Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Automatische geweren met verkleinde geweerpatronen voor gebruik op de korte afstand, tot 400 meter.
Gebouwen waar brandweerauto's, brandbestrijdingsapparatuur zijn ondergebracht en meestal ook de brandweermannen, die dienst hebben.
Helmen die worden gedragen door brandweermannen, met een hoge gewelfde bol en een rand die aan de achterkant uitsteekt om als nekbescherming te dienen.
Verwijst naar mensen die door brandweerkorpsen worden ingezet om branden te bestrijden, personen te redden en andere taken in verband met noodhulpverlening uit te voeren.
Combinatiewapens die bestaan uit een klein geweer gecombineerd met een ander wapen of werktuig of een alledaags gebruiksartikel zoals een wandelstok.
Gebruik voor de combinatie van geluidsopnemende en transducerende apparatuur en bijbehorende apparaten voor het opnemen van geluid op een locatie en tijdstip en het te reproduceren op dezelfde of een andere locatie op dezelfde of op verschillende tijdstippen.
Vuurwapens die zijn ontworpen om door één persoon vanaf de schouder te worden afgevuurd.
Vuurwapens, meestal geweren, die worden gebruikt bij het kleiduivenschieten; meestal semi-automatische wapens met meer gewicht vooraan dan veldgeweren.
Recreatieve geweren die worden gebruikt bij het schieten op schietschijven.
Vuurwapens voor de sport, vaak speciaal ontworpen, die worden gebruikt voor het kleiduivenschieten; meestal jachtgeweren die lijken op geweren, kaliber 12, met een langere geweerlade en lange lopen.
Blanke wapens, doorgaans met een kling om mee te steken, bedoeld voor bevestiging aan of in de voorkant van een vuurwapen.
Granaten ontworpen om te worden afgevuurd door een licht vuurwapen met een speciale loop of afschiet beker, met behulp van een afzonderlijk afschietinstrument en afzonderlijk geladen moeten worden.
Kabinetten die speciaal zijn ontworpen voor pistolen, geweren en andere soorten handwapens. De deuren zijn vaak van glas.
Wapensmid die gespecialiseerd is in het maken van een passende geweerlade voor de loop van een wapen.
Zij die zich beroepsmatig bezighouden met het ontwerpen, maken of repareren van kleine vuurwapens.
Rekken voor het opbergen of bewaren van kleine wapens; kan vrijstaand of aan iets vastgemaakt zijn.
Gladloopsgeweren waar meestal ladingen hagel mee worden afgevuurd in plaats van losse projectielen.
Geweren die zijn ontworpen voor gebruik tijdens de jacht.
Het meest voorkomende Europese type jachtgeweren tussen het einde van de 17e en het midden van de 19e eeuw, gekenmerkt door een korte achthoekige loop met een groot kaliber, een zware geweerlade en koperen beslag. Van oorsprong uitgerust met vuursteensloten, maar na 1820, in Nederland na 1840, meestal voorzien van percussiesloten.
Brede aarden dijken of wallen die zijn opgehoogd als een vestingwerk.
Automatische of, tot 1880, handbediende vuurwapens die munitie voor draagbare wapens gebruiken en die gewoonlijk moeten worden gebruikt met een affuit en een bemanning van minstens twee personen. Bij gebruik van munitie met een kaliber groter dan 2 cm gebruik 'geschut'.
Thermometers waarvan het waarnemingselement een elektrisch weerstandje is waarvan de weerstand een nauwkeurig bekende functie is van de temperatuur.
Geweren die speciaal zijn ontworpen voor bepaalde schietschijfwedstrijden waarbij geen kunstmatige steunen worden gebruikt, die zijn ontwikkeld in Duitsland in de 15e eeuw en populair waren in de Verenigde Staten vanaf het begin van de 19e eeuw tot aan de Eerste Wereldoorlog. Ze worden gekenmerkt door lange, zware, achthoekige lopen, vaak met extra gewicht aan de tromp, handpalm steunen, dubbele trekkers, zware geweerladen en zeer nauwkeurige vizieren van goede kwaliteit.
De kracht of eigenschap van weerstand, vooral de reciproque van elektrische geleiding.
Geweren voor recreatieve doeleinden, vooral jagen.
Stevig touw gemaakt van twee of meer strengen die in elkaar zijn gedraaid, vooral wanneer het een diameter heeft die minder is dan 0,2 mm.
Het samendraaien van twee of meer draden garen, meestal in tegenovergestelde richting van de draaiing van de gebruikte draden, om dikker en sterker garen te verkrijgen.
Grootste spanning die een materiaal kan weerstaan voor een bepaald aantal cycli zonder te breken.
Het beïnvloeden door weersomstandigheden van veranderingen in de kleur, de textuur, de samenstelling of de vorm van een voorwerp.
De toestand van de atmosfeer met betrekking tot factoren zoals wind, temperatuur, bewolking, vocht en druk. Gebruik 'klimaat' voor alle atmosferische variaties op een specifieke geografische locatie op langere termijn.
De eigenschap of toestand tegen wind en regen, vorst en zon te kunnen.
Instrumenten voor het meten van de luchtdruk.
Windwijzers in de vorm van een haan.
Het waarneembare resultaat van lichtstralen die bij het raken van een oppervlak niet worden geabsorbeerd maar terugkaatsen, bijvoorbeeld bij een spiegel.
Verwijst naar een effect bij textiel dat ontstaat door het weven van scheringdraden in één kleur en inslagdraden in een contrasterende kleur. Gevolg is dat de stof, vaak zijde of een andere glimmende stof, van kleur verandert wanneer deze vanuit een ander gezichtspunt wordt bekeken.
Te gebruiken voor kleine losse ballonnen die automatisch registrerende instrumenten omhoog dragen om metingen voor atmosferisch onderzoek vast te leggen en uit te zenden; gebruik 'meteorologische ballonnen' voor ballonnen die instrumenten omhoog dragen voor het vastleggen van informatie met betrekking tot het weer.
Een vorm van elektrisch druklassen, waarbij de benodigde warmte wordt geproduceerd door stroom door de te lassen delen te sturen. Tegelijk met de stroom wordt een bepaalde hoeveelheid druk ontwikkeld die groot genoeg is om de lasverbinding te maken.
Een geofysische overzichtstechniek waarbij de weerstand wordt gemeten van de aarde tegen een elektrische stroom die door metalen elektroden wordt geleid; wordt met name gebruikt in de archeologie om begraven overblijfselen te lokaliseren.
Het traagheidsmoment van het gebied van een dwarsdoorsnede van een deel van de constructie gedeeld door de afstand tussen het zwaartepunt en het uiterste punt van de doorsnede; de mate van buigzaamheid van een balk.
Wordt gebruikt voor mechanische systemen die warmte opwekken door de weerstand van stroomgeleiders.
Vorm van krankzinnigheid die door schrijvers uit de oudheid werd beschreven en waarbij de patiënt denkt dat hij een wolf is, met alle bijbehorende instincten en neigingen. Daarnaast wordt de term in meer algemene zin gebruikt voor vormen van krankzinnigheid waarbij de patiënt denkt dat hij een dier is.
Gevorkte of met weerhaken uitgeruste speren voor het vangen van alen die in de modder liggen.
Wordt in brede zin gebruikt voor conserveringsbehandelingen, zoals oliën en inschilderen van een beschadiging die niet hersteld kan worden. De behandelingen zijn bedoeld om het originele uiterlijk van een ontwerp weer terug te krijgen. Gebruik, indien mogelijk, een specifiekere term.
Wordt gebruikt voor de minimale constructies die beschutting bieden tegen het weer voor wachtenden bij bushaltes; gebruik 'busstations' voor de belangrijkere gebouwen langs busroutes, meestal met verkoop- en servicevoorzieningen.
Het idee dat in bepaalde kunstwerken het bewustzijn van de 'kijker' opzettelijk wordt weggenomen doordat de kunstenaar het onderwerp heeft weergegeven als iemand die volledig opgaat in datgene wat hij of zij aan het doen is.
Verwijst naar kunststijlen die ontstonden als reactie op de traditionele Europese opvatting volgens welke de kunst wordt geacht de natuur te imiteren. In zijn meest strikte vorm verwijst de term naar 20ste-eeuwse westerse schilderkunst, beeldhouwkunst of grafische kunst waarvan de vormentaal in geen enkel opzicht verwijst naar objecten uit de zichtbare wereld. De term wordt ook wel toegepast op kunst waarin natuurlijke vormen op vereenvoudigde of veranderde wijze worden weergegeven, maar waarin deze vormen niet volledig zijn uitgebannen. Gebruik 'abstractie' voor het proces waarbij algemene begrippen worden geformuleerd door middel van abstrahering van gemeenschappelijke kenmerken van zaken.
Verwijst naar de term die wordt gebruikt voor het werk van abstract expressionistische schilders zoals Jackson Pollock en Willem de Kooning. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van impulsieve en energieke penseelstreken die de psychische toestand van de kunstenaar weergeven en door de nadruk op het kunstwerk als de arena waarin de schilderdaad wordt verricht.
Fotografische procédés waarbij een beeld in kleur wordt vastgelegd door drie opnamen van het tafereel te maken op een monochrome plaat, waarbij op elke opname één van de drie primaire kleuren (rood, groen en blauw) gefilterd wordt. Het beeld is zichtbaar doordat de afzonderlijke opnamen weer in register bij elkaar worden gevoegd, waarbij elke opname wordt getoond in het licht van de eigen opname; zo wordt de rode opname getoond met rood licht.
Verwijst naar de stijl en beweging in Italië die in de jaren dertig en vroege jaren veertig van de 20ste eeuw werden afgekondigd in de Manifesto dell' Aeropittura (1929) door kunstenaars als Giacomo Balla, Gerardo Dottori en Tato, en die voortkwam uit een tweede golf van het futurisme. Deze beweging, die meer gefascineerd was door de dynamiek van beweging, hield zich bezig met een naturalistische weergave van landschappen bezien vanuit extreme hoeken van perspectief en beweging, abstracte weergaven van cirkels, spiralen en elkaar doorsnijdende vormen die beweging symboliseren, en gemanipuleerde en artistieke vormen om analogieën voor beweging te creëren, bijvoorbeeld in de vorm van roterende cirkelvormen die het draaien van de aarde moeten voorstellen.
Verwijst naar tweedimensionale weergaven van personen, dieren, objecten, plaatsen of verschijnselen. Doorgaans wordt ermee verwezen naar dergelijke weergaven met betrekking tot tekeningen, foto's, films of digitale formaten.
Afrikaanse ceremoniële zwaarden van het Asantevolk, met een gebogen stalen kling die breed is aan de punt maar taps toeloopt in de richting van het houten handvat, dat soms in goud is gevat en bestaat uit twee bollen aan weerszijden van een cilinder. Gedragen door Asante koningen en vooraanstaande stamhoofden of hun vertegenwoordigers.
Verwijst naar een islamitische religieuze beweging die in 1889 in India is gesticht door Mirza Ghulam Ahmad (ca. 1839-1908). Ghulam Ahmad beweerde dat hij de in de Koran voorspelde messias Mahdi, de christelijke Verlosser, een incarnatie van de hindoegod Krishna en een wederverschijning van Mohammed was. In 1914 splitste de geloofsgemeenschap zich in twee heel verschillende takken, de Qadiyani en de Lahori. De Ahmadiyya-beweging wordt door orthodoxe moslims afgewezen omdat de claim van Ghulam Ahmad dat hij een profeet is na Mohammed, niet samengaat met het traditionele geloof dat Mohammed de laatste manifestatie van God was. Andere onorthodoxe overtuigingen zijn dat Jezus zijn dood heeft geveinsd en in werkelijkheid is ontkomen naar India, waar hij overleed op de leeftijd van 120 jaar, en dat het begrip jihad (heilige oorlog) kan worden geherinterpreteerd als een vreedzame in plaats van gewelddadige strijd tegen ongelovigen. Na jarenlange demonstraties tegen de beweging werden haar volgelingen in 1974 tot ketters uitgeroepen en officieel in de ban gedaan door de orthodoxe islamitische gemeenschap. De beweging staat bekend om haar zendingsijver en is actief in Azië, Afrika en Europa.
Personen die zijn geschoold of werkzaam zijn op dat deelgebied van de wiskunde dat onderzoek doet naar algemene beweringen omtrent relaties, met gebruikmaking van letters of andere symbolen voor het weergeven van specifieke wiskundige elementen, zoals getallenverzamelingen, waarden, vectoren en reeksen.
Verschuifbare houten blinden. De term betekent zoiets als ���regenpanelen'. Men schoof ze 's nachts of tijdens slecht weer voor deuropeningen, en wanneer ze niet werden gebruikt, bewaarde men ze in speciale bakken aan de muren van het gebouw. Men ging ze in de late zestiende eeuw gebruiken in verschillende soorten gebouwen, van tempels tot woonhuizen.
Voorlaadvuursteengeweren die vanaf de revolutie tot aan het einde van de 19e eeuw in Amerika werden gemaakt, vooral in Pennsylvania. Ze worden gekenmerkt door een lange achthoekige loop, een geweerlade van esdoornhout, messing beslag en opengewerkt sierbeslag.
Hout van de boom behorende tot de soort Juglans nigra, inheems in het oosten van de Verenigde Staten. De kleur is donkerder en uniformer dan van de okkernoot; het hout wordt gebruikt voor meubels, kabinetten, geweerkolven en muziekinstrumenten.
Afbeeldingen die een vervormd beeld geven van het weergegeven voorwerp maar die, mits bekeken vanuit een bepaalde hoek of met gebruik van een gebogen spiegel, het voorwerp in de juiste proporties tonen.
Verwijst naar een perspectiefsysteem dat is gebaseerd op het orthodox lineair perspectief, maar gebruikmaakt van de extreme vertekening van vormen op het afbeeldingsvlak bij zeer brede zichthoeken. Het maakt gebruik van de optische trucage van anamorfose, waarbij een op een afbeeldingsvlak weergegeven vorm lateraal zo extreem wordt uitgerekt dat het van voren gezien onherkenbaar is, maar vanuit een zeer schuine hoek wel te onderscheiden valt.
Een monument of ander bouwwerk weer opbouwen met behulp van de delen die waren losgeraakt.
Een Angkloeng of angklung is een Indonesisch muziekinstrument gemaakt van bamboe.Bij het zijdelings heen en weer bewegen ontstaat een warm soort geluid. Elk instrument is met de hand gestemd en brengt één toon voort
Te gebruiken om te verwijzen naar de anglicaanse kerk (Church of England); gebruik 'episcopaal' om te verwijzen naar de episcopale kerk in Amerika. De term verwijst naar een christelijke geloofsrichting met zowel protestantse als katholieke elementen die ontstond na de breuk tussen de Engelse koning Hendrik VIII en de rooms-katholieke kerk (circa 1532-34). Het anglicanisme is de officiële Britse staatsgodsdienst, en de Britse soevereine vorst is nog altijd het officiële hoofd van de anglicaanse kerk. Aanvankelijk droeg de kerk nog een overwegend katholiek karakter, maar onder Edward IV en Elizabeth I werden er hervormingen doorgevoerd en werd een meer protestants georiënteerde geloofsleer geïntroduceerd, met een nieuwe versie van het Book of Common Prayer en de Negenendertig Artikelen. Hoewel de huidige anglicaanse kerk in het algemeen wordt gekenmerkt door een tolerante houding, zijn de spanningen tussen protestants en katholiek gezinde stromingen binnen de kerk nooit verdwenen en heerst er weerstand tegen nieuwe vrijzinnige en evangelische invloeden. Het anglicanisme berust op episcopaal gezag en op een structuur van parochies, welke van fundamenteel belang is voor de kerkelijke organisatie.
Verwijst naar de stijl van architectuur en schilderkunst die is ontwikkeld in India tijdens de Britse koloniale overheersing. In de architectuur wordt deze stijl gekenmerkt door een mengeling van lokale elementen zoals polychrome koepeldaken, bolvormige koepels en overwelfde lanen, met klassieke en gotische stijlen. In de schilderkunst wordt deze stijl gekenmerkt door de weergave van beelden tegen een witte achtergrond en zeer veel aandacht voor details.
Werpsperen van de oude Franken met een ijzeren kop met weerhaakjes, vastgesmeed aan een ijzeren buis met een holte erin, zodat de kop op een lange houten stok kan worden gezet.
Verwijst naar een typische artistieke traditie van vooral draagbare objecten. Deze stijl werd voor het eerst ontwikkeld door de Scythische nomaden ten noorden van de Kaukasus in de 6de eeuw v. Chr. De stijl werd tot in de 8ste eeuw n. Chr. verspreid door heel Europa en Noordelijk Azië door nomaden te paard, over de steppen van Hongarije naar de Gobiwoestijn en verder. De stijl kenmerkt zich door het veelvuldig gebruik van kostbare materialen, modelleertechnieken die houtsnijwerk imiteren, waaronder afkanten, en een hoge mate van intensiviteit en vitaliteit. Veel voorkomende motieven zijn gestileerde realistische of mythologische dieren, dikwijls weergegeven in gebogen of verwrongen houdingen.
Verwijst naar de stijl die wordt geassocieerd met een groep Franse beeldhouwers in het midden van de 19de eeuw, die kleine afbeeldingen maakten van huisdieren en wilde dieren. Zij werden geïnspireerd door een fascinatie voor dierkunde en het observeren van dieren in de Jardin des Plantes in Parijs. Hun werk is vooral bekend door het realisme en de weergave van wreedheid en macht in de natuur.
Verwijst naar stijlen en methoden van keramiekproductie die sinds de 1ste eeuw werden toegepast in Vietnam. De stijl weerspiegelt over het algemeen sterke Chinese invloeden; tegen de 11de eeuw ontwikkelden de technologie, vormen en ontwerpen van keramiek zich echter tot duidelijkere Vietnamese stijlen. De stijl kan worden onderverdeeld in pre-exportaardewerk (gekenmerkt door bruinwitte ingesneden urnen, bassins en hurkkruiken met bloem-, blad-, lotus- en chrysantbloesemmotieven), vroege-exportaardewerk (gekenmerkt door een identificeerbaar wit of grijsachtig lichaam, een harde en fijne textuur en een donkere chocoladekleurige of lichter bruin gekleurde basis) en blauwwit aardewerk, dat wordt gekenmerkt door een speciaal onderglazuur dat werd gebruikt in de 14de eeuw, door bloemontwerpen, lotuskrullen en zwemmende vissen, en door opgeglazuurd email in rood, groen en geel. Blauwwit aardewerk bleef zich ontwikkelen tot in de 18de en 19de eeuw.
Apparaten die geluid veranderen, maar zelf geen geluid voortbrengen.Gebruik termen onder de gidsterm "uitrusting voor het overbrengen en weergeven van geluid" voor apparaten die geluid reproduceren en uitzenden zonder het noodzakelijkerwijs te veranderen.
Verwijst naar de doctrines van de Alexandrijnse priester Arius (ca. 250-ca. 336), die ontkende dat Jezus van dezelfde materie was als God en verklaarde dat hij in plaats daarvan slechts het hoogste van de geschapen wezens was. Als zodanig was de Zoon niet gelijk aan en niet net zo eeuwig bestaand als de Vader. Volgens de arianisten was Jezus geschapen - niet verwekt - door God en bereikte hij zijn goddelijkheid door zijn volmaakte gehoorzaamheid aan God. De doctrine van Arius werd in 321 als ketterij veroordeeld op een synode in Alexandrië en definitief verboden tijdens het Concilie van Nicea in 325. Het arianisme heeft in veel Germaanse landen voet aan de grond gehouden. De controverse rond het arianisme is in verschillende tijden weer opgeleefd en werd uiteindelijk verdrongen door het unitarisme.
Weergaven van het hemelgewelf in de vorm van een geraamte, waarbij de aarde doorgaans in het midden ligt, en die bestaan uit een samenstel van ringen die de posities aangeven die de hemelequator, de ecliptica, de zodiak en de planeten ten opzichte van elkaar innemen; zijn ontwikkeld door de oude Grieken en werden voornamelijk in de 14e tot en met de 16e eeuw in de scheepvaart als hulpmiddel gebruikt.
Verwijst naar een stijl en beweging uit de eerste jaren van de 20ste eeuw waarbij de nadruk lag op de weergave van alledaagse, gewone aspecten van het stadsleven. De stijl gaat bewust in tegen de academische esthetische opvattingen van 'l'art pour l'art', en het loslaten van geleerde technieken staat centraal, alsmede het dynamische en karakteristieke van het dagelijks leven.
Wordt gebruikt voor apparatuur om geluid mee op te nemen, uit te zenden, weer te geven en het te versterken.
Te gebruiken voor de hardware die vereist is om beeld- en geluidsmateriaal weer te geven of te gebruiken, zoals viewers, projectoren, videorecorders en cd-spelers.
Verwijst naar de gereedschaps- en kunstcultuur van hoog-paleolithisch Europa die volgde op de Moustérien cultuur, gelijktijdig was met het Périgordien en is genoemd naar de opgravingen bij Aurignac in het zuiden van Frankrijk. De typische stijl kan wijzen op een invasie van nieuwe volkeren in West-Europa en onderscheidt zich van gelijktijdige culturen door een overdaad aan bewerkt hakgereedschap in plaats van snijgereedschap, de vervaardiging van lemmeten en burijnen door middel van ponstechniek, en dubbelkonische punten met gespleten basis. Deze cultuur heeft de burijn uitgevonden, die de graveerkunst mogelijk maakte. De kunst kenmerkt zich door gestileerde venusfiguren, kleine snijwerken en graveringen waarin verkort perspectief en schakering is toegepast door middel van kruisarcering, en grotschilderingen van mensenhanden die worden gebruikt als sjablonen en geschilderde meerkleurige dieren, vaak met een opvallend verdraaid perspectief, dat wil zeggen dat de dieren en profil zijn afgebeeld met hun hoorns gedraaid in een frontale weergave.
Fotomechanische hoogdrukken die een halftint-doek gebruiken om een afbeelding op te delen in een regelmatig patroon van punten, zodat gradaties van kleuren kunnen worden weergegeven.
Verwijst naar kartons waarin een klein gedeelte van een ontwerp is weergeven, of andere details die verband houden met het hoofdkarton.
Wordt gebruikt voor brandalarmsystemen die een alarm via een gemeentelijk systeem naar de brandweerkazerne doorgeven.
Een evenwichtige indeling van compositiedelen aan weerszijden van een middenas.
Verwijst naar tekeningen gemaakt met behulp van axonometrische projectie, een systeem waarbij een driedimensionaal object wordt afgebeeld door projectielijnen parallel aan elkaar weer te geven en waarbij doorgaans ten minste één van de drie ruimtelijke assen schuin op het projectievlak staat. In het huidige architectenjargon verwijst de term soms alleen naar tekeningen waarop een orthogonale weergave van het object naar het oppervlak is gekanteld.
Verwijst naar een projectie die doorgaans wordt gebruikt in de cartografie en waarbij het oppervlak van de aarde of een ander hemellichaam zodanig wordt afgebeeld dat een rechte lijn vanaf het middelpunt tot elk willekeurig ander punt de kortste afstand weerspiegelt die op schaal kan worden gemeten. Dit type projectie wordt vaak gebruikt om afstanden en richtingen vanaf een bepaalde stad te laten zien, en de metingen zijn alleen nauwkeurig voor het geselecteerde middelpunt.
Engelse houwdegens met een brede, eensijdende kling, een vlakke achterkant en een goed ontwikkelde afweer voor de hand die meestal bestaat uit een korfgevest of handbeschermer. Geen Nederlands equivalent. Zie 'houwdegens'.
Gordijnen ter weerszijnden van het altaar. Gebruik 'dorsalen' voor gordijnen die achter het altaar hangen.
Huiden die zijn gevild van een dood dier, met haar, wol, of veren nog bevestigd; de poten, staart, en het hoofd kunnen ook zijn bevestigd. Voor huiden met haren die worden gebruikt als materiaal, liever "pels (dierlijk materiaal)". Voor pelzen die zijn opgezet en een driedimensionaal dier weergegeven , gebruik "opgezette dieren".
Te gebruiken voor snelle, krachtige zeevarende vaartuigen, meestal als schoener of brik getuigd, met een scherp gat, lange achterscheg, een middelmatige tot geprononceerde stromingsweerstand en een grote vlaktilling; zijn in de eerste helft van de 19e eeuw gebouwd en waren vaak betrokken bij illegale zaken, zoals smokkel of slavernij, of als recherchevaartuig om smokkelaars te vangen.
Versierde spiesen met weerhaken die in de nek en schouders van de stier worden gestoken tijdens een stierengevecht.
Verwijst naar de periode die is genoemd naar de hoofdstad van Thailand, gesticht door Rama I (1782-1809) in 1782. In de architectuur wordt deze periode het best vertegenwoordigd door de verschillende constructies en latere renovaties in het Grote Paleis (Phra Borom Maha Ratchawang) waarin zich de Amarin Winichai Hall bevindt, met een T-vormige plattegrond, en de Dusit Maha Prasat Throne Hall (1789), met een vloerplan in de vorm van een Latijns Kruis, gelakte en vergulde deuren en vensters en vergulde, negenlaagse spitsen. Tempels in deze periode worden gekenmerkt door centrale heiligdommen die het palladium van het koninkrijk en andere vereerde Boeddhabeelden huisvesten, altaren die het Traiphum of bestaanswerelden afbeelden, friezen of vergulde garua's, ubosots of verlengde wijdingszalen, paarlemoeren ingelegde werken, bronzen leeuwen, wihans of gemeenschapszalen en daken met meerdere lagen. Later in de 19de eeuw weerspiegelden bouwstijlen Europese koloniale esthetica. In beeldhouwkunst en schilderkunst worden op werken uit deze periode taferelen afgebeeld uit de Ramakien en uit hindoeïstische teksten.
Verwijst naar de stijl die is geïnspireerd op de bouw van de tempel van Banteay Srei in het midden van de 10de eeuw en deels de wederopleving weerspiegelt van de beeldhouwstijlen van de 7de en 8ste eeuw, vóór het Angkor-tijdperk. De tempel is van roze zandsteen, versierd met kleinschalige, gedetailleerde, edelsteenachtige reliëfs, timpaanreliëfs met grote en kleine godheden te midden van een rijk gebladerte, geraffineerde verhalende reliëfpanelen waarin Shiva, Visjnoe en Krishna worden afgebeeld op verschillende niveaus, en muurschilderingen. Gebeeldhouwde figuren hebben een slanker lichaam, natuurlijkere verhoudingen, smallere hoofden, een jeugdigere uitstraling, en kleding zonder smalle verticale plooien die strak om het lichaam valt.
Verwijst naar de stijl die zich in de late 10de tot de 11de eeuw ontwikkelde in Angkor. De stijl wordt gekenmerkt door bladmotieven, het spaarzaam voorkomen van vrijstaande beeldhouwkunst, en jeugdig uitziende gebeeldhouwde figuren met dunne, nauwsluitende kleding zonder diadeem en met fijn gegraveerde plooien en versierd met scherp uitgesneden juwelen. De stijl is zichtbaar in monumentale beeldhouwwerken zoals de Khleangs, de Phimeanaka's en Ta Keo, en in reliëfwerk op lateien en timpanen. Timpanen in deze stijl zijn voorzien van rechthoekige reliëfpanelen met daarop taferelen uit het leven van Rama en Krishna, waarbij meer aandacht is besteed aan de levendige weergave van bewegingen dan aan anatomische details. De door het hindoeïsme beïnvloede boeddhistische beeldhouwwerken kwamen ook tot bloei onder deze stijl, waarbij het haar werd afgebeeld in fijne vlechten in plaats van krullen. Bronzen werken in deze stijl worden gekenmerkt door figuren met ingelegde ogen en wenkbrauwen en een gevarieerde onderwerpkeuze, uiteenlopend van decoratief tot religieus.
Vermogen van een materiaal, meestal in de vorm van een plaat, om hydrostatische druk te weerstaan zonder te breken.
Verwijst naar een regionale school van Pahari-miniatuurschilderkunst die aan het eind van de 17de en de gehele 18de eeuw een bloeiperiode beleefde in de Indiase heuvelstaten. Schilderijen in de Basohli-stijl behoren tot het vroegst bekende Pahari-werk. Hoewel de naam van de school is ontleend aan de kleine onafhankelijke staat Basohli, als belangrijkste centrum van de stijl, zijn er overal in deze regio voorbeelden van te vinden. Kenmerkende elementen zijn: krachtige lijnvoering en felle kleuren, een langwerpig formaat, rode randen, monochrome achtergronden en een willekeurig maar bijzonder gebruik van architecturale en decoratieve elementen. De gezichten zijn doorgaans overdreven en gestileerd weergegeven, vaak en profil, met grote ogen met een doordringende blik. Een herkenbare techniek is het gebruik van dikke, pasteuze druppels witte verf voor de weergave van sieraden, terwijl delen van kevervleugeltjes smaragden moeten suggereren.
Verwijst in algemene zin naar weergaven, visualisaties of andere optische pendanten van de externe verschijningsvorm van een object, persoon, dier, plaats of verschijnsel. In specifiekere zin verwijst de term naar de afbeelding zelf in plaats van naar de drager (bijvoorbeeld bij verwijzing naar een tekening).
Kledingstukken die worden gedragen ter bescherming tegen vuil of gevaar. Gebruik 'overkleding' of een specifiekere term hiervan voor kledingstukken die worden gedragen ter bescherming tegen het weer.
Het weergeven van eigenschappen of kenmerken van iets of iemand in gesproken, geschreven taal of gebarentaal.
Gebogen metalen beugels aan weerszijden van het gevest van een zwaard, tussen de pareerstang en de stootplaat.
Satirische naam die werd gebruikt om een Centraal-Europese kunststijl aan te duiden die voorkwam van de jaren 20 tot 50 van de 19de eeuw. De stijl werd vooral geassocieerd met de smaak van de burgerklasse en kenmerkt zich door eenvoudige, bescheiden vormen en sentimentele weergaven van de mens en de natuur.
Tapijten die binnenshuis kunnen worden gebruikt of buiten, waar ze zijn blootgesteld aan weersomstandigheden.
Te gebruiken voor de weergave op een beeldscherm van beelden die zijn opgebouwd uit pixels overeenkomend met stukjes gegevens in het computergeheugen. Een pixel komt overeen met een bepaald aantal bits, waarvan de diepte kan variëren; een 1-bits pixel kan zwart of wit zijn. Hoe groter de bitdiepte, hoe groter het aantal kleuren dat op het scherm kan worden weergegeven. Bitmaps maken rasterafbeeldingen mogelijk.
Verwijst naar de aardewerkstijl die wordt aangetroffen op Cyprus tijdens de laat-chalcolithische periode van circa 2800 tot 2300 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door handgemaakte vaten bedekt met een dikke, rode slip en vervolgens een zwarte slip waarop afbeeldingen werden gekrabd zodat de onderliggende rode slip weer zichtbaar werd.
Wordt gebruikt voor spiegels met het midden dichter bij het voorwerp dan de randen, zodat beelden verkleind worden weerspiegeld.
Instrumenten die minieme hoeveelheden elektromagnetische straling meten door de veranderingen in weerstand in een geleider vast te stellen, die worden veroorzaakt door het verwarmingseffect van straling; ze worden gebruikt in de meteorologie.
Dubbelwerkende scharnieren die met een veer zijn uitgerust om de deur weer in lijn te brengen met het raamwerk.
Bouwelementen, over het algemeen gebogen, die een opening overbruggen en verticale belastingen overdragen naar weerskanten van die opening, als ook bouwelementen of vrijstaande constructies die op bogen lijken of bouwkundig zo worden behandeld.
