Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Het werkelijke waterdampgehalte in een gegeven luchtvolume.
Wordt gebruikt voor het verhogen van de vochtigheidsgraad in een gesloten omgeving, zoals een gebouw of kamer. Wordt ook gebruikt voor het behandelen van voorwerpen door ze vochtig te maken, zoals door het gebruik van stoom.
Vloeistof of chemische stof die aan een oplossing wordt toegevoegd om de oppervlaktespanning te verlagen en het mengen en stabiliseren te vergemakkelijken, bijvoorbeeld de vloeistof die aan aquarelverf wordt toegevoegd om de verf gemakkelijker en gelijkmatiger op het papier te laten vloeien.
De hoeveelheid verdampt water in de atmosfeer.
Het verwijderen van waterdamp uit lucht door middel van chemische of fysische methoden.
Wordt gebruikt voor penbundels ontworpen om vocht uit de lucht te verwijderen door middel van condensatie.
Het absorberen van vocht door gebouwen.
De verhouding tussen het waterdampgehalte in de lucht en het waterdampgehalte dat aanwezig zou moeten zijn bij dezelfde temperatuur op het moment dat de vochtigheidstoestand in de atmosfeer maximaal zou zijn.
Gecondenseerd of gediffundeerd water.
Algemeen te gebruiken om aan te geven dat menig oppervlak er anders is gaan uitzien meestal als gevolg van de inwerking van waterdamp of vocht uit de atmosfeer, bijvoorbeeld de troebelheid van vernis of de efflorescentie van metselwerk. Te onderscheiden van 'blancheren' waarmee wordt aangegeven dat harsachtige of vettige lagen een melkachtig uiterlijk krijgen door de applicatie van een oplosmiddel.
Materialen of oppervlakken met behulp van een kleine hoeveelheid druk ondoordringbaar voor waterdamp of vloeibaar water maken.
De eigenschap van een kleurstof niet te veranderen als die nat wordt.
Diazotypie waarbij de diazozouten de basis zijn en het verborgen beeld wordt ontwikkeld door middel van bevochtiging met een vloeistof die de koppelaar bevat.
Instrumenten voor het vaststellen van de hoeveelheid water in materialen, bijvoorbeeld hout of aarde, meestal door het elektrische weerstandsvermogen te meten.
Vochtwerende lagen of deklagen, zoals speciale verf of een film op dakvilt of bouwpapier, die de doorgang van vocht of damp in een materiaal of bouwwerk verhinderen.
Toestellen van glas of metaal, die vroeger werden gebruikt bij het distilleren. Ze hebben de vorm van een omgekeerde kom met binnenin een gootje langs de rand, waar de gecondenseerde damp door naar beneden loopt en waar een lange, horizontaal hellende buis naar de houder voor het gedistilleerde vocht loopt.
Orde van ongeveer 500 kleine platte luizen zonder vleugels. De dieren leven van het bloed en weefselvocht van zoogdieren. Met hun mond doorboren ze de huid van hun gastheer en zuigen vervolgens het bloed of vocht op.
Reeks glazen schalen waarop muziek wordt gemaakt door over de randen te wrijven met bevochtigde of met magnesium ingewreven vingers, concentrisch gemonteerd op een horizontale staaf, draaibaar d.m.v. krukas en pedaal, oplopende afmetingen; rond 1761 ontwikkeld; ook de latere versie met ondiep, licht hellend onder de staaf aangebracht gootje met water voor bevochtiging van de schalen.
Luchtdichte kamers die kunnen worden gevuld met stoom onder druk of zijn omringd door een andere kamer die zorgt voor de stoom en worden gebruikt om te steriliseren, koken of voor andere doeleinden die vochtige of droge temperaturen boven 212 graden Fahrenheit vereisen zonder te koken.
Verwijst naar de nederdaling op aarde van een hindoegod in zichtbare vorm. Het woord komt uit het Sanskriet en betekent ‘afdaling’. Het begrip is afkomstig uit de traditie rond de god Vishnu die met tussenpozen in menselijke of dierlijke vorm op aarde verscheen teneinde deze te behoeden voor een ernstig gevaar of vernietiging. Vishnu’s beroemdste verschijningen waren als Krishna en Rama. Verwacht wordt dat de god in zijn laatste verschijningsvorm terugkeert om de wereld te verwoesten en vervolgens opnieuw te scheppen wanneer zij volledig verdorven zal zijn. In meer recente tijden is het begrip aangevochten door hervormers, vooral in verband met de verschijningen in de vorm van dieren. Tegelijkertijd hebben anderen het idee geopperd dat mensen, zelfs niet-hindoes zoals Jezus of Mohammed, avatars kunnen worden door goddelijke invulling.
Instrumenten die automatisch atmosferische druk, temperatuur en vochtigheid vastleggen in een grafiek.
