Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Blanke wapens voorzien van een gevest in plaats van een stok om alles vast te houden.
Wapens die zijn ontworpen om brand te veroorzaken bij een bepaald doel of op bepaalde bestemming; omvat ook die wapens die bestaan uit over het algemeen niet-brandbare materialen.
Wapens met een ceremoniële of symbolische functie, bijvoorbeeld als ambtssymbolen, onderscheidingstekens of ter aanduiding van persoonlijke status.
Wordt gebruikt voor wapens die een combinatie zijn van twee of meerdere soorten wapens. Kan ook worden gebruikt voor wapens die zijn verborgen of eruitzien als onschuldige alledaagse gebruiksartikelen.
Helmen die een kruising zijn tussen wapenhelmen en dichte helmen; ze zijn geconstrueerd als dichte helmen maar hebben net als wapenhelmen een klep, wangstukken en een @'falling buffe' in plaats van een vizier en een @bovenkinstuk.
Het toevoegen van een structureel element, meestal van een ander materiaal, om ergens de sterkte of onbuigzaamheid van te verbeteren.
Beton dat versterkt is door middel van een ingesloten wapening die meestal uit stalen staven bestaat.
Vlakglas waarin draadgaas is ingesloten als veiligheidsmaatregel: als het glas breekt, houdt het draad de stukken bij elkaar.
Gebruik voor heraldische verwijzingsbronnen waarin de wapens afhankelijk van de ontwerpen die ze bevatten in een bepaalde methodiek zijn gerangschikt.
Vuurwapens, meestal met een kaliber tot 2 cm, die zijn ontworpen om door één persoon te worden gehanteerd, al of niet met steun van de schouder.
Delen van een harnas die op het lichaam worden gedragen.
Vuurwapens die vanaf de schouder worden afgevuurd.
Werpwapens die eigenlijk alleen bestaan uit een strook leer, stof of een ander soepel materiaal die in het midden wijder wordt om een zak te vormen voor het projectiel. Ze werden bij de beide uiteinden vastgehouden en snel rondgedraaid, waarna één eind los werd gelaten om het projectiel weg te slingeren.
Met de hand bediende wapens waarvan de snede of de punt van de kling in het lichaam van de tegenstander moet dringen. Let op, gebruik 'slagwapens' voor wapens met stompe koppen die alleen dienen om de tegenstander te verpletteren.
Blanke wapens die zijn bevestigd op lange rechte stokken van hout of metaal.
Luchtgeweren waarbij de stoot samengeperste lucht wordt voortgebracht door middel van een zuiger die door een veer in werking wordt gesteld en die tussen twee schoten door opnieuw moet worden gespannen.
Vuurwapens die met één hand kunnen worden vastgehouden en afgevuurd.
Blanke wapens die in de hand worden gedragen om de vuist en het effect van een slag te versterken door bijvoorbeeld gewicht of scherpe randen toe te voegen.
Wapens die de gasdruk van brandend kruit gebruiken om projectielen voort te stuwen.
Vuurwapens voor recreative doeleinden; gebruik de termen onder 'projectielwapens' voor militaire projectielwapens.
Wordt gebruikt voor wapenschilden met de bijbehorende stukken (helm, helmbos, mantel, wapenspreuk en schilddragers).
Te onderscheiden van 'arsenalen' doordat ze ook worden gebruikt voor de oefening van militairen.
Schilden of op een schild gelijkende oppervlakken waarop familiewapens staan afgebeeld.
Te onderscheiden van 'wapenmagazijnen' doordat ze alleen als opslagplaats dienen voor wapens en militaire uitrustingen.
Lichte, open ogivale of halfronde helmen, gewoonlijk voorzien van een kam, een uitstekende klep boven de ogen en met scharnieren bevestigde wangstukken of oorflappen. Ze werden gedragen door de infanterie en lichte cavalerie in de 16e en 17e eeuw.
Kledingstukken zonder of met korte mouwen, die bestaan uit voor- en achterpanden en met open zijden. Ze worden gedragen over andere kledingstukken, soms met heraldische emblemen, door ridders, herauten of burgers, voornamelijk tussen de 12de en de 14de eeuw. Gebruik 'blazoenen' voor gewatteerde of doorgestikte beschermende kledingstukken die over metalen harnassen werden gedragen en die waren verfraaid met heraldische emblemen.
Heraldische manuscripten die de wapenrusting van personen tijdens een veldslag of toernooi sieren of blazoeneren.
Omvat stukken wapenrusting die fysiek deel uitmaken van, of bevestigd zijn aan andere stukken, en niet op zichzelf kunnen functioneren. Gebruik 'wapenrusting' voor individuele stukken wapenrustingen die apart gedragen kunnen worden en apart of in stellen kunnen functioneren.
De hiërarchie Wapens en Munitie bevat descriptoren voor gereedschappen en materialen die zijn bedoeld als fysiek aanvals- of verdedigingsmiddel. Hieronder vallen handwapens zoals 'zwaarden', grondwapens of op rijdend materieel vervoerde wapens zoals 'artillerie', componenten van wapens (bijvoorbeeld 'pijlpunten') en projectielen die met vuurwapens worden afgevuurd (bijvoorbeeld 'patronen'). Tevens opgenomen zijn descriptoren voor jachtwapens (bijvoorbeeld 'zwijnssprieten') en voor objecten die wel van wapens zijn afgeleid maar slechts voor ceremoniële doeleinden worden gebruikt (bijvoorbeeld 'staatsiezwaarden'). Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor materialen die zelf als wapen of munitie kunnen fungeren, vindt u in de hiërarchie Materialen (bijvoorbeeld 'springstoffen', 'buskruit'). Descriptoren voor harnassen of andere vormen van persoonsbeschermende middelen (bijvoorbeeld 'schilden', 'kogelvrije vesten') zijn ondergebracht in de hiërarchie Kleding. Descriptoren voor pantservoertuigen of voertuigen waarop wapens worden vervoerd (bijvoorbeeld 'oorlogsschepen', 'tanks (militaire voertuigen)') zijn opgenomen in de hiërarchie Vervoermiddelen. Descriptoren voor objecten die als wapen of als gereedschap kunnen dienen, vindt u in de hiërarchie Gereedschap en Uitrusting (bijvoorbeeld 'hamers'). Descriptoren voor houders van wapens en munitie (bijvoorbeeld 'schedes', 'kruitbusjes') zijn ondergebracht in de hiërarchie Houders. Descriptoren voor vuurwapens die uitsluitend voor schijfschieten worden gebruikt, maken deel uit van de hiërarchie Ontspanningsmiddelen, terwijl descriptoren voor vuurwapens die worden gebruikt tijdens de gewapende strijd of de jacht hier te vinden zijn. Descriptoren voor onderdelen van wapens (bijvoorbeeld 'trekkers') en componenten die onderdeel vormen van zowel wapens als gereedschappen (bijvoorbeeld 'blades') zijn in de hiërarchie Componenten ondergebracht.
Zijn die familiewapens in de juiste kleur en samenstelling schilderen.
Personen die harnassen of wapens maken of vuurwapens repareren, in elkaar zetten en testen.
Knuppels die bestaan uit een stok en een handvat en vaak een riempje, gewoonlijk gebruikt door militairen en andere ordehandhavers.
Staven, knotsen of knuppels die worden gedragen als tekenen van ambt of autoriteit.
Stokwapens met een lange gekartelde kling van vierkante doorsnede, met onderaan een schijf.
Eind 20e-eeuwse benaming voor bommenwerpers met verschillende wapens zonder nucleaire lading.
Wijzigingen aan wapenschilden of heraldieke wapens wegens verondersteld wangedrag of eerverlies.
Te gebruiken om vuurwapens te beschrijven die aan het achterste eind van de loop geladen worden.
Poppen, typisch meer door jongens dan door meisjes als speelgoed gebruikt of door volwassen mannen als verzamelobject beschouwd, die voorstellingen zijn van stripfiguren, militairen, sportmensen, film- of televisiesterren of andere personen die deelnemen aan heldhaftige of avontuurlijke activiteiten. De figuren zijn meestal mannelijk en incidenteel vrouwelijk. Ze hebben vaak onnatuurlijke, overontwikkelde spierbundels en kunnen zijn voorzien van beweegbare gewrichten waardoor ze wapens kunnen vasthouden of verschillende houdingen kunnen aannemen. De term is bedacht door de firma Hasbro die in 1964 een militaire pop voor jongens, G.I. Joe, in de handel bracht. In de rechtszaak ‘Toy Biz versus de Verenigde Staten’ is bepaald dat door Toy Biz/Marvel Comics geproduceerde actiefiguren voor de douanerechten gelden als speelgoed en niet als poppen omdat ze ‘niet-menselijke wezens’ voorstellen.
Spaanse tapijten met acht- of zeshoekige ornamenten, of met trapgewijs geplaatste ruiten,of met een ster in een ruit; ook met wapenschilden en niet-islamitische motieven zoals dieren of mensen; motieven afgeleid van Perzische of Anatolische tapijten.
Onderdelen of verzamelingen onderdelen die zijn bedoeld om artilleriewapens en zware kleine vuurwapens, zoals machinegeweren, te ondersteunen. Ze kunnen uiteenlopen van eenvoudige driepoten tot complexe ondersteunende, draaiende en omhoogrichtende mechanismen op kanonsdragers.
Verwijst naar een rond of ovalen medaillon van was met het teken van de Agnus Dei: het symbool van Christus in de vorm van een lam dat een kruis draagt en een stralenkrans rond de kop heeft. De afbeelding werd in een klein stukje was gedrukt, waarna de paus het medaillon zegende. De was kan afkomstig zijn van gebruikte paaskaarsen en wordt dan op de donderdag na Pasen gezegend door de paus. Gewoonlijk staan op de achterkant afbeeldingen van heiligen of de naam en de wapens van de paus. Agnus Dei's draagt men aan een ketting rond de nek of worden als heilige objecten bewaard. Door de zegening van de medaillons beschouwt men ze als ���sacramentaliën', zoals wijwater en gezegende palmen.
Sluithaakjes, vaak rijkelijk versierd, in de vorm van een haak vastgenaaid aan de ene kant van een kledingstuk of wapenuitrusting, die kan worden vastgemaakt aan een lus of ring die is vastgenaaid aan de andere kant.
Effen, doorgestikte of gewatteerde lagen textiel of leer, vaak zonder mouwen, die werden gedragen onder metalen wapenrustingen of als enige beschermende kledingstuk; waren in gebruik vanaf op zijn laatst de 12e eeuw tot het begin van de 15e eeuw.
Wordt gebruikt voor snijgereedschap dat bestaat uit een relatief zware kop met een snijkant die is bevestigd aan een handvat waarbij de snijkant(en) parallel lopen aan het handvat zodat het kan worden gebruikt voor hakken. Gebruik 'bijlen (wapens)' voor bijlen die worden gebruikt als wapens.
Ingebonden verzamelingen met handgeschreven teksten, geschriften en tekeningen van de vrienden en kennissen van de eigenaar. Men denkt dat ze voor het eerst werden gemaakt in het midden van de zestiende eeuw in de Duitstalige gebieden in Europa. De gewoonte werd verspreid door studenten die van de ene universiteit naar de ander reisden. Ook niet-studenten gingen ze gebruiken, met name mannen en vrouwen uit de bourgeoisie. De albums van mensen van adel bevatten gewoonlijk afbeeldingen van hun wapens.
Slappe, platte, kleploze petten met een nauwsluitende hoofdband; worden in militaire context gedragen als formeel hoofddeksel, dan voorzien van een embleem dat het wapen aanduidt waartoe de drager behoort.
De praktische kennisgebieden uit de middeleeuwen, zoals wapenkunde, krijgskunde, scheepvaart, jacht, geneeskunde en de bouwvakken.
Projectielen en voortstuwingsmiddelen die nodig zijn voor het gebruik van vuurwapens.
Elk van de bewegingen die hun oorsprong vinden in de radicalere elementen van de 16de-eeuwse Reformatie die stelden dat alleen de doop van volwassen geldig is en dat ware christenen geen regeringsfuncties mogen bekleden, geweld mogen gebruiken of wapens mogen dragen. Aanhangers van deze bewegingen, ook bekend als wederdopers, leggen de nadruk op een strikte kerkelijke discipline, trouw aan de Schrift en de scheiding van kerk en staat. Anabaptisten zijn regelmatig blootgesteld aan vervolging als gevolg van hun kritiek op de overheid; zij worden vaak beschouwd als de voorlopers van de doopsgezinden.
Gebruik voor de monumenten die worden opgericht als permanente herinnering aan militaire overwinningen, meestal met afbeeldingen van de buit en van de strijd. Ze werden meestal opgezet in het land van de overwonnenen. Het ontwerp van deze monumenten is afgeleid van de bergen van wapens en harnassen die werden verzameld en tentoongesteld na de Griekse en Romeinse militaire overwinningen. Voor de daadwerkelijke objecten die als buit in de oorlog of de jacht werden genomen, of uitgereikt als prijs voor de overwinning in wedstrijden, gebruik 'trofeeën (prijzen)'.
Wapenrusting in oud-Romeinse stijl, gemaakt op grond van afbeeldingen op Romeinse monumenten. Gewoonlijk had de wapenrusting een meer ceremoniële dan praktische functie. De meeste van dit soort wapenrustingen zijn in de Renaissance gemaakt voor ceremoniële optochten en toernooien.
Wordt gebruikt voor naslagwerken over wapenschilden, heraldische wapenbeelden en deviezen, of over heraldiek (het bedenken en reguleren van emblematische voorstellingen volgens vastgelegde conventies).
Wordt gebruikt voor woordenboek-achtige naslagwerken van heraldische wapenbeelden (alle goedgekeurde deviezen waaronder wapenschilden, insignes en vlaggen) die alfabetisch staan gerangschikt op familienaam.
Verwijst naar al het porselein dat is gedecoreerd met heraldische motieven, maar in het bijzonder naar 18de eeuws porselein dat voor Europese families in China werd vervaardigd en voorzien was van hun wapenschilden.
Banden versierd met wapens of andere emblemen van koningshuis of adelstand.
Vuurwapens met meestal een kaliber groter dan 2 cm, die zijn ontworpen om te worden ondersteund door een affuit en die een bemanning van tenminste twee mensen vereisen.
Te gebruiken om vuurwapens te beschrijven waarbij, na één keer handmatig of mechanisch laden, het proces van schieten, verwijderen, uitwerpen en herladen doorgaat zonder onderbreking zolang de trekker ingedrukt blijft en er munitie is. Gebruik 'halfautomatisch' voor vuurwapens die automatisch herladen na ieder schot maar waarbij voor elk schot opnieuw de trekker moet worden overgehaald.