Instrumenten die bestaan uit een kromme, veerkrachtige stok waarvan de uiteinden door een koord met elkaar zijn verbonden; wordt om verschillende redenen gebruikt, bijvoorbeeld om een boor heen en weer te laten bewegen.
Bogen gevormd van drie centra, waarbij een grote centrale boog naar weerskanten wordt voortgezet door twee kleinere cirkels, zodat de boog op een halve ellips lijkt.
Wordt gebruikt voor dammen die de druk van het water weerstaan door gebruik te maken van het boogprincipe en die als plattegrond een enkele boog hebben die tegen een natuurlijke rotsformatie is aangebouwd.
Een vernis gemaakt van duurzame olie en hars die, omdat hij zo weerbestendig is, wordt aangebracht op houten oppervlakken in de buitenlucht. Geschikt voor de rondhouten van schepen.
Verwijst naar kaarten van een bepaalde regio die bedoeld zijn om door bossen en andere begroeiing bedekte gebieden weer te geven. Meestal vermelden ze de begrenzingen van het bos, de reliëfkenmerken van het gebied, geschatte volumes aan opgaand hout en verwachte groeisnelheden, en kenmerken of projecties die samenhangen met zaken als dierlijke of menselijke bewoning en ecologische kwesties.
Systeem van drukken of schrijven dat kan worden gebruikt door visueel gehandicapten, waarbij combinaties van stippen of puntjes worden gebruikt om karakters weer te geven die op de tast worden gelezen.
Wordt gebruikt voor installaties van automatische sproeiers, schuimdistributiesystemen, brandweerslangen en/of draagbare brandblussers die zijn bedoeld voor het doven van vuren.
De grootste spanning, vooral trekkracht, die een materiaal zoals een vezel kan weerstaan zonder te breken.
Muren die onderdeel zijn van het bouwomhulsel en daardoor aan één kant blootgesteld zijn aan het weer of aan de grond.
Verwijst naar een productieve Indiase schilderschool die verbonden is met het vorstendom Bundi in het zuidoosten van Rajasthan. Het andere grote centrum van de Bundi-schilderschool was het naburige vorstendom Kotah, waarmee Bundi ook familiebetrekkingen onderhield. Andere idioomvormen van de Bundi-stijl, zoals Indargarh, Khatoli, Toda Rai Singh, Raghugarh, Uniara en Kapren, hebben zich eveneens ontwikkeld uit deze school, die aanvankelijk uitsluitend door de Bundi-heersers werd ondersteund. De Mogolinvloeden lieten zich met name gelden in de Rajasthan-school, die een periode vanaf de 17de eeuw tot het einde van de 19de eeuw omvat. Bundi-schilderijen vertonen ook overeenkomsten met de Deccan-schilderijen uit het zuiden, een regio waarmee de heersers van Bundi en Kotah intensieve contacten onderhielden. De schilderijen werden meestal uitgevoerd als wandschilderingen in het paleis of als miniatuurkunst. Kenmerken van de Bundi-school zijn bewegende figuren, ronde hoofdvormen, symmetrische, waaiervormige platanen, weelderige plantengroei, spectaculaire nachtluchten en een opvallende weergave van water (lichtgekleurde wervelende vormen tegen een donkere achtergrond). Met name de schilderijen die werden geproduceerd onder Rao Bhao Singh (heerste van 1658-81) en Rao Anurad Singh (heerste van 1681-95) hadden een herkenbaar, gerijpt en verfijnd karakter. Bovendien was de repertoirekeuze vergroot. De schilders in Kotah hadden belangrijke opdrachtgevers als Rao Jagan Singh (heerste van 1658-84), Maharao Umed Singh (heerste van 1770-1819), Maharao Ram Singh (heerste van 1827-66) en Maharao Shatru Sal (heerste van 1866-89); vooral populair waren de weelderige schilderijen van jachttaferelen waarin de heerser een rol speelde, uitgevoerd in de vorm van wandschilderingen of als miniaturen.
Wordt alleen gebruikt voor tussenliggende haltes langs busroutes, meestal met verkoop- en servicevoorzieningen; gebruik 'wachthokjes' voor bouwwerken bij bushaltes die bescherming tegen het weer bieden maar geen verkoop- en servicevoorzieningen. Gebruik 'eindhaltes' alleen voor gebouwen of andere constructies die zich bevinden aan de eindpunten van busroutes.
Verwijst naar de religieuze ideeën van mensen en groepen die sterk zijn beïnvloed door de hervormer Johannes Calvijn (1509-64) en door 17de-eeuwse calvinistische geleerden. Het calvinisme benadrukt de soevereiniteit van God over alle aspecten van het leven en de Bijbel als enige richtsnoer. Rechtvaardiging door alleen het geloof is een ander centraal begrip. Hoewel predestinatie geen vooraanstaand axioma in Calvijns theologie was, werd dat begrip zwaar benadrukt door zijn eerste volgelingen, deels om zich te onderscheiden van de aanhangers van Luther. De Helvetische Confessie (1566) en de Synode van Dordrecht (1618-19) waren belangrijke momenten in de geschiedenis van de calvinistische theologie; laatstgenoemde synode bevestigde in de Dordtse Leerregels de 'vijf punten van het calvinisme': totale verdorvenheid, onvoorwaardelijke verkiezing, beperkte verzoening, onweerstaanbare genade en ten slotte de volharding van de gelovigen. Medio 17de eeuw had het calvinisme zich vanuit Frankrijk en de Nederlanden verspreid naar Engeland en Schotland, waar het werd omarmd door de puriteinen en meegenomen naar Nieuw-Engeland. Hoewel het te lijden heeft gehad van rationalistische aanvallen, heeft het calvinisme veel invloed gehouden op het kerkelijk leven en is er in de moderne tijd sprake geweest van een neocalvinistische opleving onder invloed van de theoloog Karl Barth. Als historische kracht heeft het calvinisme een brede uitwerking gehad op de Europese en Noord-Amerikaanse cultuur.
Draagbare videocamera’s met ingebouwd weergaveapparaat voor video-opnamen en andere voorzieningen, bijvoorbeeld voor beeldbewerking, beeldvergroting (zoom), schermteksten en opnamen met weinig licht.
Verwijst naar een techniek toegepast bij schilderijen of tekeningen, mozaïek of een ander medium waarbij draperieën zijn vormgegeven met twee contrasterende kleuren, en dus niet met donkere en lichte tonen van dezelfde kleur; zo ontstaat een effect dat doet denken aan weerschijn- of cangiante-textiel.
Een kaart uit een reeks van drie kaarten die op een altaar in een christelijke kerk worden geplaatst: één in het midden en één aan weerszijden, met daarop bepaalde delen uit de eucharistiegebeden, als geheugensteuntje voor de priester.
Verzamelnaam voor een groep intens zwarte, fijn verdeelde vormen van amorfe koolstof, meestal verkregen als roet na gedeeltelijke verbranding van koolwaterstoffen. De koolstof wordt gebruikt bij de vervaardiging van extreem zwarte, bijzonder goed dekkende pigmenten voor drukinkt, verf en carbonpapier, en ook bij de productie van beschermende coatings, plastics en weerstanden voor elektronische circuits. Bovendien komen de stoffen voor als versterkingsmiddelen in rubberen producten. Deeltjes carbonzwart hebben doorgaans een sferische vorm en zijn onregelmatiger kristallijn dan grafiet. Carbonzwart verandert in grafiet na langdurige verhitting op 3000 graden Celsius. Carbonzwart is, voorzover bekend, een van de meest fijn verdeelde materialen. De deeltjesgrootte en kleurintensiteit zijn afhankelijk van het fabricageproces.
Materialen die, op welke schaal dan ook, geheel of gedeeltelijk de aarde of andere hemellichamen weergeven.
Zeer geabstraheerde, vereenvoudigde kaarten, waarop een individueel concept of bepaald soort gegevens wordt weergegeven, vaak statistisch, in diagrammen.
Kastanjesoort die inheems is in China. De kastanjes zijn lokaal van belang als voedsel en worden in grote hoeveelheden geëxporteerd. Wanneer men deze boom dicht bij andere soorten kastanjes plant, treedt er gemakkelijk kruisbestuiving op en ontstaan er kruisingen. Tijdens zijn evolutie heeft de soort lange tijd samengeleefd met kastanjekanker, een schimmel die zich in de schors nestelt, en heeft daardoor een goede weerstand tegen deze boomziekte ontwikkeld. De boom is er niet immuun voor, maar wanneer besmetting optreedt, is de schade voor de boom niet ernstig. De Amerikaanse kastanje heeft die weerstand echter niet, en toen kastanjekanker aan het begin van de twintigste eeuw per ongeluk vanuit Azië in Noord-Amerika werd geïntroduceerd, werd deze soort bijna uitgeroeid.
Verwijst naar tekeningen op vellen doorzichtig acetaat of nitraat, waarbij de omtrekken van de figuren aan de voorzijde van het vel worden aangebracht en de kleur aan de achterzijde. De cel wordt meestal over een achtergrondbeeld geplaatst en vervolgens gefotografeerd met een reeks andere celanimaties die samen de bewegingen van de afgebeelde figuren weergeven.
Lange, smalle, soepele stroken linnen, staal of velijnstof met een schaalverdeling voor het meten van afstanden, die vaak opgerold worden bewaard in een beschermend omhulsel waarin ze na gebruik weer kunnen worden opgewonden.
Ligstoelen met een veer onder de zitting, zodat de stoel na het achteroverbuigen weer terugklapt. Toegeschreven aan de American Chair Company in Troy in New York, rond 1850.
Verwijst naar een regionale school van Pahari-miniatuurschilderkunst die wordt geassocieerd met de grote staat Chamba in het heuvelgebied van Punjab. Het culturele erfgoed van Chamba is goed bewaard gebleven, een gevolg van de natuurlijk beschermde ligging van de staat. Door de gehele geschiedenis van de Chamba-schilderkunst heen hebben buitenlandse schilders er hun stempel op gedrukt. De schilderijen uit de tweede helft van de 17de eeuw zijn naturalistisch van aard, met een voorkeur voor lichte kleuren, een bijzondere weergave van de handen, en opvallend smalle polsen. In de 17de eeuw werden elementen uit de Basohli-schilderkunst geïntegreerd in de Chamba-schilderkunst, hetgeen leidde tot een warmer kleurgebruik en een meer gestileerde en decoratieve weergave van bomen. Aan het begin van de 18de eeuw kwamen sommige Chamba-schilders steeds meer onder invloed van de Basohli-kunst te staan, maar andere werken uit deze periode zijn in een overwegend inheemse stijl uitgevoerd. De aanwezigheid van kunstenaars uit Jamma wordt eveneens merkbaar aan het begin van de 18de eeuw, vooral in de gezichtstypen, die rechthoekiger van vorm worden. Andere invloeden zijn afkomstig uit de Mogol- en Guler-schilderkunst. Guler-kunstenaars, die vooral een grote invloed hebben gehad, trokken vanaf circa 1770 naar Chamba en brachten hun poëtische en expressieve stijl mee, alsmede een voorkeur voor romantische thema's. De Chamba-schilderstijl heeft zich ook in de eeuwen daarna weten te handhaven, maar in een verbrokkelde vorm.
Verwijst naar de periode die is genoemd naar de stad Chiang Mai in noordelijk Thailand. De stijl van deze periode wordt beïnvloed door de lange politieke en religieuze geschiedenis van het gebied. In de architectuur wordt deze periode gekenmerkt door vele wat-tempelcomplexen die Birmese stilistische invloeden, Europese koloniale invloeden en de vernieuwingen van de monnik Khruba Srivijaya in de jaren 30 van de 20ste eeuw weerspiegelen. Prominente tempels uit deze periode zijn de Wat Chiang Man-tempel (1297 n. Chr.) met een vierkante stoepa die sterke Mon-invloeden weerspiegelt, de Wat Umong-tempel (1296 n. Chr.) met een stucwerkconstructie en eveneens zeer duidelijke Mon-invloeden, de Wat Phra Sing Luang-tempel (1345 n. Chr.), waarin een verguld bronzen Boeddhabeeld staat en de Wat Chedi Chet Yot-tempel (1455 n. Chr.), een grafmonument met zeven spitsen op een hoog basement van lateriet, dat is versierd met naar Sukhothai-stijlen gemodelleerde heiligenfiguren. Beeldhouwwerken uit deze periode weerspiegelen Sukhothai-methoden en ademen over het algemeen een sfeer van krachtige sereniteit. In deze periode zijn niet-vergulde bronzen beelden gemaakt en Boeddhabeelden in de m'ravijaya mudr-positie, met de rechterhand rustend op de rechterknie en gestrekt naar de grond wijzend, en gekenmerkt door brede torso's en grote haarkrullen die zijn versierd met de knop van een lotusbloem.
Hout van de soort Castanea mollissima, afkomstig uit China. De boom heeft een sterke weerstand tegen de plaag die het grootste deel van de Amerikaanse kastanjes doodde in de 20e eeuw.
Verwijst naar de Europese en Amerikaanse kunst- en bouwkundestijl die verbeeldingsvolle en poëtische ideeën over China weerspiegelt, zoals die zijn beïnvloed door verhalen van reizigers en de export van Aziatisch keramiek, textiel en kunstvoorwerpen.
Verwijst naar kaarten waarop relatief grote gebieden, bijvoorbeeld landen of continenten, op een kleine schaal worden weergegeven. Behalve staatkundige grenzen en belangrijke steden kunnen op chorografische kaarten ook de natuurlijke configuratie en kenmerken van een gebied zijn opgenomen. Het verschil met 'topografische kaarten' is dat hierop een kleiner gebied is weergegeven.
Verwijst naar een christelijke gezindte en beweging die is gesticht door Mary Baker Eddy (1821-1910) en die streeft naar herbevestiging van de christelijke boodschap van verlossing van al het kwaad, met inbegrip van ziekte en zonde. Eddy, die half invalide was en geïnteresseerd in genezing zonder medicijnen, beweerde dat zij in 1866 zonder medische hulp was hersteld van zwaar letsel. Daarna wijdde zij zich aan het herstel van de nadruk op gebedsgenezing die het vroege christendom had gekenmerkt. In 1875 voltooide zij de eerste editie van haar boek 'Science and Health with Key to the Scriptures'. Dit werk en de Bijbel zijn de voornaamste geschriften van de beweging, die veel belang hecht aan de inrichting van leesruimten waar deze boeken een eigen beroep op de lezers kunnen doen. Ook de 'Christian Science Monitor' wordt door het kerkgenootschap uitgegeven. Volgens de leer van Christian Science is onwetendheid de wortel van het menselijk ongemak, de menselijke ziekte. In plaats van medische behandeling te zoeken moet men gebedsgenezers van Christian Science raadplegen voor spirituele genezing. Gezondheid, geluk en heiligheid kunnen worden hersteld door alle aspecten van de levenspraktijk en -houding aan te spreken in overeenstemming met het beginsel van goddelijke harmonie. De eerste Church of Christ, Scientist werd in 1879 in Boston gesticht en het hoofdkwartier van de beweging is daar nog altijd gevestigd.
Verwijst naar een projectiesysteem dat wordt gebruikt om informatie van een bol over te brengen op een plat vlak. Het wordt algemeen gebruikt in de cartografie, waarbij een deel van de aarde of een ander hemellichaam wordt weergegeven alsof het op een cilindermantel is overgebracht, die vervolgens tot een plat vlak is afgewikkeld waarop de parallellen zijn afgebeeld als horizontale lijnen en de meridianen als verticale lijnen.
Foto's die opeenvolgende fasen van een actie weergeven, meestal van een mens of dier in beweging. Het kan een enkele opname, een compositie of een serie aparte afbeeldingen zijn.
Stilistische stroming die een documentaireachtige stijl hanteert. De naam betekent 'waarheidsgetrouwe cinema' en is afgeleid van de titel van een serie Sovjet-Russische nieuwsitems. Oorspronkelijk waren er geen sets, acteurs of scripts en in vele opzichten kan het worden gezien als een documentaristische manier van filmen. De Franse etnografische documentairemaker Jean Rouch paste deze formule zeer strikt toe, maar in de latere jaren 60 manipuleerden Rouch en zijn aanhangers de films wel door ze te monteren. De term cinéma vérité wordt gebruikt voor het beschrijven van zowel de stroming als de techniek waarbij wordt gestreefd naar een realistische weergave van de werkelijkheid door het gebruik van een draagbare camera, schokkerige bewegingen, flets licht en een onvolmaakte belichting. Deze technieken werden steeds meer overgenomen door filmmakers uit de Franse stroming Nouvelle Vague en door Amerikanen als John Cassavetes. Een van de belangrijkste werken uit de cinéma vérité is 'Le chagrin et la pitié' (1969) van Marcel Ophüls, een compromisloze visie op de bezetting van Frankrijk tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Bolle, donker getinte glazen die als spiegels werden gebruikt om landschappen of onderdelen van landschappen verkleind, in gedempte kleuren of met samengevoegde details weer te geven, of om voorwerpen van hun omgeving af te zonderen, ze te vereenvoudigen en weer te geven in de vorm van licht en donker. Ze waren in de 17de en 18de eeuw populair onder kunstenaars, reizigers en hen die het landschap eenvoudigweg wel eens met een andere blik wilden zien. Ze werden ofwel in de hand gehouden, ofwel in grotere vorm bevestigd naast de vensters van koetsen. Ze zouden zijn gebruikt door de schilder Claude Lorrain, die vergelijkbare effecten weergaf in zijn landschappen, vandaar de naam.
Verwijst naar een aardewerkstijl die zich circa 1200 v. Chr. ontwikkelde in de regio Mycene. De stijl kenmerkt zich door decoratie waarin een drukke ongekunstelde compositie uiterst nauwgezet is weergegeven.
Collectezak met aan weerszijden een korte greep. Wordt door de kerkgangers aan elkaar doorgegeven. Niet zelden voorzien van de letter D voor diakonie, of een K voor de kerk, verwijzend naar de begunstigden van de twee collectes. Andere letters verwijzen meestal naar de naam van de kerk. Voor oudere voorwerpen waarmee passief geld wordt/werd ingezameld wordt het voorvoegsel offer- gebruikt, zoals bijvoorbeeld offerblok of offerkist.
Te gebruiken voor de ontwikkeling van computermodellen die concepten of dynamische systemen moeten weergeven.
Verwijst binnen de wereld van de kunst en architectuur doorgaans naar een evaluatie van de algemene fysieke toestand, de kenmerken en de volledigheid van een kunst- of bouwwerk op een zeker moment. Kan ook worden gebruikt voor de beoordeling van andere zaken dan kunstwerken, bijvoorbeeld de toestand van het milieu of van wegen en waterwegen in verschillende weersomstandigheden.
Verwijst naar een projectiesysteem waarbij de punten op een bol met behoud van een één-op-één-relatie op een plat vlak worden overgebracht. Het systeem wordt algemeen gebruikt in de cartografie en is een poging tot het oplossen van het probleem dat ontstaat doordat een bol niet op een plat vlak kan worden weergegeven met behoud van alle afstandsverhoudingen. Met conforme projecties wordt getracht de relatieve vorm van configuraties rond ieder punt te behouden, dat wil zeggen dat de grootte en de hoekformaties op ieder punt behouden blijft. De mercatorprojectie en stereografische projectie zijn voorbeelden van conforme projecties.
Stijl en periode van mensen die de taal spreken van het Bakongo-volk, dat leeft in een deel van Afrika dat zich aan weerskanten van de evenaar en grotendeels in het stroomgebied van de rivier de Kongo bevindt.
Aanduiding van de scherpte die fotografische films kunnen weergeven.
Tekeningen die worden uitgevoerd in zilverstift op gepigmenteerd, geprepareerd papier, met hoogsels in wit, waarin de verschillen tussen de drie resulterende toonwaarden worden benut om driedimensionale vormen weer te geven.
Een weerbestendig staal dat beter bestand is corrosie dan normaal koolstofstaal vanwege een beschermende oxidelaag op het staaloppervlak. De vloeigrens van minimaal 50.000 is kostenbesparend omdat lichtere delen kunnen worden ontwikkeld en opgebouwd tot structuren. Het is bedoeld voor gebruik in ongeschilderde toepassingen waar een besparing op onderhoudskosten, zoals schilderen, gewenst is. Cor-Ten is een merknaam voor corrosiebestendige producten die zijn ontwikkeld door United States Steel; Cor-Ten is vervolgens in licentie vrijgegeven voor productie door andere staalfabrikanten.
Voorwerpen die zijn gevlochten of geweven van graanstengels, traditioneel van de laatste schoof die is geoogst. De corn dolly is bedoeld als een winterverblijf voor de geest van het graanveld en wordt in de lente verbrand of weer in het veld geploegd om de volgende oogst te garanderen. De volkstraditie ontstond in Britannië en Ierland, en werd door emigranten naar Noord-Amerika meegenomen. Ze werden onder meer ontworpen als mensfiguren met een of meerdere samengevoegde lussen of als kegelvormige kooien. Meestal werden ze voorzien van linten en lappen. Tegenwoordig worden ze veel gemaakt in de kunstnijverheid, met de bedoeling om ze te verkopen.
Ruimten direct achter en aan weerszijden van het toneel.
Verwijst specifiek naar een schriftstijl met verbindende halen tussen de karakters en een uiterst vloeiende schrijfstijl, met de volgende onderscheidende kenmerken: stamvormen worden vereenvoudigd tot symbolen of merktekens en een ervan kan voor een ander staan; de halen zijn ononderbroken en de karakterstructuren zijn betrekkelijk simpel; de tekst bevat witruimte tussen de karakters en tussen de regels; de dikte van de penseelstreek en de donkerheid van de inkt kunnen variëren. Deze schriftstijl wordt wel beschouwd als die waarin de persoonlijke expressies en emoties van een kalligraaf het best kunnen worden weergegeven.
Borduurwerk waarbij delen van de dragende stof worden weggeknipt of teruggetrokken, en waarbij steekjes worden gebruikt om rafelen te voorkomen en het geheel te verfraaiien door elementen opnieuw te bewerken en uitgeknipte delen weer op te vullen.
Verwijst naar de stijl van artistieke productie op de Cycladische archipel tussen circa 3500 à 3000 en 1100 v.Chr., alhoewel sommige auteurs de datering afbakenen van circa 2500 tot 1600 v.Chr.De kunstwerken bestaan uit aardewerk en marmeren beeldjes, waarschijnlijk met een religieuze betekenis, weergegeven in elegante doch eenvoudige, schematische en verfijnde vormen. Ze beelden vooral naakte vrouwelijke figuren uit met gevouwen armen.
Verwijst naar de Griekse kunststijl tijdens de 7de eeuw v. Chr. die vooral wordt gekenmerkt door de figuratieve weergave en is genoemd naar Daedalus, een legendarische architect en beschermheer van handwerkslieden. De stijl wordt gekenmerkt door figuren met zuilvormige lichamen, versierd met ingekerfde patronen die de stof aanduiden, een vereenvoudigde anatomie, grote hoofden met brede platte gezichten, een starende uitdrukking en hoofdhaar in gestileerde strengen.
Wordt gebruikt voor verticale stukken hout aan weerskanten van een opening.
Een harde, inferieure, verbrokkelende of schilferige sedimentair gesteente wat verweerd met een oneffen onregelmatig oppervlakte, zoals het leiachtige zandsteen of kalksteen; voornamelijk gebruikt als bouwsteen. Gebruik voor daklei als bouw materiaal: daklei (dakbedekking)
Verwijst naar een aardewerkstijl die is genoemd naar een archeologische vindplaats waar veel kenmerkende vazen zijn gevonden. De stijl dateert van ca. 600 tot ca. 550 v. Chr. en wordt gekenmerkt door de weergave van menselijke figuren in zeer levendige houdingen en versieringen die zijn geïnspireerd door kunstnijverheid uit het Nabije Oosten.
Het veranderen van de weergave van gegevens in een database van één vorm naar een andere, zoals bijvoorbeeld door verandering van opslagmedium, gegevensindeling of de code waarin de gegevens zijn opgeslagen.
Karafhouders of flessenbakken, gewoonlijk van zilver, op wieltjes gemonteerd met een draaihandvat en met elkaar verbonden door een koppeling. Ze zijn in Engeland ontwikkeld tijdens de regering van George IV om te voorkomen dat disgenoten aan weerszijden van de koning moesten opstaan om de wijn door te geven.
Verwijst naar afbeeldingen die slechts een gedeelte van de volledige persoon, locatie of zaak weergeven.
Lakverf met een zeer hoge weerstand tegen mechanische slijtage, voor gebruik op oppervlakken zoals de vloeren van portalen.
Verwijst naar een regionale school van Rajasthan-miniatuurschilderkunst met als centrum Deogarh, een afsplitsing van de Mewar-school; de stijl kende een bloeitijd aan het einde van de 18de eeuw, toen het werk van het Mewar-hof, waartoe Deogarth behoorde, aan kwaliteit had ingeboet. Duidelijk herkenbaar is een doelbewuste terugkeer naar pre-islamitische conventies, met name in het krachtige kleurgebruik en de vervormde weergave van figuren (bijvoorbeeld vissenogen, overdreven grote hoofden). Andere opvallende kenmerken van de Deogarth-schilderkunst zijn een dromerige blik, opgezwollen lichamen, bijzondere kledij, losjes geschilderde vormen en een voorkeur voor modderige kleuren, met name groentinten. Deogarh-kunstenaars brachten vaak een perspectivisch element in hun miniaturen aan door verder gelegen objecten kleiner weer te geven.
Duidt de lagere kanten en de bodem van deuropeningen aan. Gebruik 'drempels' voor de strips die aan de vloer worden vastgemaakt om verbindingsstukken te bedekken of die beschermen tegen het weer.
Grafische voorstellingen die een verschijnsel eerder verklaren dan weergeven.
Constructies die door andere dieren dan mensen worden gemaakt, meestal door verschillende zoogdieren, vogels, insecten en spinachtigen, soms door vissen, reptielen, amfibieën, schaaldieren, weekdieren, wormen, marine filter feeders, en anderen. Bouwmaterialen bestaan uit verzameld of zelf uitgescheiden materiaal. Dieren maken deze constructies voornamelijk als beschermde habitats voor thermo-regulering en bescherming tegen roofdieren, te vangen prooi, en voor weergave tussen leden van dezelfde soort.
Klassieke Griekse opslagvaten voor wijn, water of olie, vergelijkbaar met een amfora, maar met een puntige bodem en gekenmerkt door een handvat aan weerskanten.
Fotografie waarbij bij het vastleggen van het onderwerp, vaak een actuele gebeurtenis, de nadruk wordt gelegd op een nauwkeurige weergave van de feiten en de fotograaf een zo hoog mogelijke mate van objectiviteit aan de dag legt.
Huisje van (metalen) spijlen, dat over een vers gedolven en weer met zand bedekt graf staat. Het is gebruikelijk dat hier bloemen aan worden gehangen in afwachting van de afwerking van het graf.
Verwijst naar de periode in de Vietnamese Bronstijd (circa 15de of 14de eeuw v. Chr.) die wordt geassocieerd met de site in noordelijk Vietnam in de provincie Thanh Hoa die bekend staat als Dông-Son. Deze periode wordt gekenmerkt door de hoge productie van bronzen rituele voorwerpen en bronzen keteltrommels die sterke Indonesische stilistische invloeden weerspiegelen en een voorkeur voor dierenmotieven. Objecten die in deze periode werden geproduceerd vertonen ook een affiniteit in vorm en stijl met Chinees aardewerk en bronswerk. In de architectuur wordt deze periode gekenmerkt door huizen en tempels met gewelfde daken en ondersteunende constructies die zijn gebaseerd op een pijlersysteem.
Ladders die lijken op gewone ladders maar breder zijn en een toegevoegd middenstuk hebben zodat tweerichtingsverkeer, van werklieden die naar boven of beneden klimmen, mogelijk is.
Altaren, van relatief kleine omvang en draagbaar die vaak passen in een container samen met andere voorwerpen voor de eredienst of diensten. In de christelijke context, zijn voorbeelden gewijde altaa stenen die in een houder of op andere wijze aangebracht. Werden gebruikt door priesters die van locatie naar locatie reisden om de mis te houden waar een permanent gewijd altaar niet beschikbaar was. Specificaties zijn dat het een massief stuk natuursteen van een type en formaat moest zijn dat bestand tegen breuken was, ingewijd door een bisschop, groot genoeg om de hosties en de kelk te houden, en zo ontworpen dat het kan worden gebruikt in of op een tafel voor de dienst. Voor verplaatsbare versies van christelijke geschilderde of gesneden beeld-dragende objecten van het type weergegeven werd op of boven een altaar, gebruik "draagbare altaarstukken."
Voorstellingen van afhangende stof, zoals weergegeven in de beeldende kunst.
Strips die onder een deur op de vloer zijn bevestigd, meestal om het verbindingsstuk tussen twee verschillende soorten vloermaterialen te bedekken, kan ook dienst doen als weersbescherming op buitendeuren. Voor de lagere kanten en bodem van doorgangen wordt 'deurdorpels' gebruikt.
Verwijst naar tekeningen die zijn gemaakt vanuit het drie-puntsperspectief, een lineair perspectief met drie verdwijnpunten waarbij rechthoekige objecten in een hoek ten opzichte van het beeldvlak zijn weergegeven, of een afbeelding waarbij sprake is van drie gezichtspunten.
Kandelaar voor drie kaarsen. Op een pin in het midden staat een waskaars, in de twee houders ter weerszijden staan vetkaarsen. Wordt gebruikt op het feest van Driekoningen (6 januari).
Verwijst naar afbeeldingen met een gezichtspunt waarbij drievierde deel van het onderwerp te zien is. Dit gezichtspunt wordt met name gebruikt bij portretten, om het gezicht weer te geven in een hoek tussen en profil en frontaal in.
Sloten die voornamelijk worden gebruikt om schuifdeuren van kabinetten met behulp van een pen op slot te duwen. Meestal kunnen de schuifdeuren weer worden geopend door een sleutel in het slot te steken en de deur open te trekken.
Gordijnen, vaak in paren, vervaardigd uit rechte stukken stof waarop ringen en koorden bevestigd zijn die aan de achterkant op diagonale wijze van het midden van de onderkant naar de buitenste zijde van de bovenkant lopen. Als er aan de koorden wordt getrokken, rimpelt de stof op in twee bundels aan de zijkant, waarbij de punten aan weerszijden afhangen.
Te gebruiken voor speelgoed dat meestal de vorm heeft van dikke hurkende figuren, vaak clowns, die aan de onderkant rond zijn en verzwaard waardoor ze kunnen schommelen en weer overeind komen als ze een duwtje krijgen.
Filmstroming die gangbaar was in Duitsland voor de Tweede Wereldoorlog en die haar hoogtepunt bereikte in de jaren 20 van de 20ste eeuw. De stroming gebruikte vertekening en overdrijving om de fysieke wereld te transformeren in een weerspiegeling van het innerlijke en de innerlijke mens. Plots en thema's van de films waren vaak somber van aard, met de nadruk op lange, duistere schaduwen, onnatuurlijke ruimten in composities, een gestileerde manier van acteren en droomscènes. Belangrijke films uit deze stroming zijn 'Das Cabinet des Dr. Caligari' en 'Nosferatu, eine Symphonie des Grauens'.
Europese rietinstrumenten die vanaf het einde van de 16e tot de vroege 18e eeuw zeer populair waren en die worden beschouwd als de voorganger van de fagot. Ze hebben een buis uit een enkel stuk hout, waarin twee evenwijdige conische kanalen zijn geboord, naar beneden en weer omhoog. Bovenaan bevindt zich de klankbeker, die onderdeel is van de buis, met ernaast een korte aanblaashals met een dubbel riet.