Papier gebruikt als afdekmiddel op daken en zijmuren van gebouwen als bescherming tegen vocht. Het wordt ook gebruikt als isolatiemiddel. Bitumenvilt voor daken wordt gewoonlijk geïmpregneerd in teer, asfalt of chemische bindingen.
Te gebruiken voor dunne metaalfolie van tin, tinlegering of aluminium, te gebruiken voor verschillende doeleinden, zoals voor een vochtdichte verpakking van voedsel en tabak, voor voedselverwerkingsapparatuur en in elektrische condensatoren.
Een melkachtig uiterlijk van hars- of olie-achtige vliesjes ontstaat na het aanbrengen van een oplosmiddel. Te onderscheiden van 'waas' dat algemeen wordt gebruikt om aan te geven dat allerlei oppervlakken er anders zijn gaan uitzien als gevolg van de inwerking van waterdamp of vocht uit de atmosfeer.
Middelgrote bladverliezende struik die groeit op vochtige zure grond en inheems is in het oosten van Noord-Amerika, van Nova Scotia en Ontario in het Noorden tot Alabama in het zuiden en Wisconsin in het westen. De blauwe bes wordt ook elders commercieel gekweekt. In de herfst worden de bladeren helderrood. De struik heeft klokvormige witte bloemen en de donkerblauwe bessen zijn eetbaar.
De aantasting van koper, of een van de legeringen daarvan, door de vorming van een zacht poederig mineraal aan het oppervlak van het metaal als gevolg van de aanwezigheid van vocht en chloriden.
Vechtende mannen te paard, met een typisch aristocratische achtergrond, vooral zij die vochten aan de kant van de Royalisten in de 17e eeuw in Groot-Brittannië.
Glanzend, transparant materiaal gemaakt van geregenereerd cellulose, typisch in de vorm van dunne vellen; gewoonlijk vochtdicht en soms gekleurd. Het is ongevoelig voor droge gassen, vet en bacterieën en wordt als verpakkingsmateriaal gebruikt voor voedsel en andere koopwaar, vensterenveloppen en zakjes die worden gebruikt voor dialyse.
Afdrukken gemaakt van een afdruk of tekening door die tegen een vochtig vel papier aan te drukken, vaak door deze door een rolpers te laten gaan. Een deel van de inkt van de afdruk of tekening wordt overgebracht naar het natte papier; het resulterende beeld verschijnt in spiegelbeeld en kan vager zijn dan het origineel. De afdruk of de tekening raakt gewoonlijk beschadigd tijdens het proces. Tegenafdrukken worden vaak gebruikt als onderdeel van het werkproces en worden gebruikt als ondersteuning bij het corrigeren van de definitieve versie. Tegenafdrukken worden soms gemaakt als vervalsingen van waardevolle afdrukken en tekeningen, maar doordat het beeld in spiegelbeeld is, zijn deze vervalsingen vrij gemakkelijk te herkennen. Gebruik 'offsetdrukken' voor afbeeldingen of tekens die zijn ontstaan door onopzettelijke overdracht van inkt of een ander medium.
Braziliaanse trommen met een vel met waar doorheen een stok steekt, waarlangs gewreven wordt met vochtige handen of een lap.
Instrumenten waarmee continu of met tussenpozen opnamen worden gemaakt van de opeenvolgende waarden van een aantal verschillende fysieke omstandigheden, zoals warmte, lichtsterkte en vochtigheid.
De temperatuur waarop de lucht wordt verzadigd zodra het afkoelt zonder de toevoeging van vocht of enige verandering in druk; verdere afkoeling leidt tot condensatie.
Negatieven vervaardigd met het droge collodiumprocédé, een procédé waarbij het bindmiddel is gedroogd vóór de belichting, of een hygroscopische agens bevat om voldoende vocht vast te houden, zodat het na lange tijd kan worden verwerkt. In Nederland niet tot nauwelijks gekend.
Collodiumprocédé waarbij het bindmiddel is gedroogd vóór de belichting, of een hygroscopische agens bevat om voldoende vocht vast te houden, zodat het na lange tijd kan worden verwerkt; een verbetering van het natte collodiumprocédé, omdat hierdoor het gebruik van een draagbare donkere kamer overbodig werd; wordt gebruikt om negatieven en lantaarnplaatjes te maken.
Specie gebruikt bij metselwerk die genoeg vocht bevat om te verharden maar niet nat genoeg is om plakkerig te zijn.
De toestand of omstandigheid van een laag vochtgehalte.
Te gebruiken voor sterk hechtende tape op textielbasis, meestal aan de textielzijde voorzien van een thermoplast zoals polyethyleen. Ontworpen voor het waterdicht maken van leidingen ter bescherming tegen vocht en luchtlekken, maar ook gebruikt voor meer algemene doeleinden.
