Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Vorken die tijdens het snijden worden gebruikt voor het vasthouden van vlees en soortgelijk voedsel. Zijn over het algemeen voorzien van twee lange tanden die ietwat gebogen kunnen zijn en hebben soms aan het begin van het handvat een voorwerp waarop men de wijsvinger en duim kan rusten. Gaan soms samen met een voorsnijmes.
Landbouwwerktuigen bestaande uit een lange rechte steel, aan het uiteinde voorzien van twee of meer grote punten, gebruikt om te dragen, graven, tillen of schudden.
Vorken die meestal kleiner zijn dan eetvorken. De term kan ook verwijzen naar alle vorken die deel uitmaken van een couvert, of eigenlijk naar alle vorken die bedoeld zijn om mee te eten, en dus niet om eten mee op te dienen.
Kleine vorken met lange tanden die speciaal zijn ontworpen om door een aardbei te steken, die in suiker of room te dippen en het naar de mond te brengen.
Brede, platte vorken met vier of vijf tanden die worden gebruikt voor het opdienen van warme of koude asperges.
Kleine vorken met drie of vier korte tanden en een lang handvat die worden gebruikt voor het opdienen van augurken en soortgelijke voedingswaren. Gebruik 'olijfvorken' voor soortgelijke vorken met twee tanden.
Culinaire uitrusting met een min of meer platte vorm, zoals vorken en lepels, en zonder snijrand. Te onderscheiden van 'culinaire houders' en 'vaatwerk', zoals drinkglazen en schalen. gebruik de term 'meswerk' bij het verwijzen naar keukengereedschap met snijrand, in het bijzonder diverse soorten messen die bij het eten worden gebruikt. Schepwerk wordt tegenwoordig meestal in sets vervaardigd, met soortgelijke of verwante decoratieve patronen op het handvat. (Engelse term: de term kan ook verwijzen naar min of meer platte of ondiepe voorwerpen van aardewerk, zoals borden en kopjes).
Koffer om besteksets in te bewaren en te vervoeren. Gewoonlijk is het bestek van metaal, dat soms is verzilverd. De koffer is vaak gemaakt van hout en heeft gewoonlijk een scharnierend deksel en aparte vakjes voor lepels, vorken en messen. Van binnen is de koffer doorgaans gevoerd met fluweel of een ander zacht materiaal.
Vorken die worden gebruikt voor het doorklieven van een citroenschijfje. Worden vaak beschouwd als diengerei maar is soms bij elk couvert inbegrepen.
Een soort servies voor het dessert dat wordt geserveerd als de laatste gang van een maaltijd, meestal bestaand uit dessertbordjes, dessertschaaltjes, dessertvorken, dessertmessen, dessertlepels en soms een opscheplepel en vingerkommetjes.
Vorken die kleiner zijn dan eetvorken en voornamelijk worden gebruikt voor het eten van desserts. Hebben in het algemeen een kort handvat en twee, drie of vier tanden. Kunnen samen met een dessertlepel worden gebruikt. Maakt soms deel uit van een dessertbestek.
Handvorken met een lange steel en twee of drie enigszins gebogen scherpe tanden, gebruikt om hooi, stro en schoven op te steken en om grond los te maken.
Vorken, gebruikt bij het oogsten van gerst en andere granen met korte stengel, met een versteviging op de plaats waar de steel is verbonden met de tanden.
Vorken met een kom- of lepelachtig deel met aan het uiteinde drie of vier kleine tanden die worden gebruikt voor het eten van ijs en soortgelijk voedsel.
Vorken met lange handvatten die worden gebruikt voor het plaatsen van glas in een oven.
Vorken waarmee kleine kinderen kunnen eten. Gewoonlijk hebben ze een korte steel en korte, relatief botte tanden.
Grote en vaak versierde vorken die worden gebruikt voor het opdienen van vlees en fijne vleeswaren.
Keukengerei met een snijkant, vooral messen van allerlei vorm voor het snijden, hakken, verdelen en opdienen van voedsel. gebruik 'schepwerk' wanneer het vorken, lepels en soortgelijk keukengerei zonder snijkant betreft. Voor bestek inclusief tafelmessen, gebruik 'couvert'.
Vorken die in vorm bijna gelijk zijn aan augurkvorken, een lang handvat en drie of vier puntige tanden hebben en worden gebruikt voor het eten van oesters en soortgelijke schelpdieren.
Kleine vorken met twee korte tanden en een lang handvat die worden gebruikt voor het opdienen van olijven. Gebruik 'augurkvorken' voor soortgelijke vorken met drie of vier tanden.
Decoratieve motieven die bestaan uit driedelige, gespleten lobben gevormd door inkepingen aan het einde van de afgeplatte steel van lepels en vorken; vooral gebruikt op bestek uit de 17e en 18e eeuw.
Vorken met lange handvatten die worden gebruikt bij het bakken of roosteren van voedsel boven een open vuur.
Brede vorken met vaak tussen de vijf en zeven korte tanden die worden gebruikt voor het opdienen van sardines.
Gebruiksvoorwerpen in een veelheid van verschijningsvormen, uitgezonderd messen, vorken, lepels, tangen en scheppen; in het bijzonder platte schalen voor het opdienen van vast voedsel.
Grote vorken die voornamelijk zijn bedoeld voor het opdienen van voedsel van dienbladen, schalen of soortgelijke voorwerpen. Gaan soms samen met een opscheplepel.
Vorken die kleiner zijn dan eetvorken, in het algemeen drie of vier tanden hebben en worden gebruikt voor het eten van salades.
Vorken gebruikt als maatstaf bij het stemmen of voor het uitvoeren van geluidsexperimenten: een steel waaraan 2 uitsteeksels die, wanneer ze worden aangeslagen, een toon voortbrengen met een vaste, constante toonhoogte; staal.
Keukengerei dat de functies van een vork en lepel combineert; heeft aan één kant tanden en aan de andere kant een kleine, ondiepe kom. Dit soort vorken werd gebruikt in de 16e tot de 18e eeuw voor het eten van gekonfijt fruit en bonbons.
Instrumenten voor het meten van de frequenties van tonen of de precieze toonhoogte, bijvoorbeeld een reeks gekalibreerde stemvorken.
Keukengerei met lange handvatten en brede bladen die vaak zijn doorboord of gegraveerd met decoratieve patronen, dat wordt gebruikt om vis te serveren. Gaan soms samen met 'visvorken (serveermateriaal)'.
Grote, brede vorken met vier tanden die worden gebruikt samen met een vismes of serveermes om vis op te dienen.
Vorken met drie of vier tanden waarvan de buitenste tanden vaak breder zijn en een punt hebben. Worden in het algemeen samen gebruikt met een bijbehorend vismes.
Grote vorken met lange handvatten die worden gebruikt voor optillen van vlees uit de pot of pan waarin het is gebakken.
Grote vorken in een couvert die worden gebruikt voor het nuttigen van het hoofdgerecht van een maaltijd.