Expansiekogels ontwikkeld in Dum Dum, een stad in West- Bengalen. Dit type kogels werd ontwikkeld uit een geweerprojectiel. De mantel van de kogel is aan de punt verwijderd, waardoor het binnengelegen lood bij inslag uitzet.
Het vermogen van een materiaal of voorwerp mechanische slijtage of verval te weerstaan en langdurig mee te gaan. Gebruik 'onvergankelijkheid' met betrekking tot langdurige situaties of tot niet-mechanische eigenschappen die voor een onbepaalde tijd bestaan zonder noemenswaardige verandering.
Een bundel geluidsgolven die is weerkaatst of via een andere manier is teruggekeerd. Dit gaat gepaard met een zodanige vertraging en grootte dat het ontvangen signaal duidelijk kan worden onderscheiden van de oorspronkelijke uitzending.
Kleine ondiepe schalen met vlakke bodem, verticale wanden en aan weerskanten een handvat ter hoogte van de rand; meestal met een deksel en soms een bijbehorende onderschotel.
Verwijst naar de stijl en de cultuur van volkeren die de taal Edo spreken en woonachtig zijn in de staat Bendel in Nigeria, buiten de stad Benin. Hoewel hun talen gerelateerd zijn, verstaat men elkaar onderling niet. Volgens alle Edo-volkeren ligt hun oorsprong echter in het Koninkrijk van Benin. Hun voorouders migreerden vanuit Benin in een reeks golven tussen de 9de en de 18de eeuw. Deze migranten vermengden zich met inheemse volkeren en andere kolonisten uit naburige gebieden, waardoor de kunsten van deze volkeren een complexe geschiedenis van migratie en culturele ontlening weerspiegelen.
B Verwijst vooral naar de architectuurstijl die ontstond tijdens de regering van de Britse koning Edward VII (1901-1910). Sommige auteurs dateren de stijl vanaf 1890, toen de gotiek minder overheersend en de architectuurstijl meer eclectisch werd, tot 1914, toen de bouwactiviteit tot stilstand kwam als gevolg van de Eerste Wereldoorlog. De stijl is te herkennen aan de uitbundige of opulente en monumentale kwaliteiten. Edwardiaanse architectuur weerspiegelt de ontwikkeling van verschillende architectuurbewegingen, te weten de barok en het neoclassicisme, de Beaux-Arts en de Arts and Crafts-beweging.
Wordt gebruikt voor werken die de berekende posities van hemellichamen dagelijks of op gezette tijden weergeven en worden gebruikt door navigators en astronomen.
Wordt alleen gebruikt voor gebouwen of andere bouwwerken die staan bij de eindpunten van busroutes; gebruik 'busstations' alleen voor tussenliggende haltes langs busroutes; gebruik 'wachthokjes' voor constructies bij bushaltes die beschutting tegen het weer bieden maar geen verkoop- of servicevoorzieningen.
Het vermogen van een gespannen voorwerp om zijn grootte en vorm weer terug te krijgen na iedere soort van vervorming.
Microscopen waarin een elektronenbundel met behulp van magnetische en elektrostatische lenzen wordt gericht op een specimen en daardoor wordt verstrooid, zodat een beeld ontstaat. Het oplossend vermogen en de vergroting van een elektronenmicroscoop zijn veel groter dan wat mogelijk is met een optische microscoop. Het specimen moet worden onderzocht in een vacuüm, wat speciale preparatietechnieken vereist, en de elektronen worden gewoonlijk gericht op een fluorescerend scherm (voor directe weergave) of op een fotografische plaat.
Het heen en weer schommelen tussen twee draairichtingen van elektronen in een magnetisch veld als een elektromagnetische straling met de juiste golflengte wordt gebruikt.
Combinatie van paraplu en parasol, voor alle weersomstandigheden; zijn over het algemeen felgekleurd maar niet versierd.
Over het algemeen de kracht om iets te doen; nauwkeurig gezien is het een hoeveelheid met afmetingen die kan worden weergegeven als massa maal lengte in het kwadraat gedeeld door tijd in het kwadraat.
Verwijst naar een projectiesysteem dat algemeen wordt gebruikt in de cartografie en waarbij de afstanden vanaf een bepaald punt of langs een bepaalde meridiaan of parallel in alle richtingen correct op schaal worden weergegeven.
Werktekeningen die componenten en relatieve posities weergeven, gebruikt voor het proces van het oprichten van een bouwwerk.
Een kunsttheorie die beweert dat de filosofie van kunst los staat van alle andere filosofieën en dat kunst alleen door haar eigen normen kan worden beoordeeld.
Kogels ontworpen om hun oorspronkelijke diameter te vergroten zodra ze een 'stevige weerstand' raken.
Een praktijk die de rol van culturele productie aan de orde stelt, of een praktijk in de definitie van fysieke ruimte of haar voorstelling. Bij de experimentele geografie kunnen factoren van sociale of economische menselijke relaties een rol spelen, die grafisch, fysiek of virtueel worden weergegeven. Producten die eruit voortkomen, kunnen kunstvoorwerpen of producten van discursieve wetenschapsbeoefening zijn en zijn hier vaak een combinatie van.
Stokwapens met een puntige kop, een op een zeis gelijkende kling en een weerhaak aan de achterkant; gebruikt in Frankrijk en Engeland van de 12e tot de 14e eeuw.
Wordt gebruikt voor fiches, vaak kleine ronde schijfjes, die tijdens het spel munten vervangen en die weer kunnen worden omgewisseld in contant geld.
Grote bunkers met luchtafweergeschut die de Luftwaffe in de Tweede Wereldoorlog gebruikte om geallieerde vliegtuigen neer te halen, te schuilen tegen luchtaanvallen en de luchtverdediging te coördineren. Ze hadden betonnen muren van soms wel 3,5 meter dik en werden als onverwoestbaar beschouwd.
Grote groepen mensen die zich via internet hebben georganiseerd. Ze ontmoeten elkaar op een bepaalde locatie op een bepaald tijdstip, voeren geschreven of minder nauwkeurige instructies uit en verspreiden zich dan weer.
Slaginstrumenten rond 1920 uitgevonden, bestaande uit een klein, buigzaam stalen blad of lamel die is opgehangen in een raamwerk van ijzerdraad dat uitloopt in een handvat. Aan weerszijden bevinden zich metalen staafjes met aan de uiteinden houten of rubberen knoppen die afwisselend op elke kant van het blad slaan als de speler met het instrument zwaait;
Veelkleurig doorzichtig of doorschijnend materiaal dat calciumfluoride bevat; het komt over het algemeen voor in de vorm van massieve kristallijne kubussen met perfecte octaëdrische splijtingen. Het wordt gebruikt als vloeimiddel, als bron voor fluorideverbindingen en bij het maken van glas met opaalweerschijn en email.
Een bepaalde plasticsoort die wordt gekenmerkt door bestendigheid tegen agressieve omgevingen, waaronder extreme weersomstandigheden en temperaturen van bijna 0 tot 260 graden Celsius.
Verwijst naar de stijl van marmeren beelden die werden vervaardigd in de Cycladische archipel tijdens de Vroeg-Cycladische periode, maar in het bijzonder naar de periode van grofweg 2800 of 2600 tot 2300 v. Chr. De meestal vrouwelijke figuren zijn weergegeven in eenvoudige, elegante en geometrische vormen en kenmerken zich door de opgerichte gezichten, driehoekige neuzen, lange nekken, naar beneden gerichte voeten, en schematisch weergegeven armen die kruislings over de buik zijn gevouwen.
Vroege fonografisch opnameapparaten van het type dat in 1857 werd uitgevonden door Léon Scott de Martinville, bestaande uit een hoorn of trommel waarmee geluidsgolven op een membraan werden gericht. Aan het membraan zat een stekelhaar van een varken die over een lampzwarte cilinder heen en weer ging. Op die manier werden de geluidsgolven visueel vastgelegd. Het was het eerste apparaat waarmee geluid kon worden geregistreerd, maar men kon er nog geen geluid mee reproduceren.
Schijven (voorheen cilinders) van schellak, polyvinylchloride of andere materialen, die zo zijn bewerkt dat ze geluid weergeven wanneer ze op een grammofoon worden afgespeeld.
Niet-transparante foto's, meestal positieven (d.w.z. weergaven zonder toonomkering, gebruik anders 'negatiefdrukken', meestal op papier, en doorgaans afgedrukt van een negatief.
Verwijst naar de internationale stroming in de schilder- en beeldhouwkunst die eind jaren 60 en begin jaren 70 van de 20ste eeuw populair werd. De stijl kenmerkt zich door de nauwgezette, neutrale weergave van de onderwerpen, vaak straattaferelen of portretten, gemaakt op basis van foto’s of direct van afgietsels van mensen.
De grootste religieuze orde binnen de rooms-katholieke kerk, gesticht door St. Franciscus van Assisi in het begin van de 13de eeuw. De strenge en eenvoudige voorschriften van Franciscus leggen de nadruk op de gelofte van armoede, een voorwaarde die tot veel conflicten heeft geleid. St. Franciscus riep zijn volgelingen op rond te trekken en te preken, maar ook om de armen en zieken te helpen. Het effect van de vroege straatpredikers en met name van hun stichter was enorm, zodat er binnen 10 jaar 5000 Franciscanen waren. St. Bonaventura (1257-1274) bedacht een gematigde interpretatie van de regel van St. Franciscus, waardoor de verschillende stromingen die zich door de jaren heen hadden gevormd werden herenigd. Om deze reden wordt hij soms wel de tweede stichter van de orde genoemd. Onder St. Bonaventura breidde de orde zich uit en werd deze bekend om zijn theologische scholen. Enkele van de vroegere stromingen vinden hun weerklank in de drie onafhankelijke takken van de Eerste Orde der Franciscanen: de observanten, de conventuelen en de kapucijnen. De Tweede Orde is de orde van nonnen, gesticht door St. Clara onder leiding van St. Franciscus, bekend als orde van de arme klaren of clarissen. De Derde Orde bestaat uit religieuzen en leken, zowel mannen als vrouwen, en is verder onderverdeeld in de seculiere derde orde (levend in de wereld, zonder gelofte) en de reguliere derde orde (levend in religieuze gemeenschappen, met gelofte).
Zowel te gebruiken voor meerdere oorlogsdoeleinden inzetbare marineschepen uit de late 18e en vroege 19e eeuw, meestal met het maximum aantal zeilen aan alle drie de masten en bewapend met vuurwapens op een of twee dekken, als voor een klasse kleine oorlogsschepen met gemiddelde snelheid uit de 20e eeuw die hoofdzakelijk zijn ontworpen om andere schepen te begeleiden en zijn voorzien van afweergeschut tegen vliegtuigen, schepen en duikboten.
Verwijst naar de literaire en kunstzinnige stroming, met Italië als centrum, die wordt gekenmerkt door snelheid, dynamiek, energie en verwerping van het oude. De aanzet tot het futurisme werd gegeven door een manifest van Filippo Tommaso Marinetti uit 1909. Het futurisme kwam ook in Rusland tot bloei, maar was daar overwegend revolutionair en politiek getint. In de schilderkunst wordt de stijl aanvankelijk gekenmerkt door het gebruik van divisionistische technieken, maar in 1912 deden de simultane weergave en vlakvervorming van het kubisme hun intrede. In de bouwkunst vonden de futuristische ideeën hun uitwerking in tekeningen en stadsontwerpen van utopische gemeenschappen.
Op een tekening aangeven wat de werkelijke dimensies zijn van wat er wordt weergegeven op de tekening.
Foto's vervaardigd met de bedoeling ectoplasmische of andere manifestaties van overleden personen weer te geven.
Het proces waarbij de nerf van een stuk leer wordt verbeterd of gewijzigd door het stuk met de nerfzijde naar binnen te vouwen en met een krispelhout of een krispelmachine over de vouw heen en weer te gaan.
Verwijst naar de school in het Tibetaanse boeddhisme die in 1409 is begonnen toen Tsongkapa (1357-1419) het klooster Riwo Ganden stichtte. Als laatste van de grote scholen is Gelug ook de grootste geworden. De dalai lama en de panchen lama zijn beiden lid van deze school. De Kadampa, de oudste orde van het Tibetaanse boeddhisme, is erin opgegaan. De Gelug is sinds de 17de eeuw de overheersende school en heeft een enorme politieke macht gehad van de tijd van de vijfde dalai lama, die heerser van Tibet werd, tot de Chinese inval van 1951. De leden hechten waarde aan eruditie en organiseren regelmatig debatten tussen vertegenwoordigers van tegengestelde filosofische standpunten. Dogmatiek en logica worden beschouwd als hulpmiddelen om verlossing te bereiken omdat het continuüm van een persoon wordt gezien als een cognitieve en lumineuze energie die kan worden gezuiverd door meditatie en contemplatie. De school staat bekend om het rigoureuze onderwijssysteem dat bestaat uit een aantal klassen die een monnik moet doorlopen; de meest begaafde leerlingen gaan op voor de graad van Geshe ('professor'), waarvoor zij 24 jaar moeten studeren. De nadruk ligt op kloosterdiscipline (vinaya), celibatair leven, onthouding van bedwelmende middelen en geweldloosheid. Tantristische lessen worden daarom aangepast aan de celibataire leefstijl en zijn alleen beschikbaar voor hen die eerst de theorie onder de knie hebben gekregen. Aanhangers worden vaak ‘geelkappen’ genoemd vanwege de gele kappen die Tsongkapa aan de Gelug-monniken voorschreef om zich te onderscheiden van Nyingma-monniken, die rode kappen dragen. De school heeft met centra in Europa en de Verenigde Staten ook veel weerklank gevonden buiten Tibet. Het hoofdkwartier staat in Dharmasala in het noorden van India, waar met een ambitieus uitgeefproject wordt getracht de Tibetaanse teksten te conserveren en te verspreiden.
Afwerkingspleister dat de weerkaatsing van geluid moet tegengaan en geluid dempt.
Meestal alleen verwijzend naar weer, seizoen of klimaat en een aanduiding voor een aanhoudend gemiddeld warmteniveau: niet te warm en niet te koud; van milde en gelijkmatige temperatuur.
Documenten waarin het nageslacht van één of meerdere personen in de vorm van een tabel of diagram wordt weergegeven.
Te gebruiken voor een techniek waarmee afbeeldingen worden gemaakt van objecten, constructies of andere kenmerken die zich ondergronds vlak onder de oppervlakte bevinden, door geluidsgolven vanuit verschillende hoeken op de objecten af te sturen en de signalen op te vangen en te verwerken om een aantal deelweergaven te verkrijgen. Deze worden vervolgens gecombineerd om een volledig beeld te krijgen. Tussen 1984 en 1987 ontwikkeld door Alan J. Witten.
Verwijst naar gecombineerde software- en hardwaresystemen voor het relateren en verzamelen van gegevens met betrekking tot verschijnselen die verband houden met de positie ten opzichte van de aarde. Vaak kunnen dergelijke systemen tijdsgerelateerde gegevens of gegevens met betrekking tot geologie, ecologie, meteorologie, landgebruik, demografie, transport of andere gegevens over bestaande geografische basisgegevens heen projecteren. De gegevens worden meestal gepresenteerd in de vorm van landkaarten of tabellen, in kleur op een computerscherm weergegeven, of afgedrukt.
Kaarten die de structuur en samenstelling van de aardkorst weergeven, inclusief de lagen waaruit deze is samengesteld, de platen, de relatie hiertussen, en de opeenvolgende wijzigingen die de oorzaak zijn van de huidige staat en positie hiervan.
Duidt activiteiten aan die worden ondernomen om verdere verandering of verslechtering van voorwerpen, locaties of bouwwerken te voorkomen. Gebruik 'monumentenzorg' als zulke activiteiten worden ondernomen voor gebouwen of andere bouwwerken uit specifiek culturele, esthetische of historische overwegingen. Gebruik 'restauratie' als de veranderingen een voorwerp of bouwwerk weer in historisch correcte staat terugbrengen. Gebruik 'rehabiliteren' voor activiteiten die ondernomen worden om een reeds in slechte staat verkerend bouwwerk weer in goede staat te brengen. Gebruik 'beschermen' voor het beveiligen van mensen en objecten tegen letsel of schade in algemene zin. Gebruik, nog algemener, 'milieubeheer' voor de behandeling, voorzorgsmaatregelen en research gericht op het veilig stellen van cultureel en natuurlijk erfgoed op de lange termijn.
Verwijst naar een systeem dat is gebaseerd op geometrisch projectie en dat in de kunst, architectuur, cartografie en andere disciplines wordt gebruikt voor het weergeven van driedimensionale voorwerpen in een tweedimensionaal oppervlak, waarbij bepaalde regels strikt worden nageleefd, waarin uiteen wordt gezet dat er denkbeeldige gezichtslijnen lopen van het oog van de toeschouwer naar het voorwerp, die het mogelijk maken om een beeld van het voorwerp over te dragen naar een transparant oppervlak (het beeldvlak). De rekenkundige voorwaarde van een projectie is dat elk punt in het voorwerp en de overeenkomende punt in de afbeelding zijn verbonden door een rechte lijn, de projectiestraal. Projectiestralen lopen doorgaans door het midden van de projectie. In veel gevallen wordt ervan uitgegaan dat het midden van de projectie oneindig ver is verwijderd van het voorwerp, waardoor alle projectiestralen parallel zijn en niet samenkomen om de suggestie te wekken dat ze terugwijken in diepte. Hoewel de betekenis enigszins overeenkomt met 'perspectief', wordt 'projectie' gebruikt voor technische en architectonische tekeningen die de nadruk leggen op de rekenkundige eigenschappen van de afgebeelde voorwerpen. 'Perspectief' wordt gebruikt voor kunstwerken en weergaven met vervormingen van lengte, hoeken, vormen en de rechtheid van lijnen die zich optisch voordoen als voorwerpen die terugwijken in de diepte.
Het gedeelte van licht dat van een oppervlakte wordt weerkaatst.
Weer tot een geheel maken door een onderdeel te vervangen of door wat gescheurd of gebroken is weer terug aan te zetten, of door iets anderszins weer in een goede staat te brengen.
Openingen waardoor een geweer kan worden afgeschoten, bijvoorbeeld in een vestingwerk of aan de zijkant van een schip.
Zwaardgevesten waarbij de vuistbeugel is verlengd en zich opsplitst in één of meerdere spangen die omlaag glijden in een S-vormige boog om weer aan te hechten bij de beugels boven de stootplaat. Ze werden in groten getale gemaakt in de 16e en 17e eeuw voor rapieren.
Objecten die men gebruikt omdat ze zwaar zijn en naar beneden drukken of weerstand bieden. Bijvoorbeeld de ronde schijven die gewichtheffers gebruiken, presse-papiers, vislood en stukken metaal of keramiek die men in kledingstukken of gordijnen naait om ze naar beneden te laten hangen.
Wordt gebruikt voor keermuren die door hun eigen gewicht ervan weerhouden worden om te vallen.
Verwijst naar de cultuur van de Ghandara-regio in India, het gebied tussen de rivier de Boven-Indus en Kabul, onder de Kushana-dynastie; deze term verwijst met name naar de boeddhistische architectuur en beeldhouwkunst van de 2de tot en met de 6de eeuw n. Chr. De stijl ervan weerspiegelde de kosmopolitische connecties van zijn begunstigers en werd in hoge mate beïnvloed door de 2de-eeuwse Hellenistische kunst van Egypte en Syrië. Op zijn beurt was deze Ghandara-stijl een stimulans voor andere kunststijlen in Centraal-Azië, Wei China en Japan. Gandhara-kloosters en stoepa's waren zeer sierlijk, met westerse decoratieve elementen zoals acanthus-kapitalen, Hellenistische komediemaskers en putti. De stoepavorm zelf veranderde in Gandhara: de koepel werd hoger, de balustrades groter en fijner afgewerkt en de gelaagde paraplu-eenheid werd uitgebreid totdat deze uittorende boven de hele structuur. Gebeeldhouwde figuren waren gewoonlijk zwaar gedrapeerd in toga-achtige kledij en hun musculatuur werd meestal met nadruk weergegeven; beeldhouwwerken werden meestal gepleisterd en levendig beschilderd. Tegelijk met beeldhouwers in Mathura vervaardigden Gandhara-beeldhouwers een boeddha-icoon voor het in opkomst zijnde boeddhistische geloof; ook droegen ze bij aan de ontwikkeling van het beeld van Bodhisattva. Een groot aantal Gandhara-beelden is bewaard gebleven, alle heel homogeen in stijl. Belangrijke locaties bevonden zich in Shahji-ki Dheri, Takht-i-Bahai, de Taxila-regio, Sar Dheri en Sahr-i-Bahlol. Het uiterste noordwestelijke gedeelte van Gandhara strekte zich uit tot wat nu Afghanistan is; Religie en kunst in Gandhara-stijl bleven in die regio floreren tot ten minste de 8ste eeuw.
Samenstellingen van bouten en moeren die worden gebruikt om objecten vast te maken aan een holle muur of een muur die slechts van een kant bereikbaar is. De moer heeft draaibare vleugels, die tegen een veer sluiten wanneer het moeruiteinde van het geheel door een gat wordt geduwd, en die aan de andere kant weer openvouwen.
Een amorfe, anorganische substantie die wordt gemaakt door silica (siliciumdioxide) te fuseren met een basisoxide, meestal transparant maar vaak ook doorschijnend of ondoorschijnend. Kenmerkende eigenschappen zijn de hardheid en stijfheid bij normale temperaturen, de plastische eigenschappen bij verhoogde temperaturen en de weersbestendigheid en bestendigheid tegen de meeste chemische stoffen, behalve waterstoffluoride. Het wordt gebruikt voor zowel gebruiksdoeleinden als decoratieve doeleinden, en kan worden gemaakt in diverse vormen, gekleurd en gedecoreerd. Glas is ontstaan als glazuur in Mesopotamië in ongeveer 3500 v. Chr. De eerste voorwerpen die geheel van glas zijn vervaardigd, dateren van ongeveer 2500 v. Chr.
Te gebruiken voor verticale palen in brandweerkazernes die zijn geplaatst om brandweerpersoneel snel en veilig van hun slaapvertrekken naar de voertuigen te helpen. Uitgevonden in de Verenigde Staten rond 1880.
Een weerspiegelende oppervlaktekwaliteit die minder stralend is dan hoogglans en die meer een gevoel van glans dan van diepte aan de afwerking geeft.
Verwijst naar een projectie die doorgaans wordt gebruikt om grote cirkelvormige kaarten of astronomische kaarten te maken. Het is een azimutale projectie die wordt weergegeven op een raakvlak ten opzichte van de bolvorm van de aarde, de hemelkoepel of een hemellichaam. De projectie wordt vaak gekenmerkt door de vorm van een cirkel waarin rechte meridianen uitwaaieren vanuit een middelpunt dat zich op een van de polen bevindt en waarin de parallellen gekromd zijn; andere gedeelten kunnen echter ook met deze projectie worden afgebeeld.
Bewegingen in de zee of andere waterpartijen, waardoor een deel van het water stijgt tot boven het normale niveau en vervolgens weer zakt, terwijl het zich tegelijkertijd over het oppervlak verplaatst; een bewegende rug of deining van water tussen twee laagten of golfdalen.
Doorlopend ornament waarin het hoofdelement van de ene kant van de band naar de andere heen en weer golft.
Handelsnaam van Teflon-gebaseerd membraan, dat is gevuld met talrijke minuscule poriën. Hierdoor laat het zuurstof door, maar is het tevens damp- en waterdicht. Het wordt vooral gebruikt als een laminaat tussen stoflagen in weerbestendige kleding en schoeisel.
Een gepatineerde legering van koper en uiteenlopende hoeveelheden goud en zilver, die in de 2de eeuw voor Christus in Korinthe zou zijn ontwikkeld. Het is hoogwaardig materiaal voor versieringen en beelden. Voorwerpen die uit het metaal waren gehouwen werden verhit en weer afgekoeld, waardoor een glanzende paarszwarte patina ontstond die was bestand tegen glansverlies.
Weergave van gegevens door middel van stippen, lijnen of staven; gewoonlijk om verhoudingen toe te lichten.
Kijkers voor paren stereo-daguerreotypieën van standaardformaat, ontworpen en geoctrooieerd door Southworth & Hawes in ca. 1853. In een grote kast op een gietijzeren onderstel konden tien stereoparen na elkaar worden weergegeven door middel van een slinger.
Achterlaadsystemen met een grendel die de schutter naar achteren trekt om het wapente openen en weer naar voren duwt om te herladen en het wapen te sluiten.
Beschrijft de weergave van digitale afbeeldingen met een monochroom tintverloop. Afbeeldingen met grijswaarden verschillen van 1-bits zwart-witte afbeeldingen omdat ze zijn opgebouwd met intensiteitsniveaus in fasen van zwart naar wit, niet enkel in zwart of wit.
Kleur die dat deel van het spectrum weergeeft dat zich tussen blauw en geel in bevindt, met een golflengte tussen 520 en 570 nanometer. De term kan verwijzen naar alle in helderheid en verzadiging variërende kleurschakeringen binnen deze groep kleuren. Een voorbeeld van de kleur groen in de natuur is de kleur van groeiend gras. Groen is een secundaire pigmentkleur (ontstaan door vermenging van geel en blauw) en is een van de drie additieve primaire kleuren.
Plattegronden van nabij grondniveau, die de fundering en de benedenverdieping van het gebouw weergeven.
Windsorstoelen met uitgezaagde achterstijlen in de vorm van een geweerkolf. Ze kwamen veel voor in het midden van de 19e eeuw.
Wordt algemeen gebruikt voor verschillende soorten lichte draagbare vuurwapens die in Europa werden gebruikt vanaf de 14e tot aan het begin van de 17e eeuw en die waren voorzien van een geweerlade waarmee ze tegen de wang, borst of schouder konden worden gehouden. De eerste modellen hadden een haakvormig uitsteeksel aan de onderkant van de loop om de terugslag op te vangen en werden bij het afvuren ergens op geplaatst.
De brandladders van brandweerlieden, die bestaan uit een paal met dwarsbalken als sporten en met aan één kant een haak.
Haaksgewijze, halve lassen tussen twee houten balken die zo zijn afgezaagd dat ze goed aan elkaar gelast kunnen worden en druk kunnen weerstaan.
Blanke wapens die bestaan uit een vaste of afneembare kop met weerhaakjes op een stok en met de hand worden geworpen of geschoten vanuit een harpoenkanon; gebruikt bij de jacht op grote vissen een zeezoogdieren.
Leden van een mestkeversoort die zijn eitjes legt in mestballen die door telkens rollen hun vorm krijgen. In het oude Egypte werd deze kever als heilig beschouwd; hij werd in verband gebracht met de heilige manifestatie van de vroege ochtendzon, Khepri, wiens naam werd geschreven als de hiëroglief voor scarabee en van wie werd beweerd dat hij bij zonsopgang de schijf van de ochtendzon over de oostelijke horizon rolde.
Te gebruiken als algemene verwijzing naar de betrekkelijke mate van licht of donker die een oppervlak krijgt door de hoeveelheid licht die erdoor wordt weerkaatst. Gebruik 'waarde (kleur)' met betrekking tot de lichtheid of donkerheid van een kleur.
Stokwapens met een op een bijlblad gelijkende kling met een korte weerhaak aan de achterkant en een punt bovenaan de stok; veel gebruikt in de oorlogen in de 15e en 16e eeuw, van de 16e tot 19e eeuw vooral als ceremonieel wapen gebruikt.
Heraldische motieven die deel uitmaken van een wapenschild en soms worden weergegeven ter aanduiding van het eigendomsrecht; een helmteken kan voor meer dan één familie kenmerkend zijn.
Verwijst naar een stijl die zich in de tweede helft van de 16de eeuw ontwikkelde in Spanje en zijn koloniën en gedurende de 17de eeuw bleef bestaan. De stijl, die is genoemd naar de architect Juan de Herrera, heeft weliswaar andere beeldende kunsten beïnvloed, maar is toch vooral zichtbaar in de architectuur en wordt gekenmerkt door het verlaten van de overdaad en decoratieve details van het plateresco en de daarop volgende classicistische stromingen ten gunste van een meer majestueuze, soberder stijl die de melancholieke en religieuze smaak weerspiegelde van Filips II, gecombineerd met elementen uit het Italiaanse maniërisme.
Leden van een superfamilie bestaande uit circa 3500 soorten insecten die wereldwijd voorkomen. Dikkopjes, die tot deze familie behoren, danken hun naam aan de dikke kop en kenmerken zich door hun snelle, heen en weer gaande vlucht. Ze worden beschouwd als een tussenvorm van vlinders en motten.
Bij twee- en viervoetige dieren en bij mensen: de uitstekende delen aan weerszijden van het lichaam die worden gevormd door de laterale uitbreidingen van het bekken en het bovenste deel van het dijbeen.
Schaalmodellen die weergeven hoe bijvoorbeeld een gebouw, schip of stad er vroeger uitzag. Gebruik 'reconstructies' voor voorwerpen of bouwconstructies die op ware grootte tonen hoe iets er vroeger heeft uitgezien, gebaseerd op historisch of archeologisch bewijsmateriaal.
Verwijst naar kaarten waarop politieke bestuurlijke grenzen of andere kenmerken van een regio uit het verleden zijn weergegeven. Meestal bevatten ze historische namen van plaatsen, de historische spreiding van bevolkingsgroepen en de historische situatie van fysieke kenmerken.
Verwijst naar de periode die wordt geassocieerd met de Hoa Lai in het noordelijke uiteinde van de vlakte van Phan Rang van het midden van de 8ste tot het midden van de 9de eeuw. Prominente voorbeelden van de architectuur uit deze periode omvatten de tempels van Hoa Lai, die worden gekenmerkt door een kalan, versierde pilasters, talrijke bogen, prominente uitsteeksels, een stenen omheining, voetstukken die zijn gedecoreerd met oplegwerk en waarop de gebouwen in miniatuur worden weergegeven, Indonesisch-Javaanse elementen, en een tempelconstructie bij Mi Son, die wordt gekarakteriseerd door achthoekige stenen colonnetten, gedecoreerd met centrale ringen en verticale banden, pilasters met afwisselend effen en gedecoreerde banden, gebeeldhouwd gebladerte, en bogen die zijn versierd met niet-kronkelige lijnen. In de beeldhouwkunst is deze periode beperkt en minder vernieuwend, met zogenoemde dv'rap'las-beelden die worden gekenmerkt door schijfvormige oorhangers en lang haar, gebeeldhouwd in de stenen posten van deuren en valse deuren, en Javaans geïnspireerde afbeeldingen van Boeddha, bodhisattva's en goden.
Gebogen of gekromde voorwerpen met een of meer punten, meestal met weerhaken, gebonden aan het uiteinde van een vislijn voor het vangen van vis.
Wordt gebruikt voor spiegels waarbij het midden verder van het voorwerp ligt dan de randen, zodat beelden vergroot of verkleind worden weerspiegeld.
Een methode om driedimensionale beelden te vormen door middel van laserlicht. Wanneer er vanuit de goede hoek gekeken wordt geeft het interferentiepatroon het oorspronkelijke patroon van het door het onderwerp weerkaatste licht weer. Vanuit verschillende gezichtspunten verandert ook het beeld: onderwerpen op de achtergrond komen te voorschijn of gaan juist schuil achter onderwerpen op de voorgrond al naar gelang de hoek vanwaaruit gekeken wordt.
Globale, veelomvattende ontwerpen, vaak grafisch weergegeven op kleine schaal, waarin de details van andere, specifieke ontwerpen worden ingepast. Een masterplan wordt dikwijls aangevuld door geschreven materiaal. Gebruik 'ruimtelijke ordening' voor ontwerpen die betrekking hebben op wetten die bepalen hoe land wordt gebruikt, ruimtelijke ordening en stadsvernieuwing, als beschrijving voor de overkoepelende plannen van steden voor huisvesting, industriële, commerciële en recreatieve faciliteiten en de invloed daarvan op het milieu.