Eenvoudig te bewerken, fijnkorrelige, kiezelachtige zandsteen uit Wisconsin, die vaalgeel of crèmekleurig is. Zoals bij meer zandsteensoorten is het zacht wanneer het gedolven wordt, maar hardt het geleidelijk uit naarmate het vocht eruit verdampt.
De toename van een materiaal of een lichaam in lengte of volume, die wordt veroorzaakt door, bijvoorbeeld, temperatuursverandering of bevochtiging.
Buisvormige fluiten die op blokfluiten lijken maar minder toongaten hebben en sinds halverwege de 18e eeuw zijn uitgerust met een dun ivoren mondstuk, dat aan een kleine kamer vastzit die een sponsje bevat om het vocht uit de adem te absorberen.
Absorberend papier of karton dat bestaat uit verschillende bevochtigde en aan elkaar geplakte vellen en dat wordt gebruikt voor het maken van mallen voor het gieten van drukplaten en stereotypen.
De aantasting van metaal of ander materiaal door chemische of elektrochemische reacties die het gevolg zijn van blootstelling aan verwering, vochtigheid, chemicaliën of andere agentiën.
Het samentrekken of het verminderen van de omvang, voornamelijk als gevolg van temperatuursveranderingen of vocht.
Soort sier- en productieboom, inheems in het noordoostelijke deel van Noord-Amerika. Het is een van de grootste berken; hij kan 30 meter hoog worden en groeit op koele, vochtige rivieroevers en op drogere gronden tot een hoogte van 1950 meter. Op de takken en jonge stammen bestaat de zilverachtig gele schors uit flinterdunne krullen. Op oude boomstammen is de schors roodbruin, diep gegroefd en verdeeld in onregelmatige lagen. De lichtgroene twijgen zijn licht geurend. Het harde, bleke roodbruine hout wordt in de handel meestal niet onderscheiden van het hout van de suikerberk.
Wordt gebruikt voor het toevoegen van of het bijvullen met water, meestal na vochtverlies.
Steekspelen die in Duitsland zijn ontstaan waarbij wordt gevochten met lansen die van een stompe, gevorkte punt zijn voorzien.
Bepaalde soort gips dat zo is bereid dat het geschikt is om te gieten en te beeldhouwen; het is fijnkorrelig, vochtopnemend en schitterend wit, wordt langzaam hard en kan fijn worden bewerkt.
Het geprepareerde buitenste vlies van de dikke darm van runderen, dat voornamelijk wordt gebruikt om de individuele goudbladen gescheiden te houden tijdens het laatste stadium van het maken van bladgoud. Af en toe wordt het gebruikt voor het repareren van voorwerpen gemaakt van vellen en als vochtgevoelig element in hygrometers.
Leden van een kleine papegaaiensoort die tot de stam van de breedvleugelige papegaaien behoort. Ze zijn groen en geel van kleur en leven als monogame groepsdieren in grote kolonies. Ze komen van nature verspreid over heel Australazië voor, maar zijn op de hele wereld geïntroduceerd in verscheidene andere halfdroge en halfvochtige habitats en al sinds de negentiende eeuw populair als kooivogels die in veel verschillende kleurenvarianten zijn gefokt.
Kortlevende loofboomsoort, inheems in Noord-Amerika, van Ontario tot Nova Scotia, Pennsylvania en New Jersey, met afzonderlijke populaties in Indiana, Virginia en North Carolina. De soort groeit bij voorkeur op dorre, droge hooglandbodems, maar is ook te vinden in vochtige gemengde bossen. Het is een veel voorkomende pioniersoort op verlaten velden en in platgebrande gebieden. Deze berken groeien snel tot een hoogte van 7 tot 9 meter, met een stam met een diameter van 30 centimeter.
Hout van de boom behorende tot het genus Betula populifolia, te vinden in bosjes op vochtig terrein in het noordoosten van Noord-Amerika. Het wordt gebruikt voor het maken van draaiwerk en als brandstof.
De mate waarin een artefact, structuur of atmosfeer vocht bevat; impliceert meestal meer vocht dan wenselijk is.
Instrumenten die de hoeveelheid waterdamp in de lucht meten en aldus de relatieve vochtigheid aangeven.
De ontvankelijkheid of mate van ontvankelijkheid voor vocht.
Te gebruiken voor het zuivere metaalelement met het symbool Fe en het atoomnummer 26; een glimmend, zilverachtig zacht metaal dat roest wanneer het aan vochtige lucht wordt blootgesteld. Gebruik ook voor dit metaal als het wordt verwerkt en gevormd, meestal in combinatie met andere stoffen, om diverse objecten en materialen te maken.
