Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Veelhoekige, ronde of ovale kommen met twee horizontale of verticale oren.
Wijnglazen op stam, bestemd voor het drinken van rode wijn uit Bordeaux.
Wijnglazen met een voet waar ook uit kan worden gedronken als het glas is omgekeerd.
Textiel procédé waarbij er twee of meer effectieve strengen zich dooreenvlechten met een andere set van evenwijdige strengen.
Garen gevormd door twee of meer getorste draden samen te twijnen; de uiteindelijke twist is tegenovergesteld aan die van de getwijnde strengen.
Weeftechniek waarbij twee of meer uiteinden van de schering om elkaar draaien wanneer ze met de inslag verweven worden.
Te gebruiken in een axiaal perspectiefstelsel voor de as waar evenwijdige lijnen in één punt samenkomen.
Een gebied in een perspectiefstelsel waar orthogonalen in een ruimere omgeving samenkomen, in plaats van in één punt.
Alcoholische drank bereid uit gefermenteerde druivensap. De term wordt ook gebruikt voor dranken die van andere gefermenteerde planten zijn gemaakt.
Kleine bekers in vorm lijkend op een bokaal, met een cuppa op een stam met een basis die meestal rond van vorm is, maar zich over het algemeen aanpast aan de cuppa.
Flessen variërend van maat en vorm, die vooral zijn bestemd voor het bewaren of serveren van wijn. Vaak gemaakt van glas, dat wit of gekleurd kan zijn, en afgesloten met een kurk. Gebruik 'decanteerflessen' voor decoratieve flessen die worden afgesloten met een stop en worden gebruikt voor het bewaren en serveren van wijn.
Drinkglazen voor wijn in verschillende vormen (meestal op een steel), grootte en stijlen. In de moderne tijd wordt een bepaalde vorm speciaal geschikt geacht voor een bepaalde soort wijn.
Kleine vaatjes met ijsgekoeld water om een wijnglas op tafel te koelen of te spoelen; gemaakt van zilver, glas, aardewerk of porselein, met een of twee inkepingen in de rand waaraan een omgekeerd wijnglas kan worden gehangen. Gebruik ‘monteiths’ voor grote ronde of ovale kommen met schulpranden, die worden gebruikt om zes of meer glazen te koelen.
Personen die wijn maken of verkopen.
Karaffen met een schenktuit en een handvat, voor het serveren van wijn.
Wordt gebruikt voor ruimten waarin wijn wordt opgeslagen, zowel onder- als bovengronds.
Kisten die zijn voorzien van tussenschotten, bedoeld om een bepaald aantal vierkante wijnflessen in te bewaren, vooral gemaakt aan het einde van de 18de en in de 19de eeuw.
Vaten bestemd voor het bewaren of tappen van wijn, met een of meerdere kranen; soms met bijbehorende wijnkoeler.
Lofwerk van bladeren dat bestaat uit wijnstokken met druiventrossen.
Familie van houtige struiken en bomen (en een paar overblijvende kruidachtigen) met 160 genera en 1700 soorten die overal ter wereld voorkomen, met name in warme gematigde en tropische gebieden. De meeste soorten vindt men in Afrika en Australië, vaak in halfdroge bosgebieden. Veel leden van deze familie zijn waardevol als sierstruiken en -bomen en vanwege hun eetbare vruchten.
Zakken, meestal van geitenhuid, waarin wijn kan worden vervoerd, met een tap waaruit men drinkt.
Jachtsperen voor het jagen op wilde zwijnen en ander groot wild, met een dwarsbalk die is bevestigd onder de brede punt.
Grote vaten variërend van volume, die vooral worden gebruikt voor wijn, bier of water, en vroeger voor zalm en garnalen.
Kan waaruit water en ongewijde wijn (ablutiewijn) wordt geschonken ter zuivering van wat met de gewijde hostie en wijn in aanraking is gekomen: mond en handen van de priester en de kelk.
Kelk met ongewijde wijn (ablutiewijn), die na de communie werd gegeven om de restanten van de hostie weg te spoelen. De cuppa is in de regel niet verguld aan de binnenzijde. Het is ook de kelk voor de vingerwassing na de communie-uitreiking buiten de mis. Staat op het altaar maar behoort tot de vasa non sacra.
Wordt gebruikt wanneer materiaal verdwijnt, doordat er door veelvuldig gebruik, of door wrijving, slijpen of schrapen een verlies of een beschadiging van het oppervlak optreedt.
Glazen bedoeld om ale of bier uit te drinken. Exemplaren uit de vroege 17e en 18e eeuw hebben vaak dezelfde vorm als een hoog wijnglas, S-vormig van lijn of met een ronde trechtervormige kelk en staand op een steel die in lengte kan variëren. De inhoud van de kelk is meestal tussen de 1 en 1½ deciliter. Moderne exemplaren hebben vaak de vorm van hoge, dunne glazen, meestal met een inhoud van 3½ deciliter, die naar beneden smal toelopen en op een massieve basis staan.
Kleine schenkkannen, in de regel twee, voor wijn respectievelijk water, gebruikt in de eucharistieviering.
Bromelia die inheems is in de tropische en subtropische gebieden in Amerika, maar inmiddels ook elders is geïntroduceerd en op grote schaal wordt gekweekt in broeikassen. De plant heeft 30 tot 40 dicht op elkaar geplaatste en stijve maar sappige bladeren in de vorm van een rozet om een dikke, vlezige stam. De grote vrucht is samengesteld en ontwikkelt zich uit een kegelvormige bloeikolf. Men gebruikt de vrucht vanwege de vezels, als voedsel en om wijn te maken.
Boomsoort uit Brazilië, Frans-Guyana, Guyana, Peru en Suriname die wordt bedreigd door het verdwijnen van de habitat. Het zware, zwarte, ebbenhoutachtige hout is hoogwaardig materiaal voor meubels en zeer goed bestand tegen aantasting door insecten. Recente genetische onderzoeken wijzen uit dat de soort sterk overeenkomt met de Connarus conchocarpus.
Oorspronkelijk een pijpje of rietje (vandaar de naam arundo, dat 'riet' betekent) waarmee de voorganger van de mis nipt van de communiewijn, zodat de voorganger en de communiegangers niet met hun mond uit dezelfde beker hoeven te drinken. Het gebruik van de arundo is bekend sinds de Karolingische tijd, toen de arundo van een kostbaar materiaal als goud was gemaakt. Zo wordt er voor de pauselijke hoogmis een gouden arundo gebruikt.
Een zure vloeistof die bestaat uit verdund en onzuiver azijnzuur. Het ontstaat door de zuurgisting van wijn, bier, cider of ale en het wordt gebruikt als smaakversterker of conserveringsmiddel.
Staf bestaande uit een stok met aan het uiteinde een knop in de vorm van een dennenappel, soms versierd met klimop of wijnbladeren. In de Griekse mythologie hoorde de staf toe aan Dyonisos en zijn aanhangers. Hij werd gebruikt als gewijd instrument tijdens religieuze rituelen en feesten.
Verwijst naar een perspectiefsysteem dat indirect gebruikmaakt van twee verdwijnpunten, maar eerder empirisch dan wetenschappelijk is. Het werd vooral gebruikt in de westerse kunst voordat het eenpuntsperspectief in de renaissance werd gecodificeerd. In het bifocaal perspectief worden in de marge van het afbeeldingsvlak twee verdwijnpunten op gelijke hoogte geplaatst. Vanuit deze punten worden diagonale lijnen getrokken naar punten langs de onderste of bovenste marge van het afbeeldingsvlak; de punten waar deze diagonale lijnen elkaar kruisen, worden gebruikt om een vloer- of plafondraster te tekenen dat lijkt op een raster dat wordt getekend met behulp van één verdwijnpunt en de illusie van terugwijking in de ruimte oplevert.