Verwijst naar het hoogtepunt van de hellenistische periode, van circa 220 tot circa 150 v. Chr., ingeluid door de Romeinse overwinning na Macedonische en Syrische pogingen een hegemonie te vestigen, en de verschuiving van macht en rijkdom van de oostelijke koninkrijken naar Rome. De periode wordt gekenmerkt door belangrijke programma’s in beeldhouwkunst en architectuur die meestal nostalgische verwijzingen bevatten naar de glorie en rijkdom van de klassieke periode. In kunst en architectuur wordt de periode gekenmerkt door neoklassieke stijlen en compositiepatronen die zijn aangevuld met actieve houdingen en nieuwe, emotionerende retoriek, zoals weergegeven in grote en invloedrijke werken als het altaar van Zeus bij Pergamon en de kunst aan het Ptolemeïsche hof in Alexandrië.
Verwijst naar de middenfase van de Griekse klassieke periode en stijl, van circa 450 v. Chr. tot circa 400 v. Chr. Karakteristiek voor de beeldhouwkunst is de volledige beheersing van de ideale menselijke vorm, weergegeven in uitgebalanceerde, subtiele beweging en met draperieën op het lichaam die de vormen onder de kleding onthullen. De vaasschilderkunst wordt gekenmerkt door een toegenomen verfijning en variatie in menselijke vormen en gelaatsuitdrukkingen. De architectuur wordt gekenmerkt door lichtere proporties en verfijning van eerder gevestigde orden.
Te gebruiken voor de helderste lichtweerspiegelingen die van een voorwerp afkomen; ook te gebruiken voor de gebieden met de helderste waarde in een foto, bereikt door middel van een verheldering of door het achterlaten van witte plekjes op de ondergrond.
Constructies die rond of stroomopwaarts van een brugpijler zijn gebouwd met een hoek of een rand, om de werking van water, ijs of drijfhout beter te weerstaan.
Verwijst naar de stroming in de 19de eeuwse Westerse kunst die in Frankrijk tot ontwikkeling kwam. De stijl verwierp de traditionele academische opvattingen en poogde aan de hand van de wetenschap zowel de samenstelling van kleuren als de exacte weergave van kleuren, schakeringen en lichtval te kunnen bereiken. Impressionistische kunst kenmerkt zich door het gebruik van lichte touches van pure kleuren, schilderen in de buitenlucht om het kortstondige licht op bepaalde tijdstippen van de dag vast te leggen, en de objectieve weergave van het alledaagse, eigentijdse leven.
Motieven die een symbool van een hand met uitgestrekte wijsvinger weergeven, gebruikt om aandacht te vestigen op een specifiek aandachtsgebied op een gedrukte pagina.
Het samenstellen van indexen voor boeken of andere publicaties; het analyseren van de onderwerpen van textuele of visuele documenten en het toekennen van termen of reeksen van termen die die inhoud weergeven.
Verwijst naar de culturen en stijlen van Indonesië, en weerspiegelt de vermenging van verschillende regionale culturen uit het vasteland van Zuidoost-Azië en Oceanië. De stijl is over het algemeen beïnvloed door de filosofieën van het boeddhisme, hindoeïsme en de islam. Beeldhouwkundige productie in de regio wordt over het algemeen gekenmerkt door megalithische monumenten zoals menhirs, dolmens, stenen sarcofagen, terrasvormige grafheuvels, grote stenen die zijn uitgehakt in de vorm van dieren en mensen, en stenen schedeltroggen. Vroege beeldhouwstijlen in de regio worden gekenmerkt door gelijkmatige vlakken, welvingen, emotieloze uitdrukkingen en bewegingloosheid. Ornamentele werken uit deze regio imiteren Chinese Chou- en pre-Han-werken en tonen bronzen trommels met gemodelleerde flenzen en reliëfornamenten die bestaan uit gestileerde maskers met oorpiercings. Door Indiase stijl geïnspireerde werken worden gekenmerkt door verfijnde bronzen Boeddha's en bodhisattva’s. In de architectuur wordt de stijl gekenmerkt door tempelcomplexen die bekend staan als tjandi’s en candi’s.
Waargenomen eigenschappen die het resultaat zijn van het reageren van de visuele zintuigen op de golflengte van weerkaatst of overgebracht licht. De belangrijkste kleurdimensies zijn de variabelen of kenmerken kleurschakering, tint en intensiteit. Zie 'kleuren' voor afzonderlijke chromatische kleuren en achromatische kleuren of neutrale kleuren.
te gebruiken om een ontwerp of een deel daarvan te beschrijven, zoals op munten, dat is weergegeven in intaglio in plaats van in reliëf.
Verwijst naar tekeningen, vaak door een ingenieur gemaakt, die de locatie aangeven van nutsvoorzieningen, met inbegrip van waterleidingen, brandkranen, rioleringen en andere voorzieningen welke zich meestal op of onder de openbare weg bevinden. Als onderdeel van de bouwprocedure dienen deze tekeningen doorgaans ter goedkeuring te worden voorgelegd aan lokale overheidsinstellingen, zoals openbare werken, gezondheidsinstanties, brandweerdiensten, milieucontrole-instanties enzovoort.
Kammen die over het algemeen in paren worden gemaakt en aan weerskanten van het hoofd worden gedragen om het haar op de plaats te houden.
Riolen waarin droog-weer afvoeren zich legen vanuit meerdere zijriolen of afvoerbuizen en die ook een bepaalde hoeveelheid regenwater kunnen ontvangen.
Verwijst naar de stijl die zich ontwikkelde aan de Franse en Bourgondische hoven in het midden van de 14de eeuw en die zich rond 1425 over heel West-Europa verspreidde. De stijl is vooral zichtbaar in de niet- monumentale kunst, waaronder paneelschilderingen, miniaturen, verluchte handschriften, emaillewerk, borduurwerk en gebrandschilderd glas.De stijl kenmerkt zich door een vloeiende elegantie, verfijnde kromlijnigheid, een soepele, slanke weergave van menselijke onderwerpen, speelsheid en een nieuwe belangstelling voor wereldlijke onderwerpen.
Te gebruiken om werken te beschrijven die in de jaren 90 van de 19de eeuw in een impressionistische stijl werden gemaakt en die vooral intieme, huiselijke taferelen van alledag weergeven. De stijl wordt geassocieerd met de Franse kunstenaars Pierre Bonnard en Edouard Vuillard.
Chromatografiemethode waarbij een hars of een andere geschikte vaste of dikvloeibare stof in een vloeistof wordt gebracht en daarin bepaalde ionen afgeeft en tegelijkertijd weer andere ionen daaruit opneemt.
Landkaarten die de verdeling van een bepaald kenmerk weergeven, bijvoorbeeld neerslag of vegetatie, door middel van lijnen die punten van gelijke waarde met elkaar verbinden.Te onderscheiden van ‘contourkaarten’ omdat isolijnenkaarten juist niet de hoogteverdeling van een landschap weergeven.
Stillevens waarop bijvoorbeeld: gevogelte, eend, speenvarken, haas, konijn of wildsoorten gerangschikt worden weergegeven. Omdat de plezierjacht voorheen was voorbehouden aan de adel, denken sommige historici dat mensen van lagere komaf deze werken kochten in een poging zich voor te doen als iemand van de betere klasse. Dit type stilleven kwam voor in de tweede helft van de 17de eeuw.
Bovenkleding gevormd naar het bovenlichaam en doorlopend tot beneden de heuplijn, open aan de voor- of zijkant en in het algemeen met mouwen. Ook soortgelijke overkleding gedragen ter bescherming tegen het weer.
Verwijst naar de periode van de heerschappij van koning Jayavarman VII (1181-1220 n. Chr.) over het Angkor-rijk. Deze periode wordt gemarkeerd door de triomfantelijke verdrijving van de Chams-indringers uit Angkor. Deze periode kende een uitzonderlijke bouwactiviteit, en de stad werd versterkt ter verering van de almacht en het gecentraliseerde gezag van de koning en de instelling van Mahayana-boeddhisme als de staatsreligie. De architectuurstijl uit deze periode is verbonden met kolossale tempel-bergen die zijn gesitueerd in het centrum van de hoofdstad Angkor Thom. Bij tempels die zijn gebouwd in deze periode ging het in toenemende mate puur om de grootte en raakten de subtiele proporties van vroegere tempelstijlen op de achtergrond. In deze periode werden ook voor het eerst 'gezichtstorens' gebouwd in de tempelarchitectuur, grote stèle-superconstructies die in de hoofdrichtingen werden geplaatst en die werden versierd met grote gezichten op elke zijde, die de suprematie symboliseerden van de bodhisattva Lokeshvara en van de koning. Beeldhouwkundige stijlen uit deze periode weerspiegelen religieuze eenheid, grootsheid en uitbundigheid, door middel van nadruk op overdreven symboliek.
Verwijst naar de periode van de heerschappij van Koning Jayavarman VIII (1243-1295 n. Chr.). De stijl van deze periode weerspiegelt de grootschalige bouwprojecten van de voorafgaande heerschappij. Een belangrijk voorbeeld van prestaties op het gebied van architectuur en beeldhouwkunst uit deze periode is de Mangalartha-tempel in het noordoosten van Angkor Thom.
Verwijst naar de periode en stijl in de kunst die zich ontwikkelde tijdens de opkomst van het Kamakura-shogunaat van 1185 tot 1333. In deze periode verkreeg de klasse van provinciale strijders een politieke machtspositie, werd een militaire regering ingesteld, ontstonden nieuwe boeddhistische sekten en breidde de religie zich van de aristocratie uit naar het gewone volk. In de kunsten kenmerkt de stijl zich door dramatische, energieke houten beelden, perkamentrollen waarop veldslagen werden weergegeven en de opkomst van de Zenshuyo- en Tenjinkuyo- stijl in de architectuur.
Lage drinkglazen met een korte, dikke, zware stam met zware voet, en een kelk van uiteenlopende vorm. Ze werden gebruikt in privéclubs, genootschappen en bij ceremoniële gelegenheden. Genoemd naar de gewoonte om gezamenlijk met de voet van het glas op de tafel te roffelen wat klonk als geweervuur.
Oud-Griekse drinkvaten met een diepe kom met basis, geplaatst op een lange gesteelde voet, met twee verticale handvatten aan weerszijden die van de onderkant tot de bovenkant lopen. De kantharos wordt geassocieerd met de wijngod Dionysos, die vaak wordt afgebeeld op vazen met in zijn hand een type A-kantharos of een rhyton.
Beeldende werken, vaak portretten, waarbij bepaalde trekken of kenmerken sterk overdreven zijn weergegeven met de bedoeling de afgebeelde te bespotten of om een komisch effect te bereiken.
Een van de belangrijkste scholen van de Tibetaanse schilderkunst, die in de 16de en 17de eeuw een bloei doormaakte, hoofdzakelijk in Oost-Tibet; de school is ontwikkeld door de Karmapa-tak van de Kagyu-orde en zou zijn geïnspireerd op het werk van de kunstenaar Karmapa Mikyo Dorje (1507-1554). De stijl is beïnvloed door de Chinese landschapstraditie en wordt vaak omschreven als beeldend, verfijnd en lyrisch. Kenmerkend voor de Karma Gardri-school is het subtiele, ingetogen gebruik van groen, blauw en rood. De open ruimten met daarin groepjes kleine figuren zijn een ander kenmerk; ook de landschapselementen zijn in schaal verkleind en vaak gestileerd weergegeven. Veelal ligt de nadruk op de harmonie en rust van de natuur. Karma Gardri-schilderijen zijn vaak opgebouwd uit meerdere kleine vignetten binnen een landschap.
Een onderdeel van een deur, bestaande uit een enkele knop die bevestigd is aan de ene kant van een krukpen, waarvan aan de andere kant een roos of plaat is bevestigd om de knop en de pen aan de kastdeur te bevestigen. Te onderscheiden van 'deurknoppen', die bestaan uit twee knoppen aan weerszijden van een krukpen om de deurkruk los te maken.
Wordt gebruikt voor muren die gebouwd zijn om zijdelingse belasting te weerstaan, zoals muren die aarden wallen tegenhouden.
Verwijst naar registratiesystemen die werden gebruikt in het Incarijk en oudere culturen in het Andesgebied. De term 'khipu' is een orthografische weergave van het Quechua-woord voor knoop. Een khipu bestaat meestal uit koorden of draden van gekleurd katoen (of alpaca) met numerieke waarden die mogelijk met knopen zijn gecodeerd volgens het tientallig (decimaal) systeem. Khipu's bestaan uit een hoofdkoord waaraan een wisselend aantal hangende touwtjes is bevestigd; het aantal touwtjes kan uiteenlopen van twee tot bijna 1500 snoeren. Aan deze touwtjes kunnen op hun beurt ook weer kleinere touwtjes zijn bevestigd. De meeste khipu's bevatten drie soorten knopen. Het geheim van de khipu is nog niet ontcijferd en er zijn tal van theorieën over de hoeveelheid informatie die ze zouden bevatten. Volgens recente theorieën werden ze gebruikt om eenheden van arbeidsbijdragen bij te houden, met een verwijzing naar het geografische gebied dat de arbeid leverde. Andere onderzoekers zijn van mening dat khipu's niet als schriftvorm waren bedoeld, maar als een systeem van geheugensteuntjes voor Inca-administrateurs, of als een combinatie van deze twee, voor het bijhouden van een administratie. Khipu's werden niet alleen door hoge ambtenaren in de hoofdstad Cuzco gemaakt en bijgehouden, maar ook door regionale hoofden en dorpsoudsten. Na de verovering van het Incarijk begin 16de eeuw door de Spaanse conquistadores werd het gebruik van de khipu verboden en werden de meeste vernietigd. Er zijn nog slechts circa 600 Inca-khipu's bewaard gebleven. In de hooglanden van Peru wordt het gebruik van de khipu nog voortgezet, zij het in een vrij primitieve vorm.
Verwijst naar de cultuur en de periode die floreerde van de 7de tot het midden van de 15de eeuw in de regio die tegenwoordig bekend is als Cambodja en die later migreerde naar andere regio's in Zuidoost-Azië. De stijl van deze periode is complex, ontwikkelde zich in verschillende subfasen en wordt bepaald door animistische geloven, het Theravada-boeddhisme en het Indiase hindoeïsme. Artistieke productie in deze periode is divers en weerspiegelt Indiase en andere regionale invloeden in beeldhouwkunst, architectuur en de decoratieve kunsten. In architectuur wordt deze periode gekenmerkt door hindoeïstische en Mahayana-boeddhistische tempels in constructies van lateriet, zandsteen of baksteen.
Hekjes die in een halfronde, rechthoekige, trapezium-, U- of V-vormige afscheiding heen en weer kunnen bewegen, waardoor er iedere keer maar één persoon door het hek kan gaan en schapen en ander vee worden tegengehouden.
Constructies die achter of boven preekstoelen, spreekgestoeltes of podia zijn geplaatst om het geluid in de richting van het publiek te weerkaatsen.
Kaarten met een sferische (driedimensionale) weergave van een kleurenrangschikking waarbij de segmenten de aangrenzende spectraaltinten van primaire, secundaire en tertiaire kleuren bevatten, alsmede kleuren die zijn vermengd met een toenemende hoeveelheid zwart en wit, om zo variaties te creëren in tint, kleurverzadiging en helderheid. Contrasterende kleuren bevinden zich meestal tegenover elkaar in de bol, en bewegen zich naar achromatisch zwart of wit op het oppervlak van de polen in het opengewerkte midden van de bol. Er zijn verschillende typen kleurenbollen, afhankelijk van het doel: vermenging van kleurpigmenten, kleurwaarneming of kleurenpsychologie.
Optische eigenschap waarbij op een oppervlak fijne kleuren worden geproduceerd door de interferentie van licht dat wordt weerkaatst vanaf de voor- en de achterkant van een dunne folie. Iriserende dingen laten heldere kleuren zien als in een regenboog en veranderen vaak van kleur naarmate hun positie verandert.
De atmosferische variaties op een specifieke geografische locatie op langere termijn. Gebruik 'weer' voor de atmosferische toestand op korte termijn.
Galerijen die doorgaans in drie of vier armen of panden rechthoekig de kloosterhof omzomen. Kloostergangen zijn omgeven door de belangrijkste kloostergebouwen, waardoor zij als verbindingsgangen dienst doen. Hier werd de kloosterlingen een plaats van verpozing en voor meditatie geboden, beschut tegen weer en wind, respectievelijk zonnehitte.
Verwijst naar de vroege Angkor-stijl die werd ontwikkeld gedurende het tweede kwart van de tiende eeuw, na de opkomst van de Bakheng-stijl. In beeldhouwkunst weerspiegelt de stijl overeenkomsten met de Bakheng-stijl in de behandeling van gewaden, haarstijlen en juwelen, en in de overheersing van frontaliteit en lineaire abstractie van kenmerken. Beeldhouwkundige productie in deze stijl wordt, in tegenstelling tot andere vroege Angkor-stijlen, gekenmerkt door oorbellen en amuletten en figuren die worden afgebeeld in dynamische, actieve poses met uitgestrekte benen en armen. In decoratieve kunsten wordt deze stijl gekarakteriseerd door de weelderige bladmotieven die figuren van heiligen en bedienden omringen in het timpaan boven de lateien. Bewakersfiguren staan in de nissen van tempelingangen en stralen door hun houdingen en gelaatsuitdrukkingen een sfeer uit van rigide formaliteit.
Opschriften in kranten die het onderwerp aangeven en die in een groter lettertype dan de rest van de tekst staan weergegeven.
Een legering van koper en beryllium die meestal niet meer dan 3% beryllium bevat. De legering heeft een kristallijne structuur die op brons lijkt en is onovertroffen in het vermogen moeheid, slijtage, en corrosie te weerstaan en wat betreft de elektrische geleiding bij hoge temperaturen.
Elk van de verschillende grote, klassieke Griekse vaten met een wijde opening en aan weerszijden een meestal horizontaal handvat, die meestal werden gebruikt voor het mengen van wijn en water.
Het meest voorkomende type zink, dat wordt gemaakt uit een lang stuk hout dat in tweeën wordt gedeeld en, nadat de conische buis eruit is gegutst, worden de twee delen weer tegen elkaar gelijmd. De buitenkant wordt achthoekig afgewerkt, met dun zwart leer bedekt. Het instrument buigt meestal naar rechts, aangepast aan de rechtshandige bespelers, maar kan ook naar links buigen.
Korte koploze pinnen met een scherpe punt aan het ene uiteinde en weerhaken tussen de twee uiteinden, die meestal worden gebruikt voor het bevestigen van pen-en-gat verbindingen in een raamscharnier en voor hang- en sluitwerk van deuren.
Verwijst naar de internationale kunstbeweging, in 1908 begonnen door Pablo Picasso en Georges Braque, die zich in fasen ontwikkelde en voortduurde tot de vroege jaren 20. De stijl kenmerkt zich door een nadruk op het platte, tweedimensionale oppervlak van de afbeelding, de afwijzing van traditionele weergavemethoden en het uiteen laten vallen van voorwerpen, zodat verschillende zijden van een object gelijktijdig zichtbaar zijn.
Verwijst naar een Duits type hoog, cilindrisch drinkglas dat in email is versierd met portretten van de keizer en de zeven keurvorsten van het Heilige Roomse Rijk. De keizer wordt te paard afgebeeld met de vier geestelijke kiesmannen achter en de vier prinsen onder hem, of op de troon met drie of vier keurvorsten aan weerszijden.
Middelgrote groenblijvende eik die inheems is in het zuidwesten van Europa en het noordwesten van Afrika. Men kweekt de bomen in Spanje, Portugal, Frankrijk, Italië, Marokko, Tunesië en Algerije. Ze hebben een dikke isolerende schors, die ervoor zorgt dat ze zich na een bosbrand snel kunnen herstellen. De kurk beschermt de takken tegen het vuur en al snel ontspruiten er nieuwe twijgen en bladeren die een nieuwe kroon vormen. Andere bomen moeten weer helemaal opnieuw uit loten of zaden groeien. De buitenste schors van de kurkeik is licht en blijft drijven op water. Men gebruikt kurk om flessen af te sluiten, als vloermateriaal en voor andere commerciële doeleinden. Tijdens het oogsten hakt men de bomen niet om. In plaats daarvan pelt men ongeveer elke tien jaar de buitenste schors van de stam af, waarna de boom een nieuwe laag kurk vormt.
Verwijst naar de cultuurperiode van de Kushana-dynastie in oud-India, vanaf circa de 1ste eeuw v. Chr. tot de 3de eeuw n. Chr. De Kushana-dynastie was zeer welvarend dankzij de controle over handelsroutes naar het Romeinse Midden-Oosten en China; deze periode bereikte haar hoogtepunt onder koning Kanishka van het eind van de 1ste eeuw tot het begin van de 2de eeuw. Kanishka's muntstukken, met hun afbeeldingen van goden die afkomstig waren uit verschillende religies, weerspiegelen zijn wens om in harmonie te leven met de verschillende volken binnen zijn domein en met de volken uit gebieden waarmee hij handelsbetrekkingen onderhield. Er waren twee belangrijke artistieke centra: Gandhara en Mathura. Hoewel de twee centra met elkaar in contact stonden, ontwikkelden ze unieke stijlen. De afbeelding van Boeddha als een god duikt tijdens deze periode voor het eerst op. Men treft deze afbeelding het eerst aan op een muntstuk en spoedig daarna in de vorm van volledige stenen beelden.
Verwijst naar de stijl van porselein, zowel voor alledaags als voor ceremonieel gebruik, dat werd vervaardigd in de provincie Kaga, die nu deel uitmaakt van de prefectuur Ishikawa, tussen 1655 en 1704 en daarna weer van 1807 tot heden. Oudere werken betreffen gewoonlijk servies met een donkere bovenste glazuurlaag, met een grofkorrelig oppervlak en glazuur dat uiteenloopt van mat tot glanzend. Latere werken hebben meer eclectische, kleurrijke en complexe ontwerpen.
Klokvormige glazen koepels die over tere planten worden geplaatst om ze te beschermen tegen het weer, en om de groei te forceren.
Verwijst naar de heropleving van de Byzantijnse stijl en de westerse invloed die ontstond na de kruistochten in Byzantium en Oost-Europa aan het eind van de 13de eeuw. De architectuur uit deze periode is opmerkelijk vanwege de veelkleurige materialen, de decoratieve details en de variatie in soorten, dikwijls variaties op oude thema's. In verluchtigingen van handschriften, in mozaïeken, wandschilderingen, paneelschilderingen, ivoren en luxe kunstvoorwerpen kenmerkt de stijl zich door de sterke kleuren, de naturalistische weergave van het licht op de vormen, en de vaak fantastische compositorische en stilistische oplossingen.
Verwijst naar de stijl en artistieke productie op de Cycladische archipel tussen grofweg 1600 en 1050 v. Chr. De kunstwerken bestaan uit gedecoreerd aardewerk met abstracte en figuratieve motieven, muurschilderingen waarop feesten en natuurtaferelen worden weergegeven en een groep grote terracottabeelden. Al deze objecten tonen de invloed van de Minoïsche en later de Myceense cultuur.
Verwijst naar de meest ontwikkelde fase van de geometrische stijl, van het midden tot aan het eind van de 8ste eeuw v. Chr., die in een zeer groot geografisch gebied voorkwam. De stijl loopt in de verschillende streken sterk uiteen, maar kenmerkt zich in het algemeen met betrekking tot de vaasschilderkunst door de verfijnde weergave van figuren en dieren, waaronder de weergave van herkenbare mythologische figuren en verhalende taferelen.De beeldhouwkunst uit deze periode toont een grote verscheidenheid aan gestileerde dieren en menselijke beelden, maar naturalistischer dan in vroegere perioden.
Verwijst naar de laatste fase van de klassieke periode en stijl, van circa 400 tot circa 330 v. Chr. De periode begon aan het einde van de Peloponnesische oorlog en eindigde nadat de Griekse staten hun onafhankelijkheid verloren aan Philippus van Macedonië. De stijl kenmerkt zich door een verminderd streven naar de perfecte, ideale stijlnormen, en meer nadruk op het verbeelden van de werkelijke wereld en afzonderlijke individuen. Voorts is de diversiteit en de inventiviteit van verschillende kunstenaars kenmerkend. Opvallende vernieuwingen in de beeldhouwkunst zijn de afbeelding van naakte godinnen, de weergave van minder strikte, sensuelere poses en gebaren die buiten de vaste begrenzingen treden van wat gold als de ideale klassieke pose, en slankere lichaamsvormen dan in de hoogklassieke kunst.
Verwijst naar de laatste fase van de Minoïsche kunst en cultuur, volgens het classificatiesysteem dat werd ontworpen door de archeoloog Arthur Evans. De fase kenmerkt zich door frescoschilderingen, de herbouw van paleizen en vooral door de versiering van aardewerk, dat werd aangebracht op een laag van vuurrode klei op een lichte ondergrond. Dit in tegenstelling tot eerdere versieringen, waarbij wit op een donkere kleilaag werd aangebracht. De ontwerpen bestaan meestal uit naturalistisch weergegeven planten en dieren in geometrische patronen of ontwerpen. De stijl overlapt met de tijd van de nieuwe paleizen en de Sub-Minoïsche perioden.
Verwijst naar de fase van de Nara-periode tussen circa 756 en 784 n. Chr. In de beeldhouwkunst wordt de stijl gekenmerkt door een zwaarder en voornamer ogend figuurtype, met een sterk versoberde uitwerking van de vormen en draperieën. Op het gebied van bronswerk vond deze periode zijn hoogtepunt in de Grote Boeddha van Tōdai-ji, welke overigens niet meer bestaat. De kleine bronzen die met Tōdai-ji worden geassocieerd, zoals de lantaarns, zijn fraaie voorbeelden van gietwerk in bas-reliëf. Kenmerkend zijn de afbeeldingen van wervelende draperieën en een fijne lijnvoering. Er resten ons nog slechts weinig schilderijen uit deze periode, maar documenten van de Shōsōin maken melding van kamerschermen waarvan de schilderingen een hoge graad van verfijning kenden. Kenmerkend voor de rolschilderingen uit deze periode is de weergave van een verhalende afbeelding pal boven een tekst, een stijl die in de 8ste eeuw reeds als verouderd werd beschouwd.
Verwijst naar de periode in Meso-Amerika van circa 300 tot 250 v. Chr. Verenwerk in Meso-Amerika had zijn oorsprong in deze periode als symbool van macht en rang en bestond onder andere uit verfijnde ceremoniële hoofdtooien die waren gemaakt van veren van de staart van quetzals. Beeldhouwwerken uit deze periode omvatten aardewerk en grafurnen, zoömorfe en antropomorfe graffiguren, gegroefde vazen met karakteristieke parallelle lijnen die zijn getekend op oranje slip, en schalen die zijn beschilderd met kronkelige vormen op randbanden aan de buitenkant. De architectuurstijl in deze periode nam paleisachtige vormen aan, met robuuste, platte of gewelfde dakbedekkingen, fijn afgewerkte trappen met strekse hellingen aan weerszijden, lijstwerk, tablero's en maskers. Piramide-achtige structuren in deze periode tonen complexe cirkel- en kegelvormige secties en secties met terrassen.
Verwijst naar de kunstperiode in Meso-Amerika van circa 600 n. Chr. tot 900 n. Chr. Beeldhouwkundige stijlen uit die periode varieerden al naar gelang de regio. In Tierra Blanca bevatten aardewerk en schalen van keramiek rituele taferelen in hoogreliëf die met een mal waren gemaakt. Figuren uit Nopiloa zijn meestal gemaakt met behulp van een mal, maar bedekt met een crèmekleurig engobe. In de meeste regio’s worden bij aardewerk en kleibeelden staande en zittende vrouwelijke figuren afgebeeld met sierlijke hoofdtooien, kralenkettingen en geknoopte slangenriemen. Het gaat onder andere om schalen met crèmekleurig engobe die gedetailleerd zijn beschilderd met realistische en imaginaire dierenfiguren en gekostumeerde figuren die zijn gerangschikt in paren of trio's. Edelsteenbewerking uit deze periode wordt gekenmerkt door drie vormen die zijn verbonden met een heilig balspel: yuog, palma en hacha. In de architectuur wordt deze stijl gekenmerkt door stèles en altaarconstructies met grote, zoömorfe frontale figuren in hoogreliëf, versierd met compacte kostuumontwerpen. Schilderstijlen uit deze periode beelden mensen af in een stedelijke context te midden van piramides, tronen, trappen en marktplaatsen en hebben rijke, symbolische kleuren. Tempels en gewelven uit deze periode zijn versierd met muurschilderingen waarop expressieve, historische, militaire en rituele afbeeldingen zijn weergegeven.
Te gebruiken voor motieven die op een plat vlak een om zichzelf kronkelend pad weergeven waarbij het pad zichzelf nooit doorkruist en meestal vanuit de buitenkant naar het centrum leidt. Gebruikelijk in romiense mozaïeken en ingelegd in middeleeuwse kerkvloeren.
Alleen gebruiken voor puzzels die bestaan uit landkaarten die op karton of hout zijn geplakt en in onregelmatig gevormde stukken zijn gezaagd, om weer samengevoegd te worden bij wijze van educatieve oefening; ze werden halverwege de 18e eeuw bedacht en bleven populair tot het begin van de 19e eeuw, vooral in Engeland en de Verenigde Staten.
Geomorfe kenmerken van het aardoppervlak, gevormd door natuurlijke processen met definieerbare eigenschappen en karakteristieken, die overal optreden waar de betreffende kenmerken voorkomen, en die bepaalde oppervlakte- en bodemtoestanden weergeven.
Wordt gebruikt voor tuig dat over het algemeen wordt gekarakteriseerd door een enkele mast, een driehoekig zeil waarvan de vooruitstekende hoek scherp achteroverhelt en is aangehecht aan een recht rondhout of ra, die op zijn beurt weer is aangehecht aan de mast, en een giek die voorwaarts uitstrekt van de mast.
Middeleeuwse waterketels met twee tuiten aan weerszijde van de ketel die meestal opgehangen werden boven een wasbekken.
Lange leren riemen die aan weerszijden van het bit vastgemaakt zijn en gebruikt worden door de menner om een voor een wagen of kar aangespannen paard te sturen en het tempo onder controle te houden.
Het seizoen tussen winter en zomer, waarin het weer warmer wordt en planten weer tot leven komen.
Hellende daken die tegen gebouwen aan worden geplaatst om zo kleinere bijgebouwen te creëren (bijvoorbeeld schuren of aanbouwen), of boven een deur of raam, als bescherming tegen weersinvloeden.
Even groot als het leven zelf of, met betrekking tot visuele weergaven van iets, even groot als het origineel.
Doosachtige voorwerpen met een doorschijnend oppervlak, bijvoorbeeld van matglas, gelijkmatig van binnen uit verlicht en doorgaans gebruikt voor het bekijken of weergeven van transparanten en films als dia's en röntgenfoto's, voor het maken van doordrukken of om kleine objecten zonder schaduwen te verlichten.
Algemeen te gebruiken voor het vermogen om verandering te weerstaann zoals verschieten, als gevolg van licht.
Verwijst naar een Vroeg-Minoïsche aardewerkstijl die voornamelijk werd vervaardigd in het noordoosten van Kreta, maar die op het hele eiland werd gebruikt. Deze stijl is mogelijk voortgekomen uit Vasiliki-aardewerk, toen geschilderde ornamentatie voor het eerst weer verscheen in de vorm van enkele opgeschilderde witte lijnen. In volwaardige vorm kenmerkt deze stijl zich door bondige motieven in gebroken wit op een donkere engobe. De ontwerpen bevatten vaak complexe diagonale banden en spiralen.