Houten of metalen bakken waarin kaasstremsel wordt gedrukt om het vocht eruit te halen en kenmerkende vormen worden gemaakt.
Een hard, wit, zeer sterk en snel uithardend cement dat sterk kan glanzen; het wordt gemaakt door gips bij hoge temperaturen te verhitten, het tot poeder te vermalen en er vervolgens aluin aan toe te voegen om het uitharden te versnellen. Het wordt vaak gebruikt voor oppervlaktes die veel te verduren krijgen en erg vochtig zijn.
Apparaten die binnenshuis de temperatuur, vochtigheid en soms de zuiverheid van de lucht controleren.
Zware staande persen die worden gebruikt om nieuw gebonden boeken samen te persen; de druk wordt aangebracht door het omlaag brengen van een degel door middel van een lange centrale schroef. Tegenwoordig worden deze persen vooral gebruikt voor handgebonden boeken. Een grotere versie (bijna twee keer zo groot) werd vroeger gebruikt om het vocht uit grote bladen nieuw papier te persen. Tegenwoordig wordt het meeste papier geperst met hydraulische persen.
Uit vorm buigen of draaien, zoals door opdroging, vochtigheid of hitte.
Grassoort die inheems is in Europa, maar tegenwoordig ook daarbuiten voorkomt en vaak een invasief onkruid is geworden. De plant verspreidt zich via de lange witte wortelstokken. De bladeren worden gegeten door grazende zoogdieren en rupsen. De zaadjes worden gegeten door vinken, gorsen en andere graslandvogels. Al sinds de klassieke oudheid gebruikt men de plant in de kruidengeneeskunde. Het volksgeloof wil dat zieke honden de wortels opgraven en opeten. De plant heeft antiseptische eigenschappen. Middeleeuwse kruidendokters gebruikten de plant voor de behandeling van patiënten die vocht vasthielden of met aandoeningen van het urinekanaal. Men gebruikte de gedroogde wortelstokken van de plant soms als wierook.
Nauwsluitend, veelal tricot ondergoed gemaakt van natuurlijke of synthetische vezels en bestaande uit een lange onderbroek en een hemd met mouwen die meestal tot aan de pols reiken; kan uit één of meerdere delen bestaan; gedragen om de lichaamswarmte vast te houden of vocht op te nemen.
Genus van drie soorten groenblijvende bomen. Fossielen uit de periode voor de ijstijden in het Pleistoceen duiden erop dat de soorten uit dit genus vroeger, toen het klimaat vochtiger en milder was dan nu, in een groter gebied rond de Middellandse Zee en in Noord-Afrika voorkwamen. Tegenwoordig denkt men dat het opdrogen van het Middellandse Zeebekken tijdens de ijstijden ervoor heeft gezorgd dat Laurus zich terugtrok naar de gebieden met het mildste klimaat, zoals het zuiden van Spanje, Portugal en Macaronesië.
De toestand van de scherf van aardewerk of porcelein nadat het gedeeltelijk gehard is ten gevolge van de verdamping van het aanwezige vocht.
Documenten vaak op zijdepapier, die zijn geproduceerd door het overdrukken van inkt door direct contact met het origineel, gebruikmakend van vocht en druk in een kopieerpers.
Gereedschap voor leerafwerking bestaande uit een steen of een stomp metalen, glazen of plastic snijgedeelte op een houten handvat dat wordt gebruikt om heel dun, fijn leer of perkament voorzichtig te schrapen, glad te strijken of van overmatig vocht te ontdoen, of om een uiterst gladde nerfzijde op leer te produceren. Ze worden soms ook gebruikt om leervet aan te brengen in een huid.
Bouwsystemen waarbij lucht wordt behandeld om de temperatuur, vochtigheidsgraad, zuiverheid of verdeling te regelen.
Delen van airconditioningsystemen waarin de lucht wordt gezuiverd van stof en de gewenste vochtigheidsgraad krijgt door middel van verneveld water.
Babykledingstukken die men over de luier aantrekt, meestal driehoekige doeken van flanel, gekookte wol of dicht gebreide wol, gebruikt in westerse landen tot de jaren negentig van de negentiende eeuw, toen er materiaal beschikbaar kwam dat vocht beter tegenhield, zoals met rubber beklede stof. Tegenwoordig wordt de term soms gebruikt voor kleurrijke broekjes gevoerd met plastic of een ander waterdicht materiaal.
Een verzameling decoratieve technieken die betrekking hebben op het aanbrengen van gekleurde poeders op lakwerk. De letterlijke betekenis is 'besprenkelde afbeelding'. Het goud, zilver of gekleurd pigment wordt aangebracht wanneer de lak nog vochtig is. Deze technieken waren zeer populair tijdens de Heian-periode (794-1333), toen dit de meest gebruikte methode was voor het versieren van Japans lakwerk. Ze worden vaak samen met 'kirikane' gebruikt.