Bol- of peervormige stenen flessen met smalle hals, versierd met masker met baard, vaak ook met een wapenschild; werd gemaakt in de 16e en 17e eeuw.
Officiële bijnaam voor een Amerikaans type raketwerper met een buisvormige loop met een gladde ziel, die vanaf de schouder wordt afgevuurd; geïntroduceerd als anti-tankwapen in de Tweede Wereldoorlog.
Ronde, verkoperde, balletjes van maximaal 5,5 mm in doorsnede, die worden gebruikt in wapens, voornamelijk in lucht- en gasdrukwapens. Geen Nederlands equivalent. Zie 'hagel (munitie)' of 'kogels (munitie)'.
Grote Neolithische rechtopstaande steen waarin de gestileerde vormen van een menselijke figuur zijn ingehouwen, soms inclusief kleding en wapens. Komt vooral voor in het zuiden van Frankrijk en de westelijke Alpen.
Verwijst naar de periode van de Bolsjaja Retjska-fase waarin ijzer werd gebruikt voor het produceren van een grote verscheidenheid aan voorwerpen, waaronder wapens, paardenbitten en gespen van riemen.
Grote, schuivende rondelen die de binnenkant van de elleboog, de oksel of een ander gewricht beschermen. Ze zijn gewoonlijk rond of ovaal, en worden met riempjes, nagels of veters vastgemaakt aan wapenrusting voor het bovenlichaam, zoals schouderstukken en onderarmstukken.
Achterlaadsystemen waarbij een hendel, asl verlenging van de trekkerbeugel, wordt gebruikt om het wapen te openen en te sluiten. In repeteergeweren trekt de hendel ook lege patroonhulzen uit, voert nieuwe patronenaan en spant de haan.
Projectielwapens die voornamelijk bestaan uit een lange smalle buis van hout, bamboe, riet of metaal, waar kleine pijltjes of kogeltjes mee kunnen worden weggeschoten door middel van de adem van de gebruiker.
Formele beschrijvingen van kentekens, banieren en vlaggen of in wapens of wapenschilden die iemand in staat stellen om het juiste beeld te construeren of te reconstrueren.
Te gebruiken om automatische en semi-automatische vuurwapens te beschrijven waarbij de druk van het voortstuwingsmiddel wordt gebruikt om de loop naar voren te duwen vanaf een vast staartstuk, om het mechaniek te openen en om de lege huls uit te werpen. De loop wordt in zijn afvuurpositie teruggebracht door een veer, die het vuurwapen ook herlaadt en spant.
Te gebruiken om automatische en semi-automatische vuurwapens te beschrijven waarbij de druk van het voortstuwingsmiddel wordt gebruikt om de grendel naar achteren te duwen, onafhankelijk van de loop die niet beweegt ten opzichte van de ontvanger.
Vuistwapens die bestaan uit een metalen band die om de vingers of om de hand wordt geschoven, maar de duim er buiten laat; gebruikt om het effect van een vuistslag te versterken.
Projectielwapens die bestaan uit twee of meer stenen of ijzeren ballen die aan de einden van een koord zijn bevestigd en die worden rondgedraaid en gegooid om een dier of een mens te verstrikken.
Te gebruikent voor militaire vliegtuigen die zijn ontworpen om vooral te worden gebruikt tegen gronddoelen en die zijn uitgerust om bommen te vervoeren en te lossen; ze worden meestal gekenmerkt door een groot bereik, matige wendbaarheid en het vermogen veel wapens mee te voeren.
Bespannen projectielwapens die zijn bedoeld om pijlen mee af te schieten en die meestal bestaan uit een langen staaf van hout, metaal, fiberglas of een ander buigzaam materiaal. Er is een stuk sterk touw gespannen tussen de uiteinden van de stok die is gekromd, als normale vorm of door de spanning van de pees. De pees wordt naar achteren getrokken, waarbij de pijl op zijn plaats wordt gehouden door een inkeping in de achterkant; de pijl schiet weg wanneer de pees wordt losgelaten.
Delen van de wapenrusting die de voorzijde van de torso beschermen en die bestaan uit ofwel een enkele gevormde plaat, of twee of meerdere platen of harnasplaten die elkaar overlappen.
Kokervormige delen van een stalen wapenuitrusting bedoeld om de bovenarmen te bedekken. Ze maken deel uit van het armharnas.
Korte spies, ongeveer 1,5 m lang, met een blad van een of drie lange dunne punten die men kon intrekken in de holle opening van de schacht. Wanneer men het wapen snel naar voren stootte, schoten de punten naar buiten. Ze werden tussen de zestiende en de negentiende eeuw gebruikt door zowel infanteristen als burgers.
Projectielen voor draagbare vuurwapens of mitrailleurs, gevuld met brandbare stof, bedoeld om het doel te doen ontbranden.
Te gebruiken voor vuurwapens die openscharnieren bij het staartstuk van de loop om de ammunitie te laden.
Verwijst naar de periode en cultuur die wordt geassocieerd met het tweede tijdperk in het drieperiodensysteem dat in 1836 is ontwikkeld door Christian Jürgensen Thomsen. Deze periode kenmerkt zich door het wijdverbreide gebruik van brons, een legering van koper en tin, lood, antimonium of arsenicum bij de vervaardiging van gereedschappen en wapens. De Bronstijd ontwikkelde zich op verschillende momenten in verschillende delen van de wereld, vanaf circa 3500 v. Chr. in Griekenland en China en vanaf circa 1400 v. Chr. in verschillende delen van Europa. In Noord- en Zuid-Amerika is er geen Bronstijd geweest omdat de plaatselijke Steentijdculturen door Europese ontdekkingsreizigers direct met de technologie van de IJzertijd werden geconfronteerd.
Een lage, draagbare kaarshouder, gewoonlijk van zilver, met een brede druipring of een lang handvat waarin soms een reservekaars past. Men gebruikt ze om de liturgische boeken te verlichten tijdens pontificale diensten. Vaak zijn ze voorzien van het wapen van de voorlezer. Ze worden gebruikt door kardinalen, bisschoppen en bepaalde abten en andere hoge prelaten.
Lange rechte trompetachtige aërofonen met een licht conische boring gemaakt van messing of zilver en waarvan de verbindingsstukken worden verborgen met ornamentele uitstulpingen en met een wijd uitlopende klankbeker. Ze werden in de Middeleeuwen in Europa gebruikt als herautentrompetten en droegen vaak het wapen van een edelman.
Vuurwapens, vaak pistolen maar niet altijd, met meerdere lopen rond een centrale as die soms kunnen draaien en die afzonderlijk van elkaar worden afgevuurd.
Algemene, aan het Duits ontleende benaming voor gevechtsopstellingen, onderkomens e.d. doorgaans van gewapend beton; zie kazemat. MvC
Lange vuurwapens die eind 16de eeuw in Engeland werden gebruikt voor militaire doeleinden omdat men er zonder ondersteuning mee kon schieten. Ze vormden een nieuwere versie van de haakbus en raakten in onbruik na de Engelse Burgeroorlog. Ze waren in het algemeen groter dan de haakbus en kleiner dan de musket.
Ornamentele omlijstingen, zoals voor een opschrift, monogram, wapenschild of omlijste platen met ornamenten die vaak een opschrift bevatten.
Groepen van gewapende soldaten die te paard vechten of manoeuvreren.
Patronen die worden afgevuurd doordat de slagpin van het vuurwapen slaat op het slaghoedje dat zich in het midden van de bodem van de patroonhuls bevindt.
Knotsen die vooral een ceremoniële functie hebben en niet als wapens werden gebruikt. Een ceremoniële knots is een object in de vorm van een staf of een knuppel, gewoonlijk met een knop of een ander bovenstuk, dat vaak rijk versierd is en wordt gedragen door priesters of andere geestelijken, magistraten en academici als symbool van hun bevoegdheid of functie tijdens een plechtige ceremonie. Voorbeelden zijn afkomstig uit de Egyptische oudheid, precolumbiaans Amerika, Europa en Noord-Amerika. Gebruik ���scepter' voor vergelijkbare objecten die door leiders worden gedragen.
Speren die worden gebruikt voor rituele doeleinden, niet als wapens in het gevecht of de jacht.
Wapens in de vorm van een enkele lange schacht als van een schermstok, die ceremoniële of rituele functies vervullen, bijvoorbeeld als ambtssymbolen of rijksinsignes.
Verwijst naar de periode die samenviel met de heerschappij van Choson in Korea, gedurende het midden van de 4de eeuw v. Chr. Tijdens deze periode vonden er verbeteringen plaats op het gebied van de landbouw, door het gebruik van ijzeren gebruiksvoorwerpen en door betere levensomstandigheden dankzij de constructie van de eerste houten huizen. Artefacten die zijn overgebleven uit deze periode zijn ijzeren wapens, sarcofagen van hout en steen, harnassen en sieraden die getuigen van de opkomst van de heersende klasse. Het koninkrijk overleefde een eeuw lang, voordat het werd veroverd door de Chinezen tijdens de Han-dynastie (206 v. Chr. - 221 n. Chr.).
Gespecialiseerd type @'mitten gauntlets' waarbij het laatste vingerharnasplaatje was verlengd waardoor het, als de hand gesloten was, vastgemaakt kon worden aan de manchet zodat de hand rond een wapen was geklemd; ze waren populair in de 16e eeuw als @'double pieces' voor harnassen voor gevechten te voet.
Combinatiewapens die bestaan uit een klein geweer gecombineerd met een ander wapen of werktuig of een alledaags gebruiksartikel zoals een wandelstok.
Stokwapens met een kop met drie vertakkingen en een driehoekig blad met twee scherpe zijden in het midden; vaak met een stevige kam in het midden en twee kortere klingen die straalsgewijs lopen vanaf de basis of omhoog krullen als de tanden van een drietand; vooral gebruikt in Frankrijk en Italië van de 15e tot de 17e eeuw.
Fysieke objecten die door mensen met een zekere vaardigheid zijn geproduceerd of vormgegeven, in het bijzonder werktuigen, wapens, ornamenten of andere voorwerpen die culturele aanwijzingen verschaffen over de persoon die ze hebben gemaakt of gebruikt, en die voorts worden gekenmerkt door hun archeologische of historische belang en door het feit dat ze door musea of voor privécollecties worden verzameld.
Derringers die daadwerkelijk zijn gemaakt door Henry Deringer zelf, de wapensmid uit Philadelphia die dit type pistool voor het eerst ontwikkelde. Geen Nederlands equivalent. Zie 'derringers'.
Blanke wapens met een symetrische greep en doorgaans een pareerstang, en een kling om mee te steken. Gebruik 'messen (wapens)' voor blanke wapens met een asymmetrische greep (heft genoemd) en een kling om mee te snijden.
Verwijst naar een periode en cultuur in Noord-Europa die begon in de laatste fase van de neolithische periode en eindigde rond 1400 v. Chr. De periode wordt gekenmerkt door een enorme technische vaardigheid in het bewerken van vuursteen, in het bijzonder voor de productie van fijn afgewerkte dolken en speerpunten, die imitaties waren van geïmporteerde metalen wapens.
Motieven die een hart afbeelden dat wordt doorboord door een of meer nagels of scherpe wapens zoals zwaarden. In westerse christelijke kunst symboliseren deze motieven het lijden van Christus aan het kruis en het verdriet van de Maagd Maria.
Te gebruiken voor lichtbewapende eenmasters met vuurlijnen die speciaal gebouwd zijn om in opdracht van de regering smokkelen te verhinderen en douanevoorschriften te handhaven; werden voornamelijk gebruikt vanaf rond het einde van de 18e tot en met de eerste jaren van de 19e eeuw.
Te gebruiken om vuurwapens te beschrijven, meestal pistolen of revolvers, waarbij één keer de trekker overhalen eerst de haan van het vuurwapen spant en dan loslaat om het af te vuren.
Banden die over de schouder en diagonaal over het lichaam worden gedragen, vaak gebruikt om munitie of wapens mee te dragen. Soms ook decoratief.
Opzetten die bestaan uit twee zijpaneeltjes die aan de onderkant samenkomen in een middenkolom, die draait op een vaststaand voetstuk, waardoor het wapen snel kan worden gericht en verticaal kan worden afgevuurd.
Wordt gebruikt voor het procédé waarbij spiraalvormige groeven in het oppervlak van een vuurwapenprojectiel of in het kaliber van de loop worden gesneden, en voor het systeem van groeven die op die manier zijn gemaakt. De groeven geven het projectiel een draaiende beweging waardoor zijn balans in de lucht gelijk wordt getrokken en zijn baan gestabiliseerd.
Te gebruiken om vuurwapens te beschrijven met twee lopen.
De Dynamische stijl behoort tot de oudste gedocumenteerde rotskunststijlen. De kunst wordt aangetroffen op afgelegen locaties in het westen van het Australische gebied Arnhem Land. Rotsschilderingen in de dynamische stijl beelden kleine, rode, geanimeerde lucifershoutachtige figuurtjes af die meestal bezig zijn met jagen, vechten of met ceremoniële handelingen. Deze geornamenteerde figuren worden afgebeeld met wapens, en een enkele keer met een dierenkop. Australische Aboriginals beschrijven deze figuren vaak als een uitbeelding van Mimi, een lange, dunne, bedrieglijke geest die zich ophoudt in spleten in grotten en andere afgelegen locaties. De hoogte van deze figuren varieert tussen 200 en 300 millimeter. De stijl kan niet precies worden gedateerd, maar het werk is naar schatting enkele duizenden jaren oud.
Verwijst naar de Engelse stijl in de architectuur, binnenhuisarchitectuur en kunstnijverheid van de jaren 30 tot 60 van de 19de eeuw, die teruggrijpt naar de Elizabethaanse periode in de 16de eeuw. Architecten namen een reeks Elizabethaanse bouwkundige vormen over, waaronder geveltoppen, achthoekige torentjes en glas-in-loodramen, terwijl ontwerpers vijfpassen, vlechtbandmotieven en familiewapens toepasten in meubilair, zilverwerk en keramiek.
Pantserhandschoenen met een lange manchet die de onderarm omsluit tot aan de elleboog, waar de rand vaak schuin is afgesneden om een punt te vormen. Ze waren kenmerkend voor de wapenrusting van infanteristen in de 16e eeuw en gebruikelijk voor de lichte cavalerie van de 15e tot de 17e eeuw, waar ze alleen aan de linker- of teugelarm werden gedragen.
