Associaties voor winter

Toegevoegd op: 16-8-2017

Meestal het koudste seizoen van het jaar, tussen herfst en lente.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote bladverliezende eik die 20 tot 40 meter hoog kan worden en inheems is in het grootste deel van Europa en Anatolië. De boom lijkt op Quercus robur (de zomereik). De verspreidingsgebieden van beide soorten overlappen elkaar grotendeels.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de boom behorende tot het genus Quercus sessiflora. Het hout wordt gebruikt voor stevig kuiperswerk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van ongeveer 80 soorten zangvogels. Het zijn kleine bruinige vogeltjes met donkere strepen, een korte, licht naar beneden gebogen snavel, korte ronde vleugels en een korte opstaande staart.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lakens van extra warme stof, om in de winter te gebruiken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bouwconstructies aan gebouwen, maar ook wel inpandig bij een raam, om zoveel mogelijk licht op te kunnen vangen om een tuinachtige, meestal (sub)tropische aanleg te kunnen realiseren, vnl. als zit- en verpozingsgelegenheid. Voor woonhuizen met name in zwang in de 19e en begin 20e eeuw. Komt ook wel als horecagelegenheid of bij bedrijfsgebouwen voor.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 25 soorten winterharde, langzaam groeiende sier- en productiebomen die op het hele noordelijke halfrond voorkomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ramen voorzien van een afneembare of verwisselbare schermen en glasdelen waardoor ze zowel voor de zomer als voor de winter geschikt zijn.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Voorwerpen die zijn gevlochten of geweven van graanstengels, traditioneel van de laatste schoof die is geoogst. De corn dolly is bedoeld als een winterverblijf voor de geest van het graanveld en wordt in de lente verbrand of weer in het veld geploegd om de volgende oogst te garanderen. De volkstraditie ontstond in Britannië en Ierland, en werd door emigranten naar Noord-Amerika meegenomen. Ze werden onder meer ontworpen als mensfiguren met een of meerdere samengevoegde lussen of als kegelvormige kooien. Meestal werden ze voorzien van linten en lappen. Tegenwoordig worden ze veel gemaakt in de kunstnijverheid, met de bedoeling om ze te verkopen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor kleine boten (korter dan ongeveer 7,5 m), met knikspant en zowel een motor als zeilen, die voornamelijk worden gebruikt om in de zomer in Chesapeake Bay, in de Verenigde Staten, krabben te vangen met hand- of zetlijnen; kunnen in de winter worden gebruikt om oesters te vangen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar het christelijke feest waarmee op 25 december de geboorte van Jezus Christus wordt gevierd. Het kerstfeest is voor het eerst gedocumenteerd in 336 in Rome. Het gebruik om het feest op 25 december te vieren ontstond in de 4de eeuw in de westerse kerk als christelijke opvolger van het heidense midwinterfeest, waarmee de geboorte van de onoverwonnen zon werd gevierd. In het oosten werd aanvankelijk 6 januari als geboortedatum van Christus aangehouden, maar in de 5de eeuw was 25 december algemeen aanvaard; de Armeense kerk viert echter nog altijd Kerstmis op 6 januari. Kerstmis heeft het feestelijke element (versieringen, geschenken) overgenomen van de Romeinse Saturnalia en andere heidense feesten in dezelfde tijd van het jaar. Kerstmis is in de loop van de eeuwen tradities blijven opnemen; veel tegenwoordige kerstgewoonten zijn van niet-christelijke oorsprong. Altijdgroene bomen zijn bijvoorbeeld symbolen van overleven en worden al met Kerstmis geassocieerd sinds de Europese middeleeuwen. Kerstmis wordt vanouds beschouwd als een familie- en kinderfeest. In veel landen worden geschenken uitgewisseld uit naam of in de geest van de patroonheilige van het kerstfeest, Sint Nicolaas, oftewel de Kerstman.