Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Zware, gebreide of gehaakte, mutsen die het hoofd, de nek en de bovenkant van de schouders bedekken; worden vooral gedragen door soldaten en bergbeklimmers.
Te gebruiken voor alle arbeiders die in de bouw werken, zowel de geschoolde als de ongeschoolde arbeiders.
Verwijst naar de periode van de Ikṣvāku-koningen. In het tweede kwart van de 3de eeuw namen de Ikṣvākus de macht over van de Satahavanas, en vestigden een koninkrijk in het district Guntur rondom de Nạgạrjunakonda-vallei.
Een constructie die bestaat uit rechtopstaande palen of staken die met twijgen of boomtakken zijn ingevlochten en die zijn bepleisterd met een mengsel van klei of stro.
Benadering van kunstonderwijs, gebaseerd op de integratie van de vier disciplines toegepaste kunst, kunstkritiek, kunstgeschiedenis en esthetica.
Wordt gebruikt voor gebinten waarbij de delen driedimensionaal zijn geordend in plaats van in één vlak.
De opening waar de schietspoel doorheen kan en die men creëert door een aantal scheringdraden op te tillen.
Periodes waarin tijd wordt besteed aan rust, ontspanning of vermaak.
Identificerende merken die aan goederen worden bevestigd om aan te geven dat ze zijn geproduceerd door leden van een vakbond.
De hiërarchie Vakgebieden bevat descriptoren voor takken van wetenschap, specialisatiegebieden, beroepen en professionele specialismen. Relatie met andere hiërarchieën. Materiaalspecifieke of objectspecifieke activiteiten komen voornamelijk voor in de hiërarchie Procédés en technieken (bijvoorbeeld metaalbewerken en timmeren), terwijl meer algemene beroepsactiviteiten (bijvoorbeeld civiele techniek) hier te vinden zijn. Theorieën met betrekking tot vakgebieden zijn te vinden in de hiërarchie Abstracte begrippen (bijvoorbeeld structuralisme). Descriptoren voor activiteiten die worden uitgevoerd teneinde specifieke doelen te bereiken (bijvoorbeeld wetenschappelijk onderzoeken en kritiek) zijn te vinden in de hiërarchie Functionele activiteiten.
Opslageenheden die aan de voorkant open zijn en die zich in de holte van een bureau bevinden.
Onderwijsinstellingen die onderwijs bieden voor één of meer geschoolde of halfgeschoolde ambachten of beroepen. Gebruik 'technische hogescholen' voor onderwijsinstellingen voor technisch onderwijs.
Vrijwillige verenigingen van werkers, georganiseerd met als doel de behartiging van hun gemeenschappelijke belangen met betrekking tot lonen, werktijden, uitkeringen en andere arbeidsvoorwaarden.
Wordt gebruikt voor de lokale stijl van bouwen waarin de ruimten die tussen het zware ondersteunende constructiehout zitten worden gevuld met baksteen, horde en lik of ander materiaal. Wordt ook gebruikt als omschrijving voor gebouwen met een kunsthouten rand aan de buitenste muur, zodat het een vakwerk constructie lijkt.
Metselwerk, meestal van baksteen of steen, dat wordt gebruikt als niet-structurele vulling in de ruimten tussen de belangrijkste houten muurdelen in de houtbouw.
Bruggen met vakwerkliggers.
Vakwerkbruggen met een weg of een spoorweg over liggers.
Wordt gebruikt voor houten bouwconstructies die gebruik maken van schuin lopende draagconstructies tussen de maximale hoogte van de hoekposten en de muurplaten. Wordt meestal aangetroffen in constructies met timmerhout dat zwaar genoeg is voor pen-gat-verbindingen.
Delen van een gebinte die de bovenliggers met de onderliggers verbinden.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 1540 tot 1292 v. Chr. De periode kenmerkt zich door een herleving van de kunsten en een terugkeer naar de tradities van het Middel Rijk, alsmede artistieke vernieuwingen zoals de revolutionaire veranderingen in de Amarna-periode, en een zeer hoog niveau van vakmanschap. Tot de kunstwerken behoren veel bewaard gebleven koninklijke standbeelden, de reliëfversieringen van een groot aantal graftomben en tempels, en fijn bewerkte kunstnijverheid.
Wordt gebruikt voor huizen met stijle puntdaken die aan twee kanten doorlopen tot op de grond, meestal gebouwd als vakantiehuisjes of buitenhuizen.
De hiërarchie Abstracte Begrippen bestaat uit beschrijvingen van concepten en fenomenen die verband houden met een breed spectrum aan onderwerpen, waarvan sommige zich niet binnen het hoofdbestek van de AAT bevinden, zoals filosofische concepten, maar die wel van invloed zijn op onderwerpen binnen dat bestek. Relatie tot andere hiërarchieën: descriptoren van onderzoeksgebieden en specialisaties, evenals beroepen en professionele specialisaties (bijvoorbeeld geschiedenis) zijn terug te vinden in de hiërarchie Vakgebieden, terwijl concepten die verband houden met deze vakgebieden (bijvoorbeeld positivisme) hier zijn terug te vinden. Descriptoren voor stijlen en voor kunst- en architectuurbewegingen (bijvoorbeeld neoclassisistisch, impressionistisch) zijn terug te vinden in de hiërarchie Stijlen en Perioden, terwijl expressievormen (bijvoorbeeld abstract) en brede kunst- en architectuurgenres die niet specifiek zijn voor bepaalde mensen of een bepaalde periode (bijvoorbeeld organische architectuur, straatkunst), hier zijn terug te vinden.
Analyse en meting van zeer geringe hoeveelheden radio-isotopen in mineralen met behulp van een deeltjesversneller. Het wordt op vakgebieden als archeologie, antropologie, toxicologie, radiochemie en klimatologie gebruikt voor bijvoorbeeld de ouderdomsbepaling en het identificeren en beschrijven van materialen.
De praktische kennisgebieden uit de middeleeuwen, zoals wapenkunde, krijgskunde, scheepvaart, jacht, geneeskunde en de bouwvakken.
Bouwwerken of delen van bouwwerken die zijn gemaakt door mensen. Meestal verwijst de term alleen naar bouwwerken die groot genoeg zijn om mensen in onder te brengen, praktisch van aard zijn en relatief stabiel en blijvend zijn. Het wordt vaak alleen gebruikt voor de gebouwde omgeving die als beeldende kunst wordt beschouwd. Dit betekent dat het vaak esthetische waarde heeft, is ontworpen door een architect en is gebouwd door vakmensen. Gebruik 'architectuur (vakgebied)' voor de kunst of wetenschap van het ontwerpen en bouwen van bouwwerken, met name van bewoonbare gebouwen, in overeenstemming met esthetische, praktische of materiële voorwaarden.
Een esthetische en sociale beweging in de late 19de eeuw, ontstaan in Engeland en later uitgebreid naar de Verenigde Staten, Duitsland en Noord-Europa. De beweging was een reactie op de industrialisatie en de kwaliteit van de in fabrieken vervaardigde goederen en streefde naar een herleving van het vakmanschap dat werd geassocieerd met de traditionele kunsten. Zij kenmerkte zich door het aanhangen van de filosofie ‘vorm volgt functie’ en een geïdealiseerd beeld van de Middeleeuwse gilden.
Betekent in psychologisch onderzoek de dissociatie of discrepantie tussen gedrag en het zich bewust zijn van het gedrag. Het begrip beschrijft in het algemeen onschuldig gedrag dat is gestoeld op vertrouwdheid en herhaling. Het wordt echter vaker gebruikt om pathologische gedragingen te beschrijven die voortkomen uit psychologische conflicten tussen bewuste en onbewuste verlangens, en die zintuiglijke hallucinaties en lichte tot ernstige catatonie tot gevolg hebben. Het is van invloed geweest op surrealistische theorieën die verband houden met de potentie en legitimiteit van onbewuste expressie, vrije associatie en primaire creatieve krachten.
Te gebruiken voor de Ethiopische periode en voor de materiële culturele overblijfselen daarvan, die zich ontwikkelden vanaf circa 700 v. Chr. maar die over het algemeen worden toegeschreven aan het tijdvak van circa 100 v. Chr. tot circa 1000 n. Chr.
Boeken of verhandelingen waarin de basisprincipes of -onderdelen van een kunst, wetenschap, vakgebied of gebruik worden gepresenteerd en die vooral van de zeventiende tot en met de negentiende eeuw veel werden gebruikt..
Opleiding of bijscholing bedoeld om personen voor te bereiden op betaald werk in bestaande of nieuwe, opkomende beroepen, hen te helpen bij het maken van beroepskeuzes en om hen die al binnen een bepaald vakgebied werken, een hogere scholing of bijscholing te geven. Het omvat zowel middelbare als hogere opleidingen, openbaar of particulier, en houdt meestal zowel klassikaal werk als veldwerk in.
Koffer om besteksets in te bewaren en te vervoeren. Gewoonlijk is het bestek van metaal, dat soms is verzilverd. De koffer is vaak gemaakt van hout en heeft gewoonlijk een scharnierend deksel en aparte vakjes voor lepels, vorken en messen. Van binnen is de koffer doorgaans gevoerd met fluweel of een ander zacht materiaal.
Verwijst naar een bouwkundige stijl in de Engelse Midlands die zich kenmerkt door uitgebreid vakwerk waarbij het hout zwart is gebeitst en geordend in geometrische patronen. Het pleisterwerk tussen het houtwerk is wit geschilderd.
Vakmensen of fabrikanten die borstels maken voor hun beroep.