Stalen wapenuitrusting om de ellebogen te beschermen, en die werden vastgemaakt aan de bovenste en onderste armpijpen van de linker- en rechterarmharnassen. Wat in de 14e eeuw begon als één ongelede, gebogen plaat, ontwikkelde zich tot een stel beweegbare, losjes aan elkaar geklonken harnasplaatjes, die in gebruik bleven tot halverwege de 17e eeuw.
Onderscheidende plaatjes, insignes of tekens met een helmteken, wapenbeeld of een ander symbool dat door individuen of groepen werd gedragen of dat men op eigendommen bevestigde, met name de tekens die aangaven dat iemand eigenaar was van een adellijk huis of als dienaar bij dat huis hoorde, ongeacht of hij wapens droeg of niet.
Te gebruiken om vuurwapens te beschrijven met één loop.
Te gebruiken om vuurwapens te beschrijven die voor ieder schot met de hand moeten worden geladen.
Pieken met betrekkelijk korte stokken die als wapens werden gebruikt aan boord van oorlogsschepen van de 16e tot de 20e eeuw, bij het enteren.
Lange, verhalende gedichten waarin de avonturen en wapenfeiten van één of meer heroïsche figuren, die dikwijls verband houden met het redden of stichten van een staat, uitvoerig worden bezongen.
Verwijst naar de periode en de stijlen die worden gerekend tot de Chinese cultuur in de Vroege Bronstijd, van de eerste helft van het 2e millennium v. Chr. Genoemd naar het plaatsje Erlitou, dat ligt in de tegenwoordige provincie Henan, vlak bij de moderne stad Luoyang. De belangrijkste kunst die hier tijdens deze periode werd vervaardigd bestond uit rituele vazen van brons of jade, kleine plakken die waren ingelegd met kleine stukjes turquoise, en een kleine hoeveelheid gereedschap en wapens.
Hout van een van de verschillende variëteiten van de soort Fraxinus excelsior. Het hout is witachtig tot lichtbruin van kleur met een roze vlam. Het is een compact, taai en elastisch hout met een rechte nerf en licht grove textuur. Het is matig duurzaam maar gevoelig voor aantasting door insecten. Het hout wordt gebruikt voor ladders, gereedschapsstelen, riemen, stokken, wielen, boten, wapens, meubilair, gym-apparatuur, tennisrackets en hockeysticks.
Munitie zonder explosieve onderdelen, gebruikt voor oefeningen in het laden en hanteren van vuurwapens.
Patronen zonder aandrijflading en ontstekingsmiddel, die worden gebruikt om de laadhandelingen van een vuurwapen te oefenen.
Verwijst naar populair 18de-eeuws gebruiksaardewerk waarbij de inscripties deel uitmaken van de decoratie, vandaar de naam, die 'pratend faience' betekent. Veel van dit aardewerk werd vervaardigd in het Franse Nevers, en het betreft hoofdzakelijk borden, kannen en kommen. Bij de inscripties gaat het onder meer om de namen van de eigenaar, familiewapens, vrijmetselaarssymbolen, verwijzingen naar poëzie, liederen of spreekwoorden, en de data van verjaardagen, jubilea of andere thema's.
Een soort faience parlante, gewoonlijk borden en kannen, met inscripties en afbeeldingen met betrekking tot de Franse revolutie, de bijbehorende ideologie of andere nationale politieke gebeurtenissen. De eerste voorbeelden verschenen rond 1745 en waren voorzien van het Franse koninklijk wapen. Al snel verschenen ook republikeinse thema's, waaronder de vrijheidsmuts, de Gallische haan, ploegen, eikenbomen, gedrapeerde vlaggen, de Bastille en slogans en scènes met betrekking tot de vrijheid, de mensenrechten, de burgerij en de landbouw.
Stootwapen met een gekromd snijvlak, gelijkend op de Griekse kopis. Door de vorm is het mogelijk een slag met de kracht van een bijl te geven en tevens de snijrand van een zwaard te behouden. Werd gebruikt op het Iberische schiereiland voor de komst van de Romeinen.
Stripverhalen die zijn gesitueerd in verre streken in een ver verleden of een verre toekomst, waarin heldhaftige personen, tovenaars en mythologische figuren strijden tegen boze krachten, meestal in gevechten van man tegen man met zwaarden, bijlen, strijdhamers en andere handwapens, vaak met gebruikmaking van toverij.
Stokwapens met een puntige kop, een op een zeis gelijkende kling en een weerhaak aan de achterkant; gebruikt in Frankrijk en Engeland van de 12e tot de 14e eeuw.
Afrikaanse wapens bestaande uit een metalen schijf met een gat in het midden en een inkeping zodat die over de vuist kan worden geplaatst. De randen van de schijf zijn scherp gemaakt of voorzien van uitsteksels om daarmee de tegenstander te slaan of te steken; soms met schedes aan beide zijden. Ook ceremonieel toegepast en gedragen als teken van mannelijkheid of status, of als versiering.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van de Fiji-eilanden, waarvan de kolonisten bekend zijn om hun Lapita-aardewerk. De Fijische mannen gebruiken vaak hout als primair medium voor de kunstproductie. Gespecialiseerde Fijische timmerlieden maken beeldhouwwerken, kommen, kano's, trommels, wapens, hoofdsteunen en ornamenten. Aan het eind van de 20ste eeuw werden op de Fiji-eilanden onder meer traditionele objecten voor de ambachtsmarkt en voor lokaal gebruik vervaardigd, alsmede reproducties van 19de-eeuws werk en souvenirs voor de toeristenindustrie.
Verwijst naar de hybride stijl en cultuur van de Filippijnen, die een afspiegeling vormt van de handel en interactie tussen dit gebied en Chinese, islamitische en hindoeïstische culturen. In de volkskunst van de inwoners van de archipel komen op India geïnspireerde geometrische motieven voor, bijvoorbeeld in textiel, wapens en houders. De prekoloniale architectuur wordt gekenmerkt door megalithische monumenten die lijken op de late tantrische tjandis in Oost-Java. De schilder- en beeldhouwkunst in dit gebied vertoont invloeden van Indiase erotische voorstellingen, boeddhistische afbeeldingen en decoratieve, kromlijnige ontwerpen. De keramische stijlen zijn vaak imitaties van Chinese ontwerpen uit de Sung-dynastie. Als gevolg van het Spaanse kolonialisme van de 16de tot de 19de eeuw vertoonde de latere schilderkust sterke invloeden van de Spaanse christelijke iconografie. Daarnaast werden er koloniale kerken en kathedralen met gedetailleerde, flamboyante ontwerpen in neobyzantijnse stijl gebouwd. Later in de 19de eeuw werd de wereldlijke kunst belangrijker. Deze kunst volgde de Europese of internationale zakelijke esthetiek.
Vuistwapens bestaande uit een vingerring met een scherpe metalen haak; gebruikt voor man-tot-man gevechten, maar ook als versiering, vooral in de Great Lakes regio in Oost-Afrika.
Werpbijlen met een korte steel en een lange, S-vormig gebogen kling bovenop de steel; vanaf de 6e eeuw het meest gebruikelijke wapen van de Franken en ook door andere Europese volken tot in de 9e eeuw gebruikt.
Zilveren of gouden dozen of kistjes, meestal rechthoekig van vorm maar soms rond of ovaal, die worden gegeven aan een persoon aan wie de vrijheid wordt verleend of, bijvoorbeeld, aan een stad, stadje of college. Meestal gegraveerd, geciseleerd, of geëmailleerd met het wapenschild van de ontvanger en de gever, en vaak met een toepasselijke inscriptie.
Zowel te gebruiken voor meerdere oorlogsdoeleinden inzetbare marineschepen uit de late 18e en vroege 19e eeuw, meestal met het maximum aantal zeilen aan alle drie de masten en bewapend met vuurwapens op een of twee dekken, als voor een klasse kleine oorlogsschepen met gemiddelde snelheid uit de 20e eeuw die hoofdzakelijk zijn ontworpen om andere schepen te begeleiden en zijn voorzien van afweergeschut tegen vliegtuigen, schepen en duikboten.
Ontstekingspoeder dat is afgeleid van knalzuur; met name voor munitie in vuurwapens.
Te gebruiken voor relatief kleine oorlogsschepen die met een of meer vuurwapens zijn bewapend; dergelijke schepen worden voornamelijk gebruikt voor plaatselijke verdediging en binnenwaterpatrouilles, maar de kanonneerboten uit de late 19e en vroege 20e eeuw kunnen behoorlijk groot zijn.
Roei- en zijlvaartuigen meestal gebruikt voor de strijd op zee en bestemd om tijdens het gevecht geroeid te worden. In gebruik van de 8e eeuw voor Christus tot de 18e eeuw na Christus. Gebruik 'ramschepen' voor de 19e- en 20e-eeuwse stoomschepen die met een gepantserde voorsteven als hoofdwapen waren uitgerust.
Te gebruiken voor licht gepantserde, zeer mobiele en volledig met rupsbanden uitgeruste voertuigen die voornamelijk zijn bedoeld voor het vervoeren van manschappen van en naar het slagveld; meestal licht bewapend.
De hiërarchie Gereedschap en Uitrusting bevat descriptoren voor uitrusting die wordt gebruikt bij de verwerking van materialen en de vervaardiging van objecten, naast descriptoren die worden geassocieerd met activiteiten en disciplines in de bouw, de ontwerpbranche, de kunst en kunstnijverheid, en andere aspecten van de materiële cultuur. Niet opgenomen zijn artefacten zoals meetinstrumenten en wapens, die wel als uitrusting worden beschouwd maar binnen het kader vallen van andere hiërarchieën in de sectie Interieurinrichting en Uitrusting van het facet Objecten. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor apparaten die worden gebruikt voor meting op basis van standaardeenheden of vaste hoeveelheden (bijvoorbeeld 'kalibers') verschijnen in de hiërarchie Meetinstrumenten. Descriptoren voor objecten die nodig zijn voor het verankeren of verbinden van materialen, objecten of componenten (bijvoorbeeld 'spijkers', 'gespen') zijn ingedeeld bij 'bevestigingsmiddelen' in de hiërarchie Componenten. Samenstellende delen van uitrusting (bijvoorbeeld 'handvatten') zijn eveneens opgenomen in de hiërarchie Componenten. W-systemen maken deel uit van de hiërarchie Objectgroepen en systemen, en de descriptoren voor W-uitrusting (bijvoorbeeld 'airconditioningsapparaten') treft u hier aan.
Verwijst naar de stijl en periode die wordt geassocieerd met de Indo-Europese sprekers van Germaanse talen wier oorsprong onduidelijk is maar die het zuiden van Zweden, het Deense schiereiland en het noorden van Duitsland bevolkten in de late Bronstijd. In latere eeuwen verhuisden verschillende Germaanse stammen naar het zuiden en het westen ten koste van Keltische stammen en andere bewoners. De artistieke stijlen van de Germaanse volkeren worden vaak geassocieerd met draagbare objecten, waaronder wapens en persoonlijke ornamenten.
Te gebruiken voor een gietbrons van 10 tot 15% tin, ongeveer 2% zink en voor de rest koper. Het werd vroeger gebruikt voor het maken van kanonslopen en later ook voor diverse machineonderdelen en andere apparaten. Wordt ook gebruikt voor verschillende metalen of legeringen die donkerblauw of paarsachtig grijs van kleur zijn en worden gebruikt voor de lopen van vuurwapens en andere voorwerpen.
Handvaten van snijwapens, zoals bijvoorbeeld dolken, zwaarden en messen, met als typische componenten de greep en de beschermer(s), mits aanwezig.
Wordt algemeen gebruikt voor elke soort van doorgestikte zachte wapenrusting.
Gewatteerd kledingtextiel voor het bovenlichaam met mouwen en vaak een rok, uitgerust met veters om de wapenrustingen van hard materiaal aan te hechten, en vaak ingezet met okselstukken van maliën. Deze werden gedragen in de 14e en de 15e eeuw onder andere wapenrustingen, voor extra bescherming en om schuren te voorkomen.
Vuurwapens die zijn ontworpen om door één persoon vanaf de schouder te worden afgevuurd.
Vuurwapens, meestal geweren, die worden gebruikt bij het kleiduivenschieten; meestal semi-automatische wapens met meer gewicht vooraan dan veldgeweren.
Vuurwapens voor de sport, vaak speciaal ontworpen, die worden gebruikt voor het kleiduivenschieten; meestal jachtgeweren die lijken op geweren, kaliber 12, met een langere geweerlade en lange lopen.
Blanke wapens, doorgaans met een kling om mee te steken, bedoeld voor bevestiging aan of in de voorkant van een vuurwapen.
Granaten ontworpen om te worden afgevuurd door een licht vuurwapen met een speciale loop of afschiet beker, met behulp van een afzonderlijk afschietinstrument en afzonderlijk geladen moeten worden.
Kabinetten die speciaal zijn ontworpen voor pistolen, geweren en andere soorten handwapens. De deuren zijn vaak van glas.
Wapensmid die gespecialiseerd is in het maken van een passende geweerlade voor de loop van een wapen.
Zij die zich beroepsmatig bezighouden met het ontwerpen, maken of repareren van kleine vuurwapens.
Rekken voor het opbergen of bewaren van kleine wapens; kan vrijstaand of aan iets vastgemaakt zijn.
Het maken, ontwerpen of repareren van kleine vuurwapens.
Te gebruiken om vuurwapens te beschrijven met een ziel die glad is en geen spiraalvormige groeven heeft.
Stokwapens met een grote kling met een scherpe punt die lijkt op de kling van een zwaard of dolk; vaak met een korte schijnrand vlakbij de punt.
Speciaal geschut, speciale schoudervuurwapens of afneembare onderdelen die op de mond van een vuurwapen kunnen worden gezet voor het afvuren van granaten.
Grote, versterkende delen van een wapenrusting voor steekspelen, meestal gemaakt van een enkele zware plaat die de linkerschouder en bovenarm, de linkerkant van het vizier en de borst beschermt. Deze werden gebruikt van de 15e tot en met de 17e eeuw.
Achterlaadsystemen met een grendel die de schutter naar achteren trekt om het wapente openen en weer naar voren duwt om te herladen en het wapen te sluiten.
Middeleeuwse stokwapens die bestaan uit een halvemaanvormige blad geplaatst op een lange stok waarbij de onderste punt of soms beide punten aan de staf vastzitten en met een scherpe uistekende punt bovenop de stok; gebruikt door voetsoldaten.