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus dat uit circa 20 soorten sierheesters en bomen bestaat. Het verspreidingsgebied beperkt zich hoofdzakelijk tot gematigde streken in het noordelijk halfrond, maar komen in het zuidelijk halfrond voor in de gehele Andes tot circa de 20ste breedtegraad. Alleen op het Amerikaanse continent worden leden van deze familie langs gebergten tot op het zuidelijk halfrond aangetroffen. De els onderscheidt zich van de berk doordat hij vaak gesteelde winterknoppen heeft en door de kegels (elzenproppen) die op de tak blijven zitten nadat ze de kleine, gevleugelde noten hebben laten vallen. De schubachtige schors is bij sommige soorten grijsbruin van kleur, terwijl hij bij andere soorten bijna wit is. De ovale bladeren zijn afwisselend geplaatst en hebben vaak ondiepe lobben; ze zijn kleverig wanneer ze zich ontvouwen en glanzend wanneer ze rijp zijn, en vallen zonder van kleur te veranderen. Mannelijke en vrouwelijke bloemen bevinden zich in afzonderlijke katjes op dezelfde boom. Ze ontstaan in de zomer en bloeien doorgaans in het volgende voorjaar, voordat de bladeren opengaan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de Noord-Europese mesolithische periode en cultuur van circa 10.000 tot circa 8000 v. Chr. De cultuur ontstond waarschijnlijk onder invloed van Magdaléniens die vanuit het zuidwesten van Europa de rendieren volgden toen de Würm-ijstijd ten einde liep. De Hamburgcultuur wordt gekenmerkt door uiteenlopende werktuigen, zoals van botten vervaardigde priemen, vilders, schrapers, naalden, elastische stroken gemaakt van natte rendiergeweien en een aantal eenvoudige versieringen zoals V-patronen en banen. De cultuur besloeg een geografisch gebied van Holstein tot Hannover, waarbij de winters waarschijnlijk ten zuiden van de rivier de Elbe werden doorgebracht. Een aantal onderzoekers gelooft dat de cultuur wellicht banden had met Oost-Europa. De cultuur werd gevolgd door de Ahrensburgcultuur.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Het seizoen tussen zomer en winter, dat zich voordoet als de zon het wintersolstitium nadert; het begin hiervan wordt door de equinox van de herfst gemarkeerd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een jaarlijks lentefeest dat het laatste feest op de hindoeïstische kalender vormt en wordt gevierd op de dag van de volle maan van de maand Phalguna (februari/maart). Het feest is waarschijnlijk al zeer oud en wordt gekenmerkt door speelsheid en het omkeren van normale gedragscodes. Dit is de enige dag dat de karakteristieke beperkingen van kaste, sekse, leeftijd en status terzijde worden geschoven. De feestvierders gooien gekleurd water en poeder naar elkaar en de festiviteiten staan bekend om hun ongeremdheid in taal en gedrag. Sommige deelnemers drinken 'bhang', een bedwelmende hennepdrank. Op de voorafgaande avond worden vreugdevuren ontstoken om de overwinning van het goede over het kwade en het eind van de winter te markeren; soms wordt in de vuren een stropop van de heks Holika verbrand. Het festival wordt met name geassocieerd met Krishna, de jonge god die bekendstaat om zijn frivoliteit. Het feest van Doloyatra, het 'zwaaien van de god', vindt plaats tijdens Holi. Op versierde platforms wordt met afbeeldingen van de goden gezwaaid onder begeleiding van speciale liederen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

In sommige classificaties worden de Hydropotes beschouwd als derde onderfamilie van de familie Cervidae, samen met echte herten (subfamilie Cervinae) en schijnherten (subfamilie Capreolinae). Deze subfamilie is in het leven geroepen om de Chinese waterree (Hydropotes inermis) te kunnen onderbrengen. Het betreft hier een zeer klein Aziatisch hert uit de familie Cervidae (orde Artiodactyla) dat leeft op de vruchtbare rivierbeddingen van Korea en in het dal van de Yangtze-rivier (Chang Jiang) in China. Het is de enige hertensoort waarbij het mannetje geen gewei draagt, maar voorzien is van lange, gebogen scherpe hoektanden die uit de bek steken. Deze slagtandjes zijn soms meer dan 5 cm lang. Het waterhert is