Plaques van keramiek waarin gaten zijn gemaakt om ze aan wijnvaten te hangen, en waarop de naam van de inhoud staat vermeld.
Kleine drinkglazen voor kruidenbitter, likeur en eaux-de-vie, in de vorm van een klein wijnglas met kelk op hoge stam, ook bekervormig.
Fijn, los getwijnd, meestal tweedraads kamgaren gebruikt voor borduurwerk. N.B. De term `borduurwol' is iets algemener dan de Amerikaanse term `crewel wool'.
Leden van een familie van meer dan 700 soorten kevers, ondergebracht in 11 genera, die leven op wijnstokken en takken, op droog hout of onder boomschors. Sommige van deze soorten kunnen gebouwen of inrichtingsartikelen beschadigen of vernielen.
Oliedruk waarbij wordt uitgegaan van een vergroting op bromidepapier, zodat een contactnegatief niet nodig is. Het fotopapier wordt na de normale afwerking gebleekt, waarbij het zilverbeeld verdwijnt en een in verschillende mate gelooid gelatinereliëf overblijft. De eerste afdruk kan het eindprodukt zijn, maar ook een model voor het overbrengen van de afbeelding op een andere ondergrond.
Oliedrukken, waarbij wordt uitgegaan van een vergroting op bromidepapier, zodat een contactnegatief niet nodig is. Het fotopapier wordt na de normale afwerking gebleekt, waarbij het zilverbeeld verdwijnt en een in verschillende mate gelooid gelatinereliëf overblijft. Hiervan worden afdrukken gemaakt.
Werktuig waarmee een capsule (een metalen dop met pinnetjes onderaan) over de spon van een wijnton geplaatst wordt, zodat deze verzegeld is en klaar voor transport. Het is een houten langwerpige cilinder met onderaan een rond metalen (koperen) onderdeel dat met twee veren verbonden is met de rest van het werktuig. De capsule wordt in het werktuig geplaatst, dat vervolgens over het spongat geplaatst wordt. Met een hamer klopt men op het werktuig en de capsule wordt in de ton gedreven. De capsule is groter dan het spongat en omsluit het dus. Het spongat is op deze wijze hermetisch afgesloten.
Koperen blaasinstrument dat in de Ijzertijd werd gebruikt door de Kelten, gelijkend op een lange trompet die verticaal wordt gehouden en eindigt in een beker in de vorm van een dierenkop, meestal een zwijn. Werd gebruikt bij oorlogsvoering om de troepen op te hitsen en vijanden te intimideren.
Dressoirs die aan één kant ruimte voor wijnflessen hebben en aan de andere kant een gewone la of een la die met lood is gevoerd, waarin glazen kunnen worden gewassen.
Wordt gebruikt voor kleine kisten of kasten, meestal met slot en handvatten aan de zijkant, waar flessen wijn of sterke drank in worden bewaard. Gebruik 'wijnkoelers' voor met metaal gevoerde vaten of standaarden waarin wijnflessen worden gekoeld. Gebruik 'celleret sideboards' voor buffetten die aan één kant ruimte hebben voor wijnflessen.
Een type Chinees ritueel vaatwerk van brons, gebruikt voor het drinken van wijn, met twee symmetrische en puntige schenktuiten. Dit vaatwerktype kwam op in de Shangperiode en bleef bestaan tot de Westelijke Zhouperiode.
Verwijst naar een van de meest voorkomende vormen van oinochoai. Dit type, meestal in roodfigurige stijl, heeft een klaverbladmond (met drie schenktuiten) en een bolvormige buik met een doorlopende kromming van hals tot voet. De chous was een standaardmaat, het equivalent van circa 3,28 liter. De choes waren vooral verbonden met de Anthesteria, een Atheens festival ter ere van de wijn, de wijngod Dionysos en de doden. De tweede dag van het festival droeg de naam Chous. Het was de gewoonte om tijdens het festival wijn te drinken en plengoffers op graftomben te schenken uit choes. Roodfigurige miniatuurchoes, versierd met taferelen van spelende kinderen, werden waarschijnlijk als feestgeschenken aan kinderen gegeven of geofferd op kindergraven.
Mengsel van olie (meestal olijfolie) en balsem, dat wordt gewijd als zalf bij de toediening van bepaalde sacramenten (doop, vormsel en priesterwijding) en bij de uitvoering van bepaalde liturgische handelingen in de katholieke, orthodoxe en anglicaanse kerk. In het westen wordt het chrisma op Witte Donderdag gewijd door de bisschoppen, en in het oosten door de kerkpatriarchen. In de orthodoxe kerken kan het mengsel ook andere bestanddelen bevatten, zoals wijn, noten en gom. De zalving met chrisma wordt soms ook wel chrismatie genoemd, met name na een doop.
Glazen voor brandewijn, cognac of likeur; op korte stam, met peervormige kelk die naar boven toeloopt om het aroma van de drank vast te houden; soms vergezeld van een metalen houder door middel waarvan het glas boven een vlam kan worden gehouden om het te verwarmen.
Een vorm van sacrament en centraal element van de eredienst bij veel christelijke kerkgenootschappen, met als basis het Laatste Avondmaal, waarop Jezus de wijn die hij ronddeelde en het brood dat hij brak als respectievelijk zijn bloed en lichaam omschreef. Het ritueel bestaat doorgaans uit de wijding van brood en wijn door de predikant of priester en de verdeling onder de gelovigen. De term is afgeleid van het Griekse woord 'eucharistia', dat 'dankzegging' betekent.
Eucharistievieringen met meerdere priesters. De priesters spreken het eucharistisch gebed of de consecratie van hetzelfde brood en dezelfde wijn gezamenlijk uit. Behalve voor wijdingen is het gebruik in het westen uitgestorven, maar het werd nieuw leven ingeblazen door het Tweede Vaticaans Concilie. Soms wordt het gebruikt om priesters en congregaties van kerken buiten de parochie in staat te stellen samen de eucharistie te vieren.
De doctrine volgens welke de substantie van het lichaam en het bloed van Christus en de substantie van het brood en de wijn naast elkaar aanwezig zijn in de eucharistische gedaanten na de consecratie. Het begrip wordt toegeschreven aan Luther, die zich verzette tegen de doctrine van de transsubstantiatie. Luther illustreerde zijn opvatting met de analogie van het ijzer in het vuur: het vuur en het ijzer zijn verenigd in het roodgloeiende ijzer maar toch zijn beide nog aanwezig.
Verwijst naar borduurwerk dat wordt uitgevoerd met kenmerkende tweedraads, los getwijnde wollen garens die bekendstaan als ‘borduurwol’. Crewelborduurwerk is traditioneel gebaseerd op keperweefsel, met linnen schering en katoenen inslag; er kan echter ook zuiver linnen of katoen of een andere stof worden gebruikt. Het kan bedoeld zijn om te worden ingelijst of te worden verwerkt tot kledingstukken, bedbehangsels, meubelbekleding of andere zaken. Het kenmerkt zich door een lossere stijl dan andere typen boorduurwerk. Het maken van crewelborduurwerk bloeide in het bijzonder in het 16de- tot 18de-eeuwse Europa en zijn Amerikaanse kolonies, met ontwerpen die waren geïnspireerd door textiel uit India en het Midden-Oosten.
Een decoratietechniek voor tegels die in Spanje wordt aangetroffen en waarbij de omtrekken worden getrokken op het oppervlak van het aardewerk met een vettige substantie gekleurd met mangaan, wat de mogelijkheid geeft verschillende kleuren te gebruiken zonder dat ze door elkaar gaan lopen. Het vet verdwijnt tijdens het bakken.
Boomsoort van hardhout die alleen voorkomt in Brazilië, van Bahia tot Rio de Janeiro. Wordt bedreigd door het verdwijnen van de habitat.
Voorloper van de karaf, die werd gebruikt voor het overbrengen van wijn van het vat naar de tafel; gemaakt in verschillende vormen en materialen zoals steenwerk, Delfts aardewerk en glas.