Verwijst naar tekeningen waarop de lijnen van een schip zijn weergegeven. Hieronder vallen 'lange tekeningen', 'lijnenplannen' en 'spantentekeningen', die vaak samen op één vel zijn getekend. De term 'lijnentekeningen' moet niet worden verward met 'lijntekeningen'. In een lijntekening zijn de vormen van een onderwerp hoofdzakelijk weergeven door lijnen.
Europese harpen die uit drie delen bestaan: de klankbodem (ook wel resonanskast genoemd), de hals en de zuil. De zuil vangt de spanning van de snaren op waardoor deze harpen veel meer spanning kunnen weerstaan dan open harpen.
Nieuwbouw zonder plan van (meestal bedrijfs-) gebouwen die naast elkaar of aaneengrenzend zijn gebouwd en die zich in ononderbroken slierten uitstrekken aan weerszijden van een weg.
Verwijst naar de stijl van architectuur en decoratieve kunsten tijdens het bewind van Lodewijk XIV, 1643-1715. Luxueus maar formeel , het weerspiegelt klassieke en barokke vormen en motieven. De stijl is verbonden aan de patronage van de koning en met de meubels, wandtapijten, en decoratie gemaakt voor zijn paleis in Versailles. Periode 1700-1740.
Een type loutrophoroi met drie handvatten, twee horizontale aan weerszijden en één verticale aan de achterkant.
Boomsoort die inheems is in West-Afrika. Het hout ervan, dat men ���dibétou' noemt, is geel met donkere strepen (in het Engels noemt men het ook wel ���tigerwood'). Het hout is glanzend en heeft een fijne, uniforme structuur. Men gebruikt het voor meubels, fineerbladen, geweerkolven, inlegwerk, biljarttafels en kabinetten.
Verwijst naar de stroming en de stijl in de schilderkunst in het 19de-eeuwse Amerika waarin het verlangen centraal stond de natuur te doorgronden door licht en sfeer realistisch en gedetailleerd weer te geven. De stijl kenmerkt zich door een sterk gevoel van innerlijke diepte en het creëren van een magische sfeer met nauwkeurige, onzichtbare penseelstreken. Aangenomen wordt dat de stroming werd geïnspireerd door de opkomst van de fotografie en door de literaire filosofieën van Ralph Waldo Emerson (1803-1882), die een meditatieve, pantheïstische verbondenheid met de natuur en het landschap propageerde. Later werd deze stijl verdrongen door de technieken van het impressionisme.
Uitdrukking van de verhouding tussen de grootte van de weergave van een object en het object zelf, bijvoorbeeld de grootte van een getekende structuur binnen een bouwtekening ten opzichte van de grootte van het bouwwerk zelf. Kan ook in algemene zin verwijzen naar het begrip relatieve grootte.
Elektrisch aangedreven zagen met een smal verticaal zaagblad dat heen en weer beweegt. Worden vooral gebruikt voor het zagen van rondingen en decoratieve figuren.
Verwijst naar de periode en cultuur van het hoog-paleolithische Europa, die is vernoemd naar de grot van Madeleine in de Franse Dordogne en die van ruwweg 17.000 jaar geleden tot 11.000 jaar geleden bestond. De cultuur kenmerkt zich door het ontstaan van permanente of seizoensnederzettingen, het gebruik van een grote verscheidenheid aan planten en dieren, onder andere door het gebruik van strikken en vallen, en de ingenieuze vervaardiging van werktuigen, decoratieve vormen en kunstvoorwerpen. Gereedschappen werden gemaakt van bot en steen en hebben geometrisch gevormde snijbladen. Er zijn ook andere werktuigen van bot en geweien, graveerijzers, naalden, schrapers, boren, snijbladen met achterkanten, harpoenen en bladvormige punten voor projectielen. De artistieke productie bestond uit monumentale inscripties en schilderingen in grotten, bewerken van botten werktuigen, beeldhouwwerk en juwelen. Het vroegere thema van dieren wordt tijdens deze periode voortgezet in de kunst, maar de stijl wijkt bij muurschilderingen af van eerder kunst door het levendige realisme, de expressieve houdingen en de geslaagde weergave van volume, en in andere, verplaatsbare werken door het verfijnde, gedetailleerde snijwerk en de ontwikkeling van samenhangende composities door de gezamenlijke weergave van meerdere dieren, zoals in een tafereel.
Schuifladders waarmee zeer hoge plaatsen kunnen worden bereikt. Vaak op een voertuig zoals een brandweerauto geplaatst.
Een jaarlijks hindoeïstisch feest ter verering van de god Shiva, dat wordt gevierd in de nacht voor nieuwemaan in februari of maart. Iedere maand weer is de dertiende nacht na nieuwemaan gewijd aan Shiva, maar in deze nacht van de maand Magha of Phalguna komen de devoties aan de godheid tot een climax. Tijdens dit feest wordt de nacht herdacht dat Shiva volgens de overlevering de Tandava heeft uitgevoerd, de hemelse dans van oerschepping, behoud en verwoesting. Tot de festiviteiten behoren het vasten, het om de drie uur aanbidden van Shiva en het zalven van de lingam, een fallussymbool dat het voornaamste zinnebeeld van Shiva vormt. De dag na de doorwaakte nacht wordt gevierd met uitbundige maaltijden en feestelijke markten.
Gebouwen voor de opslag van maïs, meestal met spleten tussen de planken voor ventilatie, schuine muren voor bescherming tegen het weer en geplaatst op palen om knaagdieren weg te houden.
Verwijst naar een van de vele etnische culturen van modern Myanmar. Manadalay verwijst tevens naar de laatste hoofdstad van het Birmaanse rijk, die werd gebouwd in de periode 1857-1859 aan de rivier de Irrawaddy door Koning Mindon voordat Birma in 1885 in handen viel van de Britse imperialisten. Architecturale kunst in deze regio weerspiegelt Italiaanse invloeden zoals weergegeven in samengestelde tempel- en kloosterstructuren die bestaan uit steen en inheems hout.
Verwijst naar een regionale school van Pahari-miniatuurschilderkunst met als centrum de staat Mandi in de Beasvallei in het heuvelgebied van Punjab. De Mandi-schilderkunst stond aanvankelijk nog onder invloed van de Mogols maar kreeg een eigen karakter onder Raja Sidh Sen (heerste van 1684-1727), die zich persoonlijk met de nieuwe stijl ging bemoeien. De Mandi-schilderkunst uit deze periode wordt vaak gekenmerkt door brede, krachtige lijnen, een ingetogen palet en eenvoudige composities met drie horizontale registers. De vitale, krachtige beeldhouwkunst uit deze periode zou een belangrijke invloed hebben uitgeoefend op de weergave van figuren in de schilderkunst. Kenmerkend zijn de krachtige gelaatstrekken, opvallend grote hoofden en handen, en doorgaans standbeeldachtige figuren. Shiva is een geliefd thema, aangezien Sidh Sen deze godheid aanbad. Shiva, Devi en tantrische thema's waren populairder dan de literaire thema's die zo kenmerkend zijn voor veel ander Pahari-werk. Een latere fase van de Mandi-schilderkunst begon rond 1805 en wordt geassocieerd met de kunstenaar Sajnu uit Guler. De werken die hij voor Raja Ishwari Sen schilderde, worden gekenmerkt door gebogen en zwaar geornamenteerde randen, volle, gedetailleerde composities en enigszins scheef geplaatste gebouwen en figuren.
Verwijst in het algemeen naar Japanse stripverhalen. Men gebruikt de term ook voor Japanse animatiefilms, die ook wel animes worden genoemd. Veel animes zijn gebaseerd op manga's, maar het is een aparte kunstvorm. Manga's gaan onder meer over sport, liefde, seksualiteit en historische gebeurtenissen. Doorgaans zijn het een soort komedies, soapopera's of fantasy-, mystery- of horrorverhalen. Vaak zijn ze zwart-wit, met alleen de voorpagina of de eerste paar pagina's in kleur. Vaak worden de gezichtsuitdrukkingen van de personages overdreven weergegeven en de ogen relatief groot getekend.
Houten plank met een geribbelde onderzijde en een handvat langs de zijkant, gebruikt om kreuken uit het wasgoed te persen tijdens het strijken. Het wasgoed werd om een stok gewikkeld en de mangelplank werd vervolgens over de stok heen en weer gerold. De voorkant werd vaak gedecoreerd.
Verwijst naar een regionale school van Pahara-miniatuurschilderkunst die wordt geassocieerd met de staat Ramkot, de kleinste staat in het heuvelgebied van Punjab. Halverwege de 17de eeuw werd de van de Mogols afkomstige portretkunst geïntroduceerd in Mankot, onder keizer Shah Jahan, en de portretkunst zou een belangrijke rol blijven spelen voor de Mankot-schilders. Vroegere schilderijen hadden een overwegend decoratief karakter, maar vanaf het begin van de 18de eeuw kwam de nadruk te liggen op het dramatische aspect van het afgebeelde. In Mankot-schilderijen valt soms iets van de vervorming uit de Basohli-schilderkunst te herkennen. Ook invloeden uit Nurpur, Jammu en Chamba werden geïntegreerd door de Mankot-schilders, met name bij de weergave van gezichten. In de 19de eeuw verloren Mankot en andere vorstendommen hun zelfstandigheid en raakte de stijl in verval.
Weergaven of kopieën van een object die groter of kleiner zijn dan de feitelijke grootte van het weer te geven object, en waar bij de vervaardiging de exacte onderlinge verhoudingen zijn gehandhaafd. Een schaalmodel is meestal kleiner dan het origineel en wordt gebruikt ter illustratie van het object, als speelgoed of verzamelobject, of als hulpmiddel bij het construeren van het object op volledige grootte. Schaalmodellen kunnen één- of tweedimensionaal zijn. Schaalmodellen worden meestal vervaardigd op basis van een standaardschaal voor het betreffende product. Zo bestaat voor modeltreinen de populaire H0-schaal (schaal 1:87), voor scheepsmodellen is een schaal van 1:500 gangbaar en bij meubilair voor een poppenhuis een schaal van 1:12.
Te gebruiken voor homogeen melkglas voor constructiewerken; wordt vooral gebruikt voor sierlijke afwerkingen op oppervlakken die blootstaan aan het weer.
Marineblauwe gebreide hoofddeksels, door matrozen van de Amerikaanse marine gedragen bij guur weer.
Een christelijke gemeenschap die in de 7de eeuw ontstond in Syrië. Men beweerde dat de oorsprong lag bij St. Maro, een Syrische kluizenaar uit de late 4de en vroege 5de eeuw. Het is een van de oudste Oosterse christengemeenschappen van de rooms-katholieke kerk, vooral populair in het moderne Libanon. Het is de enige Oosterse christenkerk die geen niet-katholieke of orthodoxe tegenhanger heeft. In 680 werden de maronieten veroordeeld voor hun vermeende monothelitische geloof: het aanhangen van de ketterse doctrine van Sergius, de patriarch van Constantinopel, die beweerde dat Christus een goddelijke, maar geen menselijke wil had. De maronieten beweren echter dat ze altijd orthodoxe christenen zijn geweest. De toetreding tot de rooms-katholieke kerk begon in 1182 en werd verstevigd in de 16de eeuw met de hulp van de jezuïeten. Na de paus is de geestelijk leider van de maronieten 'de patriarch van Antiochië en het gehele oosten', gezeteld in Bkirki bij Beiroet. In de loop der eeuwen hebben de maronieten onder verschillende heersers hun vrijheid, religie en volksgebruiken weten te behouden. De kerk volgt de oude west-Syrische liturgie, hoewel het Arabisch de voertaal is van de maronieten. Uit angst voor vervolging emigreerden de maronieten in de 19de eeuw naar Zuid-Europa en Noord- en Zuid-Amerika, waar ze nog steeds leven.
Verwijst naar de schilderstijl die in de 18de en 19de eeuw een bloeitijd beleefde in de regio Kyoto. In deze stijl, die is bedacht door Maruyam Okyo en verder is ontwikkeld door zijn leerlingen, staat de naturalistische weergave van de natuur en van stadstaferelen centraal.
Dammen die de druk van het water weerstaan door hun eigen gewicht.
In de filosofie een theorie die beweert dat het basisbestanddeel van de wereld materie is en dat de kennis over de wereld op de eerste plaats ontstaat in materiële vormen en processen. Dit is het tegengestelde van idealisme, de theorie die stelt dat het spirituele en ideale centraal staan in de werkelijkheid.
Tegel waarvan één kant zo is gevormd dat deze op de voorkant of het uiteinde van een baksteen lijkt. Zeer populair tussen 1784 (het jaar waarin de 'brick tax' (baksteenbelasting) in Engeland werd ingevoerd) en 1850 (toen deze belasting weer werd afgeschaft). De tegels werden aan latten bevestigd op een houten frame of ander soort muur, of soms ook gezet in een pleisterlaag over keien of kiezels heen.
Verwijst naar de cultuur, met name de beeldhouwkunst, van Mathura, een kosmopolitische stad aan de rivier de Jumna, gedurende de Kushana-periode van oud India; Mathura lijkt een tweede hoofdstad van de Kushana-dynastie te zijn geweest, en het was een van de twee belangrijkste artistieke centra van de dynastie, naast Gandhara. Tot de boeddhistische Mathura-beeldhouwkunst behoren Boeddha-portretten die zijn gebaseerd op yaksha-modellen (mannelijke aardegeest), en enkele van de vroegste voorbeelden van geheel Indiase boeddhafiguren. De vele levendige en openlijk seksuele yakshi-figuren (vrouwelijke aardegeesten) zijn welbekende voorbeelden van Mathuran-beeldhouwkunst. Een van de meest opmerkelijke prestaties uit deze periode was de assimilatie van de staande kolos in Maurya-stijl voor boeddhistische doeleinden. Kenmerken van Mathura-beeldhouwkunst zijn monumentale frontaliteit, de weergave van omgeslagen, transparante stoffen als kleine, ringvormige plooien; en later boeddhafiguren met grote aureolen, versierd met rolwerk voorzien van bladpatronen. Diep reliëf wordt veel toegepast in de 2de eeuw, terwijl een gelijkmatigere en meer lineaire stijl wordt aangetroffen in de 5de eeuw. Veel Mathura-beeldhouwkunst wordt gehakt uit plaatselijke Sikri-zandsteen, dat roze is of gespikkeld rood in combinatie met geelachtig wit. Mathura-iconen werden geëxporteerd naar andere delen van India en werden ook gekopieerd door andere werkplaatsen. De Kushana-dynastie raakte in de 3de eeuw in verval, maar de Kushana-kunststijl van Mathura bleef bestaan en leidde later tot de verdere ontwikkeling van het Boeddha-icoon in de Gupta-periode.
Verf waarvan het opgedroogde oppervlak vrijwel geen glans of weerschijn vertoont.
Het maximale vermogen van een materiaal of object om verschillende soorten belasting te weerstaan zonder te breken of te vervormen.
Groter dan het leven zelf of, met betrekking tot visuele weergaven van iets, groter dan het origineel.
De hiërarchie Meetinstrumenten bevat descriptoren voor instrumenten of houders die zijn bedoeld en vaak gekalibreerd zijn voor het meten van bijvoorbeeld omvang, hoeveelheid, capaciteit, massa of positie, op basis van een standaardeenheid of vaste hoeveelheid. Instrumenten die zijn bedoeld voor de weergave of registratie van de verkregen gegevens zijn eveneens opgenomen. Opgenomen zijn descriptoren voor instrumenten bestemd voor de waarneming en meting van licht, warmte, universele basiskrachten en het weer, alsmede tijdregistratie-instrumenten en weegschalen. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor de componenten van meetinstrumenten (bijvoorbeeld 'balansveren', 'gnomons') zijn ondergebracht in de hiërarchie Componenten. Instrumenten die kunnen worden gebruikt voor meting of registratie, maar die voornamelijk zijn bedoeld om mee te tekenen (bijvoorbeeld 'stokpassers') of iets te vervaardigen (bijvoorbeeld 'dividing engines') vindt u in de hiërarchie Gereedschap en Uitrusting. Vaten zonder een vaste maat die vloeistoffen of vaste stoffen kunnen bevatten (bijvoorbeeld 'lampetkannen') en waarmee weliswaar hoeveelheden kunnen worden vergeleken maar waarvan de functie als houder belangrijker is dan de maatfunctie, zijn ingedeeld bij de hiërarchie Houders.
Verwijst naar een projectiesysteem dat doorgaans wordt gebruikt in de cartografie en is genoemd naar Gerardus Mercator, die deze projectie voor het eerst gebruikte voor een kaart uit 1569. Mercatorprojectie wordt doorgaans aangemerkt als een cilinderprojectie, hoewel het in feite om een wiskundige afleiding gaat. Zij wordt gekenmerkt door rechte, horizontale parallellen en rechte, verticale meridianen in rechte hoeken op de evenaar. Het systeem wordt vaak gebruikt voor navigatiekaarten, omdat elke rechte lijn in de juiste richting loopt aan de hand waarvan navigatoren een rechte koers kunnen uitzetten; voor wereldkaarten wordt het als onpraktisch gezien omdat de schaal vervormd is en gebieden die zich op grotere afstand van de evenaar bevinden buitenproportioneel groot worden weergegeven.
Ballonnen die gebruikt worden om meteorologische instrumenten, vooral radiosondes, omhoog te dragen; gebruik 'weerballonnen' voor ballonnen die automatisch registrerende instrumenten omhoog dragen voor algemeen atmosferisch onderzoek.
Apparaten, in allerlei uitvoeringen, meest piramidevormig, met een hoorbaar heen en weer bewegende wijzer, in het juiste tempo van een muziekstuk verstelbaar, aangedreven door een opwindmechaniek.
School van miniatuurschilderkunst die in verband wordt gebracht met de staat Mewar in Rajasthan, een belangrijk centrum van de Rajput-cultuur. De bevolking in deze regio beleed een strenge vorm van het hindoeïsme, en Mewar was het laatste Rajput-machtscentrum dat ten prooi viel aan de Mogols. Sinds de 17de eeuw of nog eerder vormt Mewar een van de belangrijkste en productiefste scholen van Rajasthani-schilderkunst. De stijl wordt gekenmerkt door krachtige contouren, een zeer helder coloriet en enigszins archaïsche conventies, bijvoorbeeld het (narratief) tonen van opeenvolgende episoden binnen één afbeelding. Het traditionele aspect van de Mewarkunst wist lang stand te houden, in weerwil van invloeden van de Mogols, Deccan en Europeanen, hetgeen toe te schrijven is aan het behoudende karakter van dit Rajputhof en de traditionele structuur van de kunstenaarsfamilies. De kunstenaars verwerkten de typische Mewar-details op consequente wijze in hun werk, zoals lokale architectuur en flora en fauna. In de 17de eeuw maakte de inheemse traditie van mythologische en poëtische manuscriptillustraties hier een ware wedergeboorte door. In de 18de eeuw gingen de door de Mogols geïnspireerde hofportretten en beeldvertellingen een prominentere rol spelen. Na 1947, het jaar waarin de vorstendommen werden ontbonden en er een eind kwam aan het koninklijk mecenaat, verdween de stijl naar de achtergrond.
Foto's waarop de onderwerpen sterk verkleind zijn weergegeven, en die bekeken moeten worden met een speciale kijker. Gebruik 'micro-opnamen' voor foto's van zeer kleine objecten, meestal gemaakt met behulp van een microscoop. Gebruik 'microfiches' voor buigzame, doorzichtige bladen film met een aantal microafbeeldingen erop.
Verwijst naar een tussenfase van de Corinthische aardewerkstijl, van circa 600 tot circa 575 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door een ogenschijnlijk grootschalige productie van potten, beschilderd maar in vergelijking tot de voorgaande fase met een veel kleiner arsenaal van onhandig afgebeelde dieren. Verdere kenmerken zijn de nieuwe houdingen van de dieren, de minder drukke dessins tussen de figuren en het gebruik van stippen die de omtrek van de dieren weergeven.
Verwijst naar de tussenperiode in de Minoïsche kunst en cultuur, volgens het classificatiesysteem dat is ontwikkeld door de archeoloog Arthur Evans. De stijl kenmerkt zich door gemodelleerde kleibeeldjes in de vorm van dieren en mensen die een bepaalde emotie weergeven, door polychrome versiering van het aardewerk die bestaat uit steeds complexere kromlijnige en bladachtige ontwerpen, en door de bouw van paleizen. De tijd overlapt voor een deel met de tijd van de oudste paleizen.
Te gebruiken voor driedimensionale weergaven van theatergebouwen of van theaterruimtes als podia en proscaenia, al of niet op schaal gebouwd, bedoeld als decor om liefhebbervoorstellingen te spelen of alleen als model.Gebruik ‘poppenkasten’ voor draagbare constructies waarin uitvoeringen met poppenkastpoppen worden gegeven.Gebruik ‘papiertheaters’ voor speelgoed bestaande uit tweedimensionale voorstellingen van karakters alsmede decorstukken, rekwisieten of een podium of proscaenium, die moeten worden uitgeknipt en op een harde ondergrond moeten worden geplaatst zodat kinderen er voorstellingen mee kunnen spelen.
Visueel verschijnsel, afgeleid van het Franse woord voor 'waterachtig', dat ontstaat wanneer een set rechte of gebogen lijnen met gelijke afstand in een bepaalde hoek bovenop een andere set wordt geplaatst, resulterend in een specifiek geometrisch patroon. Wordt gebruikt voor de weergave en aanduiding van vloeistofstromen, golfbewegingen en patronen en stromen van optische en magnetische velden.
Rietinstrumenten bestaande uit een vierkant metalen doosje met gleuven waarin vrijslaande rieten in zijn geplaatst, bespeeld door het voor de mond heen en weer te bewegen en ondertussen in- en uit te ademen.
Verwijst naar tekeningen, meestal bedoeld voor technische of bouwkundige toepassingen, waarin de positie van componenten ten opzichte van elkaar in een ontwerp of plattegrond is weergegeven. Ze kunnen ook de wijze van bevestiging van de componenten laten zien, of de juiste werking van mechanismen.
Activiteiten die ondernomen worden om de bescherming en het blijvende gebruik van de bebouwde omgeving te waarborgen, vanuit culturele, esthetische en historische overwegingen. Gebruik 'restauratie' voor activiteiten die specifiek worden ondernomen om een voorwerp, locatie of bouwwerk weer in historisch correcte staat terug te brengen. Gebruik 'behoud' voor algemene activiteiten die worden ondernomen om verdere verandering of verslechtering aan voorwerpen, locaties of bouwwerken te voorkomen. Gebr 'rehabiliteren' voor activiteiten bedoeld om reeds vervallen bouwwerken in goede staat terug te brengen.
Verwijst naar een soort agaat met bruine of zwarte mos- of boomachtige tentakelvormen. Meestal heeft het agaat een grijze tot melkwitte kleur, en het betreft dan een vorm van het mineraalkwarts silica. Mosagaat bevat opake, donkere insluitsels met veerachtige, zich vertakkende vormen die doen denken aan varens, mossen of andere vormen van vegetatie. Ze zijn evenwel van anorganische oorsprong, hoofdzakelijk mangaan en ijzeroxiden. Mosagaat wordt meestal aangetroffen als verweerde fragmenten van vulkanisch gesteente, in India, Brazilië, Uruguay, Midden-Europa en het westen van de Verenigde Staten. De steen werd van oudsher gebruikt voor decoratieve doeleinden, en is dan vaak vlak of afgerond geslepen, en soms ook gekleurd om de kleur te versterken.
Kaarten die zijn samengesteld uit elkaar overlappende luchtfoto's waarvan de randjes zijn afgescheurd of afgesneden om ze aan elkaar te kunnen passen en aldus een continue weergave van het aardoppervlak te kunnen vormen.
Verwijst naar een projectiesysteem waarbij de belangrijkste vlakken van een voorwerp of constructie parallel zijn aan het beeldvlak, maar waarbij alle zijden volledig worden getoond door het voorwerp of de constructie van verschillende kanten weer te geven.
Verwijst naar tekeningen gemaakt aan de hand van multiview-projectie, een projectie waarbij de belangrijkste zijden van een object of structuur parallel zijn aan het beeldvlak, maar waarbij op meerdere aanzichten van het object of de structuur alle kanten ervan volledig worden weergegeven.
In de context van het boekbinden, het samenbinden van bladen of verzamelingen door er een voor een een draad of garen door te trekken en heen en weer via de vouwen in de achterkant van elk vel te aan de koorden van de band te hechten . Het verschilt van "stikken"dat in het kader van boekbinden wordt gebruikt voor het aan elkaar bevestigen van een aantal bladen of katernen door de draad of draden door allen tegelijk te halen.
Verwijst naar de periode van de 14de tot de 17de eeuw, genoemd naar de provincie Nakhon si Thammarat aan de oostkust van Thailand. In de architectuur wordt deze periode gekenmerkt door tempels met belvormige en lotusvormige stupa's van lateriet of baksteen die op vierkante voetstukken zijn geplaatst, vrijstaande beeldhouwwerken van olifanten, wihan, mondop, dubbele trappen en versierde frontons met naar binnen gekeerde makara's. In de beeldhouwkunst wordt de periode gekenmerkt door bronzen beelden van Boeddha, terracotta of tinnen votieftabletten waarop rijen identieke Boeddha-afbeeldingen waren weergegeven, en houten beelden.
Verwijst naar een stijl in de Japanse schilderkunst die floreerde van het midden van de Edo-periode (1600-1868) tot aan de Taisho-periode (1912-1926). De stijl was geïnspireerd op de Chinese geletterde intelligentsia, de zogenaamde Wen ren, een traditie van de leerlingschilderkunst, en was bedoeld voor een klein, intellectueel publiek. In tegenstelling tot andere stijlen die in grote Japanse ateliers tot ontwikkeling kwamen, maakt de Nanga-stijl gebruik van afwisselende technieken, stijlen en onderwerpen, die eerder met elkaar verbonden zijn door een losse traditie dan door gestandaardiseerde regels. De stijl kenmerkt zich doorgaans door de combinatie van schilderkunst, poëzie en kalligrafie, met een voorkeur voor subtiel penseelwerk, geen of gedempt kleurgebruik en abstractie van natuurlijke vormen om een uiterst persoonlijke kijk op de natuur weer te kunnen geven.
Kaarten waarop het karakter van zeebodems, de contouren van zeebodems en kustlijnen, diepten, getijden en stromingen in een bepaalde zee of in een bepaald kustgebied worden weergeven.
Gebeeldhouwde beeltenissen van koningen van het Afrikaanse koninkrijk Kuba, meestal in kleermakerszit weergegeven, met koninklijke regalia en een mes in de hand; aan de voorzijde van het voetstuk bevindt zich een klein gebeeldhouwd voorwerp dat fungeert als het unieke symbool van de afgebeelde koning.
Te gebruiken voor het proces waarbij een bewerkt kapitaal aan het boekblok wordt bevestigd door de draad waarmee het kapitaal is gevormd, langs de achterkant naar beneden wordt geleid naar een punt onder het kettingnaaisel, door de vouw van de katern en vervolgens weer naar boven, om rond de kern van het kapitaal te worden geleid; dit kan worden uitgevoerd door alle katernen, of om de zoveel katernen.
Verwijst naar de esthetische theorieën van de Hongaarse kunstenaar Lazlo Moholy-Nagy, die hij voornamelijk uitdroeg via zijn fotografie. Zijn stijl kenmerkt zich door het radicale, machinale weergave van objecten en afbeeldingen waarbij de nadruk ligt op beweging en zuiver visuele elementen zoals kleur, licht en vorm.
Verwijst naar een noordelijke Chinese dynastie uit de periode 550-577 n. Chr. De dynastie ontstond toen Gao Yang, zoon van de stichter van de Oostelijke Wei-dynastie, in 550 aan de macht kwam en de naam van de dynastie wijzigde. Ye bleef de hoofdstad. Het boeddhisme bleef een belangrijk stempel drukken op de kunst, met invloeden uit India, Centraal-Azië en West-Azië. De grottempels van de Noordelijke Qi bevatten beeldhouwwerk dat tot de hoogtepunten van de Chinese boeddhistische beeldhouwkunst wordt gerekend. Dit beeldhouwwerk vormt een bewijs van de productiviteit in deze periode en van de ingrijpende stijlontwikkelingen die zich sinds de Noordelijke Wei hebben voorgedaan. Sommige massieve, sculpturale keramiekvormen dateren eveneens uit de periode van de Noordelijke Qi. Op de keramiek van de Noordelijke Qi werden twee of meer gekleurde glazuurlagen aangebracht, en ook ontwikkelde men aardewerk met een witte romp. Voorbeelden van het kwalitatief hoogstaande werk dat in deze periode tot stand kwam, zijn de wandschilderingen in de graftombe van de aristocraat Lou Rui en Taiyuan. Het bewind van Gao Yang werd gevolgd door een periode van tirannie, waarin bijna twee miljoen mannen werden te werk gesteld bij de bouw van de Grote Muur. Nadat de heersende elite verzwakt was geraakt, wist keizer Wudi van de Noordelijke Zhou in 577 de Noordelijke Qi te veroveren, waardoor noordelijk China feitelijk weer één werd.
Groenblijvende boomsoort die inheems is langs de westkust van Noord-Amerika, van het schiereiland Kenai in Alaska tot het noordelijkste deel van Californië, en die meestal op vochtige locaties in de bergen groeit, vaak dicht bij de boomgrens, maar soms ook lager. Hij kan een hoogte van 40 m bereiken en heeft meestal afhangende takken. Als gevolg van de afwijkende bouw is de classificatie al een aantal keren gewijzigd. Recent onderzoek laat zien dat de kans groot is dat dit in de toekomst weer zal gebeuren en dat deze boom mogelijk wordt ondergebracht in een ander genus, Callitropsis of Xanthocyparis, samen met de onlangs ontdekte Vietnamese goudcipres Xanthocyparis (Callitropsis) vietnamensis.
Waterlelie die waarschijnlijk inheems is in de Nijl en elders in Oost-Afrika, maar die al in de oudheid voorkwam in India en Thailand. De bloemblaadjes zijn lichtblauw tot hemelsblauw of mauve. Wanneer de bloem klaar is om te gaan bloeien, stijgt deze binnen een paar dagen op naar de oppervlakte. Oude Egyptenaren geloofden dat de bloemen 's ochtends opengingen, naar de oppervlakte opstegen en 's avonds weer naar beneden zakten. Voor hen symboliseerde dit het opkomen en ondergaan van de heilige zon. Wanneer de plant wordt gegeten, heeft deze licht psychoactieve eigenschappen. Waarschijnlijk werd de plant in het oude Egypte daarom gebruikt tijdens ceremonies.
Instrumenten die worden gebruikt om elektrische weerstand te meten en die een schaalverdeling hebben in ohms of megohms.
Een Okimono is een klein Japans houtsnijwerkje, vergelijkbaar met (maar groter dan) Netsuke. In tegenstelling tot de Netsuke, die een specifiek doel had, hadden Okimono een zuiver decoratieve functie en werden weergegeven in de Tokonoma. Tijdens de Meiji-periode werden veel Okimono gemaakt voor de export naar het westen.
Motief van een amandelvorm met een cirkel in het midden, dat een frontaal weergegeven menselijk oog voorstelt. Het oog van Horus werd voor het eerst toegepast in het oude Egypte, en werd algemeen beschouwd als een symbool van bescherming en macht.