Wordt algemeen gebruikt voor verschillende soorten lichte draagbare vuurwapens die in Europa werden gebruikt vanaf de 14e tot aan het begin van de 17e eeuw en die waren voorzien van een geweerlade waarmee ze tegen de wang, borst of schouder konden worden gehouden. De eerste modellen hadden een haakvormig uitsteeksel aan de onderkant van de loop om de terugslag op te vangen en werden bij het afvuren ergens op geplaatst.
Te gebruiken voor Europese wapenrustingen, gedragen vanaf de tweede helft van de 16de eeuw door lichte cavalerie gewapend met vuurwapens, meestal bestaande uit een kuras over een leren legerjas, spaudlers, een open helm, zoals een wapenhelm, een lichte Zischägge of een stalen helmkap, en een pantserhandschoen voor de linkerhand.
Te gebruiken om vuurwapens te beschrijven waarbij het afvuurmechanisme, inclusief de haan, helemaal aan de binnenkant zit.
Hoeveelheden kleine loden of stalen kogeltjes die met meerdere tegelijk worden afgevuurd met jachtgeweren. In het Amerikaans wordt de term 'shot' ook in meer algemene zin gebruikt voor projectielen zonder explosieve lading afgevuurd met vuurwapens.
Delen van een wapenrusting die de hals en het bovenste gedeelte van de borst beschermen en bestaan uit een enkele plaat of twee basis voor- en achterplaten die met scharnieren aan elkaar vast zitten, vaak met extra harnasplaatjes aan de bovenkant die de nek omsluiten.
Stoelen met een uitvoerig met houtsnijwerk versierde of beschilderde rugleuning, meestal met een embleem en wapenschild. De massieve houten zitting heeft vaak een klep waaronder een opbergruimte zit. Ze zijn bedoeld voor gebruik in hallen en gangen.
Hamerachtige delen van patroonvuurwapens die door hun val of beweging het wapen afvuren. Zie ook 'hanen'.
Vroege vuurwapens die lijken op kleine kanonnen met een gladde loop die op een houten blok of steel zijn geplaatst, door de monding worden geladen (of: met voorlaadsysteem) en die voor ieder schot opnieuw moeten worden geladen; werden gebruikt in Europa in de 14e en 15e eeuw.
Metalen bekleding van het lichaam van een krijgsman ter voorkoming van verwonding c.q. doding. Gebruik 'wapenrusting' voor alle kleding om het lichaam te beschermen ten tijde van strijd, in complete sets, ook in afzonderlijke delen.
Blanke wapens die bestaan uit een vaste of afneembare kop met weerhaakjes op een stok en met de hand worden geworpen of geschoten vanuit een harpoenkanon; gebruikt bij de jacht op grote vissen een zeezoogdieren.
Blanke gevestwapens ontworpen en gebruikt voor de jacht met een doorgaans asymmetrisch gevest en een rechte kling van ongeveer 30 tot 70 cm, eensnijdend en voorzien van een lang rugscherp.
Patriottische Hawaiian quilts die de Hawaiaanse vlag afbeelden, soms met het koninklijke wapenschild of andere koninklijke symbolen in het midden. Geen Nederlands equivalent.
In het algemeen mannen met aanzien in een samenleving zonder exacte aanduiding van rang. Kan worden gebruikt om in een samenleving specifiek te verwijzen naar mannen die een wapen mogen voeren, maar niet tot de adel behoren.
Stokwapens met een op een bijlblad gelijkende kling met een korte weerhaak aan de achterkant en een punt bovenaan de stok; veel gebruikt in de oorlogen in de 15e en 16e eeuw, van de 16e tot 19e eeuw vooral als ceremonieel wapen gebruikt.
Soldaat die is bewapend met een hellebaard, met name bepaalde stadswachten die een hellebaard dragen als bewijs van hun functie.
Heraldische motieven die deel uitmaken van een wapenschild en soms worden weergegeven ter aanduiding van het eigendomsrecht; een helmteken kan voor meer dan één familie kenmerkend zijn.
Kennisgebied waarin men zich bezighoudt met familiewapens, inclusief hun afbeelding en gebruik, het vaststellen van wie het recht heeft deze te dragen, de genealogie van families met een eigen wapen en het behoud en de interpretatie van heraldische documenten.
Ex-librissen waarop een familiewapen of andere heraldische afbeeldingen te zien zijn als eigendomsmerk.
Verwijst naar ambtenaren of bedienden, bij vooraanstaande huishoudens of individuen, die berichten overbrengen of proclameren, vaak de genealogische documenten bijhouden en de afbeelding van de (familie)wapens regulariseren. De term is vooral van toepassing op ambtenaren in middeleeuws en modern Europa die ceremoniële vieringen organiseerden, in het bijzonder toernooien, waarbij ze de speciale taak hadden de uitdagingen over te brengen en het gebruik van wapens door de strijdende partijen te regulariseren. Vanaf de 19de eeuw zijn de taken van deze functie hoofdzakelijk het regulariseren van de wapens (in de betekenis ‘familietekens’) van een familie of organisatie en vaak ook het beschilderen van die wapens. Zie 'wapenschilders' voor beeldend kunstenaars die zich alleen bezighouden met het afbeelden van (familie)wapens.
Kerkbank voor de leden van het Hof. De identiteit van de hofleden kan worden afgeleid van het snijwerk en het familiewapen.
Leren of metalen houders om kleine vuurwapens in te dragen zoals pistolen, revolvers of, oorspronkelijk, haakbussen, zo ontworpen dat ze kunnen worden gedragen aan een riem of schouderharnas, of kunnen worden bevestigd aan een zadel. Ze zijn gevormd naar het vuurwapen en zijn aan de bovenkant open zodat het wapen makkelijk kan worden getrokken.
Onbewapende schepen met het nodige personeel en de uitrusting om gewonde militairen op te nemen of oorlogsslachtoffers te evacueren; hebben volgens de normen van het internationaal recht recht op een veilige doorvaart.
Blanke gevestwapens met een relatief korte eensnijdende rechte of kromme kling geschikt om mee te houwen; verouderd begrip (in de 17e eeuw vaak als synoniem van sabel gebruikt). Gebruik 'houwzwaarden' voor zwaarden met een kling, ontworpen om mee te houwen.
Zwaarden met een kling, ontworpen om mee te houwen. Gebruik 'houwers' voor blanke gevestwapens met een relatief korte eensnijdende rechte of kromme kling geschikt om mee te houwen.
Verwijst naar de periode en cultuur die behoren tot de derde tijd in het drieperiodensysteem dat in 1836 werd ontwikkeld door Christian Jürgensen Thomsen. De cultuur van de IJzertijd ontstond meestal wanneer in de Bronstijd het punt werd bereikt waarop de kwaliteit van het ijzer vooral door carboneren, een rol ging spelen bij de vervaardiging van gereedschappen, wapens en werktuigen. De ijzertijd kwam op verschillende tijdstippen in verschillende delen van de wereld tot ontwikkeling, eerst in het Midden-Oosten en Zuidoost-Europa rond 1200 v. Chr. en rond 600 v. Chr. in China. Op de Amerikaanse continenten ontstond de ijzertijd niet vanuit de Bronstijd maar werd door Europese ontdekkingsreizigers geïntroduceerd bij culturen die zich in het stenen tijdperk bevonden.
Groepen, bewapend, opgeleid en toegerust om te voet te strijden.
Bajonetten die permanent aan de loop van een vuurwapen zijn bevestigd en die indien nodig met de hand of met een soort veermechanisme naar voren kunnen worden geschoven of uitgevouwen: veel gebruikt op pistolen en donderbussen in de 18e en 19e eeuw en op sommige militaire geweren in de 20e eeuw.
Acties of procedures voor het als vijand met een gewapende krijgsmacht betreden van of het uitvoeren van een vijandige inval in een land of gebied.
Verwijst naar de stijl in de kunstnijverheid in Spanje en zijn kolonies tijdens de heerschappij van Isabella I, van circa 1480 tot 1510. De stijl werd beïnvloed door de aanwezigheid van Noord-Europese handwerkslieden en architecten. De stijl toont een versmelting van vormen en motieven uit zowel de Gotische als de Mudejarstijl. In de architectuur worden gebouwen rijkelijk gedecoreerd en kenmerken zich door weelderig snijwerk, stergewelven, wapenschilden, deklijsten in de vorm van stalactieten, en achthoekige koepels.Dezelfde term wordt ook gebruikt binnen de Spaanse historiografie om te verwijzen naar de regeerperiode van Isabella II (1833-1868), maar dit gebruik vindt niet plaats met betrekking tot kunst.
Eén of meer mechanische figuren, meestal in wapenrusting, die de uren en soms de kwartieren slaan met een knuppel of bijl.
Vuurwapens waar harpoenen mee worden afgevuurd, meestal voorzien van een draaiende affuit en over het algemeen gebruikt door walvisvaarders.
Dolken met een schaal voor het omzetten van het gewicht van de lading naar het kaliber gegraveerd in de kling; verstrekt aan artilleristen in de 17e en 18e eeuw voor gebruik als wapen of gereedschap en als symbool van rang.
18de-eeuwse Franse boekbindstijl waarbij 17de-eeuwse kantwerk- of dentelleranden zo werden verbreed dat ze het grootste deel van de omslag vulden, en alleen in het midden ruimte werd uitgespaard voor een heraldisch wapen. Het golfpatroon waarmee de randen zijn bewerkt, creëert eveneens een kantwerkachtig effect. Kantwerkbanden werden vervaardigd door de boekbinders Derome en Dubuisson.
Oorspronkelijk brieven afgegeven door een soeverein die iemand toestemming geven de onderdanen van een vreemde staat ondergeschikt te maken, of hun goederen in beslag te nemen, bij wijze van vergelding of represaille. Later vooral toestemming of buitengewone opdracht van een regering aan iemand om op een bewapend schip het bevel te voeren en vijandelijke schepen en goederen te veroveren.
Grote, zware messen met een lemmet met één snijkant die worden gebruikt voor het snijden van riet en het verwijderen van begroeiing. Ze worden ook gebruikt als snijwapens.
Te gebruiken voor soldaten gewapend met geweren. Voorheen gebruikt voor de uitstekende scherpschutters die waren gewapend met de beste geweren en gevormd tot speciaal getrainde compagnies.
Sloten van draagbare vuurwapens waarbij het gehele mechaniek binnen de lade is geplaatst of in een metalen doosvormig frame zit, in plaats van aan de buitenkant te zijn gemonteerd met behulp van zijplaten.
Oorlogen die worden gekenmerkt door substantieel gebruik van nucleaire wapens.
Delen van een wapenrusting die de keel en het onderste gedeelte van het gezicht beschermen en ofwel onafhankelijk worden gedragen ofwel met draaiende nagels zijn bevestigd aan de helmschedel.
Verwijst naar de cultuur en aardewerkstijl van de ‘bekermensen’ uit het late neolithicum en de vroege Bronstijd, die leefden in het 4de millennium v. Chr. en zijn vernoemd naar de typische klokvormige bekers die met horizontale banden versierd waren met behulp van fijn getande stempels. De cultuur is waarschijnlijk oorspronkelijk afkomstig uit Spanje en heeft zich verspreid over Centraal- en West-Europa, daarbij de techniek van het werken met brons naar de Britse eilanden brengend. De cultuur wordt gekenmerkt door aardewerk, een voorkeur voor individuele graven, snelle expansie op zoek naar koper en goud, het ontstaan van talrijke wapens, waaronder bogen, koperen speerpunten, platte, getande dolken en opvallende gebogen, rechthoekige polsbeschermers.
Verwijst naar de periode en cultuur die in Japan vanaf circa 250 kan worden waargenomen. Kofun kenmerkt zich door een zeer georganiseerde, aristocratische samenleving, vooruitgang in wapenrusting en ijzeren wapentechnologie, de belangrijke rol van strijders te paard, en specifieke, grote, in de aarde ingegraven tumuli of grafheuvels in de vorm van een sleutelgat, die werden omgeven door grachten.
Projectielen voor draagbare wapens en kleine mitrailleurs die rond, buis- en kegelvormig of puntig en gestroomlijnd van vorm zijn en die normaliter bestaan uit een loden kern in een mantel van een lichter metaal en vaak, maar niet altijd, zijn gevat in hulzen. Gebruik 'hagel (munitie)' voor hoeveelheden kleine loden of stalen kogeltjes die worden afgevuurd met jachtgeweren.
Constructieraamwerken van gewapend beton uit één stuk, met muren en vloeren van platen waarmee een honingraatmotief wordt gevormd.
Wordt zowel gebruikt voor groepen handels- of hulpschepen die varen onder gewapende begeleiding, als voor groepen motorvoertuigen die zijn georganiseerd voor controle en geordende vooruitgang, met of zonder beschermende begeleiding.
Het inslaande deel van een slag- steek- of schietgereedschap of -wapen, of het deel van een ontplofbaar projectiel dat de explosieven draagt.
Gegraveerde geelkoperen grafplaten die als gedenkteken voor de doden dienen, vaak met een portret of familiewapen.
Te gebruiken voor zeilende oorlogsschepen met ra- of brikzeilen uit de 17e tot en met de 19e eeuw, die met minder dan 24 stukken geschut waren bewapend en moeilijk konden worden geclassificeerd.
De hiërarchie Kleding bevat descriptoren voor objecten die worden gedragen om warmte of bescherming te bieden, als verfraaiing of voor symbolische doeleinden. De hiërarchie bevat descriptoren voor kledingstukken die als hoofdelement van de kleding worden beschouwd (bijvoorbeeld 'overhemden' of 'broeken'), descriptoren voor kleding die onder de hoofdkleding wordt gedragen (bijvoorbeeld 'onderhemden') en descriptoren voor kledingstukken die over de hoofdkleding worden gedragen (bijvoorbeeld 'parka's'). Daarnaast zijn descriptoren opgenomen voor: beschermende kledij, met inbegrip van soorten harnassen; liturgische gewaden en andere ceremoniële kledij; uniformen; plus een uitgebreide lijst accessoires, met inbegrip van accessoires die op het lichaam worden gedragen (bijvoorbeeld 'hoofddeksels', 'schoeisel') en accessoires die een persoon meedraagt (bijvoorbeeld 'avondtasjes', 'parasols'). Relatie met andere hiërarchieën: de descriptoren 'zakhorloges' en 'polshorloges', evenals andere soorten uurwerken, zijn opgenomen in de hiërarchie Meetinstrumenten. De descriptoren 'zakpistolen' en 'staatsiezwaarden' verschijnen naast andere wapentypen in de hiërarchie Wapens en Munitie. Descriptoren voor objecten die kunnen worden gebruikt voor het onderhoud van kleding of de verzorging van de persoon zelf (bijvoorbeeld 'kledingborstels', 'nagelknippers') verschijnen in de hiërarchie Gereedschap en Uitrusting. Descriptoren voor objecten die worden gebruikt voor de opslag of het vervoer van kleding of andere persoonlijke eigendommen (bijvoorbeeld 'handschoenendozen', 'koffers') verschijnen in de hiërarchie Houders. Samenstellende delen van kleding (bijvoorbeeld 'busks', 'taillebanden') zijn opgenomen in de hiërarchie Componenten.