Karafhouders of flessenbakken, gewoonlijk van zilver, op wieltjes gemonteerd met een draaihandvat en met elkaar verbonden door een koppeling. Ze zijn in Engeland ontwikkeld tijdens de regering van George IV om te voorkomen dat disgenoten aan weerszijden van de koning moesten opstaan om de wijn door te geven.
Sierflessen, vaak met een stopper, gebruikt voor het bewaren en serveren van dranken, met name wijn of likeur.
Wordt gebruikt voor plaques, vaak van zilver, met een ketting eraan om ze aan de hals van een fles te kunnen binden en met de naam van de inhoud erop geschreven. Meestal voor wijn of sterke drank, soms voor andere substanties.
Stijl voor vaasbeschilderingen die is geïnspireerd op oriëntaliserende motieven, met name populair in Korinthe en het oosten van Griekenland. Als decor fungeren met name dieren, zowel bestaande (katachtigen, vogels, stieren, zwijnen, geiten, herten, honden en hazen) als fabeldieren (sirenen, sfinxen en griffioenen).
Door hedendaagse wetenschappers gebruikte term die verwijst naar Oud-Griekse grote schalen met bolvormige bodem en een gewelfde vorm die eindigt in een grote opening, die vaak op een standaard stonden. Metalen schalen met deze vorm werden waarschijnlijk gebruikt om in te koken, terwijl de schalen van terracotta werden gebruikt om wijn in te mengen. Dinoi dateren uit de periode van het midden van de 7de eeuw tot eind 5de eeuw v.Chr. en onderscheiden zich van ‘lebetes’ door hun grotere afmetingen. Oude geschreven bronnen suggereren dat de term oorspronkelijk niet werd gebruikt voor schalen maar voor drinkkommen, en dat dergelijke schalen in die tijd ‘lebetes’ werden genoemd.
Klassieke Griekse opslagvaten voor wijn, water of olie, vergelijkbaar met een amfora, maar met een puntige bodem en gekenmerkt door een handvat aan weerskanten.
Visueel effect waarin een scène geleidelijk verdwijnt, terwijl een andere verschijnt. Zowel het begin van het nieuwe shot als het einde van het vorige shot zijn korte tijd tegelijkertijd zichtbaar op het scherm, meestal zo'n twee seconden. De dissolve werd aanvankelijk gebruikt om de geografische verplaatsing van de ene locatie naar de andere of het verstrijken van de tijd te impliceren, of, in tijden van censuur, om seksuele activiteiten te suggereren die niet mochten worden vertoond op het scherm. Later werd de optische aard van de dissolve gebruikt voor meer tonale effecten, zoals de gemoedstoestand of een fantasie van een personage.
Een type rytons waarin de halve kop van een ram samengaat met de halve kop van een zwijn of een ezel.
Enkelvoudige fijne vezels, groepen van dergelijke vezels die stevig zijn samengedraaid of vezelige lengtes gevormd door het spinnen en twijnen van korte vezels tot een onafgebroken streng.
Koepelvormige of cilindrische houders met een kleine opening aan de bovenkant, waar men twijn of draad in kan opbergen of uithalen.
Verwijst naar tekeningen die zijn gemaakt vanuit het drie-puntsperspectief, een lineair perspectief met drie verdwijnpunten waarbij rechthoekige objecten in een hoek ten opzichte van het beeldvlak zijn weergegeven, of een afbeelding waarbij sprake is van drie gezichtspunten.
Verwijst naar lineair perspectief waarbij sprake is van drie verdwijnpunten, over het algemeen in de context van rechthoekige vormen die zodanig zijn afgebeeld dat geen van hun zijden parallel is aan het afbeeldingsvlak, maar dat elk van drie groepen van parallelle lijnen samenkomt in een eigen verdwijnpunt. Deze techniek werd populair in 17de-eeuws Europees toneelontwerp. Deze term kan ook verwijzen naar afbeeldingen waarin sprake is van drie gezichtspunten, zoals ook vaak het geval was bij Chinese hangende rolschilderijen, waarbij de kijker de voorgrond van boven ziet, het middenplan op oogniveau en de hoogste objecten van onderen.
Mechanische persen die het sap uit druiven persen. Worden gebruikt voor het maken van wijn.
Verwijst naar perspectief dat wordt afgebeeld met gebruikmaking van een enkel verdwijnpunt. Deze techniek werd gesystematiseerd door de Renaissance-kunstenaar en theoreticus, Leon Battista Alberti, die een visuele piramide beschreef, waarvan de top zich in het oog van de kijker bevindt. De illusie van terugwijking in de ruimte wordt gecreëerd doordat parallelle lijnen samenkomen in één verdwijnpunt, dat zich gewoonlijk in of vlakbij het centrum van de compositie bevond en dat het 'centrale punt' werd genoemd. Alberti beschreef hoe men de juiste intervallen kon bepalen voor horizontale lijnen op steeds diepere posities in de ruimte, en hoe men voorwerpen en figuren op de juiste schaal kon tekenen ten opzichte van hun positie in de ruimte.
Verwijst naar tekeningen die zijn gemaakt vanuit een centraal perspectief of één-puntsperspectief, een lineair perspectiefsysteem met één verdwijnpunt waardoor het lijkt alsof de beeldelementen geleidelijk in de diepte verlopen. Het verdwijnpunt bevindt zich meestal in of nabij het midden van de compositie.
Een visueel overgangseffect dat wordt gebruikt om het begin van een scène en het einde van een andere aan te geven door een beeld geleidelijk te laten verdwijnen (uitfaden), terwijl een ander beeld geleidelijk zichtbaar wordt (infaden). Het faden van een beeld naar zwart impliceert meestal een belangrijke scheiding van de actie, terwijl het faden naar wit kan duiden op bewustzijnsverlies of de dood van een personage.
Genus van ongeveer 850 soorten van houtige bomen, struiken en wijnstokken, inheems in tropische en gematigde subtropische zones. Vijgsoorten worden gekenmerkt door hun unieke bloeiwijze en opvallende bestuivingssyndroom, waarbij specifieke wespensoorten zorgen voor de bestuiving.
Zilveren of gouden buisje waardoor de gelovigen een beetje geconsacreerde wijn konden nuttigen bij de communie. Morsen van de geconsacreerde wijn werd hierdoor vermeden. Werd tot in de zestiende eeuw gebruikt. Nog door de paus en zijn diakens gebruikt tijden de pausmis tot aan het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965).
Onderzetters om een fles wijn in op tafel te zetten; kunnen geheel van zilver zijn, of een houten bodem met zilveren rand.
Labels die de fabrikant aanbrengt op flessen sterkedrank of wijn of met een andere drank, met daarop de naam van de producent, de wijngaard, het wijnjaar of het jaar waarin het product is gemaakt, de ingrediënten, enzovoort. Deze etiketten kunnen door verzamelaars, en in bepaalde gevallen door musea, als waardevolle objecten worden beschouwd.
Hoge smalle wijnglazen met een conisch gevormde kelk op een stam; ook gebruikt voor het drinken van champagne. Gebruik 'champagneglazen' voor glazen met een ondiepe, schaalachtige kelk.
Proces waarin materialen verslijten en verdwijnen door natuurlijke oorzaken, zoals verwering, ontbinding, corrosie of verplaatsing.
Het vormen van strukturen waarbij de draden van een of meer dradenstelsels elkaar kruisen of door elkaar getwijnd worden volgens een bepaald systeem. In ruime zin is weven een vorm van vlechten.