Verwijst naar meubelstukken voor een eetkamer met vakken of schappen voor het uitstallen van tafelservies alsmede een oppervlak voor het opdienen of bereiden van voedsel. De term is reeds sinds de 16de eeuw in gebruik, en er is sprake van overlap met de betekenis van 'dressoirs (meubilair)' en 'keukenkasten (wandkasten)'.
'Bureax plats' met een reeks laden of vakjes langs één zijde van het blad.
Verwijst ofwel naar een schrijftafel met laden ofwel naar een soort kastmeubilair, meestal een ladekast, met een scharnierende, naar voren vallende klep die als schrijfblad fungeert. De eerste meubeltypen waarnaar deze term verwijst, kwamen halverwege de 17de eeuw in Frankrijk tot ontwikkeling. De term 'bureau' heeft zijn oorsprong in een middeleeuws Frans woord voor een grof type linnendoek dat op tafel werd gelegd om als schrijfoppervlak te dienen. In het moderne taalgebruik wordt met 'bureau' een schrijftafel bedoeld, meestal voorzien van een scharnierend schrijfblad dat in gesloten stand in een schuine hoek is geplaatst, terwijl na opening een rij vakjes, laatjes en soms ook een klein kastje zichtbaar wordt. In de Verenigde Staten wordt 'bureau' als synoniem gebruikt voor 'ladekast', waarbij het schrijfblad dus is verdwenen.
Verwijst naar Engelse en andere Europese bureaus met een zeer schuin geplaatst schrijfblad (meestal onder een hoek van 45 graden) met daarboven een boekenkast. Gebruik 'desks and bookcases' voor soortgelijke Amerikaanse voorbeelden. Dit meubeltype heeft zich ontwikkeld uit het bureau. Aan het begin van de 18de eeuw bestond er een type bureau dat bestond uit laden onder een schuin aflopend schrijfblad, geplaatst op cabriolepoten. Op veel bureaus uit deze periode en eerder was een boekenkast geplaatst, vaak met al dan niet beglaasde deuren. Hollandse meubelmakers werkten de vorm verder uit en creëerden zo de 'bureau-boekenkast', die vaak is voorzien van een vernuftige combinatie van laden en vakken. Dit type bureau werd zeer populair en verspreidde zich ook naar andere delen van Europa.
Bladen waarop een servet kan worden gelegd, met aan een van de zijden een opbergruimte verdeeld in twee of meer vakken voor eetgerei en specerijen.
Wordt gebruikt voor kleine rekjes met vakken voor bladmuziek, boeken of losse paperassen.
Verwijst naar een mesolithische gereedschapscultuur, vooral aangetroffen in de binnenlanden van Noord-Afrika en genoemd naar de opgravingen bij Jabal al-Maqta in de buurt van Qafsah of Capsa (Tunesië). Men vermoedt dat deze cultuur deels samenviel met de iets vroegere Oraanse cultuur die vaker werd aangetroffen in kustgebieden. De cultuur is schijnbaar verwant aan de oudere Gravettien cultuur in Europa en de gereedschappen zijn kenmerkend voor de laatglaciale Würmtijd, al lijkt deze cultuur vooral te hebben gebloeid in postglaciale tijden. De cultuur onderscheidt zich van de Oraanse cultuur door de diversiteit aan gereedschappen, waaronder grote pijlbladen en burijnen. Sommige Noord-Afrikaanse rotsschilderingen worden aan volkeren uit deze cultuur toegeschreven.
Verwijst naar kleine foto's, bevestigd op een kartonnen ondergrond, in het bijzonder de fotografische kaarten die de Parijse fotograaf André-Adolphe-Eugène Disdéri in 1854 patenteerde en soortgelijke kaarten gemaakt door Mathew B. Brady en andere fotografen. In de jaren 70 van de 19de eeuw raakten de kaarten, doorgaans portretten, uit de mode. De afbeelding was standaard 8,2 bij 5,7 cm. Vaak werd een camera met meerdere lenzen gebruikt om de foto's te maken, zodat op één negatiefplaat van normale grootte meerdere beelden werden vastgelegd. Door de volledige afdruk van de plaat vervolgens in stukken van 10,2 bij 6,4 cm te snijden en op opzetkarton te bevestigen, ontstonden de kaarten die aanvankelijk als visitekaartjes dienst deden. Later werd het gebruikelijk de foto's uit te wisselen op verjaardagen en tijdens vakanties, en deze visitekaartjes van vrienden, familieleden en beroemdheden te verzamelen in albums.
Meubelstukken met vakken of laden waarin zich kastjes bevinden die als afzonderlijk stuk meubilair kunnen dienen of bovenop het bureaublad worden gezet.
Cassettes met couverts. Doosachtige houders met vakjes, bestemd voor reizigers en militairen om borden, bestek en ander eet- en drinkgerei in te vervoeren.
Type muurdecoratie dat bestaat uit verticale banden van rustiek uitgevoerd metselwerk, waardoor het oppervlak wordt verdeeld in panelen of vakken. Veel gebruikt in de Franse huisarchitectuur van de 17e eeuw.
Joods religieus feest ter herdenking van de herinwijding in 164 v. Chr. van de tweede tempel in Jeruzalem nadat deze drie jaar eerder was ontheiligd op bevel van Antiochus IV Epiphanes; zo werd de Syrische koning gefrustreerd in zijn poging om het joodse geloof uit te roeien. Hoewel in het hedendaagse Israël meer de nadruk wordt gelegd op de militaire overwinning van Judas Maccabeus, roept de kenmerkende rite met het ontsteken van de menora ook het verhaal uit de Talmoed in herinnering over de kleine hoeveelheid niet-ontheiligde olie – genoeg voor één dag – die op wonderbaarlijke wijze acht hele dagen in de tempel brandde totdat nieuwe olie beschikbaar was. Chanoeka begint op 25 kislev (in december) en duurt acht dagen. In die periode worden, naast het ontsteken van de ceremoniële kaarsen, geschenken uitgewisseld en spelen kinderen vakantiespelletjes.
Vakgebied dat de tijd ordent in perioden of afdelingen en men gebeurtenissen plaatst in de volgorde waarin ze plaats hebben gevonden, ofwel op een bepaald tijdstip of binnen een bepaalde periode, ofwel met betrekking tot een vastgestelde tijdsvolgorde.
Vaklieden die het metalen beslag op meubels vergulden.
Bedongen overeenkomsten over de lonen en de arbeidsvoorwaarden, die zijn gesloten tussen groepen, meestal in een vakbond georganiseerde werknemers enerzijds, en een of meer werkgevers of ondernemingen anderzijds.
Te gebruiken voor het vakgebied dat de behandeling, preventieve zorg en onderzoek naar het lange-termijn behoud van cultureel en natuurlijk erfgoed behelst. Gebruik 'behoud' voor acties die worden ondernomen om verdere veranderingen of verslechteringen van voorwerpen, plaatsen of bouwwerken te voorkomen en 'restauratie' voor veranderingen aangebracht aan een voorwerp of bouwwerk zodat het nauw overeenkomt met de staat waarin het verkeerde op een bepaald moment in het verleden .
Grote ronde borden, meestal van kurk en met genummerde vakjes, die worden gebruikt als schietschijven tijdens het dartspel.
Vorm van logisch redeneren door middel van vraag en antwoord die zijn oorsprong heeft in het oude Griekenland. Tegenwoordig gaat het om het idee dat interne tegenstellingen worden overstegen, waardoor echter nieuwe tegenstellingen ontstaan die op hun beurt dienen te worden opgelost. Als evolutiebegrip is het van toepassing op verschillende vakgebieden, waaronder filosofie, natuur en geschiedenis.
Buitenwerken van middeleeuwse vestingwerken, zoals poorttorens, maar vaker een vooruitgeschoven post die wordt gebruikt om de toegang tot een poort te versterken.
Mallen die uit twee of meer stukken bestaan en soms vaker dan één keer kunnen worden gebruikt om afgietsels van te maken.
Ribben die overspannen in een rechte hoek met de longitudinale as van de ruimte die overspannen wordt, en die hem verdelen in vakken of compartimenten. Voor bogen die de gewelfscellen scheiden, vooral bij een kruis- of tongewelf, wordt 'ribbogen' gebruikt.
Ribben die diagonaal een gewelfvak kruisen en die hetzij gebruikt werden om de graatribben te maskeren hetzij om het gewelf te ondersteunen.
Vakkundige Franse meubelmakers van luxueuze meubels. Wordt ook gebruikt voor Franse schrijnwerkers die zijn gespecialiseerd in gefineerde meubels.
Zij die studeren of werken in het vakgebied dat zich bezighoudt met de productie, de verdeling en het verbruik van geld, goederen en diensten.
Struik die inheems is in China en in Japan wordt gekweekt vanwege de vezels, die men gebruikt voor het maken van papier. Deze soort staat ook bekend om zijn trosjes geurige gele bloemen. In hetzelfde jaar werd de soort in één publicatie (Siebold & Zucc.) E. papyrifera genoemd en in een andere publicatie E. chrysantha, maar omdat er geen bewijzen zijn die de eerste publicatie ondersteunen, krijgt de naam E. chrysantha vaker de voorkeur.
Rechthoekige schuren met puntdaken die van binnen zijn onderverdeeld in drie ongeveer gelijke vakken, waarvan de middelste de doorgang is die kan worden binnengegaan vanuit het midden van de twee lange zijkanten. Geen Nederlands equivalent.
Gebouwen bedoeld voor het eren van beroemde persoonlijkheden, bijvoorbeeld in een vakgebied, plaats of land.
Personen die dermate deskundig of vakkundig zijn op een bepaald gebied dat ze het volledig beheersen of er alles van afweten.