Eenvoudige gevesten waarbij de greep en de pareerstang samen met de kling van het wapen de vorm van een Latijns kruis hebben.
Draagbare houders gemaakt van hout, hoorn, metaal, leer of keramiek, die worden gebruikt om kruit of buskruit voor vuurwapens in te bewaren. Ze eindigen meestal in een metalen tuit, die ook dienst doet als kruitmaat, en die is afgesloten door een stop of een deksel met een veer, en vaak rijkelijk is versierd. Prefereer 'kruithoorns' voor de variant die gemaakt is van de hoorn van een koe of os.
De combinatie van tromp en kolf waarin de andere delen van een draagbaar vuurwapen zijn gemonteerd.
Kleine, dunne, buigzame plaatjes of reepjes metaal met verschillende toepassingsmogelijkheden; de plaatjes kunnen bijvoorbeeld in overlappende rijen worden vastgezet op een lederen of stoffen ondergrond om een wapenrusting te vormen; voorts kunnen zij als snoer dienen of worden gebruikt als de belangrijkste klinkende delen van een @lamellofoon.
Stokwapens bestaande uit een lange schacht met een stalen kop; gedragen door ridders te paard of lichte cavalerie, zowel in oorlogen als in toernooien gebruikt.
Verwijst naar de culturen in de laatste fase van de Bronstijd, die verschillen van de culturen in de Vroege en de Midden-Bronstijd door afwijkende samenstellingen van metalen voorwerpen en afwijkende begrafenisrituelen. Kenmerkend zijn de uiterst geavanceerde en verfijnde metaalbewerkingstechnieken en ontwerpen van gereedschappen en wapens. Dit geldt tevens voor de ontwikkeling van op grote schaal geproduceerde objecten, holle voorwerpen, wapenrustingen en grote voorwerpen, zoals ketels en schilden.
Sterk, onbuigzaam leer dat wordt gebruikt voor duurzame artikelen zoals kruithoorns, potten of wapenrusting. Het wordt gemaakt door de vellen te looien in een hete looistof en het in vorm te buigen of persen.
Musea met collecties van wapens, bepantsering, uniformen, munitie, documenten, kaarten, foto's en andere verslagen en voorwerpen van militaire strijdkrachten, leiders, oorlogen en veldslagen.
Mouwloze jacks van leer die in de 16e en 17e eeuw in Europa werden gedragen, ofwel onder een kuras ofwel als op zichzelf staande bescherming tegen scherpe wapens.
Reddingsapparatuur, lijkend op en functionerend als vuurwapens, waarmee een raket of ander projectiel met een lijn of touw naar een gestrand schip kan worden geschoten.
Te gebruiken voor vierkant getuigde oorlogsschepen uit de 17e tot en met de vroege 19e eeuw, die zwaar met kanonnen waren bewapend en waren bedoeld om te vechten in gevechtsformatie; in de Engelse Koninklijke Marine werden met linieschepen bedoeld oorlogsschepen bewapend met meer dan een minimum aantal vuurwapens, variërend van 30 in de jaren vijftig van de 17e eeuw tot 80 in de jaren veertig de 19e.
Verwijst naar de periode en stijl die wordt toegeschreven aan de Lombardijers, een nomadisch Germaans volk dat deel uitmaakte van de Suebi-groep en dat tijdens de 1ste eeuw na Chr. in het noordwesten van Duitsland woonde en in de 4de eeuw n.Chr. naar het zuiden begon te migreren. De term verwijst in het bijzonder naar de Lombardijse verovering van een groot deel van het Italiaanse schiereiland, die duurde van 568 tot, in sommige streken, de 11de eeuw.De stijl is eerst zichtbaar in draagbare objecten, voornamelijk persoonlijke ornamenten en wapens, en later voornamelijk in de beeldhouwkunst. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van een vlakke, decoratieve verspreiding van symmetrisch geplaatste vogels, dieren, dooreengevlochten motieven, geometrische patronen en levendige, eenvoudige figuren die blijk geven van Byzantijnse invloeden.
Chemisch behandeld koord dat brandt met een constante snelheid, dat wordt gebruikt om de ontstekingslading in vuurwapens met lontsloten en soms ook in geschut af te vuren.
Het oudste soort mechanische ontstekingssyteem voor vuurwapens, dat in het midden van de 15e eeuw ontstond en bestaat uit een langzame lont bevestigd aan een arm die, wanneer de trekker wordt overgehaald, de lont laat zakken in een pan met kruit dat bij ontbranding de lading ontsteekt.
Schietbuizen van vuurwapens.
In het algemeen elk voorwerp dat door soldaten, krijgsgevangenen of burgers is gemaakt van ongeacht welk materiaal, mits het voorwerp en de maker in tijd of plaats verbonden zijn met een gewapend conflict of de gevolgen daarvan. In het bijzonder voorwerpen van metaal, stof, been of hout die als aandenken zijn gemaakt tijdens of na de Eerste en de Tweede Wereldoorlog.
Hulzen met een kruitlading, die zijn ontworpen om bij het afvuren een knal te geven en die worden gebruikt voor het geven van signalen, bij oefeningen, voor saluutschoten of om bij toneel het geluid van een vuurwapen na te bootsen. In sommige gevallen is een projectiel toegevoegd dat in de loop versplintert.
Automatische of, tot 1880, handbediende vuurwapens die munitie voor draagbare wapens gebruiken en die gewoonlijk moeten worden gebruikt met een affuit en een bemanning van minstens twee personen. Bij gebruik van munitie met een kaliber groter dan 2 cm gebruik 'geschut'.
Schoudervuurwapens met een korte loop, die tegen de schouder of in de handen worden gehouden, en waarmee vol- dan wel halfautomatisch pistoolmunitie wordt verschoten.
Houders waarin munitie is opgeslagen vóór het laden. Ze zijn afneembaar, of maken deel uit van het wapen.
Metaalweefsel bestaande uit ijzeren of stalen ringetjes die zijn samengeklonken of geperst; werd veel gebruikt in wapenrustingen.
Verwijst naar een subgroep Veneto-Saraceense metaalproducten die het grootste deel van dergelijke objecten omvat. De ontwerpen zijn verwant aan het mammeluk metaalwerk uit het einde van de 15de eeuw, en zijn middelpuntzoekend of in concentrische ringen gegroepeerd. De motieven zijn typisch mammeluk, met afwisselende knopen, gedraaid touw en latwerk met driepassen, ontleend aan de kalligrafie. Geen van de objecten in deze groep is gesigneerd, maar vaak dragen ze Noord-Italiaanse en met name Venetiaanse heraldische wapens. Hoewel ze niet voldoende specifieke informatie over de eigenaars bieden, vormen ze wel een bewijs van de nauwe diplomatieke en commerciële banden die tussen de mammeluks en Venetië bestonden.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de Maori-gemeenschap, de oorspronkelijke bewoners van het tegenwoordige Nieuw-Zeeland. Tot de meer gespecialiseerde kunstvormen van de Maori behoren architecturale ornamenten, tatoeages, bewerking van hondenhuid, het weven met veren en het ontwerpen van wapens. Sinds de kolonisatie van de eilanden is de Maori-kunst ingrijpend veranderd.
Vuurwapens voor militair gebruik.
Verwijst naar de periode van het koninkrijk van Mataram van de 7de tot de 10de eeuw. De stijlen van deze periode worden bepaald door religieuze, ideologische twisten tussen de shivaïstische Sanjaya-dynastie en de Mahayana-boeddhistische dynastie van de Shailendra’s, die resulteerden in het verwoesten van bouwprogramma's van hindoeïstische candi’s en boeddhistische tempels in de hele Javaanse regio. Later resulteerde de heropleving van inheemse voorouder- en geestculturen die floreerde naast het shivaïsme in gecombineerde stijlen die boeddhistische, hindoeïstische en inheemse elementen incorporeerden in textielproductie, wapenontwerp, manuscriptbeschildering en kalligrafie.
Te gebruiken om vuurwapens te beschrijven met meer dan één loop.
Snijgereedschap een eensnijdende kling om mee te snijden en vastgezet in een greep, ook wel 'heft' genoemd. Het gebruik varieert van het snijden van voedsel en andere materialen tot het gebruik als een wapen. de kling kan van diverse soorten metaal of andere materialen als ivoor of steen zijn gemaakt. de term verwijst ook naar gereedschap dat wel als mes gevormd is maar waarvan de kling niet scherp is, of voor snijden wordt gebruikt.
Te gebruiken om automatische en halfautomatische vuurwapens te beschrijven die de terugslag gebruiken om de grendel of de schuif terug te gooien of los te koppelen en om het laadmechanisme in werking te stellen.
Aanduiding voor dikke metaaldraad die aan elkaar is gelast tot een rooster en wordt gebruikt als wapening voor betonplaten.
Bladmetaal dat is ingesneden en uitgerekt om een gaaswerk te vormen; wordt gebruikt voor gewapend beton of voor het optrekken van gepleisterde muren.
Verwijst naar een fase in de Bronstijd die zich onderscheidt van de culturen van de vroege en late Bronstijd door de verschillen in metaalassemblages en begrafenisrituelen. De fase kenmerkt zich deels door metaalbewerkingstechnieken en steeds verfijndere ontwerpen van werktuigen en wapens, bij de vervaardiging waarvan onder andere gebruik werd gemaakt van afsluitbare gietvormen, Cire Perdue, bewerking van platen, constructieribben, krammen en degenknoppen aan het eind van het zwaardheft.
Gebouwen voor de opslag, verwerking en ordening van niet-gebruikte munitie, wapens en militaire voertuigen en uitrustingen.
In 't algemeen te gebruiken voor fysieke strijd tussen of onder bewapende mensen.
Tak van de geschiedenis die georganiseerde oorlogvoering en militaire instituties in het algemeen behelst, alsmede specifieke oorlogen, persoonlijkheden, gevechten, eenheden, wapentuig, uniformen en andere militaire artefacten.
De kunst en de praktijk van het ontwerpen en bouwen van militaire versterkingen en andere installaties en het bouwen en onderhouden van militaire communicatie- en transportroutes. Omvat ook het leveren van voorzieningen zoals water en elektriciteit aan strijdkrachten, het ontwerpen en bouwen van faciliteiten om legers en wapens, voornamelijk zwaar geschut, te vervoeren en het gebruik of uitschakelen van conventionele explosieven, het ontwikkelen van topografische kaarten en technische inlichtingen en de ontwikkeling van de apparatuur die nodig is om dergelijke operaties uit te voeren.
Wapens die bestaan uit een grote zware metalen kop beslagen met pinnen die ofwel direct op een schacht is gezet of daarmee is verbonden door een stuk ketting.
Te gebruiken voor lichte oorlogsschepen, oorspronkelijk bewapend met torpedo's en licht geschut, die tijdens de Tweede Wereldoorlog door de belangrijkste strijdende partijen zijn ontworpen om dienst te doen als snelle patrouillevaartuigen.
Zware militaire schoudervuurwapens met een gladde loop en een groot kaliber, meestal voorladers, die in de loop van hun geschiedenis met verschillende soorten afvuurmechanismen zijn uitgerust.
Voorgespannen beton waarin buizen, leidingen of kanalen worden aangebracht op plaatsen waar stalen wapening noodzakelijk is. Nadat het beton is uitgehard, wordt wapeningsstaal in de buizen gebracht, op de juiste spanning gebracht en aan de uiteinden verankerd.
Verwijst naar de periode en stijl die in verband worden gebracht met de Normandiërs, die bestonden uit Noormannen uit Denemarken, Noorwegen en IJsland en die in de 8ste en 9de eeuw de Europese kusten afstroopten om zich vervolgens, aan het begin van de 10de eeuw, in het noorden van Frankrijk te vestigen. Zij overheersten de inheemse Frankische bevolking, namen hun taal over en vestigden uiteindelijk het hertogdom Normandië. Vanuit Normandië verspreidden de Normandiërs zich naar de Britse eilanden, Zuid-Italië en Sicilië. De stijl is vooral duidelijk zichtbaar in het ontwerp van de wapens en wapenrusting, in het kasteel op een heuvel omgeven door palissaden, en in de grote kerk- en kloostergebouwen in romaanse stijl. De stijl kenmerkt zich door het helder toepassen en gebruiken van inheemse lokale stijlen in combinatie met een aantal invloeden uit het Byzantijnse oosten. Deze werden door avonturiers en pelgrims in de door de Normandiërs beheerste gebieden geïntroduceerd.
Lichte Europese stokwapens van ongeveer 2 meter lang, met een kop die meestal meer voor de sier is dan om als wapen gebruikt te worden; gedragen door infanterieofficieren in de 16e en 17e eeuw als teken van rang en om signalen mee te geven bij het leiden van hun mannen.
Kleine, ronde metalen plaatjes die werden vastgemaakt aan verschillende delen van het harnas als decoratie of, wat meer gebruikelijk was, als extra bescherming voor het dichtmaken van gaten tussen de scharnierpunten, om zwakke plekken te verstevigen, of om riempjes die de harnasdelen verbinden te beschermen. Soms werden ze ook bevestigd aan de handvaten van wapens, zoals dolken en strijdbijlen, om dienst te doen als handschilden.
Kokervormige stukken van een stalen wapenuitrusing, die bedoeld zijn voor de onderarm en deel uitmaken van het armharnas.
Metalen platen die in het begin aan het onderste gedeelte, maar later over het gehele borststuk werden vastgemaakt, waardoor de dikte werd verdubbeld. Ze deden dienst als versterkingsstukken voor zowel toernooi- als velduitrusting, en werden steeds meer gemeengoed naarmate de vuurkracht van wapens toenam.
Wordt gebruikt voor eenzijdige bouwsystemen waarin gewapend betonnen platen worden gedragen op palen die slechts in één richting lopen.