Verwijst naar de regionale stijl van Oost-Java. Beeldhouwkundige werken volgen overwegend de Wajang-stijl die de Balinese volkstraditie van wajangpoppentheater weerspiegelt, en die wordt weergegeven op reliëfpanelen in Oost-Javaanse tempels uit de 13de en 14de eeuw. In textielproducten, met name in batik, wordt deze stijl gekarakteriseerd door het veelvuldige gebruik van een rode verfstof die bekend is als Turks rood. Na de komst van de islam op Java representeerde de bouwstijl een synthese tussen Oost-Javaanse en oude, pre-hindoeïstische Balinese tradities, gekenmerkt door iconografie, gelaagde daken en de candi bentar-ingang tot de externe binnenhof van een tempel. Decoratieve kunsten in deze stijl worden gekenmerkt door verse en gedroogde bloemen als versiering op kleding, vergulde kammen en complexe sieraadontwerpen.
Verwijst naar de periode van de Zhou-dynastie van 771 tot 256 v. Chr. Deze periode heeft twee subdivisies, de periode van de Lente en Herfst-annalen en de periode van de Strijdende Staten. De exacte datering van deze perioden is onderwerp van debat onder onderzoekers. Men zegt wel dat de Oostelijke Zhou-periode is begonnen toen de Zhou, die op de vlucht waren voor aanvallende stammen, hun hoofdstad verplaatsten van Xi'an naar Luoyang in 771 v. Chr. Deze geografische breuk met de voorafgaande Shang-dynastie werd weerspiegeld in de kunst van de Oostelijke Zhou-periode. Met name late Oostelijke Zhou-kunst wordt gekenmerkt door een opmerkelijke variatie en vakbekwaamheid. Op een laag vuur gebakken grafbeeldjes (mingqi) werden vaker gebruikt, mogelijk onder invloed van een Confuciaans dictum tegen menselijke offers. Op een laag vuur gebakken groen, loodgeglazuurd aardewerk, zacht, gepolijst zwart aardewerk en op een hoog vuur gebakken geglazuurd aardewerk werd vervaardigd tijdens de Oostelijke Zhou-periode. Helder beschilderd keramiek werd vervaardigd als imitatie van het in die periode recentelijk populair geworden lakwerk, terwijl ander keramiek werd vervaardigd als imitatie van bronzen voorwerpen. Er werden met behulp van een mal vervaardigde en versierde keramiektegels en stenen geproduceerd. Jadesnijwerk, dat minder werd toegepast tijdens de Westerse Zhou-periode, werd weer belangrijk bij grafobjecten en objecten voor persoonlijke versiering. Bronzen kregen een wereldlijker karakter en werden vaak als huwelijkscadeau gegeven ter verfraaiing van het woonhuis. Bronzen bellen en spiegels werden populair. Totemistische dieren en monsters werden verdrongen door kleurrijke, geformaliseerde decoratieve ontwerpen. De vroegste voorbeelden van schilderingen op zijde zijn ontdekt in graftomben uit de Oostelijke Zhou-periode. Voorlopers van het grafaardewerk van de Han- en Tang-dynastieën zijn eveneens aangetroffen.
Open goederenwagons, meestal met lage zijkanten, die worden gebruikt voor het transporteren van vrachtgoederen zoals kolen of staal, die geen bescherming tegen het weer vereisen.
Wordt gebruikt voor de teken- of schildertechniek waarbij de weergave van de vormen wordt voltooid door de lichtverdeling van de desbetreffende gedeelten met wit of een lichte kleur te verhogen.
In het algemeen het proces waarbij iets weer op een vaste plaats wordt gezet dat daar eerder is weggehaald. In de context van de conservering van mozaïeken: mozaïeksteentjes uit hun grondlaag losmaken, in delen of in één geheel, en ter plaatse op een nieuwe ondergrond terugplaatsen.
Instrumenten waarin met behulp van een foto-elektrische cel een tekst wordt gescand en omgezet in elektrische signalen die vervolgens worden weergegeven als geluid. Het apparaat wordt tegenwoordig voornamelijk gebruikt om blinden in staat te stellen te lezen, maar het had in de jaren 20 van de 20ste eeuw zijn oorsprong in de uitvindingen van de Oostenrijkse kunstenaar en dadaïst Raoul Hausmann, die zich bezighield met het verenigen van de zintuigen en het veranderen van licht in geluid. De optofoon werd in 1935 geoctrooieerd als rekenmachine.
Kleur die dat deel van het spectrum weergeeft dat zich tussen rood en geel in bevindt, met een golflengte tussen 585 en 620 nanometer. De term kan verwijzen naar alle in helderheid en verzadiging variërende kleurschakeringen binnen deze groep kleuren. Een voorbeeld van de kleur oranje in de natuur is de kleur van de citrusvrucht de sinaasappel. Oranje is een secundaire pigmentkleur (ontstaan door vermenging van geel en rood).
Grafische voorstellingen van de administratieve en hiërarchische structuur van een organisatie waarbij de gezagsverhoudingen tussen de verschillende personeelsleden worden weergegeven door middel van lijnen waaruit blijkt wie voor wat verantwoordelijk is alsmede welke taken aan wie zijn op- of overgedragen.
Kledingstukken die over andere kleding worden gedragen als buitenste laag, vooral wanneer ze worden gedragen voor de warmte of ter bescherming tegen het weer. Gebruik termen vermeld onder 'beschermende kleding' voor kleding die wordt gedragen ter bescherming tegen vuil of gevaar.
Jassen die over een pak of andere bovenkleding worden gedragen; wordt vooral gebruikt voor jassen die bij koud weer worden gedragen.
Wanten ter bescherming van handen bij extreme weersomstandigheden.
Verwijst naar montagetekeningen waarop een volledig apparaat of gehele installatie schematisch wordt weergegeven. Te onderscheiden van ‘subassembly drawings’, die alleen details van een bepaald gedeelte of onderdeel laten zien.
Dekkleden om paarden warm te houden, te beschermen tegen het weer of te voorkomen dat ze te veel haar krijgen in de winter. De dekens passen perfect rond het lichaam van het paard en zijn langs onderen vast gemaakt met gespen, zodat ze blijven zitten.
Stokwapens met een lange, convexe of platte s-vormige kling met één snijrand, aan de bovenkant verdeeld in een verticale punt en een naar voren gebogen haak, met een horizontale weerhaak in het midden van de achterkant; gebruikt in Europa, onder andere veel door voetsoldaten, vanaf tenminste halverwege de 13e eeuw tot de 17e eeuw.
Verwijst naar een aardwerkstijl die waarschijnlijk werd ontwikkeld bij Paestum, in de buurt van Salerno in Italië. De stijl kenmerkt zich door een opvallende eenheid in schilderstijl, onderwerpkeuze en versiering. Er werden vazen in verschillende vormen gemaakt, waarvan vooral de bell krater en de lebes gamikos, met een ingewikkelde deksel dat uit meerdere delen bestond, moeten worden opgemerkt. De taferelen geven vaak het dagelijks leven van vrouwen weer of hebben Dionysische onderwerpen. Er werden uiteenlopende motieven gebruikt, waaronder verschillende bloemen, draperieën met een rand van punten en strepen, ongebruikelijke afbeeldingen van rijen toeschouwers, en palmetten die onder het handvat werden aangebracht als kader voor de taferelen met figuren.
Verwijst naar de stijl van het Franse aardewerk dat werd gemaakt door Bernard Palissy aan het begin van de 16de eeuw, en dat werd geïmiteerd tot in de 19de eeuw. Het aardewerk werd versierd met reptielen en weekdieren, in reliëf weergegeven in gedempte, correct gekleurde glazuurlagen.
Soort snel groeiende, kortlevende sier-, schaduw- of productieboom, inheems in het noorden en midden van Noord-Amerika. De soort is meestal zo'n 18 meter hoog, heeft een bruine schors die na verloop van tijd wit wordt en produceert flinterdunne lagen met smalle horizontale poriën of lenticellen. Op de koperkleurige binnenste schors zijn de poriën fel oranje. De korte hangende takken en de talloze buigzame takjes geven de boom in de winter een kantachtige aanblik. Het bijna witte hout met de dichte nerfstructuur wordt gebruikt voor houtgedraaide artikelen, vloeren, meubels, houtwaren, pulp en brandstof. Native Americans gebruikten de dunne waterdichte schors voor dakbedekking, kano's en schrijfmateriaal (vandaar de naam 'papierberk'). Het is een van de eerste soorten die weer groeien na brand. Het sap wordt gekookt voor de productie van berkensiroop. De boom komt voor in verschillende variëteiten.
Verwijst naar een systeem voor lineair perspectief waarbij belangrijke gebouwen, voorwerpen of figuren parallel aan het beeldvlak worden weergegeven. Wordt ook gebruikt wanneer parallel weergegeven lijnen niet convergeren, maar gewoon parallel blijven lopen. Dit systeem is gebruikelijk in Oost-Aziatisch schilderwerk. Gebruik 'parallelprojectie', 'axonometrische tekeningen' of een meer specifieke term in de context van architectonische tekeningen.
Verwijst naar een systeem voor het weergeven van driedimensionale objecten in een tweedimensionaal oppervlak, waarbij gebruik wordt gemaakt van projectielijnen die parallel aan elkaar lopen, in plaats van ze te doen samenkomen, om de suggestie te wekken dat ze terugwijken in diepte. In sommige opzichten komt de betekenis van de term overeen met 'parallel perspectief'.
In theaters uit de oudheid, uitstekende constructies of vleugels aan weerszijden, met de scaena of achtergrond het toneel aan drie kanten omsluitend.
Verwijst naar de voornaamste feestdag van de christelijke kerk, waarop de opstanding van Jezus Christus wordt gevierd. In westerse kerken gebeurt dat tussen 22 maart en 25 april, afhankelijk van de datum van de eerste volle maan na het begin van de lente. Orthodoxe kerken gebruiken de juliaanse datum voor het begin van de lente en vieren Pasen daarom meestal op een andere, latere datum. Sommige paastradities (zoals paaseieren en de paashaas) hebben een heidense oorsprong. Pasen is voortgekomen uit het primitieve 2de- en 3de-eeuwse christelijke feest dat de Pasch werd genoemd; het was de christelijke tegenhanger van het joodse Pascha, waarbij zowel de dood als de opstanding van Christus werd gevierd. De paaswake is in liturgische kerken de belangrijkste plechtigheid, die wordt gehouden op de avond voor Pasen; de paaskaars werd geïntroduceerd omstreeks de 4de eeuw. Hoewel Pasen op één bepaalde zondag wordt gevierd, wordt het belang van het paasfeest onderstreept door het lange voorbereidende vasten, door de plechtige diensten van de Goede Week en door de vijftig dagen van Pasen tot Pinksteren, een periode die de paastijd wordt genoemd. Het belang van Pasen blijkt uit het feit dat het hele liturgische jaar rond Pasen is ingericht, net als de kerkelijke kalender van veranderlijke feestdagen. In paasceremonies komen vaak verwijzingen naar de doop voor, die de vroegere gewoonte weerspiegelen om neofieten te dopen tijdens de wake.
Verwijst naar onderscheiden vertrekken in tempels of kerken. In klassieke tempels waren deze vertrekken de verblijven van de 'pastophori', leden van een priesterorde die de relikwieën van de goden meedroegen in processies. Volgens de overlevering had ook de tempel in Jeruzalem zulke vertrekken, reden waarom de term ook verwijst naar ruimten die een nabootsing van deze vertrekken zijn en zich gewoonlijk bevinden aan weerszijden van de bema in klassieke kerken of moderne Grieks-orthodoxe kerken.
Restaurants waar men in de buitenlucht aan tafels rondom het gebouw kan eten, vaak met tafels in een patio of op een stoep in een stedelijk gebied, soms met een beschermend dak of paraplu's die de tafels afschermen. Buiten zitten kan soms slechts in bepaalde seizoenen als het weer het toelaat, daarom zijn er extra zitplaatsen beschikbaar binnenshuis.
Open standaard voor een bestandsindeling voor elektronische documentuitwisseling via internet. PDF is ontwikkeld door Adobe Systems voor het coderen van de visuele weergave van een document, ongeacht het type software waarmee het document is geschreven of ingelezen.
Afgeplatte houders, kalebasvormig, oren aan weerszijden om er een draagband doorheen te steken.
Gebogen zagen die in een beugel zijn bevestigd die aan een draaipunt hangt, zodat de zaag heen en weer kan zwaaien en tegelijkertijd zagen.
Instrumenten die worden gebruikt voor het meten van de dichtheid of weerstand van materialen, bijvoorbeeld aarde, door te meten tot op welke diepte een standaardnaald de materialen doorboort.
Verwijst naar de stijl in de Hellenistische beeldhouwkunst die zich concentreerde in Pergamon, in Klein-Azië, tijdens de 2de en 3de eeuw v. Chr. Het meest bekende voorbeeld is het Grote Altaar van de tempel van Zeus. De stijl kenmerkt zich door de weergave van dramatische bewegingen, extreem ontwikkelde spieren, en intense emoties.
Verwijst naar alle grafische technieken waarmee wordt getracht diepte te suggereren, meestal op een tweedimensionaal vlak, door middel van een geometrische projectie waarbij een of meer verdwijnpunten, verkortingen en/of atmosferische effecten worden gebruikt. Onder deze technieken vallen terugwijkende lijnen, kleurgradaties, tint en textuur, en mate van helderheid. In de westerse kunst verwijst de term meestal naar de geometrische techniek van lineair perspectief, die in de vroege renaissance werd uitgevonden en die was gebaseerd op oude Griekse en Romeinse modellen. Hoewel de betekenis enigszins overeenkomt met 'projectie', wordt dit laatste begrip voornamelijk gebruikt voor technische en architectonische tekeningen die de nadruk leggen op de rekenkundige eigenschappen van de afgebeelde voorwerpen. 'Perspectief' wordt gebruikt voor kunstwerken en weergaven met vervormingen van lengte, hoeken, vormen en de rechtheid van lijnen die zich optisch lijken voor te doen als voorwerpen terugwijken in de diepte.
Korte, lichte schoudervuurwapens met een scherp naar beneden gebogen geweerlade die is bedoeld om tegen de borst te worden geplaatst tijdens het vuren. Ze werden in de 16e en 17e eeuw vooral gebruikt door ruiters.
Speren met een stalen kop met een zeer scherpe punt en soms met een haak of een punt aan de zijkant, doorgaans 5 tot 6 meter lang en met een kleine blad- of ruitvormige kop; door de infanterie gebruikt als afweermiddel tegen de cavalerie van het eind van de 15e eeuw tot halverwege de 17e eeuw.
Klokken die oorspronkelijk in de Verenigde Staten werden gemaakt aan het begin van de 19e eeuw en gekenmerkt worden door slanke, gedraaide pilaartjes aan weerszijden van de kast tussen de bovenkant en de basis, en een met krullen versierde bovenkant.
Monumentale poorten bij Egyptische tempels die bestaan uit twee torenachtige bouwconstructies met schuin aflopende muren aan weerszijden van de toegangsdeur; kan ook meer algemeen worden gebruikt voor grote, op zichzelfstaande bouwwerken die werden gebruikt om grenzen aan te geven, bijvoorbeeld bij toegangswegen naar bruggen of lanen.
Een christelijke vernieuwingsbeweging die de nadruk legt op de afdaling van de Heilige Geest op de apostelen tijdens de eerste christelijke pinksterdag. De moderne pinksterbeweging ontstond in 1901 in de Verenigde Staten toen Charles Parham een verband legde tussen de doop en het spreken in tongen. Ook de terugkeer van profetie en gebedsgenezing is een onderdeel van de pinksterbeweging. Pinksterkerken kenmerken zich door de uiteenlopende vormen van participatie en informaliteit in de eredienst en door hun letterlijke uitleg van de Bijbel. De beweging spreekt armen en laagopgeleiden waarschijnlijk deels aan omdat er in het algemeen meer nadruk wordt gelegd op spirituele beleving dan op intellectuele reflectie. Zendingswerk heeft gewoonlijk een hoge prioriteit maar de vorming van een vertegenwoordigend lichaam van pinkstergemeenten stuit op veel weerstand, evenals de oecumenische beweging. Sinds de jaren 60 van de 20ste eeuw is de pinksterbeweging ook opgedoken binnen de rooms-katholieke, de protestantse en de Grieks-orthodoxe kerk.
Te gebruiken voor de kleinste eenheid van elektrische weergave van door de computer gegenereerde beelden. Op een zwart-witscherm kent deze eenheid uitsluitend de positie aan of uit. Op een kleurenscherm wordt het aantal kleuren dat kan worden weergegeven, beperkt door de ‘pixeldiepte’ van het scherm, die in pixels wordt uitgedrukt; hoe hoger het aantal pixels, hoe hoger de resolutie (oplossend vermogen) van het weergegeven beeld.
Verwijst naar plattegronden met een bovenaanzicht, maar zo weergegeven alsof ze benedenwaarts op een bovenoppervlak, bijvoorbeeld een plafond, zijn geprojecteerd. In een dergelijke plattegrond verschijnen alle elementen die zich van onderaf bezien links bevinden, aan de rechterzijde. De term verwijst ook naar plattegronden voor plafonds die zijn weergegeven alsof ze via een spiegel op de grond zijn weerkaatst, binnen de context van de plattegrond, om zo de verhouding tussen de plattegrond en het ontwerp of de configuratie van het plafond zichtbaar te maken.
Verwijst naar plattegronden die de helft van een structuur of locatie weergeven, meestal de helft van een symmetrische plattegrond.
Kaarten waarop landschapskenmerken worden weergegeven alsof ze zich in een plat vlak bevinden, dus zonder dat rekening wordt gehouden met de hoogteverschillen in het betreffende gebied.
Verwijst naar afbeeldingen die weliswaar op een plat oppervlak zijn afgebeeld maar het uitspansel voorstellen oftewel de sterren en sterrenstelsels binnen een ogenschijnlijk holle bolvorm die de hemel voorstelt zoals die vanaf het aardoppervlak zichtbaar is. Ze verschenen voor het eerst in Europa rond 1515, hoewel eenvoudige voorstellingen van de sterrenstelsels al uit het oude Egypte bekend waren. Planisferen vormen een specifieker begrip dan 'astronomische kaarten', aangezien 'planisferen' in specifieke zin verwijzen naar vroege afbeeldingen van de hemel op een plat oppervlak, waarbij het afgebeelde begrip de projectie van een bol op een plat oppervlak betreft; 'astronomische kaarten' kan verwijzen naar kaarten binnen een veel breder historisch kader, en dus niet uitsluitend naar kaarten waarbij de 'hemel' als concept zich op of in een bolvorm zou bevinden. Gebruik 'hemelglobes' voor de feitelijke weergave van de hemel op een bolvorm, in tegenstelling tot een projectie op een plat vlak.
Verwijst naar de filosofie van Plato of naar elke filosofie die is geïnspireerd door Plato, met name het idee van Plato dat de fenomenen die met de zintuigen worden waargenomen, een niet-perfecte en vergankelijke weerspiegeling zijn van de ideale vormen van een onveranderlijke en eeuwige werkelijkheid. Deze absolute werkelijkheid (of werkelijkheden) geeft waarde en betekenis aan ieders bestaan, en met name aan het menselijk leven.
Verwijst naar kaarten met de afbeelding van een betrekkelijk klein district of gebied, bijvoorbeeld een stad, op een grote schaal en vrij gedetailleerd. Gebruik 'topografische kaarten’ voor plattegronden van grotere gebieden. Gebruik 'chorographische kaarten' voor afbeeldingen van kleinere stukken land, met name met betrekking tot architectuur. Gebruik 'plattegronden (tekeningen)' voor weergaven van gebouwen of objecten op een horizontaal vlak.
Kegelvormige voorwerpen, meestal met veren en een rubberen of kurken top, die bij badminton heen en weer worden geslagen.
Verwijst naar een azimutale projectie die algemeen wordt gebruikt in de cartografie en waarmee de bol van de aarde of een ander hemellichaam wordt weergegeven, waarbij het gezichtpunt op het middelpunt ligt en het projectievlak samenvalt met een van de poolcirkels. De projectie heeft doorgaans een maximaal bereik van 10 of 15 graden van de pool; de parallellen zijn concentrische cirkels en de meridianen zijn uitwaaierende rechte lijnen.
Europese stokwapens met een kop met een bijlachtig blad dat in balans wordt gehouden door ofwel een scherp, licht gebogen weerhaak of een platte, onbuigzame hamerkop; voorzien van een korte punt bovenop de stok en een metalen versteviging die de bovenkant van de stok beschermt, met daar net onder een rondeel als handbeschermer; veel gebruikt bij voetgevechten in oorlogen en toernooien in de 15e en 16e eeuw.
Verwijst naar een projectiesysteem dat algemeen wordt gebruikt voor het maken van grootschalige kaartseries en waarbij iedere kaart wordt afgebeeld als deel van een kegel die raakt aan de bol op een bepaalde breedtegraad. De projectie is gebaseerd op het concept van een reeks concentrische kegels die zodanig over de bol worden geplaatst dat iedere kegel raakt aan een andere breedtegraad, waarbij alleen het gedeelte van iedere afgewikkelde kegel wordt afgebeeld dat langs een gemeenschappelijke centrale meridiaan ligt en aan weerszijden van de raaklijn een strook vormt. In dit systeem zijn alle parallellen niet-concentrische cirkels en worden alle andere meridianen dan de centrale meridiaan weergegeven als gekromde lijnen.
Verwijst naar kaarten met afbeeldingen van een poolprojectie: een azimutprojectie die zo is getekend dat het Noord- of Zuidpoolgebied zichtbaar is. Een dergelijke projectie is gebaseerd op een vlak dat loodrecht op de aardas staat en de Noord- of Zuidpool raakt, en dat beperkt is tot circa 10 à 15 graden vanaf de polen. De parallellen zijn weergegeven als concentrische cirkels, terwijl meridianen zichtbaar zijn als rechte lijnen vanuit één punt.
Kampen of bases in een geïsoleerd deel van de Noordpool of de Zuidpool, bemand door specialisten om dergelijke dingen als het weer, geologische formaties, en wilde dieren te bestuderen en te monitoren.
Een uiteenlopende verzameling dans-, literatuur-, muziek- en theatervormen of andere kunstvormen, bedoeld voor en toegesneden op een groot publiek. Belangrijk voor het concept is het gebruik van hedendaagse technologieën voor de reproductie en televisieprogramma's, gedrukte media, fotografie, digitale compact discs, films, radio en commerciële marketing voor de distributie. Het concept weerspiegelt ook veranderingen in stijl of rages, nostalgische of kritische oplevingen van eerdere perioden, populaire instellingen, de aanpassing van andere vormen van elitaire kunst en volkskunst en de popularisering van buitenlandse cultuurvormen.
De filosofische stroming van Auguste Comte en zijn volgelingen. Deze stroming beweert dat kennis van de werkelijkheid alleen kan worden bereikt door de wetenschappen en gewone waarneming.
Verwijst naar de periode en stijl in Mesopotamië van circa 2150 tot 2112 v. Chr., tussen het einde van het Akkadische rijk en het begin van de Derde Dynastie van Ur. Met name te gebruiken om de stijl van de beeldhouwkunst van Gudea van Lagash en de rolzegels uit deze periode te beschrijven. De regeerperiode van Gudea wordt momenteel echter weer ter discussie gesteld.
Verwijst naar de stijl en periode van kunst en architectuur die tot ontwikkeling kwam in de jaren zestig van de 20ste eeuw en daarna, toen de overheersende rol van het modernisme werd aangevochten. In het algemeen stond deze stijl een pluralistische benadering van de kunsten voor, waarbij werd gesteld dat het modernisme had gefaald vanwege het ontbreken van een gecodeerde betekenistaal voor de kijker. De term werd voor het eerst gebruikt door de Spaanse dichter Federico de Onis in 1934 en later in 'A Study of History' van Arnold Toynbee in 1938, maar de term werd pas in de jaren zeventig vrij algemeen gebruikt in relatie tot een trend in de architectuur waarbij sprake was van selectief eclecticisme en historicisme. Dit leidde tot structuren waaruit kennis van het modernisme naar voren kwam, maar ook tot speelse, grillige toepassingen van klassieke elementen. In overige kunstvormen, zoals de schilderkunst, was sprake van een terugkeer naar een klassieke benadering van de menselijke gestalte, stijl en compositie, wat vaak resulteerde in werken in de stijl van de Oude meesters, maar dan met eigentijdse beelden, zoals beroemdheden uit die tijd of kunstenaars uit het verleden. In de fotografie en de schilderkunst werd een verhalende benadering ook populair. Aan het begin van de jaren tachtig kwamen veel postmoderne werken in handen van de commerciële kunsthandel, waarbij grote bedragen werden betaald voor het werk van relatief nieuwe kunstenaars. In de jaren negentig leek de populariteit van het postmodernisme enigszins te tanen en kwamen meer traditionele modernistische vormen weer in opkomst.
Verwijst naar de stijl die is vernoemd naar het tempelcomplex dat werd opgericht door Jayavarman VII (1181-1220 n. Chr.) in 1191 n. Chr. De stijl hangt sterk samen met een gecentraliseerd autoritair gezag, een wederopleving van stadsplanning, het tot staatsreligie uitroepen van het boeddhisme en het gebruik van religieus symbolisme in de architectuur. De stijl staat bekend om het gebruik van monumentale garua's in de gedaante van telamons, het plaatsen van honderden standbeelden langs wandelgangen, een religieuze verering van de kosmos, en het voor het eerst voorkomen van grote heiligdommen die waren versierd met enorme gezichten aan weerszijden, die de bodhisattva Lokeshvara en de koning moesten voorstellen. De stijl wordt verder gekenmerkt door beeldhouwkunst met kronkelende slangen in de kleinere heiligdommen en door het gebruik van axiale waterbassins die de kosmische meren symboliseren.
Draad met op regelmatige afstand van elkaar geplaatste weerhaken of scherpe haken of punten; wordt gewoonlijk gebruikt voor hekken of afrasteringen. Het kan bestaan uit enkele of meerdere in elkaar gedraaide strengen.
Verwijst naar afbeeldingen die optisch worden weergegeven op een oppervlak of in de ruimte, meestal door een object te plaatsen tussen een lichtbron en het oppervlak of een aangewezen punt in de ruimte. Hieronder vallen ook afbeeldingen gemaakt met dia's of film, digitale afbeeldingen of andere computerbestanden, of schaduwen geprojecteerd door ondoorzichtige objecten. Afbeeldingen kunnen op de voorkant of achterkant van het oppervlak worden geprojecteerd. Ook hologrammen gericht op een punt in de ruimte zijn projecties.
Apparaten die een afbeelding op een oppervlak projecteren door het overbrengen van licht door een doorzichtige dia of film, of door licht van een ondoorzichtig object te laten weerkaatsen.
Te gebruiken voor speelgoedgeweren waarmee kogeltjes, vaak een kurk die aan het geweer is bevestigd met een touwtje, weg worden geschoten met behulp van samengeperste lucht, waarbij een harde knal wordt gemaakt.
Verwijst naar de stijl van architectuur die gangbaar was in Zuid-Chiapas in Mexico, Zuid-Guatemala en Honduras, en westelijk El Salvador. De stijl weerspiegelt de klassieke Midden-Amerikaanse grootsheid en de Teotichuacaanse details in keramiek en maakt gebruik van decoratief Midden-Amerikaans groen vulkanisch glas. De stijl onderscheidt zich van de meer gedetailleerde laagland-Maya-stijlen door het ontbreken van stèle-altaren en zuilenrijen, het terughoudende gebruik van bogen op kraagstenen voor ondergrondse tomben, het zeldzame voorkomen van polychroom keramiek, imposante tempelontwerpen met pseudogewelven en structuren die overeenkomen met de cycli van hemellichamen.
Motieven die mollige, soms gevleugelde en naakte figuren van kleine jongens weergeven, afgeleid van Grieks-Romeinse afbeeldingen van Eros. Gebruikelijk in kunst van de Renaissance tot en met de 18e eeuw.
Aanduiding voor constructiepuzzels waarvan het doel is om twee- of driedimensionale stukken weer samen te voegen tot een bepaalde vorm. Te gebruiken voor ontspanningsartefacten die zijn bedoeld om amusement of afleiding te bieden door het leveren van constructiemoeilijkheden die moeten worden opgelost met vindingrijkheid of geduldig proberen. Kijk bij "woord- en cijferpuzzels en spellen" voor woord- en cijferafleidingen die moeten worden opgelost.
Eik die wit hout produceert en inheems is in Noord-Amerika, in het oosten en middenwesten van de Verenigde Staten en het midden van Zuid-Canada. De doppen van de eikels zijn zeer rafelig. In stedelijke gebieden is het een populaire sier- en schaduwboom vanwege zijn goede weerstand tegen insecten en schimmels, droogte en luchtvervuiling. Voorheen kwam de boom veel voor op prairies en zogenaamde oak savannas (savannen met veel eiken). De boom is door zijn brandwerende kurkschors goed bestand tegen vuur.
Trompe l'oeil-decoraties die objecten zoals enveloppen, speelkaarten en scharen afbeelden, onwillekeurig geordend en weergegeven zodat het lijkt alsof ze schaduwen; veelal geassocieerd met laat achtiende-eeuws Royal Copenhagen porcelein en Meissen-aardewerk uit iets eerdere tijd.
Weergaven van de academische puntenlijst van een student over een bepaalde periode, die vaak ook een evaluatie bevat van de voortgang van de student.
Schroevendraaiers die worden bediend door een heen-en-weerbeweging van het handvat waardoor de gebruiker in staat wordt gesteld om een schroef gemakkelijk in te draaien.
Verwijst naar de stijl en beweging die in 1909 werden opgericht door Michail F. Larionov en een van de eerste stappen vormen in de ontwikkeling van abstracte kunst in Rusland. De stijl doet denken aan futuristische en kubistische werken en wordt gedomineerd door de nadruk op ruimtelijke vormen die ontstaan door de interactie van stralen die door het oppervlak van een object worden weerspiegeld.
In de filosofie een theorie die beweert dat objecten door de menselijke kennis worden begrepen en gezien zoals ze werkelijk bestaan, buiten en onafhankelijk van de geest. Dit is het tegengestelde van idealisme, de theorie die stelt dat het spirituele en ideale centraal staan in de werkelijkheid.
Waterdichte, doorgaans van metaal vervaardigde, bootvormige containers, heen en weer getrokken langs een lijn tussen een scheepswrak en de kust; ingezet bij reddingen op zee in de periode 1849 tot ca. 1910.
De mate waarop een oppervlakte licht weerspiegelt. Dit wordt meestal uitgedrukt als een percentage van het weerspiegelde licht tot het invallende licht op een oppervlak dat als referentie wordt gebruikt.
Lichtweerkaatsend schermen die bij foto- en filmopnamen gebruikt worden om schaduwkanten te doen oplichten.
Overjassen van waterdicht of waterafstotend materiaal, die worden gedragen ter bescherming tegen het weer.
Draagbare, vaak waterafstotende kappen die bestaan uit een frame met scharnierende baleinen die straalsgewijs aan een stok met een handvat vastzitten, en die worden gebruikt als bescherming tegen het weer.
Korte speren met weerhaken gebruikt bij stierengevechten.
Synthetisch garen dat uitrekt als er trekspanning op komt te staan en bij het loslaten weer samentrekt; het wordt meestal van thermoplastische vezels gemaakt en vooral gebruikt voor het maken van kousen, sokken en herenondergoed.
Verwijst naar reliëfafdrukken in kleur, waarbij het drukoppervlak uit elkaar wordt gehaald voor het aanbrengen van de inkt en vervolgens weer wordt samengevoegd voor het afdrukken.
Verwijst naar het weergeven van tastbare voorwerpen of verpersoonlijkingen als tekens van geloofsovertuigingen of idealen.
Wordt gebruikt voor brandalarmsystemen waarbij de alarmsignalen worden doorgegeven naar een station dat buiten het pand is gelegen en vervolgens naar een brandweerkorps.