Naam van gestreken instrumenten die in het middeleeuwse Europa voorkomt van het midden van de 12de tot de late 14de eeuw. In 12de-eeuwse Duitse en Latijnse teksten wordt de term genoemd in combinatie met de 'vièle' (vedel), maar niet met de 'rebec', wat doet vermoeden dat de laatstgenoemde term een synoniem is. De term 'giga' begon uit fictieve en historische verslagen te verdwijnen in de 14de eeuw, toen 'rebec' in opkomst was. In verschillende talen worden de 'giga' en de 'vièle' beschreven als samen bespeelde instrumenten op feesten en vieringen, gewoonlijk in verband met minstrelen. Er is echter bewijs dat met de term in de vroege 14de eeuw soms ook werd verwezen naar instrumenten die als vedel zijn te identificeren.
Chinees ritueel bronzen vaatwerk voor wijn met een uitlopende bovenkant en de vorm van een hoorn. Een van de eerste vormen van dit type vaatwerk.
Vedels uit het voormalige Joegoslavië, met een bovenblad van dierenhuid met één, soms twee snaren van getwijnd paardenhaar die door de bespeler vanaf de zijkant met de vingers worden verkort. Ze worden tijdens het bespelen tussen de knieën of op schoot gehouden en aangestreken met een kromme strijkstok.
een doorschijnende goudkleurige hars die bestaat uit een gele harsachtige component en een heldere in water oplosbare gom, geproduceerd door verschillende bomen van het geslacht Garcinia afkomstig uit India, Thailand, Cambodja, Vietnam en Sri Lanka. Guttegom werd als een gele pigment al in de 8e eeuw in Azië en Japan. Het werd regelmatig naar Europa geïmporteerd in de 17e eeuw. Het wordt verkocht in de vorm van doffe, bruin-gele cakes of klontjes die, wanneer in poedervorm, een rijke gouden kleur hebben. De gom uit koolhydraat fungeert als een natuurlijke bindmiddel. Guttegom wordt gebruikt als een transparante kleurstof in glazuren, vernissen en waterverven. De gele kleur verdwijnt bij blootstelling aan licht of ozon. In sommige gevallen kan de kleur herstellen wanneer in het donker geplaatst wordt.
Soort arabesk gebruikt in Ottomaans aardewerk in de Iznik-stijl, daterend uit het midden van de 15de eeuw. Hatayi maakt gebruik van een complex patroon van loof, zoals lotuspalmetten, gebogen wijnstokken en veervormige bladeren, en vaak ook vogels, wolkenbanden, draken en monsters. Lijkt op de motieven in de Chinese decoratieve stijlen waarin het ontstond; 'hatayi' is Turks voor 'Chinees' of 'op Cathayaanse wijze'.
Een Chinees ritueel vat van brons, gebruikt voor wijn.
De avondmaalsviering is in protestantse kerken een van de twee sacramenten (het andere sacrament is de doop). Tijdens het avondmaal worden het lijden en het sterven van Jezus Christus herdacht door het eten van brood en het drinken van wijn. Het avondmaal lijkt op de eucharistie in de rooms-katholieke kerk, maar er zijn belangrijke verschillen in - en van opvattingen over - het wezen van het ritueel.
Glazen voor Duitse witte wijn.
Kandelaars, meestal van plaatijzer, bestaande uit iets holle schijfvormige basis met een rechtopstaande buis met een ronde druiprand bovenaan. In een gleuf in de zijkant van de stang zit een oortje voor het regelen van de kaarsenversteller en het @veermechanisme; aan de druiprand zit soms nog een haak waar het geheel aan kan worden opgehangen. De naam is waarschijnlijk afgeleid van de uiterlijke overeenkomst met een voorwerp waarmee het haar van een pas geslacht zwijn werd afgeschraapt.
Te gebruiken in perspectiefstelsels voor de lijn waarop het horizontale vlak, waarin het oog ligt, het vlak van de afbeelding ontmoet en voor de lijn waarop de verdwijnpunten van horizontale vlakken in de afbeelding liggen.
Aanduiding voor antieke Romeinse pakhuizen, meestal gebruikt voor de oplag van graan of wijn.
Zwart krijt dat is gemaakt van verkoolde takjes, meestal van een wilg of een wijnstok, of van samengeperst houtskool.
Term gebruikt voor verschillende soorten drinkgerei, meestal gemaakt van hout, tin of zilver, waarvan de inhoud voor een inzet werd geledigd. Vooral in de vorm van een staande vrouw in een lange rok met opgeheven armen die de handvaten aan de zijkant van een schommelend kopje vasthouden. Als het stuk werd omgekeerd werden zowel de rok als het kopje gevuld met wijn. De drinker moest de inhoud van beide ledigen zonder wijn te knoeien.
Tapijten die in India in de 17e eeuw zijn gemaakt en ontwerpelementen van Perzische tapijten uit de 16e eeuw bevatten zoals gedetailleerde wijnbladen, gebloemde palmtakken en gekrulde wijnranken; meestal met een rode ondergrond gemaakt.
Wijnglazen waarop versieringen zijn gegraveerd die steun verraden voor de aanspraak van de jacobieten op de Engelse troon. Voor het eerst geproduceerd in 1688 en in grote aantallen na 1745. Ze werden gebruikt om met heildronken loyaliteit te betuigen aan de jacobitische zaak, wat neerkwam op landverraad. Tot de gegraveerde versiering behoren jacobitische lofzangen en symbolen zoals de roos met twee knoppen (voor de oude en de jonge troonpretendent), lelietjes-van-dalen, narcissen, eikenbladeren en motten. Jacobite-glazen zijn op grote schaal vervalst of later voorzien van hun versiering.
Drinkglazen van uiteenlopende vorm, voor het serveren van jenever. Ze lijken op wijnglazen maar zijn kleiner.
Een type Chinees ritueel vaatwerk van brons, gebruikt voor het drinken van wijn, met drie gebogen poten die een beker ondersteunen, vaak met twee gekapte verticale staanders op de lip.
Een type Chinees ritueel vaatwerk van brons, dat een van de vroegste vormen van een wijnbeker met tuit is en gebruikt werd van de Erlitou- tot de Westelijke Zhouperiode.
Cycladische vaten met een bolvormige buik, een lange hals, een voetstuk en vier doorboorde oren aan de buik. De doorboorde oren dienden voor koorden waarmee een deksel op het vat werd vastgezet. Kandilai danken hun naam aan hun gelijkenis met modern-Griekse kerklampen; ze zijn waarschijnlijk gebruikt voor vloeistoffen als olie of wijn. De kandilavorm kwam zeer veel voor en werd gemaakt van marmer of klei en in uiteenlopende formaten. De geleidelijke verdwijning van een voet of basis kan een stap zijn in de overgang van de kandila naar de bolle pyxis, een vorm die later populair werd.
Oud-Griekse drinkvaten met een diepe kom met basis, geplaatst op een lange gesteelde voet, met twee verticale handvatten aan weerszijden die van de onderkant tot de bovenkant lopen. De kantharos wordt geassocieerd met de wijngod Dionysos, die vaak wordt afgebeeld op vazen met in zijn hand een type A-kantharos of een rhyton.
Flessen of kannen met handvatten voor het serveren van wijn of water aan tafel.
Koreaanse lange citers met twaalf snaren van getwijnde zijde, die elk door een eigen hoge, beweegbare kam worden ondersteund. Ze worden in twee standaardmaten gebouwd: de grote, voor hof- en aristocratische muziek, heeft naast de losse kammen nog twee extra vaste kammen; de kleinere, met één vaste kam, wordt gebruikt voor volks- en virtuoze muziek.
Drinkvaten van uiteenlopende vorm, maar meestal met een Hebreeuwse inscriptie, gebruikt voor het drinken van wijn bij joodse godsdienstceremonies, bij speciale gelegenheden zoals huwelijken, of bij de zegening voor het avondmaal voorafgaand aan de sabbat of een religieuze feestdag.
Houders voor koud water en ijs voor het koelen van één of meer wijnflessen; in de vorm van een emmer of urn voor gebruik op tafel of aanrecht; of in de vorm van een grote ovale bak en soms gecombineerd met een wijnfontein.