bovendien het enige hert met liesklieren. Door het ontbreken van een gewei lijkt het waterhert weliswaar op uitgestorven primitieve hertensoorten, maar het ontwikkelde zich uit voorouders die aanvankelijk een gewei droegen, dat echter later verdween. De bouw duidt erop dat het schijnherten betreft. Het mannetje heeft een schofthoogte van circa 50 cm en weegt maximaal 13 kg, terwijl het gewicht van vrouwtjes maximaal 11 kg is. De vacht is vrij uniform van kleur: geelachtig bruin boven en geelachtig wit beneden. De staart is zeer kort en de vlek op het achterdeel ontbreekt. De grove, dikke vacht en met bont bedekte oren zijn aanpassingen voor koude winters met sneeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Vier onderdelen van het jaar met bijbehorend klimaat, namelijk de lente, zomer, winter en herfst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor kampementen die door troepen worden opgebouwd voor langer verblijf tijdens een veldtocht, vooral in de winter.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Handelsnaam voor boekbinderslinnen van de Winterbottom Book Cloth Company of England, gemaakt van linnen en afgewerkt met een korrelpatroon dat lijkt op leer, meestal langnervig marokijnleer.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar versierde bomen, meestal een groenblijvende den, balsemspar of spar, versierd met kaarsen, lampjes en versieringen in het kader van de kerstviering. Het gebruik is geworteld in de groenblijvende bomen, kransen en festoenen als symbool van het eeuwigdurende leven, zoals gebruikelijk was bij de oude Egyptenaren, Chinezen en Hebreeërs. Het aanbidden van bomen was bovendien normaal bij de heidense Europeanen. De Scandinavische en Duitse gebruiken rond groenblijvende takken en bomen tijdens midwinterse feestdagen bleven bestaan na hun bekering tot het christendom. De moderne kerstboom ontstond in Duitsland, als onderdeel van een populair middeleeuws toneelstuk over Adam en Eva, waarin de 'paradijsboom' een spar was waarin appels waren opgehangen als uitbeelding van de Hof van Eden. De Duitsers zetten op 24 december, de feestdag van Adam en Eva, een paradijsboom op. Het gebruik werd populair in het Victoriaanse Engeland. De symboliek werd uitgebreid met versieringen die directer verwezen naar de geboorte van Christus. De traditie vond navolging in veel Westerse landen. Tegenwoordig heeft de traditie in veel gevallen de oorspronkelijke religieuze betekenis verloren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Groenblijvende soort die inheems is in Oregon en andere delen van de VS en die een hoogte van 60 m en een diameter van 6 m kan bereiken. Het is een zeer wintervaste boom, die in meer 200 vormen voorkomt en die als sierboom in Noord-Amerika en Groot-Brittannië wordt geteeld. In veel gevallen betreft het dwergbomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Het seizoen tussen winter en zomer, waarin het weer warmer wordt en planten weer tot leven komen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Behuizingen om vorstgevoelige, (sub)tropische planten, bijv. sinaasappelbomen te laten overwinteren. Ze zijn op het zuiden gebouwd en hebben meestal ook een verwarmingsmogelijkheid.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Dekkleden om paarden warm te houden, te beschermen tegen het weer of te voorkomen dat ze te veel haar krijgen in de winter. De dekens passen perfect rond het lichaam van het paard en zijn langs onderen vast gemaakt met gespen, zodat ze blijven zitten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Soort snel groeiende, kortlevende sier-, schaduw- of productieboom, inheems in het noorden en midden van Noord-Amerika. De soort is meestal zo'n 18 meter hoog, heeft een bruine schors die na verloop van tijd wit wordt en produceert flinterdunne lagen met smalle horizontale poriën of lenticellen. Op de koperkleurige binnenste schors zijn de poriën fel oranje. De korte hangende takken en de talloze buigzame takjes geven de boom in de winter een kantachtige aanblik. Het bijna