Wordt gebruikt voor bouwsystemen waarin het voornaamste wapenende staal slechts in één richting loopt; al dan niet gecombineerd met eenzijdige draagbalken.
De hiërarchie Ontspanningsmiddelen bevat descriptoren voor uitrustingen en accessoires welke worden gebruikt bij tal van activiteiten gericht op persoonlijk genoegen of vrijetijdsbesteding. Hierin opgenomen zijn descriptoren voor zaken als speelgoed en persoonlijke fitnessapparatuur, en andere apparaten die bij de uitoefening van een vrijetijdsbesteding of sportwedstrijd worden gebruikt. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor groepen ontspanningsmiddelen (bijvoorbeeld 'schaakspellen') maken deel uit van de hiërarchie Objectgroepen en systemen. Descriptoren voor sport- en atletiekuitrustingen die op het lichaam worden gedragen (bijvoorbeeld 'valhelmen') vindt u in de hiërarchie Kleding. Descriptoren voor objecten die in de sport worden gebruikt maar oorspronkelijk waren bedoeld als, of duidelijk zijn afgeleid van een aanvals- of verdedigingswapen (bijvoorbeeld 'schermdegens', 'javelins') zijn ondergebracht in de hiërarchie Wapens en Munitie. Descriptoren voor objecten die bij sport of spel kunnen worden gebruikt maar in eerste instantie of van oorsprong bedoeld waren om mensen of goederen over een zekere afstand te vervoeren (bijvoorbeeld 'sleeën', 'kano's') vindt u in de hiërarchie Vervoermiddelen. Figuren die feitelijk niet als speelgoed zijn bedoeld, zijn opgenomen in de hiërarchie Beeldmateriaal (bijvoorbeeld 'kachina-poppen').
Fijnkorrelig poeder, meestal buskruit of primaire springstof, dat wordt gebruikt om het voortstuwingsmiddel of de hoofdspringstof van een vuurwapen of ontploffingsmiddel te ontsteken.
Open en officieel verklaard vijandelijk gewapend conflict tussen naties of partijen binnen een natie.
Verwijst naar de stijl en periode die wordt toegeschreven aan de Ostrogoten, een tak van de Germaanse Gothen die ogenschijnlijk in de 4de eeuw v. Chr. vanuit Scandinavië de Oostzee overstaken en die zich in de 1ste eeuw v. Chr. in het zuiden van Rusland vestigden. Later trokken zij onder onder leiding van Theodorik de Grote verder naar Hongarije, Oostenrijk, Joegoslavië en in de 5de eeuw naar Italië. Door de jaren heen combineerden de stijlen van de Oostgotische kunst decoratieve motieven, uitgewerkt op wapens en persoonlijke decoraties, met elementen uit de klassieke Romeinse en Byzantijnse kunst.
Te gebruiken om automatische en halfautomatische vuurwapens te beschrijven die een deel van het gas van de ontploffing in de loop gebruiken om de grendel los te koppelen en het laadmechanisme in werking te stellen.
Te gebruiken om vuurwapens te beschrijven met twee lopen, de één boven de ander.
Indoorlocaties of overdekte structuren die zijn uitgerust met doelen voor het oefenen met vuurwapens, of het houden van wedstrijden met vuurwapens. Gebruik 'automatenhallen' voor bouwwerken waarin andere vormen van mechanische attracties zijn ondergebracht.
Gevallen of gebeurtenissen waarbij vijanden of tegenstanders worden overwonnen in de strijd, meestal door gebruik van wapengeweld.
Stokwapens met een lange, convexe of platte s-vormige kling met één snijrand, aan de bovenkant verdeeld in een verticale punt en een naar voren gebogen haak, met een horizontale weerhaak in het midden van de achterkant; gebruikt in Europa, onder andere veel door voetsoldaten, vanaf tenminste halverwege de 13e eeuw tot de 17e eeuw.
Wordt algemeen gebruikt voor de categorie van kostuums die zijn ontworpen om te dragen ter bescherming van het lichaam tijdens een gevecht. Onderdelen van het harnas die een vast onderdeel zijn van of die bevestigd zijn aan andere delen en die niet afzonderlijk kunnen functioneren staan vermeld onder 'wapenrustingonderdelen'. Gebruik 'harnassen' als het specifiek gaat om harnasonderdelen die als geheel zijn ontworpen met het oog op zekere eigenschappen die nodig zijn voor een bepaalde functie of gelegenheid.
Wordt gebruikt voor uitgestrekte, vlakke, open ruimten die worden gebruikt voor bepaalde militaire oefeningen, zoals marcheren of paardrijden. Gebruik 'exercitievelden' voor de terreinen waar soldaten worden geoefend in het hanteren van wapens.
Vaak bolle ronde of ovale metalen platen, die vanaf het begin van de 17e eeuw op zwaarden en andere wapens voorkomen.
Stokwapens, symmetrisch, met relatief brede kling met vleugels aan de klingbasis.
Kleine lapjes in de kleuren van het militaire wapen, dienstvak etc., dat dient als achtergrond van de baretgesp of een ander onderscheidingsteken.
Gedecoreerde pakhuizen, gebouwd door de Maori's in Nieuw-Zeeland. De snijwerken op de pakhuizen zijn verfijnde ontwerpen die de welstand van het dorp uitdragen. De constructies werden gebruikt om geconserveerde vis, vleesproducten en andere voedingsmiddelen te bewaren en matten, wapens, landbouwwerktuigen en visgerei op te slaan.
De tot een eenheid samengevoegde componenten benodigd voor een schot met een vuurwapen.
Griekse en Latijnse term voor lichte, halvemaanvormige schilden gemaakt van riet en bedekt met leer; werd door de Grieken en Romeinen beschouwd als het verdedigingswapen bij uitstek van barbaarse volkeren.
Verschillende voorwerpen of combinaties van voorwerpen en materiaal, altijd in een huls of in een buis, die worden gebruikt om de voornaamste lading van een ontploffend middel of vuurwapen tot ontbranding te brengen.
Wordt gebruikt voor persoonlijke artikelen zoals gebruiksartikelen, uitrusting of tenue, vooral die van een soldaat maar met uitzondering van wapens.
Explosieve wapens die in de 17e eeuw en later werd gebruikt en bestaat uit een groot, vaak bronzen, omhulsel gevuld met fijn buskruit dat tegen een deur of poort werd gezet om deze op te blazen of tegen een muur om die te doorbreken.
Korte, lichte schoudervuurwapens met een scherp naar beneden gebogen geweerlade die is bedoeld om tegen de borst te worden geplaatst tijdens het vuren. Ze werden in de 16e en 17e eeuw vooral gebruikt door ruiters.
Garneersel van stof of leer dat vanaf halverwege de 16e tot vroeg in de 17e eeuw zowel op burgerkleding als op wapenrusting werd gedragen. Op wapenrusting werd het gedragen aan de randen van de metalen platen, waar de losse onderdelen over elkaar heen schoven, om het geluid en wrijving te verminderen.
Tweede grootste boot van een oorlogsschip, sterk gebouwd en desnoods bewapend met een stuk geschut, kon worden geroeid door 8 tot 16 riemen, of met een mast en een sloepzeil worden uitgerust.
Vuistvuurwapens, waarbij de patroonkamer een deel is van de loop en die zijn ontworpen om met één hand te worden gebruikt.
Verwijst naar de stijl in de Spaanse en Spaanse koloniale architectuur en ornamentatie in de 15de en 16de eeuw. De term werd in 1677 voor het eerst gebruikt door Diego Ortiz de Zúñiga om een gevel te beschrijven. Het woord betekent “edelsmid-achtig” en de stijl kenmerkt zich door rijkelijk versierde oppervlakken die gebruikelijk waren in het fijnzinnige werk van de edelsmid. De stijl is afgeleid van de laatgotische, islamitische en Italiaanse renaissancekunst. De stijl, die in de architectuur vooral werd gebruikt in kleinere gebouwen, kenmerkt zich door gedraaide zuilen, heraldieke wapenschilden, golvende krullen en bloemachtige, op sieraden lijkende ornamenten die de onderliggende constructie aan het oog onttrekken.
Kleine slagwapens die bestaan uit een met leer bedekt stuk lood of ander zwaar materiaal en een kort buigzaam handvat, zoals een riem of verende schacht.
Bajonetten met spits toelopende greep die in de mond van het vuurwapen gestoken kan worden.
Verwijst naar de periode van de Tagar-fase toen het grafgedeelte van de koergan erg klein was, met vier hoge stenen op de hoeken en een lage muur. De grafkamer van de tombe zelf bevat slechts één graf en is doorgaans gemaakt van hout in plaats van steen. De grafvoorwerpen waren vaak bronzen wapens en aardewerk.
Knuppels die werden gebruikt door diverse Noord-Amerikaanse Indianenvolkeren als wapens en ceremoniële objecten. In het gebied van de Grote Meren zijn ze over het algemeen plat en gebogen met een knobbelige kop; in het gebied van de Plains zijn het dunne stokken met een steen aan één van de uiteinden.
Europese stokwapens met een kop met een bijlachtig blad dat in balans wordt gehouden door ofwel een scherp, licht gebogen weerhaak of een platte, onbuigzame hamerkop; voorzien van een korte punt bovenop de stok en een metalen versteviging die de bovenkant van de stok beschermt, met daar net onder een rondeel als handbeschermer; veel gebruikt bij voetgevechten in oorlogen en toernooien in de 15e en 16e eeuw.
Achterlaadsystemen waarbij een schuivend handvat onderaan de loop wordt teruggetrokken om het wapen te openen en de lege patroonhuls uit te trekken, en dat daarna naar voren wordt geduwd om te herladen.
Locaties waar meestal erg verwoestende wapens tot ontploffing worden gebracht op een afstand van het waarnemingspunt; wordt ook gebruikt voor plaatsen waar wetenschappelijk veldonderzoek wordt uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld in de archeologie of geologie. Gebruik 'testterreinen' voor complexen waar wapens worden uitgetest onder scherp toezicht.
Verwijst naar een overgangsperiode en cultuur in de late Bronstijd in Italië. Deze kenmerkt zich door een toename van de bevolking, de ontwikkeling van grotere, permanente nederzettingen, begraafplaatsen met dubbelconische urnen, en artefacten waaronder fibulae, scheermessen, bijlen, bronzen wapens en barnstenen objecten. Deze cultuur valt samen met de Sub-Appenijnse cultuur.
Te gebruiken voor door stoom voortgestuwde oorlogsschepen uit de 19e en vroege 20e eeuw die zijn uitgerust met een gepantserde voorsteven om dienst te doen als hoofdwapen tegen andere schepen; gebruik 'galeien (vaartuigen)' of een aanduiding onder 'geroeide vaartuigen op meerdere niveaus' voor oorlogsschepen met roeispanen die zijn uitgerust met voorstevens om mee te rammen.
Patronen waarbij het ontstekingsmiddel (en bij een aantal oude wapens ook de aandrijflading) zich in de rand van de hulsbodem bevindt.
Degens met een meer dan 1 m. lange kling en een ingewikeld beugelgevest. In gebruik eind 15e tot eind 17e eeuw (niet voor ruiters). Het rapier is meer een kostuumaccessoire dan een oorlogswapen.
Skeletten van balken gemaakt van zware houtsoorten, staal of gewapend beton die in de lengterichting zijn gelegd, en worden gekruist door soortgelijke onderdelen die erop zijn gelegd, om een zwaar gewicht over een groter gebied te verdelen. Omvat ook soortgelijke structuren die worden gebruikt om een geconcentreerd gewicht te verdelen over de bovenkant van de voeting.
Ceremoniële wapens van het Fon-volk in Dahome, meestal in de vorm van een bijl of kromme knots met een gebeeldhouwd houten handvat en, bij het bijlvormige type, een rijkelijk versierde metalen of houten kop. Ze dienen als machtssymbolen van de goden van Dahome of van de koning; ze worden bij diverse seculaire en religieuze ceremoniële aangelegenheden gebruikt.
Verwijst naar een Duits type hoog, cilindrisch drinkglas dat in email is versierd met de dubbele rijksadelaar van het Heilige Roomse Rijk. De borst van de adelaar is meestal bedekt met een groot kruisbeeld of een keizersbol en de vleugels zijn soms versierd met de familiewapens of de rangtekens van het Rijk. Ze komen met en zonder deksel voor. Reichsadlerhumpen waren populair van het midden van de 16de tot en met de hele 17de eeuw; het vroegste voorbeeld dateert uit 1547.
Te gebruiken om vuurwapens te beschrijven die zijn ontworpen om een aantal schoten na elkaar te lossen zonder opnieuw te laden.
Wordt gebruikt voor vuistvuurwapens met één of twee lopen, voorzien van een magazijn met meerdere patroonkamers dat rond een as draait die parallel loopt aan de loop, waarbij iedere kamer afzonderlijk vuurt. Gebruik 'peperbussen (vuurwapens)' voor vuistvuurwapens met meerdere, soms ronddraaiende lopen.
Te gebruiken voor mannen, voornamelijk van adel, die onder het Europese leenstelsel hun titel, privileges en landhuizen ontvingen van hogergeplaatsten en die in ruil daarvoor dienden als gewapende soldaten of iemand stuurden om deze dienst in hun plaats te vervullen. Wordt ook gebruikt voor personen die de titel verkrijgen als ereteken of sociale onderscheiding.
Te gebruiken voor het aanbrengen van een beschermende deklaag en een decoratieve schildering op landvoertuigen, meestal de voertuigen die door dieren worden voortgetrokken, zoals rijtuigen, goederenwagens en arrensleden. Omvat het aanbrengen van grondverf, de grondkleur, vernis, de belettering, strepen en andere decoraties, en de schildering van afbeeldingen als familiewapens en bloemkransen.
Sierstuk op een uniform, afgeleid van een onderdeel van de middeleeuwse wapenrusting dat de hals en het bovenlijf beschermt (zie halsbergstukken (helmonderdelen))
Draagbare vuurwapens, vooral hagelgeweren met een korte loop, die vaak zijn uitgerust met een bajonethaft; worden gebruikt tijdens wachtlopen of om relschoppers uit elkaar te drijven.
Avonturenverhalen naar het voorbeeld van Robinson Crusoe, waarin de wapenfeiten worden beschreven van personen die in penibele omstandigheden verzeild zijn geraakt, maar dankzij hun vindingrijkheid en scherpzinnigheid weten te overleven.
Ruitvormige platen of panelen waarop het wapenschild van een overleden persoon is aangebracht, die bij zijn overlijden ten toon worden gesteld.