Elk van de verschillende grote, klassieke Griekse vaten met een wijde opening en aan weerszijden een meestal horizontaal handvat, die meestal werden gebruikt voor het mengen van wijn en water.
Verwijst naar een zeldzaam vattype met een hybride vorm. Het combineert de functies van krater en psykter, hetzij met een psykter in de kom, hetzij door een dubbelwandige kraterbuik, waarmee, als de ruimte tussen de wanden werd gevuld met koud water, wijn werd gekoeld.
Vaten, met één lang handvat in een grote lusvorm, die fungeren als opscheplepel voor het opdienen van wijn uit een krater. De kyathos heeft een dunne wand en de vorm doet denken aan een theekop. Hij komt hoofdzakelijk voor als zwartfigurige vorm en is van oorsprong gekopieerd naar een Etruskisch voorbeeld.
Verwijst naar een fase en cultuur van de Europese Kelten in de Late IJzertijd, genoemd naar de archeologische vindplaats La Tène, of De Ondiepe Wateren, bij het Meer van Neuchâtel in Zwitserland. De fase begon in het midden van de 5de eeuw v. Chr. en de cultuur verspreidde zich over Noord-Europa en de Britse Eilanden, om ten slotte halverwege de 1ste eeuw v. Chr. te verdwijnen. La Tène kenmerkt zich door Griekse en Etruskische invloeden op de traditionele Keltische cultuur en door de sterke geografische verspreiding van de Kelten.
Oud-Grieks en Romeins vaatwerk, vaak gebruikt om wijn uit te schenken; ze waren vooral populair in de hellenistische periode. De lagona had een smalle, lange hals, een uitpuilende buik, een brede schouder en een horizontaal handvat. De lagonavorm komt oorspronkelijk uit het oosten van Griekenland. Er zijn ten minste twee plaatsen in het Middellandse Zeegebied bekend waar lagonae werden geproduceerd.
Verwijst naar Oud-Griekse kleine, diepe schalen die bij de schouder sterk versmallen en een duidelijke hals hebben met een overhangende lip, en een bolle bodem, zodat de schalen op een standaard konden staan. Een lebes is bij de schouder voorzien van twee hoge, staande handvatten en vaak van een bol deksel met een lange steelvormige handgreep. Bronzen lebetes werden gebruikt om in te koken en in de terracotta exemplaren werd wijn gemengd. Ze onderscheiden zich van ‘dinoi’ door hun kleinere afmetingen. In het verleden gebruikten veel wetenschappers de term om te verwijzen naar zowel de dinos als de lebes, omdat zij meenden dat de term ‘dinos’ verwees naar een drinkkom.
Een type Chinees ritueel vaatwerk van brons, gebruikt voor wijn.
Verwijst naar het perspectiefsysteem waarbij rechthoeken uitlopen in de richting van een of meerdere verdwijnpunten. In de westerse kunst verwijst de term vaak naar het systeem van het éénpuntsperspectief, dat werd ontwikkeld tijdens de Italiaanse renaissance, maar dat gebaseerd was op oude Griekse en Romeinse modellen.
Algemene benaming voor verschillende planten die niet met elkaar verwant zijn. De bekendste lotussen zijn de volgende. De Egyptische lotus is een witte waterlelie, Nymphaea lotus, of de blauwe lotus, N. caerulea. Bij de oude Egyptenaren waren deze planten een belangrijk motief op kunstvoorwerpen. Ook gebruikte men de planten tijdens ceremonies vanwege de slaapverwerkende en psychotrope eigenschappen. De lotus van de oude Grieken was de soort Ziziphus lotus uit de wegedoornfamilie (Rhamnaceae), een struik die inheems is in Zuid-Europa. De plant heeft grote vruchten met een meelachtige substantie waarmee men brood en gegiste dranken kan maken. In de oudheid waren de vruchten een voedingsmiddel voor arme mensen. Men geloofde dat de wijn die ervan werd gemaakt, zorgde voor een tevreden stemming en vergetelheid, zoals Homerus schreef. Dit is waarschijnlijk ook de lotus die wordt genoemd in het Bijbelboek Job, waarin een grote nijlpaardachtig wezen (Behemoth) wordt beschreven die onder een lotusboom ligt. Homerus beschrijft de lotus ook als een soort klaver of drieblad, een plant die door paarden werd gegeten, misschien Melilotus officinalis of een driebladsoort uit het geslacht Lotus. De heilige lotus van de hindoes was de waterlelie Nelumbo nucifera, een plant met witte, blauwe of roze bloemen. De lotusboom, die bij de Romeinen bekendstond als de Libische lotus, was waarschijnlijk de netelboom uit Zuid-Europa, Celtis australis, een lid van de iepenfamilie (Ulmaceae). Deze boom heeft vruchten die eruitzien als kleine kersen. Ze zijn eerst rood en daarna zwart als ze rijp zijn. De boom wordt genoemd door auteurs uit de oudheid vanwege zijn harde zwarte hout, waaruit men beelden, fluiten en andere objecten sneed.
Glasdecoratie in de vorm van ingekapselde met lucht gevulde holten, groter dan gewone luchtbelletjes of tranen, gerangschikt in een decoratief patroon, vaak als kriskras aangebrachte rijen diagonalen of spiralen. Vaak aangetroffen in de steel van wijnglazen uit de 18de eeuw en later, met name bij Engelse wijnglazen.
Familie van meer dan 420 genera en ongeveer 1500 soorten bomen, struiken, houtachtige wijnstokken en kruiden. Veel soorten zijn grote bomen die voorkomen in tropische regenwouden. De soorten in deze familie hebben een melkachtig, vaak giftig sap, bladeren met gladde randen en bloemen in trossen (zelden vindt men losse bloemen). De vrucht kan op een bes lijken of vlezig zijn, maar is gewoonlijk een droge peul (kokervrucht) die openbarst als hij rijp is. Daarbij komen een groot aantal pluizige of gevleugelde zaadjes vrij.
Tafels met een marmeren tafelblad en een opbouw met laden voor wijnkannen en een tambourdeksel dat omlaag kan rollen om het blad te bedekken als de tafel niet in gebruik is. Gebruik 'slab tables' voor 18e-eeuwse tafels met marmeren tafelblad zonder opbouw.
Drinkbekers voor wijn tijdens de eucharistieviering, meestal op voet met stam en in de regel vervaardigd van edelmetaal, meestal gebruikt in combinatie met een pateen. Gebruik 'Avondmaalskelken' voor soortgelijke kerkelijke drinkkelken voor gebruik in de protestantse kerk.
Vezels van planten van de netelfamilie, eeuwenlang gekweekt in Europa en Azië voor het maken van touwen en zeilen. Netelvezels zijn licht van kleur, zacht en sterk. Ze worden gebruikt voor twijn, touw, canvas en zeildoek. Netelvezels worden ook gebruikt als vervangers van vlas en hennep.
Wordt gebruikt voor voorwerpen die bestaan uit ineengrijpende schikkingen van draden, koorden of touwen die zijn samengedraaid, geknoopt of geweven op regelmatige afstanden. Gebruik de term 'net (textiel)' voor open geweven stof gemaakt van twijn, sterke draad of garen, meestal van zijde, katoen, nylon of rayon, met fijne of grove mazen van vaste afmetingen, die wordt gebruikt om verschillende dingen te maken, van sluiers en garneersel op kleding tot tennisnetten en visnetten.
Dekens van de Salish, gemaakt in gekeperde en getwijnde inslag tapisserieweefsels, die werden gedragen door de aristocratie.
Japanse dwarsfluiten van het No theater, gemaakt van drie tot zes aan elkaar gebonden korte stukken bamboe. Net zoals de 'ryuteki' met zeven vingergaten op gelijke afstanden, een balansgewicht bovenaan, een roodgelakte boring en een omhulsel van schors of twijn. In tegenstelling tot bij de 'ryuteki' is een korte buis in de boring aangebracht, tussen het mondstuk en het eerste vingergat, is bovenaan een metalen versiering aangebracht en is de rode lak, waarmee de boring bedekt is, bij mondstuk en vingergaten ook aan de buitenzijde aangebracht.
