door volwassen mannen als verzamelobject beschouwd, die voorstellingen zijn van stripfiguren, militairen, sportmensen, film- of televisiesterren of andere personen die deelnemen aan heldhaftige of avontuurlijke activiteiten. De figuren zijn meestal mannelijk en incidenteel vrouwelijk. Ze hebben vaak onnatuurlijke, overontwikkelde spierbundels en kunnen zijn voorzien van beweegbare gewrichten waardoor ze wapens kunnen vasthouden of verschillende houdingen kunnen aannemen. De term is bedacht door de firma Hasbro die in 1964 een militaire pop voor jongens, G.I. Joe, in de handel bracht. In de rechtszaak ‘Toy Biz versus de Verenigde Staten’ is bepaald dat door Toy Biz/Marvel Comics geproduceerde actiefiguren voor de douanerechten gelden als speelgoed en niet als poppen omdat ze ‘niet-menselijke wezens’ voorstellen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hondensoort die waarschijnlijk afkomstig is uit Duitsland, maar in Frankrijk zo populair is geworden dat het tegenwoordig de nationale hond van dat land is. De poedel is gefokt als jachthond die geschoten jachtdieren uit het water moest halen. De kenmerkende manier van knippen van de haren was bedoeld om het dier makkelijker in het water te laten bewegen. Er zijn drie variëteiten: standaardpoedel, dwergpoedel en toypoedel.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en periode van kunst en architectuur die tot ontwikkeling kwam in de jaren zestig van de 20ste eeuw en daarna, toen de overheersende rol van het modernisme werd aangevochten. In het algemeen stond deze stijl een pluralistische benadering van de kunsten voor, waarbij werd gesteld dat het modernisme had gefaald vanwege het ontbreken van een gecodeerde betekenistaal voor de kijker. De term werd voor het eerst gebruikt door de Spaanse dichter Federico de Onis in 1934 en later in 'A Study of History' van Arnold Toynbee in 1938, maar de term werd pas in de jaren zeventig vrij algemeen gebruikt in relatie tot een trend in de architectuur waarbij sprake was van selectief eclecticisme en historicisme. Dit leidde tot structuren waaruit kennis van het modernisme naar voren kwam, maar ook tot speelse, grillige toepassingen van klassieke elementen. In overige kunstvormen, zoals de schilderkunst, was sprake van een terugkeer naar een klassieke benadering van de menselijke gestalte, stijl en compositie, wat vaak resulteerde in werken in de stijl van de Oude meesters, maar dan met eigentijdse beelden, zoals beroemdheden uit die tijd of kunstenaars uit het verleden. In de fotografie en de schilderkunst werd een verhalende benadering ook populair. Aan het begin van de jaren tachtig kwamen veel postmoderne werken in handen van de commerciële kunsthandel, waarbij grote bedragen werden betaald voor het werk van relatief nieuwe kunstenaars. In de jaren negentig leek de populariteit van het postmodernisme enigszins te tanen en kwamen meer traditionele modernistische vormen weer in opkomst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar het werk van een groep schilders die afstamden van de beroemde kunstenaar Sesshu Toyo (1420-1506). Unkoku Togan (1547-1618) richtte de school op in Kyoto. Aanvankelijk lag het accent op de schildermethoden van de Kano-school, maar later verliet de school Kyoto en ging deze de penseelstijl van Sesshu volgen. De school heeft bestaan tot de 19de eeuw.