Een wittige aangroei die op planten of voorwerpen van organische materialen zoals laken, hout, leer en papier kan voorkomen en die wordt veroorzaakt door micro-organismen waarvan de sporen in een vochtige, warme omgeving kunnen uitgroeien tot een schimmel, waarbij ze zich voeden met het materiaal waarop ze groeien en schadelijke organische zuren produceren.
Verwijst naar de kunst en architectuur in de periode van de heerschappij van Mehmed V, die regeerde van 1909 tot 1918. Tijdens deze periode vocht Turkije in de Eerste Wereldoorlog aan de zijde van Duitsland.
Instrumenten die zijn ontworpen om automatisch verschillende meteorologische elementen te meten en vast te leggen, bijvoorbeeld luchtdruk, temperatuur en vochtigheid.
Middelgrote boom die inheems is in Noord-Amerika. Gemakkelijk te verwarren met de westerse netelboom (C. occidentalis) waar de verspreidingsgebieden van deze soorten overlappen, maar de Mississippi-netelboom is een kleinere boom die groeit in vochtige laagliggende stukken land. Daarnaast zijn de bladeren smaller en van boven gladder.
Grote piramidevormige boom die voornamelijk voorkomt in het oosten van Noord-Amerika op laaggelegen stukken land langs rivieren en vochtige hoger gelegen gebieden. In westelijke richting vindt men ze tot in de Amerikaanse staat Oklahoma en de Canadese provincie Ontario. De bomen hebben clusters van korte en puntige twijgen en bladeren met stekelige lobben.
Afdrukken van nog vochtige voorstellingen die met penseel op een glazen of metalen plaat of op papier of doek zijn getekend. Steeds slechts één en eventueel nog één lichtere afdruk mogelijk.
Ring van vochtopnemend materiaal die om de hals van een fles kan om langslekkende druppels op te vangen.
Kleine, bebladerde, bedektbloeiende planten van de klasse der Musci, die zich voortplanten met sporen en gewoonlijk worden aangetroffen in bosjes, matten of zoden op vochtige grond, boomstammen of rotsen.
Een kristallijne geurige verbinding (C10H8) die wordt verkregen uit koolteer, met een molecuul dat bestaat uit twee geconjugeerde zesringen. Het heeft een penetrante mottenballengeur en wordt gebruikt in verfstoffen, synthetische harsen, explosieven, insecticiden, schimmeldodende middelen en mottenverdelger. Het wordt niet aanbevolen voor algemeen gebruik als insecticide, omdat rekristallisatie mogelijk is op specimens en omdat het onder vochtige omstandigheden wol kan verkleuren. Bovendien is de werking tegen insecten twijfelachtig. Het fluoresceert paars in kwiklicht.
Het verduurzamen van huiden en vellen voor latere bewerking door deze direct na het stropen te stapelen met telkens een laag zout; het vocht van de huiden of vellen vermengt zich met het zout tot pekel die in de huiden of vellen doordringt.
De toestand of omstandigheid van een relatief hoog vochtigheidsgehalte.
Een vochtvrij grijswit, geurloos, in water oplosbaar poeder (NA2CO3), meestal verkregen via het solvayprocédé en met ongeveer 1% aan onzuiverheden die bestaan uit sulfaten, chloriden (zouten) en bicarbonaten. Het wordt gebruikt bij de vervaardiging van glas, keramische objecten, zeep, papier en petroleumproducten, en als schoonmaakmiddel, bleekmiddel en opgelost in water voor medische behandelingen.
Groenblijvende boomsoort die inheems is langs de westkust van Noord-Amerika, van het schiereiland Kenai in Alaska tot het noordelijkste deel van Californië, en die meestal op vochtige locaties in de bergen groeit, vaak dicht bij de boomgrens, maar soms ook lager. Hij kan een hoogte van 40 m bereiken en heeft meestal afhangende takken. Als gevolg van de afwijkende bouw is de classificatie al een aantal keren gewijzigd. Recent onderzoek laat zien dat de kans groot is dat dit in de toekomst weer zal gebeuren en dat deze boom mogelijk wordt ondergebracht in een ander genus, Callitropsis of Xanthocyparis, samen met de onlangs ontdekte Vietnamese goudcipres Xanthocyparis (Callitropsis) vietnamensis.
Boomsoort die voorkomt in vochtige gebieden in het oosten van de VS, van de staat Maine in het noorden tot de kust van de Mexicaanse golf in het zuiden en de staat Oklahoma in het westen. Het hout is licht en zacht, maar sterk. Deze boom wordt soms als sierboom gekweekt. In de herfst krijgen de bladeren een schitterende scharlakenrode kleur. De kleurstof in de schors heeft een goede kleurvastheid voor wassen en een redelijke kleurvastheid voor blootstelling aan licht.