Hout van de soort Nyssa ogeche, een zeldzame Noord-Amerikaanse boomsoort. Het heeft een fijne textuur met grote poriën en wordt gebruikt voor het maken van houten hamers, meubilair en wijnkisten.
Studie of kennis van wijnen en wijnbereiding.
Verwijst naar een type oinochoai dat grote gelijkenis vertoont met de moderne kruik met één handvat, al heeft het vaak twee handvatten. Deze vorm werd gebruikt als opscheplepel om wijn te serveren en als drink- en maatbeker.
Klassieke Griekse vaten met één handvat, die werden gebruikt voor het scheppen en schenken van wijn of water. Gemaakt in een reeks van vormen met het uiterlijk van kannen en kruiken.
Getwijnd garen ontstaan door het schroeflijnsgewijs winden van een grove draad om een veel fijnere, strakker gespannen kerndraad.
Een type stilleven met eenvoudige levensmiddelen, zoals vis, ham, vruchten, kaas of brood, met een glas bier of wijn. Ondanks het feit dat dit in het Engels ook 'ontbijtje' heet, bevatten dergelijke schilderijen niet noodzakelijkerwijs een afbeelding van een typisch Nederlands ontbijt. De afgebeelde levensmiddelen konden op elk moment van de dag als lichte maaltijd worden genuttigd. Ontbijtjes waren vooral populair in Nederland tijdens de jaren 20 en 30 van de 17de eeuw.
Verwijst naar de periode en stijlen die worden geassocieerd met heerschappij van Wang Man in China, die zich de troon van de Westelijke Han toe-eigende in 9 n. Chr., en die heerste als enige keizer van de Xin-dynastie tot deze werd verslagen in 23 n. Chr. Toen de Liu-familie haar heerschappij opnieuw deed gelden, regeerde Guangwudi van 25-57 n. Chr., waarbij Luoyang, dat zich circa 100 kilometer ten oosten van Chang'an bevond en ongeveer 15 kilometer van het moderne Luoyang in de provincie Henan, tot hoofdstad werd gemaakt. Gedurende deze periode verspreidde de productie van bruin-en-groen-geglazuurd aardewerk zich via de vallei van de Gele Rivier tot in de Yangzi-valei. Geïllustreerde stenen en gegraveerde grafstenen werden in massa geproduceerd, meestal met taferelen van wijn maken, oogsten en banketten.
Verwijst naar de Oudgriekse stijl en periode die volgde op de Geometrische periode, van circa 725 v. Chr. tot circa 650 v. Chr. De stijl overlapte met het vroege deel van de Archaïsche periode in de Griekse geschiedenis. De stijl werd in Korinthië ontwikkeld en verspreidde zich over heel Griekenland, tot in Etrurië en andere plaatsen die met de Griekse wereld in contact stonden. De stijl kwam voort uit de enorm toegenomen Griekse handel en de invloed van het Nabije Oosten en de Egyptische culturen die hier het gevolg van was. Kenmerk van de stijl is het verdwijnen van de geometrische vormen en de dunne figuren uit de Geometrische periode ten faveure van kromlijnige vormen, gevulde figuren en nieuwe thema’s, waaronder exotische dieren en monsters zoals sfinxen en griffioenen.
Wordt gebruikt voor tekeningen waarop de projectoren loodrecht staan op het projectievlak (tekenvlak), dat wil zeggen een driedimensionaal voorwerp wordt vanaf alle punten van voren getoond, zonder dat verdwijning in de diepte is aangegeven.
De glimmende vezel van één van twee Oost-Indische planten (Corchorus olitorius en C. capsularis); wordt hoofdzakelijk gebruikt voor jute, zakkengoed en goedkopere twijnsoorten.
Verwijst naar tekeningen die worden gemaakt met parallel perspectief, dat wil zeggen een perspectiefstelsel waarin de hoofdonderwerpen evenwijdig aan het beeldvlak worden getekend of een stelsel waarin parallel geprojecteerde lijnen niet convergeren in een verdwijnpunt.
Zeer hoge waaierpalm die inheems is in Zuidoost-Azië en op de Filippijnen. De palm wordt gekweekt in het gebied dat zich uitstrekt van Zuidoost-Azië tot Zuid-China. Het is een van de hoogste palmen ter wereld. Sommige exemplaren worden 25 meter hoog en hebben een stam van 1,3 meter dik. Soms zijn de bomen al 75 jaar oud voordat ze voor de eerste keer bloeien en vrucht dragen, waarna ze sterven. De boom heeft grote gelobde bladeren die 5 meter in doorsnee kunnen worden. Men gebruikt ze voor het maken van waaiers en paraplu's en om daken te bedekken. Van de bladeren maakte men vroeger ook manuscripten die met ijzeren graveernaalden werden beschreven. Jonge stengels gebruikt men om mee te weven. Het sap tapt men af om palmwijn te maken.
Verwijst naar alle grafische technieken waarmee wordt getracht diepte te suggereren, meestal op een tweedimensionaal vlak, door middel van een geometrische projectie waarbij een of meer verdwijnpunten, verkortingen en/of atmosferische effecten worden gebruikt. Onder deze technieken vallen terugwijkende lijnen, kleurgradaties, tint en textuur, en mate van helderheid. In de westerse kunst verwijst de term meestal naar de geometrische techniek van lineair perspectief, die in de vroege renaissance werd uitgevonden en die was gebaseerd op oude Griekse en Romeinse modellen. Hoewel de betekenis enigszins overeenkomt met 'projectie', wordt dit laatste begrip voornamelijk gebruikt voor technische en architectonische tekeningen die de nadruk leggen op de rekenkundige eigenschappen van de afgebeelde voorwerpen. 'Perspectief' wordt gebruikt voor kunstwerken en weergaven met vervormingen van lengte, hoeken, vormen en de rechtheid van lijnen die zich optisch lijken voor te doen als voorwerpen terugwijken in de diepte.
Oud-Griekse houders in de vorm van een ondiepe kom zonder handvatten, vaak met een bodem die in het midden iets omhoog is geduwd. Gebruikt om uit te drinken of voor plengoffers van wijn of olijfolie bij oude Griekse rituelen. De plengoffers werden over een altaar gegoten ter ere van de goden of over een begraafplaats om de zielen van de overledenen te eren. Gebruik 'paterae' voor vergelijkbare Oud-Romeinse houders.
Grote vaten variërend van volume, vooral gebruikt voor wijn en olie.
Stam van ongewervelde zeedieren die in de hele wereld voorkomen en een sedentair leven leiden in lange beschermende kokers op de bodem van de zee. Ze hebben veerachtige tentakels aan het bovenste uiteinde van de kokers die een soort baarden vormen. In embryo's vormt zich een darmkanaal dat verdwijnt naarmate het organisme ouder wordt. Het zijn de enige meercellige dieren die geen mond of anus hebben.
Verwijst naar de stijl in de Europese en Amerikaanse binnenhuisarchitectuur en decoratieve kunsten die was geïnspireerd op de archeologische vondsten in Pompeji en Herculaneum in het midden van de 18de eeuw. De stijl werd met name beïnvloed door de fresco’s van Pompeji en wordt gekenmerkt door nimfen, wijnranken, kandelabers en grotesken in uitgewerkte kaders en patronen in diepe, heldere kleuren.
Spaans drinkgerei van glas met één lange tuit waaruit vloeistof (meestal wijn) in de mond van de drinker kan worden geschonken zonder dat het glas de lippen raakt.
Een type Chinees ritueel vaatwerk van brons in de vorm van een pot, gebruikt voor wijn. Verscheen tussen de Erligang- en de Anyangperiode.
