Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Stam van diverse dieren zoals oesters, mosselen, sint-jakobsschelpen en kokkelschelpen, maar ook naaktslakken, huisjesslakken, nautilussen, inktvissen, pijlinktvissen en octopussen. Weekdieren zitten soms geheel of gedeeltelijk in een schaal van calciumcarbonaat, dat wordt afgescheiden door een zachte laag op het lichaam. Weekdieren vindt men in zout water, zoet water en op het land.
Klasse van weekdieren die in de diepzee leven en geen schaal hebben, maar bedekt zijn met een massieve of holle sclerieten (stekels) van aragoniet. Kenmerkend is de mond met zeer complexe speekselklieren en een uniek zintuig, het vestibulum. In sommige classificaties worden de onderklassen van deze klasse, Solenogastres en Caudofoveata, beschouwd als aparte klassen.
Een aantrekkelijk schelpmarmer uit het Spaanse Tortosa, waar het nog steeds wordt gewonnen. De hoofdkleur varieert van roodachtig lila tot geel, afhankelijk van de hoeveelheid slakken die het bevat. De gele kleur wordt bepaald door de weekdieren en het lila door de zeebedding waarin het is verzonken. Broccatello werd veelvuldig gebruikt als oppervlakteversiering in kerken in Rome en Napels.
Algemene benaming voor de fossielen van sommige tweeschalige weekdieren.
Kleine wormachtige weekdieren die in de diepzee leven en geen schaal of aparte pootjes met spieren hebben, maar wel schubben en kalkhoudende scleriten (stekels). Ze staan verticaal in zachte sedimenten en halen hun voedsel uit organisch bezinksel. In sommige classificaties wordt deze onderklasse net als Solenogastres een klasse genoemd. Hier worden de twee ondergebracht in de klasse Aplacophora.
Constructies die door andere dieren dan mensen worden gemaakt, meestal door verschillende zoogdieren, vogels, insecten en spinachtigen, soms door vissen, reptielen, amfibieën, schaaldieren, weekdieren, wormen, marine filter feeders, en anderen. Bouwmaterialen bestaan uit verzameld of zelf uitgescheiden materiaal. Dieren maken deze constructies voornamelijk als beschermde habitats voor thermo-regulering en bescherming tegen roofdieren, te vangen prooi, en voor weergave tussen leden van dezelfde soort.
Schelpen van de vele buikpotige zeeweekdieren behorende tot een familie die is verspreid over warme zeeën; ze hebben een mooie glans, zijn vaak fel van kleur en worden veel gebruikt als versieringen of geld.
Variabele paarse of roodachtige kleuren die lijken op de kleding die is geverfd met de verfstof klassiek purper, die wordt verkregen uit zeeweekdieren van het genus Murex.
Algemene term die men gebruikt voor diverse soorten tweekleppige weekdieren uit de familie Ostreidae en andere families. Ze komen voor in de zee en in brak water. Sommige soorten uit de familie Ostreidae worden door mensen gegeten. Sommige soorten uit andere families gebruikt men voor de productie van parels.
Verwijst naar de stijl van het Franse aardewerk dat werd gemaakt door Bernard Palissy aan het begin van de 16de eeuw, en dat werd geïmiteerd tot in de 19de eeuw. Het aardewerk werd versierd met reptielen en weekdieren, in reliëf weergegeven in gedempte, correct gekleurde glazuurlagen.
Een gladde, ronde kraal die wordt gevormd in de schelp van bepaalde weekdieren. Wordt gebruikt voor sieraden en andere decoratieve doeleinden, en wordt als edelsteen beschouwd.
Diverse kleuren die variëren van geelachtig wit tot een lichtelijk blauwachtig middengrijs die lijken op de glanzende kleur van een parel, een dierlijk materiaal dat wordt gevormd in de schelpen van bepaalde weekdieren.
Uitgestorven orde van fossiele zeereptielen met een stevig, soms gepantserd lichaam en grote platte palatale tanden. Men denkt dat de dieren de tanden gebruikten om de schalen van weekdieren te kraken. De dieren leefden in het Trias.
Orde van in zee levende koppotige weekdieren met acht armen met zuignappen en twee tentakels. Ze zijn nauw verwant met de sepia's, maar verschillen doordat ze een rondere mantel hebben en een inwendige schelp ontbreekt. In sommige classificaties worden ze beschouwd als familie van Sepiida.
Kleine wormachtige weekdieren die in de diepzee leven en geen kalkhoudende platen op het lichaam hebben, maar wel dunne slijmerige uitsteeksels op de mantel. In sommige classificaties wordt deze onderklasse net als Caudofauveata een klasse genoemd. Hier worden de twee samen ondergebracht in de klasse Aplacophora.
De spiraalvormige schelp van buikpotige weekdieren; er kan op worden geblazen om geluid voort te brengen.
Orde van in zee levende koppotige weekdieren die wordt gekenmerkt door acht korte armen en twee doorgaans langere tentakels. Ze verschillen van de verwante inktvis door de aanwezigheid van een verkalkte inwendige schelp (zeeschuim).
Het huidpantser van weekdieren uit zout water, vaak gebruikt voor sieraden of decoratieve voorwerpen.
De parel van zoetwaterweekdieren.