Papier met een gelatinelaagje wordt lichtgevoelig gemaakt met kaliumdichromaat. Na droging wordt het papier in contact met een negatief belicht. Wanneer men het papier daarna in koud water legt, zwellen de onbelichte delen op; de belichte (gelooide) gedeelten nemen minder of helemaal geen water op. Het vochtige gelatinereliëf neemt daardoor meer vette inkt aan in de gelooide gedeelten, waar het water de inkt afstoot. De olieverf wordt meestal tamponerend met een kwast aangebracht. Bij de oliedruk laat men de inkt indrogen op het gelatinereliëf.
Het aanbrengen van olie: wrijven, bestrijken, bedekken, bevochtigen of besmeren met olie.
Platen, matjes of kleine ondiepe borden, meestal rond en gebruikt om een oppervlak te beschermen tegen krassen of beschadiging door hitte of vocht.
Bevochtigingsmiddel in aquarelverf.
Een craquelé-patroon in schilderijen dat dikwijls ook in de grondverf trekt, en ontstaat nadat alle lagen zijn opgedroogd als gevolg van nauwelijks merkbare bewegingen in de ondergrond, door bijvoorbeeld temperatuurveranderingen of vocht.
Papier dat is gecoat met een substantie die op een oppervlak kan worden gedrukt door middel van druk, vocht, of hitte en druk; de achterkant is vaak pergamijn. Overdrukpapier is te imiteren door met een zacht potlood of krijt over calqueerpapier of ander dun papier te wrijven, of door het met een pigment te bepoederen, afhankelijk van de aard van het te bedrukken oppervlak. De term heeft ook betrekking op speciale papiersoorten die worden gebruikt bij het maken van overdruklithografieën.
Vakwerkconstructie waarbij de draagpalen boven de vochtige grond op afzonderlijke fundamentblokken zijn gezet, zodat wordt voorkomen dat de onderdelen van de omlijsting gaan rotten en de vervanging van onderdelen wordt vergemakkelijkt zonder dat de omlijsting opnieuw gebouwd hoeft te worden. Komt veel voor in de lokale architectuur van de Lower Mississippi-vallei.
Een dispersie van cellulosevezels in water, die wordt gebruikt als grondstof bij de productie van papier. Deze bevat plantaardige, minerale of kunstmatige vezels en vormt een matte of vervilte laag op een plaat als het vocht wordt verwijderd.
Gebeeldhouwde objecten in verschillende vormen, vaak bedekt met ingewikkeld snijwerk, gemaakt van een pasta van gedroogde tukula vermengd met andere ingrediënten zoals zand, water en palmolie, door de Kubavolkeren in de Democratische Republiek Congo (voorheen Zaïre). Ze worden gebruikt als gedenktekens voor hun overleden eigenaren. Het pigment kan gebruikt worden door de blokken te bevochtigen en dan te wrijven.
Een taaie, soepele, transparante en vochtbestendige polyvinylacetaalhars gemaakt van polyvinylalcohol en butyraldehyde; wordt onder andere gebruikt als tussenlaag in veiligheidsglas en andere gelamineerde producten.
Verwijst naar de stijl en periode van kunst en architectuur die tot ontwikkeling kwam in de jaren zestig van de 20ste eeuw en daarna, toen de overheersende rol van het modernisme werd aangevochten. In het algemeen stond deze stijl een pluralistische benadering van de kunsten voor, waarbij werd gesteld dat het modernisme had gefaald vanwege het ontbreken van een gecodeerde betekenistaal voor de kijker. De term werd voor het eerst gebruikt door de Spaanse dichter Federico de Onis in 1934 en later in 'A Study of History' van Arnold Toynbee in 1938, maar de term werd pas in de jaren zeventig vrij algemeen gebruikt in relatie tot een trend in de architectuur waarbij sprake was van selectief eclecticisme en historicisme. Dit leidde tot structuren waaruit kennis van het modernisme naar voren kwam, maar ook tot speelse, grillige toepassingen van klassieke elementen. In overige kunstvormen, zoals de schilderkunst, was sprake van een terugkeer naar een klassieke benadering van de menselijke gestalte, stijl en compositie, wat vaak resulteerde in werken in de stijl van de Oude meesters, maar dan met eigentijdse beelden, zoals beroemdheden uit die tijd of kunstenaars uit het verleden. In de fotografie en de schilderkunst werd een verhalende benadering ook populair. Aan het begin van de jaren tachtig kwamen veel postmoderne werken in handen van de commerciële kunsthandel, waarbij grote bedragen werden betaald voor het werk van relatief nieuwe kunstenaars. In de jaren negentig leek de populariteit van het postmodernisme enigszins te tanen en kwamen meer traditionele modernistische vormen weer in opkomst.