Banden versierd met het wapen van een heerser.
Delen van de wapenrusting die de achterzijde van de romp beschermen en die bestaan uit verscheidene brede harnasplaten die met gespen aan elkaar vastzitten of uit een enkele plaat die met riemen, scharnieren of anderszins aan het borstschild is bevestigd.
Blanke gevestwapens met a-symmetrisch gevest en eensnijdende kling, die in beginsel gebogen is en dus tot houwen bedoeld en waarvan de schede aan de buitenkant van de bocht ligt; soms is er een kort rugscherp; 17e eeuw tot heden.
Simpele vierkante of rechthoekige mantel gemaakt van ruwe wol. Werd gedragen door Romeinse soldaten, over de wapenuitrusting en vastgemaakt aan de rechterschouder. Werd ook beschouwd als een symbool voor oorlog, zoals de toga een symbool voor vrede was.
Verwijst naar voorwerpen die zijn vervaardigd uit fijne witte aardewerkklei, gedecoreerd met delicate, telkens herhaalde, ingesneden of ingedrukte dessins en ingelegd met engobe in verschillende kleuren, in het bijzonder geel oker en bruin. De populairste dessins zijn lofwerk, heraldische wapens en allerlei populaire abstracte motieven, met name motieven die gebruikt werden als decoratie voor boekomslagen. De meeste motieven zijn ontleend aan het patronenboek 'La Fleur de la science de pourtraicture' (1530) van Francesco Pellegrino. Vaak werd ook nog reliëfwerk toegevoegd. De dunne laag opgebracht loodglazuur doet denken aan een vernislaag en geeft het aardewerk een romige kleur. Saint-Porchaire werd van circa 1500 tot circa 1570 vervaardigd in Saint-Porchaire, Frankrijk, en de omgeving van Saintes, in het zuidwesten van Frankrijk, gedurende het bewind van Frans I en Hendrik II. De techniek vereist een hoge technische vaardigheid, wat verklaart waarom het aardewerk slechts in beperkte aantallen is vervaardigd (64 gedocumenteerde exemplaren). Dit aardewerk werd in de 19de eeuw geïmiteerd door fabrieken als de Minton Ceramic Factory in Engeland.
Constructie van staal, gewapend beton of hout die aan de ingang van een mijnschacht staat en de ophaalmachine ondersteunt, met bovenin twee katrollen waarover kabels naar een gemotoriseerde lier leiden.
Verwijst naar de midden-Helladische periode en cultuur die wordt geassocieerd met de graven uit circa 1600 v. Chr. tot circa 1400 v. Chr. die werden gevonden in Mycene en in andere steden uit de Griekse bronstijd. De stijl kenmerkt zich door grafconstructies die zich onderscheiden van de vroegere voorbeelden en die uit andere gelijktijdige culturen doordat de graven in cirkels waren gegroepeerd en waarschijnlijk werden bedekt met tumuli. De graven bevatten meerdere, op verschillende tijdstippen begraven mensen, en als overblijfsel van een nomadische cultuur werden kleine gouden objecten en wapens bij wijze van geschenken aan de doden meegegeven.
Wordt gebruikt voor de lange, rechte delen van verschillende typen gereedschappen, machines, en wapens, zoals de staven die kracht of beweging overbrengen van een deel van een machine naar een ander, of de dunne stokken die het voornaamste deel van pijlen uitmaken.
Onbuigzame schedes van hout, metaal of leer, gebruikt om scherpe wapens, gereedschappen of handwapens zoals karabijnen of geweren in op te bergen en te dragen.
Schermwapens met komgevest zonder vuistbeugel en met een kling uitsluitend om mee te stoten.
Middeleeuwse Europese wapens die bestaan uit een lange staf van hout, tussen de 1,80 en 2,70 m lang met een ronde doorsnede, vaak aan beide uiteinden afgezet met ijzer; ze werden gehanteerd met beide handen, waarbij de ene hand in het midden werd geplaatst en de andere de staf vasthield op een kwart van de totale lengte van de staf. Ze waren vooral populair als wapens bij Engelse burgers.
Blanke gevestwapens voor de schermsport.
Kleine openingen (zoals in muren of parapetten), vaak met diep afgeschuinde zijwanden, waardoor kleine wapens kunnen worden afgeschoten. Voor gelijksoortige openingen die worden gebruikt om licht door te laten of door naar buiten te kijken wordt 'loop windows' gebruikt.
Terreinen uitgerust met doelen voor oefening in het schieten met vuurwapens.
Metalen uitstulpsels in het midden van een schild, dat dient om de handlus te beschermen. Vanaf de Oudheid deden ze dienst als versteviging en soms als een aanvalswapen bij man-tot-mangevechten. Na de vroege middeleeuwen dienden ze eigenlijk alleen nog als versiering.
Gebruik voor de steekwapens uit de Schotse Hooglanden met een dolkachtig uiterlijk. Gebruik ook voor de korte zwaarden of dolken door marine officieren in de 18e en 19e eeuw uitgevoerd. Ze hebben een snijdende kling met aan de achterkant een korte snede bij de punt. De greep is in het midden dikker dan aan de uiteinden en is voorzien van een schijfvormige gevestknop.
Te gebruiken om vuurwapens te beschrijven waarbij de patroonhuls van een afgevuurd schot wordt verwijderd en uitgeworpen en een nieuwe geladen, maar waarbij de trekker voor ieder schot moet worden overgehaald. Gebruik 'automatisch' voor vuurwapens die zonder onderbreking blijven schieten zolang de trekker ingedrukt blijft en er genoeg munitie is.
Verwijst naar de eerste Chinese dynastie waarover we een zekere kennis bezitten, zowel op archeologisch als op historisch gebied. De Shang-dynastie heerste van circa 1600 v. Chr. tot circa 1050 v. Chr. Het centrum van hun cultuur bevond zich op de hoogvlakte van de Gele Rivier, hoewel hun macht zich in bepaalde perioden uitstrekte tot het noorden van de huidige provincie Henan en tot delen van de huidige provincies Shandong, Shanxi en Shaanxi. Deze periode staat bekend om de vooruitgang op het gebied van de bronsbewerking en andere technieken, die de beschaving op een hoger peil brachten. De Shang-dynastie beschikte over omvangrijke legers met een grote verscheidenheid aan wapens en wapenrusting. Brons werd ook gebruikt voor rituele voorwerpen, zoals klokken en standaarden. De bronzen voorwerpen uit de Shang-dynastie werden voorzien van een uiterst schetsmatige decoratie, waarin het 'taotie'-dierenmasker een veelvoorkomend motief was. De godsdienst en voorouderverering in de Shang-periode kende het gebruik van zogeheten orakelbenen (jiagu), dierenbeenderen en schildpadschilden met inscripties. Er zijn bijna 100.000 orakelbenen gevonden sinds onderzoekers de betekenis van dit verschijnsel hebben ingezien. Orakelbenen zijn de oudste vorm van Chinese geschiedschrijving. Uit de inscripties is een lijst met koningen afgeleid die overeenstemt met latere schriftelijke historische bronnen. De Shang-dynastie kende een redelijk verfijnd schrift; sommige karakters worden nog steeds gebruikt. Het aardewerk van de Shang-dynastie was veelkleurig en werd vervaardigd met een draaischijf of opgebouwd uit rollen. Het aardewerk werd vaak voorzien van opgedrukte patronen. De oudst bekende Chinese glazuren werden gemaakt in de Shang-periode. Er zijn marmeren en kalkstenen beeldhouwwerken van bestaande en mythische dieren gevonden. De stedelijke nederzettingen uit de Shang-periode tonen aan dat de basisvormen van de Chinese architectuur al werden gebruikt; belangrijke nederzettingen zijn Erlitou, Zhengzhou en Yin (nabij het huidige Anyang), die allemaal op verschillende momenten als hoofdstad hebben gefungeerd. De latere Shang-vorsten waren hedonisten die weelderige paleizen lieten bouwen. De Shang-dynastie werd opgevolgd door de Zhou-dynastie, die oorlogszuchtiger was en effectief gebruik maakte van de strijdwagen.
Te gebruiken om vuurwapens te beschrijven met twee lopen die naast elkaar zijn geplaatst.
Te gebruiken om vuurwapens te beschrijven, meestal pistolen of revolvers, waarbij de haan met de hand moet worden gespannen voor het afvuren.
Te gebruiken voor de zwaarstbewapende oorlogsschepen die het sterkste geschut voeren en direct in gevechtsformatie worden opgesteld.
Sloten voor vuurwapens, waarbij een slagsas wordt ingeleid en explodeert en zo de lading ontsteekt.
Middeleeuwse militaire wapens die hoofdzakelijk bestonden uit een hefboom met een groot gewicht bevestigd aan de korte arm, en een mand, bak of slinger bevestigd aan het eind van de lange arm voor de projectielen. Wanneer het gewicht wordt losgelaten en valt wordt het projectiel met grote snelheid weggeslingerd.
Mechanieken voor het ontsteken van ladingen in vuurwapens.
Platte metalen plaatjes waarop de geweersloten van vuurwapens worden gemonteerd.
Beweegbare metalen blokken die passen op de achterstukken van vuurwapens om zodoende die staartopening hermetisch af te sluiten van de loop tijdens het vuren.
Bajonetten met een dolkkling voorzien van een huls om om de loopmonding heen te schuiven. Het vuurwapen kan worden afgevuurd als de bajonet is bevestigd; voor het eerst vervaardigd in het laatste kwart van de 17e eeuw.
Stokwapens met een scherpe punt en zonder extra bladen of punten; om mee te gooien of te stoten of beide, gebruikt bij zowel het oorlogvoeren als bij de jacht.
Officierspieken met een kop als die van diverse ander stokwapens, maar meestal met een brede, puntige kling met een ronde basis en vaak twee puntige uitsteeksels zoals bij een partisaan, of een dwarsbalk zoals bij een everzwijnspies; gebruikt in Europa van de 18e tot halverwege de 19e eeuw door onderofficieren van de infanterie, in het bijzonder door Engelse sergeanten.
Bolvormige of kegelvormige massieve kogels die geen aandrijflading of explosief bevatten en die worden afgevuurd met draagbare wapens. Vóór 1890 betekende het Amerikaanse woord 'balls' hetzelfde als het Nederlandse woord 'kogels'. Tegenwoordig is de betekenis specifieker en heeft het slechts betrekking op langwerpige projectielen voor draagbare vuurwapens en mitrailleurs. Gebruik dus de term 'kogels' voor dergelijke objecten van vóór 1890.
Zware stukken wapenuitrusting die aan de borstplaat zijn geschroefd en zijn gevormd naar de contouren van de linkerschouder, om ook de linkerkant van de borst en bovenarm te bedekken. De onderste rand steekt uit om ook de rechteronderarm, die de teugels vasthoudt, gedeeltelijk te beschermen. Ze werden gebruikt als versterkingsstukken voor een toernooiuitrusting.
Verwijst naar de periode en cultuur die samenvalt met het eerste tijdperk van het drieperiodensysteem dat werd ontwikkeld door Christian Jürgensen Thomsen in 1836. Het is een fase in de ontwikkeling van mensachtigen, of een fase van een prehistorische menselijke cultuur die zich kenmerkt door de ontwikkeling van stenen gereedschap en wapens, en die zich hierin onderscheidt van latere ontwikkelingsfasen, toen hiervoor brons en ijzer werden gebruikt. Het stenen tijdperk wordt doorgaans ingedeeld in drie perioden: het Paleolithicum (de oude steentijd), het Mesolithicum (de midden steentijd) en het Neolithicum (de nieuwe steentijd), die zich van elkaar onderscheiden door de toenemende verfijning in de vervaardiging en het gebruik van werktuigen.
Wordt gebruikt voor de lange, rechte stokken van metaal of hout, meestal rond in doorsnee, die de grootste component van stokwapens uitmaken en dienst doen als greep en drager van de punt of kop. Voor de kleinere objecten met gelijksoortige vorm die de hoofdcomponent vormen van pijlen wordt de term 'schacht (gereedschapscomponenten)' gebruikt.
Achterste gedeelte van de loop van een vuurwapen waar zich de vuurkamer, waarin de lading wordt ontstoken, bevindt.
De eenvoudigste soort handbeschermer op blanke wapens, dat al bekend is sinds de Oudheid, en bestaat uit een staaf die kruiselings op het blad en de greep is geplaatst.
Bommenwerpers voor grootschalige missies, die conventionele of nucleaire wapens meevoeren en worden gebruikt ter bescherming van de belangen van het nationaal beleid in het algemeen of het specifiek aanvallen en vernietigen van vijandelijke industrieële en economische doelen of burgerbevolkingscentra.
Slagwapens met een brede, zware, a-symmetrische kling die haaks op de steel geplaatst is. Kan ook gegooid worden. Gebruik 'bijlen (gereedschap)' voor bijlen voor ander doeleinden, die meestal smallere bladen hebben.
Verwijst naar de latere fase van de Oostelijke Zhou-periode, van 403 tot 221 v. Chr., hoewel sommige onderzoekers deze periode tussen 475 en 221 v. Chr. dateren. De naam is afkomstig uit kronieken uit de periode. Deze werd gekenmerkt door ernstige versplintering die leidde tot economische en politieke neergang, maar werd ook gekarakteriseerd door fantasierijk vakmanschap. Deze creativiteit werd mogelijk bevorderd door een toename van het aantal mecenassen en door de concurrentie tussen de verschillende staten van de Zhou-dynastie. De graftombe van de markies van Zeng in Suizhou in de provincie Hubei is een belangrijke vindplaats voor de vroege periode van de Strijdende Staten; op deze site zijn meer dan 15.000 artefacten gevonden, zoals bronzen ritueel vaatwerk, klokken, wapens, lakwerk en objecten van hout en bamboe. Veel voorkomende decoratieve motieven op bronzen en keramische objecten waren vogels met gebogen vleugels en draken, wat duidt op contacten met de culturen van de Aziatische steppen, de Hunnen en de Tartaren.
Wordt met name gebruikt voor Europese slagwapens met een zware kop, meestal met een stompe of puntige kant en met tenminste één blad of pin aan de andere kant van de kop of bovenop de staf; ze kwamen voor in verschillende typen van de 13e tot de 17e eeuw. Wordt ook meer algemeen gebruikt voor hamers die als gevechtswapens werden gebruikt in bijna alle delen van de wereld sinds de steentijd.
Wordt algemeen gebruikt voor slagwapens die bestaan uit een staf van hout, metaal of ander hard zwaar materiaal, vaak met een kop van steen of metaal, die met de hand worden gezwaaid als slagwapens.