Tekenaars die weergaves maken, voornamelijk personen die exacte representatieve perspectieftekeningen maken van architectonische ontwerpen om te tonen hoe het project eruit zal zien als het is gebouwd.
Wordt gebruikt voor bouwkundige tekeningen, gewoonlijk perspectieftekeningen of aanzichtschetsen, die schaduw, textuur en soms kleuren bevatten, vaak zijn uitgevoerd in waterverf en die de omgeving enigszins weergeven. Bedoeld als visualisatie van het volledige concept van het project.
Het maken van foto's die het beeldkader van eerder gemaakte foto's zoveel mogelijk benaderen, om veranderingen in het weer, de omgeving of de bebouwing te accentueren.
Verwijst naar de periode in de geschiedenis en stijl in de kunst die zich ontwikkelde toen Rome werd geregeerd door de Republiek, van 509 v. Chr. tot de slag om Actium in 31 v. Chr., of tot aan de officiële stichting van het rijk in 27 v. Chr. In de kunst uit deze tijd werden weergaven van de politieke macht, lofwerken en belangrijke voorouders van de heersende families weergegeven. Dit resulteerde in vele portretten en historische reliëfs. De stijl kenmerkt zich door de invloed van de Grieks Klassieke kunst en een nadruk op uitgesproken realisme.
Brandweervoertuigen waarop waterpompen zijn geplaatst die met de hand bediend worden met behulp van houten stokken; worden vaak ook met de hand voortgetrokken of geduwd.
Een tak van een rivier die zijn water uit de hoofdrivier ontvangt en zich er later weer bijvoegt.
Te gebruiken voor fitnesstoestellen die bestaan uit een schuivend stoeltje, voetsteunen en twee roeispaanachtige handvatten die zijn verbonden met een mechanisme waarvan de weerstand lijkt op die van water.
Hand- of geweergranaten die een chemisch mengsel bevatten dat rook produceert.
Hoofdpoort van zenboeddhistische tempels, bestaande uit twee verdiepingen. Letterlijk betekent de term ���verlichtingspoort', ���bergpoort' of ���drievoudige poort'. De afmetingen van de poort weerspiegelen de status van de tempel. De poorten kunnen drie doorgangen bevatten. Ze worden gezien als de symbolische scheiding tussen het wereldlijke en het heilige.
Lamellofonen bestaande uit een houten plank of klankbodem met tongen aan één uiteinde; bespeeld door de losse einden van de tongen met wijsvinger en duim neer te drukken en weer los te laten; Afrika.
Verwijst naar de cultuur, vooral de beeldhouwkunst, van de stad Sarnath in noordelijk India, gedurende de Gupta-periode. Sarnath is vooral bekend om zijn boeddhafiguren, die wijd verspreid waren en die eeuwenlang voorstellingen van Boeddha hebben beïnvloed in oostelijk India en Zuidoost-Azië. Deze beeldhouwwerken werden ontwikkeld aan het eind van de 5de eeuw, en breken met de plastische vormen die zijn gemaakt door Mathura-beeldhouwers; in plaats hiervan zijn de Boeddhabeelden, die in een transcendente staat worden weergegeven, perfect en harmonisch geproportioneerd, maar niet op een naturalistische manier weergegeven. Ook hangt hun kleding om hun lichamen, maar niet op een realistische manier. De gelijkmatige lichamen en de kleding contrasteren met de rijkelijk versierde aureolen, die lijken op die van contemporaine, staande boeddhafiguren uit Mathura. Sarnath-beeldhouwers maakten ook narratieve beeldhouwwerken van hoge kwaliteit, vooral stèles die gebeurtenissen afbeelden uit het leven van Boeddha.
Sluizen bestaande uit een aan weerszijden door deuren afgesloten kolk of kamer, waardoor vaartuigen kunnen worden geschut, d.i. van het ene water in ander, dat een hogere of lagere stand heeft, kunnen worden overgebracht.
Verwijst naar de activiteit waarbij foto's worden genomen met camera's op satellieten die in een baan om de aarde of een andere planeet cirkelen. Doorgaans heeft satellietfotografie tot doel de grondkenmerken en -activiteiten op grote afstand van de aarde te observeren, bijvoorbeeld in het kader van militaire inlichtingen, cartografie en het volgen van weersverschijnselen. De camera's kunnen ook op de kosmische ruimte worden gericht en de foto's kunnen hemellichamen of kosmische verschijnselen bevatten die onder het begrip 'astronomische fotografie' vallen.
Verwijst naar de stijl en beweging in de Italiaanse kunst en literatuur die tussen 1860 en 1870 hun bloeitijd doormaakten in Milaan. De stijl is gebaseerd op een sterke weerstand tegen de waarden en zelfgenoegzaamheid van de middenklasse. Schilders die in deze stijl werkten, zoals Filippo Carcano, Eugenio Gignous en Luigi Conconi, maakten gebruik van zachte contouren, open penseelwerk, dikke lagen verf, een beeldend samengaan van figuur en achtergrond, en een samenspel van kleuren dat de filosofie van deze beweging met betrekking tot het samengaan van de kunsten benadrukte. In vroege werken in deze stijl werden leden van de adel of literaire figuren geportretteerd. Latere werken waren een voorbode van symbolistische werken.
Schaal die wordt weergeven door een rechte lijn voorzien van aanduidingen die een bepaalde afstand aangeven.
Dagelijkse verslagen van de zeereis van een schip, waarin aantekeningen worden gemaakt over het weer en over belangrijke voorvallen tijdens de reis.
Ontwerptekeningen die vroeg in het ontwerpproces van een architectonisch project zijn gemaakt, meestal op schaal getekend en het volledige project weergevend.
Beeldende werken die slechts de hoofdlijnen of -trekken van het onderwerp weergeven, als ontwerpen voor meer uitgewerkte kunstwerken, als zelfstandige uiting, ter oefening, of ter verduidelijking; minder afgewerkt dan 'studies'.
De illusie of foutieve waarneming van perspectief, gewoonlijk gekenmerkt door een subtiel verstoorde weergave van driedimensionale objecten, ruimtelijke verhoudingen en kleur, en door de verstoring van het lineaire perspectiefsysteem.
De activiteit waarbij op een schommel heen en weer wordt bewogen.
Heiligdommen die klein zijn in omvang en bedoeld voor persoonlijk gebruik. Hier inbegrepen zijn persoonlijke heiligdommen voor de traditionele rituele en religieuze devotionele doeleinden, daterend uit de oudheid tot de moderne tijd in vele culturen. Ook inbegrepen zijn moderne werken, gemaakt in de vorm van devotionele heiligdommen: voorbeelden zijn persoonlijke heiligdommen gemaakt volgens de New Age esthetiek en heiligdommen ontworpen als op zich zelf staande ambachtelijke objecten, gemaakt om kleine snuisterijen of andere objecten zonder religieuze betekenis weer te geven. Voor grote heiligdommen, gebruik 'heiligdommen (bouwwerken).' Voor relatief kleine heiligdommen met heilige relikwieën, zoals de relieken van een heilige, gebruik 'reliquiaria.'
Constructies of kamers, vaak onder de grond, die zijn versterkt om bominslagen te weerstaan en die gewoonlijk zijn voorzien van voedsel en andere eerste levensbehoeften. Bedoeld om te worden gebruikt door burgers of militair personeel tijdens vijandelijke bombardementen.
Verwijst naar gebouwen met open zijkanten die tegen een schuur of een ander groot boerderijgebouw zijn aangebouwd, om beschutting te bieden aan runderen of om mesthopen tegen het weer te beschermen om zo de voedingsstoffen daarin te behouden. Kan ook verwijzen naar een schuur met een open zijde die beschutting biedt aan vee dat op het erf wordt gehouden; met één, twee of drie muren en vrijstaand of als aanbouw tegen een schuur. Van oorsprong maakten dergelijke schuren deel uit van een groep agrarische opstallen, met schuren en stallen rondom een centraal erf. Gebruik 'veestallen' of 'koeienstallen' voor gebouwen die zijn bedoeld om runderen te huisvesten.
Kaarten waarop kenmerken van de aardkorst die met aardbevingen te maken hebben worden weergeven.
Voegen die worden gebruikt om extreem lange gebouwen te scheiden in een serie van aangrenzende delen om beschadiging door aardbevingen te weerstaan.
Architectonisch motief, kenmerkend voor de Renaissance en latere stijlen die de klassieke stijl imiteerden, bestaande uit een grote centrale opening onder een halfronde boog, geflankeerd door twee kleinere, rechthoekige openingen. Weergegeven in ���Architettura' (1537) van Serlio en beschouwd als een kenmerkend element van de Palladiaanse architectuur.
Verwijst naar globes met de afbeelding van het hemelgewelf, waarbij de sterren en planeten zijn weergegeven alsof de hemel vanaf de aarde zichtbaar zou zijn als een bolvorm. Hemelglobes werden gebruikt voor astronomische of astrologische berekeningen, of als ornament. Hemelglobes zijn reeds bekend sinds de oude Grieken. De globes dragen een afbeelding van de sterrenhemel, meestal de nachtelijke sterrenhemel, alsof die aan een waarnemer op aarde verschijnt als een halfrond dat op de horizon rust. De rotatie van de aarde om zijn as in oostelijke richting resulteert in een ogenschijnlijke rotatie van de sterrenhemel in westelijke richting, terwijl de sterren lijken te draaien rond een noordelijke of zuidelijke hemelpool. Gebruik 'planisferen' voor weergaven van het hemelgewelf die zijn geprojecteerd op een plat vlak.
Middelgrote tot grote bladverliezende, kegeldragende larix die voorkomt in het westen van Rusland en een hoogte van 20-50 m kan bereiken. Bestand tegen koude weersomstandigheden en tegen houtrot.
De weergave van de werking of eigenschappen van één systeem door het gebruik van een ander systeem, vooral een computermodel; wordt vaak gebruikt om de werking van een dynamisch systeem te voorspellen als proefnemingen in de praktijk niet haalbaar zijn.
Verwijst naar de periode van het Singasari-rijk (1222-1292 n. Chr.) op Java. In het algemeen wordt de kunst van deze periode gekenmerkt door de vermenging van hindoeïstische, boeddhistische en inheemse iconografische stijlen. Artistieke productie uit deze periode wordt gekarakteriseerd door de aanwezigheid van demonische beeldhouwwerken en maskers en schedelontwerpen die zijn gebaseerd op religieuze concepten in tantrische teksten. Voorbeelden van artistieke productie uit deze periode zijn de Bhairava-figuur, een demonische voorstelling van Shiva, versierd met schedels en vergezeld door buffels in gedraaide posities en Ganesha-beelden die zijn versierd met schedels. Tempels uit deze periode weerspiegelen de stijlen van tantrische magische tempels in Nepal en worden gekenmerkt door gelaagde, ranke constructies.
Verwijst naar de stijl die in verband wordt gebracht met Sjriwijaya op het schiereiland van Thailand gedurende de 13de eeuw. Deze stijl beïnvloedde de Indonesische kunst via de maritieme handel en uitwisseling. De stijl is een weerspiegeling van Maleisische, Chinese, Indiase en Arabische religieuze en intellectuele stromingen. In de beeldhouwkunst kenmerkt deze stijl zich door kleine bronzen boeddhistische figuren, bodhisattva's, en votiefstenen met inscripties van boeddhistische geloofsbelijdenissen. Figuren van godheden hebben kenmerken van Indiase Gupta-stijlen en zijn gekleed in lange gewaden zonder diadeem, waarbij het bovenlijf ontbloot is en het haar een vlechtenkroon vormt. Kenmerkend voor architectuur in deze stijl zijn kleine, kruisvormige tempelcomplexen.
In tweedimensionale representaties als tekeningen of schilderijen: de afbeelding van figuren en objecten in perspectief met passende gradaties van licht en schaduw, waarbij technieken als arcering worden gebruikt; heeft met name betrekking op architectonische afbeeldingen waarin schaduwen worden weergegeven die onder een bepaalde hoek worden geworpen.
Een- of tweedelige kostuums die bestaan uit een nauwsluitende broek en een jasje gemaakt van warme, lichte, weerbestendige stof. Soms gemaakt als een ensemble met een bijpassende trui, muts of pet, handschoenen of nog andere accessoires.
Verwijst naar de Griekse stijl in de beeldhouwkunst van de Atheense beeldhouwer Skopas, in de 4de eeuw v. Chr. De stijl kenmerkt zich door krachtige actie en de weergave van emoties, vooral zichtbaar in de diep liggende ogen en de opgerichte blik van de gezichten.
Slaginstrumenten bestaande uit een of meer weerklinkende staven, bespeeld door ze tegen een hard voorwerp te slaan.
Kaarten waarop de reliëfgegevens en andere kenmerken van een slagveld zijn aangegeven, meestal met een weergave van de posities en verplaatsingen van troepen. Ook kan de kaart verwijzingen bevatten naar militaire strategieën en tactieken.
Te gebruiken voor vierwielige brandweervoertuigen, meestal door paarden getrokken, waarop grote haspels staan voor het vervoer van brandslangen.
Wordt gebruikt voor massa's, meestal lang in verhouding tot hun breedte, hangend aan een vast punt, en met vaak een gewicht aan het vrije uiteinde, en in staat om in een boog heen en weer te zwaaien door de werking van de zwaartekracht en de verkregen vaart. Wordt soms gebruikt voor het reguleren van de snelheid van het mechaniek van klokken
Wordt gebruikt voor vensterbanken die bestaan uit een stenen plaat die even lang is als de breedte van het raam, en die tussen de stijlen in de muren passen. Te onderscheiden van 'lug sills' die langer zijn dan de breedte van het raam en die aan weerszijden in de muur zijn geplaatst.
Platte metalen plaatjes waarop de geweersloten van vuurwapens worden gemonteerd.
Een- of tweedelige kinderkledingstukken voor buitenshuis bij koud weer, vaak een dik gevoerde broek en jas. Gebruik skipakken voor kleding die gedragen wordt tijdens deze sportieve activiteit.
Een sociologische theorie die beweert dat sociaal-culturele vooruitgang het product is van conflict en competitie tussen groepen en dat daarom de sociaal bevoorrechte klassen (personen met geld en macht) een biologische superioriteit hebben in de strijd om het bestaan.
Italiaanse term die letterlijk 'van beneden naar boven toe' betekent en die verwijst naar het toepassen van verkorting, meestal in de tweedimensionale kunst, om een realistisch effect te bereiken in de weergave van architectonische elementen en van figuren en objecten die vanaf een lager standpunt dan het kunstwerk zelf worden beschouwd, en dus niet vanuit een positie recht tegenover het kunstwerk. De term wordt soms ook gebruikt om te verwijzen naar Oud-Romeinse muurschilderingen, maar wordt vooral gebruikt voor westerse kunst uit de renaissance en later. Meestal verwijst de term dan naar plafondschilderingen, wandschilderingen hoog op een muur en andere schilderijen of bas-reliëfs die van onderaf moeten worden bekeken. Sommige 'di sotto in su'-afbeeldingen zijn getekend vanuit een 'kikkerperspectief' of 'wormperspectief', waarbij het de bedoeling is dat de beschouwer vanuit een liggende houding op de vloer omhoog kijkt.
Hout van de soort Quercus virginiana, die inheems is in het zuidoostelijke kustgebied van de Verenigde Staten tot in Mexico en Cuba. Het is de hardste soort van alle Amerikaanse eiken. Het wordt gebruikt voor de bouw van schepen, wagons en landbouwwerktuigen. In de scheepsbouw werd het hout het meest gebruikt vanwege zijn weerstand tegen zout water en omdat het niet snel ging rotten. Het werd in de jaren negentig van de 18e eeuw gebruikt voor de bouw van het beroemde zeilschip USS Constitution, dat de bijnaam Old Ironsides had.
Ongewone filmelementen die tot stand worden gebracht met behulp van diverse technieken, bijvoorbeeld computer-, mechanische, grime-, pyrotechnische, optische, licht-, draaisnelheids-, weers- en modelleertechnieken. Ze worden doorgaans gebruikt om effecten te creëren die met normale cameratechnieken of acteerhandelingen niet bereikt kunnen worden of daarvoor te kostbaar zouden zijn. Ze worden vaak in de setbeelden gemonteerd door een aparte speciale-effectenafdeling.
Verwijst naar een type marmeren beeldjes met gevouwen armen, die werden vervaardigd in de Cycladische archipel tijdens de vroeg Cycladische periode, grofweg tussen 2800 of 2600 en 2300 v. Chr. Dit type, genoemd naar de archeologische vindplaats, kenmerkt zich door een schoppenvormig hoofd, afgeronde contouren en een algemener gebruik van insneden om de anatomische details weer te geven.
Wordt gebruikt voor voorwerpen met een zeer gepolijst oppervlak, vaak omlijst en ontworpen om beelden te weerspiegelen.
Aanduiding voor kunstmatige watergebieden, meestal geometrisch van vorm en speciaal ontworpen en geplaatst om gebouwen of andere structuren te weerspiegelen.
Camera's met een zoeker- en focusseringssysteem dat gebruik maakt van een spiegel tussen de lens en het scherpstelvlak om het beeld rechtop weer te geven.
spiesluit', omdat de hals door het klanklichaam heengaat en er aan de andere kant weer uitkomt.
Roman waarin een spion als hoofdpersoon verwikkeld is in spionnageactiviteiten, die zich dikwijls afspelen in een erotische context en waarbij geavanceerde techonologie wordt toegepast om een buitenlandse vijand te weerstaan of uit te schakelen.
Wordt gebruikt voor daken zonder bint- of hanebalken, die op muren moeten rusten om druk te kunnen weerstaan.
Pistolen met een wijd uitlopende monding net als een spreidloopgeweer, voor gebruik op korte afstand. Ze waren bijzonder populair vanaf halverwege de 18e tot begin 19e eeuw.
Verwijst naar de periode van de 8ste tot de 13de eeuw in zuidelijk Thailand, genoemd naar het vroegere maritieme centrum dat bekend stond als Srivijaya. De artistieke productie uit deze periode manifesteert zich in een diversiteit van stijlen die de interculturele tradities van deze periode weerspiegelen. Deze periode omvat ook conventies uit Pala-Indiase kunst, zoals de nadruk op kledij, sierraden, de achterkant van tronen en stralenkransen rond lichamen. In de beeldhouwkunst manifesteert deze periode zich in Mahayana-boeddhistische afbeeldingen en zeer nauwkeurig uitgewerkte vierhoekige votieftabletten van klei die zich ontwikkelden tot een zeer wijd verspreide internationale stijl in een groot gedeelte van Zuid-Oost Azië en die het Mahayana-godendom afbeelden. In de architectuur manifesteert deze periode zich in kruisvormige plattegronden met cellae die worden omringd door kleinere schrijnen.
Kleine tot middelgrote figuren bestaande uit een gesneden of gegoten buste of half-figuur, die op een kooiconstructie is bevestigd. Deze kooi kan een hoepelrok lijken of eenvoudiger worden uitgevoerd. De kooi is meestal gemaakt van hout of metaal. De figuren zijn ontworpen om kleding te dragen, met lange rokken die de kooi. Veel staakbeelden zijn religieuze beelden, die de Maagd Maria, engelen, of heiligen, met inbegrip van maar niet beperkt tot dergelijke figurenin de Latijns-Amerikaanse traditie van "santos." Een ander gebruik van staakbeelden was als 'mannequins, om jurken in miniatuur weer te geven, zodat de klant een model uit kon kiezen.
Wegdek dat in een hoge doorbuigingsweerstand voorziet en dat de belasting over een relatief groot deel van de fundering verdeelt. Gebruik `veerkrachtig wegdek' voor wegdek dat voor zijn stabiliteit afhankelijk is van inhaking, wrijving en cohesie.
Tak van de wiskunde die algemene beweringen van verhoudingen onderzoekt, waarbij gebruik wordt gemaakt van letters en andere symbolen om specifieke wiskundige eenheden zoals verzamelingen van getallen, waarden, vectoren en reeksen weer te geven.
Verwijst naar een projectie waarbij een massief lichaam wordt weergegeven op een plat vlak. Wordt doorgaans in de cartografie gebruikt om de aarde of een ander hemellichaam te projecteren op een plat vlak. Het wordt gekenmerkt door een projectie van een halve bol waarop de parallellen en meridianen zijn weergegeven op een raakvlak, waarbij radialen worden gegenereerd vanuit het punt op het oppervlak van de bol dat tegenover het raakpunt ligt.
Het vermogen van materiaal om weerstand te bieden aan belasting zonder mee te geven of te barsten.
Pijlerachtige metselwerkonderdelen die worden gebouwd om muren te verstevigen of te dragen, of om weerstand te bieden aan de spankracht van gewelven.
Verwijst naar het begrip dat Vincent J. Scully in 1949 introduceerde om de stijl aan te duiden van de Amerikaanse vakwerkarchitectuur van woningen in het midden van de 19de eeuw, en om aan te sluiten op de wens om structuren tot uitdrukking te brengen in organische houten geraamten die aan de buitenzijde overduidelijk zichtbaar zijn. De stijl weerspiegelt Europese tradities die zijn gebaseerd op laatgotische woningbouwarchitectuur in vakwerkstijl van Engeland, Frankrijk en Duitsland, op Zwitserse chaletstijlen en op Scandinavische en Slavische lokale bouwontwerpen.
Verwijst naar een Archaïsch Griekse stijl in de beeldhouwkunst gevonden op de Ionische eilanden voor de zuidelijke kust van de Peloponnesus. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van marmer in plaats van kalksteen, dat eerder algemeen werd gebruikt, door een toenemende vaardigheid in het weergeven van de menselijke anatomie, en door de ontwikkeling van nieuwe geometrische concepten.
In de context van het boekbinden, het aan elkaar bevestigen van een aantal bladen of katernen door de draad of draden door alle vellen in een keer te steken, het is iets anders dan "naaien (boekbindprocedés)," die in de context van boekbinden, wordt gebruikt voor de verbinden van bladen of katernen samen een voor een door te trekken draad of draad heen en weer door de achterste vouw van elk vel om het aan de 'touwen (boekbandonderdelen) te hechten.
De weergave van natuurlijke verschijningsvormen, geluiden en bewegingen, zoals vormen, gesproken taal en gebaren, die meer overeen komen met artistieke idealen of conventies dan met de waarneming van individuele voorbeelden van deze vormen.
Afbeeldingen waarin de nadruk ligt op de weergave van levenloze voorwerpen, in tegenstelling tot kunst waarin zulke voorwerpen ondergeschikte elementen in een compositie zijn. De term wordt in het algemeen gebruikt voor voorstellingen van vruchten, bloemen, vlees of dode prooidieren, kruiken, eetgerei en andere voorwerpen, waaronder ook schedels, kandelaars en zandlopers, op bepaalde wijze gerangschikt op een tafel. Zulke afbeeldingen zijn bekend sinds de tijd van de oude Grieken en Romeinen, maar het onderwerp werd pas uitgewerkt door enkele 16de-eeuwse Italiaanse schilders en in hoge mate verfijnd in de 17de-eeuwse Nederlandse schilderkunst waar de kenmerken van vorm, kleur, materiaal en compositie werden gewaardeerd en de beelden vooral werden gebruikt om een allegorische boodschap over te brengen.Stillevens worden vooral aangetroffen in olieverfschilderingen, maar ook in mozaïeken, aquarellen, prenten, collages en foto’s. De term omvatte oorspronkelijk ook schilderijen waarbij de nadruk lag op rustende levende dieren, maar zulke afbeeldingen worden nu ‘dierenschilderingen’genoemd.
Wordt gebruikt voor wandelwegen voor voetgangers aan weerskanten van wegen of straten.
Brandweervoertuigen waarop waterpompen zijn geplaatst die worden aangedreven met stoom; algemene vervanger van handpompen in de tweede helft van de 19e eeuw; oorspronkelijk getrokken door paarden.
Weerstand van een materiaal om niet te breken door een slag, uitgedrukt in termen van de hoeveelheid energie die wordt geabsorbeerd voor breking.
Een verglaasde steen, met name voor gebruik van straten waar weerstand tegen slijtage van belang is.
Verwijst naar de stijl van het faience dat werd geproduceerd in de Straatsburgse aardewerk- en porseleinfabriek in de 18de eeuw. Deze werd op grote schaal gekopieerd in heel Europa en vertoont naturalistische bloemmotieven, weergegeven in helder gekleurd glazuur.
Fel, onaangenaam schitterend en meestal weerspiegeld licht.
Verwijst naar montagetekeningen waarin slechts een deel van de uitrusting of het ontwerp is weergeven. Doorgaans geven ze de correcte werking van de diverse componenten aan.
Verwijst naar een procedé of toestand waarbij kleuren ontstaan door vermenging van pigmenten, verven, kleurstoffen of inkten. De waarneming van deze kleuren wordt bepaald door de mate waarin ze sommige golflengten van licht absorberen en andere golflengten weerkaatsen; het verschil met een additief kleursysteem is dat het object zelf geen kleur of licht uitstraalt. De kleur die het object zelf lijkt te bezitten, wordt bepaald door het specifieke deel van het elektromagnetisch spectrum dat erdoor wordt weerkaatst, in samenhang met de geabsorbeerde delen van het spectrum. Een subtractief kleurensysteem verwijst naar het licht dat wordt geabsorbeerd of weerkaatst door de primaire pigmentkleuren, waarmee vervolgens de andere kleuren worden geproduceerd, overeenkomstig het CYMK-kleurenmodel. Door het combineren van één of twee van deze subtractieve primaire kleuren met gelijke hoeveelheden van een andere primaire kleur ontstaat een subtractieve secundaire kleur, een secundaire kleur samen met een primaire kleur geeft een tertiaire kleur, en door het combineren van twee complementaire kleuren ontstaat zwart.
Verwijst naar de periode die is genoemd naar het Sukhothai-koninkrijk, dat floreerde in de regio van Thailand vanaf de late 13de eeuw tot het midden van de 15de eeuw. Deze periode wordt beschouwd als de gouden eeuw van de Thaise beschaving, en is van grote invloed geweest op alle latere perioden. In de beeldhouwkunst manifesteerde deze periode zich in religieuze orthodoxie en wordt ze gekenmerkt door verfijnde boeddhistische en hindoeïstische beelden in brons en stucwerk. Een vaak terugkerend iconografisch thema in de beeldhouwkunst was Boeddha's Voetafdruk, vaak uitgehakt in stucwerk of steen, versierd met inscripties van het Wiel van de Wet en met figuren van godheden en boeddha's, en alom aangetroffen in wat-tempels in het hele gebied. Boeddhabeelden in deze stijl hebben meestal een vlamachtige stralenkrans, haar dat wordt weergegeven in kleine, puntige krullen en een hoekige neus en mond. Sukhothai-beeldhouwers waren de eersten die Boeddha afbeeldden in alle vier de fysieke manifestaties: zittend, liggend, staand en lopend. Producties in bas-reliëf beelden indrukwekkende religieuze gebeurtenissen uit en zijn gewoonlijk geconstrueerd in stucwerk. Architectuur uit deze periode wordt gekenmerkt door constructies in baksteen en lateriet, houten daken die zijn bedekt met geglazuurde terracotta tegels, de unieke stoepa's in de vorm van knoppen van de lotusbloem, conventionele structuren zoals de prang, mondop en wihan, stenen pilaren met beeldgesneden kapitelen, nissen met Boeddhabeelden, torens in Khmer-stijl en makara-beeldhouwwerken in de frontons van nissen, en een stilistische neiging naar stroomlijning in bouwkundige constructies.
Materiaal waarin geen elektrische weerstand is waar te nemen bij zeer lage temperaturen.
Filmgenre dat zich kenmerkt door actie en avontuur, gewoonlijk maar niet altijd tegen een min of meer nauwkeurig weergegeven historische achtergrond, met dappere hoofdpersonen die - vaak met zwaarden - strijden voor een nobele zaak.
Verwijst naar de internationale intellectuele stroming die zich eerst voordeed in de literatuur aan het einde van de 19de eeuw en zich vervolgens verspreidde naar de schilderkunst en het theater. De stroming was van invloed op de Europese en Amerikaanse literatuur van de 20ste eeuw. De stroming beïnvloedde ook latere bewegingen zoals het surrealisme, en kenmerkt zich door een complexe synthese van psychologie, mystiek, occultisme en linguïstiek die wordt gebruikt om de traditionele relatie tussen weergave en betekenis op de proef te stellen.
Te gebruiken voor de zwijgende, roerloze opstelling van één of meer gekostumeerde spelers, meestal met passend decor en requisieten die een scène uit de kunst, literatuur, geschiedenis of verbeelding weergeeft. Ze worden opgevoerd in ceremonieel, ttoneel-, feestelijk of recreatief verband, in het openbaar of privé en de uitvoering kan plaatsvinden op wagens, toneel, zoals aan het einde van een bedrijf van een stuk, of in andere geschikte openbare of privé ruimten. Gebruik 'tableaus' voor twintigste-eeuwse beeldhouwwerken samengesteld uit figuren en objecten die zijn gerangschikt tot een tafereel.
20e-eeuwse beeldhouwwerken samengesteld uit figuren en objecten die zijn gerangschikt in een schilderachtig tafereel dat door de toeschouwer niet wordt betreden. Gebruik 'environments' voor werken die omgevingen creëren die de toeschouwer kan betreden. Gebruik 'tableaux vivants' voor de stille onbeweeglijke arrangementen van een of meer gekostumeerde artiesten die scènes uit de kunstwereld, toneel, literatuur, geschiedenis of de verbeelding weergeven.
Wordt gebruikt voor door erosie ontstane verheffingen van de aardkorst. Ze worden 'gehouwen' uit vlak liggend sediment of rotsen met weerbarstige toplagen en worden omschreven als opvallende, geïsoleerde heuvels met een vlakke top en betrekkelijk steile wanden; geringer van omvang dan mesas.
Omsloten witte ruimten die uit de mond van stripfiguren of fotografische personages in stripverhalen komen, meestal bedoeld voor het weergeven van een dialoog of gedachten, maar ook van allerlei tekens en symbolen, zoals leestekens, om daarmee emoties uit te drukken. Gesproken tekst wordt aangegeven door een vaste lijn, een pijl of een taps toelopende kegel die de ballon met het sprekende personage verbindt, terwijl gedachten worden uitgedrukt door middel van een reeks belletjes die de tekstballon met het denkende personage verbindt.
De toestand die het gevolg is van een toegepaste kracht; deze toestand bestaat in een voorwerp als de interne structuur of oppervlakte weerstand biedt tegen een kracht die een vervorming teweegbrengt of dat probeert.
Apparaten die gebruik maken van de verandering van elektrische weerstand in metaaldraad om druk te meten.
Verwijst naar tekeningen of diagrammen waarin de ordening van een structuur op een perceel land exact is afgebeeld. De term kan ook verwijzen naar plattegronden van tuinen, groepen gebouwen of nieuwe wijken, waarbij de ligging van gebouwen, wegen, nutsvoorzieningen, landschappelijke en topografische elementen, waterpartijen en begroeiing kan zijn afgebeeld. Gebruik 'plattegronden (tekeningen)' voor tekeningen of andere weergaven op een horizontaal vlak van steden of grotere gebieden, met name indien dergelijke weergaven geen deel uitmaken van het ontwerpproces.
Elektronische instrumenten, met een antenne die uit het instrument omhoog steekt; bespeeld met de hand, door die heen en weer te bewegen op verschillende afstanden tot de antenne.
Een materiaal dat een hoge weerstand tegen warmtestroming biedt; meestal van slakkenlwol, kurk, asbest, schuimglas, schuimplastic of diatomeeënaarde in de vorm van watten, dekens, blokken, planken en korrelige of losse vulling.
Weerstand tegen blijvende veranderingen in eigenschap uitsluitend veroorzaakt door warmte.