Te gebruiken voor fabriekseigenaars die een fabriek bezitten of leiden. Gebruik 'makers' voor personen die zelf voorwerpen ontwerpen of vervaardigen, met name voor hun vak of beroep.
Het facet Activiteiten omvat diverse vormen van bezigheden, zowel fysieke als geestelijke, maar ook afzonderlijke gebeurtenissen, stelselmatige reeksen handelingen, methoden die worden gebruikt om een bepaald doel te bereiken en processen met betrekking tot materialen of objecten. De hier beschreven activiteiten variëren van leerdisciplines en vakgebieden tot specifieke levensgebeurtenissen, van intellectuele taken tot processen die op of met materialen en objecten worden uitgevoerd, van afzonderlijke fysieke handelingen tot complexe spelen.
Stijl van vakwerkarchitectuur die kenmerkend is voor Duitsland en omstreken en die zich onderscheidt door het gebruik van vrij kleine, vierkante vlakken. Het ontstond van het midden tot het einde van de 14e eeuw uit de eerdere Schwellenbau. In stijl vergelijkbaar met de latere Tudor Revival-stijl in Engeland.
Banden die hun oorsprong vinden in het zestiende-eeuwse Parijs met een patroon van ineengevlochten linten, gekenmerkt door een dubbele lijn aan de ene kant en een enkele aan de andere die de banden in symmetrische vakjes verdelen welke soms worden ingevuld met gouden sierdruk.
Kunst, vaker afbeeldingen dan beeldhouwwerken, die het onwerkelijke op een realistische manier afbeeldt. Werken in de fantastische kunst kunnen Bijbelse, allegorische of symbolische onderwerpen als uitgangspunt nemen. De term wordt gebruikt voor het beschrijven van het werk van kunstenaars uit vele perioden en landen, maar het betreft meestal traditionele kunst uit Europa en Noord- en Zuid-Amerika na de ontdekking door Columbus. De term wordt niet gebruikt voor werken uit het middeleeuwse Europa en kunst van culturen uit Oceanië en Azië tot de 20ste eeuw. Hoewel werken uit deze laatste culturen afbeeldingen bevatten van een monsterlijke, mythologische of onzichtbare wereld, ontbreken de elementen van excentriciteit en opzettelijke groteskheid die kenmerkend zijn voor fantastische kunst.
Groepen personen met uiteenlopende vakspecialisaties die speelfilms maken.
Traditionele en expressieve vormen van cultuur zoals zang, vertelling, dans, ritueel, handwerk, kunst, eetgewoonten, klederdracht, gebruiken, godsdienst, architectuur en vakkundigheid en van de ontwikkelingen en betekenissen die hieraan ten grondslag liggen.
Niet bewegende afbeeldingen vervaardigd met van stralingsgevoelige materialen (gevoelig voor licht, elektronenstralen of nucleaire straling), met uitzondering van reproductieve afdrukken van documenten en technische tekeningen. Gebruik daarvoor termen, die bijeengebracht zijn onder 'reprografische kopieën'. Foto's kunnen positief of negatief zijn, ondoorschijnend of transparant (in vaktermen: opzicht of doorzicht).
Stoelen die aparte vakjes hebben om benodigdheden voor het roken te bergen.
De hiërarchie Functionele activiteiten bevat descriptoren voor activiteiten die worden uitgevoerd teneinde specifieke doelen te bereiken en voor methodieken die worden geassocieerd met specifieke inspanningsgebieden. Er zijn descriptoren voor activiteiten met betrekking tot de manipulatie van gegevens, het verzamelen van objecten, menselijke communicatie, economie, handel, recht en bestuur alsook andere beroepsactiviteiten. Relatie met andere hiërarchieën. Descriptoren voor takken van wetenschap (bijvoorbeeld geschiedenis) en specialisatiegebieden (bijvoorbeeld recht) zijn te vinden in de hiërarchie Vakgebieden. Descriptoren voor bewerkingen en processen die worden uitgevoerd met objecten en materialen (bijvoorbeeld polijsten), zijn te vinden in de hiërarchie Procédés en technieken. Descriptoren waarmee gelegenheden en gebeurtenissen van sociale, culturele, religieuze of persoonlijke aard worden aangeduid (bijvoorbeeld tentoonstellingen), zijn te vinden in de hiërarchie Gebeurtenissen.
Horizontale balken aan de onderkant van het vakwerk van een houtconstructie, die rusten op de fundering of ondervloer.
Wordt gebruikt voor horizontale houten delen tussen de belangrijkste houten onderdelen van een half-houten constructie voor zijdelingse ondersteuning, vooral gebruikt bij vakwerkconstructies.
Riemen die een verborgen vakje hebben voor geld.
Ontwerpwedstrijden die zich qua vorm tussen 'open' en 'besloten' competities bevinden; deelname is alleen mogelijk voor enkelen binnen een vakgebied, bijvoorbeeld alleen voor personen binnen een beperkt geografisch gebied.
Vakmensen die verschillende soorten gereedschappen maken, in het bijzonder in de context van een machinewerkplaats.
Vakgebied dat de chronologische loop van gebeurtenissen bestudeert zoals die een land, gemeenschap, individu, voorwerp of plaats beïnvloeden, gebaseerd op het kritisch bestuderen van bronmaterialen, dat meestal een verklaring biedt voor de oorzaken er van.
Te gebruiken voor personen die de bevoegdheid hebben om een bepaald beroep, vak of ambacht uit te oefenen dat een hoge mate van vaardigheid vereist en vaak wordt uitgeoefend als onderdeel van een aantal samenhangende activiteiten die worden uitgevoerd met een minimum aan leiding of toezicht.
Denkbeeldig of feitelijk punt in de ruimte van waaruit een beschouwer van een kunstwerk een object of gezichtsveld waarneemt. Bij het ontwerpen van composities en perspectivische systemen binnen de kunst van de westerse wereld is vaak rekening gehouden met het gezichtspunt van de beschouwer. Er is enige overlapping in betekenis met 'standpunt', maar 'standpunt' verwijst vaker naar perspectivische conventies binnen bouwtekeningen, terwijl 'gezichtspunt' in principe naar alle kunstvormen kan verwijzen.
Verwijst naar gezworen fraterniteiten, broederschappen of verenigingen, gevormd voor de wederzijdse steun en bescherming van de leden of de behartiging van beroepsmatige belangen. In de kunst en aanverwante vakgebieden verwijst de term naar verenigingen van kunstenaars, handwerksmannen, ambachtslieden of handelaren, die hun bloeitijd kenden in Europa tussen de 11de en 16de eeuw en in die periode een belangrijk onderdeel vormden van de economische en sociale structuur. De meeste gilden hadden betrekking op een bepaalde stad. Gilden waakten meestal over de opleiding, de productienormen en het welzijn van hun leden. Gilden verschaften ook aanzienlijke steun aan de kunsten.
Verwijst naar de architectuur- en ontwerpstroming in de late jaren 60 en de jaren 70 van de 19de eeuw die werd gekenmerkt door een esthetiek van rijkdom en overvloed, door verfijnde versieringen, zoals gesneden houten traliewerk, en door de toevoeging van de veranda, die is ontleend aan de Pittoreske periode uit de Engelse architectuur van de jaren 30 van de 19de eeuw. De stijl werd vooral toegepast in vakantieoorden als Cape May en Martha's Vineyard, in operagebouwen en in herenhuizen in de explosief gegroeide mijnwerkerskoloniën van het Oude Westen.
Vakterm voor vaatwerk, over het algemeen van glas of kristal, met meestal een ronde kelk op een steel met voet. Vooral gebruikt voor glazen vaatwerk voor het serveren van dranken en desserts.
Vlaggen die zijn opgehangen aan een dwarsbalk of frame dat op een paal is gezet, vaak met twee of drie wimpels of vaandels of anders vierkant van vorm, die vroeger werden gebruikt als standaarden tijdens gevechten of tijdens processies van militaire leiders, prinsen, steden en republieken. Dit werd vooral gedaan in Italië en door gildes en groepen die aan de kerk waren verbonden. Wordt tegenwoordig ook gebruikt door vakbonden.
Markeringen van een prestatie of bekwaamheid in een vak, studie, kunstvorm of ambacht, meestal door een universiteit of hogeschool toegekend voor een academische status of onderscheiding, als bewijs voor bekwaamheid in een wetenschap of vaardigheid.
Schalen die vooral bedoeld zijn voor het opdienen van groenten. Meestal ondiep en soms met een of meer verdeelvakken. Vaak met met twee handvatten een deksel en staand op een voet.
Hoogwaardigheidsbekleders die zo worden genoemd in verschillende organisaties, zoals bij militaire ridderordes, broederschappen zoals de vrijmetselaars en vakbonden.
Vakscholen voor de handel; instellingen van middelbaar onderwijs waar m.n. de handelswetenschappen worden onderwezen. Gebruik 'economische hogescholen' waar het hoger onderwijs in economie en handel wordt gegeven.
Vakscholen voor de handel; instellingen van middelbaar onderwijs waar met name de handelswetenschappen worden onderwezen. Gebruik 'economische hogescholen' voor scholen waar hoger onderwijs in economie en handel wordt gegeven.
Wordt gebruikt voor elementen die lijken op steunberen, maar die vaker worden gedragen door kraagstenen dan dat ze hun eigen fundering hebben, en zodoende geen dienst doen als echte steunberen.
Een stok die men gebruikt voor een weefraam en waaraan iedere tweede scheringdraad wordt vastgebonden. De hevelroede kan van het raam af worden bewogen om het vak te openen of worden gebruikt om één vak vast te zetten, terwijl men het vak creëert door een ophaler te bewegen.