Siliciumhoudend of silicium- en aluminiumhoudend materiaal dat zelf weinig of geen cementerende waarde bezit, maar dat in fijnverdeelde vorm en bij aanwezigheid van vocht bij normale temperaturen chemisch zal reageren met calciumhydroxide, waardoor er verbindingen ontstaan met cementerende eigenschappen.
Te gebruiken voor dunne metalen platen van tin of zink die tijdens het persen worden gebruikt om een gelijkmatige drukverdeling te waarborgen, het boekblok te beschermen tegen vocht en te voorkomen dat de inkepingen van de inslag zich aftekenen in het boekblok.
orde van ongeveer 150 soorten zeer kleine primitieve, blinde insecten met een bleke kleur die geen vleugels hebben, in vochtige humus en aarde leven en rottend organisch materiaal eten.
Hygrometers die de vochtigheid vaststellen door twee thermometers af te lezen, één met een natte bol en de ander met een droge.
Eik met brede kroon die inheems is in Noord-Amerika, in het gebied dat zich uitstrekt van het Midden-Westen tot diep in het zuiden van de VS en tot de oostelijke rand van de Great Plains. In het vrije veld kan de boom 18 meter hoog worden en 24 meter breed. De boom heeft vaak lange en dikke lage takken en groeit bij voorkeur op vochtige, diepe, vruchtbare en alkalische aarde met een goede afwatering, maar ook vaak in de buurt van heuveltoppen of hoger gelegen gebieden met een droge grond die klei bevat of vruchtbaar, zanderig of rotsachtig is. De boom verdraagt ook neutrale tot zure grond en gedijt in de volle tot gedeeltelijke zon (jonge bomen kunnen ook goed tegen schaduw).
Wordt gebruikt voor instrumenten die de lucht in worden gedragen door vrij zwevende onbemande ballonnen, die zijn uitgerust met apparatuur voor het meten van temperatuur, druk en relatieve vochtigheid en die de gegevens automatisch kunnen verzenden per radio.
Harnassen voor de zg Rennen, een type steekspel waarbij werd gevochten met geslepen lansen; Duitsland, 15e-16e eeuw. Gebruik 'Stechzeuge' voor harnassen in zg Gesteche, een type steekspel waarbij werd gevochten met verkorte lansen; Duitsland, 15e-16e eeuw.
Grasachtige plant van het genus Juncus, met een mergachtige of holle steel, die wordt aangetroffen in vochtige of moerasachtige omgevingen.
Het behandelen van zwaar gelooide huiden en vellen met water om tot een gelijkmatige vochtverdeling te komen.
Steekspelen die in Duitsland zijn ontstaan waarbij wordt gevochten met scherpe, gepunte lansen.
Harnassen gebruikt bij toernooigevechten te voet, uitgevochten over een houten scheiding heen; 16e eeuw.
Korrelvormig gehydrateerd silica dat wordt gebruikt als ontwateringsmiddel, vaak bij langdurige opslag van elektronica of optische instrumenten, bijvoorbeeld camera's. Afhankelijk van de omgevingstemperatuur kan silicagel vocht opnemen of afgeven. Feitelijk fungeert het niet als droogmiddel maar als vochtstabilisator.
Harnassen voor zg Gesteche, een type steekspel waarbij werd gevochten met verkorte lansen; Duitsland, 15e-16e eeuw. Gebruik 'Rennzeuge' voor harnassen in de zg Rennen, een type steekspel waarbij werd gevochten met geslepen lansen; Duitsland, 15e-16e eeuw.
Gesatineerd papier met een patroon of textuur die ontstaat door objecten in een vochtige, vaak gekleurde pasta of stijfselpap die over het papier is uitgesmeerd te drukken te of schuiven. Regelmatig gebruikt als decoratieve schutbladen of omslagpapier.
Apparaat dat een luchtstoot naar een oven of smidsvuur voert door middel van vallend water, waarbij het water en de lucht in een tweede fase worden gescheiden. In specifieke zin, een blaasapparaat zonder bewegende delen dat tot in de 19de eeuw werd gebruikt in metallurgische fabrieken in Italië, Spanje en andere Middellandse Zeelanden. Een stoot vochtige lucht wordt naar een oven gevoerd door middel van vallend water, waarbij de lucht middels het zogeheten Venturi-effect naar beneden wordt gezogen. In een vat wordt de lucht dan gescheiden en door een pijp of 'tuyere' naar de oven gevoerd.
Repen stof, door Brits legerpersoneel om de nek gedragen in combinatie met overhemden met een open hals om transpiratievocht op te vangen, vooral in warme streken.