Schaaltjes voor het proeven (keuren) van wijn.
Kamers of kasten, gewoonlijk koel van temperatuur, waar men wijn of andere alcoholische dranken opslaat, en ook levensmiddelen zoals boter en kaas.
Familie van meer dan 70 genera en ongeveer 650 soorten groenblijvende of bladverliezende bomen, struiken en houtachtige wijnstokken die voornamelijk inheems zijn in tropische en subtropische streken in de wereld, maar er komen ook een paar soorten voor in gematigde gebieden.
Oud Grieks vaatwerk waarvan het lichaam nabij de basis smaller wordt en is geplaatst op een hoog voetstuk; gebruikt voor het koelen van wijn.
Verwijst naar een zeldzaam vattype met een hybride vorm. Het is in wezen een psykter met een klaverbladmond in plaats van een ronde mond en een verticaal schenkhandvat. Dit vat werd meer voor wijn dan voor koelvloeistof gebruikt.
Amforen die zich kenmerken door een puntige of bolvormige voet en waarvoor een standaard is vereist. In onbeschilderde vorm was dit het standaardvat voor handelstransporten van wijn en olie.
Lange citers bestaande uit een licht gebolde, ondiepe, gelakte klankkast waarover in de lengte zeven zijden snaren van gelijke lengte zijn gespannen, ieder getwijnd van een verschillend, vast aantal draden. Dertien schijfjes van ivoor of parelmoer zijn langs één zijkant ingelegd om de snaarverdelingen aan te geven. Ze zijn van oudsher het meest in aanzien staande Chinese muziekinstrument dat sterk verbonden is met het hof en met Confusiaanse rituelen, filosofie en wetenschap.
Engels aardewerk met loodglazuur dat circa 1763 werd ontwikkeld door Josiah Wedgwood. De naam is ontleend aan koningin Charlotte. De populariteit van dit aardewerk leidde tot het verdwijnen van de Engelse tinglazuuraardewerk-industrie.
Wordt gebruikt voor restaurants, meestal onder straatniveau, nagemaakt van kelders in Duitse stadhuizen waar wijn en bier wordt verkocht.
Versiering op glaswerk, zoals wijnkaraffen, bestaande uit smalle opgelegde repen glas die parallelle ribben vormen.
Verwijst meestal naar Chinees bronzen vaatwerk dat wordt gebruikt bij het offeren van voedsel en wijn.
Type Duits wijnglas met een bolvormige kelk en een brede, holle steel. Meestal gemaakt van groenachtig glas waarvan de tint varieert van licht naar donker.
Traditionele bladerrijke en vegetale arabesken in de Turkse Ottomaanse decoratieve stijl uit de 15de eeuw. Het patroon vertoont lange en puntige gespleten bladeren met gebogen zijden en vertakte uiteinden, vaak strak samengebonden met klassieke wijnstokken.
Vaten uit de Griekse oudheid in de vorm van een dierenkop, werden vaak gebruikt als drinkgerei of om wijn in een ander vat te gieten.
Japanse dwarsfluiten gemaakt van een enkele bamboebuis. Net zoals de 'nokan' met zeven vingergaten op gelijke afstanden, een balansgewicht bovenaan, een roodgelakte boring en een omhulsel van schors of twijn. In tegenstelling tot bij de 'nokan' is een geborduurde versiering op rode achtergrond bovenaan aangebracht; voor hofmuziek en bij sommige volksdansen gebruikt.
Een klok die bij de sacristiedeur hangt. Tegenwoordig wordt hij geluid bij de binnenkomst van de priester en wanneer deze de altaarruimte verlaat resp. bij aanvang en einde van de eucharistieviering. Ook wordt deze klok geluid bij de opheffing van het brood en de wijn (elevatio) tijdens de consecratie, tenzij men de later in gebruik genomen altaarschel gebruikt. In Vlaanderen tevens geluid bij aanvang van de communieuitreiking.
Hoge kannen met één handvat en een scharnierend deksel met een knop en een duimrust. Meestal zonder lip of tuit; bestemd voor het serveren van wijn.
Verwijst naar een projectie waarbij parallelle lijnen van het beeldvlak worden geprojecteerd met een hellende of terugwijkende hoek van de verticale of horizontale as, in plaats van loodrecht te staan op het projectievlak of het beeldvlak. Het begrip onderscheidt zich van 'schuin perspectief', waarbij de parallelle lijnen niet parallel lijken te blijven, maar lijken samen te komen wanneer ze in de ruimte verdwijnen.
Verwijst naar tekeningen die worden gemaakt met schuin perspectief, dat wil zeggen een lineair perspectiefstelsel waarin rechthoekige objecten in een hoek ten opzichte van het beeldvlak worden getekend in plaats van parallel daaraan. Het schuine perspectief kan een tweepunts- of driepuntsperspectief zijn of gebruikmaken van een ander stelsel. Gebruik ‘planimetrische tekeningen’ voor tekeningen met schuine projectie waarin parallelle lijnen parallel blijven in plaats van te convergeren in een verdwijnpunt.
Historische benaming voor 18e-eeuwse tafels met een marmeren tafelblad. Gebruik 'mengtafels' voor tafels met een marmeren tafelblad met een opbouw waarin laden zitten voor wijnkaraffen en een tambourdeksel dat neergerold kan worden om de marmeren plaat te bedekken als de tafel niet wordt gebruikt.
Kleine gaatjes, meestal nabij de basis van een vat, waardoor vloeistof geschonken kan worden; komt meestal voor in wijnvaten en waterkoelers.
Officierspieken met een kop als die van diverse ander stokwapens, maar meestal met een brede, puntige kling met een ronde basis en vaak twee puntige uitsteeksels zoals bij een partisaan, of een dwarsbalk zoals bij een everzwijnspies; gebruikt in Europa van de 18e tot halverwege de 19e eeuw door onderofficieren van de infanterie, in het bijzonder door Engelse sergeanten.
Textiel die is geweven, gevilt, gebreid, geknoopt, gevlochten, getwijnd, geklopt of op een andere manier tot een plat stuk gemaakt. Gebruik `garen' voor textiel in de vorm van doorlopende lange draden van fijne vezels door die te winden, te spinnen, te vlechten of te twisten.
Filmtechniek waarbij afzonderlijke beelden van niet-bewegende figuren of getekende fragmenten gecombineerd worden waardoor ze lijken te bewegen, of waarbij de suggestie gegeven wordt van plotselinge verschijning of verdwijning van voorwerpen of personages uit een scène. Het is een essentiële techniek voor modelanimatie, uitgesneden animaties, pixelisatie en speciale effecten.
Soort echte mahonieboom, oorspronkelijk inheems in het zuidelijke deel van Noord-Amerika en Centraal- en Zuid-Amerika, namelijk in Mexico, Bolivia, Brazilië, Colombia, Belize, Peru, Venezuela, Costa Rica, Dominica, Ecuador, El Salvador, Frans-Guyana, Guadeloupe, Guatemala, Guyana, Honduras, Martinique, Montserrat, Nicaragua, Panama, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines. De soort wordt nu bedreigd door het verdwijnen van de habitat en mag dus niet worden gekapt in zijn inheemse gebieden. De soort is ook ingevoerd voor kweek in Azië, waar hij mogelijk een invasieve soort kan worden.
Type ventiel of haan gebruikt om de stroming van vloeistof door een kraan te reguleren, bijvoorbeeld in koffie- of theekannen, wijnfonteinen en dergelijke.
Verwijst naar de periode en stijl in de kunst, met name de beeldhouwkunst, die samenviel met de periode van de Tetrarchie tijdens de tweede helft van de 3de eeuw. De stijl kenmerkt zich doordat veel werken in porfier werden uitgevoerd en door het bijna volledig verdwijnen van fysieke gelijkenis en anatomische bouw. De expressieve functie van de ogen werd daarentegen benadrukt.