Standaarden waaraan hoeden kunnen worden gehangen, meestal ook met plaats voor jassen of paraplu's. Over het algemeen zijn ze uitgebreider en vaker vrijstaand dan 'hoedenrekken'.
Vakmensen die horloges maken of repareren.
Wordt gebruikt voor de vaak van zacht leer vervaardigde band van een boek, waar vakjes in zitten waarin de kartonnen delen worden gestoken. Werd in de Middeleeuwen soms gebruikt in plaats van boekbanden.
Geïsoleerde kasten of dozen die een vak hebben voor ijs en die worden gebruikt voor het invriezen van voedingswaren.
Vakgebied waarin men de principes van de technische wetenschappen en wetenschappelijk beheer toepast in industriële ondernemingen om efficiëntie en hoge productiviteit te behouden.
Personen die zijn geschoold in een technisch vak. In sommige jurisdicties is deze benaming in de technische zin wettelijk beperkt tot personen die een verplichte studie hebben voltooid en voldoen aan de eisen met betrekking tot registratie of vergunning.
Organisaties die werken ter bevordering van een bepaalde achtenswaardige of wetenschappelijke zaak of het welzijn van een bepaalde groep, of die technisch of professioneel zijn gespecialiseerd in een vak of studie.
Te gebruiken voor studenten van ieder niveau in een vakgebied, zoals medicijnen, die onder begeleiding van ervaren beoefenaars vakkennis in de praktijk opdoen.
Bergmeubilair dat uit een aantal planken, kleine laadjes of vakjes bestaat waar één of meer deuren voor zitten. Ze zijn bestemd als opslagruimte en soms voor het vertonen van kleine voorwerpen. Er bestaan ook soortgelijke, vaste of ingebouwde kasten die vaak voor bepaalde doeleinden worden ontworpen zoals in een keuken of badkamer.
Meestal jaarlijkse publicaties die een grote verscheidenheid aan wetenswaardigheden of statistische gegevens bevatten. De oorspronkelijke versies bevatten ook voorspellingen over dagen, maanden en vakanties van het nieuwe jaar.
Verwijst naar schermen die bestaan uit twee of meer panelen en doorgaans versierd en vaak gelakt zijn. De vorm is uitgevonden door de Chinezen en werd in de 2de eeuw v. Chr. reeds genoemd. De oudste nog bestaande exemplaren dateren van de Ming-dynastie. Vouwschermen werden in de 8ste eeuw vanuit China in Japan geïntroduceerd; deze schermen werden vaak paarsgewijs ontworpen in Japan. Vanaf de 17de eeuw werden oosterse vouwschermen in Europa geïmporteerd en de vorm werd al snel overgenomen door Europese vaklieden. Net als de Japanse bestonden de Europese vouwschermen doorgaans uit zes panelen; ze waren echter vaak hoger en kloeker.
Dozen met kleine vakjes aan de binnenkant voor het bewaren van stukjes kant. De term wordt veel gebruikt voor brede, ondiepe dozen, vaak versierd met marqueterie, die in Engeland werden gemaakt in de late 17de eeuw; zulke dozen waren echter niet noodzakelijkerwijs bedoeld om er kant in te bewaren.
Vakmensen die verfijnde meubels en ingewikkeld houtwerk voor meubels vervaardigen. Zie 'timmerlieden' voor personen die gebouwen en andere houten constructies in hout optrekken, en ook vloeren, ramen en kozijnen installeren. Zie 'houtbewerkers' voor mensen die in algemene zin hout bewerken en houten voorwerpen maken.
Flessen met rechte zijden zodat ze met andere flessen in de vakken van een flessenkist of -doos passen.
Personen die gebruik maken van het vakkundige advies of de diensten van anderen.
Mensen die zijn opgeleid in het vak van kleianimatie of dit vak beoefenen. Bij kleianimatie wordt gebruik gemaakt van gemodelleerde kleifiguren die telkens in een iets andere stand worden geplaatst. Elke stand wordt op een aantal filmbeeldjes vastgelegd, waarna de figuren opnieuw iets worden verplaatst, gefilmd, enzovoort. Wanneer de film met normale snelheid wordt geprojecteerd, lijken de figuren te bewegen en lijkt hun gezichtsuitdrukking te veranderen.
Beschermende houders, vaak klein en draagbaar, in het bijzonder die waarvan de vorm of binnenkant zo is gevormd dat datgene wat erin wordt opgeborgen wordt omsloten of afgeschermd. In de drukkerswereld, bakken die in kleine vakjes zijn opgedeeld waarin zetlood voor afzonderlijke letters, cijfers en spaties wordt bewaard; bedoeld voor het zetten met de hand.
Wagens met gesloten kasten van gemiddelde hoogte die op platvormveringen zijn geplaatst en zijn voorzien van een groot aantal planken of vakken voor het opbergen van de koopwaar van reizende kooplieden.
Verwijst naar de laatste fase van de chalcolithische periode en cultuur, toen er nog steeds stenen gereedschappen werden gebruikt, hoewel er vaker dan in de midden-chalcolithische periode ook gebruik werd gemaakt van koper, in een aantal gevallen in gelegeerde vorm. Stenen gereedschap uit deze periode was soms zo vervaardigd dat het de koperen gereedschappen imiteerde.
Vakmensen die het oppervlak van iets, bijvoorbeeld een meubelstuk of klein object, coaten met lak, waarbij ze vaak ontwerpen of afbeeldingen aanbrengen.
Stukken grond, meestal middelgroot, vaak met één eigenaar, vaak rechthoekig of met een andere regelmatige vorm, afgebakend door precieze grenzen. Te onderscheiden van 'percelen', die meestal kleiner zijn, bij één gebouw horen, en vaker in een stad of stedelijke omgeving voorkomen dan op het platteland.
Personen die onder begeleiding van geschoolde werklieden een ambacht of vak in de praktijk leren, gewoonlijk voor een vastgestelde tijd en vergoeding.
Verwijst naar schilders, doorgaans alleen van miniaturen of portretten. Afhankelijk van de vermelde kunstperiode is er een klein verschil in gebruik van de term. Voor kunst uit de Europese middeleeuwen verwijst de term naar verluchters van manuscripten die miniatuurschilderingen en andere decoraties vervaardigden. Voor kunst uit de 16de tot de 19de eeuw verwijst de term meestal naar schilders van miniaturen, in het bijzonder miniatuurportretten. In het koloniale en 19de-eeuwse Amerika verwijst ‘limners’ doorgaans naar rondreizende schilders die getrainde vakmensen waren en naïeve portretschilders, die zowel miniaturen maakten als portretten op ware grootte.
Het vak van het beschrijven, interpreteren en evalueren van literaire werken, inclusief de uiteenzetting van de principes, methoden en theorieën van en over de analyse van dergelijke werken.
Wordt gebruikt voor de hoofdgebouwen van sommige vakantieoorden of openbare parken die onderdak en andere openbare voorzieningen huisvesten.
Te gebruiken voor inheemse architectuur waarbij vakmensen traditionele plannen, constructiemethoden en lokale bouwmaterialen gebruikten.
Doosjes voor het bevatten van lucifers. Wordt vooral gebruikt met betrekking tot kleine, metalen, rechthoekige dozen in zakformaat met afgeronde hoeken en drukke versieringen, hetzij gemaakt met een scharnierend deksel of met een glijdend vakje, als een lade.
Personen die machines maken, monteren of repareren. Wordt ook gebruikt voor vakmensen die zijn geschoold in het gebruik van machinaal gereedschap.
Te gebruiken voor personen die zelf voorwerpen creëren of construeren, voornamelijk als beroep of vak. Gebruik 'fabrikanten' voor industriëlen die een fabriek bezitten of leiden. Gebruik 'vakmensen' voor personen die een beroep of vak uitoefenen dat te maken heeft met handvaardigheid of artistieke vaardigheid.
Vakmensen die kleine stukjes van een bepaald materiaal invoegen in een groter oppervlak van een ander materiaal, zodat er een patroon ontstaat.
In het algemeen te gebruiken voor arbeiders en vakmensen die marmer bewerken, ook te gebruiken voor hen die marmer delven, behakken, beeldhouwen, met mozaïek versieren en metselen.
Wordt gebruikt voor vakwerkconstructies waarbij zwaar plankwerk, dat horizontaal of verticaal is geplaatst, wordt gebruikt om solide muren te vormen in plaats van beplanking en bekleding.
Met name te gebruiken voor kunstenaars of handwerkslieden die zijn bevoegd om leerlingen te onderrichten en hun vak onafhankelijk te beoefenen. Kan in de ruimste zin van het woord worden gebruikt voor personen die deskundig zijn op een bepaald gebied.
Koffer om messen in te bewaren en te vervoeren. Vaak is de koffer gemaakt van hout, leer, metaal of plastic. Het kan een simpel foedraal voor één mes zijn. De term kan ook verwijzen naar een houder voor meerdere stukken bestek. Vroeger zette men dit soort koffers vaak op een buffet in de eetkamer. Dit soort messenkoffers verschenen voor het eerst in de zeventiende eeuw in Europa en Noord-Amerika. Oorspronkelijk waren ze aan de buitenkant bekleed met leer en verfijnd verguldsel. Vaak was het een doos met een voorkant van serpentijn en een schuin deksel. In de doos zaten vakjes voor de messen. In de late achttiende eeuw maakte men ook messenkoffers in de vorm van urnen die met een houtlaagje waren bedekt (eerst notenhout en later mahonie) en die soms waren versierd met zilveren beslag.
Verwijst naar mensen die stenen snijden, kerven, behakken en leggen bij het construeren van een gebouw. In de middeleeuwen waren metselaars vakmensen met hoog aanzien. De term kan ook verwijzen naar een ieder die bouwt met steen of een soortgelijk materiaal, zoals baksteen, beton of kunststeen.