Kasten van elke omvang, meestal gemaakt van glas, ontworpen om te boeken, museale voorwerpen, of andere objecten tentoon te stellen en hen te beschermen tegen stof en insecten; ze hebben vaak een gecontroleerde luchtvochtigheid.
Type overtrekpapier met daarop een gedrukt ontwerp dat is bedoeld om te worden overgebracht op een ander oppervlak. Meestal wordt het papier bevochtigd en vervolgens met de bovenkant naar onderen op het tweede oppervlak gelegd; de transfer hecht zich dan op het tweede oppervlak, waarna de drager kan worden weggetrokken. In massa geproduceerde keramiekwaar wordt vaak met dergelijke transfers gedecoreerd.
Vocht dat wordt uitgescheiden via de poriën van de huid van de meeste zoogdieren, meestal als gevolg van lichamelijke inspanning of warmte en bedoeld om het lichaam te laten afkoelen.
Te gebruiken voor een tevoren afgesproken gevecht tussen twee personen dat wordt gevochten met dodelijke wapens volgens een aanvaarde code of procedure, met name om een persoonlijk conflict te beslechten.
Dresproces waarbij pas gelooid leer of perkament wordt geschraapt, gladgestreken of van overmatig vocht wordt ontdaan, hetzij handmatig, hetzij machinaal.
Een lichte en voordelige wandbekleding voor gebouwen, samengesteld uit isolatiemateriaal en een vochtig aangebrachte afwerklaag.
Verwijst naar een natuurlijk voorkomend harsachtig exsudaat, gemaakt van het sap van de boom Rhus verniciflua of andere bomen uit de Anacardiaciae-familie die worden aangetroffen in het Verre Oosten. Urushi wordt toegepast in Japans en, in mindere mate, in Chinees lakwerk, evenals in Japanse prenten, de zogeheten 'urushi-e'. Urushi hardt uit door oxidatieve polymerisatie na blootstelling van dunne laklagen aan een hoge vochtigheidsgraad en een matige temperatuur. De term verwijst soms ook naar de objecten die met deze laksoort worden vervaardigd, en naar de laktechniek zelf.
Apparaten die vochtigheid leveren en in stand houden.
Etsen gemaakt door op een relatief zachte etsgrond een vochtig, korrelig papier te plaatsen, waarop met een harde stift wordt getekend. Omdat bij het weghalen van het papier deeltjes etsgrond meegetrokken worden ontstaan bij het bijten korrelige lijnen.
Door middel van verhitting of bevochtiging of door het uitoefenen van druk weefsels aaneenhechten of samen doen klitten. Gebruik 'vollen' voor het gecontroleerd samenpersen van weefsels, zodat deze dikker en compacter worden.
Verwijst naar een Italiaanse keramiekstijl die werd vervaardigd door Francesco Vezzi in Venetië tussen 1720 en 1729. Deze stijl werd beïnvloed door de porseleinstijlen uit wenen en Meissen, en kenmerkt zich door een vochtig ogende, heldere glans en scherp afgetekende geschilderde decoraties, waaronder chinoiserie, wapenschilden en vormen die werden afgeleid van Europees zilver.
Stof die meestal wordt vervaardigd uit wol of andere dierenharen, vaak vermengd met natuurlijke of synthetische vezels; de losse vezels worden met elkaar verbonden door de inwerking van warmte, vocht, chemicaliën en druk, zonder te spinnen, weven of breien.
Verhoging van de grond veroorzaakt door bevriezing van vochtige aarde.
Afwerkingsprocédé bij textielverwerking waarbij gebruik wordt gemaakt van gereguleerde krimp om een stof te produceren die dikker, compacter en stevig is. Bij zwaar gevold textiel worden de structuur en de afzonderlijke draden helemaal onzichtbaar, wat een viltachtig effect geeft. Gebruik 'vervilten' voor het toepassen van hitte, druk en vocht op weefsel om het samen te drukken.
De toestand van de atmosfeer met betrekking tot factoren zoals wind, temperatuur, bewolking, vocht en druk. Gebruik 'klimaat' voor alle atmosferische variaties op een specifieke geografische locatie op langere termijn.
Te gebruiken voor het opgedroogde transpiratievocht van schapen, dat in de wol is afgezet.
Deel van een plant dat uit de kiem omlaag groeit in de grond of andere bodem, waardoor de plant wordt verankerd en voedingsstoffen en vocht kan opzuigen.
Steen gevormd door een proces waarbij vochtige klei in vormen wordt gevormd.
Een fundamentele onvolkomenheid van glas die wordt veroorzaakt door een onjuiste verhouding van de bestanddelen, in het bijzonder door een teveel aan alkali, en die wordt gekenmerkt door een netwerk van fijne scheurtjes en de vorming van vochtplekken op het oppervlak.