Omvat termen voor materialen die tot stand zijn gekomen door middel van weven, vervilten, knopen, twijnen of andersoortige bewerking van natuurlijke of synthetische vezels zodanig dat zij bijeenblijven in een vorm of eenheid. Van oudsher worden (hout)vezelplaat, papier, papier-maché en papyrus niet tot de textielmaterialen gerekend. Hoewel dit ook vezelproducten zijn, worden ze beschouwd als een apart type materiaal. Voor artikelen gemaakt van textielmaterialen zie de descriptoren gegroepeerd onder 'textiel'.
Hoge, slanke wijnglazen met een kleine conische kelk, een zeer dunne steel die makkelijk met de vingers kan worden gebroken, en een voet met steel.
Verwijst naar een type stilleven met rookgerei, zoals tabakspijpen, smeulende henneppitten en komforen met brandende kolen. Meestal zijn ook kruiken bier of glazen wijn afgebeeld.
Grote fusten voor het opslaan van vloeibare stoffen, vooral wijn, ale of bier.
Genus van houtachtige bomen, heesters en wijnstokken die de olie urushiol produceren. Urushiol veroorzaakt huidirritatie en kan ernstige allergische reacties geven. Het wordt gebruikt voor de vervaardiging van lak.
Verwijst naar tekeningen die vanuit een twee-puntsperspectief zijn gemaakt: een lineair perspectiefsysteem met twee verdwijnpunten, één aan iedere zijkant van de compositie, waarbij rechthoeken meestal in een hoek ten opzichte van het beeldvlak worden weergegeven.
Verwijst naar een perspectiefsysteem waarbij sprake is van twee verdwijnpunten en dat over het algemeen wordt gekenmerkt door een rechthoekige vorm die wordt weergegeven onder een hoek ten opzichte van het afbeeldingsvlak, zodat de horizontale parallelle lijnen samenkomen in punten aan de rechter- en linkerzijde, maar zodat verticale lijnen parallel blijven aan het afbeeldingsvlak.
Muziekbogen met een klankbodem van kalebas die bij de onderkant van de boog is bevestigd, 1 snaar, onverdeeld, getwijnd van het haar van een koeienstaart, bespeeld door de snaar aan te slaan met een stukje stro, niet-gesteund; Zulu, Zuidelijk-Afrika.
Hoge en snel groeiende Europese iep die voornamelijk in Engeland en Wales voorkomt. Voor de komst van de iepziekte was het een van de meest voorkomende loofbomen in Europa. De soort is waarschijnlijk afkomstig uit Italië of Turkije. Uit genetisch onderzoek in Spanje, Italië en Groot-Brittannië is gebleken dat alle exemplaren van deze soort genetisch identieke klonen zijn van één enkele boom, waarschijnlijk door de Romeinen naar de Britse eilanden meegenomen om wijnstokken te ondersteunen en te leiden.
Familie van vier tot acht genera en maximaal zestien soorten varkens en hun nauwe verwanten, waaronder everzwijnen, het tamme varken en diverse fossiele soorten varkens.
Speren voor de jacht op zwijnen.
Te gebruiken voor de plekken op de achterkant van een boekblok waar de naald verschijnt of verdwijnt in de bladzijden of het katern, meestal gemaakt tijdens de afwerking.
Wonderbaarlijke verandering waarbij, volgens de rooms-katholieke en de oosters-orthodoxe dogmata, de eucharistische elementen tijdens de consecratie veranderen in het lichaam en het bloed van Christus terwijl ze alleen het uiterlijk van brood en wijn behouden.
Een wijnkleurig organisch pigment dat oorspronkelijk werd gemaakt met verfstof uit cochenille of brazielhout. In de 19e eeuw werden er anilineverfstoffen gebruikt om dit pigment te maken. Geen van de kleurmiddelen zijn permanent en ze worden vrijwel alleen gebruikt voor verf voor binnenschilderwerk.
De hiërarchie Wapens en Munitie bevat descriptoren voor gereedschappen en materialen die zijn bedoeld als fysiek aanvals- of verdedigingsmiddel. Hieronder vallen handwapens zoals 'zwaarden', grondwapens of op rijdend materieel vervoerde wapens zoals 'artillerie', componenten van wapens (bijvoorbeeld 'pijlpunten') en projectielen die met vuurwapens worden afgevuurd (bijvoorbeeld 'patronen'). Tevens opgenomen zijn descriptoren voor jachtwapens (bijvoorbeeld 'zwijnssprieten') en voor objecten die wel van wapens zijn afgeleid maar slechts voor ceremoniële doeleinden worden gebruikt (bijvoorbeeld 'staatsiezwaarden'). Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor materialen die zelf als wapen of munitie kunnen fungeren, vindt u in de hiërarchie Materialen (bijvoorbeeld 'springstoffen', 'buskruit'). Descriptoren voor harnassen of andere vormen van persoonsbeschermende middelen (bijvoorbeeld 'schilden', 'kogelvrije vesten') zijn ondergebracht in de hiërarchie Kleding. Descriptoren voor pantservoertuigen of voertuigen waarop wapens worden vervoerd (bijvoorbeeld 'oorlogsschepen', 'tanks (militaire voertuigen)') zijn opgenomen in de hiërarchie Vervoermiddelen. Descriptoren voor objecten die als wapen of als gereedschap kunnen dienen, vindt u in de hiërarchie Gereedschap en Uitrusting (bijvoorbeeld 'hamers'). Descriptoren voor houders van wapens en munitie (bijvoorbeeld 'schedes', 'kruitbusjes') zijn ondergebracht in de hiërarchie Houders. Descriptoren voor vuurwapens die uitsluitend voor schijfschieten worden gebruikt, maken deel uit van de hiërarchie Ontspanningsmiddelen, terwijl descriptoren voor vuurwapens die worden gebruikt tijdens de gewapende strijd of de jacht hier te vinden zijn. Descriptoren voor onderdelen van wapens (bijvoorbeeld 'trekkers') en componenten die onderdeel vormen van zowel wapens als gereedschappen (bijvoorbeeld 'blades') zijn in de hiërarchie Componenten ondergebracht.
Roeiboten die in de jaren 20 van de 19e eeuw in de buurt van Whitehall Street, in de stad New York, zijn ontworpen en oorspronkelijk in grote havens door scheepsleveranciers, loodsen, scheepsbevrachters en andere handelaren als werkboten werden gebruikt, later ook voor recreatieve doeleinden; zijn meestal zo'n 4, tot 6,5 m lang, hebben één tot vijf roeiers en soms een puts en een zwaard. Ze onderscheiden zich door hun verticale voorsteven en een achtersteven in de vorm van een wijnglas.
Eikensoort die inheems is in het oosten van de Verenigde Staten. De bomen worden 45 meter hoog. De schilferige schors is lichtgrijs en heeft ondiepe kloven. De glanzende heldergroene bladeren zijn smal bij de steel en worden in de herfst wijnrood. Er zijn exemplaren gevonden die meer dan 600 jaar oud waren. Het is een belangrijke bron van timmerhout. Het sterke hout is lichtbruin en grofvezelig. Men gebruikt het onder meer voor deuren, ramen en vloeren.
Een type Chinees ritueel vaatwerk met een gebogen buik en een handvat, gebruikt van de late Shangperiode tot het midden van de Westelijke Zhouperiode. Wijnhouders met verschillende vormen, van gedrongen tot lang, kunnen ‘you’ genoemd worden als er geen andere gedocumenteerde terminologie beschikbaar is en ze voldoen aan bovenstaande algemene typering.
Chinees type ritueel vaatwerk van brons in de vorm van potten met een brede lip die wordt gesteund door een hoge ring. Het werd gebruikt voor wijn. In de laatste helft van de Shangperiode werd deze vorm vervangen door een hoger profiel op basis van de ‘gu’. De term ‘zun’ verwijst soms ook naar een vat in de vorm van een dier.