Verwijst naar de periode en stijlen die behoren tot de Chinese dynastie tussen 1368 en 1644. De periode kenmerkt zich door stabiliteit, voorspoed en een opleving van de Chinese cultuur en een nationaal bewustzijn. De stijlen in deze periode ontwikkelden zich voornamelijk vanuit een systeem waarbij de kunst onder bescherming van het hof stond. Een hoge mate van vakmanschap werd aangemoedigd, maar qua ontwerp en technieken overheerste conservatisme. De belangrijkste kunst die tijdens deze periode werd vervaardigd was cloisonné, email, bronswerk, lakwerk, meubels en klein ornamenteel snijwerk van jade, ivoor, hout en porselein. In de keramiek werden eerdere stijlen, waaronder wit en blauw servies, verfijnd qua techniek en versiering. In de architectuur zijn de vroegere experimenten uit de Sung-periode achtergelaten en verruild voor traditionelere ontwerpen, zoals de bouw van de Verboden Stad in Peking. In de schilderkunst moedigden scholen van professionele academici/kunstenaars en de geletterde intelligentsia de ontwikkeling van onafhankelijke, persoonlijke stijlen aan.
Verwijst naar de periode en cultuur waarin specifieke gereedschappen tot ontwikkeling komen in Europa, het Midden-Oosten en Afrika, vanaf 50.000 jaar geleden. De periode is genoemd naar de schuilgrotten bij Le Moustier in het zuidwesten van Frankrijk. De cultuur wordt traditioneel in verband gebracht met Neanderthalers in Europa en hun tijdgenoten in Afrika. Het kenmerkt zich door de expansie van volkeren naar nieuwe gebieden en aanpassingen aan nieuwe omgevingen, zoals diversificatie en specialisatie van stenen werktuigen, vakkundig en selectief jagen en doelbewust begraven. De cultuur heeft enige overlap met het Clactoniën.
Het binnenste gedeelte van gebouwen dat zich direct onder het hoofdgedeelte van het dak bevindt. Gewoonlijk een oneven aantal vakken breed en twee vakken diep. Soms gebruikt men de term specifiek voor het centrale gedeelte van een boeddhistische tempel.
Vakmensen of kunstenaars die oppervlakken decoreren met patronen of afbeeldingen die zijn samengesteld uit kleine, regelmatig gevormde stukken gekleurd duurzaam materiaal, zoals steen of glas.
Wordt gebruikt voor het netwerk van kleine, zich herhalende celvormen die lijken op heel diepe nissen en die soms met metselwerk overwerkt en onderdeel van de constructie zijn, maar vaker hangen en aangebracht ter decoratie. Ze vormen de onderkant van gewelven en koepels zoals die in de Islamitische architectuur vaak worden aangetroffen.
Verwijst naar de laatste van drie grote tijdperken in de Egyptische beschaving, van circa 1540 tot 1075 v. Chr. Het tijdperk loopt van de Achttiende tot de Twintigste Dynastie. De periode kenmerkt zich door een bloeiende kunst, onder andere zichtbaar in de introductie van kolossale standbeelden, hernieuwde belangstelling voor de schilderkunst, een hoge mate van vakmanschap in zowel de koninklijke als de particuliere beeldhouwkunst, en sierlijke decoratieve en luxueuze kunstuitingen. De belangrijkste architectuur omvatte onder andere kapellen, in de rotsen uitgehakte tomben en monumentale stenen tempels voor het aanbidden van de goden, die een bevestiging vormen van de groeiende macht van het priesterdom. Een korte revolutionaire periode, met name in de representatieve kunst, deed zich voor tijdens de heerschappij van Achnaton in Amarna, toen vele bestaande kloosters werden omgevormd en meer vrijheid van meningsuiting was toegestaan.
Verwijst naar de fase in de Ubaid-periode in het zuiden van Mesopotamië van circa 4.500 tot 4.000 v. Chr. Deze fase kenmerkt zich door de voortzetting van de oebaid 3 aardewerkstijl, hoewel de ontwerpen met minder vakmanschap zijn geschilderd.
Verwijst naar de stijl van Engelse woningarchitectuur in de tweede helft van de 19de eeuw, die zich kenmerkt door het gebruik van traditionele Engelse materialen en vormen zoals ramen met verticale raamstijlen, in vakwerk uitgewerkte muren, schuine daken en hoge, ornamentele schoorstenen.
Te gebruiken voor het vakgebied dat zich bezighoudt met het gehele proces van het overbrengen van kennis, attitudes, vaardigheden of sociaal gewaardeerde karakter- of gedragseigenschappen. Gebruik 'opleiden' voor de specifieke activiteiten die betrekking hebben op het doelbewust overdragen van kennis, vaardigheden of sociale normen aan anderen.
Vakgebied waarin men zich bezighoudt met de structuur, functie en ontwikkeling van de cellen, weefsels en organen waaruit het dierlijk en menselijk lichaam is samengesteld.
Verwijst naar de periode van de Zhou-dynastie van 771 tot 256 v. Chr. Deze periode heeft twee subdivisies, de periode van de Lente en Herfst-annalen en de periode van de Strijdende Staten. De exacte datering van deze perioden is onderwerp van debat onder onderzoekers. Men zegt wel dat de Oostelijke Zhou-periode is begonnen toen de Zhou, die op de vlucht waren voor aanvallende stammen, hun hoofdstad verplaatsten van Xi'an naar Luoyang in 771 v. Chr. Deze geografische breuk met de voorafgaande Shang-dynastie werd weerspiegeld in de kunst van de Oostelijke Zhou-periode. Met name late Oostelijke Zhou-kunst wordt gekenmerkt door een opmerkelijke variatie en vakbekwaamheid. Op een laag vuur gebakken grafbeeldjes (mingqi) werden vaker gebruikt, mogelijk onder invloed van een Confuciaans dictum tegen menselijke offers. Op een laag vuur gebakken groen, loodgeglazuurd aardewerk, zacht, gepolijst zwart aardewerk en op een hoog vuur gebakken geglazuurd aardewerk werd vervaardigd tijdens de Oostelijke Zhou-periode. Helder beschilderd keramiek werd vervaardigd als imitatie van het in die periode recentelijk populair geworden lakwerk, terwijl ander keramiek werd vervaardigd als imitatie van bronzen voorwerpen. Er werden met behulp van een mal vervaardigde en versierde keramiektegels en stenen geproduceerd. Jadesnijwerk, dat minder werd toegepast tijdens de Westerse Zhou-periode, werd weer belangrijk bij grafobjecten en objecten voor persoonlijke versiering. Bronzen kregen een wereldlijker karakter en werden vaak als huwelijkscadeau gegeven ter verfraaiing van het woonhuis. Bronzen bellen en spiegels werden populair. Totemistische dieren en monsters werden verdrongen door kleurrijke, geformaliseerde decoratieve ontwerpen. De vroegste voorbeelden van schilderingen op zijde zijn ontdekt in graftomben uit de Oostelijke Zhou-periode. Voorlopers van het grafaardewerk van de Han- en Tang-dynastieën zijn eveneens aangetroffen.
Ontwerpwedstrijden waarbij deelname voor iedereen binnen een vakgebied mogelijk is.
Een stok die men dicht bij de hevelroede van een weefraam insteekt. Door de ophaler omhoog te trekken of naar beneden te duwen creëert men een vak.
Natuurkundigen die gespecialiseerd zijn op het vakgebied dat zich bezighoudt met de eigenschappen en verschijnselen van zowel zichtbaar als onzichtbaar licht, met inbegrip van de opwekking, overdracht en detectie of waarneming.
Vakwerkconstructie waarbij de draagpalen boven de vochtige grond op afzonderlijke fundamentblokken zijn gezet, zodat wordt voorkomen dat de onderdelen van de omlijsting gaan rotten en de vervanging van onderdelen wordt vergemakkelijkt zonder dat de omlijsting opnieuw gebouwd hoeft te worden. Komt veel voor in de lokale architectuur van de Lower Mississippi-vallei.
Sites waar sporen zijn aangetroffen van levensvormen die in vroegere geologische tijdvakken hebben bestaan. Gebruik 'archeologische sites' voor sites waar sporen van menselijke activiteit zijn gevonden.
Kleine lapjes in de kleuren van het militaire wapen, dienstvak etc., dat dient als achtergrond van de baretgesp of een ander onderscheidingsteken.
Verwijst naar de stijl en de cultuur van de 17de- en de 18de-eeuwse Duitse kolonisten in Pennsylvania en hun afstammelingen. Hun cultuur wordt gekenmerkt door het bewaren van traditionele Duitse stijlen van voedselbereiding en vakmanschap, en is vaak te herkennen aan specifieke decoratieve motieven, zoals geometrische hextekens die zijn geschilderd op schuren en bloem- en overige patronen die zijn gestempeld op meubels en huishoudelijke artikelen. Sommige afstammelingen rijden in door paarden getrokken karren, dragen eenvoudige kleren en leven volgens strikt religieuze principes. De grote stroom immigranten vanuit het Rijngebied in Duitsland werd aangemoedigd door de religieuze tolerantie van de koloniale regering van William Penn. Immigranten waren leden van verschillende groepen, zoals mennonieten, quakers, amish, Moraviërs, Schwenckfelders en Dunkers (of Duitse baptisten); tot latere immigranten behoorden lutheranen en leden van de Gereformeerde Kerken.
Te gebruiken voor een specifiek historisch of cultureel tijdvak.