witte hout met de dichte nerfstructuur wordt gebruikt voor houtgedraaide artikelen, vloeren, meubels, houtwaren, pulp en brandstof. Native Americans gebruikten de dunne waterdichte schors voor dakbedekking, kano's en schrijfmateriaal (vandaar de naam 'papierberk'). Het is een van de eerste soorten die weer groeien na brand. Het sap wordt gekookt voor de productie van berkensiroop. De boom komt voor in verschillende variëteiten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Middelgrote boom die van nature voorkomt in Oost-Azië, met rode bolvormige vruchten en een inwendige schors waaruit in Japan en China papier wordt vervaardigd en die in Polynesië wordt gebruikt voor de fabricage van tapa, een grove textielsoort. Deze sterke, snelgroeiende boom, die ook in stedelijke omgevingen kan overleven, komt in diverse variëteiten voor (met ingesneden blad, witte vruchten en gevlekt) en wordt als wintervaste sierplant en als stinzenplant gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor hellende banen van ijs of sneeuw die zijn bedoeld en worden onderhouden voor bepaalde wintersportactiviteiten, bijvoorbeeld skiën, bobsleeën of rodelen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van 6 soorten kegeldragende groenblijvende productiebomen die inheems zijn in het westen van Noord-Amerika en in Oost-Azië. De bomen worden gekenmerkt door lange, platte, spiraalvormig gerangschikte naalden die rechtstreeks uit de tak ontspringen. Iedere geelgroene of blauwgroene naald heeft een korte steel aan de basis en een gegroefd bovenoppervlak. De winterknoppen zijn bruin, glanzend en puntig van vorm. Als enige conifeer heeft de Douglasspar drielobbige bracteeën die tussen de schubben uitsteken. De kegels hangen omlaag en steken dus niet omhoog zoals bij echte sparren. De kegels rijpen in één jaargetijde en behouden hun schubben wanneer ze afvallen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Middelgrote, winterharde populier die inheems is in koude gematigde streken in Azië en Europa, inclusief de Britse eilanden. Bij jonge bomen is de schors lichtgroengrijs en glad met donkergrijze ruitvormige lenticellen. De schors is donkerder bij oude bomen en vertoont dan meer barsten. Net als bij andere populieren gaan de bladeren zeer makkelijk ritselen, vandaar de naam van de boom. De bladeren hebben een onaangename smaak, waardoor damherten ze niet graag eten. Het hout heeft grote, gelijkmatig verdeelde poriën die zorgen voor een zachte, vezelige structuur, waardoor het maar op een beperkt aantal manieren kan worden gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Laarzen die gemaakt zijn om in de winter te dragen, meestal met bont afgezet en gevoerd, vaak tot aan de kuiten reikend. Oorspronkelijk gedragen door vrouwen over schoenen of pantoffels heen om hun voeten warm te houden als ze in koetsen reden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wintersportcentra waar men zich vooral richt op skiën.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Noord-Amerikaanse soort sier- en productieboom, meestal zo'n 18 meter hoog. Op minder vruchtbare bodems kan de soort kleiner en struikachtig zijn. De gladde, glanzende, niet-afbladderende buitenste schors is roodbruin op jongere stammen en bijna zwart op oudere stammen en diep gegroefd in onregelmatige lagen. De takjes en de binnenste schors hebben de geur en smaak van wintergroene planten. Het harde hout met de dichte nerfstructuur is vergelijkbaar met dat van de gele berk, maar is massiever en dieper van kleur. De suikerberk is een bron van berkenolie en was vroeger een vervanger van wintergroenolie. Van het sap wordt berkenbier gemaakt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lange, gebreide mutsen gemaakt van een zak die aan beide kanten taps toeloopt en waarvan de ene kant in de andere gestopt wordt; van oudsher door Canadezen gedragen bij wintersporten. Geen Nederlands equivalent.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lange winterjassen die reiken tot aan de enkels; gedragen tijdens de wacht.