Wapens die bestaan uit een kort handvat waar aan het einde, door middel van een ketting twee of meer gepantserde ballen, een korte gepantserde staaf of een houten gesel met ijzeren punten aan zijn bevestigd. Ze dateren in ieder geval van tenminste de 13e eeuw.
Blazoenen of tunieken van rijk materiaal met afbeeldingen van heraldische wapens die in de middeleeuwen door mannen werden gedragen. Tegenwoordig staan ze bekend als mouwloze kledingstukken van karmozijnrood fluweel die in combinatie met een mantel worden gedragen. De term is enigszins dubbelzinnig en kan ook slaan op overkleding die door hooggeplaatste personen van beide seksen kan worden gedragen.
Zichzelf voortstuwende, zwaarbepantserde gevechtsvoertuigen met een volledig gesloten, draaiende geschutkoepel die het belangrijkste wapen van het voertuig bevat en één of meer machinegeweren; ze rijden op rupsbanden.
Verwijst naar een periode en cultuur in de Bronstijd die zich ontwikkelde rond 1500 v. Chr. in Emilia in Noord-Italië en die duurde tot aan de vroege IJzertijd. De term is ontstaan uit ‘Terra marna’ wat ‘rijk land’ betekent in het Emiliaanse dialect en dat verwijst naar de enorme hoeveelheid archeologische overblijfselen die in verband kunnen worden gebracht met de vindplaatsen. De periode wordt gekarakteriseerd door kenmerkende versieringen op wapens en aardewerk, crematie van de doden, en aanpassingen aan een vlak terrein dat onderhevig was aan seizoengebonden overstromingen, zoals paalwoningen beschermd door wallen of bolwerken.
Wordt alleen gebruikt voor het uittesten van militaire wapens; gebruik 'schietterreinen' of een specifiekere term voor oefenterreinen voor kleine vuurwapens.
Wordt gebruikt voor complexen waar wapens en voertuigen worden getest onder scherp toezicht; gebruik 'proefterreinen' voor plaatsen waar wapens tot ontploffing worden gebracht op een afstand van de waarnemers.
Te gebruiken voor lichte, snelle oorlogsschepen die zijn ontworpen om aan te vallen met duikbootafwerende wapens; zijn oorspronkelijk aan het einde van de 19e eeuw ontworpen om tegenstand te bieden aan torpedoboten.
Dat deel van het afvuurmechanisme van projectielwapens dat met de vinger wordt bediend.
Die delen van wapensloten die de hamer met een niet of half overgehaalde haan vastzetten, totdat deze wordt losgelaten door de trekker.
Te gebruiken voor een tevoren afgesproken gevecht tussen twee personen dat wordt gevochten met dodelijke wapens volgens een aanvaarde code of procedure, met name om een persoonlijk conflict te beslechten.
Cement dat wanneer het wordt gemengd met water, in een pasta massa verandert die de neiging heeft om na gebruik in volume toe te nemen, in grotere mate dan portlandcement. Het wordt gebruikt als compensatie voor de vermindering in omvang die ontstaat door krimpen of voor het creëren van rekspanning in wapening van beton.
Verwijst naar een cultuur uit de Late Bronstijd die zich voordeed in de 12de eeuw v. Chr. in het oosten van Midden-Europa en Noord-Italië, en die zich verspreidde over Oekraïne, Sicilië, Scandinavië, Frankrijk en het Iberisch schiereiland.Deze cultuur is genoemd naar de gewoonte om de verbrande resten van de overledenen te bewaren in urnen, in zowel vlakke graven als ronde grafheuvels. De cultuur kenmerkt zich door versterkte nederzettingen, opvallend aardewerk en metalen gietvormen, gesmeed bronzen wapentuig, en slagzwaarden met opstaande randen om het handvat te beschermen.
Verwijst naar stillevens waarin de afgebeelde objecten overduidelijk refereren aan de sterfelijkheid, de vergankelijkheid van het menselijke leven en de uiteindelijke nutteloosheid van aardse bezittingen. Afgebeeld zijn bijvoorbeeld zandlopers, weegschalen, spiegels en doodshoofden, en symbolen van rijkdom, kennisverwerving en macht, zoals juwelen, boeken en wapens. Dergelijke stillevens zijn, in tegenstelling tot de meeste andere, religieus getint. Deze soort stillevens, die in Leiden ontstond, was vooral populair in de 17de-eeuwse Nederlandse schilderkunst. De naam is afkomstig uit een passage in het Bijbelboek Prediker.
Te gebruiken voor pluimen gemaakt van veren, vaak drie in getal, gebruikt als versiering boven op een helm, hoed of pet, of als hoofdtooi. Ook veel gebruikt als motief op wapenschilden en als versiering op meubels en andere objecten.
Sluitmechanismen die, wanneer gebruikt, het per ongeluk afvuren van een wapen voorkomen.
Te gebruiken voor de ondergrond of plaats waarop patronen of andere ontwerpen of afbeeldingen zijn geplaatst, zoals op kleden of vlaggen; de ondergrond van elk vlak op wapenvlaggen en schilden waarop het wapenbeeld zich bevindt; en de lege plaatsen op de voor- of achterkant van munten, penningen of medailles die niet het centrale ontwerp, de legendes of opschriften bevatten.
Te gebruiken voor op zichzelf staande gevallen van gewapend conflict tussen twee of meer groepen.
Telefoons die worden gebruikt door de gewapende strijdkrachten, voor communicatie tussen het slagveld en het hoofdkwartier.
Verwijst naar een grote groep 15de- en 16de-eeuwse metalen voorwerpen, hoofdzakelijk afkomstig uit Europese verzamelingen, die ooit werden toegeschreven aan moslimkunstenaars die in Venetië werkten. Veneto-Saraceense metaalproducten werden vooral in het huishouden gebruikt. Voorbeelden zijn kommen, bolvormige wierookbranders, kandelaars en dienbladen. Ze zijn vervaardigd uit koper of brons en ingelegd met geometrische of arabeske motieven in zilver, soms met sporen van goud. Vaak werd er ook een zwarte stof aan toegevoegd. De term wordt soms onnauwkeurig gebruikt om te verwijzen naar voorwerpen die zijn gedecoreerd met figuratieve ornamenten en westerse heraldische wapens. In de 19de eeuw duidde Lavoix de voorwerpen populair aan als Veneto-Saraceens. Zijn theorie dat islamitische metaalwerkers in Venetië werkten en Italiaanse ambachtslieden hadden geleerd te werken in de islamitische stijl werd evenwel bestreden in 1970, toen Huth in twijfel trok dat gildebepalingen buitenlandse ambachtslieden zouden hebben toegestaan om op Venetiaans grondgebied te werken. Er zijn nog geen documenten boven water gekomen die een van deze theorieën bevestigen of weerleggen, en het is vaak lastig om islamitische originelen van westerse kopieën te onderscheiden. Auld heeft drie subgroepen geïdentificeerd: Turkmeens, mammeluks en westers.
Licht bewapende en gepantserde patrouillevoertuigen, met wielen of als halfrupsvoertuig, zonder geschut en aangepast voor gebruik bij hoge snelheden op harde wegen of tijdens veldmissies.
Verwijst naar een Italiaanse keramiekstijl die werd vervaardigd door Francesco Vezzi in Venetië tussen 1720 en 1729. Deze stijl werd beïnvloed door de porseleinstijlen uit wenen en Meissen, en kenmerkt zich door een vochtig ogende, heldere glans en scherp afgetekende geschilderde decoraties, waaronder chinoiserie, wapenschilden en vormen die werden afgeleid van Europees zilver.
Verwijst naar de periode en cultuur uit de IJzertijd genoemd naar de archeologische vindplaats Villanova, in de buurt van het Italiaanse Bologna. De cultuur kwam voor in Noord- en Midden-Italië en Campanië in de 9de en 8ste eeuw v. Chr. en hield in Noord-Italië stand tot de 6de eeuw v. Chr. De cultuur varieerde in de verschillende streken tijdens de verschillende perioden, maar kenmerkend zijn de begraafplaatsen, wapenuitrusting, wapens, sieraden, grafurnen en ander aardewerk, waaronder dubbel-conische en huisvormige urnen, gedecoreerd met geometrische ontwerpen die werden ingekrast en gestempeld. Veel onderzoekers menen dat de Villanova cultuur zich ontwikkelde uit een tak van de urnenveld- culturen uit Oost-Europa die Italië binnentrokken en daar uiteindelijk werden geconfronteerd werden met de oprukkende Etrusken. Anderen classificeren deze cultuur als het begin van de Etruskische beschaving.
Afrikaanse vingerringen waar scherpe, ronde of halvemaanvormige klingen aan zijn bevestigd, vaak met een zeer kleine schede ter bescherming van de drager; worden voornamelijk als wapen gebruikt en soms als snijgereedschap. Exemplaren met klingen die kleiner zijn dan normaal kunnen verborgen in de handpalm worden gedragen.
Richtmiddelen, meestal op de loop van een vuurwapen bevestigd.
Draagbare of vervoerbare wapens die lange, brandende stralen vloeibare of halfvloeibare brandstof onder druk kunnen afschieten.
Niet dragende muren die ondersteund worden door de delen van een onbuigzaam raamwerk, zoals een frame van gewapend beton of staal, en die daardoor dienen ter insluiting en niet ter ondersteuning.
Beugels die zijn bevestigd aan de handgrepen van scherpe wapens, om de hand van de gebruiker te beschermen.
Palen van gewapend beton die zijn gemaakt in een gieterij of op de bouwplaats, alvorens ze in hun definitieve positie worden geplaatst.
Te gebruiken om vuurwapens te beschrijven die vanaf het voorste eind van de loop worden geladen.
Een methode om gewapend beton van te voren te spannen waarbij de pezen, zoals stalen kabels of staven, worden aangespannen voordat het beton hard is geworden.
Verwijst naar de vroegste fase van de IJzertijd, toen de specifieke functionele eigenschappen van ijzer voor het eerst werden benut, onder meer door het te smeden, en het de plaats van brons begon in te nemen bij de vervaardiging van gereedschappen en wapens.
Wordt gebruikt voor geslepen of gepolijst, ongeschilferd, stenen of bronzen, zelden ijzeren, gereedschap in diverse vormen met beitelvormige snijkanten die door prehistorische volkeren mogelijk werden gebruikt als dissels, bijlen, schoffels of wapens.
Gereedschap dat meestal van smeedijzer of gietstaal is gemaakt, vaak een versierd handvat heeft en wordt gebruikt om tegen een stuk vuursteen te slaan om een vonk te produceren. Gebruik 'vuurslagen (vuurwapenonderdelen)' voor vuurslagen die fungeren als sloten op vuurwapens.
Hout van de boom behorende tot het genus Juglans, variërend in kleur van grijsbruin tot paarsbruin. Het wordt gebruikt voor het maken van kabinetten, fineer, fusten en laden van vuurwapens. Gebruik de term 'Engels notenhout' voor de soort Juglans regia, en de term 'Amerikaans notenhout' voor de soort Juglans nigra.
Werpknotsen zijn hand vastgehouden houten knuppels en bedoeld om te worden gegooid of worden gebruikt als een wapenstok. Ze dragen bij bepaalde Oost-Afrikaanse volkeren.speciale symboliek en betekenis.
Mesachtige wapens uit Centraal Afrika, soms met meerdere scherpe lemmeten onder verschillende hoeken met het heft, die worden gebruikt om naar een vijandelijke of dierlijke prooi te worden geworpen.
Verwijst naar de periode en cultuur uit de Vroege Bronstijd die tot ontwikkeling kwam in het Engelse Wessex, en die wordt gekarakteriseerd door kenmerkende grafheuvels waarin begraven of verbrande overledenen, en overvloedige, gevarieerde grafgeschenken, met name gedecoreerd aardewerk, metaalwerk, wapens, waaronder dolken, en persoonlijke sieraden, gemaakt van niet-lokale materialen.
Verwijst naar de Duitse aardewerkstijl die werd vervaardigd in een tijdperk waartoe ook de Höhr-Grenzhausen en Grenzau behoren, na 1590. Deze stijl kenmerkt zich door grijze objecten, gedecoreerd met regelmatig geplaatste, ingekerfde of gestempelde vormen, of wapenschilden, gedeeltelijk gekleurd met kobaltblauw of mangaanpaars.
Een reeks heldere blauwe kleuren die lijken op het blauw in het wapen van de Windsors, de Britse koninklijke familie.
Veiligheidspallen die zich op de haaksloten van vuurwapens bevinden, en bestaan uit een klein, draaiend haakje dat achter de haan zit en zich vastgrijpt in een inkeping onderaan de haan, zodat deze half gespannen wordt gehouden en het geladen wapen veilig kan worden gedragen.
Verwijst naar een type persoonlijke wapenrusting in Japan, voornamelijk bedoeld voor gebruik door boogschutters te paard en hoofdzakelijk gebruikt van de 9e tot de 16e eeuw. De yoroi was licht van gewicht vergeleken met andere wapenrustingen en opgebouwd uit meerdere stukken die bij elkaar werden gehouden door felgekleurde koorden of linten. De yoroi werd gewaardeerd om zijn praktische functie, maar ook om decoratieve en rituele redenen. Na de dood van de eigenaar werd het kledingstuk vaak geschonken aan een Shinto heiligdom.
Uitstekende knoppen, op bijvoorbeeld wapens of aan de voorkant van een zadel.
Te gebruiken om vuurwapens te beschrijven die na het afvuren automatisch de lege munitiehuls uitwerpen en het volgende patroon laden.
Ruimte omsloten door de loop van vuurwapens.
Gebogen stalen beugels die in paren, één aan elke zijde van de kling, op blanke wapens worden aangebracht en zijn bevestigd aan de pareerstang van het gevest zodat ze bogen vormen die loodrecht op de kling staan.
Wapenhelmen met een halfronde of puntige kroon, verschuifbare neusdekking of een vizier met tralies, en als lange halsbeschermer een enkele onbuigzame plaat of verscheidene overlappende platen, vergelijkbaar met de staart van een kreeft; ze werden gedragen door de Europese en Noord-Amerikaanse cavalerie aan het eind van de 16e en 17e eeuw.
Te gebruiken om vuurwapens te beschrijven, vooral geweren, die zijn gebouwd om terugslag te voorkomen, meestal door een opening in de grendel of het sluitstuk die een beheerste ontsnapping van het voortstuwingsmiddel toestaat.