Een eigendomsregeling voor onroerend goed waarbij personen of groepen personen een eigendom of huur delen, meestal van vakantiehuizen, en elke eigenaar aanspraak kan maken op het goed gedurende een vastgestelde periode in het jaar.
De hiërarchie Personen bevat descriptoren voor individuele mensen en groepen mensen die geen organisaties vormen. Er zijn personen opgenomen naar het beroep of de activiteit die zij uitoefenen, zoals restauratoren, naar hun biologische of sociale rol, zoals ouders, en naar andere kenmerken zoals het aanhangen van een bepaalde overtuiging (bijvoorbeeld pacifisten) en sociale of lichamelijke omstandigheden (bijvoorbeeld daklozen). Ook zijn er descriptoren van groepen personen naar activiteit (bijvoorbeeld steelbands) en naar sociale, geestelijke of lichamelijke omstandigheden (bijvoorbeeld armen). Relatie met andere hiërarchieën. Descriptoren voor georganiseerde groepen personen (bijvoorbeeld verenigingen en naties) zijn te vinden in de hiërarchie Organisaties. Descriptoren voor takken van wetenschap, specialisatiegebieden en beroepsgroepen zijn te vinden in de hiërarchie Vakgebieden (bijvoorbeeld wiskunde, ruimtelijke ordening, museologie).
De horizontale planken of balken in een muur bij een vakwerkconstructie, hetzij bovenop de standvinken van een muur, hetzij op de grond om andere balken of dwarsbalken te dragen.
Accessoires voor het op het lichaam dragen van cosmetica. Meestal zijn ze gemaakt van metaal of plastic, en ze kunnen vrij decoratief zijn. De binnenkant bevat meestal een spiegel in het deksel van de ene helft en gezichtspoeder in de andere helft, maar kan ook vakjes hebben voor rouge of lippenstift, of een onderdeel voor de bevestiging van een lippenstiftkoker.
Dozen die in vakken zijn verdeeld waarin flessen of pakken melk worden gezet als ze aan huis worden gebracht..
Platte, vaak opvouwbare houders, met name diegene die groot genoeg zijn om papiergeld, credit cards, rijbewijs en dergelijke te kunnen bevatten, soms met een vakje voor munten.
De hiërarchie Procedés en Technieken bevat descriptoren voor handelingen en methoden die fysiek worden uitgevoerd op of met materialen en voorwerpen, en voor procedés die plaatsvinden in materialen en voorwerpen. Hiertoe behoren typen procedés en technieken die betrekking hebben op de productie en behandeling van voorwerpen of afbeeldingen (bijv. assembleren) of van substanties (bijv. mengen) of die relevant zijn voor de bewerking en verwerking van specifieke materialen (bijv. solderen). Hiertoe behoren tevens descriptoren voor procedés die plaatsvinden in substanties, artefacten of overige voorwerpen, soms opzettelijk in gang gezet en soms spontaan gebeurend (bijv. branden). Relatie tot Overige hiërarchieën: descriptoren voor organisatorische, administratieve of intellectuele activiteiten die worden uitgevoerd voor het realiseren van specifieke doelstellingen (bijv. analyse), inclusief descriptoren die betrekking hebben op het verzamelen van voorwerpen en verschillende andere professionele activiteiten (bijv. het beheer van verzamelingen) zijn te vinden in de hiërarchie Functies. Descriptoren die studierichtingen aanduiden (bijv. antropologie) zijn te vinden in de hiërarchie Vakgebieden, terwijl de procedés en technieken die verbonden zijn met deze velden hier te vinden zijn. Descriptoren voor fysieke en mentale handelingen die niet worden uitgevoerd om materialen te bewerken of voorwerpen te fabriceren (bijv. rennen, meditatie) zijn ondergebracht in de hiërarchie Lichamelijke en Geestelijke Activiteiten. Bepaalde descriptoren die verwijzen naar degeneratieve krachten op materialen of structuren (bijv. spanning) zijn te vinden in de hiërarchie Abstracte Begrippen. Descriptoren voor bepaalde effecten die worden veroorzaakt door procedés die plaatsvinden in materialen en voorwerpen (bijv. scheuren) zijn te vinden in de hiërarchie Toestanden en Invloeden.
Geschreven verhandelingen, of het verslag van een discussie over een onderwerp, die meestal worden voorbereid en gepresenteerd als laatste toets voor het behalen van een graad of diploma, en zich kenmerken doordat ze resulteren uit onafhankelijk onderzoek en het bewijs leveren van de vakkennis en de beheersing van academische onderzoeksmethoden van de kandidaat.
Normen voor gedrag, prestaties en gebruiken die kenmerkend worden geacht voor vakmensen.
Verwijst naar de periode van het eerste millennium vóór tot en met het eerste millennium na Christus, waarin het koninkrijk van Qataban floreerde in het zuiden van het Arabisch Schiereiland, in het gebied van het huidige Jemen. De kunst uit deze periode kenmerkt zich door een gemeenschappelijke stijl die werd gedeeld met de andere koninkrijken die in dezelfde tijd op het zuiden van het Arabisch schiereiland bestonden. Deze stijl is met name zichtbaar in de beeldhouwkunst, waarin eenvoudige ontwerpen worden gecombineerd met een hoge mate van vakmanschap. De werken waren vaak geïnspireerd op religieuze thema’s en tempelceremonieën.
Handweefgetouw voor het weven van rechthoeken stof, in verticale stand. Het garen wordt op spijkers in het raamwerk gewonden, en met weefstokken worden vakken gemaakt.
Informatiediensten die toegang verschaffen tot documenten in een specifiek vakgebied of vakgebieden, door gebruik van samenvattingen en registers die regelmatig op papier, in microvorm of als machine leesbare databases worden uitgegeven en die via inschrijving of tegen betaling verkrijgbaar zijn.
Te gebruiken voor vakmensen die de kunst van de reparure beoefenen, het wegsnijden en modelleren van de kalkonderlaag die het houtsnijwerk op een houten schilderijlijst bedekt.
Wordt gebruikt voor precieze reproducties van gewaardeerde objecten, meestal met dezelfde afmetingen als het origineel. Gebruik 'reproducties' of 'facsimile's' voor reproducties van een afbeelding. Wordt ook gebruikt als dezelfde kunstenaar, vakman of studio meer dan één gelijksoortig object produceert, met weinig of geen variatie tussen de verschillende objecten; gebruik 'versies' als er wel afwijkingen te zien zijn. Wordt onderscheiden van 'vervalsingen (1)' en 'vervalsingen (2)', waarbij sprake is van de intentie om te misleiden.
Wordt gebruikt voor bureaus die door William S. Wooton in 1875 zijn uitgevonden en door de Wooten Desk Company werden gemaakt. Ze hebben een vlak of schuin geplaatst schrijfblad en een enkel of dubbel onderstel. Het onderstel bevat een scharnierend of draaiend kastachtig gedeelte waarachter tientallen ruimten, planken en vakjes zitten.
Te gebruiken voor draaiende schijfachtige toestellen die soepel draaien rond een centrale as en die aan de binnenkant zijn voorzien van vakjes, allemaal even groot, waarin een tollend balletje kan worden opgevangen tijdens het spelen van roulette.
Een casino- en gokspel waarbij spelers weddenschappen afsluiten op het draaien van een wiel met 37 of 38 afzonderlijk genummerde rode en zwarte vakjes waarin een balletje moet belanden. 'Roulette' is een Frans woord dat 'wieltje' betekent.
Oppervlaktepatroon oorspronkelijk voor steen gebruikt maar steeds vaker nagemaakt in andere materialen; het geeft het effect van grote blokken met diepe, brede voegen.
Verwijst naar de periode van het eerste millennium v. Chr. tot en met het eerste millennium n. Chr. waarin het koninkrijk van Saba floreerde in het zuiden van het Arabisch schiereiland, in het gebied van het huidige Jemen. De kunst uit deze periode kenmerkt zich door een gemeenschappelijke stijl die werd gedeeld met de andere koninkrijken van Zuid-Arabië uit die tijd. Deze stijl is met name zichtbaar in de beeldhouwkunst, waarin eenvoudige ontwerpen worden gecombineerd met een hoge mate van vakmanschap. De werken waren vaak geïnspireerd op religieuze thema’s en tempelceremonieën.
Vakgebied waarin scheikunde, natuurkunde en wiskunde zijn gecombineerd met de beginselen van de techniek om milieu-, biomedische, maatschappelijke of technische problemen op te lossen, die ontstaan bij die toepassing van scheikunde.
Een aangename eigenschap die samenhangt met harmonische vormen of kleuren, buitengewoon vakmanschap, oprechtheid, oorspronkelijkheid of een andere, vaak niet nader omschreven eigenschap.
Wordt gebruikt voor vlakke bureaus op lange poten die meestal de vorm aannemen van een tafel met een lange la onder het blad. Gebruik 'schrijfbureaus' voor gelijksoortige stukken die een opbouw hebben met vakjes voor schrijfbenodigdheden.
Stijl van woningbouw waarbij vier horizontale houten balken (Schwellen) verticale vierkante palen ondersteunen. Deze stijl resulteerde in een zeer stabiel frame, waardoor meerdere verdiepingen op elkaar konden worden gezet. Het was de voorloper van vakwerkbouw en andere constructies met houten skelet. De stijl is aangetroffen in Duitse gebouwen die zijn gebouwd vanaf de late 12e eeuw.
Verwijst naar schrijfmeubels die in het algemeen zijn voorzien van een rolluik. Een scrutoire kan ook bestaan uit een groep kastjes op een tafel die wordt gebruikt om op te schrijven. De scrutoire was begin 18de eeuw populair in Frankrijk, Engeland en de Verenigde Staten, maar werd ook later wel gebruikt. Tegenwoordig wordt een scrutoire doorgaans onderscheiden van een 'escritoire' of een 'secretaire' door de aanwezigheid van karakteristieke vakjes en laatjes boven het schrijfblad; de drie termen worden soms echter door elkaar gebruikt.