Magnetische velden in ijzerhoudende mineralen die eerst boven het Curiepunt zijn verhit en daarna weer zijn afgekoeld.
Kaarsen met een schaalverdeling om het tijdsverloop weer te geven gedurende het branden van de kaars.
Lampen met houders of reservoirs met merktekens erop om het verloop van tijd weer te geven naar aanleiding van het dalen van het brandstofniveau. Het zijn meestal tinnen Cardanlampen met een glazen reservoir of kleine, glazen petroleumlampen met cilindervormige houders waarop de uren staan aangegeven.
Geel hout met donkere strepen dat wordt verkregen uit de soort Lavoa klaineana, die inheems is in Afrika. Tijgerhout heeft een natuurlijk glanzend oppervlak met een fijne gelijkmatige structuur. Het wordt gebruikt voor meubels, fineer, geweerkolven, inlegwerk, biljarttafels en kasten.
Een stijl die doet denken aan de culturen van de eilanden in de Grote Oceaan. De populariteit van de stijl na de Tweede Wereldoorlog is vaak toegeschreven aan terugkerende Amerikaanse soldaten die in de oorlogstijd hadden kennisgemaakt met de authentieke Oceanische cultuur. De term wordt op verschillende manieren gebruikt om architectuur, interieurontwerp, beeldhouwkunst en industriële vormgeving te beschrijven. De stijl bereikte zijn hoogtepunt in de jaren vijftig van de 20ste eeuw en leefde weer op als een rage aan het begin van de 21ste eeuw. Gebruik 'hei-tiki' voor de kleine greenstone houtsnijwerken van de Maori-cultuur. Gebruik 'ki'i' voor authentieke vrijstaande Oceanische godenbeelden.
De bladzijde van het boek dat de titel en meestal ook informatie als de naam van de auteur, de uitgever en soms de datum van publicatie vermeldt. Als meerdere bladzijden bijzonderheden aangaande de titel weergeven, dan is die met de meeste informatie de titelpagina.
Gestandaardiseerde informatieweergave over een kunstwerk of andere culturele objecten met daarop de unieke gegevens van het object en een beschrijving daarvan. Vaak staat de naam van de kunstenaar erop, de titel van het kunstwerk, het jaar waarin het gemaakt is, het gebruikte materiaal, de afmetingen en de locatie. Doorgaans bevat het ook een uniek identificatienummer (zoals een registratienummer), informatie over auteursrechten en een vermelding van degene die het werk ter beschikking heeft gesteld (indien van toepassing).
Te gebruiken voor de reliëfkenmerken of oppervlakteconfiguraties van een plaats of een voorwerp, inclusief zijn natuurlijke en door de mens vervaardigde kenmerken. Gebruik 'topografie (beeldvervaardiging)' voor de kunst of toepassing van het nauwkeurig grafisch weergeven van de topografie van een bepaald stedelijk gebied, een stuk land of een andere plaats.
Verwijst naar kaarten die een regio weergeven op een schaal die ligt tussen die van een plattegrond (die een klein gebied weergeeft) en een chorografische kaart (een grote regionale kaart). Topografische kaarten bevatten nauwkeurige weergaven van de locatie en vorm van zowel natuurlijke als door mensen aangebrachte kenmerken. De term verwijst naar kaarten die in verschillende landen verschillende schalen kunnen hebben, en is in de Verenigde Staten meestal beperkt tot kaarten met een schaal van 1:500.000 of groter, maar in Rusland kan de schaal wel 1:1.000.000 of groter zijn. Vaak wordt de term ten onrechte gebruikt voor kaarten die alleen natuurlijke reliëfkenmerken weergeven.
Verwijst naar afbeeldingen die het volledige onderwerp bevatten, in tegenstelling tot detailweergaven.
De mate van weerstand van een lichaam tegen hoekversnelling.
Hand- of geweergranaten die een vulsel bevatten dat een gas voortbrengt, dat tranen, niezen en misselijkheid veroorzaakt bij de slachtoffers.
Verwijst naar de periode die de Trân-dynastie markeert (1225-1400 CE) en die wordt gekenmerkt door een sterke heropleving van boeddhistisch geïnspireerde kunst en politieke stabiliteit. In de beeldhouwkunst laat deze periode een combinatie zien van Chinese stijlen, zoals weerspiegeld in het gebruik van het lotusvoetstuk en draperieën, en van Cham-stijlen, zoals weerspiegeld in de overheersing van symmetrie en ranke, ritmische constructies, en in gelaatstrekken zoals grote ogen, een hoge neus en dikke lippen. Naturalistische stenen figuren van dieren op graflocaties komen veel voor in deze periode. Een voorbeeld is de graftombe van koning Tran Hien Tong (1329-1341 n. Chr.) met een rustende waterbuffel en een hond. De architectuur van deze periode imiteert de vormen die werden gebruikt tijdens de Ly-dynastie en wordt gekenmerkt door (bak)stenen constructies, lage buitenmuren die zijn versierd met beeldsnijwerken in bas-reliëf van bloemen, bladeren, golven en wolken, hogere buitenmuren met afbeeldingen van draken, heiligdommen, deuren van ijzerhout en zalen waarin wierrook wordt gebrand.
Gordijnen die opzij kunnen worden getrokken, met name de gordijnen die heen en weer glijden over een roede of rails en met een systeem van koorden en katrolletjes met de hand of elektrisch worden bestuurd.
Kleppers uit Napels (Italië), bestaande uit drie hamers die in een houten raamwerk zijn bevestigd. De middelste hamer is zo vastgemaakt dat de beide andere deze aan weerszijden kunnen aanslaan.
Franse term die letterlijk 'het oog bedriegen' betekent en verwijst naar afbeeldingen die zo realistisch zijn dat de beschouwer zou kunnen denken dat de weergegeven objecten, taferelen, structuren of gezichtspunten echt zijn, en dus niet slechts een afbeelding. De term verwijst doorgaans naar westerse kunstwerken, meestal tweedimensionaal of in bas-reliëf uitgevoerd. Trompe-l'oeil werd reeds toegepast bij de oude Grieken en werd later verfijnd door de Romeinen. De techniek was geliefd tijdens de renaissance in Europa, en later breidde de populariteit zich ook uit naar Amerika. Er werd gebruik gemaakt van effecten zoals geschilderde hout- of marmerstructuren op muren of zuilen, illusionistische doorkijkjes omlijst door antiquiserende vensters, geschilderde lijsten rondom een stilleven of portret dat de ruimte van de beschouwer lijkt binnen te treden, en afbeeldingen van schappen of kasten met diverse objecten, gezien door een half openstaande deur. Aan het einde van de 20ste eeuw werd soms zelfs de volledige buitenzijde van gebouwen in trompe-l'oeil geschilderd.
Verwijst naar de islamitische kunst en architectuur van de Tuluniden-dynastie, die in 868 werd gesticht door Ahmad ibn Tulun, een gouverneur van Egypte die ook Syrië onder zijn gezag bracht. Hij was tevens de eerste bewindvoerder die Egypte onafhankelijk maakte van de Abbasidische kaliefen. De dynastie was welvarend, maar bestond slechts korte tijd en werd in 905 omvergeworpen door Abbasidische strijdkrachten. Buiten de hoofdstad, in Fustat, bouwde Ahmad een moskee die bekend staat als de 'Moskee van Ibn Tulun' en die wordt beschouwd als een van de meesterwerken van de middeleeuwse islamitische architectuur; de materialen en het ontwerp van de moskee weerspiegelen de toenmalige architectuur van het Abbasidische hof in Samarra. De kunst van de Tuluniden-dynastie staat ook bekend om het beeldsnijwerk in hout, rotskristal en pleister, dat duidelijk was geënt op de afgeschuinde stijl van Samarra, maar daarnaast ook afbeeldingen van vogels tussen de abstracte motieven toonde. De productie van keramiek en textiel kende ook een bloeitijd onder het mecenaat van de Tuluniden, hoewel van deze objecten, net als van het Tulunidische beeldsnijwerk, slechts fragmenten bewaard zijn gebleven.
Verwijst naar tekeningen die vanuit een twee-puntsperspectief zijn gemaakt: een lineair perspectiefsysteem met twee verdwijnpunten, één aan iedere zijkant van de compositie, waarbij rechthoeken meestal in een hoek ten opzichte van het beeldvlak worden weergegeven.
Lange zwaarden van ongeveer 2 m. lengte, met een groot gevest, bedoeld om met beide handen heen en weer te worden gezwaaid; vooral in de 16e eeuw gebruikt door de infanterie.
Verwijst naar een perspectiefsysteem waarbij sprake is van twee verdwijnpunten en dat over het algemeen wordt gekenmerkt door een rechthoekige vorm die wordt weergegeven onder een hoek ten opzichte van het afbeeldingsvlak, zodat de horizontale parallelle lijnen samenkomen in punten aan de rechter- en linkerzijde, maar zodat verticale lijnen parallel blijven aan het afbeeldingsvlak.
Verwijst naar de periode die is genoemd naar de stad en stichter U Thong, in de provincie Suphanburi in westelijk Thailand. De stijl van deze periode kwam tot bloei na de terugtrekking van de Khmer uit centraal Thailand in het tweede kwart van de 14de eeuw. Deze periode wordt in het algemeen geclassificeerd onder beeldhouwkundige substijlen die bekend zijn als groepen A, B en C, en die op verschillende manieren Mon-, Dvaravati-, Haripunjaya- en Khmer-elementen combineren. Groep A omvat Boeddha-afbeeldingen met prominente voorhoofden, amandelvormige ogen, rechte neuzen en kleine, conische krullen. Afbeeldingen in Groep B tonen sterkere Khmer-invloeden, zoals te zien is aan het vierkante gezicht en de strenge, onpersoonlijke gelaatsuitdrukking. Groep C omvat Boeddha-afbeeldingen die Ayutthaya- en Sukhothai-invloeden weerspiegelen, zoals te zien is aan het ovale gezicht, het uitgerekte lichaam, de glimlachende gelaatsuitdrukking en het ontwerp met inkepingen op het deel van het gewaad dat over de linkerschouder hangt. In alle drie de groepen zitten de meeste Boeddha-figuren gezeten in de heldenpositie op een voetstuk, met de handen in het gebaar van de onderwerping van Mara.
Gietwerk, bijvoorbeeld holle metalen vormen, dat ontstaat door een procédé waarbij metaal in een metalen gietvorm wordt gegoten en er vervolgens meteen weer uit wordt gehaald, zodat er een dun, hard laagje metaal achterblijft op de wanden van de gietvorm.
Diverse apparaten die de elektrische signalen, die in een computer de informatie weergeven, omzetten in een vorm die buiten de computer kan bestaan of worden waargenomen.
Verwijst naar de Franse artistieke en literaire beweging die in 1908 werd opgericht door Jules Roman en die een sterke invloed had op de Abbaye, een gemeenschap van jonge kunstenaars en schrijvers die woonden in Parijs. De stroming kenmerkt zich door een nadruk op het groepsbewustzijn en collectieve emotie en de noodzaak dat het werk van de kunstenaar deze ervaring weerspiegelt.
Leer die beweert dat nut het hoogste goed is en dat het beslissende kenmerk van het juiste gedrag zou moeten zijn het nut dat daaruit voortvloeit.
Verwijst naar de twee-dimensionale decoratie toegepast op aardewerk door gebruik te maken van verf gemaakt van metaaloxiden of andere pigmenten vloeibaar gehouden in slip of een ander medium. De pigmenten worden typisch toegepast met behulp van een penseel of andere gereedschap, ofwel onder een glazuur of eroverheen en worden over het algemeen aangebracht op een gebakken lichaam, behalve in het geval van hard porselein. Het geschilderde object wordt doorgaans weer gebakken om het pigment te fixeren. De term wordt vooral gebruikt om Oudgrieks rood-en zwart-figuur aardewerk aan te duiden..
Verwijst naar een stof die zich noch in de vloeibare, noch in de gasvormige toestand, maar in de vaste toestand bevindt. De vaste toestand is de toestand waarbij een stof niet merkbaar beweegt onder gemiddelde druk, de capaciteit heeft om krachten te weerstaan (zoals samenpersing of spanning) die dreigen de stof te vervormen, en onder normale condities een vaste grootte en vorm behoudt.
Verwijst naar een grote groep 15de- en 16de-eeuwse metalen voorwerpen, hoofdzakelijk afkomstig uit Europese verzamelingen, die ooit werden toegeschreven aan moslimkunstenaars die in Venetië werkten. Veneto-Saraceense metaalproducten werden vooral in het huishouden gebruikt. Voorbeelden zijn kommen, bolvormige wierookbranders, kandelaars en dienbladen. Ze zijn vervaardigd uit koper of brons en ingelegd met geometrische of arabeske motieven in zilver, soms met sporen van goud. Vaak werd er ook een zwarte stof aan toegevoegd. De term wordt soms onnauwkeurig gebruikt om te verwijzen naar voorwerpen die zijn gedecoreerd met figuratieve ornamenten en westerse heraldische wapens. In de 19de eeuw duidde Lavoix de voorwerpen populair aan als Veneto-Saraceens. Zijn theorie dat islamitische metaalwerkers in Venetië werkten en Italiaanse ambachtslieden hadden geleerd te werken in de islamitische stijl werd evenwel bestreden in 1970, toen Huth in twijfel trok dat gildebepalingen buitenlandse ambachtslieden zouden hebben toegestaan om op Venetiaans grondgebied te werken. Er zijn nog geen documenten boven water gekomen die een van deze theorieën bevestigen of weerleggen, en het is vaak lastig om islamitische originelen van westerse kopieën te onderscheiden. Auld heeft drie subgroepen geïdentificeerd: Turkmeens, mammeluks en westers.
Wiskundig figuur uit de verzamelingenleer waarbij een bewerking wordt weergegeven met behulp van cirkels en vierkanten die op een bepaalde manier met elkaar in verhouding staan.
Alle soorten muren die gebouwd zijn om een aanval te weerstaan.
Bevloering van synthetische materialen als vinyl, vinyl-asbest en linoleum, met een glad oppervlak en het vermogen om de oorspronkelijke omvang en vorm weer aan te nemen na vervorming.
Extreme vorm van realisme die elke vorm van idealisering in de kunsten verwerpt en daarmee streeft naar een zo letterlijk mogelijke weergave van de werkelijkheid. Dit betekent dat juist ook tegenstrijdigheden regelmatig voorkomen.
Een groep glimmerachtige kleimineralen die nauw zijn verwant aan chloriet en montmorilloniet. Vermiculiet ontstaat door de veranderingen van biotiet en flogopiet op de plaats waar het verweert.
In het algemeen te gebruiken voor het maken van relatief kleine reparaties aan een voorwerp, zoals door stopwerk, lappen of het weer samenvoegen van twee stukken, zonder daarbij grote onderdelen van het voorwerp te vervangen. In de context van onderhoud aan boeken en papier specifiek te gebruiken voor reparaties waarbij niets van het oorspronkelijke materiaal wordt vervangen.
Wordt gebruikt voor onbuigzame vlakke oppervlakken die door de aard van hun vorm zijdelingse schuifkracht weerstaan.
Weerkaatsing waarbij een groot gedeelte van het licht in vele richtingen wordt weerkaatst.
Kaarten waarop het transport van materialen wordt weergegeven, met behulp van lijnen die de spoorwegen, waterwegen en andere wegen waarover dat transport plaatsvindt, voorstellen, waarbij de breedte van de lijnen de hoeveelheid vervoerde materialen aangeeft.
Wordt in de fotografie gebruikt voor een verweringsproces waardoor zilverafdrukken worden aangetast. Deze aantasting wordt veroorzaakt, doordat het zilver reageert met zwavel uit de lucht of uit de afdruk zelf, waardoor zilversulfide ontstaat, hetgeen er weer voor zorgt dat de afdruk vergeelt en verbleekt.
In de hand gehouden, op de schouder gedragen of op een onderstel gemonteerde camera’s die gebruik maken van elektronische componenten om beelden en meestal ook geluid vast te leggen of weer te geven.
Verwijst naar de stijl die is vernoemd naar de hoofdstad van Laos en werd gesticht door koning Setthathirath (1548-1571 n. Chr.). Deze stijl wordt gekenmerkt door culturele invloeden uit Chao Phraya, Mon Dvaravati, Thailand en Angkor. In de beeldhouwkunst in deze stijl zijn de thema's en iconen ontleend aan het boeddhisme. Monumenten zoals stèles bij ziekenhuizen weerspiegelen duidelijk de Angkor-stijl die dominant was tijdens de heerschappij van koning Jayavarman. Verder kwam het Phra Bang-Boeddhabeeld veel voor. In de architectuur laat de stijl zich typeren door opvallende tempelstructuren zoals het koninklijk paleis, Vat Ho Phra Kaeo en That Luang, een stoepa waar een relikwie van Boeddha wordt bewaard.
Verwijst naar de periode van circa 2575 tot 2465 v. Chr. in Egypte, die bekend is als de klassieke tijd van het Oude Rijk, vooral vanwege de grote piramiden die bij Giza zijn gebouwd. Het beeldhouwwerk wordt gekenmerkt door strikt omschreven weergaveconventies, waaronder een canon voor proporties en in het algemeen zeer hoge technische normen.
Kaarten waarop stukken van een land op een aantal bladen volgens een bepaalde schaal zijn weergegeven; wordt onder andere gebruikt voor kaarten die door de United States Geological Survey worden uitgegeven.
Kleur die dat deel van het spectrum weergeeft dat zich tussen rood en blauw in bevindt, met een golflengte tussen 380 en 420 nanometer. De term kan verwijzen naar alle in helderheid en verzadiging variërende kleurschakeringen binnen deze groep kleuren. Voorbeelden van de kleur violet in de natuur zijn de kleur van de pruim of van het bloeiende viooltje, waaraan de kleur zijn naam ontleent. Violet is een secundaire pigmentkleur (ontstaan door vermenging van blauw en rood). Het violet uit het kleurenspectrum kan niet nauwkeurig worden geproduceerd in het RGB-kleurenmodel (gebruikt voor computerbeeldschermen).
Te gebruiken voor retorische ontwerpen, die een theoretisch of speculatieve architectonische standpunt over sociale of politieke kwesties weerspiegelen. Vaak worden ze als voorlopers van hun tijd beschouwd en zijn meestal niet bedoeld om te worden uitgevoerd; vaak toegepast maar niet noodzakelijk beperkt tot ontwerpen van bepaalde Franse architecten uit de late 18e en vroege 19e eeuw.
Het gedeelte 'Visuele en verbale communicatie' omvat artefacten, met inbegrip van afbeeldingen en geschreven documenten, met als primaire en oorspronkelijke functie de overdracht van ideeën, concepten of esthetische ervaringen door middel van visuele of verbale media. Hoewel van vrijwel ieder artefact kan worden beweerd dat er sprake is van enige vorm van visuele overdracht van informatie over de maker, de oorsprong of het gebruik, betreft dit gedeelte die voorwerpen die oorspronkelijk zijn vervaardigd met het doel een informatiegerichte, symbolische of esthetische boodschap over te brengen.
Te gebruiken voor motieven die een gestileerde afbeelding van vlammen weergeven, vaak golvende, puntige vormen.
Procedé in de vlas- of hennepbewerking. Nadat het vlas geroot (een aantal weken in het water liggen rotten) was, moeten de zachte losse delen uit de stengel verwijderd worden, zodat de lange fijne vlasdraden(de basis van linnen) overblijven. Dit gebeurt door de (inmiddels weer gedroogde) stengels te kneuzen.
Instrumenten voor het vaststellen van de hoeveelheid water in materialen, bijvoorbeeld hout of aarde, meestal door het elektrische weerstandsvermogen te meten.
Gereedschap dat wordt gebruikt om verweerde specie uit de voegen van metselwerk te schrapen.
Een constructie of een materiaal, bijvoorbeeld beton, verzwaren en het daarbij op zodanige wijze te vervormen dat het een bepaalde belasting beter kan weerstaan of zodat het minder zal doorbuigen.
Buitenramen die op bestaande ramen worden geplaatst om extra bescherming tegen het weer te bieden.
Verwijst naar de oude cultuur van de Andhra-regio van centraal India, met name vanaf de 1ste eeuw v. Chr. tot de vroege 3de eeuw n. Chr. Aan het eind van de 1ste eeuw v. Chr. realiseerden de Andhra's indrukwekkende stenen renovaties en toevoegingen aan de stoepa van Sanchi, met name de vier beeldgesneden poorten (torana's), als gevolg waarvan de stoepa het grootste boeddhistische monument in India werd. De Andhra's bouwden nog andere boeddhistische complexen, waaronder de Grote Stoepa van Amaravati in de 2de eeuw. Amaravati was de belangrijkste stad van de Satavahana's, die uitstekende bouwers waren; de boeddhistische monumenten van deze stad luidden een nieuwe architectuurstijl in. De Grote Stoepa van Amaravati bood bijvoorbeeld een bovenste niveau voor een omgang, rijkelijk bewerkte leuningen en zuilen in plaats van torana's. Vroege Andhra-beeldhouwkunst, met name de weelderige architecturale reliëfs, staan bekend om hun decoratieve narratieve en encyclopedische kwaliteit; verfijnde bloemontwerpen, naturalistische afbeeldingen van dieren, en sensuele en weelderige menselijke figuren worden hoog gewaardeerd. Net zoals in vroege boeddhistische kunst wordt Boeddha gewoonlijk symbolisch weergegeven. Rond 200 n. Chr. wordt Boeddha echter ook weergegeven als een menselijke figuur; soms worden deze twee methoden van afbeelden aangetroffen op een en hetzelfde monument.
Verwijst naar de periode in Egypte van circa 2925 tot 2650 v. Chr., ten tijde van de eerste en tweede dynastie; sommige bronnen rekenen tot deze periode ook de derde dynastie, die eindigde in circa 2575 v. Chr. Tot de kunstwerken behoren aardewerk, muurschilderingen, beeldhouwwerk en reliëfs. Tijdens deze periode werden artistieke conventies geformaliseerd. Deze hadden betrekking op de lichaamshouding van menselijke afbeeldingen, de rangschikking van beeldelementen in register en, in de beeldhouwkunst, een strenge formele weergave van de figuur waarbij de kwaliteit van de steen en de vorm van het blok behouden blijven. De architectuur onderscheidt zich door de ontwikkeling van de bovenbouw van graftomben.
Pennen uit riet of bamboe die gebruikt worden om warme was aan te brengen op batik. De was wordt in een koperen reservoir gegoten aan het uiteinde van de pen en vloeit er weer uit langs een dunne naald.
Muren die gebruikt worden om druk te weerstaan die veroorzaakt wordt door stenen of water, zoals om land en watervlakten te scheiden.
Merken die in papier worden verwerkt wanneer dit wordt gemaakt, en die worden weergegeven als doorschijnende of schaduwgebieden die alleen zichtbaar zijn als er licht doorheen valt. In een watermerk worden vaak de naam van de fabrikant en de productiedatum van het papier verwerkt. Symbolen, zegels en initialen komen ook vaak voor. Watermerken worden ook gebruikt om vervalsingen en namaak op te sporen en te voorkomen. Ze werden voor het eerst gebruikt in 1282 in Bologna.
Aanduiding voor passief weerspiegelende of dynamische elementen in het cultuurlandschap dat water bevat als voornaamste ontwerpkenmerk; gebruik de omschrijvingen bij 'wateroppervlakken' voor natuurlijke watergebieden.
Verwijst naar de Chinese dynastieperiode en cultuur vanaf 535 tot 556 n. Chr. die werd gesticht door Yuwen Tai (regeerde 535-551). De hoofdstad van de dynastie was in Chang'an in de provincie Shaanxi en regeerde het land ten westen van Luoyang; het gebied van de hedendaagse provincie Sichuan werd in 553 geannexeerd. Deze dynastie was kleiner dan de Oostelijke Wei-dynastie maar zeer goed georganiseerd en efficiënt. De Dunhuang-grotten in de provincie Gansu worden gekenmerkt door boeddhistische muurschilderingen en stucwerk uit de Westerse Wei-periode. Funeraire figuren kregen meer gelaatsuitdrukking dan vroegere voorbeelden; de vele etnische typen die in deze figuren werden aangetroffen weerspiegelen de interculturele invloeden van die periode. De zoon van Yuwen Tai vestigde in 557 de Noordelijke Zhou-dynastie.
Smalle gepunte voorwerpen bij het weven gebruikt om het inslaggaren heen en weer te halen, tussen de kettingdraden door.
Wordt gebruikt voor overdekte galerijen met aan weerszijden winkels en kraampjes; bevinden zich meestal in de stad en verbinden vaak twee hoofdstraten.
Grote familie van ongeveer 275 genera en ongeveer 7500 soorten bloeiende planten, waaronder kruiden, struiken en bomen en vetplanten die op cactussen lijken. Veel soorten zijn belangrijke voedselbronnen en andere zijn nuttig vanwege hun was en oliën en als grondstof voor medicijnen. Weer andere zijn gevaarlijk door hun giftige vruchten, bladeren of sap, of aantrekkelijk door hun kleurrijke bracteeën (bladachtige structuren net onder de bloementrosjes) en hun ongewone vormen. In de hele wereld, behalve in koude alpine of Arctische gebieden, komen soorten uit deze familie voor, maar men vindt ze voornamelijk in gematigde en tropische streken.
Geschreven of gedrukte karakters of combinaties van karakters, die gesproken woorden weergeven en die normaliter, zoals in een zin of een zinsdeel, voorkomen met tussenliggende ruimten of tussen een ruimte en een leesteken.
Naslagwerken die alfabetisch gerangschikte lijsten woorden omvatten met daarbij informatie over ieder weergegeven woord. Meestal geven ze betekenis, uitspraak en etymologie, en bevatten ook informatie over het gebruik van een woord.
Verwijst in algemene zin naar iedere Japanse variant van de beeldende kunsten waarbij westerse technieken worden gebruikt. De term raakte in zwang gedurende de Meiji-restauratie (1868-1912) en was bedoeld om een onderscheid aan te brengen tussen de westers georiënteerde en de traditionele schilderstijlen van Japan. Reeds in de 16de eeuw kende Japan westers georiënteerde schilderstijlen, maar de belangstelling verdween door de invoering van een politiek van nationaal isolement, de sakoku-rei, ten tijde van het Togukawa-shogunaat (1603-1867). In 1855 riep het shogunaat een onderzoeksbureau voor westerse studies in het leven, en in 1876 werd de Technische School voor de Schone Kunsten gesticht. In de jaren 80 van de 19de eeuw kwam er verzet tegen de westers georiënteerde schilderkunst en bloeide de belangstelling voor de traditionele kunsten weer op.
Verwijst naar een Chinese dynastieke stijl en periode tussen 1279 en 1368. De dynastie werd gesticht door de Mogol Kublai Khan (heerste van 1260-1294), die heel China verenigde tot een rijk dat zich naar het westen toe uitstrekte tot de gebieden van het huidige Polen en Hongarije. Hoewel er geen sprake was van een belangrijk kunstmecenaat, leidden de hereniging van China, de uitbreiding van de handel en het ontbreken van stilistische beperkingen tot een samengaan en vrijelijk toepassen van allerlei tradities en invloeden. Met name in de toegepaste kunst - porselein en lakwerk - deden tal van vernieuwingen hun intrede. Gedurende deze periode werd de Zijderoute weer geopend en ontkiemde de Europese belangstelling voor China. Als reactie op de buitenlandse overheersing vluchtten de geschoolde Chinezen in de oude tradities, terwijl veel geleerden weigerden in overheidsdienst te treden. De school van literati-schilderen ging een dominante rol spelen in de schilderkunst, en kunstenaars legden nu de nadruk op de individuele en kalligrafische expressie; ze zetten zich daarmee af tegen het decoratieve karakter van de officiële schilderkunst. De belangrijkste meesters van de Yuan-stijl waren Huang Gongwang, Wu Zhen, Ni Zan en Wang Meng, allen literati die zich verzetten tegen de Mongoolse overheersing. Een belangrijke uitzondering werd gevormd door de voornaamste Yuan-kalligraaf Zhao Mengu, die voor de Mongolen werkten en aan het hoofd stond van de Hanlin-academie. Op keramisch gebied leidden invloeden uit het Midden-Oosten tot overdadige, in blauw en wit uitgevoerde decoraties; kooplieden uit het Midden-Oosten gaven daarnaast opdrachten voor enorme Longquan-celadons. De Yuan-periode bracht ook tal van opdrachten voor boeddhistische beeldhouwwerken: tantrische figuren met meerdere armen en benen, een bewijs van de Mongoolse voorkeur voor de lamakunst van Nepal en Tibet. Ook de ciseleertechniek in zilverwerk, die wordt geassocieerd met de zilversmid Zhu Bishan, komt in deze periode tot ontwikkeling; ten slotte werd er beeldgesneden Yuan-lakwerk geproduceerd. Voorbeelden van Mongoolse bijdragen aan de architectuur zijn de omvangrijke gebouwen die op grote schaal verrezen in Beijing, de hoofdstad van de Mongolen; het stedelijk ontwerp werd later aangepast tijdens de Ming- en Qing-dynastie. Na de dood van Kublai Khan raakte de Yuan-dynastie in verval.
Zadeltassen van leer of stof, die aan een kant van een zadel hangen of over de rug van het paard achter het zadel gelegd worden en meestal onderdeel van een paar zijn, verbonden door een band of een riem. Tevens soortgelijke tassen die aan weerskanten van het achterwiel van een fiets, motorfiets en dergelijke hangen.
Een weerspiegelende oppervlaktekwaliteit die minder stralend is dan hoogglans en die meer een gevoel van diepte dan van glans aan de afwerking geeft.
Meestal twee, aan weerszijden van een toegang geplaatste vensters. (AMR)
Lichtgewicht bedovertrekken gebruikt bij warm weer, vaak gelijkend op de bovenkanten van quilts, maar dan met omgestikte randen en afgewerkte naden.
Verwijst naar de culturen van de regio van Azië die is gesitueerd ten oosten van het Indiase subcontinent en ten zuiden van China, en die de oude, etnisch diverse culturen omvat van een continentaal vasteland en een reeks archipels ruim 11 kilometer ten oosten en zuiden van het vasteland. In het algemeen weerspiegelen de kunsten in de regio voornamelijk religieuze aspecten, met name de persoonlijkheid en het karakter van Boeddha en van de hindoegoden, en geschiedenis, met name verheerlijkte helden uit een nationaal en mythisch verleden. De Boeddha-voorstelling blijft het centrale motief in beeldhouwkundige en schilderkundige stijlen, terwijl andere, minder belangrijke of inheemse figuren uit boeddhistische, islamitische en hindoeïstische heilige geschriften soms worden weerspiegeld in muurschilderingen. Kunst in de regio wordt gekenmerkt door tribale geometrische en spiraalachtige patronen, Indiase bloemmotieven en dierenvoorstellingen die zijn gebaseerd op plaatselijke mythologieën. Een algemene voorliefde voor thema's die betrekking hebben op fantasie, menselijke en goddelijke schoonheid en feestelijke sensualiteit is prominent aanwezig in de kunst van deze regio.
Waterafstotende hoeden die als regenkleding worden gedragen of door matrozen bij slecht weer; met een brede schuin aflopende rand die aan de achterkant breder is ter bescherming van de nek en soms met oorkleppen die onder de kin vastgemaakt worden.
Van meer dan gemiddeld gewicht, of met het vermogen om een groter dan gemiddeld gewicht of een grotere dan gemiddelde druk te dragen of te weerstaan.
Prenten met een grotendeels donkere achtergrond, waarin lichtere partijen zijn uitgespaard, vervaardigd door de metalen, doorgaans koperen, plaat te bewerken met roulette of wiegijzer en vervolgens met schrapers en polijststalen sommige putjes weer te dichten.