Franse bureaus met een verticaal uitklapblad waarachter laden en vakjes zitten. Ze hebben meestal een kastje aan de onderkant maar soms staan ze op hoge poten.
Meubelstukken met vakjes of laadjes waarin paperassen worden gelegd. Ze kunnen op een speciaal gemaakt kastje aan één kant van het bureau staan of bovenop het bureaublad zelf worden geplaatst.
Verwijst naar de stijl van Shinto architectuur die zich circa 300 v. Chr. ontwikkelde. De stijl kenmerkt zich door een speciaal type tempel waarvan wordt aangenomen dat deze is afgeleid van een eenvoudig twee bij drie vakkensysteem, overgenomen uit prehistorische graanschuren of opslagplaatsen. Het heiligdom wordt omringd door een doorlopende vloer met trappen die leiden naar de ingang aan de lange kant.
Verwijst naar de door John C. Stevens (1855-1940) aangevoerde stroming in Amerika tussen 1879 en 1890 die zich kenmerkt door het gebruik van houten dakspanen om hele gebouwen te bedekken en door een voorkeur voor het functionalisme boven historische, pretentieuze stijlen. Deze stijl, die voortkwam uit de Stick Style en de Queen Anne-stijl, werd vaker toegepast bij woonhuizen en hotels dan bij fabrieken of bedrijfscomplexen. Kenmerken van deze stijl zijn flexibele, open plattegronden met verbonden binnen- en buitenruimten, onregelmatige gevels, open veranda's en onregelmatige daklijnen ter versterking van een algeheel pastoraal karakter.
De verandering van de lichttransmissie-eigenschappen van glas als gevolg van langdurige blootstelling aan zichtbaar of ultraviolet licht. Aantasting kan blijken uit een verandering van de kleur van het glas, doordat licht een reactie veroorzaakt tussen ijzer en mangaanoxiden in het glas. Deze onomkeerbare verandering kan een diepe paarse kleur zijn, maar is vaker een subtiele kleurverandering in roze, violet of geel. Gesolariseerd glas heeft meestal een kleur variërend van roze tot violet, omdat het mangaan bevat. In elk geval sinds de 2de eeuw voor Christus is mangaan gebruikt als een ontkleuringsmiddel voor glas, om de groenachtige tint als gevolg van ijzersporen te verminderen. Als mangaan echter wordt blootgesteld aan ultraviolet licht kan foto-oxidatie ontstaan, waardoor mangaandioxide wordt gevormd die violet van kleur is. Sinds de 20ste eeuw worden selenium en cerium ook gebruikt als bleekmiddelen, die bij foto-oxidatie een gele tot gouden tint afgeven.
Houders voor het bewaren van specerijen; er zitten vaak vakken, laatjes of losse doosjes in.
Te gebruiken voor het effect van sommige kunstwerken die zeer vakkundig doch ogenschijnlijk moeiteloos zijn gerealiseerd.
Bouwvakkers die tot taak hebben met explosieven iets op te blazen.
Asbakken bevestigd op een laag voetstuk, meestal naast een sofa. Te onderscheiden van 'rookgereistandaarden'; kleine standaarden of kabinetten met vakjes die zijn omlijnd met zink, gebruikt om rookwaar in te bewaren.
Een kiezelachtige zandsteen uit het Engelse Derbyshire. Het wordt ook beschouwd als een grove zandsteen, meer bepaald als een grove Darley Dale-zandsteen. Het is gelijkmatig geaderd en buitengewoon hard, waardoor het bij uitstek geschikt is als hardsteen en voor bestrating. Door het hoge silicagehalte wordt het vaak verboden op last van vakbonden, omdat het stoflongen kan veroorzaken. Stancliffe-zandsteen wordt zo mogelijk alleen op een natte manier bewerkt.
Verwijst naar het begrip dat Vincent J. Scully in 1949 introduceerde om de stijl aan te duiden van de Amerikaanse vakwerkarchitectuur van woningen in het midden van de 19de eeuw, en om aan te sluiten op de wens om structuren tot uitdrukking te brengen in organische houten geraamten die aan de buitenzijde overduidelijk zichtbaar zijn. De stijl weerspiegelt Europese tradities die zijn gebaseerd op laatgotische woningbouwarchitectuur in vakwerkstijl van Engeland, Frankrijk en Duitsland, op Zwitserse chaletstijlen en op Scandinavische en Slavische lokale bouwontwerpen.
Vakmensen die stoelen maken, in het bijzonder degenen die met de hand stoelen ontwerpen en maken.
Vakmensen die zachte bedekkingen voor meubels maken of repareren, vooral van zit- en ligmeubilair. De term verwees oorspronkelijk naar degenen die alle textielonderdelen van een kamer maakten.
Verwijst naar de latere fase van de Oostelijke Zhou-periode, van 403 tot 221 v. Chr., hoewel sommige onderzoekers deze periode tussen 475 en 221 v. Chr. dateren. De naam is afkomstig uit kronieken uit de periode. Deze werd gekenmerkt door ernstige versplintering die leidde tot economische en politieke neergang, maar werd ook gekarakteriseerd door fantasierijk vakmanschap. Deze creativiteit werd mogelijk bevorderd door een toename van het aantal mecenassen en door de concurrentie tussen de verschillende staten van de Zhou-dynastie. De graftombe van de markies van Zeng in Suizhou in de provincie Hubei is een belangrijke vindplaats voor de vroege periode van de Strijdende Staten; op deze site zijn meer dan 15.000 artefacten gevonden, zoals bronzen ritueel vaatwerk, klokken, wapens, lakwerk en objecten van hout en bamboe. Veel voorkomende decoratieve motieven op bronzen en keramische objecten waren vogels met gebogen vleugels en draken, wat duidt op contacten met de culturen van de Aziatische steppen, de Hunnen en de Tartaren.
Verwijst naar een kloskant die wordt gekenmerkt door eenvoudige geometrische patronen en relatief ruwe ontwerpen. Het werd vooral gemaakt in veel Europese landen. Het is een van de pijlers van de kantmakerij in het Oostenrijkse deel van Tirol. Ook wordt het vaak gebruikt door beginnende kantmakers om het vak te leren.
In de context van beeldende kunsten en kunstnijverheid een groep die bestaat uit een meesterkunstenaar of -architect en zijn of haar assistenten. In de studio waren vaak een aantal assistenten en leerlingen werkzaam, meestal talentvolle en bedreven kunstenaars die onder leiding van de meester hun vaardigheden aanscherpten. De term wordt meestal gebruikt voor groepen die actief waren in de 17de eeuw en later. De betekenis van de term komt deels overeen met 'werkplaatsen (organisaties)', maar er is vaak een subtiel onderscheid in gebruik: 'werkplaatsen (organisaties)' verwijst meestal naar groepen die actief waren voor het midden van de 17de eeuw en waarin de nadruk lag op georganiseerde samenwerking, goed functionerend teamwerk en arbeidsverdeling. Ook leerden de leerjongens hier een vak en werden ze niet opgeleid tot kunstenaar in de moderne zin van de term. 'Studio's (organisaties)' verwijst meestal naar latere groepen waarin de meesterkunstenaar of -architect geen leerjongens maar leerlingen opleidde en waarin de nadruk voor de leerlingen lag op het aanscherpen van artistieke vaardigheden en niet op het leren van een vak. De termen 'studio van' of 'werkplaats van' worden vaak gebruikt om aan te geven dat een werk is geproduceerd in de studio of werkplaats van een kunstenaar, zonder dat de meester er zelf aan heeft gewerkt.
Wordt gebruikt voor houten balken die worden gebruikt als tijdelijke stutten, zoals schuingeplaatst tegen een hellende muur om die op zijn plaats te houden of als een onderdeel van vakwerk.
Een van de twee canonieke feesten van de islam. Het feest valt in de eerste drie dagen van de maand Shawwal, direct na de vastenmaand ramadan, en wordt gevierd met de gezamenlijke recitatie van het speciale Id-gebed en het afstaan van speciale aalmoezen. Deze drie dagen worden gebruikt om vrienden te bezoeken, geschenken te geven, nieuwe kleren te dragen, uitbundige maaltijden te gebruiken, elkaar te feliciteren en de graven van verwanten te bezoeken, Ook worden officiële recepties ter ere van dit feest gehouden. Dit feest is in grote delen van de islamitische wereld tevens een nationale vakantieperiode.
Wordt gebruikt voor Amerikaanse bureaus met een rechtopstaande deksel van riet of latten die de rij laden en vakjes bedekt. Ze verschillen van de Engelse 'tambourschrijftafels' die een variatie op het cilinderbureau zijn met een tambourdeksel in plaats van een massieve, gebogen cilinder. Ze zijn ook anders dan '@rolltop desks' die worden gesloten met een flexibele, bolvormige deksel die houten, horizontale latten heeft.
Wordt gebruikt voor Engelse bureaus die een variatie op het cilinderbureau zijn, met een tambourdeksel in plaats van een gebogen cilinder. Ze verschillen van het Amerikaanse 'tambourbureau' dat een rechtopstaande deksel van riet of latten heeft waarachter de laden en de vakjes zitten.
De manier waarop een kunstenaar of vakman de technische elementen van een medium gebruikt om een gewenst esthetisch effect te verkrijgen.
Platte oppervlakken die gewoonlijk bestaan uit een draadrooster in een tekenvak, die op een bureau, samen met een muis of schrijfstift, worden gebruikt voor de invoer van gegevens in het grafische systeem van een computer.
Houten staven van 1 inch in het vierkant en 10 voet lang waarop in de lengte voeten en inches zijn aangegeven; wordt gebruikt door bouwvakkers en timmerlieden.
Te gebruiken voor de academisch georiënteerde bestudering van toneel, bestaande uit kritiek, geschiedenis, esthetiek van toneel en de bestudering van drama als een gespecialiseerde vorm van literatuur. Gebruik 'theater (vakgebied)' voor de professioneel georiënteerde bestudering en beoefening van toneel.
Personen die gebouwen en andere houten constructies in hout optrekken, en ook vloeren, ramen en kozijnen installeren. Zie 'kastenmakers' voor vakmensen die verfijnde meubels en ingewikkeld houtwerk vervaardigen. Zie 'houtbewerkers' voor mensen die in algemene zin hout bewerken.
Weefgetouwen waarbij men de vakken kan veranderen door op een pedaal te trappen.
Repeterende, identieke (muur)vakken van een gebouw of een deel van een gebouw, gemarkeerd door zich herhalende architecturale elementen, zoals bogen, gewelven, openingen of pilasters.
Verwijst naar de stijl in de Engelse architectuur en binnenhuisarchitectuur in de eerste helft van de 19de eeuw en opnieuw in het begin van de 20ste eeuw. De architectonische vormen en decoratieve motieven, voortgekomen uit de binnenlandse architectuur van de Tudor-periode (1485-1547), bevatten onder meer in ruitjespatronen aangebracht metselwerk, vakwerk, gebrandschilderd glas en tudorrozen,dikwijls gecombineerd met gotische elementen.
Kleden met rechthoekige vakjes met bloemetjes of botanische motieven die mogelijk de bloembedden en stroompjes in Perzische tuinen voorstellen.
Te gebruiken voor vakgebieden van gezondheidswetenschappen, die tuinen, planten en horticulturele activiteiten gebruiken om verbetering van het fysieke en psychologische welzijn van patiënten te stimuleren.
Woongelegenheden die naast de hoofdwoning duurzaam beschikbaar zijn, vooral (maar niet uitsluitend) voor recreatie en als vakantieverblijven.
Spaanse uitklapbare schrijfkabinetten in de vorm van een rechthoekige kist die op een decoratieve pie de puente of schraag steunt. De binnenkant is vaak uitbundig versierd en bevat meestal een rij laden, soms aangevuld met vakjes en een klein kastje. De naam dateert uit het einde van de 19de eeuw en verwijst foutief naar de plaats waar dit type kast zou zijn gemaakt, namelijk het dorp Vargas in de provincie Toledo.
Wordt gebruikt wanneer een gewaardeerd object wordt gemaakt door de kunstenaar, vakman of studio die tevens het origineel heeft vervaardigd waarop de versie is gebaseerd, die enigszins afwijkt van het origineel. Gebruik 'replica's' als er weinig of geen duidelijke afwijkingen zijn.
Kunstwerken waarbij gebruik wordt gemaakt van videotechnologie, met name videobanden. Gebruik 'videokunst (vakgebied)' voor de studie en praktijk van het maken van zulke werken.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 750 tot 656 v. Chr. tijdens de Kushite overheersing. De periode kenmerkt zich door een terugkeer naar de monumentaliteit, groot vakmanschap, en archaïserende tendensen, met name in de sculptuur.
Verwijst naar de stijl en periode van de Visigoten, een afsplitsing van de Germaanse Goten, die landbouwers waren in Dacië, in het huidige Roemenië. Zij waren gescheiden van de Ostrogoten en verdreven over de Donau door invasies van de Hunnen, en vestigden zich in het Balkangebied Moesia in de 4de eeuw. De term verwijst in het bijzonder naar de heerschappij van de Visigoten in Gallië en op het Iberisch schiereiland, voornamelijk van de 5de tot de 7de eeuw. De architectuur kenmerkt zich door bescheiden afmetingen, groot vakmanschap, gebruik van de hoefijzerboog, en een overvloed aan beeldhouwkundige decoratie. De beeldhouwkundige stijl lijkt op die van de Lombarden, en wijst vermoedelijk op een gemeenschappelijke bron. Deze kenmerkt zich door platte, decoratieve menselijke figuren, dieren, lofwerk en abstracte ontwerpen, die oorspronkelijk helder van kleur waren.
Formeel of informeel onderwijs bedoeld voor personen die de onderwijsplichtige leeftijd zijn gepasseerd en waar voornaamste bezigheid niet langer het volgen van onderwijs is; hieronder valt ook basis-, vak- of vervolgonderwijs, onderwijs gelijk aan middelbare schoolniveau en schriftelijke cursussen.
Verwijst naar arbeiders die geschoold waren als steenhouwer voor bouwkundige doeleinden, waarvan de oudste schriftelijke meldingen in Europa dateren uit de Middeleeuwen. Ze onderscheiden zich van andere metselaars in die zin dat ze een grote vakkennis bezaten en uitstekend waren opgeleid in zowel fijn als complex werk. Vaak trokken ze rond en vestigden ze zich op plaatsen waar grote of belangrijke bouwwerken verrezen. Ze werden vooral bekend om hun systeem van geheime tekens en wachtwoorden, welke ze van andere vrijmetselaars leerden en die fungeerden als bewijs dat ze voldoende bekwaamheid en scholing bezaten. In de 16de eeuw werd de term vaak in lovende zin gebruikt als synoniem van 'metselaar', om aan te geven dat de betreffende steenhouwer uitzonderlijke gaven bezat.
Meestal voor kinderen bedoelde verhalende teksten of gedichtjes waarin wordt gewaarschuwd voor de gevolgen van slecht gedrag of dwaasheid of waarin dergelijk gedrag wordt berispt; wordt ook, op verschillende vakgebieden, gebruikt voor teksten waarin wordt gewaarschuwd tegen eventuele methodologische valkuilen.
Vakmensen die met de hand wielen van voertuigen en voertuigen met wielen maken.
Wordt gebruikt voor grote, diepe wasbakken die worden gebruikt voor het wassen van de armen en het bovenlichaam en die men vaker tegenkomt in fabrieken en ziekenhuizen dan in woningen. Voor kleinere wasbakken voor het wassen van de handen en het gezicht wordt de term 'wastafels (gootstenen)' gebruikt.
Kaarten, vaak met voorgedrukte teksten en toepasselijke illustraties, die bij speciale gelegenheden worden verstuurd of gegeven. Gebruik 'ansichtkaarten' voor kaarten die vanaf vakantie-adressen naar familie en kennissen worden gestuurd.
Te gebruiken voor betrekkelijk kleine studiegroepen waarbij de nadruk ligt op het demonstreren en praktisch toepassen van vaardigheden en beginselen in een gespecialiseerd vakgebied of beroep.
In de context van beeldende kunsten en kunstnijverheid een groep die bestaat uit kunstenaars en vakmensen die werk produceren, meestal onder de naam van een meester. De werkplaats bestond meestal uit geschoolde kunstenaars en een aantal leerjongens die het vak leerden door het uitvoeren van steeds ingewikkeldere handelingen voor het produceren van kunstwerken of beeldende kunst. Verschillende mensen voerden vaak verschillende taken uit. De ene persoon bracht bijvoorbeeld de vergulde achtergrond van een schilderij aan, terwijl een ander de hoofdfiguren schilderde. De term wordt meestal gebruikt voor groepen die actief waren voor het midden van de 17de eeuw. De betekenis van de term komt overeen met 'studio's (organisaties)', hoewel er wel een subtiel onderscheid is: 'studio's (organisaties)' verwijst meestal naar groepen die actief waren in de 17de eeuw en later, waarin de meesterkunstenaar of -architect geen leerjongens maar leerlingen opleidde en waarin de nadruk voor de leerlingen lag op het aanscherpen van artistieke vaardigheden en niet op het leren van een vak. 'Werkplaatsen (organisaties)' verwijst meestal naar vroegere groepen, waarin de nadruk lag op georganiseerde samenwerking, goed functionerend teamwerk en arbeidsverdeling. Ook leerden de leerjongens hier een vak en werden ze niet opgeleid tot kunstenaar in de moderne zin van de term. De termen 'studio van' of 'werkplaats van' worden vaak gebruikt om aan te geven dat een werk is geproduceerd in de studio of werkplaats van een kunstenaar, zonder dat de meester er zelf aan heeft gewerkt.
Grote baden gevuld met heet water met bubbels, oorspronkelijk gemaakt van hout, maar tegenwoordig vaker van plastic of fiberglas dat met kunsthars is geïmpregneerd. Gewoonlijk gebruikt voor recreatie of fysiotherapie.
Uurwerken die gelijke tijdvakken afmeten aan de beweging van zand of een andere vrij stromende, fijnkorrelige substantie door een nauwe opening tussen twee driehoekige of kegelvormige glazen bollen die met de openingen naar elkaar toe zijn geplaatst; ze werden waarschijnlijk geïntroduceerd aan het begin van de 14e eeuw en toen vooral gebruikt om de tijd bij te houden op schepen.
Verwijst naar de Paleolithische periode van circa 25.000 tot 10.000 v. Chr. in het Zagros-gebergte in Iran. De periode kenmerkt zich door alledaagse gereedschappen die met kwalitatief zeer goed vakmanschap werden vervaardigd, het gebruik van geïmporteerde zeeschelpen als versiering en benen werktuigen.
Bouwconstructies in grote tuinen of parken, naast het eigenlijke hoofdgebouw, die zijn bedoeld om zomers permanent in te kunnen bivakkeren.
Vakmensen die zwaarden maken.